Auteur(s): Herre faber Titel: Kracht en snelheid bij het klapschaatsen Jaargang:16 Jaartal:1998 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers:48-60
|
|
- Leo van der Wolf
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 uteur(s): Herre faber Titel: Kracht en snelheid bij het klapschaatsen Jaargang:16 Jaartal:1998 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers:48-60 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:
2 KRCHT EN SNELHEID BIJ HET (KLP)SCHTSEN Herre Faber, Bewegingstechnoloog, Den Haag Herre Faber I nleiding Het langebaanschaatsen staat de laatste tijd sterk in de belangstelling. Door de invoering van de klapschaats is deze tak van sport in een stroomversnelling gekomen, waarbij wereldrecords bijna wekelijks sneuvelen. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag waarom de klapschaats snellere tijden oplevert dan de klassieke schaats. Tevens wordt een mogelijke verbetering voor het ontwerp van de klapschaats besproken. llereerst wordt nader ingegaan op de glij- en afzetrichting tijdens de afzetfase. Optimale afzetrichting Schaatsen is een unieke manier van voortbewegen. Het unieke is gelegen in het feit dat er glijdend afgezet wordt. lthans bij een goede techniek. Bij alle andere vormen van voortstuwing zoals wandelen, rennen en fietsen staat het punt van het lichaam (of fietswiel) waarmee afgezet wordt tegen de vaste wereld even stil. Tijdens de afzet bij wandelen en rennen staat de voet ten opzichte van de aarde stil. Bij fietsen staat het punt van het fietswiel waarmee contact met de grond wordt gemaakt ook even stil. Bij zwemmen staat de hand waarmee tegen het water wordt afgezet niet stil. Omdat het water geen vast punt biedt beweegt de hand tijdens de afzet naar achter. Daarbij wordt water in beweging gezet. Deze vorm van voortstuwing is relatief ongunstig, omdat de energie die gebruikt wordt om het water in beweging te zetten wel door de zwemmer geleverd moet worden, maar niet bijdraagt aan de voortstuwing (1). Strikt genomen geldt dit ook voor het afzetten tegen de aarde. Door de kracht die de wandelaar en de aarde op elkaar uitoefenen komt niet alleen de wandelaar, maar ook de aarde in beweging. Echter, de beweging van de aarde is verwaarloosbaar klein ten opzichte van de beweging van de wandelaar. Dit wordt natuurlijk veroorzaakt door het enorme massaverschil tussen de aarde en de wandelaar. Figuur 1. fzetten bij schaatsen kan alleen loodrecht op de glijrichting van de schaats. Een goede schaatser zet niet af met een stilstaande schaats, maar laat deze doorglijden. In figuur 1 zijn in een bovenaanzicht schematisch de glijrichting van de schaats, de voortbewegingsrichting van de romp en de afzetkracht getekend. De glijrichting van de schaats (v s ) maakt een hoek (ß) ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de romp (v r ). De richting van de afzet (F a ) is loodrecht op de glijrichting van de schaats. Het aanzicht is van bovenaf zodat alleen de projectie van het been en de afzetkracht in het horizontale vlak parallel aan het ijs zijn te zien. De afzetkracht moet loodrecht op de glijrichting staan. Zelfs een kleine kracht in de glijrichting van de schaats zou tot gevolg hebben dat de schaats onder de schaatser vandaan schiet en hij valt. In de glijrichting heeft de schaats namelijk geen grip, maar loodrecht daarop wel. Bij een hoek ß zoals in figuur 1 glijdt de schaats dus naar voren en naar links en is de afzetkracht loodrecht hierop naar achteren en naar links gericht. ls hoek ß klein is, glijdt de schaats voornamelijk naar voren en is de afzet bijna geheel zijwaarts. Bij een grote hoek ß is de glijrichting voornamelijk opzij en de afzet juist naar achteren.
3 Eén van de belangrijkste dingen die bij het schaatsen wordt geleerd is dat er zijwaarts afgezet moet worden om een zo hoog mogelijke snelheid te ontwikkelen. Hoe is dat nu mogelijk: zijwaarts afzetten om voorwaarts te bewegen? ls men naar voren wil gaan, lijkt het niet bepaald verstandig om zijwaarts af te zetten. Het is ook evident dat als een schaatser puur zijwaarts af zou zetten, hij zeker geen voorwaartse snelheid zal ontwikkelen. De kreet: Zijwaarts afzetten!!, die veel gehoord wordt tijdens een schaatstraining behoeft dan ook enige nuancering. Het is zeker van belang om een zijwaartse component in de afzet te hebben, maar een achterwaartse component is eveneens nodig. Om te illustreren waarom men bij het schaatsen niet zuiver achterwaarts moet afzetten, wordt weer een bovenaanzicht van een schaatser bekeken (figuur 2). Figuur 2. Een afzet recht naar achter vergt enorme hoeksnelheden in de knie. In dit voorbeeld zet de schaatser recht naar achter af, er is dus geen zijwaartse component aanwezig. De schaats staat nu stil terwijl de romp een voorwaartse snelheid heeft, vergelijkbaar met het afzetten tijdens bijvoorbeeld steppen. Dit betekent dat het snelheidsverschil tussen de schaats en de romp (en dus ook het snelheidsverschil van de romp ten opzichte van de buitenwereld) volledig opgebracht moet worden door de strekking van het been. Het snelheidsverschil tussen romp en schaats in het vlak van de tekening is precies gelijk aan de voorwaartse snelheid van de romp. In figuur 3 is er een zijwaartse snelheidscomponent bijgekomen. Figuur 3. fzetten met een zijwaartse component vraagt kleinere hoeksnelheden in de knie dan een zuiver achterwaartse afzet. Omdat de afzetrichting en de glijrichting van de schaats loodrecht op elkaar staan, heeft de glijsnelheid van de schaats nu een component naar voren. Het snelheidsverschil tussen romp en schaats kan daardoor minder groot zijn dan in figuur 2. De snelheid van de romp is namelijk de vectoriële optelsom van de glijsnelheid van de schaats (v s ) en de streksnelheid van het been (v b ). Deze laatste is, zoals in figuur 3 te zien, nu veel kleiner dan de voorwaartse snelheid van de romp. De streksnelheid van het been is lager dan de voortbewegingssnelheid van de romp en dus hoeft het been minder snel te strekken dan bij een zuiver achterwaartse afzet. Met andere woorden: omdat de glijsnelheid van de schaats een component in de goede richting heeft, hoeft de knie minder snel te strekken om toch de gewenste snelheid van de romp te verkrijgen. Het effect van een zijwaartse afzet is een lagere streksnelheid van de knie! Dat is ook wel nodig, omdat geen mens zijn been zo snel kan strekken als nodig zou zijn voor het schaatsen met een zuiver achterwaartse afzet. Op de lange afstanden schaatsen de heren onder goede omstandigheden met een snelheid van 12 meter per seconde (=43 km/h). Indien er zuiver naar achteren werd afgezet, zoals bijvoorbeeld bij steppen, zou dat betekenen dat het snelheidsverschil tussen de voet en de romp in een horizontaal vlak parallel aan het ijs eveneens 12 meter per seconde zou moeten bedragen. Een redelijke aanname is dat tijdens de afzet de romp niet noemenswaardig in verticale richting beweegt. Verder is bekend dat de kniestrekking tijdens schaatsen plaatsvindt van 120 tot 150 graden knieflexie (2). Er wordt
4 dus over 30 graden gestrekt. Enig rekenwerk gebaseerd op deze aannames leidt tot de conclusie dat de knie dan zou moeten strekken met een gemiddelde hoeksnelheid van ongeveer 1000 graden per seconde. De verkortingssnelheid van de kniestrekkers zou ongeveer 0,7 meter per seconde moeten bedragen om deze hoeksnelheid bij te houden. De fast twitch vezels van een spier zouden dit nog wel kunnen, maar deze zijn zeer snel uitgeput. De slow twitch vezels zullen het bij een 10 kilometer moeten doen en deze hebben een maximale verkortingssnelheid in de buurt van de 0,5 meter per seconde. De spiereigenschappen van met name de kniestrekkers zijn er dus de oorzaak van dat een dergelijke snelheid niet gedurende 10 kilometer volgehouden kan worden. Door een meer zijwaartse afzet draagt de glijsnelheid van de schaats bij aan de snelheid van de romp, zodat de benen minder snel hoeven te strekken. Het gevolg hiervan is dat de afzetkracht niet optimaal gericht is. Deze heeft een component loodrecht op de gewenste (voorwaartse) bewegingsrichting. Een eenvoudige observatie laat zien dat dit ook inderdaad het geval is. Goede schaatsers gebruiken veel ijs in zijwaartse richting. De romp beweegt inderdaad niet alleen naar voren, maar ook van links naar rechts. Hoewel dit op zichzelf niet efficiënt is, kan daardoor de snelheid van de kniestrekking lager liggen, zodat de kniestrekkers toch nog kracht kunnen leveren. Hard schaatsen is een compromis tussen kracht en snelheid. De klapschaats Hoewel het idee van de klapschaats reeds begin jaren tachtig werd ontwikkeld door G.J. van Ingen Schenau aan de faculteit Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit in msterdam, werd deze pas in het seizoen 1996/1997 voor het eerst door topschaatsers gebruikt. Daarvoor werd de klapschaats in de schaatswereld meer als een curiositeit beschouwd. De voorspelling dat met een klapschaats harder gereden kon worden werd echter onderbouwd met een ijzersterke theorie. Pas toen de Nederlandse dames de klapschaats gingen gebruiken en bijna alles wonnen ging de rest van de wereld overstag. De motivatie voor het nu algemene gebruik van de klapschaats is dan ook volstrekt verkeerd. Niet het feit dat een paar topschaatsters (toevallig?) alles wonnen had de reden moeten zijn, maar de wetenschappelijke inzichten die aan de klapschaats ten grondslag liggen. Dat het zolang geduurd heeft is mijns inziens te wijten aan de coaches wier taak het zou moeten zijn wetenschappelijke inzichten in de praktijk toe te passen, maar dit kennelijk hebben nagelaten. Het principe achter de klapschaats Bij het schaatsen op een klassieke schaats golden twee gouden regels. De eerste is reeds besproken: afzetten met een zijwaartse component. De tweede regel is: niet krassen! Met krassen wordt bedoeld dat de punt van de schaats in het ijs krast. Dit veroorzaakt wrijving waardoor de snelheid afneemt. Een schaatser herkende men aan het geluid dat hij maakte. Bij een goede schaatser hoort men alleen het suizen van de wind. Bij een slechte schaatser hoort men de punt van de schaats in het ijs krassen. Het voorkomen van krassen betekent dat de plantair flexie van de enkel onderdrukt moet worden. Dit is zonder meer één van de moeilijkste dingen om aan te leren. Iedere andere afzet zoals bij springen en rennen is gebaat bij een sterke plantair flexie van de enkel. Het onderdrukken hiervan bij het schaatsen vergt jaren van oefening. Het geheim van de klapschaats is dat er wél een plantair flexie uitgevoerd mag worden. Bij een klassieke schaats is de schoen vast aan het ijzer bevestigd. Beide vormen eigenlijk één geheel. De schoen van de klapschaats is echter met een scharnier aan het ijzer bevestigd. Op deze manier kan plantair flexie gemaakt worden, terwijl de punt van het ijzer niet in het ijs krast. Dat is niet het enige voordeel. De m. triceps surae mag nu aanspannen en zo bijdragen aan de afzet. Figuur 4. fzetten bij het schaatsen gebeurt in een schuin vlak.
5 Omdat er een zijwaartse component in de afzet zit, is het vlak waarin de strekking van het been plaatsvindt ook een schuin vlak. Dit vlak is ruimtelijk weergegeven in figuur 4. Het staat ten opzichte van de anatomische vlakken schuin. Een pijltje loodrecht op dit vlak zou naar lateraal, dorsaal en craniaal wijzen. Figuur 5 laat de afzet zien met de klassieke schaats waarbij het aanzicht loodrecht is op het vlak uit figuur 4. De afstand waarover de romp versneld kan worden wordt bepaald door de hoeveelheid strekking die de knie maakt. In figuur 5 is dat het hoogteverschil H. Figuur 5 fzet, waarbij alleen de knie wordt gestrekt. In figuur 6 mag de enkel ook meedoen. Het hoogteverschil is nu aanmerkelijk groter. De afzet kan worden verlengd door het schaatsen met de klapschaats waardoor meer arbeid verricht wordt en dus harder geschaatst kan worden. Eerdere verbeteringen in de schaatssport, zoals gladde pakken en indoor schaatsbanen zorgden voor betere tijden zonder dat de schaatsers daarvoor meer arbeid hoefden te leveren. Deze weerstandsverminderende maatregelen zorgen ervoor dat er harder geschaatst wordt zonder daar extra moeite voor te doen. De klapschaats stelt de schaatser echter in staat, meer energie te leveren. Immers de m. triceps surae kan nu ook meedoen aan de afzet, waardoor de totale hoeveelheid arbeid per slag toeneemt. Dit betekent dat de maximale zuurstofopname omhoog gaat bij het schaatsen op klapschaatsen (als er tenminste goed gebruik wordt gemaakt van de plantair flexie). Hart en longen worden in verband daarmee zwaarder belast. Figuur 6. fzet waarbij zowel de knie als de enkel gestrekt worden. De ligging van het draaipunt Bij de op dit moment meest gebruikte klapschaats ligt het draaipunt van de schoen ergens onder de bal van de voet. Op het eerste gezicht is dit ook de meest logische plaats om een scharnier te maken. Bij andere vormen van afzetten vindt de kanteling van de voet plaats om de metatarso-falangeale gewrichten. Het scharnier van de klapschaats komt hier aardig bij in de buurt. Behalve deze zijn er, naar mijn weten, nog drie klapschaatsen in de handel waarbij het draaipunt niet bepaald wordt door één scharnier, maar door een stangenstelsel. Bij een dergelijk stangenstelsel ligt het draaipunt van de schoen niet op één vaste plaats, maar verplaatst het tijdens het openklappen van de schaats. Verderop in dit artikel wordt een vierstangenstelsel besproken. Bij deze klapschaatsen met stangenstelsels verplaatst het draaipunt van de schoen zoals gezegd ten opzichte van het ijzer. Bij het eerste model begint het draaipunt onder de bal van de voet en verplaatst het tijdens het open klappen naar voren. Bij het tweede model begint het draaipunt boven de bal van de voet en verplaatst het tijdens het open klappen naar achteren en naar beneden. Bij het derde model begint het draaipunt boven de bal van de voet en verplaatst het tijdens het open klappen naar voren en omhoog, zodat het zelfs voor de punt van het ijzer komt te liggen. Het nadeel hiervan wordt verderop in dit artikel besproken. De veelheid aan verschillende klapschaatsen roept de vraag op of het zin heeft om het draaipunt op een andere plek dan onder de bal van de voet te leggen en zo ja, waarom. Om deze vraag te beant-
6 woorden is het nodig een term te introduceren welke is bedacht door G.J. van Ingen Schenau: de geometrische beperking. Om iets over de effectiviteit van een afzetbeweging te kunnen zeggen is het Ve Vey Ve Vey handig om te kijken naar de snelheid van de afzonderlijke lichaamsdelen. In figuur 7 is een klapschaats getekend met het draaipunt onder de bal van de voet. De som van de verticale componenten van de snelheden van enkel, knie en heup bepaalt de snelheid van de romp. De snelheid van de enkel is eenvoudig te bepalen door vanaf het draaipunt van de schaats een lijn te trekken naar de enkel. De snelheid van de enkel is loodrecht op deze lijn gericht. an het begin van de afzet heeft de snelheid van de enkel een behoorlijk grote verticale component (V e in figuur 7a). Echter, naarmate de afzet vordert wordt deze component relatief steeds kleiner (V e in figuur 7b). Figuur 7. De effectieve snelheidscomponent van de enkel neemt af naarmate de plantair flexie toeneemt. Dit wordt de geometrische beperking genoemd. De afzet wordt dus steeds minder effectief bij toenemende plantair flexie. Dit negatieve effect is te vermijden door de ligging van het draaipunt zodanig te kiezen dat de horizontale afstand tussen het draaipunt en de enkel (de momentsarm) constant blijft. In Ve dat geval blijkt het negatieve effect van de toenemende hoek te verdwijnen. Figuur 8 laat hiervan a een voorbeeld zien. Ve a B B Figuur 8. De effectieve snelheidscomponent van de enkel blijft constant als het draaipunt tijdens het open klappen met de enkel mee omhoog beweegt. Zowel in de beginstand (figuur 8a) als in de eindstand (figuur 8b) is het draaipunt zodanig gepositioneerd dat de snelheid van de enkel precies verticaal gericht blijft. De horizontale afstand tussen draaipunt en enkel (a) blijft constant. De enkel beweegt recht omhoog en zo is er altijd sprake van een optimale afzet. Een andere mogelijkheid is dat het draaipunt aan het begin van de beweging onder de bal van de voet ligt, maar tijdens het open klappen van de schaats naar voren verplaatst. In dat geval kan de momentsarm ook constant blijven. Het draaipunt mag daarbij echter niet voor het ijzer komen te liggen zoals in figuur 9b. Dit zou verhinderen dat de schaats verder open klapt. Figuur 9. Indien het draaipunt voor het ijzer ligt kan de schaats niet openklappen. ls niet het ijzer maar de schoen als vast element wordt beschouwd is dit eenvoudig in te zien. De normaalkracht van het ijs op het ijzer (F n ) kan alleen loodrecht omhoog gericht staan. Bovendien kan deze kracht alleen op het ijzer aangrijpen. In figuur 9a loopt de normaalkracht voor het draaipunt langs en het moment ten opzichte van het draaipunt (M n ) zorgt ervoor dat de schaats open klapt. In figuur 9b ligt het draaipunt voor het ijzer. Ook al grijpt de normaalkracht nu aan de voorkant van het ijzer aan, nog steeds zorgt het moment ten opzichte van het draaipunt dat de schaats dicht klapt. In dat geval is de schaatser niet in staat gebruik te maken van de voordelen die een klapschaats biedt.
7 De meest voor de hand liggende positie van het draaipunt komt overeen met die in figuur 8. Zoals te zien moet het draaipunt tijdens het open klappen van de schaats omhoog verplaatsen. De vraag is nu bij welk systeem van stangen en scharnieren dit ook werkelijk gebeurt. Een mogelijkheid is een vierstangensysteem met vier scharnieren. De figuren 10, 11 en 12 laten een computersimulatie van een dergelijk systeem zien. In figuur 10 is de ingeklapte toestand getekend. Figuur 10, 11, 12. D B Computersimulatie van een vierstangen systeem, waarbij het draaipunt omhoog verplaatst. C Figuur 10. In figuur 11 is een tussenstand getekend waarbij de schaats 30 graden is open geklapt. D B C Figuur 11. In figuur 12 is de schaats 60 graden open geklapt. Figuur 12. De punten, B, C en D zijn scharnierpunten. Punt en D D B zijn vast verbonden aan het ijzer. Punt C en B zijn vast verbonden aan de schoen. Deze bevestigingen zijn hier overigens niet getekend. Het draaipunt van de schoen ligt bij C een dergelijk vierstangenmechanisme altijd op het snijpunt van de stangen B en CD. angezien dit snijpunt gedurende het openklappen via een bijna rechte lijn omhoog beweegt, is een dergelijk mechanisme redelijk in staat te voldoen aan de eisen die hierboven geformuleerd werden. De configuratie van stangen zoals hier getekend, is niet geheel perfect, aangezien het draaipunt niet ver genoeg omhoog verplaatst. In de eindstand ligt het draaipunt immers lager dan de enkel. Echter, dit is pas een eerste aanzet. Wellicht kan met wat fine tuning een beter mechanisme verkregen worden, of bestaan er andere mechanismen die een soortgelijke beweging opleveren. LITERTUUR 1. Berger, M., Hollander, P. Voortstuwing tijdens zwemmen. VERSUS, tijdschrift voor fysiotherapie, 1997, 5: Ingen Schenau, G.J. van, Boer, R. De, Groot, G. De. On the technique of speed skating. Int. J. Of Sport Biom., 1987, 3:
Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieles 2 Langebaan --> inhoud van de les ------------------------------------------------Tijdens een wedstrijd zijn twee schaatsers tegelijk in de baan.
les 2 Langebaan --> inhoud van de les Inleiding (10 minuten) Haal heel kort de voorkennis op over schaatsen. Introduceer het begrip langebaanschaatsen. Bekijk en bespreek vervolgens met de kinderen de
Nadere informatieDe houding en afzet op het rechte eind
De houding en afzet op het rechte eind door Aitske Ruben Wanneer je voor het eerst gaat schaatsen, krijg je te maken met een aantal factoren waar je misschien nog helemaal geen rekening mee hebt gehouden.
Nadere informatieAuteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15
Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieAuteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire
Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Nadere informatieHistorische innovaties
Kort voor de start van de Tour de France in 1947 beloofde de Fransman Jean Robic aan zijn kersverse bruid dat hij de gele trui mee naar huis zou nemen als bruidsschat. Hij hield woord en won inderdaad
Nadere informatieKleine Mechanica van de Schaatsslag
Kleine Mechanica van de Schaatsslag Kees Doets h.c.doets@gmail.com Samenvatting Hoe komt het dat je met schaatsen vooruit gaat door zijwaarts af te zetten? Dat mysterie wordt hier opgehelderd. Ook wordt
Nadere informatieTeaser TU Delft Schaatsonderzoek: De snelle schaats
Teaser TU Delft Schaatsonderzoek: De snelle schaats Inleiding Snel schaatsen kan op vele manieren. Snelheid maken op het gladde ijs vergt een speciale techniek. Door gebruik te maken van de eigenschappen
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )
Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )
Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010
Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve
Nadere informatieKrachten tijdens het schaatsen
Aitske Ruben Krachten tijdens het schaatsen het rechte eind en de bocht Aitske Ruben 2 de afzet de arbeid per afzet 1. kracht 2. richting 3. streksnelheid 4. tijd 3 Kg druk ijsbaan Rondetijd Snelheid neemt
Nadere informatieSchaatstechniek Martijn Carol TCT 2008
Schaatstechniek Martijn Carol TCT 2008 1 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 De schaatsbeweging... 4 De keyposes van het schaatsen... 5 De fases van het schaatsen... 6 De video feedback of techniekanalyse...
Nadere informatieHoe krijgen we voldoende schaatstechniek om deze kracht de juiste richting n.l. naar het ijs te sturen?
Het schaatsen van de bocht deel 2 door Aitske Ruben De techniek We weten nu (zie deel 1) dat we een kracht nodig hebben om ons van onze rechte lijn af te laten wijken en ons de bocht door te duwen De volgende
Nadere informatieAuteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)
Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze
Nadere informatieHAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.
Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk
Nadere informatieAandrijving. Aandrijftechnieken
Aandrijving In dit hoofdstuk zal gekeken worden naar de verschillende aandrijftechnieken of het verstandig is om voet- of handaandrijving te vragen en of dit synchroon of asynchroon uitgevoerd dient te
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184
Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieBodyBow Gebruikersgids
BodyBow Gebruikersgids De BodyBow wordt gebruikt voor drie doeleindes: * mobiliteit van wervelkolom, armen en benen te verhogen * kracht van wervelkolom, armen en benen te verhogen * stabiliteit van wervelkolom
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)
Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieAuteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76
Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )
Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,
Nadere informatieKNSB visie schaatstechniek
KNSB visie schaatstechniek Werkdocument: 1. Nov 2008 Docenten ST-3 2. ST-4 09-10 3. Gewestelijk Coaches Platform 2009 4. ST-4. 10-11 5. ST-4 11-12 Individueel leertraject 6. NSTV 14 april 2012 7. ST-4
Nadere informatieAuteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieBorstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging
Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging De benadering Bij de benadering is het belangrijk dat er met zoveel mogelijk snelheid het keerpunt ingegaan wordt.
Nadere informatieOefeningen en adviezen na een totale heupoperatie
Oefeningen en adviezen na een totale heupoperatie FYSIOTHERAPIE Voelt beter Uw heupgewricht is vervangen door een kunstheup (heupprothese). Een mogelijke complicatie is het uit de kom schieten van de
Nadere informatieUw heupgewricht is vervangen vangen door een kunstheup (heupprothese
Fysiotherapie na een heupoperatie Uw heupgewricht is vervangen vangen door een kunstheup (heupprothese prothese). Een mogelijke complicatie is het uit de kom schieten van de heupprothese. Dit wordt ook
Nadere informatieAuteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009
Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieScreenshots. RW, maart 18. Zwemanalyse van. Datum Maart 2018
Zwemanalyse van RW Datum Maart 2018 Link naar filmpjes Analist Via Wetransfer Claudia Je hebt nu het meest aan: Ligging: horizontaal voor minder weerstand Ademhaling: Timing ademhaling en doorhaal Beenslag:
Nadere informatieRBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).
HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine
Nadere informatieDe 11+ Een compleet warming-up programma
De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste
Nadere informatieLaten wij eens kijken uit welke hoofdonderdelen de zwemtecniek van een race bestaat. (Zie de weergave op bladzijde..)
De perfecte Race. Wieger Mensonides. De Race, of het nu 100 meter is of 50 meter of een andere afstand, deze bestaat uit een groot aantal onderdelen die stuk voor stuk uiterst belangrijk zijn voor de eindtijd.
Nadere informatieRomeo and Juliet (II, ii, 1-2) Juliet: "What's in a name? That which we call a rose By any other name would smell as sweet."
Romeo and Juliet (II, ii, 1-2) Juliet: "What's in a name? That which we call a rose By any other name would smell as sweet." "What's in a name? Even voorstellen: Aite Ruben 0-31 Aite de Jong-Ruben 31-55
Nadere informatieCore Stability - serie 1
Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je
Nadere informatieAuteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 8 Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 8 Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 237-243 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53
Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieandere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van
1) Zit, bekken voorwaarts gekanteld, 1 been gestrekt, het andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de armen reikt men voorwaarts op het gestrekte been, de handen ter hoogte van het onderbeen,
Nadere informatieDe kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1)
De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1) In het AM 1 van dit jaar berichtte ik u al over twee lopende onderzoeksprojecten van studenten van de Hbo-opleidingen Bewegingstechnologie
Nadere informatieHet doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie
Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In
Nadere informatieCore stability training
Core stability training Oefening 1: Uitgangspositie: liggend op de buik. Plaats de ellebogen recht onder de schouders. De vuisten wijzen naar voren. Breng vervolgens de buik van de grond door te steunen
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieAuteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91
Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieOefenschema 'Boschmans Ingeborg'
Oefenschema 'Boschmans Ingeborg' 27/02/2015 13:48 PROPRIOCEPTIE ROMP STRAIGHT LEG LOW Ruglig. Benen opgetrokken, knieën gebogen, voeten op heupbreedte. De handen samen boven het hoofd. Vooraleer een beweging
Nadere informatiefebruari 2013 vanaf 9 jaar Schaatsen tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof
februari 2013 vanaf 9 jaar Schaatsen tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Schaatsen 1 Hoera, het heeft gevroren. Het is een mooi gezicht. We wachten tot we horen: de sloten liggen dicht! Kom op en
Nadere informatieRevalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering
Revalidatie nieuwe heupoperatie Achterste benadering Afdeling fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels achterste
Nadere informatieFysio-/manueeltherapie van Gerven
Fysio-/manueeltherapie van Gerven Artrose Artrose is een chronische aandoening waarbij een degeneratie van het gewricht optreedt. Het gewrichtkraakbeen vermindert in kwaliteit; vergelijk het kraakbeen
Nadere informatieinhoud 1. Inleiding 3 2. Geschiedenis 4 3. Kunstijs 9 4. Schaatssport Filmpjes 13 Bronnen en foto s 14 Colofon en voorwaarden 15
Op gladde ijzers inhoud 1. Inleiding 3 2. Geschiedenis 4 3. Kunstijs 9 4. Schaatssport 10 5. Filmpjes 13 Bronnen en foto s 14 Colofon en voorwaarden 15 1. Op gladde ijzers Nederland is een echt schaatsland.
Nadere informatieDag 1 Datum / / / / / / / Cardiovasculair Systeem - Hele lichaam
Trainingsplan FIT METHODE Fase 2 Man - 1 - DAG A: BORST/TRICEPS Doel Power - kracht & spierde nitie Startdatum Tijd 8 Einddatum Aanwijzingen Dit is FIT Methode fase 2 voor mannen. Dit schema is voor (semi)gevorderden
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieInleiding Checklist en tips
Inleiding Speed ladder, speedfoot ladder, oefenladder, agility ladder, snelle voeten ladder zijn enkele benamingen die gebruikt worden voor het meest simpele en effectieve trainingsmiddel in de wereld.
Nadere informatieTrainersrichtlijn Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs
Trainersrichtlijn 2013-2014 Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Gebruik lichaam Blz. 4 Afzet Blz. 8 Plaatsen Blz. 10 Valbeweging Blz. 11 Bocht Blz. 12 Trainingsvormen
Nadere informatieZwemmen Martijn Carol TCT 2008
Zwemmen Martijn Carol TCT 2008 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Zwemtechniek... 3 Weerstand (Drag)... 4 Wrijvingsweerstand... 6 Vormweerstand... 7 Golfweerstand... 8 Propulsie... 9 Afsluiting... 10 1 Voorwoord
Nadere informatieHier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven.
SCHAATSLES GEVEN. Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven. Tips voor de begeleider. Draag handschoenen. (verplicht!) Ga vóór de groep staan en praat luid. Kijk in de schaatsrijrichting.
Nadere informatieAuteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 11 Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 11 Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 120-126 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieAuteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 98-105 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-)
Nadere informatieInstructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies
Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt
Nadere informatieZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING
Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om uw kracht tijdens
Nadere informatieEVENWICHTSSTOORNISSEN OVERWINNEN
EVENWICHTSSTOORNISSEN OVERWINNEN OEFENINGEN - Patiëntinformatie - Inleiding U heeft van uw behandelende arts deze brochure meegekregen om zelfstandig onderhoudsoefeningen voor het evenwichtsorgaan uit
Nadere informatieBegripstest: Kracht en beweging (FCI)
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica egripstest: Kracht en beweging (FCI) 1 Twee metalen ballen hebben dezelfde grootte, maar
Nadere informatieW5-TR1 L VERDEDIGEN 1:1
W5-TR1 L VERDEDIGEN 1:1 WARMING-UP VOOR D-PUPILLEN Duur: +/- 8 minuten Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste dopjes, ong. 5 6 m uit elkaar. Twee spelers starten tegelijk vanaf het eerste
Nadere informatieVaardigheidstesten. Schaatsen
Vaardigheidstesten Schaatsen 1 Inhoud Inleiding...3 Begrippenlijst Schaatsen en Inline-skaten...4 Niveau 1 schaatsen...6 Niveau 2 schaatsen...7 Niveau 3 schaatsen...8 Niveau 4 schaatsen...9 Niveau 5 schaatsen...
Nadere informatieCardioschema (50 minuten)
Cardioschema (0 minuten) Programma Programma minuten» niveau Fiets minuten» niveau à minuten» minuten niveau» minuten niveau» minuten niveau Crosstrainer 0 minuten» minuten wandelen» lopen minuten aan
Nadere informatiesynchroonzwemmen BREVET 1
synchroonzwemmen BREVET 1 1. Grondoefeningen... 2 1.1 Strekking van de benen... 2 1.2 Balletbeen... 2 1.3 Soepelheid van de tenen... 3 1.4 Oester... 4 2. Zwemtechnieken/Conditie... 5 3. Apnee... 5 4. Eggbeaten
Nadere informatieTENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30
TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.
Nadere informatieRevalidatie nieuwe heupoperatie. Voorste benadering
Revalidatie nieuwe heupoperatie Voorste benadering Afdeling: fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels voorwaartse
Nadere informatieWat schuift het? Andre Heck Ron Vonk (AMSTEL Instituut, UvA)
Wat schuift het? Andre Heck Ron Vonk (AMSTEL Instituut, UvA) figuur 1. drie afbeeldingen van de bewegende muntjes Het experiment Het gaat in dit artikel om een eenvoudig uit te voeren experiment: zeven
Nadere informatiesynchroonzwemmen BREVET 1
synchroonzwemmen BREVET 1 1. Grondoefeningen...2 1.1 Strekking van de benen...2 1.2 Balletbeen...2 2. Zwemtechnieken/Conditie...3 3. Apnee...3 4. Eggbeaten en bodyboost...4 4.1 Eggbeaten...4 4.2 Bodyboost...4
Nadere informatieVoorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP
Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Oefening 1: Armen horizontaal (schouders, m. Deltoidius en m. Biceps) Werkwijze Endo- en exorotatie van de schouders gelijkmatig trainen Materiaal
Nadere informatieGa, met een regelmatig tempo, een wandeling van minimaal 20 minuten maken. Gebruik deze tijd om positief over jezelf te denken.
Zo Zat Vrij Don Woe Di Ma Zo Zat Vrijd Don Woe Di Ma Medium Week 1 Ga, met een regelmatig tempo, een wandeling van minimaal 20 minuten maken. Gebruik deze tijd om positief over jezelf te denken. Doe de
Nadere informatieSamenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese
Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Lopen, of wandelen, is een van de meest belangrijke activiteiten in het dagelijks leven. Hoewel lopen een
Nadere informatieSnelwandelen. Techniek en training van het snelwandelen
Snelwandelen Techniek en training van het snelwandelen Techniek van het snelwandelen De snelwandelaar moet zich aan internationaal bepaalde wedstrijdregels houden die onderscheid maken tussen het snelwandelen
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatieRelatie tussen ronding, bending en afzethoek bij schaatsen
H.H.N. OONK, B. JONGEJAN, M.C. LEGEMATE, M.L. VAN DEN MUNCKHOF EN J. VAN DER ZWET Relatie tussen ronding, bending en afzethoek bij schaatsen SAMENVATTING Schaatsers laten hun schaatsen machinaal slijpen
Nadere informatieHet doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie
Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de
Nadere informatieTrainingsprogramma Spierkrachtversterking
Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Ook zonder blessures kun je bepaalde spieren of spiergroepen te versterken. Als spierversterkende oefeningen deel uitmaken van een trainingsprogramma met als einddoel
Nadere informatieHet recht vooruit schaatsen
Het recht vooruit schaatsen door Aitske Ruben Het allereerste begin! Bij het recht vooruit schaatsen, kunnen we de techniek onderverdelen in de volgende punten: De schaatscurve, de houding, het evenwicht,
Nadere informatieWekelijkse Work Out!
Wekelijkse Work Out! Maandag - Conditie Wandeling Dinsdag - Driehoek Push Up Woensdag - Squat Donderdag - De Curl - Up Vrijdag - Boksen Zaterdag - Dips Zondag -Conditie Jumps INTRO Deze work out oefeningen
Nadere informatiesynchroonzwemmen BREVET 3
synchroonzwemmen BREVET 3 1. Grondoefeningen... 2 1.1 Drie split posities zonder planken... 2 1.2 Brug (holling van de rug ter voorbereiding van Walk Over Front)... 3 2. Zwemtechniek/conditie... 4 3. Apnee...
Nadere informatieEindexamen havo wiskunde B pilot I
Vliegende parkieten De wetenschapper Vance Tucker heeft onderzocht hoeveel energie een parkiet verbruikt bij het vliegen met verschillende snelheden. Uit zijn onderzoek blijkt dat de hoeveelheid energie
Nadere informatie10 minuten training 1 Total Body
10 minuten training 1 Total Body Met deze 10 Minuten training train je het hele lichaam. Alle spiergroepen komen aan bod. Waarom 10 minuten trainingen? Voor veel mensen is het nog steeds moeilijk om een
Nadere informatiesynchroonzwemmen BREVET 3
synchroonzwemmen BREVET 3 Update 30/5/2013 1. Grondoefeningen... 2 1.1 Split positie op planken... 2 1.2 Holle rug positie, liggend op de buik... 2 2. Zwemtechniek/conditie... 2 3. Apnee... 3 4. Eggbeaten
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp )
Auteur(s): G. van der Poel Titel: De kracht-snelheidsrelatie van een spier Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 258-265 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieWerkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)
Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert
Nadere informatieW4-TR1 L UITSPELEN 1:1
W4-TR1 L UITSPELEN 1:1 WARMING-UP VOOR D-PUPILLEN Duur: +/- 8 minuten Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste dopjes, ong. 5 6 m uit elkaar. Twee spelers starten tegelijk vanaf het eerste
Nadere informatieVoer de oefeningen voor het bovenlichaam (pagina 3) uit, gevolgd door de oefeningen voor de buikspieren en zet er een motiverend muziekje bij op.
Zond Zater Vrijd Dond Woe Di Ma Zon Zat Vrij Don Woe Woe Di Ma Superfit Week 1 Vandaag: 30 minuten Cardio Vasculaire (CV) training. Probeer dit eens: 4 minuten power walking (lekker stevig doorstappen
Nadere informatieROMPSTABILISATIE U17 Vurste-Semmerzake
ROMPSTABILISATIE U17 Vurste-Semmerzake Inleiding Bij voetbal komt het vaak voor dat spieren eenzijdig zijn ontwikkeld, omdat de training vaak gericht is op het verbeteren van een bepaalde spiergroep, nl
Nadere informatiewiskunde B havo 2018-I
Macht van 2 De functie f is gegeven door 0,3x 2 f( x) 4 2. Op de grafiek van f ligt een punt R. De y-coördinaat van R is 2. 3p 1 Bereken exact de x-coördinaat van R. De grafiek van f snijdt de x-as in
Nadere informatieKracht en stabilisatie
Kracht en stabilisatie 1. Frontbridge Steunen op onderarmen en tenen, zorg voor één rechte lijn van schouders, ruggenwervels, heup, knieën en hakken. 2. Frontbridge one leg lift Steunen op onderarmen en
Nadere informatieHHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o
HHS Opdracht 3 Biokinematica I Ilse Speelman 12024767 Joppe Korfage 12020338 Danny Zomerhuis 12102237 Veron t Hart 12103993 BT-1o Opdracht 1, V2C Inleiding Om een analyse van een beweging uit te voeren
Nadere informatieCore-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit)
Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit) Bruggetje Ga op je rug liggen. Buig je knieën tot 90 graden en zet beide voeten plat op de grond. Je armen liggen langs je lichaam met je handpalmen
Nadere informatieMJOP De schaatstechnische ontwikkeling van talent naar topschaatser. Schaatstrainerscongres 11 juni 2016
MJOP De schaatstechnische ontwikkeling van talent naar topschaatser Schaatstrainerscongres 11 juni 2016 Wie? Jetske Wiersma Bewegingswetenschappen (VU, Amsterdam) Projectleider MJOP Bondscoach Jong Oranje
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 202 tijdvak donderdag 24 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor
Nadere informatiekijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!
Schouders Ga met je linkervoet goed stevig op de dynaband staan en houd met je rechterhand de dynaband vast. Strek je arm naar de rechterzijkant uit tot boven je schouder en kijk je rechterhand na. Breng
Nadere informatieEffectief motorisch leren een mix van impliciete en expliciete methoden
Effectief motorisch leren een mix van impliciete en expliciete methoden Peter Beek Afdeling Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit, Amsterdam 9 de Schaatstrainerscongres: Leren, ontwikkelen en opleiden
Nadere informatieOefenprogramma revalidatie
Oefenprogramma revalidatie Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! Schouder en arm oefeningen:
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie
Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat
Nadere informatieAuteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21
Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatie