ZIENSWIJZENRAPPORT. Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein De Berk II

Transcriptie

1 ZIENSWIJZENRAPPORT Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein De Berk II

2 INHOUD 1. Inleiding A. Procedure B. Ingekomen zienswijzen... 2 C. Leeswijzer Samenvatting zienswijzen en gemeentelijk standpunt Wijzigingen in bestemmingsplan. 5 Bijlagen: Schriftelijke zienswijzen (5) 1

3 HOOFDSTUK 1. INLEIDING A. Procedure Het ontwerp van het nieuwe bestemmingsplan Bedrijventerrein De Berk II heeft op grond van artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gedurende zes weken voor eenieder ter inzage gelegen op het stadhuis aan de Nieuwe Markt 55 te Echt, namelijk van 26 september tot en met 6 november Hierbij is de mogelijkheid geboden binnen deze termijn schriftelijke en/of mondelinge zienswijzen in te dienen bij de gemeenteraad. Een en ander is conform het daartoe in de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Algemene wet bestuursrecht bepaalde openbaar bekend gemaakt middels publicatie op 20 september 2007 in de Nederlandse Staatscourant en t Waekblaad, alsmede op het gemeentelijk publicatiebord en de gemeentelijke website ( B. Ingekomen zienswijzen Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan zijn schriftelijke zienswijzen binnengekomen van: Nr Naam Adres Postcode, woonplaats Datum van ontvangst 1 Stichting Leefbaar Berkelaar e.o. Oude Stevensweerterweg 6101 XW Echt Dhr. J. Hannen 3 2 P. Otten Kapelstraat XP Echt Fam. Coenen-Hees Brachterzijde AW St.Joost Fam. Janssen Brachterzijde AW St.Joost Dhr. J. Konings Brachterzijde AW St.Joost De zienswijzen zijn binnen de daartoe voorgeschreven termijn ingediend (blijkens de gemeentelijke ontvangstbevestiging), zodat deze ontvankelijk te achten zijn. C. Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de zienswijzen samengevat en wordt vervolgens het gemeentelijk standpunt weergegeven. De samenvattingen van de zienswijzen hebben overigens alleen tot doel de leesbaarheid van dit zienswijzenrapport te vergroten. Bij de beoordeling van de zienswijzen zijn de volledige brieven zoals deze bij de gemeente zijn ingediend en kenbaar gemaakt, meegenomen. In hoofdstuk 3 is een overzicht opgenomen van de (eventuele) aanpassingen die in het bestemmingsplan worden doorgevoerd naar aanleiding van ingediende zienswijzen. Echt, 14 februari 2008 De raad van de gemeente Echt-Susteren mr. E. Schaftenaar, burgemeester mr. M.M.W.H.Y. Hermans, griffier 2

4 HOOFDSTUK 2. SAMENVATTING ZIENSWIJZEN EN GEMEENTELIJK STANDPUNT 1. Stichting Leefbaar Berkelaar e.o., J. Hannen, Oude Stevensweerterweg 3, 6101 XW Echt (brief d.d ) Samenvatting zienswijze A. In afwijking van de POL-aanvulling Provinciaal economisch kerngebied St.Joost wordt vooralsnog enkel voor het plangebied De Berk II een bestemmingsplan opgesteld. Dit heeft nadelen voor het plangebied De Loop II: aldaar bedreigde flora en fauna (met name de kamsalamander) genieten geen bescherming. Reclamant is van oordeel, dat de natuurcompensatie zoals deze door LNV is vastgesteld uitgevoerd dient te worden. B. Een deel van de kosten van natuurcompensatie als bedoeld onder A. dient in de begroting van plandeel De Berk II opgenomen te worden. C. Mede naar aanleiding van een verleende vrijstelling voor bedrijfsuitbreiding in het gebied De Loop II is de Stichting van oordeel, dat geen medewerking dient te worden verleend aan een versnipperde ontwikkeling van De Loop II. D. De reeds verleende vrijstelling ten behoeve van uitbreiding van Baars Recycling BV in het gebied De Loop II strekt niet ten behoeve van de beoogde bedrijfssegmenten in het gebied en is derhalve in strijd met provinciaal beleid. E. Het ontwikkelen van het plandeel De Loop II is onlosmakelijk verbonden aan de POLaanvulling. Het splitsen van het bedrijventerrein wordt in strijd met deze aanvulling geacht. F. Bij het ontwikkelen van het plangebied De Berk II wordt een ontsluiting via water en spoor gemist; dit waren belangrijke criteria voor de locatiekeuze van het bedrijventerrein. De Stichting is derhalve van opvatting, dat een nieuw gebied gezocht dient te worden dat wel voldoet aan Rijksbeleid (Nota Ruimte) voor wat betreft bundeling van infrastructuur en vervoersstromen. G. Parkmanagement wordt noodzakelijk geacht voor een duurzaam beheer van het bedrijventerrein. Dit dient in het bestemmingsplan geregeld te worden. H. In het bestemmingsplan ontbreken bebouwingsregels. Standpunt gemeente A. De Ontwikkeling van plandeel De Loop II is momenteel niet aan de orde. De natuurcompensatie voor De Loop II behoeft derhalve formeel gezien (nog) niet gerealiseerd te worden. Zie tevens het gestelde onder punt B. Overigens geniet de kamsalamander zonder meer de bescherming van de Flora en faunawet, ook indien De Loop II voorlopig niet wordt ontwikkeld. bedoelde bescherming staat los van een bestemmingsplan. B. Hoewel gebaseerd op één provinciaal plan (meer speciaal de POL-aanvulling Provinciaal Economisch Kerngebied St.Joost), worden de plandelen De Loop II en De Berk II qua fasering en exploitatie noodzakelijkerwijs gescheiden aangepakt. De exploitatie van De Berk II zou sterk onder druk komen te staan indien hierin ook kosten zouden worden meegenomen die niet direct relatie hebben met de ontwikkeling van genoemd plandeel en die betrekking hebben op in later stadium te ontwikkelen gebieden. Exploitatietechnisch gezien worden de aan realisatie van een plandeel verbonden kosten voor natuurcompensatie verwerkt in de desbetreffende exploitatiebegroting. Overigens is bij de planuitwerking van De Berk II wel rekening gehouden met kosten voor natuurcompensatie (gerelateerd aan De Berk II): de gemeente heeft aansluitend aan de kern Gebroek 6 ha landbouwgronden aangekocht en daarop nieuwe natuur (grasland, bos en natte natuur) ingericht. De kosten hiervan (vooralsnog ) zijn ten laste gebracht van de exploitatie van bedrijventerrein De Berk II. In het kader van de ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein heeft natuurcompensatie de uitdrukkelijke aandacht van de gemeente. C. De verdere ontwikkeling van het gebied ten noorden van het huidige bedrijventerrein De Loop zal gebaseerd worden op een afzonderlijk bestemmingsplan voor dat gebied. Deze planvorming vindt plaats los van de planvorming van onderwerpelijk plangebied De Berk II. Dit onderdeel van de zienswijze is dan ook niet relevant in het kader van onderwerpelijk bestemmingsplan. Overigens zijn in tegenstelling tot het gebied De Berk II in het zuidelijk deel van De Loop II reeds bedrijven aanwezig met uitbreidingsbehoefte. 3

5 D. Dit onderdeel van de zienswijze houdt in wezen een grief in tegen een geruime tijd geleden verleende vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO ten behoeve van activiteiten op een locatie gelegen buiten het plangebied van De Berk II en heeft derhalve geen betrekking op het voorliggende bestemmingsplan. E. Een gescheiden ontwikkeling van beide (fysiek gescheiden) plandelen, waarbij de ontwikkeling van De Berk II voorop loopt, houdt niet in dat De Loop II niet meer ontwikkeld wordt. Momenteel zou een gezamenlijke aanpak van beide plandelen tot vertraging van onderwerpelijk plandeel leiden, hetgeen niet in het algemeen belang is. Gezien diverse problemen welke een gemeentelijke aanpak met zich brengt voor ontwikkeling van het deelgebied (o.a. exploitatietekort), wordt hier particulier initiatief voorgestaan, met name van ter plaatse gevestigde bedrijven/eigenaren. Voorts is momenteel sprake van een beoogde uitbreiding van logistiek bedrijventerrein Holtum-Noord, waarmee eveneens in een behoefte aan terreinen voor logistieke bedrijven wordt voorzien. F. Zoals onder punt E. vermeld, is ontwikkeling van De Loop II, gelegen nabij het Julianakanaal, niet definitief uit beeld. Als nieuwe locatie voor een bovenregionaal bedrijventerrein binnen het zoekgebied zoals opgenomen in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL2001) is destijds nadien weloverwogen gekozen voor een uitbreiding van de bestaande bedrijventerreinen De Berk en De Loop, en niet voor een nieuwe locatie tussen de kern Berkelaar en de gemeente Maasbracht. Deze optie zou een versnippering van bedrijventerreinen inhouden en de leefbaarheid in genoemde woongebieden nadelig beïnvloeden. Zowel De Berk II als De Loop II zijn strategisch gezien optimaal gepositioneerd langs de A2 en de A73. Aan de realisering van een railterminal in/nabij De Berk II kleven diverse bezwaren, met name geluidtechnische. Het vervallen van de railterminal komt de leefbaarheid van de kern St.Joost ten goede. G. De visie van reclamant dat parkmanagement noodzakelijk is voor een duurzaam beheer van het bedrijventerrein wordt gedeeld. In de toelichting van het bestemmingsplan (paragraaf 4.9.) wordt hierop uitdrukkelijk ingegaan. Los van de bestemmingsplanprocedure zal nader gestalte gegeven worden aan een parkmanagementorganisatie. H. De stelling van reclamant dat het bestemmingsplan geen bebouwingsregels bevat is niet correct. Zo bevatten de leden 2 van nagenoeg alle artikels welke betrekking hebben op in het plan voorkomende bestemmingen, bouwvoorschriften ( Gebruik van de grond voor bebouwing ). Conclusie De kenbaar gemaakte zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 2. P. Otten, Kapelstraat 21, 6101 XP Echt (brief d.d ) Samenvatting zienswijze Reclamant verwacht een verkeerstoename als gevolg van de ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein en vraagt welke maatregelen de gemeente zal nemen teneinde sluipverkeer tussen de kern Berkelaar en het bedrijventerrein te voorkomen. Standpunt gemeente Het bedrijventerrein De Berk II wordt in noordelijke richting (A73-A2) ontsloten via een aansluiting op de provinciale weg N 295. In zuidelijke richting wordt het bedrijventerrein ontsloten via de Pascalweg, Nobelweg en de aan te leggen Westelijke Randweg. De Westelijke Randweg wordt met een rotonde aangesloten op de Maasbrachterweg ter hoogte van de Industrieweg. Voor een goede verkeersgeleiding wordt de Nobelweg rechtstreeks aangesloten op de rotonde. Hierdoor ontstaat een doorgaande route in zuidelijke richting (A2). Door de aanleg van de aansluiting op de N 295 en de Westelijke Randweg ontstaat een adequate ontsluiting van het bedrijventerrein in noordelijke en zuidelijke richting. Het viaduct Heiweg wordt afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Langzaam verkeer (voetgangers, fietsers en landbouwvoertuigen) kan wel nog gebruik blijven maken van dit viaduct. Uit doorrekening met het verkeersmodel blijkt dat met de aangegeven ontsluitingen en de afsluiting van het viaduct Heiweg (voor gemotoriseerd verkeer) de verkeersintensiteit door de kern Berkelaar niet zal toenemen. 4

6 Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er door de aanleg van het bedrijventerrein De Berk II geen sluipverkeer door de kern Berkelaar te verwachten is. Er zijn derhalve op dit punt geen (extra-)maatregelen noodzakelijk. Conclusie De kenbaar gemaakte zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 3. Fam. Coenen-Hees, Brachterzijde 22, 6112 AW St.Joost (brief d.d ) 4. Fam. Janssen, Brachterzijde 23, 6112 AW St.Joost (brief d.d ) 5. J.J.M. Konings, Brachterzijde 26, 6112 AW St.Joost (brief d.d ) Samenvatting zienswijze Reclamanten hebben bezwaar tegen de vaststelling van de op de plankaart aangegeven geluidcontour van 50 db(a). Verwacht wordt dat de geluidzone (tevens) gebruikt wordt voor het mogelijk maken van de vestiging van andere geluidproducerende bedrijven. In casu wordt gewezen op een te realiseren hondenpension aan Brachterzijde 25 (gelegen buiten het plangebied). Standpunt gemeente De vaststelling van de 50 db(a) geluidscontour rondom het bedrijventerrein, is een logisch gevolg van de ontwikkeling van het bedrijventerrein. In de POL-aanvulling Provinciaal economisch kerngebied St. Joost d.d. 21 febr. 2003, zijn voorwaarden opgenomen voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein de Berk II die een maximale leefbaarheid en minimale hinder voor omwonenden moeten waarborgen. Hierin is gesteld dat de geluidsbelasting vanwege het bedrijventerrein bij de dichtstbijgelegen woningen niet meer dan 50 db(a) mag bedragen. Om aan deze voorwaarde te kunnen voldoen wordt in het bestemmingsplan rondom het bedrijventerrein een geluidszone vastgesteld waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het gehele industrieterrein de waarde van 50 db(a) niet te boven mag gaan. Daarnaast moet conform de POL-aanvulling voorkomen worden dat de geluidhinder bij de woonbebouwing rondom het bedrijventerrein toeneemt. Hiertoe is de milieukwaliteit ten gevolge van de cumulatie van de verschillende geluidsbronnen onderzocht. Uit het akoestisch onderzoek volgt dat de milieukwaliteit ter plaatse van omliggende woningen met name wordt bepaald door het rail- en verkeerslawaai en niet zal verslechteren door de aanleg van het bedrijventerrein. De vaststelling van de geluidszone heeft dus geen negatieve invloed op de beoordeling van de geluidkwaliteit van de omgeving. Er dient verder opgemerkt te worden dat het beoordelen van het oprichten van bedrijven buiten bedrijventerrein de Berk II, zoals het door reclamant genoemde hondenpension, buiten de voorliggende bestemmingsplanprocedure valt. Hiervoor worden, indien wettelijk voorgeschreven, afzonderlijke planologische procedures gevolgd en procedures in het kader van de milieuvergunning. Conclusie De kenbaar gemaakte zienswijzen leiden niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. HOOFDSTUK 3. WIJZIGINGEN IN BESTEMMINGSPLAN De ingediende zienswijzen worden ontvankelijk doch ongegrond verklaard. Gezien de onder punt 2. opgenomen overwegingen, worden bij de vaststelling van het bestemmingsplan geen wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan naar aanleiding van een ingediende zienswijze. 5

7 BIJLAGEN 6