Je kan gerust een selectie maken uit de opdrachten om de speelduur in te korten.

Transcriptie

1 Opdrachten Goede School spel De opdrachten zijn verdeeld in drie niveaus: * Toegankelijk; gemakkelijke opdracht ** Opdracht tussen gemakkelijk en moeilijk *** Moeilijke opdracht; grote uitdaging Je kan gerust een selectie maken uit de opdrachten om de speelduur in te korten. We raden wel aan om alle situaties (8 speelkaarten) voor te stellen aan de leerlingen. Zo krijgen ze de volledige inhoud van dit spel mee. Het is wel leuk om van elke component toch één van de twee opdrachten uit te voeren. 1

2 Goed opgeleide leerkracht COLOMBIA In Colombia leren de kinderen klapspelletjes, net zoals hier bij ons. Doe je mee? Klapspelletjes legende Klap in de handen Klap op rechter bovenbeen Klap op linker bovenbeen Stamp rechter voet Stamp linker voet * Een eenvoudig ritme dat telkens wordt herhaald. Zie (of zoek op Youtube: 6 Bodypercussie 3) Herhaal het ritme. Hoe lang kunnen jullie het samen volhouden? ** Dit klapspelletje is wat ingewikkelder door het gebruik van handen, benen en voeten. Zie (of zoek op Youtube: 1 Bodypercussie 1) Herhaal het ritme. Hoe lang kunnen jullie het samen volhouden? *** Dit is een uitdaging: je kan nu met deze twee ritmes verschillende combinaties maken. Of je kan een eigen ritme uitwerken. 2

3 Goed opgeleide leerkracht CONGO Leerkrachten worden graag gewaardeerd voor hun werk. Dat doen we door hen te bedanken, maar het loon dat ze verdienen moet hen ook de kans geven om van te leven. Materiaal: muntjes of blokjes of jetons * Inlevingsopdracht gemakkelijk Zeg tegen een leerling dat hij de leerkracht is. Om meester of juf te zijn, krijg je elke maand 2 muntjes. Je moet schriften en een potlood voor je kinderen kopen. Hiervoor geef je 1 muntje af. Je moet ook nog eten kopen. Hiervoor geef je 2 muntjes af. Heb je genoeg muntjes? Hoe voel je je? Ben je graag leerkracht? Waarom wel of waarom niet? Kan je dit oplossen als je weet dat je de schriften en het potlood maar 1 keer per jaar moet kopen? * Inlevingsopdracht gemakkelijk-moeilijk Geef een leerling 5 muntjes en een boodschappenlijstje voor deze maand: 2 muntjes voor rijst 1 muntje voor schrijfgerief 1 muntje voor maïs 1 muntje voor maniok 1 muntje voor proper water 1 muntje voor kip Heb je genoeg muntjes om alles te kopen? Waarop zou je besparen? Hoe voel je je? Ben je graag leerkracht? Waarom wel of waarom niet? 3

4 *** Inlevingsopdracht moeilijk Je bent leerkracht en je hebt 5 kinderen. Je verdient per maand: CDF (of ongeveer 60 per maand) Een kilo suiker kost er CDF ( 2) Een kilo rijst CDF ( 1,8) Een kilo maniok CDF ( 2,2) Een kilo maïs CDF ( 1,2) Een kip CDF ( 4,5) Een kilo vis CDF ( 2,9) Potlood 100 CDF ( 0,10) Een schrift (afhankelijk van de grootte: 200 CDF ( 0,18), 300 ( 0,29) of 500 ( 0,50) Je moet voor elk van je 5 kinderen een middelgrote schrift kopen én een potlood. Jullie moeten ook eten. Per maand koop je 10 kg rijst 5 kg maniok 4 kg vis 1 kip per week 3 kg maïs. Reken uit hoeveel geld je nodig hebt. Heb je genoeg? Waarop zou je besparen? Hoe zou je deze situatie oplossen? Hoe voel je je? Ben je graag leerkracht? Waarom niet of waarom wel? 4

5 Goede bereikbaarheid of toegankelijkheid CONGO Soms is het leuk om in de plassen te springen. Bij deze opdracht mag je dat eens doen. Materiaal: - krijt of hoepels - bijlage 6: neerslaggrafiek * Tikkertje plas Teken op de grond enkele plassen met stoepkrijt (je kan ook hoepels gebruiken). Kies ook een tikker. In de ruimte zijn overal plassen, in een plas kan je niet getikt worden. In elke plas mag slechts één kind staan. Dus als er een kind bij komt, moet het eerste kind vertrekken. Als een kind getikt wordt, wordt het de nieuwe tikker. ** Drama opdracht: spelen tussen de plassen De kinderen lopen rond, overal zijn denkbeeldige plassen. De spelbegeleider geeft volgende instructies: Eerst zorgen de kinderen dat ze niet in de plassen stappen, ze huppelen errond of springen eroverheen. Vervolgens staan ze af en toe stil bij een plas en trappen met hun teen in het water. Dan trappen de kinderen hard in een plas en lopen dan snel weg (waarbij ze weer tussen en over de plassen springen) Ten slotte proberen ze de anderen zo nat mogelijk te spatten. De spelbegeleider kan uiteraard nog andere instructies verzinnen. 5

6 *** Aflezen van neerslag grafiek Zie bijlage 6: Neerslaggrafiek Laat de kinderen antwoorden op de vragen: Wanneer is de warmste maand in Congo? Wanneer is het de koudste maand? Wanneer valt het meeste regen in Congo? Het minst? Zijn er meer natte maanden dan droge maanden? Zijn er meer natte maanden dan in België? Is het in Congo warmer of kouder dan in België? Wanneer zou jij naar Congo reizen? Waarom? De neerslaggrafiek en de temperatuurgrafiek zijn verwerkt in een aparte bijlage (nr. 6). Je kan deze afprinten voor de groepjes leerlingen, maar je kan het bestand ook tonen op het digitaal bord. 6

7 Goede bereikbaarheid of toegankelijkheid INDIA Je weet dat 1 op 5 afwezigen best wel veel is. Wat zijn hiervan de gevolgen? Inlevingsopdracht Daag de klas uit om telkens met exact vier leerlingen recht te staan zonder iets af te spreken. Vier leerlingen is 1 op 5 in een klas van 20 leerlingen. Wijs hen erop dat - iedereen per beurt maximum vijf tellen mag rechtstaan. - er tijdens het spel niets mag worden gezegd of afgesproken - er geen gebaren mogen worden gemaakt. Om op te warmen kan je als leerkracht aftellen: Staan er telkens 4 kinderen recht? Daarna kan je een stapje verder gaan: niemand zegt iets, niemand telt af en toch proberen telkens 4 leerlingen recht te staan. Lukt dat? Maak de inlevingsopdracht nu concreet: Duid 1/5 leerlingen aan en zeg hen dat zij niet naar school kunnen gaan. Stel hen dan enkele vragen: Wat als je lange tijd niet naar school kan? Welke gevolgen heeft dat? Wat zou je dan doen? Wat zou er in je leven veranderen? 7

8 Goede plaats om onderwijs te organiseren BELGIE Ook in België is een school vinden niet altijd makkelijk. Met een leuk spelletje denk je na over wat een goede school is. Materiaal voor ** Pimp je speelplaats: oude tijdschriften en kranten * Ik bouw een nieuwe school en ik zorg voor Dit spel speel je zoals het bekende spelletje Ik ga op reis en neem mee. Laat de kinderen plaatsen of voorwerpen opsommen die zij in een school belangrijk vinden. Vb. een groene speelplaats, een grote klas met grote ramen, kleurpotloden voor alle kinderen Als leerkracht kan je het spelletje zelf starten: Ik bouw een nieuwe school en ik zorg voor ** Pimp je speelplaats Geef de leerlingen enkele kranten of tijdschriften en daag hen uit om een collage te maken van hun ideale speelplaats. Ze kunnen prenten uitscheuren, woorden bij elkaar plaatsen, een plattegrond maken met vormen en kleuren Je kan dit individueel laten doen, maar deze opdracht kan uiteraard ook in kleinere groepjes uitgevoerd worden. 8

9 Goede plaats om onderwijs te organiseren COLOMBIA Je tekent of schrijft over je klas of school en over wat er allemaal aanwezig is. Materiaal: - kopie voor elke leerling van bijlage 7: droomklasvlagjes - touw en wasknijpers of plakband om de slinger te maken * Wat mag er zeker niet ontbreken in de klas: tekenen Laat de leerlingen op het blad (bijlage 7: droomklasvlagjes) tekenen hoe hun droomklas eruit zou zien. ** Wat mag er zeker niet ontbreken in de klas: schrijven Laat de leerlingen op het blad (bijlage 7: droomklasvlagjes) schrijven over wat er zeker niet in de school mag ontbreken; over wat zij belangrijk vinden in de school. Deze tekeningen of teksten kan je als slinger opgehangen tijdens het belmoment in de klas of op de speelplaats. 9

10 Goede leermiddelen BELGIE Met deze opdracht praat je over jongens en meisjes in onze samenleving. Dit kadert binnen de vaststelling dat onze maatschappij snel verandert en dat mannen en vrouwen steeds meer gelijkwaardig zijn. Is dat zo? Vinden de kinderen dat ook? * Jongen of meisje? Laat de leerlingen recht staan. Zeg een eigenschap, activiteit of beroep. Als de leerlingen vinden dat het iets voor jongens is, gaan ze links staan. Als ze vinden dat het iets voor meisjes is, gaan ze rechts staan. Of ze gaan in het midden staan. Voorbeelden: stoer, spelen met poppen, een huis bouwen met bouwstenen, lief, wenen, schminken, brandweer, verpleger Vraag soms aan de leerlingen: Waarom denk je dat? Kunnen meisjes/jongens dat niet? ** Debat Er zijn meer jongens die politieagent worden omdat ze sterker zijn. Meisjes kunnen beter voor kinderen zorgen. Bespreek deze 2 zinnetjes kort met de leerlingen. Laat de kinderen voorbeelden aanbrengen over de taakverdeling tussen jongens en meisjes / mannen en vrouwen. Vraag ook aan de kinderen waar ze vinden dat mannen en vrouwen gelijk zijn (bij het opnemen van taken, bij de beroepskeuze, in het gezin )? *** Filosofische vraag Houd een kort filosofisch gesprekje met de kinderen. Zie ook bijlage 4: Filosoferen met kinderen met tips voor dit gesprekje. Is er een verschil tussen jongens en meisjes? Bestaan er mannen/vrouwen beroepen? Zijn er beroepen die meisjes/jongens niet kunnen uitoefenen? Waarom? Stel dat je bij je geboorte een ander geslacht had, wat zou er dan allemaal veranderen in je leven? 10

11 Goede leermiddelen INDIA Je denkt na over welke materialen we nodig hebben om goed les te kunnen geven of volgen. Materiaal: verschillende voorwerpen uit de klas: boek, gom, schrift, balpen * Wat is er weg? Je legt verschillende voorwerpen uit de klas op tafel. Je laat een leerling er grondig naar kijken. Vervolgens gaat de leerling naar buiten en neem je een voorwerp weg. De leerling komt terug binnen en raadt welk voorwerp er weggenomen is. ** Breng een boodschap over zonder te schrijven/spreken Fluister een boodschap in het oor van een kind. Dit kind moet de boodschap met gebarentaal overbrengen naar de klas zonder te spreken of te schrijven. Is het moeilijk om zo een boodschap over te brengen? *** Taboo Je fluistert een voorwerp in het oor van een leerling. De leerling beschrijft luidop het voorwerp zonder het voorwerp bij naam te noemen. 11