Onderzoek naar verbonden partijen en deelnemingen van het waterschap Rijn en IJssel Bestuurlijke beïnvloedbaarheid en risico's

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek naar verbonden partijen en deelnemingen van het waterschap Rijn en IJssel Bestuurlijke beïnvloedbaarheid en risico's"

Transcriptie

1 Onderzoek naar verbonden partijen en deelnemingen van het waterschap Rijn en IJssel Bestuurlijke beïnvloedbaarheid en risico's ir. A. Ubbels Drs. N.R.J. de Blaay Mr. R.J.M.H. de Greef Mr. drs. L.C.L. Huntjens 05 mei

2 Onderzoek naar verbonden partijen en deelnemingen van het waterschap Rijn en IJssel Bestuurlijke beïnvloedbaarheid en risico's Inhoud Pagina Samenvatting 1 1. Inleiding Achtergrond Doelstelling en vraagstelling Onderzoeksopzet Leeswijzer 6 2. Verbonden partijen en deelnemingen Inleiding Overzicht van verbonden partijen en deelnemingen Sturingsmogelijkheden Informatiecyclus Feitenrelaas en analyse Inleiding Sturing Beheersing Verantwoording Toezicht Beoordeling, conclusies en aanbevelingen Inleiding Algemene beoordeling Beantwoording vragen Aanbevelingen Bestuurlijke reactie en nawoord rekenkamercommissie Bestuurlijke reactie Nawoord rekenkamercommissie

3 Bijlagen 1. Normenkader 2. Rechtsvormen 3. Overzicht per verbonden partijen 4. Overzicht documenten 41644

4 Samenvatting Inleiding De Rekenkamercommissie van het waterschap Rijn en IJssel heeft een onderzoek laten uitvoeren naar bestuurlijke beïnvloedbaarheid en risico s in deelnemingen en de verbonden partijen van het waterschap Rijn en IJssel. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Berenschot. De Rekenkamercommissie heeft de in de begroting 2009 en 2010 genoemde verbonden partijen als uitgangspunt genomen. De volgende partijen zijn meegenomen in het onderzoek: Waterstromen BV; Nederlandse Waterschapsbank NV; Belastingorganisatie Lococensus; Gemeenschappelijke regeling muskusrattenbestrijding; Gemeenschappelijke regeling voor laboratoriumwerkzaamheden met het Waterschap Regge en Dinkel; Nederlands Watermuseum. Ten behoeve van het onderzoek is een normenkader vastgesteld dat de elementen sturing, beheersing, verantwoording en toezicht beschrijft. Op basis van literatuurstudie, een viertal interviews en een groepsgesprek met de fractievoorzitters van het algemeen bestuur, de Dijkgraaf, de heemraad Middelen en de secretaris directeur zijn feiten en oordelen met betrekking tot het normenkader vastgesteld. Wel of geen verbonden partij? Uit ons onderzoek blijkt dat bij het waterschap Rijn en IJssel, zowel bestuurlijk als ambtelijk, nog onduidelijkheid bestaat over de definitie van een verbonden partij. Niet alle geselecteerde partijen uit de begroting 2009 en 2010 zijn op grond van het Waterschapsbesluit formeel aan te merken als verbonden partij of deelneming. Op basis van ons onderzoek komen wij tot de volgende bevindingen. Waterstromen BV en de Nederlandse Waterschapsbank zijn aan te merken als verbonden partij en als een deelneming van het waterschap Rijn en IJssel. Lococensus is wel aan te merken als verbonden partij van het waterschap Rijn en IJssel, maar is geen deelneming omdat het niet gaat om een besloten vennootschap of naamloze vennootschap waarin het waterschap Rijn en IJssel aandelen heeft. De samenwerkingsvormen laboratoriumsamenwerking en muskusrattenbestrijding is geen verbonden partij en geen deelneming van het waterschap Rijn en IJssel. Het Nederlands Watermuseum is eveneens geen verbonden partij of deelneming in de zin van het Waterschapsbesluit

5 Financiële en bestuurlijke invloed Met bestuurlijke invloed bedoelen wij zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. De definitie van bestuurlijke invloed staat ook opgenomen in art 4.1 Waterschapsbesluit, vgl. art. 1 onder d van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 1. Verder bedoelen wij met financiële invloed het aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedragen die niet verhaalbaar zijn indien de verbonden partij failliet gaat dan wel waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Ook dit staat in art. 4.1 van het Waterschapsbesluit en vgl. art. 1 onder c BBV. Met betrekking tot de financiële en bestuurlijke invloed van waterschap Rijn en IJssel op de onderzochte partijen kan geen algemene conclusie worden getrokken. Daarvoor verschillen de geselecteerde partijen teveel van elkaar. De mogelijkheden tot financiële sturing en invloed op het bestuur van de geselecteerde partijen door het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel verschilt per type en rechtsvorm van de (verbonden) partij. Bij Lococensus is relatief grote financiële en bestuurlijke invloed. Bij de samenwerkingsverbanden met betrekking tot het laboratorium en de muskusrattenbestrijding is er wel financiële invloed maar vrijwel geen bestuurlijke invloed. Bij Waterstromen is enige bestuurlijke invloed doordat het gehele College van het waterschap Rijn en IJssel in de algemene vergadering van aandeelhouders zitting heeft, de financiële invloed is gering. Zowel bij de Waterschapsbank als bij het Watermuseum is er sprake van zeer geringe bestuurlijke en financiële invloed. Informatie met betrekking tot risico s Door het College wordt het algemeen bestuur over risico s geïnformeerd. Zowel in de begroting van 2009 en 2010 is een paragraaf weerstandsvermogen opgenomen met daarin een subparagraaf risico s. Het weerstandsvermogen is berekend op basis van een risicoprofiel dat samen met het algemeen bestuur in 2008 is vastgesteld. Dit risicoprofiel is modelmatig opgebouwd. Een nadere verfijning van de risico s ontbreekt. Informatie met betrekking tot doelstellingen Waterschap Rijn en IJssel heeft geen algemeen beleid ten aanzien van verbonden partijen vastgesteld. Bij het aangaan van verbonden partijen wordt veelal een pragmatische overwegingen gehanteerd. Verder zijn voor de onderzochte verbonden partijen en niet-verbonden partijen geen specifieke doelstellingen opgesteld waarop gestuurd wordt. Het feit dat noch de doelstellingen en als gevolg daarvan ook geen indicatoren zijn geëxpliciteerd maakt overigens niet dat er geen ambities of doelstellingen zijn. 1 Het Waterschapsbesluit, dat sinds 28 december 2007 geldt, sluit voor de omschrijvingen aan bij het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (verder: BBV), dat dezelfde definities kent

6 Algemene aanbevelingen Wij adviseren om, in lijn met de financiële verordening, een beleidskader voor verbonden partijen en uitbesteding van werkzaamheden op te stellen. Daarmee stelt het algemeen bestuur dan de kaders voor de uitvoering van het College vast. Op basis van deze kaders kan de afweging worden gemaakt wanneer gekozen wordt voor het treffen van een gemeenschappelijke regeling, wanneer activiteiten worden uitbesteed of een NV/BV wordt opgericht. Belangrijk aandachtspunt daarbij is naast de juridische inrichting, de informatievoorziening en governance. Zowel bij Waterstromen als bij het Watermuseum geldt dat het wettelijk goed geregeld is maar vanuit good governance perspectief kan het toezichthouderschap anders geregeld worden. De informatievoorziening kan verbeteren door strikter de bepalingen van de financiële verordening te hanteren. Dat betekent dat in de planning en control producten melding wordt gemaakt van: a) de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting (begroting); b) de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen (begroting); c) de verantwoording van datgene wat op grond van a en b is gerealiseerd (jaarverslag). Tot slot bestaat er nog onduidelijkheid bij het algemeen bestuur over de verbonden partijen en het aan het algemeen bestuur beschikbaar gestelde instrumentarium voor de uitvoering van haar taken. Wij zijn van mening dat het beschikbare instrumentarium in principe toereikend is. Wel kan het algemeen bestuur meer gebruik maken van haar zelfstandige bevoegdheden zoals het actief vragen om een beleidskader voor verbonden partijen en het stellen van aanvullende vragen over verbonden partijen. Het College heeft laten zien dat als deze vragen gesteld wordt deze ook worden beantwoord

7 1. Inleiding 1.1 Achtergrond Waterschappen hebben voor de uitvoering van hun taken verschillende mogelijkheden. Er zijn taken die een waterschap in eigen beheer kan uitvoeren, er zijn taken die door derde partijen kunnen worden uitgevoerd vóór het waterschap Rijn en IJssel waarvoor deze partij een vergoeding (in geval van een dienstverleningsovereenkomst) of subsidie ontvangt en er zijn taken die waterschappen kunnen laten uitvoeren door zogenoemde verbonden partijen en/of deelnemingen. Verbonden partijen en deelnemingen komen steeds vaker voor. Denk bijvoorbeeld aan de toename van interbestuurlijke samenwerkingsvormen. Voordelen van taakuitvoering door verbonden partijen kunnen vermindering van de kwetsbaarheid op dat deelterrein, kwaliteitsverbetering of efficiencyverbetering zijn. Er zijn echter risico s aan het uitbesteden van taken aan verbonden partijen en deelnemingen: door deelname raakt het waterschap Rijn en IJssel een deel van zijn autonomie kwijt. Bevoegdheden worden immers gedeeld met anderen en de taak wordt letterlijk op afstand uitgevoerd. Bovendien bestaat de kans dat de verbonden partij en deelneming door de jaren heen gaat afwijken van de ontstaansvisie. 1.2 Doelstelling en vraagstelling Gelet op het bovenstaande heeft de Rekenkamercommissie van het waterschap Rijn en IJssel een onderzoek laten uitvoeren naar bestuurlijke beïnvloedbaarheid en risico s in deelnemingen (de verbonden partijen van het waterschap Rijn en IJssel). Het onderzoek heeft de volgende doelen: Beantwoorden van de volgende onderzoeksvragen Op welke wijze wordt het algemeen bestuur geïnformeerd over de mogelijke risico s die worden gelopen middels de verbonden partijen en deelnemingen? Op welke wijze wordt het algemeen bestuur geïnformeerd over de te behalen doelstellingen middels de verbonden partijen en deelnemingen? Wordt bij het informeren van het algemeen bestuur over de mogelijke risico s en over de te behalen doelstellingen gehandeld conform de bevoegdheden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur? Formuleren van aanbevelingen op de volgende punten Op welke wijze kan de vertegenwoordiging in verbonden partijen en deelnemingen worden verbeterd? Op welke wijze kan de informatievoorziening over verbonden partijen en deelnemingen worden verbeterd? Op welke wijze kan het instrumentarium van het algemeen bestuur om haar controletaak te kunnen uitoefenen met betrekking tot verbonden partijen en deelnemingen worden verbeterd?

8 Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden heeft de Rekenkamercommissie een viertal onderzoeksvelden benoemd: 1. Sturing - Is er inzicht in de te realiseren doelstellingen middels de verbonden partijen en deelnemingen? Op welke wijze zijn deze doelstellingen vastgelegd? - Met andere woorden: welke afspraken zijn gemaakt over de te leveren prestaties tegen welke budgetten? 2. Beheersing - Welke afspraken zijn gemaakt over de output, afbakening van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden? - Wat is de inhoud en de frequentie van de rapportages? - Welke afspraken zijn er over omgaan met risico s? - Wat zijn de mogelijkheden tot bijsturing? 3. Verantwoording - Inzicht in de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid? - Welke afspraken zijn er over de wijze waarop wordt omgegaan met tekorten of overschotten in de jaarrekening, de kwaliteit van de dienstverlening, certificering van werkprocessen en integriteit? 4. Toezicht - Welk toezicht oefent het waterschap uit op de deelneming en/ of verbonden partij en hoe neemt het deel in een dergelijke partij? - Wat is de invulling van functies binnen het algemeen bestuur, dagelijks bestuur, de raad van commissarissen, algemene vergadering van aandeelhouders en het bestuur of de directie van de verbonden partij? - Zijn er dubbelrol functies (bijvoorbeeld heemraad en commissaris of bestuurslid van de verbonden partij en/ of deelneming? 1.3 Onderzoeksopzet Bij de beantwoording van de onderzoeksvragen is gebruik gemaakt van een normenkader gericht op de vier onderzoeksvelden (het normenkader is opgenomen in bijlage 1). Daarnaast zijn de volgende onderzoeksmethoden gehanteerd: 1. Literatuurstudie (een overzicht van de geraadpleegde documenten is opgenomen in bijlage 4); 2. Interviews met de heer H. van Brink (Dijkgraaf), de heer W. Broens (heemraad Middelen), de heer J. Lourens (directeur Planvorming en Middelen) en de heer C. Roos (secretaris directeur); 3. Een groepsgesprek met de fractievoorzitters van het algemeen bestuur, de Dijkgraaf, de heemraad Middelen en de secretaris directeur. Het feitenrelaas is volgens de hoor- en wederhoorprocedure teruggelegd

9 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt eerst ingegaan op enkele standaardbegrippen zoals die in het Waterschapsbesluit zijn gedefinieerd. Tevens behandelen wij in dit hoofdstuk de verschillende sturingsmogelijkheden van de onderzochte partijen van het waterschap Rijn en IJssel. Hoofdstuk 3 bevat de onderzoeksresultaten voor alle onderzochte partijen op de onderscheiden thema s. Daarmee geeft dit hoofdstuk een weergave van de sturing, beheersing, verantwoording en toezicht bij de verbonden partijen en deelnemingen bij het waterschap Rijn en IJssel op basis van de overhandigde stukken (feiten) en de gesprekken (oordelen). In hoofdstuk 4 worden tot slot de beoordeling, conclusies en aanbevelingen gepresenteerd. In de bijlage 1 is het normenkader opgenomen en in bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de verschillende rechtsvormen. In bijlage 3 is een overzicht per onderzochte partij weergegeven en in bijlage 4 is tot slot de literatuurlijst opgenomen

10 2. Verbonden partijen en deelnemingen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden enkele standaardbegrippen, zoals die in het Waterschapsbesluit zijn gedefinieerd, behandeld. Tevens behandelen wij de sturingsmogelijkheden van de onderzochte partijen van het waterschap Rijn en IJssel. Deze definities en omschrijvingen vormen het uitgangspunt voor dit rapport. 2.2 Overzicht van verbonden partijen en deelnemingen Naast het algemeen geldende Waterschapsbesluit is door het waterschap Rijn en IJssel de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie 2 vastgesteld. Deze verordening is aanvullend op de eisen uit het Waterschapsbesluit en verplicht het waterschap Rijn en IJssel om een overzicht van de verbonden partijen in de begroting en het jaarverslag op te nemen. In artikel 21 staat het volgende opgenomen over de paragraaf verbonden partijen: In de begroting en het jaarverslag wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van relaties met bestaande verbonden partijen, wijzigingen bij of ten aanzien van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen Sinds de begroting 2009 heeft het waterschap Rijn en IJssel een paragraaf verbonden partijen opgenomen. In de begroting 2009 en de begroting 2010 zijn voor het grootste deel dezelfde partijen opgenomen. Er zijn echter ook verschillen. In onderstaande tabel is een overzicht van de beide begrotingen opgenomen. Begroting 2009: Waterstromen BV; Nederlandse Waterschapsbank NV; Belastingorganisatie Lococensus; Slot BV; Gemeenschappelijke regeling muskusrattenbestrijding; Gemeenschappelijke regeling voor laboratoriumwerkzaamheden met het Waterschap Regge en Dinkel. Begroting 2010: Waterstromen BV; Nederlandse Waterschapsbank NV; Belastingorganisatie Lococensus, Unie van Waterschappen; Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer; Nederlands Watermuseum. 2 Vastgesteld op 26 maart

11 In de begroting 2009 en 2010 staan niet dezelfde verbonden partijen opgenomen, er staat niet vermeld waarom er andere partijen zijn opgenomen. Om meer duidelijkheid te scheppen welke partijen nu wel tot verbonden partijen behoren en welke niet, werken wij in de volgende subparagraaf de definities nader uit. Op basis van de begroting 2009 en 2010 is door de Rekenkamercommissie een selectie van te onderzoeken partijen gemaakt. De Unie van Waterschappen, Slot BV en de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer worden niet meegenomen in ons onderzoek. De overige partijen maken onderdeel uit van het onderzoek van de Rekenkamercommissie Definities Het Waterschapsbesluit, dat sinds 28 december 2007 geldt, sluit voor de omschrijvingen aan bij het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (verder: BBV), dat dezelfde definities kent. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Interprovinciaal Overleg namens de provincies, hebben, als financieel toezichthouders, in 2005 een Handreiking verbonden partijen opgesteld in het kader van het BBV. In deze handreiking wordt gesproken over verbonden partijen en deelnemingen. Deze handreiking kan ook door de waterschappen gebruikt worden, nu de begrippenkaders vergelijkbaar zijn en de provincies ook daar financieel toezichthouder zijn. Daaruit volgen de volgende omschrijvingen van deelnemingen en verbonden partijen: Deelneming: Een participatie in een besloten of naamloze vennootschap, waarin het waterschap aandelen heeft (art. 4.1 Waterschapsbesluit, vgl. art. 1 onder e BBV). 3 Verbonden partij: Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het waterschap een bestuurlijk en een financieel belang heeft (art. 4.1 Waterschapsbesluit, vgl. art. 1 onder b BBV). Met betrekking tot verbonden partijen dienen de begrippen bestuurlijk en financieel belang nader te worden toegelicht. Hieronder gaan wij nader in op de begrippen financieel en bestuurlijk belang. Financieel belang: Een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt (art. 4.1 Waterschapsbesluit, vgl. art. 1 onder c BBV). In de Handreiking verbonden partijen wordt de volgende toelichting op financieel belang gegeven (voor gemeente kan waterschap worden gelezen): 3 Deelnemingen zijn per definitie verbonden partijen, zie nota van toelichting bij het Waterschapsbesluit (Stb. 2007, nr. 497, p. 101)

12 Er is sprake van een verbonden partij als de gemeente geen verhaal heeft als de partij failliet gaat, of als de gemeente aansprakelijk wordt gesteld als de partij haar verplichtingen niet nakomt. Bij leningen en garantstellingen is er dus geen sprake van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies). 4 Bestuurlijk belang: Zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht (art 4.1 Waterschapsbesluit, vgl. art. 1 onder d BBV). In de Handreiking verbonden partijen wordt de volgende toelichting aan bestuurlijk belang gegeven (voor gemeente kan waterschap worden gelezen): Er is sprake van een verbonden partij als de wethouder, het raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of voordrachtsrecht de gemeente mag een bestuurder of commissaris in de organisatie benoemen of voordragen is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er kwalitatief goede bestuurders in het bestuur van de partij terechtkomen. Ook de stichting waarin de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt en dus niet de gemeente vertegenwoordigd is geen verbonden partij Verbonden partij of niet In dit hoofdstuk is aangegeven welke partijen op grond van het Waterschapsbesluit zijn aan te merken als verbonden partij. Het Nederlands Watermuseum is geen verbonden partij in de zin van het Waterschapsbesluit. Er is immers geen sprake van een bestuurlijk belang, omdat er alleen een heemraad op persoonlijke titel in het bestuur zit. Daarnaast is er, ondanks de financiële bijdragen 6, geen sprake van een financieel belang in de zin van het Waterschapsbesluit. Het Nederlands Watermuseum is evenmin een deelneming in de zin van het Waterschapsbesluit. De huidige Stichting Het Waterschapshuis is geen verbonden partij in de zin van het Waterschapsbesluit, omdat er op dit moment geen sprake is van een bestuurlijk en financieel belang. Het nieuwe (toekomstige) gemeenschappelijk openbaar lichaam zal wel een verbonden partij zijn. Geen van beide varianten is een deelneming in de zin van het Waterschapsbesluit. 4 Handreiking verbonden partijen, Editie juli 2005, p Handreiking verbonden partijen, Editie juli 2005, p In de begroting van het waterschap Rijn en IJssel voor 2010 is te zien dat een lening van ,- beschikbaar is gesteld aan het Nederlands Watermuseum. Daarnaast is ,- aan achterstallige leningen verstrekt. Daarnaast heeft het waterschap Rijn en IJssel zich garant gesteld voor een lening van ,- van het Nederlands Watermuseum bij de Nederlandse Waterschapsbank. Vitens dekt van deze garantstelling

13 Laboratoriumsamenwerking. Formeel is deze samenwerking geen verbonden partij. Het waterschap Rijn en IJssel heeft immers geen bestuurlijke invloed op de andere publiekrechtelijke rechtspersoon, te weten Regge en Dinkel. Het is ook geen deelneming in de zin van het Waterschapsbesluit nu er geen sprake is van een besloten vennootschap of naamloze vennootschap waarin het waterschap Rijn en IJssel aandelen heeft. Daarnaast heeft het waterschap Rijn en IJssel geen financieel belang in Regge en Dinkel. Muskusrattenbestrijding. Formeel is deze samenwerking geen verbonden partij. Het waterschap Rijn en IJssel heeft immers, ondanks de begeleidingscommissie, geen bestuurlijke invloed op de uitvoerende publiekrechtelijke rechtspersoon, te weten Rivierenland. Het is ook geen deelneming in de zin van het Waterschapsbesluit nu er geen sprake is van een besloten vennootschap of naamloze vennootschap waarin het waterschap Rijn en IJssel aandelen heeft. Daarnaast heeft het waterschap Rijn en IJssel geen financieel belang in Rivierenland. Bij de oude gemeenschappelijke regeling met gemeenschappelijk orgaan en centrumconstructie was wel sprake van een bestuurlijk en financieel belang en daarmee van een verbonden partij. Lococensus is aan te merken als verbonden partij van het waterschap Rijn en IJssel, nu voldaan is aan zowel een financieel als bestuurlijk belang in de zin het Waterschapsbesluit. Lococensus is niet aan te merken als een deelneming van het waterschap Rijn en IJssel, nu het niet gaat om een besloten vennootschap of naamloze vennootschap waarin het waterschap Rijn en IJssel aandelen heeft. De Nederlandse Waterschapsbank is aan te merken als verbonden partij van het waterschap Rijn en IJssel, nu voldaan is aan zowel een financieel als bestuurlijk belang in de zin van het Waterschapsbesluit. De Nederlandse Waterschapsbank is tevens aan te merken als een deelneming van het waterschap Rijn en IJssel, nu het gaat om een naamloze vennootschap waarin het waterschap Rijn en IJssel aandelen heeft. Waterstromen BV is aan te merken als verbonden partij van het waterschap Rijn en IJssel, nu voldaan is aan zowel een financieel als bestuurlijk belang in de zin van artikel 4.1 Waterschapsbesluit. Waterstromen BV is tevens aan te merken als een deelneming van het waterschap Rijn en IJssel, want het betreft een besloten vennootschap waarin het waterschap Rijn en IJssel aandelen heeft (art. 4.1 Waterschapsbesluit). De mogelijkheden van het waterschap Rijn en IJssel om bestuurlijke en financiële invloed uit te oefenen op verbonden partijen en deelnemingen is sterk afhankelijk van de gekozen rechtsvorm. In bijlage 2 zijn daarom de verschillende rechtsvormen beschreven en geanalyseerd. In de volgende paragraaf wordt dieper ingegaan op de verschillende sturingsmogelijkheden van het waterschap Rijn en IJssel. 2.3 Sturingsmogelijkheden De sturingsmogelijkheden voor het algemeen bestuur en het College verschillen afhankelijk van de juridische vormgeving van de verbonden partij en deelneming. Dit onderscheid is er niet alleen tussen de verschillende rechtsvormen (bijvoorbeeld tussen een openbaar lichaam en een BV), maar ook binnen de verschillende rechtsvormen. De sturingsmogelijkheden voor het algemeen bestuur en

14 College kunnen ten aanzien van een BV behoorlijk groot dan wel relatief gering van omvang zijn, afhankelijk van de specifieke vormgeving. Dit laat echter onverlet dat er wel algemene noties zijn als het aankomt op de verschillende rechtsvormen. Onderstaand wordt eerst een aantal algemene sturingsmogelijkheden behandeld, waarna een overzicht per rechtsvorm volgt. Bij het laatste is uitgegaan van de wijze waarop de rechtspersoon doorgaans is vormgegeven. Er zijn verschillende mogelijkheden om als algemeen bestuur te sturen op verbonden partijen en deelnemingen. Hieronder worden de twee belangrijkste sturingsmogelijkheden van een algemeen bestuur toegelicht: Een eerste mogelijkheid voor sturing is het vaststellen van een nota verbonden partijen of het anderszins vaststellen van een visie op externe uitvoering door het algemeen bestuur. In een dergelijke nota worden onder meer kaders opgenomen wanneer tot de optie verbonden partij wordt overgegaan, over de vorm waarin uitvoering plaatsvindt en de rolverdeling tussen algemeen bestuur en College. Ten tweede worden de sturingsmogelijkheden bepaald door de juridische vorm die gekozen wordt. De besluitvorming in het College en algemeen bestuur is daarom een belangrijk moment. Op dat moment kan het algemeen bestuur zich bezinnen op de wijze waarop de uitvoering plaats dient te vinden. In het ontwerpbesluit dient daartoe aandacht te worden besteed aan de doelen, de prestaties, de wijze van informatievoorziening, risicobeheersing en een evaluatiebepaling. Onderstaand wordt ingegaan op de sturingsmogelijkheden per rechtsvorm Per rechtsvorm In deze paragraaf zijn de sturingsmogelijkheden per rechtsvorm uitgewerkt. Dit overzicht bevat de sturingsmogelijkheden indien de verbonden partij in werking is. Wet gemeenschappelijke regelingen De Wet gemeenschappelijke regelingen is een wet die toeziet op het vormgeven van samenwerking. In de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn reeds verschillende mogelijkheden vastgelegd voor het algemeen bestuur van een waterschap om te kunnen sturen. Dit betreft de volgende mogelijkheden: Begroting: het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel heeft invloed op de begroting via een voorhangprocedure 7 van de conceptbegroting (art. 50g Wgr); 7 Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam/gemeenschappelijk orgaan (het samenwerkingsverband) zendt de concept begroting toe aan het algemeen bestuur van elk van de samenwerkende organisaties, waaronder het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel. De algemene besturen van de deelnemende organisaties, waaronder dus het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel, kunnen bij het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam/gemeenschappelijk orgaan (het samenwerkingsverband) hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur van het openbaar

15 Jaarverslag: het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel krijgt het jaarverslag toegezonden (art. 50f Wgr); Informatie: het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel kan aan de vertegenwoordiger van het waterschap Rijn en IJssel in het algemeen bestuur van het openbaar lichaam alle informatie vragen die het wil hebben (art. 50a jo art. 16 lid 1 Wgr resp. art. 50a jo. art. 19 lid 1 jo art. 16 lid 1 Wgr). Daarnaast geldt dat een gemeenschappelijke regeling niet getroffen kan worden zonder positieve besluitvorming binnen het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel. Wanneer het algemeen bestuur zelf deelneemt dan is zij besluitvormend (art. 50 lid 1 Wgr), wanneer de gemeenschappelijke regeling uitsluitend wordt getroffen door het College respectievelijk de Dijkgraaf, dan kunnen deze organen hiertoe pas beslissen nadat zij toestemming hebben gekregen van het algemeen bestuur (art. 50 lid 2 Wgr). Wanneer het algemeen bestuur van een waterschap zelf deelneemt in een gemeenschappelijke regeling is het tevens bevoegd de leden van het algemeen bestuur van het gemeenschappelijk openbaar lichaam aan te wijzen. Daarbij kunnen heemraden of de Dijkgraaf worden aangewezen, maar dat hoeft niet. Het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel kan ook andere leden van het algemeen bestuur van het waterschap zelf aanwijzen (art. 50a jo art. 13 lid 1 Wgr). Het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel kan de eigen aangewezen leden in het algemeen bestuur van het openbaar lichaam voorts ontslaan bij gebrek aan vertrouwen (art. 50a jo. art. 16 lid 5 Wgr). Bij gemeenschappelijke regelingen tussen uitsluitend dagelijkse besturen van waterschappen of de voorzitters van waterschappen heeft het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel geen aanwijzingsrecht of ontslagrecht ten aanzien van leden van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam (art. 50a jo art. 13 lid 6 en art. 18 en 19 lid 1 Wgr). Privaatrechtelijke vormgeving (Burgerlijk Wetboek) Voor de privaatrechtelijk vormgegeven verbonden partijen vindt sturing op andere wijze plaats. Tenzij anders vormgegeven staat het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel, maar ook het College daar veel meer op afstand. Voor alle privaatrechtelijk vormgegeven samenwerkingsverbanden geldt dat de organen veel meer een eigenstandige positie met eigen bevoegdheden hebben. De wetgeving op basis waarvan rechtspersonen als BV/NV en stichting kunnen worden opgericht, is niet per definitie gericht op samenwerking, in tegenstelling tot de Wet gemeenschappelijke regelingen een wet die in het leven is geroepen om samenwerking in het publieke domein te faciliteren. Een BV/NV of stichting kan ook zonder partners worden opgericht, waar dit voor een gemeenschappelijk openbaar lichaam niet mogelijk is (vgl. Waterstromen BV). Dit betekent dat de wetgeving rondom BV/NV en stichting door de aard van de organisatievorm niet dezelfde informatiestromen kent als de Wet gemeenschappelijke regelingen. lichaam/gemeenschappelijk orgaan (het samenwerkingsverband) voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur van het openbaar lichaam/ gemeenschappelijke orgaan (het samenwerkingsverband) wordt aangeboden

16 In geval het waterschap Rijn en IJssel aandeelhouder is van een BV of NV heeft het de rechten die elke andere aandeelhouder ook heeft. De mate van invloed is (mede) afhankelijk van het aandelenpercentage. Dit leidt vaak tot een relatief beperkte rol, die zich, indien er geen raad van commissarissen is, met name richt op het benoemen/ontslaan van de bestuurder, het goedkeuren van de begroting en jaarrekening en overgaan tot statutenwijziging en eventuele majeure beleidswijzigingen van de vennootschap. Als er wel een raad van commissarissen is, ligt een aantal van deze rechten, zoals het benoemen en ontslaan van de bestuurder, bij de raad van commissarissen. Het ligt niet voor de hand dat de aandeelhouder tevens zitting heeft in de raad van commissarissen, gezien de onafhankelijke rol van de raad van commissarissen. Doorgaans vertegenwoordigt het College van het waterschap Rijn en IJssel in de vennootschappen. Specifieke rechten voor het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel zijn niet vastgelegd. Immers de begroting en jaarrekening worden vastgesteld in de algemene vergadering van aandeelhouders en hoeven niet te worden voorgelegd aan het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel. Anders dan bij een gemeenschappelijk openbaar lichaam hoeft het waterschap Rijn en IJssel hier in beginsel ook geen jaarlijkse bijdrage te leveren. De vennootschappen zijn daarmee, in tegenstelling tot de samenwerking op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, veel zelfstandiger en meer dan de som der delen van de samenwerkingspartners. Indien wenselijk kunnen echter in statuten en reglementen van BV/NV en stichting, en dat geldt overigens ook voor de mogelijkheden die de Wet gemeenschappelijke regelingen biedt, aanvullende informatieverplichtingen worden opgenomen. Afhankelijk van deze bepalingen is de mogelijkheid tot financiële beheersing van deze rechtsvormen groter dan wel kleiner Bestuurlijke en financiële invloed Elke rechtsvorm heeft bepaalde mogelijkheden voor het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel tot financiële sturing en een bepaalde mate van invloed op het bestuur van de verbonden partij of deelneming. In het onderstaande figuur (figuur 1) zijn de verschillende rechtsvormen vergeleken. Telkens is gekeken of een rechtsvorm veel of weinig bestuurlijke en/ of financiële invloed voor het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel betekent. Dit kan ook een indirecte invloed zijn van het algemeen bestuur van het waterschap omdat bijvoorbeeld het College is vertegenwoordigd in het bestuur van een gemeenschappelijke regeling

17 Veel Bestuurlijke invloed Ambtelijke uitvoering Wgr Weinig Veel NV/BV Stichting Uitbestede werkzaamheden Financiële invloed Weinig Figuur 1: bestuurlijke en financiële invloed per rechtsvorm De figuur laat zien dat het algemeen bestuur het meeste bestuurlijke invloed kan uitoefenen als de taken door de eigen ambtelijke organisatie worden uitgevoerd. Het algemeen bestuur is kaderstellend, alloceert budgetten en voert (achteraf) controle uit. Daarmee is het algemeen bestuur dan ook volledig verantwoordelijk voor eventuele financiële risico s. Bij vormgeving conform de Wet gemeenschappelijke regelingen is zowel de bestuurlijke en financiële invloed minder dan bij uitoefening door de eigen ambtelijke organisatie. Er is ook hier een kaderstellende en controlerende rol. Middels de voorhangprocedure van de begroting is nog wel directe financiële en bestuurlijke invloed mogelijk. Daarnaast zijn er vaak mogelijkheden om ook in het algemeen bestuur van een gemeenschappelijk openbaar lichaam te participeren. Echter dit is minder dan de invloed die mogelijk is als de activiteiten door de eigen ambtelijke organisatie worden uitgevoerd. Dit komt met name doordat de invloed gedeeld moet worden met andere partners. Daartegenover staat dat de financiële risico s ook met de partners worden gedeeld. Als werkzaamheden niet meer door de ambtelijke organisatie worden uitgevoerd, maar worden uitbesteed aan een externe partij dan heeft het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel geen bestuurlijke invloed doordat er immers geen zetel in een orgaan van de rechtspersoon waar mee wordt samengewerkt door het waterschap wordt ingenomen. Door goed opdrachtgeveropdrachtnemerschap kan echter invloed worden uitgeoefend, dit is met name financiële invloed op basis van de overeenkomst die aan de uitbestede werkzaamheden ten grondslag ligt. Hiervoor is het van belang dat het algemeen bestuur duidelijke kaders stelt. Bij het uitbesteden van

18 werkzaamheden ligt het financiële risico geheel bij degene die de opdracht uitvoert. Het gaat bij uitbestede werkzaamheden, zoals aangegeven, niet om een verbonden partij. In geval er wel sprake is van een verbonden partij stijgt de mate van bestuurlijke invloed. Als aangegeven is de mate van bestuurlijke invloed bij vormgeving conform de Wet gemeenschappelijke regelingen relatief hoog (ook bezien vanuit de positie van een algemeen bestuur van een deelnemende organisatie). Bij de NV/BV en stichting is deze over het algemeen lager. Bij een NV en BV is er een aandeelhoudersvergadering waar bestuurlijke invloed uitgeoefend kan worden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid een zetel in het bestuur te vervullen. In geval van een stichting is een zetel in bestuur of raad van toezicht een mogelijkheid. Doorgaans zal het College het waterschap in deze vertegenwoordigen. Beide privaatrechtelijke vormen staan echter doorgaans, ook gezien de invloed van het algemeen bestuur van een waterschap en de eigenstandige positie van de rechtspersonen, voor wat betreft bestuurlijke invloed verder af van het waterschap. Door middel van het stellen van eisen kan het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel zowel bij de stichting als bij de BV/NV, indirect via het College, bestuurlijke en financiële invloed uitoefenen. Het financiële risico is bij een NV en BV beperkt tot het vermogen dat is ingebracht, de risico s voor een stichting zijn daarbij kleiner en liggen meer in de lijn van de uitvoering door derden. De plek op de figuur gaat er vanuit dat er geen overeenkomsten voor het uitbesteden van werkzaamheden (doorgaans SLA s genoemd) met de BV/NV, stichting of het gemeenschappelijk openbaar lichaam zijn afgesloten. Als dat wel het geval is stijgt vanzelfsprekend ook de financiële invloed die het waterschap kan uitoefenen. 2.4 Informatiecyclus Als gevolg van de intensivering van de samenwerking van waterschappen, onderling en met andere partijen, is het aantal partijen waarmee overheden een financiële en bestuurlijke relatie heeft de laatste jaren sterk toegenomen. Het gaat om vennootschappen, gemeenschappelijke openbare lichamen, stichtingen en verenigingen. Omdat er altijd een zeker (financieel) risico aan deze relaties verbonden is, is het van belang dat er voldoende inzicht wordt geboden in deze verbonden partijen, oftewel die organisaties waarmee het waterschap Rijn en IJssel een bestuurlijke relatie heeft èn waarin zij een financieel belang heeft. Op grond van het Waterschapsbesluit is elk waterschap daarom verplicht om in de paragraaf verbonden partijen van begroting en jaarverslag in te gaan op: de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen; de verantwoording van datgene wat op grond van de bovenstaande twee punten is gerealiseerd (jaarverslag). 8 Met de bovenstaande informatie wordt het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel geïnformeerd over de verbonden partijen en deelnemingen. Artikel 21 Verordening beheers- en verantwoordingsfuncties van het waterschap Rijn en IJssel voegt daar nog aan toe dat in de 8 Artikelen 4.11 lid 2, 4.20, 4.17 lid 1 onder c jo van het Waterschapsbesluit

19 paragraaf verbonden partijen moet worden ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van relaties met bestaande verbonden partijen en de problemen bij verbonden partijen. Deze verordening is op 26 maart 2009 door het algemeen bestuur vastgesteld. Met artikel 21 wordt invulling gegeven over welke feiten (aangaande verbonden partijen en deelnemingen) het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel geïnformeerd wil worden. Het algemeen bestuur heeft met het besluit dus invulling gegeven aan de eigen informatiebehoefte over de verbonden partijen en deelnemingen

20 3. Feitenrelaas en analyse 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat de onderzoeksresultaten voor alle onderzochte partijen op de onderscheiden thema s. Daarmee geeft dit hoofdstuk een weergave van de sturing, beheersing, verantwoording en toezicht bij de verbonden partijen bij het waterschap Rijn en IJssel op basis van de overhandigde stukken (feiten) en de gesprekken (oordelen). De elementen uit het normenkader zijn sturing, beheersing, verantwoording en toezicht. Voor elk van de elementen uit het normenkader onderscheiden wij doelmatigheid en doeltreffendheid en rechtmatigheid. Het complete normenkader treft u aan in bijlage 1. Van elk element worden in dit hoofdstuk de bevindingen beschreven. Telkens wordt daarbij gekeken naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid. Waar mogelijk en noodzakelijk wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen de verbonden partijen en de niet-verbonden partijen. 3.2 Sturing Met sturing worden de mogelijkheden bedoeld die het algemeen bestuur heeft om richting te geven aan het College. De kaderstellende bevoegdheden zijn hiervoor van groot belang. Dit kan door middel van beleidsdocumenten of het opstellen van bijvoorbeeld verordeningen. Een belangrijk element daarbij is of de benoemde doelstellingen voldoende concreet en meetbaar zijn gemaakt Doelmatigheid en doeltreffendheid Als norm is gehanteerd dat het algemeen bestuur algemeen beleid ten aanzien van verbonden partijen heeft geformuleerd. Het beleid bevat een helder en eenduidig besliskader waarin de overwegingen inzichtelijk worden gemaakt die betrokken dienen te worden bij de beslissing om wel of niet een relatie met een verbonden partij aan te gaan of te verbreken. Bevindingen: Uit de documentenstudie is naar voren gekomen dat het algemeen bestuur op dit moment geen algemeen beleid ten aanzien van verbonden partijen heeft geformuleerd. Door het ontbreken van een beleidskader wordt elke casus door het College afzonderlijk bekeken en aan het algemeen bestuur voorgelegd. Hierbij wordt ook telkens afzonderlijk beoordeeld welke rechtsvorm het meest geschikt is. Uit de bestudeerde stukken en gesprekken wordt duidelijk dat het waterschap Rijn en IJssel zeer pragmatisch omgaat met de afweging om al dan niet over te gaan tot een verbonden partij. Bij de afweging voor uitvoering middels een verbonden partij spelen de financiële overwegingen een belangrijke rol. Als er bijvoorbeeld kansen zijn om activiteiten op een andere wijze te organiseren en daarmee de kosten voor het waterschap Rijn en IJssel te verminderen (bijvoorbeeld bij de uitbesteding van het laboratorium) dan wordt daar gebruik van gemaakt. In het geval van de laboratoriumsamenwerking lagen de argumenten om samen te werken in een kwalitatief goede uitvoering voor redelijke kosten. Opvallend is dat sturingsvraagstukken, die onder meer deel

21 uitmaken van de keuze voor een rechtsvorm, een minder belangrijke rol spelen. Al is dat niet het geval bij alle besluiten. Zo heeft het College bewust ingezet op het transitieproces van Het Waterschapshuis om de bestuurlijke beïnvloeding en de financiële risico s beter te borgen. Als norm voor het onderzoek is gehanteerd dat het algemeen bestuur ambities (doelstellingen) met de samenwerking heeft die zijn vastgesteld en worden gehandhaafd. Deze ambities zijn door het College verder uitgewerkt in meetbare indicatoren. De ambities die het algemeen bestuur heeft komen met de doelstellingen van de verbonden partijen overeen. Bevindingen: Uit het onderzoek is niet gebleken dat het algemeen bestuur specifieke doelstellingen voor de onderzochte verbonden en niet-verbonden partijen heeft opgesteld. Dit maakt dat het College geen door het algemeen bestuur gesteld kader voor zijn handelen ten aanzien van de verbonden partijen heeft. Gevolg van het ontbreken van heldere doelstellingen is tevens het ontbreken van een uitwerking in indicatoren, waar het algemeen bestuur op kan sturen. Het feit dat noch de doelstellingen en als gevolg daarvan ook geen indicatoren zijn geëxpliciteerd maakt niet dat er geen ambities of doelstellingen zijn. Er bestaat een ongeschreven ambitie dat een samenwerking een financieel voordeel moet opleveren en dat samenwerking moet bijdragen aan de kwaliteit van de uitvoering. Verschillende partijen worden geëvalueerd, zoals Lococensus en de laboratoriumwerkzaamheden. In deze evaluaties wordt teruggekomen op de resultaten van de samenwerking. De volgende norm is dat de verbonden partijen geen producten of diensten realiseren waarbij een overlap bestaat met de activiteiten van het waterschap Rijn en IJssel zelf. Bevindingen: De taken van de verbonden partijen overlappen niet met die van het waterschap Rijn en IJssel. De verbonden partijen voeren taken uit die het waterschap Rijn en IJssel niet langer zelf uitoefent of voeren taken uit die het waterschap Rijn en IJssel zelf (nog) niet uitvoerde. Bij Waterstromen BV ligt dit gecompliceerder. Zowel Waterstromen BV als het waterschap Rijn en IJssel zelf doet aan waterzuivering. Zij concurreren daarbij als het ware. Op dit moment hebben Waterstromen BV en het waterschap Rijn en IJssel andere afnemers, waardoor wel een overlap in taken bestaat, maar niet in de uitvoering van die taken. Daarnaast is de norm gehanteerd dat de verantwoordelijkheid voor de verbonden partijen zowel in de ambtelijke als in de bestuurlijke organisatie is vastgelegd. Een belangrijk aspect daarbij is dat met de partijen periodiek overleg wordt gevoerd. Bevindingen: Op basis van de gevoerde gesprekken en bestudeerde documenten hebben wij de volgende bevindingen voor de verbonden partijen gedaan. Omdat dit aspect voor iedere onderzochte partij anders geregeld is wordt dit per partij afzonderlijk beschreven

22 Lococensus Er vindt regelmatig politiek en ambtelijk overleg plaats. Dit is ook wettelijk geregeld. Het waterschap Rijn en IJssel is door het College vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van Lococensus. Het College vervult daarmee de eigenaarsrol. Daarmee is het politieke overleg met de verbonden partij geregeld. Aan het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel worden tevens de wettelijk verplichte documenten als de begroting en de jaarrekening voorgelegd. De opdrachtgeversrol is op ambtelijk niveau belegd en wordt tot uitdrukking gebracht in de service level agreements (SLA s) die voor de dienstverlening met Lococensus worden afgesloten. Waterstromen BV Het bestuurlijk overleg met Waterstromen BV is geborgd nu het waterschap Rijn en IJssel enig aandeelhouder is en het College de rol van aandeelhouder vervult. In de toekomst zal ook een afvaardiging van het algemeen bestuur in de algemene vergadering van aandeelhouders zitting nemen. Daarnaast hebben twee Collegeleden tevens plaats in de raad van commissarissen van Waterstromen BV. Het ambtelijk apparaat heeft geen formele betrokkenheid bij Waterstromen BV. Wel wordt vanuit de ambtelijke leiding van het waterschap Rijn en IJssel geadviseerd aan de raad van commissarissen. Nederlandse Waterschapsbank NV Overleg met de Nederlandse Waterschapsbank vindt plaats in de algemene vergadering van aandeelhouders. Het waterschap Rijn en IJssel wordt hierin vertegenwoordigd door leden van het College. Er is geen betrokkenheid van het algemeen bestuur. Er vindt evenmin ambtelijk overleg plaats met de Nederlandse Waterschapsbank. Voor de niet verbonden partijen geldt het volgende: Muskusrattenbestrijding en laboratoriumsamenwerking Voor de muskusrattenbestrijding vindt zowel ambtelijk als bestuurlijk overleg plaats met Rivierenland als uitvoerend waterschap. Het bestuurlijke overleg wordt gepleegd door leden van het College. Het algemeen bestuur is hier niet bij betrokken. Het overleg over de laboratoriumsamenwerking vindt alleen plaats over meer operationele zaken. Dat geschiedt uitsluitend op ambtelijk niveau. Noch door het algemeen bestuur, noch door het College wordt structureel overleg gevoerd over de laboratoriumsamenwerking met Waterschap Regge en Dinkel. Op 30 november 2006 is wel een tussentijdse evaluatie van het college van dijkgraaf en de heemraden ter kennisname aan het algemeen bestuur gestuurd. Nederlands Watermuseum. Een lid van het College van het waterschap Rijn en IJssel heeft op persoonlijke titel zitting in het bestuur. Er is zodoende geen sprake van bestuurlijk overleg. Dat is ook niet op andere wijze vormgegeven. Ambtelijk overleg vindt evenmin plaats Rechtmatigheid Als norm is gehanteerd dat het algemeen bestuur heeft besloten tot deelname aan een verbonden partij. Een en ander is bekrachtigd met een overeenkomst, een regeling en of een statuut

23 Bevindingen: Voor de verbonden partijen geldt daarbij het volgende: De deelname van alle verbonden partijen voldoet aan de bovenstaande norm. Waar het de gemeenschappelijke regeling van Lococensus betreft, heeft het algemeen bestuur via de toestemming aan het College besloten tot oprichting van en deelneming in Lococensus. Waar het privaatrechtelijke rechtspersonen betreft, zoals Waterstromen BV, heeft het algemeen bestuur zelf besloten tot deelneming in die rechtspersoon. In het geval van de Nederlandse Waterschapsbank is de deelname historisch gegroeid. Deze komt voort uit rechtsvoorgangers van het waterschap Rijn en IJssel. In het geval van Het Waterschapshuis heeft het algemeen bestuur toestemming verleend aan het College om tot oprichting van het openbaar lichaam over te gaan middels een gemeenschappelijke regeling. Voor de andere partijen geldt het volgende: Ook over de deelname aan de niet verbonden partijen heeft besluitvorming plaatsgevonden: Over de laboratoriumsamenwerking en Muskusrattenbestrijding heeft besluitvorming in het algemeen bestuur plaatsgevonden. De keuze om de Muskusrattenbestrijding gezamenlijk met enkele andere waterschappen komt voort uit een afspraak die gemaakt is met de provincie op het moment dat de provincie zijn taken met betrekking tot de Muskusrattenbestrijding overdroeg aan de waterschappen. Daarbij is niet direct afgesproken hoe de samenwerking moest worden vormgegeven. In eerste instantie was sprake van een gemeenschappelijk orgaan krachtens gemeenschappelijke regeling ingesteld, later is dit omgezet naar een privaatrechtelijke overeenkomst. Aan het Nederlands Watermuseum zijn verschillende leningen en garantstellingen verstrekt. De besluitvorming heeft als volgt plaatsgevonden 9 : op 1 juli 1999 heeft algemeen bestuur besloten tot een lening ad. 0,45 miljoen ( 1 miljoen guldens) en een garantstelling ad. 0,9 miljoen ( 2 miljoen guldens). op 6 juni 2001 heeft het algemeen bestuur kennis genomen van een garantstelling ad. 0,45 miljoen (1 miljoen guldens). op 11 september 2003 heeft het algemeen bestuur besloten tot een lening ad. 0,45 miljoen (1 miljoen guldens). op 26 oktober 2005 heeft het algemeen bestuur kennis genomen van een lening ad. 0,45 miljoen (1 9 Ambtelijke reactie onderzoek Deelnemingen van secretaris-directeur waterschap Rijn en IJssel de heer C. Roos, 22 april

24 miljoen guldens) onder garantstelling van Vitens. indien de door het college van Dijkgraaf en Heemraden d.d. 25 juni 2009 ter beschikking gestelde lening ad. 0,25 miljoen wordt verhoogd tot 0,5 miljoen wordt hiervoor toestemming gevraagd aan het algemeen bestuur. Als norm is gehanteerd dat in de paragraaf verbonden partijen in de programmabegroting inzicht wordt gegeven in: de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; de beleidsvoornemens en ontwikkelingen omtrent verbonden partijen. Bevindingen: Het Waterschapsbesluit geldt sinds 29 december De Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie, die in maart 2009 is vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel, voldoet aan de vereisten van het Waterschapsbesluit. In de verordening is opgenomen welke onderdelen in de begroting moeten staan. Het waterschap Rijn en IJssel heeft zijn begroting sinds 2009 aangepast aan de vereisten van het Waterschapsbesluit. Er is een paragraaf verbonden partijen opgenomen. Hierin staat echter ook het Watermuseum en dat is conform de definities uit het Waterschapsbesluit geen verbonden partij. Geconstateerd wordt dat bij het waterschap Rijn en IJssel, zowel bestuurlijk als ambtelijk, nog onduidelijkheid bestaat over de definitie van een verbonden partij. Ook de jaarrekening 2009 krijgt een paragraaf verbonden partijen en zal daarmee aan de vereisten van het Waterschapsbesluit voldoen. In de paragraaf verbonden partijen van de begroting staat overigens geen visie en geen beleid van het waterschap Rijn en IJssel ten aanzien van verbonden partijen geformuleerd. Het Waterschapsbesluit vereist dit wel. 3.3 Beheersing Het tweede element uit het normenkader is beheersing. Daartoe is gekeken naar de instrumenten van het algemeen bestuur en het College om verbonden partijen te beheersen Doelmatigheid en doeltreffendheid Als eerste norm is gehanteerd dat het algemeen bestuur de (sturings)instrumenten kent die het tot zijn beschikking heeft voor de beheersing van verbonden partijen. Daarvan wordt door het algemeen bestuur efficiënt gebruik gemaakt. Bevindingen: Uit het onderzoek is het beeld ontstaan dat het algemeen bestuur niet volledig op de hoogte lijkt te zijn van de beschikbare sturingsmogelijkheden. In de sturingsmogelijkheden van het algemeen

25 bestuur speelt de informatievoorziening een belangrijke rol. Afhankelijk van de gekozen juridische vorm is de informatievoorziening ook wettelijk verankerd. Bij gemeenschappelijke regelingen (Lococensus en binnenkort ook Het Waterschapshuis) heeft het algemeen bestuur een belangrijkere rol dan bij de andere verbonden partijen, omdat in de Wet gemeenschappelijke regelingen reeds een aantal rechten is verankerd. Te denken valt hierbij aan de invloed op de begroting (de voorhangprocedure) en het informatierecht. Op basis van de onderzochte casussen wordt vastgesteld dat er van het informatierecht van het algemeen bestuur beperkt gebruik gemaakt wordt. In de documenten zijn geen voorbeelden aangetroffen waarin het algemeen bestuur om (additionele) informatie over een verbonden partij in de vorm van een gemeenschappelijke regeling heeft gevraagd aan het College. Een vergelijkbaar informatierecht heeft het algemeen bestuur niet bij de privaatrechtelijke rechtspersonen (NV, BV of stichting) dan wel de samenwerking in de vorm van een overeenkomst. Bij de NV en BV zijn de mogelijkheden beperkter vanwege de rol als aandeelhouder. Tot op zekere hoogte is een informatierecht in deze vormen wel te verankeren. Dit is echter niet gebeurd in de statuten van Waterstromen BV en de Nederlandse Waterschapsbank. Als norm is gehanteerd dat met de verbonden partijen afspraken (inhoud en frequentie) over periodieke rapportages gemaakt zijn. Bevindingen: Voor alle verbonden partijen geldt dat afspraken gemaakt kunnen worden met de verbonden partijen over periodieke rapportages. Voor sommige partijen is hiervoor wettelijk reeds een en ander geregeld voor andere partijen kan dit aanvullend worden geregeld. Voor de verbonden partijen geldt daarbij het volgende: Lococensus: In geval van samenwerking met behulp van de Wet gemeenschappelijke regelingen is wettelijk geregeld hoe de begrotingscyclus werkt en hoe verantwoording wordt afgelegd. Op deze wijze wordt zorg gedragen voor regelmatige informatie over deze partij aan College en algemeen bestuur. Waterstromen BV: het waterschap Rijn en IJssel is enig aandeelhouder van Waterstromen BV en daarnaast hebben enkele leden van het College zitting in de raad van commissarissen. Hiermee heeft het College voldoende informatie over Waterstromen BV. Nederlandse Waterschapsbank: het waterschap Rijn en IJssel is vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders van de Nederlandse Waterschapsbank. De informatie is daarmee beperkt tot de informatie die behoort bij de rol van aandeelhouder (stukken die behoren bij de P&C cyclus). Ons is niet gebleken dat er aanvullende afspraken zijn gemaakt over informatievoorziening. Ten aanzien van de overige partijen geldt het volgende: Samenwerking Muskusrattenbestrijding en samenwerking ter uitvoering van laboratoriumwerkzaamheden: deze samenwerking vindt plaats op basis van overeenkomsten. Er zijn afspraken gemaakt over rapportages over de realisatie van de afgesproken werkzaamheden in verhouding tot de financiële

26 vergoeding die daar tegenover staat. Als norm is gehanteerd dat verbonden partijen rapporteren aan het College over risico s; het College rapporteert in de P&C producten over de risico s van verbonden partijen aan het algemeen bestuur. Bevindingen: Het College ontvangt informatie van de verbonden partijen waarover in de planning en control producten aan het algemeen bestuur wordt gerapporteerd. Hieronder lichten wij dat nader toe. Het College ontvangt informatie van verbonden partijen. Bij een gemeenschappelijk openbaar lichaam rapporteert een verbonden partij direct aan het College dan wel het algemeen bestuur. Daarnaast heeft een lid van het College zitting in het algemeen bestuur van het openbaar lichaam. Het is niet mogelijk gebleken om vast te stellen of de informatie ook in de besturen van de verbonden partijen worden besproken. Hiervoor zijn verslagen opgevraagd maar deze zijn niet voor het onderzoek ter beschikking gesteld. Het is daardoor niet mogelijk om te zien of de belangrijkste risico s ook worden teruggekoppeld. In de begroting 2009 en 2010 is een paragraaf weerstandsvermogen opgenomen. Het weerstandsvermogen is een financiële buffer voor het geval dat risico s zich aandienen. Basis voor de bepaling van het weerstandsvermogen is het risicoprofiel. Het waterschap Rijn en IJssel heeft samen met het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) een risicoprofiel opgesteld, waarbij op 20 maart 2008 door het algemeen bestuur is gekozen voor de waardering matig. Bij dit profiel hoort een ratio van minimaal 0,8 tot maximaal 1,0 van het benodigde weerstandsvermogen. Op basis van deze analyse is de maximale buffer per taak (waterzuivering en watersysteem) berekend op 3 miljoen. Het weerstandsvermogen is volgens deze inschatting in de begroting 2010 toereikend. In de paragraaf weerstandsvermogen worden onder het kopje kredietcrises risico s benoemd met betrekking tot de in het onderzoek betrokken verbonden partijen. Het betreft mogelijk lager uitvallend dividend van de Waterschapsbank, lagere belastingopbrengsten door een toename van de post oninbaar en lagere belastingeenheden door lagere productie bedrijven en afname WOZ waarde. Over de niet verbonden partijen wordt ook in de risicoparagraaf gerapporteerd. Het betreft de muskusrattenbestrijding en de Stichting Nederlands Watermuseum. In de paragraaf staat gemeld dat bij de invoering van de nieuwe Waterwet muskusrattenbestrijding een taak wordt van de waterschappen. Om de overdracht van de muskus- en beverrattenbestrijding te regelen zijn er onderhandelingen tussen het Rijk, het interprovinciaal overleg en de Unie van Waterschappen. De mogelijke financiële consequenties waren bij het opstellen van de begroting nog niet inzichtelijk

27 Met betrekking tot de Stichting Nederlands Watermuseum staat vermeld dat door het waterschap een lening is verstrekt van 1,0 miljoen 10. Daarnaast is er een achtergestelde lening van 0,25 miljoen verstrekt en staat het Waterschap garant voor nakoming van alle verplichtingen uit hoofde van een door het Nederlands Museum afgesloten geldlening bij de Nederlandse Waterschapsbank van 2,815 miljoen. Vitens dekt 1,45 miljoen van deze garantstelling. In de begroting 2010 staan risico s van verbonden en niet verbonden partijen benoemd. Er wordt geen inschatting gemaakt van de omvang van het risico voor de begroting van het Waterschap. In de meest recente jaarrekening, van het jaar 2008, staat geen paragraaf weerstandsvermogen opgenomen. Wel is in deze jaarrekening een overzicht opgenomen met niet uit de balans blijkende verplichtingen waaronder de garantstelling aan het Nederlands Watermuseum. Als norm is gehanteerd dat het College zicht heeft op de budgetten van een verbonden partij die nodig zijn voor de uitvoering van haar activiteiten Bevindingen: Ook hiervoor is een onderscheid gemaakt tussen verbonden en niet verbonden partijen. Voor de verbonden partijen zijn onze bevindingen: Bij een gemeenschappelijk openbaar lichaam als Lococensus hebben het College en het algemeen bestuur zicht op de budgetten. Dit is geregeld via een voorhangprocedure van de begroting. In geval van de Waterstromen BV bestaat ook duidelijkheid bij het College over de benodigde budgetten. Immers het voltallige College fungeert als algemene vergadering van aandeelhouders en daarnaast bestaat de raad van commissarissen ook uit twee Collegeleden. In geval van de Nederlandse Waterschapsbank heeft het waterschap Rijn en IJssel een beperkte informatiepositie doordat het alleen vertegenwoordigd is in de algemene vergadering van aandeelhouders. Voor de niet verbonden partijen geldt: Bij de laboratoriumsamenwerking vindt jaarlijks een ambtelijk overleg plaats waarin de financiering onderwerp van gesprek is. Het is niet duidelijk in hoeverre hierover terugkoppeling aan het College plaatsvindt. Ten aanzien van de muskusrattenbestrijding worden rapportages voor de deelnemende waterschappen opgesteld en vindt jaarlijks zowel een bestuurlijk als een ambtelijk overleg plaats. Deze informatie is ook terug te vinden in de begroting van het waterschap Rijn en IJssel. Tijdens het onderzoek waren geen stukken van het Nederlands Watermuseum beschikbaar. Vermoedelijk is er geen zicht van het College op de budgetten van het Nederlands Watermuseum. 10 In de begroting 2010 staat dat dit een bedrag van 1,5 miljoen is. Dit blijkt echter niet correct te zijn. In de rapportage is uitgegaan van de juiste informatie

28 Als norm is gehanteerd dat periodiek de verbonden partij vergeleken wordt met branchegenoten op het gebied van doelmatigheid (bijvoorbeeld formatie) en doeltreffendheid (beleidseffecten). Bevindingen: In de beschikbaar gestelde documenten is deze informatie niet aangetroffen. Uit de interviews is wel naar voren gekomen dat bij de laboratoriumsamenwerking de kosten tegen landelijke gemiddelden worden afgezet. De kosten die het waterschap Rijn en IJssel daaraan spendeert liggen al jaren lager dan dit gemiddelde. Daarnaast is in de interviews aangegeven dat aan inhoudelijke benchmarks wordt deelgenomen waar deze beschikbaar zijn. Als norm is gehanteerd dat rapportages van verbonden partijen door de ambtelijke organisatie worden geanalyseerd. Over de bevindingen informeert het College het algemeen bestuur. Indien daartoe aanleiding is worden door het College vragen gesteld aan de verbonden partij. Bevindingen: Ten aanzien van de verbonden partijen: De rapportages worden niet altijd ambtelijk geanalyseerd. Op het moment dat de heemraad daar behoefte aan heeft wordt dat op ad hoc basis gedaan. Verder heeft het College zeggenschap in de verbonden partij, waardoor er geen aanleiding is vanuit het College zelf vragen te stellen, maar wel vanuit het algemeen bestuur van de verbonden partij (denk bijvoorbeeld aan deelname aan het algemeen bestuur van een gemeenschappelijk openbaar lichaam als Lococensus) of de algemene vergadering van aandeelhouders (Waterstromen BV en Nederlandse Waterschapsbank). Ten aanzien van de andere partijen: Voor de samenwerking op basis van overeenkomst is dit anders. Bij zowel de laboratoriumsamenwerking als de muskusrattenbestrijding vindt regulier overleg plaats. Bij de laboratoriumsamenwerking vindt dit alleen op ambtelijk niveau plaats. Ons is niet bekend of hier ook eventuele vragen van Collegeleden aan bod komen. Het overleg aangaande de muskusrattenbestrijding vindt zowel bestuurlijk als ambtelijk plaats. Daarmee komen in ieder geval de vragen van het inhoudelijk verantwoordelijke Collegelid aan bod. Daarmee worden de rapportages dus ook geanalyseerd. Als norm is gehanteerd dat de specifieke risico s die het waterschap Rijn en IJssel door deelname loopt bij algemeen bestuur bekend zijn en door het College worden gemonitord. Bevindingen: Uit de interviews komt naar voren dat het waterschap Rijn en IJssel risico loopt bij de verbonden partijen. Deze risico s zijn bij het College en ambtelijke organisatie bekend maar worden niet expliciet in de planning en control producten opgenomen omdat deze als bekend worden beschouwd of als niet relevant voor het algemeen bestuur worden beoordeeld. Het betreft met

29 name risico s in de bedrijfsvoering van de verbonden partijen. Voor ons is niet vast te stellen of een compleet beeld van de risico s bekend is. Voor de verbonden partijen geldt ten aanzien van het monitoren van risico s het volgende:

30 Risico s liggen met name bij de inning van de belastingen en de kwijtschelding. Door Lococensus wordt hierover specifieke informatie aan de ambtelijke organisatie geleverd. Bij Waterstromen worden de risico s direct door het College gemonitord. Immers het voltallige College fungeert als algemene vergadering van aandeelhouders. Daarnaast bestaat de raad van commissarissen uit twee Collegeleden. Ten aanzien van de Waterschapsbank is het risico met name dat er minder dividend wordt uitgekeerd. In de begroting is deze uitkering van dividend structureel opgenomen. Deze inkomsten worden bij de jaarrekening duidelijk. Op basis van documenten is onduidelijk of hierover tussentijds wordt gerapporteerd. Voor de niet verbonden partijen geldt: Bij de laboratoriumsamenwerking vindt jaarlijks een ambtelijk overleg plaats. Het is niet duidelijk in hoeverre hierover terugkoppeling aan het College plaatsvindt. Ten aanzien van de muskusrattenbestrijding worden rapportages voor de deelnemende waterschappen opgesteld. Op deze wijze worden ook risico s door de ambtelijke organisatie gemonitord. Daarnaast worden volgens de organisatie eventuele problemen met de bestrijding ook snel door de operationele medewerkers opgemerkt. Het risico van het waterschap Rijn en IJssel beperkt zich tot de garantstelling en borgstelling van het Nederlands Watermuseum. Tijdens het onderzoek waren er geen stukken van het Nederlands Watermuseum beschikbaar. Indien het waterschap Rijn en IJssel deze stukken niet heeft dan is ook monitoring niet mogelijk Rechtmatigheid Als norm is gehanteerd dat het waterschap Rijn en IJssel een rechtsvorm voor de verbonden partij heeft gekozen die het meest passend is, gelet op de taken, verantwoordelijkheden en de bevoegdheden. Bevindingen: Op het moment dat zich een mogelijkheid tot samenwerking aandient wordt gekeken naar een geschikte vorm. Daarvoor is echter geen algemeen afwegingskader ontwikkeld. Voor een gemeenschappelijke regeling wordt pas gekozen, als een andere vorm niet mogelijk is (bijvoorbeeld omdat overdracht van bevoegdheden gewenst is), of wanneer de gemeenschappelijke regeling duidelijk een voorkeur verdient boven de andere mogelijkheden (bijvoorbeeld bij de omvorming van Het Waterschapshuis). Ook in de keuze voor de rechtsvorm spelen met name de financiële aspecten en efficiëntie een belangrijke rol. Bij Lococensus was er geen andere mogelijkheid dan een gemeenschappelijke regeling, gelet op de bevoegdheden tot heffing en invordering van belastingen die moesten worden overgedragen. Bij Waterstromen BV is gekozen voor een besloten vennootschap vanwege het commerciële karakter van de activiteiten die Waterstromen BV uitvoert

31 De Nederlandse Waterschapsbank is een reeds lang bestaande organisatie, waarop het waterschap Rijn en IJssel geen invloed op de vormgeving uit heeft kunnen oefenen. Ten aanzien van laboratoriumsamenwerking en de muskusrattenbestrijding is gekozen voor de vorm van een overeenkomst. Het betreffen onderwerpen die naar de mening van het waterschap Rijn en IJssel een voornamelijk uitvoerend karakter hebben. Het vormgeven in de vorm van bijvoorbeeld een gemeenschappelijk openbaar lichaam of een vennootschap is om die reden niet noodzakelijk geacht. Echter, gezien de wijze van uitvoering die is vastgelegd was een lichte vorm van samenwerking uit de Wet gemeenschappelijke regelingen, zoals de centrumconstructie of het gemeenschappelijk orgaan, wellicht een andere mogelijkheid geweest. Voor de muskusrattenbestrijding geldt dat deze eerder wel op een gemeenschappelijke regeling met gemeenschappelijk orgaan was gebaseerd. 3.4 Verantwoording Het derde element uit het normenkader is verantwoording. hieronder lichten wij onze bevindingen nader toe Doelmatigheid en doeltreffendheid Als norm is gehanteerd dat de verbonden partij over de realisatie (zowel inhoudelijk als financieel) tijdig aan het College rapporteert. Bevindingen: Uit de interviews komt naar voren dat de financiële rapportages (begroting en jaarstukken) van de verbonden partijen over het algemeen tijdig worden opgeleverd. De verantwoording van de verbonden partij richt zich met name op het lid van het College dat zitting heeft in het algemeen bestuur of de algemene vergadering van aandeelhouders (of raad van commissarissen) van de betreffende partij. Aanvullend is bij Lococensus afgesproken dat er een maandelijkse rapportage is over de vorderingen. Ook deze rapportages worden volgens de geïnterviewden tijdig aangeleverd. Voor de niet-verbonden partijen worden ook rapportages geleverd. Zo stelt Rivierenland tweemaal per jaar een rapportage op over de muskusrattenbestrijding. Bij de laboratoriumsamenwerking is er een ambtelijke begeleidingscommissie die de samenwerking jaarlijks evalueert. De ambtelijke organisatie rapporteert hierover aan het College. Als norm is gehanteerd dat de rapportage die het College aan de verbonden partij vraagt zoveel mogelijk aansluit bij wettelijke eisen die aan organisaties worden gesteld (begroting en jaarrekening)). Bevindingen: In onze ogen sluiten de eisen die het waterschap Rijn en IJssel stelt aan bij de wettelijke eisen. Uit de bestudeerde documenten en gevoerde gesprekken is niet gebleken dat het College nadere eisen stelt aan de verantwoordingsstukken van de verbonden partijen, dan de eisen die wettelijk reeds zijn gesteld. Wel is het zo dat op onderdelen, bijvoorbeeld bij Lococensus, informatie wordt gevraagd die specifiek nodig is voor de interne bedrijfsvoering van het waterschap Rijn en IJssel

32 Voor de niet-verbonden partijen bestaan geen wettelijke eisen voor de verantwoording. Bij de laboratoriumsamenwerking wordt betaald voor de afgenomen werkzaamheden. Hiervoor wordt in het begin van het jaar een eindafrekening opgesteld. Voor de muskusrattenbestrijding worden de werkzaamheden uitgevoerd door Rivierenland. Op basis van een verdeelsleutel worden de kosten van de werkzaamheden verdeeld over de waterschappen. Voor dit laatste wordt de jaarrekening van Rivierenland gebruikt. Van het Nederlands Watermuseum worden geen verantwoordingsdocumenten ontvangen. Als norm is gehanteerd dat de administratieve last die bij de verbonden partij of deelneming door het College wordt veroorzaakt beperkt is. Bevindingen: De lasten bij verbonden partijen zijn in beginsel niet groter dan noodzakelijk. Ons is niet gebleken dat door het waterschap Rijn en IJssel om veel additionele informatie wordt gevraagd. Voor de verbonden partijen geldt daarbij het volgende: Algemeen kan worden gesteld dat de administratieve lasten voor een verbonden partij die is vormgegeven als gemeenschappelijke regeling groter zijn dan bij een verbonden partij die is vormgegeven als privaatrechtelijke rechtspersoon. Dit is mede gelegen in de betrokkenheid van het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel bij het gemeenschappelijk openbaar lichaam, waaronder de voorhangprocedure van de begroting. Deze administratieve last wordt echter veroorzaakt door de verplichting die daartoe in de Wet gemeenschappelijke regelingen is opgenomen en niet doordat het College of het algemeen bestuur daar aanvullend om vraagt. Een dergelijke administratieve last doet zich bij de privaatrechtelijke rechtspersonen niet voor, omdat een begroting niet hoeft te worden voorgelegd aan aandeelhoudende/deelnemende organisaties. Het is niet gebleken dat het algemeen bestuur vaak om aanvullende informatie vraagt van de verbonden partij (Lococensus, Waterstromen BV, Nederlandse Waterschapsbank). Dit komt een enkele keer voor zoals bij Lococensus waar om informatie aangaande de aantallen binnengekomen en afgehandelde bezwaren wordt gevraagd. Voor de overige partijen geldt daarbij het volgende: Voor de samenwerking op het gebied van muskusrattenbestrijding en de laboratoriumsamenwerking worden jaarlijks rapportages opgesteld in het kader van verantwoording van gedane activiteiten en de begroting van de kosten voor het volgende jaar. Het is niet gebleken dat daarnaast nog om aanvullende rapportages wordt verzocht die administratieve last bij de waterschappen waar mee wordt samengewerkt veroorzaakt. De geleverde rapportages zijn een normaal onderdeel van een samenwerkingsverband Rechtmatigheid Als norm is gehanteerd dat het College jaarlijks tijdig een jaarrekening (en sociaal jaarverslag) met een goedkeurende accountantsverklaring ontvangt

33 Bevindingen: Deze documenten worden over het algemeen tijdig verstrekt. Bij gemeenschappelijke regelingen is in de Wet gemeenschappelijke regelingen vastgelegd dat de jaarrekening voor 15 juli moet zijn ingezonden aan gedeputeerde staten, als financieel toezichthouder. Dat betekent dat de jaarrekening voor die tijd moet zijn vastgesteld. Hij kan dus eveneens voor 15 juli worden ingezonden aan het College (en het AB). De jaarrekening bij een NV en BV moet binnen vijf maanden na het verlopen van het boekjaar worden opgesteld door het bestuur en beschikbaar worden gesteld aan de aandeelhouders. Dit betekent dat de aandeelhouder (vertegenwoordigd door een lid van het College) te allen tijde inzage heeft in de jaarstukken ten kantore van de vennootschap. De jaarrekening moet worden ondertekend door de bestuurders en eventuele commissarissen. Bij het onderzoek is de jaarrekening 2008 van Waterstromen ontvangen welke is ondertekend door de bestuurder. Uiteindelijk is in oktober 2009 de jaarrekening 2008 door de algemene vergadering van aandeelhouders goedgekeurd. In 2008 is de jaarrekening 2007 in juni door de algemene vergadering van aandeelhouders vastgesteld. Bij de stichting geldt dat jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening moet worden opgemaakt. De jaarrekening moet beschikbaar worden gesteld aan eventuele toezichthouders die in de statuten zijn opgenomen. Bij het waterschap zijn geen jaarstukken van het Nederlands Watermuseum beschikbaar. Als norm is gehanteerd dat een uitgebreide lijst van verbonden partijen onderdeel uitmaakt van de productenrealisatie. Deze lijst voorziet in informatie over het openbaar belang, het resultaat van de verbonden partij en de veranderingen tijdens het begrotingsjaar zowel van beleid als van vermogen van de verbonden partij. Bevindingen: Tot op heden zijn er nog geen verantwoordingsstukken geweest op grond van de nieuwe verplichtingen voor waterschappen ten aanzien van verbonden partijen. De begroting 2009 is voor het eerst conform de nieuwe regelgeving opgesteld. De begroting vormt echter geen verantwoordingsstuk, waar het resultaat van de verbonden partijen onderdeel van uitmaakt. De huidige verantwoordingsstukken bevatten geen informatie over de verbonden partijen. De jaarrekening 2009 zal hier voor het eerst toe dienen, maar deze moet nog worden opgemaakt, hetgeen overigens binnen de geldende wettelijke termijnen is. Voor 15 juli moet de jaarrekening met het jaarverslag van het waterschap Rijn en IJssel bij gedeputeerde staten zijn ingediend. De verantwoordingsdocumenten over 2009 zullen de genoemde uitgebreide lijst met verbonden partijen dienen te bevatten. Deze is op dit moment nog niet gereed. Deze lijst zal alle verbonden partijen van het waterschap Rijn en IJssel bevatten. Op de uitgebreide lijst met de realisatie van de verbonden partijen hoeven de hier onderzochte partijen die geen verbonden partij zijn niet voor te komen

34 Als norm is gehanteerd dat het College het algemeen bestuur voorziet van alle informatie over verbonden partijen die het algemeen bestuur nodig heeft voor de uitoefening van zijn taken. (art. 89 en 97 Waterschapswet) Bevindingen: Het College verschaft de informatie die het wettelijk verplicht is te verschaffen aan het algemeen bestuur. Tot op heden heeft dat nog tot weinig aanvullende vragen van het algemeen bestuur geleid, maar indien het algemeen bestuur vragen stelt, dan wordt de gevraagde informatie verstrekt. Met name ten aanzien van de financiering (budgetverhogingen) van de verbonden partijen toont het algemeen bestuur de betrokkenheid, zo bleek bij het voorstel tot verhoging van de budgetten voor Waterstromen BV. Als norm is gehanteerd dat in het jaarverslag in de paragraaf verbonden partijen inzicht wordt gegeven in: de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting en de realisatie van beleidsvoornemens en ontwikkelingen omtrent verbonden partijen (art Waterschapsbesluit). Bevindingen: Het antwoord op het voldoen aan deze norm ligt in het verlengde van de eerder besproken norm aangaande de uitgebreide lijst van verbonden partijen als onderdeel van productenrealisatie. Tot op heden is nog geen jaarverslag tot stand gekomen onder het vernieuwde Waterschapsbesluit. Er is in het jaarverslag tot op heden zodoende geen paragraaf verbonden partijen waarin inzicht wordt gegeven in de realisatie van de doelstellingen of de realisatie van beleidsvoornemens en ontwikkelingen omtrent verbonden partijen. Deze informatie zal worden opgenomen in het jaarverslag van De hier onderzochte partijen die geen verbonden partij zijn, behoeven echter niet te worden opgenomen onder de noemer verbonden partijen. 3.5 Toezicht Het laatste element uit het normenkader is toezicht. Ook hier onderscheiden wij doelmatigheid en doeltreffendheid en rechtmatigheid Doelmatigheid en doeltreffendheid Als norm is gehanteerd dat het College het toezicht op de verbonden partijen intern heeft geregeld. Daarbij is vastgelegd welke functionaris(sen) toezichthouder is/zijn en wat verwacht wordt van de uitvoering van deze rol(len). Bevindingen: De toezichthouder op de verbonden partijen is dat lid van het College dat (namens het waterschap Rijn en IJssel) zitting heeft in een algemeen bestuur, in een algemene vergadering van aandeelhouders of in een raad van commissarissen (waarbij zij aangetekend dat de commissaris altijd het belang van de vennootschap dient te behartigen, ongeacht de organisatie die hem heeft afgevaardigd). De toezichthoudende rol is intern dus belegd. De taak van de toezichthouder is met name het toezien op de financiële risico s bij de verbonden partij. Indien het risico toeneemt,

35 bespreekt de toezichthoudende heemraad dit met het College. Voor alle verbonden en nietverbonden partijen is een dergelijke toezichthouder benoemd. Als norm is gehanteerd dat er sprake is van een functiescheiding binnen het College tussen degene die beleidsmatig verantwoordelijk is voor het toezicht op de verbonden partij, degene die (bijv.) aandeelhouder is namens het waterschap Rijn en IJssel, en degene die vakinhoudelijk verantwoordelijk (opdrachtgever/klant) is voor de verbonden partij. Bevindingen: Het College heeft ervoor gekozen de verantwoordelijkheid voor het gehele toezicht (eigenaar (beleidsmatig verantwoordelijk) en opdrachtgever (vakinhoudelijk verantwoordelijk) op alle verbonden partijen bij dezelfde persoon te beleggen, te weten de heemraad Middelen. Hier is voor gekozen vanuit de financiële consequenties die verbonden partijen kunnen hebben. Door het toezicht bij één persoon te beleggen is geborgd dat te allen tijde een compleet financieel beeld bestaat. Er is zodoende geen scheiding gemaakt tussen degene die beleidsmatig verantwoordelijk is voor verbonden partijen (de eigenaar) en het vakinhoudelijk verantwoordelijke lid van het College (de opdrachtgever). Voor de verbonden partijen geldt daarbij het volgende: Bestuurlijk is geen scheiding gemaakt tussen degene die beleidsmatig verantwoordelijk is en degene die vakinhoudelijk verantwoordelijk is binnen het College. Een scheiding tussen de verschillende rollen (eigenaar en opdrachtgever) is tussen bestuurlijk en ambtelijk niveau bij enkele verbonden partijen wel gemaakt. Lococensus: het toezicht is op bestuurlijk niveau geborgd door deelname in het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van Lococensus (eigenaar), maar het service level agreement wordt afgesloten door de secretarisdirecteur (opdrachtgever). Waterstromen: het College als geheel vertegenwoordigt het waterschap Rijn en IJssel in de algemene vergadering van aandeelhouders (in de toekomst aangevuld met enkele leden van het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel). Daarnaast houdt het College tevens toezicht doordat twee leden van het College lid zijn van de raad van commissarissen. In 2009 is besloten om de raad van commissarissen uit te breiden met een extern lid. Deze functie is echter nooit vervuld. Een scheiding tussen degene die beleidsmatig verantwoordelijk is en degene die vakinhoudelijk verantwoordelijk is, is daardoor niet mogelijk. Nederlandse Waterschapsbank. Het toezicht in de vorm van de eigenaarsrol is bestuurlijk belegd bij de heemraad middelen en de Dijkgraaf, zij vertegenwoordigen het waterschap Rijn en IJssel in de algemene vergadering van aandeelhouders. Indien het waterschap Rijn en IJssel als klant optreedt van de Nederlandse Waterschapsbank is dit niet bestuurlijk, maar ambtelijk belegd. Het waterschap Rijn en IJssel is overigens vrij is om wel of geen gebruik te maken van de Nederlandse Waterschapsbank. Voor de andere partijen geldt daarbij het volgende Er is geen sprake van onderscheid tussen opdrachtgever/ eigenaar. De eigenaarsrol wordt immers niet vervuld

36 Als norm is gehanteerd dat er sprake is van een functiescheiding in de ambtelijke organisatie tussen degene die beleidsmatig samenwerkt met de verbonden partij en degene die de rapportages beoordeelt en het algemeen bestuur adviseert. Bevindingen: De functiescheiding in de ambtelijke organisatie is soms wel gerealiseerd maar soms ook niet. Ook hier maken wij een onderscheid tussen verbonden en niet verbonden partijen. Voor de verbonden partijen zijn onze bevindingen: Bij Lococensus is de ambtelijke verantwoordelijkheid neergelegd bij de directeur planvorming en middelen. Daarnaast is er overleg op uitvoerend niveau. Dit vanwege de financiële belangen van Lococensus. Hierdoor is er ook een functiescheiding. Bij Waterstromen BV heeft de secretarisdirecteur een adviserende rol. Verder is er beleidsmatige samenwerking met Waterstromen. Hierdoor is er een beperkte functiescheiding. Bij de Nederlandse Waterschapsbank is geen sprake van ambtelijke betrokkenheid bij de aansturing. De norm is hierdoor niet van toepassing. Voor de niet-verbonden partijen geldt: Bij de Muskusrattenbestrijding is er op uitvoerend niveau overleg. De rapportages worden beoordeeld door een leidinggevende ambtenaar. Op deze wijze is de functiescheiding gerealiseerd. Er is een ambtelijke begeleidingscommissie bestaande uit het sectorhoofd waterketen, het hoofd laboratorium namens Regge en Dinkel en de directeur planvorming en middelen en de laboratoriumcoördinator namens het waterschap Rijn en IJssel. Daarnaast is er periodiek afstemmingsoverleg tussen het hoofd laboratorium Regge en Dinkel en de coördinator van het waterschap Rijn en IJssel. Hier is dus sprake van functiescheiding. Voor het Nederlands Watermuseum zijn geen stukken ontvangen en er is zodoende geen zicht of er sprake is van ambtelijke betrokkenheid Rechtmatigheid Als norm is gehanteerd dat het College vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het algemeen publiek belang toezicht houdt op het beleid van de verbonden partij. Bevindingen: Het College houdt toezicht op de verbonden partijen middels een lidmaatschap in de algemene vergadering van aandeelhouders of het algemeen bestuur (of de raad van commissarissen) van de verbonden partij. Tot op heden is er nog niet iets zodanig misgegaan bij de verbonden partijen dat het College genoodzaakt was in te grijpen bij de verbonden partij

37 4. Beoordeling, conclusies en aanbevelingen 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de beoordeling, de conclusies en de aanbevelingen van het onderzoek gepresenteerd. Hiervoor wordt in paragraaf 4.2. de algemene conclusie van het onderzoek gepresenteerd. In paragraaf 4.3. worden de deelvragen van het onderzoek beantwoord. Vervolgens staan onze specifieke aanbevelingen in paragraaf 4.4 opgenomen. 4.2 Algemene beoordeling Zoals eerder beschreven zijn niet alle onderzochte partijen binnen dit onderzoek verbonden partijen of deelnemingen. Lococensus, Waterstromen BV en de Nederlandse Waterschapsbank zijn een verbonden partij of deelneming. Het Watermuseum, de samenwerking op het gebied van de bestrijding van Muskusratten en de uitvoering van laboratoriumwerkzaamheden zijn geen verbonden partij of deelneming. Ook het Waterschapshuis in zijn huidige vorm is geen verbonden partij of deelneming, in zijn toekomstige vorm is het wel een verbonden partij. De onderzoeksvragen en het normenkader zijn in principe opgesteld met betrekking tot verbonden partijen en deelnemingen. De hierboven genoemde niet-verbonden partijen zijn omwille van de volledigheid wel meegenomen in het onderzoek maar op deze partijen was het niet mogelijk alle normen toe te passen. De mogelijkheden tot financiële sturing en invloed op het bestuur van de verbonden partij of deelneming door het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel verschilt per type en rechtsvorm van de verbonden partij. In het onderstaande figuur zijn de verschillende organisaties opgenomen. Veel Weinig Bestuurlijke invloed Water Stromen B.V. Wgr Ambtelijke uitvoering Lococen sus Veel NV/BV Water schaps bank Stichting Muskus ratten Uitbestede werkzaamheden Water museum Laborato rium Weinig Financiële invloed Figuur 2: bestuurlijke en financiële invloed per onderzochte partij

38 De verschillende partijen lichten wij hieronder kort toe. Lococencus is een gemeenschappelijke regeling waarbij de bestuurlijke en financiële invloed van het waterschap geregeld is. De invloed op het bestuur van Locosensus is via het College geborgd door deelname in het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van Lococensus. De financiële invloed is geregeld middels de voorhangprocedure van de begroting aan het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel. Bij Waterstromen BV is het waterschap de enige aandeelhouder. De invloed op het bestuur van Waterstromen is geborgd doordat het gehele College van het waterschap Rijn en IJssel in de algemene vergadering van aandeelhouders zitting heeft (in de toekomst aangevuld met enkele leden van het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel). Daarnaast houdt het College van het waterschap Rijn en IJssel tevens toezicht doordat de raad van commissarissen bestaat uit twee Collegeleden. De financiële invloed is toch beperkt omdat Waterstromen een BV is. Nederlandse Waterschapsbank NV, de heemraad Middelen en de Dijkgraaf vertegenwoordigen het waterschap Rijn en IJssel in de algemene vergadering van aandeelhouders. De financiële invloed is als aandeelhouder van de Waterschapsbank beperkt. Bij de muskusrattenbestrijding heeft het College van waterschap Rijn en IJssel bestuurlijk overleg. Er is echter maar een beperkte bestuurlijke invloed doordat het een overleg is over de uitvoering. Er is geen invloed op het beleid van de uitvoerende organisatie. De financiële invloed heeft betrekking op de betalingen voor de dienstverlening. Bij de laboratoriumsamenwerking is er geen bestuurlijk overleg daardoor is er ook geen bestuurlijke invloed. De financiële heeft betrekking op de betalingen voor de dienstverlening. Bij het Nederlands Watermuseum is er geen bestuurlijk overleg of deelname in het bestuur van de stichting. Een lid van het College van het waterschap Rijn en IJssel heeft op persoonlijke titel zitting in het bestuur. Daarmee heeft het Waterschap echter nog geen bestuurlijk invloed. Het waterschap heeft een kleine financiële invloed doordat ook een subsidie wordt verstrekt. Voor het verstrekken van de subsidie heeft waterschap Rijn en IJssel geen algemene subsidieverordening vastgesteld. 4.3 Beantwoording vragen Onderstaand worden de afzonderlijke onderzoeksvragen beantwoord. Op welke wijze wordt het algemeen bestuur geïnformeerd over de mogelijke risico s die worden gelopen middels de verbonden partijen en deelnemingen? Door het College wordt het algemeen bestuur over risico s geïnformeerd. Zowel in de begroting van 2009 en 2010 is een paragraaf weerstandsvermogen opgenomen met daarin een subparagraaf risico s. Het weerstandsvermogen is berekend op basis van een risicoprofiel dat samen met het algemeen bestuur in 2008 is vastgesteld. Dit risicoprofiel is modelmatig opgebouwd. Een nadere verfijning van de risico s ontbreekt

39 In 2010 is deze paragraaf verder uitgewerkt dan in Over de verbonden partijen uit het onderzoek staan in 2010 risico s benoemd die te maken hebben met de financiële crisis. Het betreft risico s van Lococencus en de Waterschapsbank. Ten aanzien van de niet-verbonden partijen worden ook risico s genoemd van Het Waterschapshuis, het Nederlands Watermuseum en de muskusrattenbestrijding. De risico s van deze partijen worden niet nader gekwantificeerd. In de jaarrekening 2008 was nog geen paragraaf weerstandsvermogen opgenomen. Wel was er een onderdeel niet uit de balans blijkende verplichtingen opgenomen. Daarin staat ook het risico van de Waterschapsbank vermeld. De overige verbonden en andere niet-verbonden partijen staan daar niet in opgenomen. Uit het onderzoek blijkt dat er ook andere risico s (met name in de bedrijfsvoering van de verbonden partijen) bekend zijn bij het College en ambtelijke organisatie. Deze worden echter niet in de planning en control producten opgenomen omdat deze als bekend worden beschouwd of als niet relevant voor het algemeen bestuur worden beoordeeld. Wanneer het algemeen bestuur daarom vraagt wordt wel informatie verstrekt over eventuele risico s of andere onderwerpen. Op welke wijze wordt het algemeen bestuur geïnformeerd over de te behalen doelstellingen middels de verbonden partijen en deelnemingen? Op dit moment is er geen algemeen beleid ten aanzien van verbonden partijen door het algemeen bestuur van waterschap Rijn en IJssel geformuleerd. Aansluitend hierop zijn er ook geen specifieke doelstellingen voor de onderzochte verbonden partijen en niet-verbonden partijen opgesteld. Gevolg van het ontbreken van heldere doelstellingen is dat er ook geen indicatoren zijn uitgewerkt waarop het algemeen bestuur kan sturen. Het feit dat noch de doelstellingen en als gevolg daarvan ook geen indicatoren zijn geëxpliciteerd maakt overigens niet dat er geen ambities of doelstellingen zijn. Tot op heden is nog geen jaarverslag tot stand gekomen onder het vernieuwde Waterschapsbesluit. Er is zodoende ook nog geen paragraaf verbonden partijen. Deze informatie zal wel worden opgenomen in het eerstvolgende jaarverslag. Hierbij is het overigens zo dat de hier onderzochte partijen die geen verbonden partij zijn, niet behoeven te worden opgenomen onder de noemer verbonden partijen. Wordt bij het informeren van het algemeen bestuur over de mogelijke risico s en over de te behalen doelstellingen gehandeld conform de bevoegdheden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur? Het College verschaft de informatie die het wettelijk verplicht is te verschaffen aan het algemeen bestuur van waterschap Rijn en IJssel. Het huidige algemeen bestuur is pas recent geïnstalleerd en is nog niet volledig op de hoogte van haar sturingsmogelijkheden met betrekking tot verbonden partijen. Tot op heden hebben de verbonden partijen tot weinig aanvullende vragen van het algemeen bestuur geleid, maar indien het algemeen bestuurvragen stelt, dan wordt de gevraagde informatie verstrekt (bijvoorbeeld bij Waterstromen BV). Ook het toezichthouderschap is conform de wettelijke verplichtingen en bevoegdheden geregeld

40 4.4 Aanbevelingen In de vraagstelling van het onderzoek is gevraagd op specifieke onderdelen ook aanbevelingen te doen. Hieronder staan onze specifieke aanbevelingen. Op welke wijze kan de vertegenwoordiging in verbonden partijen en deelnemingen worden verbeterd? Het toezichthouderschap is neergelegd bij één persoon: de heemraad Middelen. Dit heeft als voordeel dat geborgd is dat te allen tijde een compleet financieel beeld bestaat. Wanneer de vertegenwoordiging meer gespreid wordt over de Collegeleden ontstaat er meer collegiale verantwoording en is men minder kwetsbaar voor het wegvallen van kennis en kunde. Voor de continuïteit van het toezicht is het eveneens belangrijk dat de betreffende heemraad ook een vaste ambtelijke ondersteuning heeft. Tijdens het onderzoek is ook een aantal niet-verbonden partijen beschouwd. Aanbevolen wordt om deze samenwerkingsverbanden nog eens goed te bezien en te onderzoeken of meer bestuurlijke sturing gewenst is. Bij het Watermuseum is sprake van een onduidelijke situatie doordat de heemraad Middelen op persoonlijke titel zitting heeft in het bestuur terwijl het waterschap Rijn en IJssel leningen heeft verstrekt en garant staat. Vanuit het oogpunt van publieke transparantie wordt aanbevolen deze situatie te veranderen. Met betrekking tot Waterstromen BV geldt dat het wettelijk goed geregeld is maar dat vanuit governance perspectief het toezicht anders geregeld zou kunnen worden. Nu zit de aandeelhouder het waterschap Rijn en IJssel tevens in de raad van commissarissen. Het bemannen van de raad van commissarissen met onafhankelijke externe gekwalificeerde personen is aan te bevelen. Tot slot wordt geadviseerd, in lijn met de financiële verordening, een beleidskader voor verbonden partijen en uitbesteding van werkzaamheden op te stellen. Daarmee stelt het algemeen bestuur de kaders voor de uitvoering van het College vast. Het stelt tevens kader voor de afweging voor wanneer een gemeenschappelijke regeling te treffen, wanneer activiteiten uit te besteden of een NV/BV op te richten. Daarbij zou ook aandacht moeten worden besteed aan de juridische inrichting, informatievoorziening en governance. Op welke wijze kan de informatievoorziening over verbonden partijen en deelnemingen worden verbeterd? De informatievoorziening kan verbeterd worden door strikter de bepalingen van de financiële verordening te hanteren. Dat betekent dat in de planning en control producten melding wordt gemaakt van: d) de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting (begroting); e) de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen (begroting); f) de verantwoording van datgene wat op grond van a en b is gerealiseerd (jaarverslag)

41 Vooralsnog is er geen beleidskader voor verbonden partijen. Geadviseerd wordt een dergelijk beleidskader op te stellen, in lijn met de eisen van de eigen financiële verordening. Belangrijk onderdeel hierbij is de informatievoorziening van het College over verbonden partijen aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur heeft de mogelijkheid om aan te geven wat voor hen belangrijk is en waarover het op de hoogte wil worden gehouden. Vervolgens dient dit door het College per verbonden partij nader te worden ingevuld. Het is mogelijk dat het College zelf nog aanvullende eisen heeft om haar taken te vervullen. Daarnaast wordt aanbevolen om richting het algemeen bestuur alle begrotingen en jaarrekeningen beschikbaar te stellen, ook die van vennootschappen (deze zijn immers ook openbaar via de Kamer van Koophandel). Eventueel kan, naast een uitgewerkte paragraaf verbonden partijen in de jaarrekening, er een algemeen bestuurvergadering worden gehouden waarin de jaarrekeningen e.d. van alle verbonden partijen worden doorgenomen (bijvoorbeeld de eerste vergadering na 15 juli). Dat is dan een jaarlijkse verantwoordingsdag voor verbonden partijen. Op welke wijze kan het instrumentarium van het algemeen bestuur om haar controletaak te kunnen uitoefenen met betrekking tot verbonden partijen en deelnemingen worden verbeterd? Uit het onderzoek blijkt dat er nog onduidelijkheid bestaat bij het algemeen bestuur over de verbonden partijen en het aan het algemeen bestuur beschikbaar gestelde instrumentarium voor de uitvoering van haar taken. Wij zijn van mening dat het beschikbare instrumentarium in principe toereikend is. Wel kan het algemeen bestuur meer gebruik maken van haar bevoegdheden zoals het vragen om een beleidskader voor verbonden partijen en het stellen van aanvullende vragen. Tevens zou bijvoorbeeld een algemeen bestuurvergadering specifiek gericht op verbonden partijen kunnen helpen bij het verkrijgen van inzicht en informatie om zijn controlerende taak goed te kunnen uitoefenen

42 5.1 Bestuurlijke reactie

43

Regionaal samenwerken

Regionaal samenwerken Regionaal samenwerken Juridische aandachtspunten 16 april 2014 Rob de Greef Verbonden partijen Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel

Nadere informatie

verbonden stichtingen

verbonden stichtingen verbonden stichtingen 1 inleiding aanleiding Capelle aan den IJssel werkt sinds enkele jaren met verbonden stichtingen. Zo bestaat sinds 2011 de stichting CapelleWerkt, is in 2014 de stichting Centrum

Nadere informatie

Beleidsnota verbonden partijen

Beleidsnota verbonden partijen Beleidsnota verbonden partijen SAMENVATTING Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente een financieel en een bestuurlijk belang heeft. Een financieel

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 12G / Drs. Edo van Bree Mr. Henk Wolsink. Beleidskader verbonden partijen 2013.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 12G / Drs. Edo van Bree Mr. Henk Wolsink. Beleidskader verbonden partijen 2013. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 12G200177 466748 / 466748 Drs. Edo van Bree Mr. Henk Wolsink PF Mu ONDERWERP AGENDANUMMER Beleidskader verbonden partijen

Nadere informatie

onderzoeksopzet Verbonden partijen (Gemeenschappelijke regelingen) Lansingerland

onderzoeksopzet Verbonden partijen (Gemeenschappelijke regelingen) Lansingerland onderzoeksopzet Verbonden partijen (Gemeenschappelijke regelingen) Lansingerland Definiteve versie augustus 2009 1 inleiding 1-1 verbonden partijen De gemeente staan verschillende manieren ter beschikking

Nadere informatie

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota verbonden partijen

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota verbonden partijen Bijlage bij raadsvoorstel nr. 10-24 Nota verbonden partijen april 2010 Inhoudsopgave pagina 1. Inleiding 3 a. Aanleiding b. Formeel kader voor deze nota c. Opbouw van deze nota 2. Verbonden partijen 5

Nadere informatie

Kadernota paragraaf E. Verbonden Partijen Versie 2014

Kadernota paragraaf E. Verbonden Partijen Versie 2014 Kadernota paragraaf E. Verbonden Partijen Versie 2014-1 - SAMENVATTING Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente een financieel en/of een bestuurlijk

Nadere informatie

Intergemeentelijke samenwerking:wat heeft de raad te zeggen?

Intergemeentelijke samenwerking:wat heeft de raad te zeggen? Intergemeentelijke samenwerking:wat heeft de raad te zeggen? 22 november 2014 Rob de Greef Norbert de Blaay Even voorstellen Rob de Greef Partner KokxDeVoogd; Docent Vrije Universiteit Jurist en specialist

Nadere informatie

Omgevingswet: Van afstemmen, via samenwerking tot gezamenlijke besluiten

Omgevingswet: Van afstemmen, via samenwerking tot gezamenlijke besluiten @RobGreef Omgevingswet: Van afstemmen, via samenwerking tot gezamenlijke besluiten 28 januari 2017 mr. Rob de Greef 1-2-2017 PROOF Adviseurs bv 2 Wettelijk kader omgevingsdienst Artikel 5.3 Wabo 1. Gedeputeerde

Nadere informatie

b e s l u i t : Verordening rekenkamercommissie Meppel

b e s l u i t : Verordening rekenkamercommissie Meppel De raad van de gemeente Meppel; gelet op artikel 81o van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de volgende Verordening rekenkamercommissie Meppel Paragraaf 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Kaderstellende spelregels Verbonden Partijen

Kaderstellende spelregels Verbonden Partijen 1111111111111111111111111 Ons kenmerk: 2013/185614 Kaderstellende spelregels Verbonden Partijen De gemeente Zaanstad voert verschillende taken uit. Enkele van deze taken kunnen op afstand worden gezet

Nadere informatie

Wet gemeenschappelijke regelingen

Wet gemeenschappelijke regelingen Wet gemeenschappelijke regelingen Algemeen Samenwerking: - publiekrechtelijk via gemeenschappelijke regeling-> Wgr - privaatrechtelijk: NV, BV, Stichting etc.-> Burgerlijk Wetboek Verbonden partij: als

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regelingen

Gemeenschappelijke Regelingen Gemeenschappelijke Regelingen Een inventarisatie, bestuurlijke verkenning en onderzoek naar de invloed van raadsleden op het beleid van gemeenschappelijke regelingen binnen de gemeente Bedum. Rekenkamercommissie

Nadere informatie

Nota verbonden partijen gemeente Emmen

Nota verbonden partijen gemeente Emmen RIS.3022 Nota verbonden partijen gemeente Emmen Het beleid van de gemeente Emmen ten aanzien van verbonden partijen 20 februari 2008 Nota Verbonden Partijen gemeente Emmen Inhoudsopgave 1. Inleiding 2.

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W.nr. 10.1253, d.d. 7 december 2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Auditrapport 2009 Grip op de buitenboordmotor, sturing, toezicht en verantwoording bij Gemeenschappelijke Regelingen BESLUITEN Behoudens

Nadere informatie

Regie in netwerken. 213a onderzoek naar verbonden partijen Gemeente Asten Gemeente Someren

Regie in netwerken. 213a onderzoek naar verbonden partijen Gemeente Asten Gemeente Someren Regie in netwerken 213a onderzoek naar verbonden partijen Gemeente Asten Gemeente Someren Opstellers: Michelle van Arensbergen en Buck Messing Versienummer: 4 Status: Definitief Datum: november 2013 Inhoudsopgave:

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012 Rekenkamercommissie Onderzoekprogramma vanaf 2012 1. Inleiding De gemeenteraad van Brummen heeft een Rekenkamercommissie. De Rekenkamercommissie voert onderzoeken uit betrekking hebbende op de doelmatigheid,

Nadere informatie

onderzoeksopzet verbonden partijen

onderzoeksopzet verbonden partijen onderzoeksopzet verbonden partijen Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Verbonden Partijen rekenkamercommissie Oss 1 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding... 3 2. Wat is een DoeMee-onderzoek?... 3

Nadere informatie

Notitie Verbonden partijen

Notitie Verbonden partijen Notitie Verbonden partijen 10-11-2014 INHOUDSOPGAVE Voorwoord... 3 1. Inleiding... 4 2. Bepalingen... 5 2.1 Bepalingen in het BBV... 5 2.2 De begroting- en verslaggevingsvoorschriften voor Verbonden Partijen...

Nadere informatie

Specifiek Kader voor de Verbonden Partij Waalfront BV

Specifiek Kader voor de Verbonden Partij Waalfront BV Specifiek Kader voor de Verbonden Partij Waalfront BV Gemeente Nijmegen Opgesteld door: DWS, P110, Diana van Eldik Datum: 13 januari 2011 Uiterste datum van actualisatie: 13 januari 2012 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL.

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL. Verbonden Partijen Notitie naar aanleiding van onderzoek naar de aansturing van verbonden partijen in de gemeenten Bergen op Zoom, Oosterhout en Roosendaal. 7 mei 2007 Postbus 5000 4700 KA ROOSENDAAL www.rekenkamerwestbrabant.nl

Nadere informatie

Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet. Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0

Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet. Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0 Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken? 1. Aanleiding

Nadere informatie

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoeksopzet van de Rekenkamercommissie voor Vlagtwedde en Bellingwedde Inleiding De gezamenlijke Rekenkamercommissie (RKC) van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde

Nadere informatie

Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017

Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017 Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders; b. commissie: commissie voor de rekenkamer

Nadere informatie

Reglement van orde Rekenkamercommissie Westerveld

Reglement van orde Rekenkamercommissie Westerveld Reglement van orde Rekenkamercommissie Westerveld Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 2 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 2 Artikel 2. De rekenkamercommissie 2 Artikel 3. De ambtelijk secretaris

Nadere informatie

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden.

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden. februari 2012 Verbonden partijen en aanbesteding 1. Algemeen Het takenpakket van gemeenten en provincies is groot. Deze taken worden niet altijd door de eigen ambtelijke organisatie van de gemeenten en

Nadere informatie

Nota verbonden partijen. Gemeente Westvoorne

Nota verbonden partijen. Gemeente Westvoorne Nota verbonden partijen Gemeente Westvoorne Inhoud 1. Inleiding...5 1.1. Waarom een nota verbonden partijen...5 1.2. Verbonden partijen...5 1.3. Het belang van verbonden partijen...5 1.4. Relevantie voor

Nadere informatie

Aanbevelingen Rekenkamer Breda in relatie tot nota Verbonden Partijen

Aanbevelingen Rekenkamer Breda in relatie tot nota Verbonden Partijen Bijlage 5 Aanbevelingen Rekenkamer Breda in relatie tot nota Verbonden Partijen Aanbevelingen rapport Rekenkamer Breda 1. Geef als raad opdracht aan het college om samen met de raad een nieuwe Nota Verbonden

Nadere informatie

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt:

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt: STATUTENWIJZIGING d.d. 25 januari 2018 Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt: NAAM Artikel 1 De stichting is genaamd: Stichting Zeeuwland.

Nadere informatie

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Nota. Verbonden. Partijen

Nota. Verbonden. Partijen Nota Verbonden Partijen gemeente Bergen 2014 SAMENVATTING Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente een financieel en/of een bestuurlijk belang

Nadere informatie

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân, gelet op: artikel 5.1 van het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur; de rol van het

Nadere informatie

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis. BESTUURSREGLEMENT Vastgesteld door het bestuur op 6 mei 2015. Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begrippen en terminologie. Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten

Nadere informatie

Algemene conclusie per gemeente

Algemene conclusie per gemeente Oplegnotitie bij het RSD onderzoeksrapport Deze oplegnotitie vat de belangrijkste zaken uit het RSD onderzoek samen. Deze oplegnotitie is gebaseerd op het rapport dat het onderzoeksbureau De Lokale Rekenkamer

Nadere informatie

De Provinciewet en de Rekenkamer

De Provinciewet en de Rekenkamer De Provinciewet en de Rekenkamer HOOFDSTUK XIa. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMER Artikel 183 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur

Nadere informatie

Reglement statutair-directeur Stichting Woonveste ex artikel 5 lid 4 en 5 lid 5 van de statuten d.d. 2 oktober 2013

Reglement statutair-directeur Stichting Woonveste ex artikel 5 lid 4 en 5 lid 5 van de statuten d.d. 2 oktober 2013 Reglement statutair-directeur Stichting Woonveste ex artikel 5 lid 4 en 5 lid 5 van de statuten d.d. 2 oktober 2013 Artikel 1 Functie Reglement 1. Dit Reglement geeft nadere voorschriften, welke de statutair-directeur

Nadere informatie

Kadernota Verbonden Partijen

Kadernota Verbonden Partijen Kadernota Verbonden Partijen Dalfsen, januari 2016 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding...4 1.1 Aanleiding...4 1.2 Doelstelling van deze nota...4 1.3 Definities...4 1.4 Verbonden partijen gemeente Dalfsen...5

Nadere informatie

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest.

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest. TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest. Algemeen Ingevolge de Gemeentewet dient elke gemeente per 1 januari 2006 te beschikken over een rekenkamer

Nadere informatie

Nota Verbonden partijen 2008

Nota Verbonden partijen 2008 Nota Verbonden partijen 2008 Gemeente Coevorden Na vaststelling Raad 9 september 2008 Nota Verbonden partijen 2008 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 1 Inleiding 6 2 Beleid 8 2.1 Visie en doelstellingen 8

Nadere informatie

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Vastgesteld door het bestuur op: 30 december 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge

Nadere informatie

Nota Verbonden partijen gemeente Asten 2015

Nota Verbonden partijen gemeente Asten 2015 Nota Verbonden partijen gemeente Asten 2015 Nota Verbonden partijen gemeente Asten 2015 Vastgesteld door: College dd. Commissie AZ&C dd. Gemeenteraad dd. Titel: Nota Verbonden partijen gemeente Asten 2015

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. In 2007 hebben de Rekenkamercommissies van Zutphen, Deventer en Apeldoorn een gezamenlijk

Rekenkamercommissie. In 2007 hebben de Rekenkamercommissies van Zutphen, Deventer en Apeldoorn een gezamenlijk Rekenkamercommissie Rekenkamerbrief over V Inleiding Het onderwerp Verbonden partijen staat al enige jaren op de lijst van mogelijke onderwerpen voor de Rekenkamercommissie Voorst/Brummen. In 2007 hebben

Nadere informatie

Plan van aanpak Rekenkameronderzoek naar (be)sturing van Gemeenschappelijke Regelingen

Plan van aanpak Rekenkameronderzoek naar (be)sturing van Gemeenschappelijke Regelingen Plan van aanpak Rekenkameronderzoek naar (be)sturing van Gemeenschappelijke Regelingen Rekenkamercommissies Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Waterland Inleiding In de maanden mei tot en met oktober

Nadere informatie

Gewijzigde verordening op de rekenkamercommissie Zeist 2011

Gewijzigde verordening op de rekenkamercommissie Zeist 2011 RAADSBESLUIT GEWIJZIGD Blad 1 29 maart 2011 Nr. 515 Vastgesteld 29 maart 2011 Gewijzigde verordening op de rekenkamercommissie Zeist 2011 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Handreiking voor het inrichten van een adequate governance van verbonden partijen

Handreiking voor het inrichten van een adequate governance van verbonden partijen Handreiking voor het inrichten van een adequate governance van verbonden partijen Colofon Handreiking voor het inrichten van een adequate governance van verbonden partijen Uitgave: Rekenkamercommissie

Nadere informatie

Aandachtspunten (wijziging) programmabegroting 2008 provincie Limburg

Aandachtspunten (wijziging) programmabegroting 2008 provincie Limburg Startnotitie Aandachtspunten (wijziging) programmabegroting 2008 provincie Limburg 1 Aanleiding voor het onderzoek Jaarlijks stellen Gedeputeerde Staten (GS) in het najaar in concept de begroting op. Per

Nadere informatie

Quick scan programmabegroting. Bestuurlijk rapport. Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn

Quick scan programmabegroting. Bestuurlijk rapport. Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn Quick scan programmabegroting 2016-2019 Bestuurlijk rapport Goede aansluiting om te sturen en te controleren Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn 1 juni 2016 1 1. Inleiding De gemeenteraad stelt kaders

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Dit artikel bevat enkele algemene begripsbepalingen die gelden voor de gehele gemeenschappelijke regeling. Daarnaast worden begrippen gehanteerd zoals die in het algemeen

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regelingen

Gemeenschappelijke regelingen Gemeenschappelijke regelingen 14 mei 2014 mr. Rob de Greef 2 Rechtsvorm Afstemming Netwerkconstructie Zelfstandige organisatie Publiekrechtelijk Privaatrechtelijk Publiekrechtelijk Privaatrechtelijk Publiekrechtelijk

Nadere informatie

VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW

VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW Vastgesteld: 23 november 2016 VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW 1. Inleiding Dit verbindingenstatuut is gebaseerd op de op dit moment geldende herziene Woningwet

Nadere informatie

September 2010 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT

September 2010 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT De cursief gedrukte tekst is overgenomen uit de relevante wetgeving. Artikel 1 Inleiding 1. Dit reglement heeft betrekking op de Raad van Toezicht (de Raad

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Rekenkamer Oost-Nederland, Juni 2007 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2012. Rekenkamercommissie Raalte

JAARVERSLAG 2012. Rekenkamercommissie Raalte JAARVERSLAG 2012 Rekenkamercommissie Raalte Voorwoord. Voor u ligt het Jaarverslag 2012 van de rekenkamercommissie Raalte. Naast de wettelijke verplichting om een jaarverslag op te stellen doet de rekenkamercommissie

Nadere informatie

Bijlage bij Raadsvoorstel Crailo. Optional client logo (Smaller than Deloitte logo)

Bijlage bij Raadsvoorstel Crailo. Optional client logo (Smaller than Deloitte logo) Bijlage bij Raadsvoorstel Crailo Optional client logo (Smaller than Deloitte logo) Samenwerkingsvormen 1 Samenwerkingsvormen Inleiding De samenwerking tussen de gemeenten Hilversum, Gooise Meren en Laren

Nadere informatie

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma Rekenkamer Weert Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma 2 april 2009 Achtergrond en aanleiding onderzoek De rekenkamer van de gemeente Weert richt zich op het perspectief leren en verbeteren.

Nadere informatie

2014 VERBINDINGENSTATUUT

2014 VERBINDINGENSTATUUT 2014 VERBINDINGENSTATUUT 1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.1.1. In het verbindingenstatuut is het toetsingskader vastgelegd dat door Woningstichting St. Joseph (hierna: de woningstichting) wordt gehanteerd bij

Nadere informatie

Nr MEI Afd.hoofd: /<fe^a/-^ Gevraagde beslissing: ^ gemeente Barneveld. Aan het college van burgemeester en wethouders

Nr MEI Afd.hoofd: /<fe^a/-^ Gevraagde beslissing: ^ gemeente Barneveld. Aan het college van burgemeester en wethouders ^ gemeente Barneveld Nr. 599279 Aan het college van burgemeester en wethouders Onderwerp: Nota verbonden partijen Gevraagde beslissing: 1. De nota verbonden partijen vast te stellen. Akkoord/Aantetóningen

Nadere informatie

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Lansingerland; Besluit(en) - In te stemmen met de Verordening Rekenkamer Lansingerland

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Lansingerland; Besluit(en) - In te stemmen met de Verordening Rekenkamer Lansingerland Gemeente Lansingerland Raadsbesluiten d.d. 24/05/2007 Raadsbesluit BR0700047 Besluitnr. 2007/74 Datum Raad 24 mei 2007 Agendapunt 13 Behandelend ambtenaar Kees van 't Hart 4074 Kees.van.t.hart@lansingerland.nl

Nadere informatie

Reglement, werkwijze en taakverdeling RVC

Reglement, werkwijze en taakverdeling RVC Reglement, werkwijze en taakverdeling RVC Artikel 1. Begripsbepalingen De RvC De vennootschap De Statuten De RvC van Commissarissen zoals bedoeld in artikel 16 e.v. van de statuten van Twente Milieu N.V

Nadere informatie

Notitie uitwerking governance HWH 2.0

Notitie uitwerking governance HWH 2.0 Notitie uitwerking governance HWH 2.0 Opsteller Marianne van der Veen-Brouwer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Dagelijks bestuur Datum voorgelegd 11-06-2014 Agendapunt, Onderwerp 2.5a, Governance

Nadere informatie

Intergemeentelijke Samenwerking. Kunst of kunde? Ruurd Palstra MSc VNG

Intergemeentelijke Samenwerking. Kunst of kunde? Ruurd Palstra MSc VNG Intergemeentelijke Samenwerking Kunst of kunde? Ruurd Palstra MSc VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten Inhoud presentatie Bijdrage Slim Samenwerken Dag Hugo Doornhof advocaat AKD Amsterdam 28 januari

Nadere informatie

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân, OPENBAAR LICHAAM OP GROND VAN DE WET GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân, overwegende dat 1. de algemene besturen

Nadere informatie

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM Agendering x Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en

Nadere informatie

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT ALGEMENE REGELS 0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT In dit hoofdstuk wordt in het eerste onderdeel nader ingegaan op de wettelijke voorschriften met betrekking tot mandaat. In het tweede gedeelte

Nadere informatie

Protocol verbonden partijen

Protocol verbonden partijen Protocol verbonden partijen Aan: In afschrift aan: Onderwerp: Te betrekken bij: Leden Provinciale Staten en bijzondere commissieleden, niet zijnde statenleden Fractiemedewerkers Bijlage bij Statenstuk

Nadere informatie

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2009

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2009 Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2009 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. raad: de raad van de gemeente Raalte; b. rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie

Nadere informatie

Jaarverslag. commissie Rekenkamer. maart 2018

Jaarverslag. commissie Rekenkamer. maart 2018 Jaarverslag 2017 commissie Rekenkamer maart 2018 Voorwoord Met dit verslag legt de commissie Rekenkamer van het waterschap Rijn en IJssel verantwoording af over haar activiteiten in 2017. De commissie

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming 1 Begripsbepaling REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming 1.1 In dit reglement van de Raad van Bestuur wordt verstaan: a) KinderRijk: Stichting KinderRijk gevestigd

Nadere informatie

Bestuurlijke integriteit

Bestuurlijke integriteit Bestuurlijke integriteit Onderzoek Bestuurlijke Integriteit Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden Maart 2014 Status: definitief Versie: 4 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken?

Nadere informatie

Onderzoek naar digitale dienstverlening van de gemeente Hoogeveen

Onderzoek naar digitale dienstverlening van de gemeente Hoogeveen Onderzoek naar digitale dienstverlening van de gemeente Hoogeveen Juni 2008 Rekenkamercommissie gemeente Hoogeveen Samenstelling: Drs. E. de Haan (voorzitter) A.W. Hiemstra J. Steenbergen Drs. F. Galesloot

Nadere informatie

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân gelet op: - artikel 24 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen; - artikel 17 van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

Beoogd effect een efficiënte en klantgerichte uitvoering van de taken op het vlak van belastingen, met geminimaliseerde bedrijfsrisico's.

Beoogd effect een efficiënte en klantgerichte uitvoering van de taken op het vlak van belastingen, met geminimaliseerde bedrijfsrisico's. Portefeuillehouder Datum raadsvergadering E.Th. Kamminga 25 oktober 2012 Datum voorstel 18 september 2012 Agendapunt Onderwerp Samenwerking op het vlak van belastingen De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V.

REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V. REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V. Datum: 11 mei 2015 Artikel 1. Definities AvA: Commissie: Reglement: RvB: RvC: Vennootschap: de algemene vergadering van aandeelhouders

Nadere informatie

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij 2004-98 Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij Voorgestelde behandeling: - Statencommissie Bestuur, Financiën

Nadere informatie

S T A T E N V O O R S T E L

S T A T E N V O O R S T E L S T A T E N V O O R S T E L Datum : 18 april 2005 Nummer PS : PS2005BEM10 Dienst/sector : Statengriffie Commissie : BEM Registratienummer : 2005psu000022i Portefeuillehouder : subcommissie voor de jaarrekening

Nadere informatie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V. Vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 11 december 2014 INLEIDING Dit reglement is opgesteld ingevolge artikel 12 lid 5 en 12 van

Nadere informatie

Nota Verbonden Partijen

Nota Verbonden Partijen Nota Verbonden Partijen 1 2 Inhoud 1 Visie 5 1.1 Visie en doelstellingen 6 2 Wettelijk kader 7 2.1 2.2 2.3 Wettelijk kader Indeling verbonden partijen Beleidsruimte 8 8 9 3 Beleid 11 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak Onderzoeksaanpak Rekenkameronderzoek Feitenrelaas Ligne Status Datum Omschrijving Door Status 26 maart 15 Onderzoeksplan Ligne TH Concept, ter bespreking in RKC 31-3-15 31 maart 15 Vaststelling onderzoeksplan

Nadere informatie

Whitepaper Verbonden Partijen

Whitepaper Verbonden Partijen Whitepaper Verbonden Partijen Om meer aandacht te kunnen besteden aan hun kernactiviteiten zijn steeds meer lokale overheden geneigd om organisatieonderdelen te verzelfstandigen al dan niet in samenwerking

Nadere informatie

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken. REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Opgesteld door de voorzitter op 25.03.2013 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 27.05.2013 te Amstelveen HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Muskusrattenbestrijding

Onderzoeksopzet Muskusrattenbestrijding Secretariaat: Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn Tel. (055) 527 24 01 secretariaat.smo@veluwe.nl Onderzoeksopzet Muskusrattenbestrijding Datum 17 augustus 2010 Opgemaakt door Waterschap Veluwe Beheers- en

Nadere informatie

Onderwerp Nota Verbonden Partijen en verplichte paragraaf Verbonden Partijen.

Onderwerp Nota Verbonden Partijen en verplichte paragraaf Verbonden Partijen. Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 6 oktober 2015 Opsteller Cor Tiemersma / Jaap Tanis Registratie GF15.20087 Agendapunt 23 Onderwerp Nota Verbonden Partijen en verplichte paragraaf Verbonden

Nadere informatie

Woord vooraf. Lijst met afkortingen

Woord vooraf. Lijst met afkortingen Inhoud Woord vooraf Lijst met afkortingen v xiii 1 Inleiding 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Probleemverkenning 2 1.3 Belang van het onderzoek 7 1.4 Vraagstelling van het onderzoek 10 1.5 Methode 10 1.5.1 Bronnen

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 6.8. Doetinchem, 27 januari Toezicht openbaar primair onderwijs IJsselgraaf

Aan de raad AGENDAPUNT 6.8. Doetinchem, 27 januari Toezicht openbaar primair onderwijs IJsselgraaf Aan de raad AGENDAPUNT 6.8 Toezicht openbaar primair onderwijs IJsselgraaf Voorstel: 1. De gemeenschappelijke regeling Openbaar Primair Onderwijs vaststellen. 2. Het reglement Gemeentelijk Toezicht op

Nadere informatie

Onderbesteding in de provincie Noord-Brabant; deelonderzoek bij de jaarstukken 2008

Onderbesteding in de provincie Noord-Brabant; deelonderzoek bij de jaarstukken 2008 Startnotitie Onderbesteding in de provincie Noord-Brabant; deelonderzoek bij de jaarstukken 2008 1 Aanleiding voor het onderzoek Een begrotingscyclus (van jaar t) begint met de begroting (in jaar t-1)

Nadere informatie

Besluit vast te stellen de:

Besluit vast te stellen de: VERORDENING AUDITCOMMISSIE GEMEENTE WEERT De raad van de gemeente Weert, Gelezen het voorstel van het college d.d. 20 januari 2015, gelet op de artikelen 84, 147 en 149 van de Gemeentewet; Besluit vast

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening aan Raadsleden. bij. Verbonden Partijen

Checklist. Informatievoorziening aan Raadsleden. bij. Verbonden Partijen Checklist Informatievoorziening aan Raadsleden bij Verbonden Partijen Mei 2011 1. Inleiding De rekenkamercommissie voor de gemeenten Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland heeft begin 2010 haar

Nadere informatie

BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013

BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013 BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013 PROFIELSCHETS RVC 1. OMVANG EN SAMENSTELLING VAN DE RVC 1.1 Uitgangspunt

Nadere informatie

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate Governance Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate governance Relevante bronnen van regelgeving (in volgorde van belangrijkheid) (Uitgangspunt

Nadere informatie

Inhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak

Inhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak Inhuur in de Kempen Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 21 april 2014 1. Achtergrond en aanleiding In gemeentelijke organisaties met een omvang als

Nadere informatie

Verordening rekenkamercommissie Haarlemmermeer

Verordening rekenkamercommissie Haarlemmermeer Verordening rekenkamercommissie Haarlemmermeer De raad van de gemeente Haarlemmermeer; In zijn vergadering van 2 januari 2019; Gelezen het raadsvoorstel 2902675; Gelet op artikel 81 OA van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. CONCEPT VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE TIEL De raad van de gemeente Tiel; gelezen het voorstel van het presidium van.. 2016; gelet op het bepaalde in artikel 81oa van de Gemeentewet; besluit: 1.

Nadere informatie

1 oktober 2015 1 2015/AH/098

1 oktober 2015 1 2015/AH/098 Aan de leden van de commissie Bestuur Datum Bijlage Uw kenmerk Ons kenmerk 1 oktober 2015 1 2015/AH/098 Onderwerp Voorbeelden verbetermogelijkheden Verbonden partijen Geachte leden van de commissie Bestuur,

Nadere informatie

opzet onderzoek aanbestedingen

opzet onderzoek aanbestedingen opzet onderzoek aanbestedingen 1 inleiding aanleiding In het onderzoeksplan 2014 van de Rekenkamer Barendrecht is aangekondigd dat in 2014 een onderzoek zal worden uitgevoerd naar aanbestedingen van de

Nadere informatie

Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân.

Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân. Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân. Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân besluit, gelet op artikel 109 van de

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma April 2005

Onderzoeksprogramma April 2005 Rekenkamercommissie gemeente s- Hertogenbosch Leden: Drs. I. Caminada (extern lid en voorzitter) Mevr. Ir. S. D. Duives-Cahuzak (raadslid) R. Verdam (extern lid) Mr. M.C.J.G. van Vugt (extern lid, plv.

Nadere informatie

PROFIELSCHETS RVC. 1.2 Tot commissaris kunnen niet worden benoemd personen die direct of indirect binding hebben met:

PROFIELSCHETS RVC. 1.2 Tot commissaris kunnen niet worden benoemd personen die direct of indirect binding hebben met: BIJLAGE 1 TOELICHTING BIJ DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V. OP 5 APRIL 2017 PROFIELSCHETS RVC 1. OMVANG EN SAMENSTELLING VAN DE RVC 1.1 Uitgangspunt te allen

Nadere informatie

Notitie toezicht openbaar onderwijs

Notitie toezicht openbaar onderwijs Notitie toezicht openbaar onderwijs 1. Taak/verantwoordelijkheid gemeente...1 2. Taakafbakening met Centrum financiële instellingen...1 3. Probleemstelling...2 4. Verbetervoorstellen...2 5. Conclusie en

Nadere informatie