Documentatie van Tests en Testresearch in Nederland TOELICHTING BIJ DE BEOORDELING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Documentatie van Tests en Testresearch in Nederland TOELICHTING BIJ DE BEOORDELING"

Transcriptie

1 ZIEN! Theoretische Uitgangspunten ZIEN!, uitgegeven door Driestar Onderwijsadvies, wordt door de constructeurs neergezet als een webbased leerlingvolg- en expertsysteem voor het primair onderwijs. Het is echter niet duidelijk waarom het instrument voldoet aan de voorwaarden van een expertsysteem. Een expertsysteem is een computersysteem dat specifieke kennis van menselijke experts representeert en gebruikt om een probleem binnen een bepaald gebied op te lossen. Of wordt bij ZIEN! met de term expertsysteem bedoeld dat de expertise wordt aangereikt via het instrument of dat de leerkracht zijn expertise kan ordenen via het instrument? Dit wordt niet duidelijk omschreven in de handleiding, net als dat niet beschreven wordt of het instrument als volgsysteem voldoet, dat wil zeggen verandering registreert. ZIEN! maakt als module deel uit van de applicatie ParnasSys. Het instrument beoogt het sociaal-emotioneel functioneren op een gestandaardiseerde manier te observeren en vast te leggen. Sociaal-emotioneel functioneren wordt nader beschreven als gedragingen, ideeën en gevoelens die betrekking hebben op andere mensen. Het meest concreet wordt de meetpretentie beschreven als de vijf vaardigheden van sociaal gedrag, ook wel effectvariabelen, namelijk Sociaal Initiatief (SI), Sociale Flexibiliteit (SF), Sociale Autonomie (SA), Impulsbeheersing (IB) en Inlevingsvermogen (IL). Daarnaast zijn er twee zogeheten procesvariabelen of graadmeters, namelijk Betrokkenheid en Welbevinden. In deze herziene versie is de kritiek van de COTAN op de vorige versie, dat er sprake was van het door elkaar gebruiken van termen als gedrag, functioneren en vaardigheid enerzijds en ontwikkeling anderzijds ter harte genomen. Dat wil zeggen dat de bewering dat het instrument bedoeld is om (rechtstreeks) ontwikkeling te volgen nu achterwege blijft. Deze is op diverse plaatsen vervangen door de bewering dat je met ZIEN! het sociaal-emotioneel functioneren volgt, waarbij het woord volgen in de zin van het volgen van gedrag en functioneren nu in de aangepaste tekst - enigszins vreemd overkomt. De doelgroep wordt gevormd door basisschoolleerlingen van 4 tot en met 12 jaar in zowel reguliere scholen als scholen voor speciaal onderwijs, te observeren door hun leerkracht. Er zijn twee versies, voor respectievelijk groep 1 tot en met 4 en groep 5 tot en met 8, welke overigens hoofdzakelijk verschillen in de verstrekte handelingssuggesties. Het belangrijkste doel is het volgen van het sociaal-emotioneel functioneren door het observeren en analyseren van sociale vaardigheden van leerlingen, zodat het pedagogische handelen kan worden afgestemd op het zorgvragende gedrag. Daarbij wil het instrument een bijdrage leveren aan de objectieve waarneming van het gedrag van het kind en het begrijpen van de zorgvraag die het kind met dit gedrag stelt. De meerwaarde van het instrument ligt volgens de auteurs in het feit dat het instrument wordt ingezet in een model van handelingsgericht werken: een cyclisch proces van waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren. Het instrument biedt leerkrachten ondersteuning bij het objectief observeren, komen tot handelen, monitoren van het pedagogisch klimaat, informatieoverdracht, afstemming met ouders en gespreksvoering met het kind zelf. Hierbij dient aangetekend te worden dat het doel objectief observeren bij dit soort instrumenten moeilijk haalbaar is; enige subjectiviteit is inherent aan observeren. Standaardisering van de oordeelsvorming zou een alternatieve formulering van het doel kunnen zijn. Het gebruik van ZIEN! bevordert de sensitiviteit en responsiviteit van de leerkracht. De leerkracht 1) ontwikkelt een sensitieve houding ten aanzien van de te beïnvloeden factoren, 2) verkrijgt een begrippenkader waaraan hij het waargenomen gedrag kan koppelen, 3) wordt ondersteund in het proces van hypothesevorming zodat hij een beredeneerd aanbod van ondersteunende maatregelen kan realiseren die het kind helpen bij het tot een goed einde brengen van een ontwikkelingstaak en 4) vergroot zijn op handelen gerichte houding en zijn handelingsrepertoire ten aanzien van het sociaal-emotioneel functioneren van de leerling. Bovendien ontwikkelt het team van leerkrachten een gemeenschappelijke taal betreffende zorgvragend gedrag van leerlingen. Op pagina 13 van de Verantwoording wordt het concept van ZIEN! schematisch weergegeven. Vervolgens wordt besproken hoe het is afgeleid van een enigszins gedateerd model van Laevers ( ). Daarbij worden vijf effectvariabelen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling (gezien als medeafhankelijk van de inrichting van het onderwijsleerproces) onderscheiden. Daarnaast worden twee procesvariabelen als belangrijke aspecten van dit onderwijsleerproces onderscheiden. Het model van Laevers is

2 uitgebreid met de factoren Relatie-Competentie-Autonomie, terug te voeren op o.a. Stevens. Veel aandacht wordt besteed aan een ontwikkelingspsychologisch model, waarbij ontwikkeling wordt gestuurd door ontwikkelingsopgaven à la Erikson (Jeninga). Procesmatig wordt dit ontwikkelingsmodel ingevuld aan de hand van termen als sensitiviteit, responsiviteit, vertrouwen en zelfvertrouwen, waarbij gekozen is voor de interactionele benadering van onder anderen Van Lieshout, Riksen-Walraven, Van Lier en Houben. ZIEN! wordt gebruikt in een pedagogische situatie. De drie componenten hiervan zijn aanpak, proces en effect. Blijkens pagina 19 van de Verantwoording heeft de vragenlijst twee invalshoeken, te weten proces en effect en laat het aanpak buiten beschouwing. In de paragraaf over de benadering van de pedagogische situatie wordt de aanpak toch aan de orde gesteld (p ). De leerkracht bevordert door ondersteunende interactie met de leerling een positieve of gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling, een ander begrip dan het complexe sociaal-emotioneel gedrag of de sociaal-emotionele vaardigheden die de makers van ZIEN! centraal stellen. Het is de vraag of het nodig is om ontwikkeling ook mee te nemen. De auteurs onderscheiden ontwikkelingsopgave en ontwikkelingstaak. Het sluiten van vriendschap, het oplossen van ruzie, samenwerken en aansluiting zoeken bij een groep zijn voor schoolkinderen ontwikkelingstaken die voortvloeien uit de ontwikkelingsopgave omgaan met leeftijdgenootjes. De aanpak van de sensitieve en responsieve leerkracht is gericht op verbetering van de vaardigheden die de leerling in staat stellen de ontwikkelingstaak te volbrengen. Er wordt overigens gesproken van aanleren van sensitiviteit en responsiviteit van de leerkracht, maar het is onduidelijk of iets wordt aangeleerd, uitgebreid, verfijnd of beter inzetbaar gemaakt. Het adequaat oplossen van ontwikkelingsopgaven veronderstelt specifieke sociaal-emotionele vaardigheden, waarbij egoveerkracht, egocontrole en empathie als de belangrijkste ontwikkelingsdimensies worden beschreven. Deze drie dimensies worden echter niet op een duidelijke manier verbonden met de vijf effectvariabelen. Verder wordt aangegeven dat de genoemde effectvariabelen alleen op indirecte wijze ontwikkeling in kaart brengen. Hoe dat precies gebeurt, wordt ook met deze herziene formulering niet duidelijk. Met deze formulering is er in ieder geval geen noodzaak om te veronderstellen dat de effectvariabelen met toenemende leeftijd ook een toename laten zien, wat in de vorige versie van ZIEN! het geval was. In het algemeen is het de vraag of alle beschreven concepten nodig zijn om ZIEN! een theoretisch fundament te geven. De overgang van meetpretentie naar operationalisatie wordt systematisch en uitgebreid beschreven. Er zijn zeven door de leerkracht te beoordelen dimensies: de vijf effectvariabelen en de twee graadmeters. In de Verantwoording worden ze gedefinieerd en worden de operationalisatie, de relatie met ontwikkelingstaken, voorbeelden van manieren waarop de leerkracht de variabele als kenmerk van de leerling kan beïnvloeden en de normale ontwikkeling van de variabele beschreven. De beschrijving van de normale ontwikkeling is nu evenwichtiger, daar in de herziene versie minder nadruk is op heel jonge kinderen die niet tot de doelgroep van het instrument behoren. In de omschrijving van de stellingen worden twee versies gehanteerd, een voor de jonge kinderen (groep 1-4) en een voor de oudere (groep 5-8), met vrijwel gelijke omschrijvingen voor beide leeftijdsgroepen. Dit impliceert in feite dat de dimensies niet of nauwelijks kunnen worden gezien als directe effectvariabelen of ontwikkelingsdimensies. Hierbij past de toelichting dat de stellingen niet zo zeer direct betrekking hebben op ontwikkeling, maar op gedrag en functioneren waarbij de beoordelaar impliciet het kind vergelijkt met leeftijdgenoten en daarbij in zijn scoring het kind op relatieve wijze positioneert. Daarbij is het goed mogelijk dat deze relatieve positionering afhankelijk wordt gesteld van de snelheid of kwaliteit van het ontwikkelingsverloop, maar dit cruciale punt wordt nergens besproken of toegelicht. Die uitleg is wel belangrijk omdat in de theoretische onderbouwing veel aandacht wordt besteed aan ontwikkeling en ontwikkelingsprocessen. De beschrijving van het ontwikkelingsproces en de ruimte die daarin wordt gemaakt voor de inbreng van de leerkracht om de ontwikkeling te stimuleren en remediëren spreekt aan en vormt een sterk punt van het instrument. Daarmee wordt immers een duidelijke verbinding gelegd tussen meten en doen.

3 Kwaliteit van het Testmateriaal Papier-en-potloodversie N.v.t. Documentatie van Tests en Testresearch in Nederland Computerversie Alle testmateriaal is volledig gestandaardiseerd. De te beoordelen stellingen worden via een webbased service gepresenteerd. De observatie / beoordeling wordt uitgevoerd via dezelfde service welke ook de scoring en rapportage verzorgt. Er is sprake van een observatie- en beoordelingssysteem, waarbij de 28 stellingen en antwoordopties in de vorm van zogenoemde (concrete) signalen zijn beschreven. Inhoud, vorm en volgorde van de 28 positief geformuleerde stellingen zijn voor iedereen gelijk en de stellingen zijn vrij van kwetsende inhoud. Er zijn vier stellingen voor elk van de zeven categorieën (vijf effectvariabelen en twee graadmeters). Ze zijn geordend per categorie. De vier antwoordcategorieën zijn gesteld in termen van mate waarin de stelling klopt voor deze leerling. De betekenis van drie antwoordmogelijkheden is in neutrale frequentietermen geformuleerd ( nooit, geregeld, vaak ) en één is normatief ( te weinig ). De achtergrond van deze uitzondering wordt niet toegelicht. Het standaard antwoord is het klopt redelijk, maar benadrukt wordt dat deze optie zo weinig mogelijk gebruikt moet worden. De vraag is waarom deze optie dan gegeven wordt. Er wordt op gewezen dat de leerkracht de leerling altijd vergelijkt met leeftijdgenoten. Of dat voor de leerkracht ook geldt wanneer hij voor een leerling de lijst na een interval opnieuw invult, valt te betwijfelen. Bij elk item kan de gebruiker een toelichting aanklikken waaraan telkens een variabel aantal signalen (concrete gedragsvoorbeelden) is toegevoegd. De toelichting is veelal een herhaling van de itemformulering. Hoe de signalen zijn gekozen en waarop ze zijn gebaseerd blijft onvoldoende belicht. Het is tevens de vraag of de signalen iets toevoegen. Er zijn enkele voorbeelden te noemen uit de versie voor de groepen 1-4 die tot verwarring kunnen leiden. Rimpels rond de ogen zijn niet noodzakelijk een uiting van opgewektheid, een rode kleur wijst niet zonder meer op levenslust, weinig tegensputteren kan uit andere innerlijke toestanden voortkomen dan uit openstaan voor nieuwe plannen en voetstoots aannemen dat een ontspannen ogende leerling zichzelf durft te zijn lijkt voorbarig. Kortom, de signalen kunnen de objectief waarnemende leerkracht behalve helpen ook op een dwaalspoor zetten. Eens te meer pleit dit voor vervanging van de suggestie dat ZIEN! in de waarnemer objectiviteit bevordert door de suggestie dat het instrument de waarnemer helpt bij onbevooroordeelde betrokkenheid. Het leerlingprofiel wordt visueel helder weergegeven. Lage scores (centiel < 50) zijn aanleiding voor aanvullende vragen, waarop weer een antwoord aangeklikt moet worden waarna automatisch een indicatieuitspraak (kenschets van het probleem van de leerling) verschijnt. Er zijn drie graden van indicaties: actie gewenst, overweeg ondersteuning en overleg. De gebruikshandleiding beschrijft hoe eventuele indicatie-uitspraken tot stand komen. ZIEN! wordt als Software as a Service aangeboden door Driestar Onderwijsadvies via ParnasSys en is zodanig ontworpen dat fouten door onjuist gebruik kunnen worden vermeden. De gebruikshandleiding vermeldt eisen aan de IT omgeving. Voor de bediening van het programma is een helpfunctie voorhanden. De invuller kan zo veel als hij wil herzien. De stellingen (items) en de uitleg zijn in heldere taal geformuleerd. De vormgeving van de interface is overzichtelijk en aangenaam van kleuren. De stellingen worden overzichtelijk gepresenteerd, waarbij men onder de knop toelichtingen (signalen) kan oproepen. Scoren kan door per leerling alle stellingen langs te lopen of groepsgewijs door per stelling alle kinderen een score te geven. Of het toepassen van een bepaalde werkwijze effect heeft op de scoring is onduidelijk en lijkt niet onderzocht. De instructies zijn niet bedoeld voor een geteste maar voor de leerkracht die de lijst invult. De instructies in de gebruikshandleiding zijn helder en uitgebreid. De observatiesteekproef per kind wordt vrij gelaten, dat wil zeggen de leerkracht moet de leerling kennen en het te beoordelen gedrag op voldoende momenten in meer open werkvormen hebben waargenomen. In de gebruikshandleiding staat verder dat de leerkracht zeker van zijn zaak moet zijn en anders de observatie moet uitbreiden. De leerlingprofielen kunnen per leerling maar ook per groep leerlingen bekeken worden. Beide mogelijkheden stellen de leerkracht in staat het eigen handelen in te steken op de bevindingen.

4 De beveiliging is geregeld met een gebruikersnaam en wachtwoord die beide gevoelig zijn voor hoofd- en kleine letters. De veiligheid wordt daarbij bepaald door de voorzichtigheid die de gebruiker daaromtrent zelf in acht neemt. Kwaliteit van de Handleiding Er is een handleiding beschikbaar, welke vanaf de website te downloaden is. De handleiding bestaat uit een verantwoording en een gebruikshandleiding. Beide zijn duidelijk geschreven. Er wordt ook duidelijk naar elkaar verwezen. In de handleiding wordt gewezen op de wijze waarop men de technische verantwoording kan verkrijgen en dit wordt ook aangeraden. Hoe men de inhoud van de verantwoording dient te betrekken bij het gebruik van het instrument (bijvoorbeeld bij de scoring en interpretatie), komt wat minder goed uit de verf. De gebruikshandleiding bevat ruime aanwijzingen, ook voor de niet ingewerkte leerkracht. Het werken met het computerprogramma wordt tevens uitgebreid uitgelegd. Een begrippenindex in het deel Verantwoording zou het gebruik vergemakkelijken, net als het opnemen van de hoofdstuktitels in de koptekst naast de naam van het instrument. De gebruiksmogelijkheden van het instrument worden uitvoerig toegelicht en geconcretiseerd in de vorm van handelingsplannen die worden ontleend aan de testprofielen en indicatie-uitspraken. Of voor een leerling de aan het resultaat van ZIEN! ontleende handelingsplannen passen hangt echter in hoge mate samen met de pedagogische wijsheid en opmerkingsgave van de leerkracht. Er lijken weinig beperkingen te zijn in het gebruik, maar veel is daarover niet te lezen in de handleiding en toelichtingen. Dat geldt ook voor het gebruik van het instrument in het speciaal onderwijs. Dit had meer aandacht mogen krijgen, vooral omdat het mogelijk is dat leerkrachten in het speciaal onderwijs de vragenlijst systematisch op een andere manier invullen dan leerkrachten in het reguliere basisonderwijs. Zoals eerder aangegeven lijken leerkrachten vooral relatief te beoordelen. Dat wordt ook aangemoedigd door de tekst van de instructiekaart die aandringt op vergelijking met leeftijdgenoten. In het reguliere basisonderwijs is dit geen probleem omdat groepen homogeen op leeftijd zijn samengesteld. In het speciaal onderwijs echter is de heterogeniteit qua leeftijd in de groepen groter en kunnen de groepen gemiddeld qua niveau en wijze van sociaalemotioneel functioneren soms andere kenmerken hebben dan de groepen in het reguliere onderwijs. Dit kan consequenties hebben voor de beoordeling van de leerlingen. In de Verantwoording en de Gebruikshandleiding wordt geen samenvatting van de onderzoeksresultaten gegeven. Er worden uitgebreide voorbeelden gegeven van hoe testscores kunnen worden geïnterpreteerd, zowel individueel als op groepsniveau. Er zijn twee voorbeelden van een leerlingprofiel om de gebruikers te helpen de scores en de samenhang daartussen te begrijpen en om het perspectief te richten op zorgbehoefte en mogelijkheden (meer dan op problemen). Een voorbeeld van een groepsprofiel licht toe hoe zorgvragende leerlingen eventueel baat kunnen hebben bij een gezamenlijke aanpak en om de behoefte aan ondersteuning van de hele groep nader te kenschetsen. Er is tevens veel aandacht besteed aan de interpretatie van uitkomsten en de stap van uitkomsten naar indicatiestelling naar handelingsplannen. Wel ontbreekt hoe de leerkracht kan onderscheiden tussen bijvoorbeeld temperament of aard van het beestje en onwenselijk gedrag. Een stil, introvert kind hoeft immers geen sociaal-emotioneel probleem te hebben en hoeft geen dienovereenkomstige remediëring te krijgen. ZIEN! is bedoeld voor leerkrachten binnen de kaders van het basisonderwijs, er wordt geen verdere specificatie gegeven. De voor het gebruik van ZIEN! vereiste vaardigheden van de leerkrachten komen in het geheel niet aan de orde. Een voorwaarde bij de aankoop van ZIEN! is het volgen van een training van minimaal 2.5 uur. Informatie over de installatie van de software staat in de gebruikshandleiding. Het aan de praat krijgen van de test is nauwelijks een probleem omdat geen software hoeft te worden geïnstalleerd. Men kan het systeem en de opgeslagen data bereiken door in te loggen op een website. Dit wordt duidelijk uitgelegd. De bediening en mogelijkheden van de software worden tevens in de gebruikshandleiding uitgelegd. Onder een knop kan men ondersteuning vinden onder andere in de vorm van handleidingen en veelgestelde vragen. Men kan via deze knop ook contact leggen met een helpdesk; het protocol daarvoor wordt duidelijk

5 beschreven. ZIEN! is ondergebracht in ParnasSys. De betreffende software ziet er goed verzorgd en gebruiksvriendelijk uit. Aan zowel de technische als inhoudelijke handleiding is veel zorg besteed. Normen De normen zijn bepaald op basis van gegevens die zijn verzameld in het najaar van De normen zijn gebaseerd op grote steekproeven. In totaal zijn leerlingen in de normering betrokken, waarvan voor de jongste normgroep en voor de oudste normgroep. Uit deze steekproeven zijn vier gestratificeerde steekproeven getrokken, namelijk jongens in de groepen 1-4, jongens in de groepen 5-8, meisjes in de groepen 1-4 en meisjes in de groepen 5-8, met steekproefgroottes variërend van 389 tot 500. Er is sprake van een sample of convenience. Er is gebruik gemaakt van de vragenlijsten die in 2009 tussen 22 oktober en 16 december zijn ingevuld door leerkrachten in het primair onderwijs. Daarbij is er geen gegevensverzameling geweest die specifiek gericht was op normering, in die zin dat zorgvuldig een aselecte steekproef is gevormd op basis van een weloverwogen steekproefkader. Stratificatie heeft naast leeftijd (leerjaar) en sekse, plaatsgevonden op regio, formatiegewicht (% gewichtsleerlingen) en schooltype (regulier versus speciaal onderwijs). De mate van verstedelijking is niet meegenomen in de stratificatie, dit had gekund door de postcode van de scholen op te vragen. In de tabellen wordt aangetoond dat de verdeling voor de genoemde variabelen in de normgroep vrijwel gelijk is aan die in de populatie, al is de beschrijving soms wat onoverzichtelijk. Alleen de regio s Noord en Zuid zijn lichtelijk ondervertegenwoordigd ten opzichte van de landelijke verdeling. Etniciteit wordt niet apart meegenomen, vermoedelijk omdat leerling-gewicht zwaarder weegt. Er wordt toegelicht waarom voor speciaal onderwijs geen aparte normering wordt gemaakt. Door het gebruik van een sample of convenience kan weliswaar niet worden uitgesloten dat de normgroepen een systematische bias vertonen ten opzichte van de populatie in de scores op het instrument, maar de kans daarop is vrij klein te noemen. Op basis van de gehanteerde procedures lijkt representativiteit voldoende gegarandeerd. Daar komt bij dat er sprake is van een vrij grove normering in termen van kwartielscores, zodat eventuele kleine afwijkingen weinig betekenis hebben. De normen zijn gebaseerd op rangorde (een aanpassing van het door het CITO gebruikte A t/m E systeem tot kwartielen). Gegevens over de scoreverdeling betreffen meisjes en jongens afzonderlijk omdat hun sociaal-emotionele ontwikkeling verschilt en omdat veel gedragsvragenlijsten onderscheid in sekse maken. Onderscheid tussen onder- en bovenbouw wordt verantwoord in de Uitgangspunten. Het bezwaar van mogelijke vertekening door de niet aselect getrokken steekproef wordt besproken. Zowel het type normschaal als de verdeling in kwartielen sluit goed aan bij het doel van het instrument. De zogeheten kommagetallen uit de vorige handleiding worden nu niet meer gebruikt. De beschrijvende gegevenstabellen zijn voldoende informatief. Er zijn afzonderlijke tabellen voor beide leerjaargroepen. Elke tabel toont per effectvariabele en graadmeter, afzonderlijk voor jongens en meisjes, het aantal leerlingen, de gemiddelde score, de standaardfout van het gemiddelde, de standaardmeetfout, de scheefheid, kurtosis, de t-waarde en de effectgrootte. De verschillen tussen seksegroepen worden getoond voor de vijf effectvariabelen en de twee graadmeters, afzonderlijk voor de groepen 1-4 en de groepen 5-8. Een aantal schalen toont verschillen tussen jongens en meisjes met een gemiddelde effectgrootte. Er zijn geen afzonderlijke normen ontwikkeld voor (diverse vormen van) speciaal (basis)onderwijs en deze keuze wordt toegelicht. Verder is het gezien de geringe verschillen in gemiddelde scores de vraag of afzonderlijke normering naar leerjaar (groepen 1-4 versus groepen 5-8) wel echt nodig was. Dit wordt niet afdoende onderbouwd. De standaardmeetfout is systematisch berekend en vermeld. Er worden geen betrouwbaarheidsintervallen gerapporteerd en het gebruik ervan wordt ook niet toegelicht. Betrouwbaarheid Er wordt van uitgegaan dat ZIEN! is bedoeld voor minder belangrijke beslissingen (zie COTAN beoordelingssysteem). Relevant worden geacht betrouwbaarheidsgegevens gebaseerd op inter-itemrelaties, testhertestonderzoek en interbeoordelaarsonderzoek. Bij verschillende uitkomsten geeft laatstgenoemde de doorslag.

6 Het instrument bestaat uit zeven subschalen met elk vier vierpunts beoordelingsschaaltjes. Voor alle vier de normgroepen zijn alpha s bepaald per subschaal. De waarden variëren tussen.82 en.90 en zijn dus hoog te noemen. Hierbij moet de kanttekening worden geplaatst dat dergelijke waarden vrij gebruikelijk zijn bij subjectieve beoordelingen. Daarbij geldt doorgaans: hoe hoger het aantal schaalpunten, des te hoger alpha. Zelfs bij geringe aantallen items is alpha dan al snel aan de hoge kant. De inter-itemcorrelaties zijn bepaald aan de hand van r it per normgroep en in een tabel weergegeven. De r it waarden variëren in de onderbouw bij jongens tussen.65 en.83, bij meisjes tussen.60 en.80 en in de bovenbouw bij jongens tussen.59 en.84, en bij meisjes tussen.58 en 81. Deze waarden zijn zonder meer hoog te noemen. Er is test-hertest onderzoek gedaan in 2011, waarbij alle scholen op zorgvuldige wijze werden benaderd met het verzoek om mee te doen aan het test-hertestonderzoek. Dit betrouwbaarheidsonderzoek vormt een aanvulling op het eerder gerapporteerde onderzoek. Er werden 311 leerlingen tweemaal beoordeeld, met een interval van vijf weken, verdeeld over alle vier de normgroepen. Qua regionale spreiding zijn het Oosten en Zuiden ondervertegenwoordigd. Voor ZIEN! voor de groepen 1-4 liggen alle test-hertestcorrelaties boven.70 (regelmatig zelfs boven.80), met één uitzondering voor Inlevingsvermogen (meisjes:.69). Geen van de verschillen tussen test en hertest zijn significant. Opmerkelijk is dat de testhertestbetrouwbaarheden voor ZIEN! voor de groepen 5-8 behoorlijk wat lager liggen. Ook hier echter zijn elf van de veertien coëfficiënten groter dan.70. De verschillen tussen test en hertest zijn voor deze groep significant voor beide graadmeters en voor de effectvariabele Inlevingsvermogen bij de jongens en bij de meisjes voor Sociale autonomie. De vraag is wat hier de verklaring voor is. Gaan de leerlingen in vijf weken beter functioneren of is er sprake van een of ander beoordelaarseffect?. Hier wordt niet op ingegaan. Voor 253 leerlingen is twee maal onafhankelijk van elkaar binnen een maand een oordeel uitgebracht door twee duo-leerkrachten. In de Verantwoording (p. 57, Procedure dataverzameling) staat dat beide leerkrachten de lijsten onafhankelijk van elkaar invulden, maar in Bijlage 5 (p. 92, Instructies voor betrouwbaarheidsonderzoek (Inter-beoordelaars)) staat dat de leerkrachten de lijst op verschillende dagen moeten invullen maar dat dit zonder weet van elkaars beoordelingen moet gebeuren. De resultaten worden helaas alleen gerapporteerd op het niveau van de ruwe schaalscores in de vorm van correlaties. Verder geven correlaties op schaalniveau onvoldoende zicht op de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Men had gemakkelijk op itemniveau overeenstemmingsmaten kunnen berekenen, zoals een (gewogen) kappa. De relevantie van de analyses die gerapporteerd worden in tabel 6.2 en 6.3 is twijfelachtig. De correlaties worden nu (terecht) gerapporteerd voor alle vier de normgroepen afzonderlijk (dit in tegenstelling tot de eerder beoordeelde versie). Opnieuw is onze conclusie dat de interbeoordelaarsbetrouwbaarheden in veel gevallen te laag zijn. Hierbij kan de scheefheid van de verdeling van de betreffende scores een rol spelen (zowel op item- als op somscoreniveau), maar dit is verder niet onderzocht en/of toegelicht. Ten slotte: De deelnemende leerkrachten aan het onderzoek waren op standaardwijze getraind. Het is de vraag of dit in de praktijk altijd het geval zal zijn, ook al is er een - bij aankoop - verplichte training van minimaal 2,5 uur. Dit zou de toch al laag uitvallende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid nog verder negatief kunnen beïnvloeden. Samenvattend: De interne consistentie is in orde en zelfs hoog te noemen en het test-hertestonderzoek levert bevredigende resultaten op. Er zijn tamelijk grote vraagtekens bij de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Daarom is het van belang dat de leerkrachten die met ZIEN! werken een training volgen, zoals wordt aanbevolen. Nader onderzoek naar de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van ZIEN! is gewenst. Begripsvaliditeit Er wordt een intercorrelatiematrix gegeven voor de zeven subschalen en de resultaten van een principale componenten factoranalyse, dit voor alle vier de normgroepen afzonderlijk. In tegenstelling tot de eerder beoordeelde versie worden de Eigenwaarden en factorladingen gegeven. Uit de gepresenteerde resultaten wordt duidelijk dat de veronderstelde factoren (subschalen) over het algemeen goed worden teruggevonden, met uitzondering van item 1 voor ZIEN! voor de groepen 1-4, dat zowel op Betrokkenheid als op Welbevinden laadt. De items voor Sociaal initiatief enerzijds en die voor Sociale autonomie anderzijds lijken de grootste problemen te geven. De items 17 en 18 trekken wat te sterk richting Sociaal initia-

7 tief. Bij de versie voor de groepen 1-4 is Sociale autonomie bij de meisjes zelfs helemaal verdwenen en opgegaan in Sociaal initiatief. Overigens, bij de factoranalyses voor meisjes in de groepen 1-4 lijkt de kolom voor Impulsbeheersing naar links te zijn opgeschoven en dus niet correct in de tabel geplaatst. De Eigenwaarden zijn merendeels groter dan 1. De zeven componenten verklaren in de vier normeringsteekproeven meer dan 70% van de variantie. De correlaties tussen de variabelen verschillen sterk, bijvoorbeeld bij de jongere leerlingen van 41% op Impulsbeheersing tot 2,3% op Sociale flexibiliteit. Kortom, een redelijk aantal van de op grond van de theorie verwachte subbegrippen manifesteert zich als componenten van sociaal-emotioneel functioneren. Hetzelfde geldt voor het patroon van intercorrelaties en de interpretatie daarvan. Er worden analytische gegevens verstrekt over de items. Er is sprake van hoge item-restcorrelaties binnen de subschalen. De verdelingen van de itemscores zijn sterk scheef verdeeld (wat wellicht consequenties heeft voor de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid; zie eerder), maar dat is niet ongebruikelijk voor dit type gedragsbeoordelingsschalen. Factoranalyses en correlatiematrices zijn er voor alle vier de normgroepen. Zij lijken sterk op elkaar en zijn derhalve invariant (wat op zich opmerkelijk is gezien het grote leeftijdsverschil). Er zijn wat verschillen en die hebben vooral te maken met de onderscheidbaarheid van items voor Sociale autonomie en Sociaal initiatief, die is voor meisjes in de groepen 1-4 gering. Verder variëren de correlaties tussen de schalen van de zeven uitkomstvariabelen nogal: bij de jongens in de groepen 1-4 van -.03 tot.74, bij de meisjes in de groepen 1-4 van -.08 tot.78, bij de jongen in de groepen 5-8 van.04 tot.70 en bij de meisjes in de groepen 5-8 van -.04 tot.76. Waarom de vele positieve correlaties tussen de vijf vaardigheden of effectvariabelen en de twee graadmeters betekent dat pro-sociale kinderen positief staan tegenover school (p. 64, Verantwoording) is niet duidelijk op te maken uit deze relaties. Ook omdat de houding van de kinderen tegenover school niet als zodanig wordt geïnventariseerd. Er zijn analyses uitgevoerd naar vraagonzuiverheid voor sekse voor beide versies van ZIEN!. Met behulp van de Mantel-Haenszelprocedure werden bij sommige items significante verschillen gevonden, maar die zijn er bij deze N al gauw. De auteurs concluderen daarom terecht dat er geen of nauwelijks sprake is van DIF. Gegevens over de convergente validiteit betreffen correlaties met de Blikvanger 5-13 en de Gedragsvragenlijst voor leerkrachten (TRF). De keuze viel op deze instrumenten omdat ze - op onderdelen - vergelijkbare constructen hanteren, door volwassenen op basis van observaties worden ingevuld, en omdat ze door de COTAN als minimaal voldoende zijn beoordeeld. Een verschil tussen Blikvanger en Zien! enerzijds en TRF anderzijds is dat beide eerstgenoemde instrumenten gedrag van kinderen inventariseren en de TRF meer gericht is op probleemgedrag. Bij de interpretatie van de uitslagen wordt hier rekening mee gehouden. Er zijn (in tegenstelling tot de eerder beoordeelde versie) hypothesen geformuleerd ten aanzien van de te verwachten samenhangen. Een flink aantal van de geformuleerde hypothesen wordt bevestigd, enkele echter verworpen. Daarnaast zijn er ook significante correlaties in gevallen waarvoor vooraf geen hypothesen werden geformuleerd. Dit komt voor een deel doordat per subschaal maar één of enkele voorspellingen werden gedaan. Voor een ander deel is er het probleem dat er een hoge mate van samenhang is tussen veel subschalen (zoals de intercorrelatiematrix laat zien). Ten slotte zijn in sommige gevallen geen hypothesen opgesteld, terwijl dit wel verwacht had kunnen worden. De hoge negatieve correlatie tussen Impulsbeheersing van ZIEN! en Externaliserende problematiek van TRF had bijvoorbeeld vooraf verwacht en onderbouwd kunnen worden. Uit de negatieve verbanden tussen TRF-scores en ZIEN!-scores zou de discriminante validiteit afgeleid kunnen worden, immers, ZIEN! betreft pro-sociaal gedrag en de TRF betreft probleemgedrag. Verschillen tussen relevante groepen worden niet onder validiteit besproken. Eerder in de verantwoording worden gemiddelden en standaarddeviaties gegeven voor jongens en meisjes en voor de twee normgroepen afzonderlijk. Deze worden voor sekse geanalyseerd en getoetst, maar niet in termen van validiteit geinterpreteerd. Verschillen in gemiddelden tussen onderscheiden groepen (naar regio, schooltype en formatiegewicht) worden in de bijlagen gepresenteerd, maar niet in termen van validiteit geïnterpreteerd. Verschillen tussen leerlingen in het regulier basisonderwijs en speciaal basisonderwijs worden niet verwacht en ook niet gezocht. Het onderzoeken van de samenhang met leerling-gewichtgroepen zou interessant zijn.

8 Samenvattend: De procedures en verslaglegging zijn zorgvuldig. De onderbouwing van de begripsvaliditeit is ten opzichte van de eerder beoordeelde versie aanzienlijk verbeterd, met name door een adequatere onderbouwing van hypothesen en een meer volledige presentatie van de resultaten. Het beeld is over het algemeen bevredigend: de verwachtingen worden grotendeels onderbouwd door de data, aan de andere kant blijven nog vraagtekens bestaan en worden soms verwachtingen niet bevestigd. De variatie in de uitkomstmaten maakt onzeker of vooral in de jongere leeftijdsgroepen de lijst optimaal is voor het meten van sociaal-emotionele ontwikkeling. Criteriumvaliditeit Er worden geen gegevens over de criteriumvaliditeit verstrekt. In het licht van de beschreven gebruiksdoelen lijkt criteriumvaliditeit niet aan de orde (ook al wordt dit niet expliciet door de constructeurs aangegeven). Als het instrument toch voor predictieve doeleinden zou worden gebruikt, moet de criteriumvaliditeit als onvoldoende worden beoordeeld op basis van gebrek aan onderzoek.

Theoretische achtergrond ZIEN! Publieksversie van de ZIEN!-verantwoording d.d. april 2012

Theoretische achtergrond ZIEN! Publieksversie van de ZIEN!-verantwoording d.d. april 2012 Theoretische achtergrond ZIEN! Publieksversie van de ZIEN!-verantwoording d.d. april 2012 Waarom pedagogisch expertsysteem ZIEN!? Omdat het belangrijk is dat ook de school kinderen volgt bij het sociaal-emotioneel

Nadere informatie

VERANTWOORDING PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! Gouda, februari 2011. Dr. N.A. Broer Drs. B. Haverhals Drs. G.M. van Maaswaal

VERANTWOORDING PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! Gouda, februari 2011. Dr. N.A. Broer Drs. B. Haverhals Drs. G.M. van Maaswaal VERANTWOORDING PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS Gouda, februari 2011 Dr. N.A. Broer Drs. B. Haverhals Drs. G.M. van Maaswaal Driestar Onderwijsadvies Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

VERANTWOORDING PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS. Dr. N.A. Broer Drs. B. Haverhals H.L. de Bruin MSc

VERANTWOORDING PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS. Dr. N.A. Broer Drs. B. Haverhals H.L. de Bruin MSc VERANTWOORDING PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS Dr. N.A. Broer Drs. B. Haverhals H.L. de Bruin MSc April 2012 VERANTWOORDING PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS

Nadere informatie

SCOL Sociale Competentie Observatielijst. Analyse doelen Jonge kind

SCOL Sociale Competentie Observatielijst. Analyse doelen Jonge kind SCOL Sociale Competentie Observatielijst Analyse doelen Jonge kind Maart 2013 Verantwoording 2013 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan

Nadere informatie

Ouderinformatie over ZIEN!

Ouderinformatie over ZIEN! Ouderinformatie over ZIEN! Algemene ouderavond 1 november 2012 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys ZIEN op school Aandacht voor het sociaal-emotioneel functioneren van kinderen. Sanne

Nadere informatie

Inspectie van het Onderwijs en ZIEN!

Inspectie van het Onderwijs en ZIEN! Inspectie van het Onderwijs en ZIEN! Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs November 2009 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys De (meer)waarde van het expertsysteem ZIEN! Argumentatie

Nadere informatie

Toelichting zeven dimensies

Toelichting zeven dimensies Toelichting zeven dimensies Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs December 2009 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys Inhoudsopgave Zeven dimensies 3 1. De kwaliteitsdimensies

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 6 Dit proefschrift gaat over de ontwikkeling van een instrument om sociale competentie van basisschoolleerlingen te meten. Het doel van die meting is om aanknopingspunten te bieden voor het bevorderen

Nadere informatie

Verantwoording. ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school. 6 juni 2017

Verantwoording. ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school. 6 juni 2017 Verantwoording ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school 6 juni 2017 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wet Veiligheid op school... 3 Toezicht inspectie op de zorgplicht... 3 Definities... 3 Betrouwbaarheid

Nadere informatie

Zien! Uitgebreide productinformatie

Zien! Uitgebreide productinformatie Zien! Uitgebreide productinformatie Datum laatste aanpassing: 18-01-2019 Onderwijsinstellingen maken in toenemende mate gebruik van digitale toepassingen binnen het onderwijs. Bij het gebruik en levering

Nadere informatie

NEDERLANDS INSTITUUT VAN PSYCHOLOGEN Commissie Testaangelegenheden Nederland. Beoordeling van de AMN Eindtoets 2016

NEDERLANDS INSTITUUT VAN PSYCHOLOGEN Commissie Testaangelegenheden Nederland. Beoordeling van de AMN Eindtoets 2016 NEDERLANDS INSTITUUT VAN PSYCHOLOGEN Commissie Testaangelegenheden Nederland Beoordeling van de AMN Eindtoets 2016 Beoordeling 2015 onvoldoende* voldoende goed 1. Uitgangspunten x 2. Kwaliteit testmateriaal

Nadere informatie

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind Observatielijst peuters Analyse doelen Jonge kind Mei 2016 Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande

Nadere informatie

COTAN: kwaliteit van tests en testgebruik

COTAN: kwaliteit van tests en testgebruik COTAN: kwaliteit van tests en testgebruik dr. Iris J.L. Egberink Eindredacteur Testbeoordelingen, COTAN Universitair Docent, Psychometrie & Statistiek, Rijksuniversiteit Groningen VOCAP 35 jaar Academische

Nadere informatie

Verantwoording. ZIEN! Leerling 5-8 Veiligheidsbeleving. Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs. Gouda, oktober 2017

Verantwoording. ZIEN! Leerling 5-8 Veiligheidsbeleving. Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs. Gouda, oktober 2017 Verantwoording ZIEN! Leerling 5-8 Veiligheidsbeleving Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs Gouda, oktober 2017 C.P. van Elst MSc Drs. B. Haverhals S.W. van der Klooster-Sturm MA Driestar onderwijsadvies

Nadere informatie

ZIEN! en inspectie. Handreiking voor de directie e.a. Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs. 8 maart 2013

ZIEN! en inspectie. Handreiking voor de directie e.a. Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs. 8 maart 2013 ZIEN! en inspectie Handreiking voor de directie e.a. Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs 8 maart 2013 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys Inleiding Vanaf 1 maart 2013 neemt

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Leerkrachtversie Informant: Jan Jansen Leerkracht INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst

Nadere informatie

ZIEN! Pedagogisch expertsysteem voor het basisonderwijs

ZIEN! Pedagogisch expertsysteem voor het basisonderwijs ZIEN! Pedagogisch expertsysteem voor het basisonderwijs 1 Wat is ZIEN!? Het pedagogisch expertsysteem ZIEN! is een krachtig instrument om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen van groep 1 t/m

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Verder met ZIEN! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school

Verder met ZIEN! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school Verder met ZIEN! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school ZIEN! en de fasen van het schoolontwikkelingsmodel ZIEN! werkt systematisch en transparant, wanneer alle fasen van handelingsgericht

Nadere informatie

TOELICHTING ZEVEN DIMENSIES PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS

TOELICHTING ZEVEN DIMENSIES PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS TOELICHTING ZEVEN DIMENSIES PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS Update Maart 2011 Inhoudsopgave Zeven dimensies... pag. 3 De kwaliteitsdimensies of graadmeters... pag. 4 1. Welbevinden...

Nadere informatie

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING We meten op onze school twee keer per jaar het sociaal-emotionele functioneren van onze leerlingen mee. Dat doen we met VISEON van Cito. Viseon staat voor Volg Instrument

Nadere informatie

TOELICHTING ZEVEN DIMENSIES PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS

TOELICHTING ZEVEN DIMENSIES PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS TOELICHTING ZEVEN DIMENSIES PEDAGOGISCH EXPERTSYSTEEM ZIEN! VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS Update Februari 2013 Inhoudsopgave Zeven dimensies... pag. 3 De kwaliteitsdimensies of graadmeters... pag. 4 1. Welbevinden...

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest Versie 1.0 (c) Mei 2008, Dr Edwin van Thiel Copyright 123test alle rechten voorbehouden info@123test.nl 1 Over de Nederlandse persoonlijkheidstest Dit document

Nadere informatie

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores Inhoud Voorwoord 9 1 Inleiding 13 1.1 Kenmerken van de SON-R 6-40 13 1.2 Geschiedenis van de SON-tests 14 1.3 Aanleiding voor de revisie van de SON-R 5V-17 17 1.4 De onderzoeksfasen 18 1.5 Indeling van

Nadere informatie

Observatiekladblok ZIEN!

Observatiekladblok ZIEN! Het observeren/ waarnemen Het observatiekladblok is een hulpmiddel in de fase van het waarnemen. Door de ZIEN! begrippen te kennen, gedrag te herkennen kun je scherper observeren. Wanneer je weet waar

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Stellingen en normering leerlingvragenlijst

Stellingen en normering leerlingvragenlijst Stellingen en normering leerlingvragenlijst Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs 3.0 oktober 2014 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys ZIEN!PO leerlingvragenlijst 3.0 Stellingen

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam

Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot 2009 Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Colofon Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot 2009 In opdracht van Stichting Kennisnet IVO Heemraadssingel

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

ZIEN!VO HANDLEIDING VOOR VERZORGERS. Version 2.8-SNAPSHOT

ZIEN!VO HANDLEIDING VOOR VERZORGERS. Version 2.8-SNAPSHOT ZIEN!VO HANDLEIDING VOOR VERZORGERS Version 2.8-SNAPSHOT Inhoudsopgave Inleiding................................................................................... 1 1. Wat is ZIEN!VO?..........................................................................

Nadere informatie

Leesvaardigheid en leesattitude:

Leesvaardigheid en leesattitude: Leesvaardigheid en leesattitude: een onderzoek bij 520 kinderen van 6 tot 12 jaar als basis voor nieuwe leestests: LVT1-6 en LAT 2-6 Hilde Niessen Ronny Boey 36ste VVL Congres 20 maart 2015 Inleiding lezen

Nadere informatie

Vragen oefententamen Psychometrie

Vragen oefententamen Psychometrie Vragen oefententamen Psychometrie 1. Hoe wordt betrouwbaarheid in de klassieke testtheorie gedefinieerd? a) De variantie van de error scores gedeeld door die van de geobserveerde scores. b) De variantie

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E.

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. Uitgebreide toelichting van het meetinstrument De Klepel 0 september 2011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Een- Minuut-Test (EMT) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Een- Minuut-Test (EMT) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Een- Minuut-Test (EMT) 17 oktober 011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review : M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Lichaamsregi o Aandoening

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Ouderversie Informant: Mevrouw Bakker Ouder INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst waarmee

Nadere informatie

Viseon voor kleuters. Analyse doelen Jonge kind

Viseon voor kleuters. Analyse doelen Jonge kind Viseon voor kleuters Analyse doelen Jonge kind Mei 2016 Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande

Nadere informatie

NEDERLANDS INSTITUUT VAN PSYCHOLOGEN Commissie Testaangelegenheden Nederland. Beoordeling van de SON-R 6-40, 2011.

NEDERLANDS INSTITUUT VAN PSYCHOLOGEN Commissie Testaangelegenheden Nederland. Beoordeling van de SON-R 6-40, 2011. NEDERLANDS INSTITUUT VAN PSYCHOLOGEN Commissie Testaangelegenheden Nederland Beoordeling van de SON-R 6-40, 2011 Beoordeling 2012 1. Uitgangspunten bij de testconstructie: Goed 2. Kwaliteit van het testmateriaal:

Nadere informatie

Verantwoording ZIEN! Leerling 5-8 Sociale vaardigheden

Verantwoording ZIEN! Leerling 5-8 Sociale vaardigheden Verantwoording ZIEN! Leerling 5-8 Sociale vaardigheden Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs Gouda, november 2016 Dr. N.A. Broer Drs. B. Haverhals A. Grootenhuis BSc S.W. van der Klooster-Sturm

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument ComVoor Voorlopers in communicatie 31 oktober 2011 Review M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig.

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig. Paper 1 Ontwerpplan Criterium Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Excellent Probleembeschrijving Paper maakt niet duidelijk welk probleem (welke wens) centraal staat en om welke reden. Paper beschrijft

Nadere informatie

Inhoud VOORWOORD 11 INLEIDING 13 DEEL 1 HANDLEIDING 15 1 OPBOUW HANDLEIDING 17

Inhoud VOORWOORD 11 INLEIDING 13 DEEL 1 HANDLEIDING 15 1 OPBOUW HANDLEIDING 17 5 Inhoud VOORWOORD 11 INLEIDING 13 DEEL 1 HANDLEIDING 15 1 OPBOUW HANDLEIDING 17 2 MEETPRETENTIE 18 2.1 Herkomst opvoedingsinzet 18 2.2 Herkomst opvoedingsbeleving 20 2.3 Herkomst attributies van opvoedingsmoeilijkheden

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

Toelichting bij deze handelingssuggestie Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst Aanpak Leerdoelen...

Toelichting bij deze handelingssuggestie Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst Aanpak Leerdoelen... Welbevinden Relatie met andere kinderen INHOUD Toelichting bij deze handelingssuggestie... 1 Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst... 2 Aanpak... 2 Leerdoelen... 2 Pedagogische interventies...

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Toelichting op de Voorbeeldnotitie Ambitie Sociale competenties

Toelichting op de Voorbeeldnotitie Ambitie Sociale competenties Toelichting op de Voorbeeldnotitie Ambitie Sociale competenties Voor u ligt een voorbeeld voor een beleidsnotitie. Een collectieve ambitie hebben voor sociale competenties is een drijvende kracht onder

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) Instrument Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) De VISK is ontwikkeld om sociaal probleemgedrag van kinderen met (mildere) varianten van pervasieve ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Verder met Zien! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school

Verder met Zien! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school Verder met Zien! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school Zien! en de fasen van het schoolontwikkelingsmodel Zien! werkt systematisch en transparant, wanneer alle fasen van handelingsgericht

Nadere informatie

Competency Check. Datum:

Competency Check. Datum: Competency Check Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Handleiding ZIEN!-leerlingvragenlijst

Handleiding ZIEN!-leerlingvragenlijst Handleiding ZIEN!-leerlingvragenlijst Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs Versie 3.1 - Oktober 2012 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys Inhoud Inleiding 3 A - Het gebruik

Nadere informatie

Rotterdamse Observatielijst Peuter Kleuter. Analyse doelen Jonge kind

Rotterdamse Observatielijst Peuter Kleuter. Analyse doelen Jonge kind Rotterdamse Observatielijst Peuter Kleuter Analyse doelen Jonge kind Maart 2013 Verantwoording 2013 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

REKENEN-BASISBEWERKINGEN VOOR GROEP 3 TOT EN MET 8

REKENEN-BASISBEWERKINGEN VOOR GROEP 3 TOT EN MET 8 REKENEN-BASISBEWERKINGEN VOOR GROEP 3 TOT EN MET 8 Uitgangspunten van de Testconstructie Rekenen-Basisbewerkingen voor groep 3 tot en met 8 is een reeks toetsen die ontwikkeld is om te toetsen in hoeverre

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015 JGZrichtlijn Autismespectrumstoornissen Bijlage Kenmerken van ASS specifieke instrumenten CBCL Gedrags Vragenlijst voor Kinderen / Child Behavior Checklist. Nieuwste versie 2003 De CBCL biedt geen diagnose,

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 256-4 Datum 07.10.2014 Leerkrachtversie Informant: Neeltje Smit Leerkracht DESSA Interpretatie 3 / 20 INTERPRETATIE De DESSA biedt informatie

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het

Nadere informatie

Marieke de Vries. 20 september 2006. 360 feedback

Marieke de Vries. 20 september 2006. 360 feedback Marieke de Vries 0 september 006 60 feedback Inhoudsopgave Inleiding Basisgegevens van de rapportage Geselecteerde competenties Toelichting overzichten 6 Algemeen overzicht 8 Gedetailleerd overzicht 9

Nadere informatie

Toelichting op de resultaten van de korte enquête (quick scan) René Alberts juni 2011

Toelichting op de resultaten van de korte enquête (quick scan) René Alberts juni 2011 Toelichting op de resultaten van de korte enquête (quick scan) René Alberts juni 2011 Inleiding In deze toelichting wordt eerst een kopie van de korte enquête getoond zodat helder is welke vragen aan de

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

CHECKLIST KLASKLIMAAT

CHECKLIST KLASKLIMAAT CHECKLIST KLASKLIMAAT I. NAAM INSTRUMENT Checklist Klasklimaat II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal Basisonderwijs (kleuter- en lager), secundair onderwijs

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Werkdocument resultaatafspraken vroegscholen (basisschool groep 1-2)

Werkdocument resultaatafspraken vroegscholen (basisschool groep 1-2) Werkdocument resultaatafspraken vroegscholen (basisschool groep 1-2) Geadviseerd wordt om elk jaar het formulier verantwoording te downloaden zodat de meest recente versie wordt gebruikt. Omdat er met

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

1. Woorden-Boek.nl, geraadpleegd op 3 juni 2015.

1. Woorden-Boek.nl,  geraadpleegd op 3 juni 2015. In deze presentatie wordt het basisprincipe van het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek getoond: De empirische cyclus. De empirische cyclus beschrijft de stappen die genomen moeten worden om kennis

Nadere informatie

Literatuuronderzoek Samenvatting en conclusies... 2. Praktijkonderzoek Beantwoording van de onderzoeksvragen... 4. Deelvraag 1... 4. Deelvraag 2...

Literatuuronderzoek Samenvatting en conclusies... 2. Praktijkonderzoek Beantwoording van de onderzoeksvragen... 4. Deelvraag 1... 4. Deelvraag 2... Inhoud Literatuuronderzoek Samenvatting en conclusies... 2 Praktijkonderzoek Beantwoording van de onderzoeksvragen... 4 Deelvraag 1... 4 Deelvraag 2... 5 Deelvraag 3... 6 Probleemstelling... 7 Literatuur...

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

De beoordeling van tests en toetsen door de COTAN: Meetinstrumenten de maat genomen Arne Evers

De beoordeling van tests en toetsen door de COTAN: Meetinstrumenten de maat genomen Arne Evers RCEC Conferentie 19 november 2008 De beoordeling van tests en toetsen door de COTAN: Meetinstrumenten de maat genomen Arne Evers Coördinator Testbeoordelingen van de Commissie Test- Aangelegenheden Nederland

Nadere informatie

Samenvatting. Moving towards independence? 103

Samenvatting. Moving towards independence? 103 Samenvatting Moving towards independence? 103 In dit proefschrift wordt verslag gedaan van de evaluatie van het bewegingsgerichte Amerikaanse curriculum Mobility Opportunities Via Education (MOVE) bij

Nadere informatie

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items 1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items item Persoon 1 2 3 1 1 0 0 2 1 1 0 3 1 0 0 4 0 1 1 5 1 0 1 6 1 1 1 7 0 0 0 8 1 1 0 Er geldt: (a) de p-waarden van item 1 en item 2 zijn

Nadere informatie

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) In de VMBO stroom van het ACL wordt sinds het schooljaar 2016-2017 expliciet aandacht besteed aan de leergebied overstijgende (LGO)

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Observatielijst VISEON voor kleuters

Observatielijst VISEON voor kleuters Primair onderwijs Cito Volgsysteem (LOVS) Observatielijst VISEON voor kleuters Sociaal-emotioneel functioneren duidelijk in beeld Tijdwinst en meer gemak dankzij digitale observatielijsten Doorgaande lijn

Nadere informatie

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument (herhaling) Interne consistentie: Cronbach s alpha Voorbeeld:

Nadere informatie

Beoordelingssysteem. voor de. Kwaliteit van Tests

Beoordelingssysteem. voor de. Kwaliteit van Tests Beoordelingssysteem voor de Kwaliteit van Tests Deel 2 * Ingekort en aangepast voor de opdracht Diagnostiek en Testtheorie COTAN, Commissie Testaangelegenheden Nederland van het Nederlands Instituut van

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST 12 December 2011 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Theoretische achtergrond Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Voorbeelditems TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Handleiding ZIEN!-leerlingvragenlijst

Handleiding ZIEN!-leerlingvragenlijst Handleiding ZIEN!-leerlingvragenlijst Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs Versie februari 2014 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys Inhoud Inleiding 3 A - Het gebruik van

Nadere informatie

1. Uitgangspunten van de toetsconstructie

1. Uitgangspunten van de toetsconstructie 1. Uitgangspunten van de toetsconstructie Bij onderstaande beoordeling van de kwaliteitsaspecten met bijbehorende codes van het voornoemde beoordelingskader worden passages uit de wetenschappelijke verantwoording

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Introductie Met de REQUEST methode wordt getracht de participatie van het individu in hun eigen mobiliteit te vergroten. Hiervoor moet het individu voldoende

Nadere informatie

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument Inleiding SPSS Hiervoor lezen:

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie