Revant te Breda. Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Transcriptie

1 Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Rapport vervolgonderzoek leefstijibegeleiding binnen het hartrevalidatieprogramma Revant te Breda Amsterdam, september 2013

2 J Inepectie voor de Gezondheldezorg 2013 r Inhoudsopgave Inleiding.3 2 Resultaten Beleid inbedden van gezonde leefstijl Scholing Coördinator hartrevalidatie Multidisciplinair team Registratie Inventariseren rookgedrag Inventariseren overgewicht/lichamelijk activiteit Intakegesprek Behandelplan Onderdelen van het hartrevalidatieprogramma Aanbieden van modules Informatieprogramma Motiveren stoppen met roken Activiteiten ondersteuning stoppen met roken Activiteiten bij overgewicht Activiteiten bij lichamelijke inactiviteit Monitoring op patiëntniveau Afstemming met andere hulpverleners Nazorg Systeem voor verwijzing Overzicht van alle scores per onderwerp 21 3 Conclusie 23 4 Te nemen maatregelen en aanbevelingen Maatregelen hartrevalidatieprogramma Aanbevelingen instroom 24 5 Openbaarmaking rapporten 25 6 Bijlage: getalsmatige informatie 26 2

3 Inspctie voor de Geznd[eidszor Inleiding In dit rapport staan de resultaten van het thematoezicht over de leefstijibegeleiding in uw hartrevalidatieprogramma. In dit hoofdstuk leest u meer over het vervolgonderzoek. Aanleiding en doel De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) is bezig met onderzoek naar leefstijlbegeleiding binnen hartrevalidatieprogramma s. Met dit onderzoek wil de inspectie zorgen voor een goede naleving van de richtlijn op het gebied van structurele begeleiding naar een gezonde leefstijl in hartrevalidatieprogramma s zodat uiteindelijk de leefstiji van hartpatiënten verbetert. In september 2010 heeft u hiervoor een webbased vragenlijst ingevuld. Het definitieve rapport met de resultaten van uw instelling heeft u in 2011 ontvangen. Daarin staat aangegeven dat de inspectie verwacht dat u de zorg verbetert zodat u uiterlijk maart 2012 aan alle voorwaarden voldoet. De inspectie kondigde ook aan dat zij vervolgonderzoek instelt om te toetsen of de richtlijn hartrevalidatie in 2012 wel structureel gevolgd wordt voor het onderwerp leefstijlbegeleiding. Het vervolgonderzoek De inspectie heeft de uitkomsten van het initiële onderzoek besproken met de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC), Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) en Revalidatie Nederland. In samenspraak met de NVVC heeft de inspectie het toetsingskader aangepast. Het grootste bezwaar van de beroepsgroep was dat de deelname van de patiënt aan specifieke leefstijlprogramma s voor een groot deel afhankelijk is van de motivatie van de patiënt zelf. De eisen die zijn gesteld aan de deelname zijn daarom naar beneden bijgesteld. Dit aangepaste toetsingskader gebruikt de inspectie bij het vervolgonderzoek. In de resultaten zijn de aanpassingen in het toetsingskader weergegeven. Tijdens het onderzoek in 2010 bleek dat de instroom en deelname van de daartoe geïndiceerde patiënten bij veel instellingen knelpunten opleveren. Diverse partijen, waaronder de NVVC, maken zich sterk voor het vergroten van de instroom in hartrevalidatieprogramma s op basis van de positieve resultaten die dit voor patiënten oplevert. De inspectie wil ook een bijdrage leveren en vraagt daarom extra informatie op over de instroom in het hartrevalidatieprogramma. Deze inventariserende vragen zijn opgenomen in het vervolgonderzoek. Bij dit vervolgonderzoek heeft de inspectie elke instelling die hartrevalidatie aanbiedt, gevraagd om een interne audit uit te voeren naar de voortgang van de implementatie van leefstijlbegeleiding volgens de richtlijn Hartrevalidatie. De inspectie stelt geen specifieke eisen aan de uitvoering van deze audit. Wel heeft de inspectie een auditformulier opgesteld aan de hand waarvan de resultaten van de audit aan de inspectie teruggekoppeld moeten worden. U heeft daarvoor op 14 december 2012 een uitnodigingsbrief ontvangen. De inspectie heeft u gevraagd om een audit uit te voeren en de resultaten uiterlijk 14 maart 2013 via een webbased vragenlijst terug te koppelen. Op 17 januari 2013 heeft u aanvullend een brief ontvangen over een correctie in het auditformulier. 3

4 Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013 De bevindingen over alle ziekenhuizen en revalidatiecentra legt de inspectie vast in een geaggregeerde rapportage die, zoals de individuele rapporten, openbaar is. Alle rapporten worden op de website van de inspectie geplaatst, In dit rapport kunt u in hoofdstuk 2 uw score van het onderzoek in 2010 vergelijken met de recente score van het onderzoek in In hoofdstuk 3 staat de conclusie. In hoofdstuk 4 staan de te nemen maatregelen en aanbevelingen. Hoofdstuk 5 geeft uitleg over de publicatie van inspectierapporten. 4

5 Inspectie voor de Gezondheidszorg Resultaten In dit hoofdstuk vindt u de resultaten van het vervolgonderzoek voor uw ziekenhuis en leest u hoe de inspectie uw audit per onderwerp beoordeelt. De resultaten zijn verdeeld in twee delen: 1: hartrevalidatieprogramma en 2: instroom in het programma. Alle onderwerpen hebben een score afwezig, aanwezig, operationeel of. De inspectie beschouwt afwezig en aanwezig als onvoldoende en operationeel en als voldoende. De inspectie wijst u erop dat het wenselijk is om ook de onderdelen waarop u operationeel scoort, te verbeteren tot. Zo kunt u de kwaliteit van de bevordering van de gezonde leefstijl maximaliseren. De scores zijn gebaseerd op de gegevens van het onderzoek in 2010 en de score die u zelf in het webbased auditformulier van 2013 heeft ingevuld. Uw eigen toelichting en het oordeel van de inspectie staan per onderwerp aangegeven. De inspectie heeft 3 van uw eigen audit scores aangepast omdat deze niet overeen kwam(en) met het toetsingskader. De motivatie daarvan staat bij de betreffende onderwerpen beschreven. In de bijlage staat de getalsmatige informatie die u heeft aangeleverd over het aanbieden en volgen van de verschillende leefstijiprogramma s. Aan het einde van dit hoofdstuk vindt u een overzichtstabel met alle scores. In de overzichtstabel staat het oordeel van de inspectie van 2010 en 2013 naast elkaar, zodat u de vooruitgang kunt zien. 5

6 Inspectie voor de Gezondheidszorg 2013 Deel 1: hartrevalidatieprogramma Hartrevalidatieprogramma randvoorwaarden 2.1 Beleid inbedden van gezonde leefstijl Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! revalidatiecentrum revalidatiecentrum heeft revalidatiecentrum revalidatiecentrum heeft geen beleid beleid voor leefstiji heeft beleid vastgelegd heeft beleid voor leefstijl (stoppen met roken voor leefstijl (stoppen vastgelegd voor (stoppen niet roken begeleiding, begeleiding met roken begeleiding, leefstijl (stoppen met begeleiding, bij overgewicht en begeleiding bij roken begeleiding, begeleiding bij lichamelijke inactiviteit) overgewicht en begeleiding bij overgewicht en binnen hartrevalidatie- lichamelijke inactiviteit) overgewicht en lichamelijke programma s maar dit is binnen hartrevalidatie- lichamelijke inactiviteit) binnen niet schriftelijk programma s. inactiviteit) binnen hartrevalidatie- vastgelegd. hartrevalidatie programma s. programma s. Dit beleid wordt minimaal jaarlijks geëvalueerd en indien nodig wordt het beleid aangepast. Er is een leefstijlmoduleboek voor revalidanten. 2.2 Scholing Afwezig Aanwezig Operationeel/Geborgd De professionals Een deel van de Alle professionals uit het programma zijn hebben geen scholing professionals uit het geschoold. gevolgd, programma zijn geschoold. operationeel/ operationeel/ operationeel/ Alle therapeuten zijn geschoold. Doordat scholing maar 1 maal per twee jaar plaatsvindt staat de scholing voor 1 therapeut nog gepland. 6

7 Inspectje voor de Geznd[ eidszor Coördinator hartrevalidatie Er is geen Er is een coördinator De coördinator De coördinator coördinator hartrevalidatie. hartrevalidatie heeft met hartrevalidatie heeft hartrevalidatie. elke patiënt een met elke patiënt een intakegesprek om intakegesprek om revalidatiedoelen te revalidatiedoelen te bepalen. bepalen. De coördinator blijft gedurende de behandeling betrokken bij de patiënt. 2.4 Multidisciplinair team Het Het Het hartrevalidatieteam Het hartrevalidatieteam hartrevalidatieteam bestaat uit tenminste hartrevalidatieteam bestaat uit één of bestaat uit tenminste drie verschillende bestaat uit tenminste twee verschillende drie verschillende disciplines. Er is een drie verschillende disciplines, disciplines. Ook is er multidisciplinair overleg disciplines, een multidisciplinair waarin elke patiënt waaronder een overleg, besproken wordt. cardioloog. Er is een multidisciplinair overleg waarin elke patiënt besproken wordt. Door logistieke problemen is de cardioloog tijdelijk niet aanwezigbij het MDO. Op korte termijn worden programma s gewijzigd en zal hij weer aanschuiven bij het MDO. Deze lacune wordt tijdelijk opgelost door andersoortig overleg. 7

8 Inspectie voor de Gezondheidszorg Registratie Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! revalidatiecentrum revalidatiecentrum revalidatiecentrum revalidatiecentrum registreert geen registreert sommige registreert gegevens registreert gegevens gegevens over het gegevens over het over het revalidatie- over het revalidatierevalidatie- revalidatieprogramma programma op programma op programma op op geaggregeerd geaggregeerd niveau geaggregeerd niveau geaggregeerd niveau, niveau (gegevens over (gegevens over het (gegevens over het het aantal patiënten aantal patiënten dat aan aantal patiënten dat dat aan het het programma begint, aan het programma programma begint, doorloopt, afmaakt, begint, doorloopt, doorloopt, afmaakt, aantal patiënten dat afmaakt, aantal aantal patiënten dat specifieke modules! patiënten dat specifieke modules! interventies ontving en specifieke modules/ interventies ontving klinische interventies ontving en klinische uitkomstmaten). en klinische uitkomstmaten). uitkomstmaten). Deze gegevens worden gebruikt om het beleid te evalueren. operationeel Hartrevalidatieprogramma inhoud 2.6 Inventariseren rookgedrag Afwezig Aanwezig Operationeel/Geborgd De professionals De professionals De professionals inventariseren het rookgedrag inventariseren het inventariseren het van alle patiënten en hun partner. rookgedrag bij rookgedrag van alle <100 % van de patiënten, maar niet patiënten. van alle partners. aanwezig operationeel/ operationeel/ in leefstijlmodule 8

9 Inspectie voor de Gezondheidszorg Inventariseren overgewicht/l ichamelijk activiteit Afwezig Aanwezig Operationeel/Geborgd De professionals De professionals De professionals inventariseren de BMI, inventariseren de inventariseren de BMI, buikomvang, het beweeggedrag en comorbiditeit BMI, buikomvang, buikomvang, het altijd. het beweeggedrag en beweeggedrag en comorbiditeit niet.. comorbiditeit niet altijd. aanwezig operationeel/ operationeel/geboi-gd in leefstijlmodule. Bij overgewicht volgt intake diëtiste en verdere stappen. 2.8 Intakegesprek Patiënten krijgen Alle patiënten krijgen Alle patiënten krijgen Alle patiënten krijgen geen intakegesprek een intakegesprek om een intakegesprek om een intakegesprek om om revalidatiedoelen revalidatiedoelen te revalidatiedoelen te revalidatiedoelen te te bepalen. bepalen. bepalen. Deze worden bepalen. Deze worden in het patiëntendossier in het patiëntendossier genoteerd. genoteerd en in het multidisciplinair overleg besproken. 9

10 Inspectie voor de Gezondheidszorg Behandeiplan Patiënten hebben Bij alle patiënten Bij alle patiënten stelt Bij alle patiënten stelt geen behandelplan stelt het het revalidatieteam een het revalidatieteam een op basis van de revalidatieteam een individueel individueel relevante individueel behandelplan op, op behandeiplan op, op patiëntgegevens, behandelpian op, op basis van de relevante basis van de relevante vastgestelde basis van de patiëntgegevens, patiëntgegevens, behandeldoelen en relevante vastgestelde vastgestelde benodigde patiëntgegevens, behandeldoelen en behandeldoelen en interventies om die vastgestelde benodigde nterventies benodigde interventies doelen te behalen. behandeldoelen en om die doelen te om die doelen te benodigde behalen. Dit plan wordt behalen. Dit plan wordt interventies om die met de patiënt met de patiënt doelen te behalen. besproken. besproken. Het plan wordt ook met de coördinator hartrevalidatie of in het multidisciplinair overleg besproken. operationeel operationeel Aan verfijning wordt gewerkt Onderdelen van het hartrevalidatieprogramma Het revalidatie- Het revalidatie- Het revalidatie- Het revalidatieprogramma bevat programma bevat programma bevat (zelf programma bevat (zelf (zelf aanbieden of (zelf aanbieden of aanbieden of verwijzen) aanbieden of verwijzen) verwijzen) geen of verwijzen) enkele alle programma s alle programma s slechts één maar niet alle (beweging, (beweging, subprogramma programma s ontspanning, info of ontspanning, info of (beweging, (beweging, leefstijl). leefstijl). Alle ontspanning, info of ontspanning, info of geïndiceerde patiënten leefstijl). leefstijl). hebben deze programma s aangeboden gekregen. Score LGZ 2010 operationeel 10

11 Inspectie voor de Gezdndheldszoj Aanbieden van modules Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! reva ida Het ziekenhuis! ti ecentru m biedt de FIT-!PEP- revalidatiecentrum revalidatiecentrum revalidatiecentrum!info module niet biedt één van de drie biedt twee van de drie biedt de FIT- PEP- en aan! verwijst hier modules aan! modules aan! verwijst INFO modules aan. niet naar. verwijst hiernaar, hiernaar, waaronder de INFO module. Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! Het ziekenhuis! revalidatiecentrum revalidatiecentrum revalidatiecentrum revalidatiecentrum biedt de FIT-!PEP- biedt één van de drie biedt twee van de drie biedt de FIT- PEP- en!info module niet modules aan! modules aan! verwijst INFO modules aan! aan! verwijst hier verwijst hiernaar, hiernaar, waaronder de verwijst hiernaar. niet naar. INFO module. 11

12 i Inspectie voor de Gezondheidszorg Informatieprogramma Niet alle patiënten Alle patiënten krijgen Alle patiënten krijgen Alle patiënten krijgen krijgen het het het het informatie informatieprogramma informatieprogramma informatieprogramma programma aangeboden of aangeboden maar aangeboden en 90%_ aangeboden en hebben <30% van de 30-90% heeft dit 95% heeft dit ook dit ook gevolgd. patiënten heeft het ook gevolgd, gevolgd. informatieprogramma gevolgd. operationeel Niet alle patiënten Alle patiënten krijgen Alle patiënten krijgen Alle patiënten krijgen krijgen het het het het informatie informatieprogramma informatieprogramma informatieprogramma programma aangeboden of aangeboden en 30- aangeboden en 50%- aangeboden en 70% <30% van de 50% heeft dit ook 70% heeft dit ook heeft dit ook gevolgd. patiënten heeft het gevolgd, gevolgd. nformatieprog ram ma gevolgd. 90% volgt infomodule 1 De inspectie heeft na overleg met de NVVC de percentages in het onderzoek van 2013 aangepast 12

13 Inspectie voor de Gezondheidszorg Motiveren stoppen met roken De professionals De professionals geven De professionals geven De professionals geven ondernemen geen een stopadvies bij een stopadvies bij een stopadvies bij activiteiten bij patiënten die niet patiënten die niet patiënten die niet patiënten die niet gemotiveerd zijn om te gemotiveerd zijn om te gemotiveerd zijn om te gemotiveerd zijn stoppen. stoppen en voeren stoppen en voeren > om te stoppen. tenminste één activiteit één activiteit uit om de uit om de motivatie te motivatie te verhogen verhogen (website (website stivoro, stivoro, informatie- informatiemateriaal materiaal uitdelen, uitdelen, verwijzen verwijzen naar naar cardioloog, extra cardioloog, extra consult inplannen). consult inplannen). Door middel van verwijzing naar huisarts. Website Stivoro. 13

14 InspctIe voor de Gezondlieldezoij Activiteiten ondersteuning stoppen met roken De professionals Patiënten die roken en Patiënten die roken en Patiënten die roken en ondernemen geen gemotiveerd zijn om te gemotiveerd zijn om te gemotiveerd zijn om te activiteiten bij stoppen krijgen het stoppen krijgen het stoppen krijgen het patiënten die roken informatieprogramma informatieprogramma, informatieprogramma en gemotiveerd aangeboden % leefstijlprogramma/pep leefstijlprogramma/pep zijn om te stoppen. van de patiënten en en <30% van de hebben hun bewegingsprogramma bewegingsprogramma patiënten hebben programma gevolgd, aangeboden met indien aangeboden met indien hun geïndiceerd geïndiceerd programma voor nicotinevervangende nicotinevervangende roken gevolgd, middelen % van middelen. 95% van de patiënten hebben de patiënten hebben hun hun programma gevolgd, programma gevolgd. afwezig De professionals De professionals De professionals De professionals ondernemen geen ondernemen ondernemen ondernemen activiteiten bij activiteiten bij activiteiten bij activiteiten bij patiënten die roken patiënten die roken en patiënten die roken en patiënten die roken en en gemotiveerd gemotiveerd zijn om te gemotiveerd zijn om te gemotiveerd zijn om te zijn om te stoppen. stoppen. Patiënten die stoppen. Patiënten die stoppen. Patiënten die Geen van de roken en gemotiveerd roken en gemotiveerd roken en gemotiveerd patiënten heeft zijn om te stoppen zijn om te stoppen zijn om te stoppen hun programma krijgen het krijgen het krijgen het voor roken informatieprogramma informatieprogramma, informatieprogramma, gevolgd, aangeboden. <30% leefstijlprogramma/pep leefstijlprogramma/pep van de patiënten heeft en en bewegings hun bewegingsprogramma programma programma gevolgd, aangeboden met indien aangeboden met indien geïndiceerd geïndiceerd nicotinevervangende nicotinevervangende middelen. 30_50% van middelen. 50% van de patiënten heeft hun de patiënten heeft hun programma gevolgd, programma gevolgd. aanwezig Door middel van verwijzing naar huisarts. Uit de toelichting blijkt dat de patiënten worden doorverwezen naar de huisarts. Er zijn geen cijfers beschikbaar over de patiënten die daadwerkelijk een programma volgen. 1 De inspectie heeft na overleg met de NVVC de percentages in het onderzoek van 2013 aangepast 14

15 Inspectie voor de Gezondheidszorg Activiteiten bij overgewicht De professionals De professionals De professionals bieden De professionals bieden ondernemen geen bieden het het informatie- het informatieactiviteiten om informatieprogramma programma en programma en gezonde voeding en aan bij patiënten met gecombineerde gecombineerde bewegen te overgewicht/ leefstijlinterventies aan leefstijlinterventies aan stimuleren bij obesitas % met indien geïndiceerd met indien geïndiceerd patiënten met van de patiënten medicatie en chirurgie medicatie en chirurgie overgewicht/ hebben hun bij patiënten met bij patiënten met obesitas. <30% van programma voor overgewicht/ obesitas. overgewicht/ obesitas. de patiënten hebben overgewicht/obesitas 9O-95% van de 95% van de hun gevolgd, patiënten hebben hun patiënten hebben hun programma voor programma voor programma voor overgewicht/obesitas overgewicht/obesitas overgewicht/obesitas gevolgd, gevolgd, gevolgd. aanwezig De professionals De professionals De professionals bieden De professionals bieden ondernemen geen bieden het het informatie- het informatieactiviteiten om informatieprogramma programma en programma en gezonde voeding en aan bij patiënten met gecombineerde gecombineerde bewegen te overgewicht/ leefstijlinterventies aan leefstijlinterventies aan stimuleren bij obesitas. <30% van met indien geïndiceerd met indien geïndiceerd patiënten met de patiënten heeft medicatie en chirurgie medicatie en chirurgie overgewicht/ hun programma voor bij patiënten met bij patiënten met obesitas. Geen van overgewicht/ overgewicht/ obesitas. overgewicht/ obesitas. de patiënten heeft obesitas gevolgd % van de 50% van de hun programma voor patiënten heeft hun patiënten heeft hun overgewicht/obesitas programma voor programma voor gevolgd. overgewicht/obesitas overgewicht/obesitas gevolgd, gevolgd. aanwezig Geen complete cijfers beschikbaar. Verwijzing vindt met name plaats naar eerstelijns dietisten en start behandeling vindt soms plaats door dietiste in centrum Uit de toelichting blijkt dat de patiënten worden doorverwezen naar de huisarts. Er zijn geen cijfers beschikbaar over de patiënten die daadwerkelijk een programma volgen. 1 De inspectie heeft na overleg met de NVVC de percentages in het onderzoek van 2013 aangepast 15

16 Inspectie voor de Geznd[ eidszor Activiteiten bij lichamelijke inactiviteit 1 De professionals De professionals bieden De professionals bieden De professionals bieden ondernemen geen het informatie- het het activiteiten om een programma aan bij informatieprogramma informatieprogramma actieve leefstiji te patiënten met een en leefstijlprogramma/ en leefstijlprogramma/ stimuleren bij inactieve leefstiji. fysiek programma aan fysiek programma aan patiënten met een 30_90% van de bij patiënten met een bij patiënten met een inactieve leefstijl. patiënten hebben hun inactieve leefstiji. inactieve leefstijl. <30% van de programma voor 90-95% van de 95% van de patiënten hebben inactieve leefstijl patiënten hebben hun patiënten hebben hun hun gevolgd, programma voor programma voor programma voor inactieve leefstijl inactieve leefstiji inactieve leefstijl gevolgd, gevolgd. gevolgd. operationeel De professionals De professionals bieden De professionals bieden De professionals bieden ondernemen geen het informatie- het het activiteiten om een programma aan bij informatieprogramma informatieprogramma actieve leefstijl te patiënten met een en leefstijlprogramma/ en leefstijlprogramma/ stimuleren bij inactieve leefstijl. fysiek programma aan fysiek programma aan patiënten met een 30_50% van de bij patiënten met een bij patiënten met een inactieve leefstijl. patiënten heeft hun inactieve leefstijl. inactieve leefstijl. <30% van de programma voor 50_70% van de 70% van de patiënten heeft inactieve leefstijl patiënten heeft hun patiënten heeft hun hun gevolgd, programma voor programma voor programma voor inactieve leefstijl inactieve leefstijl inactieve leefstijl gevolgd, gevolgd. gevolgd. FIT 1 en FIT II programma 1 De inspectie heeft na overleg met de NVVC de percentages in het onderzoek van 2013 aangepast 16

17 Inspectie voor de Gezondheidszorg Monitoring op patiëntniveau De voortgang van de De voortgang van de De voortgang van de De professional patiënt wordt niet patiënt wordt patiënt wordt monitort de voortgang gemonitord. gemonitord aan de gemonitord aan de van de patiënt aan de hand van hand van hand van patiëntgegevens. patiëntgegevens. In het patiëntgegevens. In het patiëntdossier worden patiëntdossier worden de gegevens de gegevens bijgehouden over de bijgehouden over de voortgang van het voortgang van het individueel programma. individueel programma. Indien worden de behandeldoelen aangepast. Binnen het kader van de groepsbehandeling wordt op hoofdlijnen de voortgang bijgehouden c.q. gemonitord. Op individueel niveau wordt aan verfijning gewerkt voor zover dit past binnen de groepsfilosofie. 17

18 inejectie voor de Gez&ndIeldszoij Afstemming met andere hulpverleners Afwezig/Aanwezig Operationeel Geborgd De professional uit het revalidatie team heeft De professional uit het De professional uit het geen contact met de huisarts van de patiënt revalidatie team heeft revalidatie team heeft gedurende het programma en bij het contact met de huisarts contact met de huisarts beëindigen van het programma. van de patiënt aan het van de patiënt eind van de gedurende en aan het behandeling. Ook met eind van de andere betrokken behandeling. Ook met zorgverleners (zoals bij andere betrokken verwijzing naar zorgverleners (zoals bij fysiotherapeut, verwijzing naar betrokken bedrijfsarts) fysiotherapeut, van buiten het betrokken bedrijfsarts) hartrevalidatie- van buiten het programma vindt er hartrevalidatie afstemming plaats. programma vindt er afstemming plaats. Aan het eind van de behandeling vindt overdracht plaats naar de huisarts en/of een gezondheids (sport)centrum. Afwezig Aanwezig Operationeel/Geborgd De professional uit De professional uit het Het revalidatieteam communiceert via de het revalidatie team revalidatieteam cardioloog met de huisarts van de patiënt heeft geen communiceert met de tenminste aan het eind van de behandeling. Ook communicatie met huisarts van de met andere betrokken zorgverleners (zoals bij de huisarts en ook patiënt. Ook met verwijzing naar fysiotherapeut, betrokken niet met andere andere betrokken bedrijfsarts) van buiten het betrokken zorgverleners (zoals hartrevalidatieprogramma vindt er communicatie zorgverleners (zoals bij verwijzing naar plaats. bij verwijzing naar fysiotherapeut, fysiotherapeut, betrokken bedrijfsarts) Aan het eind van de behandeling vindt overdracht betrokken van buiten het plaats naar de huisarts. bedrijfsarts) van de hartrevalidatie patiënt. programma vindt er communicatie plaats. operationeel/ operationeel/ 18

19 Inspectie voor de Geznd[eidszor Nazorg Afwezig/Aanwezig Operationeel Geborgd Er is geen nazorg na afloop van het De patiënten krijgen De patiënten krijgen programma. tenminste één nazorg op vaste momenten afspraak aangeboden nazorg aangeboden na afloop van het na afloop van het programma. programma. 19

20 insjectie voor de Gez&ndlieldszoij Deel 2: instroom in het programma 2.20 Systeem voor verwijzing Afwezig Aanwezig Operationeel/Geborgd Het Het Het revalidatiecentrum is nagegaan hoe de revalidatiecentrum revalidatiecentrum is instroom in het programma verhoogd kan is niet nagegaan nagegaan hoe de worden, door tenminste de resultaten van het hoe de instroom in instroom in het individueel rapport met de verwijzende het programma programma ziekenhuizen te bespreken. verhoogd kan verhoogd kan worden. worden, maar heeft hiervoor niet de resultaten van het individueel rapport met de verwijzende ziekenhuizen besproken. IGZ score 2013 niet ingevuld Geen score ingevuld. 20

21 Inspecde voor de Gezond eidszor Overzicht van alle scores per onderwerp Deel 1: hartrevalidatieprogramma Hartrevalidatieprogramma randvoorwaarden 1. Beleid inbedden van gezonde leefstijl 2. Scholing in stoppen met operationeel? operationeel! roken begeleiding 3. Coördinator h a rtreva lid ati e 4. Multidisciplinair team 5. Registratie operationeel Hartrevalidatieprogramma inhoud 6. Inventariseren aanwezig operationeel/ rookgedrag 7. Inventariseren aanwezig operationeel/ overgewicht/ lichamelijke inactiviteit 8. Intakegesprek 9. Behancielpian operationeel 10. Onderdelen van het operationeel hartrevalidatieprogramma 11. Aanbieden van modules 12. Informatieprogramma operationeel 13. Motiveren stoppen met roken 14. Activiteiten afwezig aanwezig ondersteuning stoppen met roken 15. Activiteiten bij aanwezig aanwezig overg ewicht 16. Activiteiten bij operationeel lichamelijke inactiviteit 17. Monitoring op patiëntniveau 18. Afstemming met andere operationeel/ hulpverleners 19. Nazorg Deel 2: instroom in het programma 20. Systeem voor - verwijzing niet ingevuld 21

22 Inspctle voor de GezndIeIdszor 2013 Algemene toelichting revalidatiecentrum 22

23 Inspectie voor de Gezond[eidszor Conclusie De inspectie is verheugd te zien dat u de verbeterpunten heeft opgepakt. In 2010 scoorde u op 15 van de 19 onderdelen voldoende. In 2013 scoort u op 17 voldoende. De inspectie heeft 3 van uw eigen audit scores aangepast omdat deze niet overeen kwam(en) met het toetsingskader. Het doorverwijzen van patiënten voor het stoppen met roken of overgewicht programma verdient aandacht. U kunt doorverwijzen, maar dient dan wel te zorgen voor een terugkoppeling over de deelname en het wel of niet behalen van de doelen. Maar de inspectie beveelt aan dat uw instelling de begeleiding zelf uitvoert. Onduidelijk is of de deelname van de verschilllende programmas op basis van registratie of schatting is. Indien dit een schatting is, is de kwaliteitscyclus niet operationeel. Het is onbekend of u het systeem voor verwijzing een hartrevalidatieprogramma (onderwerp 20) op orde heeft. In de antwoorden op het auditformulier ontbrak een score op onderwerp 20, systeem voor verwijzing. 23

24 Inspectie voor de Gezondheidszorg Te nemen maatregelen en aanbevelingen 4.1 Maatregelen hartrevalidatieprogramma De inspectie constateert dat u niet op alle onderwerpen 1 t/m 19 minimaal operationeel scoort en verwacht van u dat u v66r 2014 maatregelen treft om deze naar het niveau van operationeel of te brengen. De inspectie wijst u erop dat het wenselijk is om ook de onderdelen waarop u operationeel scoort, te verbeteren tot. Zo kunt u de de effecten van het programma maxi mali seren. De inspectie zal op enig moment de genomen maatregelen toetsen. 4.2 Aanbevelingen instroom De inspectie adviseert u daar waar mogelijk de instroom te verhogen en te zorgen voor een systeem voor verwijzing. De inspectie heeft de indicator Hartrevalidatie na een ST-elevatie myocardinfarct opgenomen in de basisset kwaliteitsindicatoren ziekenhuizen Op deze wijze wil de inspectie ook na dit onderzoek de instroom naar hartrevalidatieprogramma s bevorderen. 24

25 Inspectie voor de Gezndeidszor Openbaarmaking rapporten Voor de volledigheid maakt de inspectie u er op attent dat zij in principe alle eindrapporten van thematoezicht actief openbaar maakt. Dit omvat dus ook de openbaarmaking van het definitieve rapport naar aanleiding van dit onderzoek. Actief openbaar maken, betekent dat de inspectie het rapport op haar website plaatst. De inspectie doet dit niet eerder dan drie weken na vaststelling van het rapport gelijktijdig met het geaggregeerde rapport. Bij actieve openbaarmaking neemt de inspectie de wettelijke normen in acht, zoals gesteld in cle Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens. Dit betekent dat de inspectie in haar rapporten - waar mogelijk- geen persoonsgegevens opneemt, zoals medische gegevens van uw patiënten of cliënten. De functionarissen van de instelling zullen zo nodig met hun functieaanduiding in het rapport worden genoemd. Meer informatie over actieve openbaarmaking van documenten door de inspectie kunt u vinden op onze website ( 25

26 Inspectie voor de Gezondheidszorg Bijlage: getalsmatige informatie Percentage % van de patiënten in het hartrevalidatieprogramma dat in het infoprogramma kreeg aangeboden % van de patiënten in het hartrevalidatieprogramma dat in het infoprogramma heeft gevolgd % van de geïndiceerde patiënten in het hartrevalidatieprogramma 100 dat in 2012 een stoppen met roken programma kreeg aangeboden h van de geïndiceerde patiënten in het hartrevalidatieprogramma 0 dat in 2012 een stoppen met roken programma heeft gevolgd % van de geïndiceerde patiënten in het hartrevalidatieprogramma 100 dat in 2012 een overgewicht programma kreeg aangeboden % van de geïndiceerde patiënten in het hartrevalidatieprogramma 0 dat in 2012 een overgewicht programma heeft gevolgd % van de geïndiceerde patiënten in het hartrevalidatieprogramma 100 in 2012 een beweegprogramma kreeg aangeboden % van de geïndiceerde patiënten in het hartrevalidatieprogramma 98 dat in 2012 een beweegprogramma heeft gevolgd 26