2 7 JUL Assen, juli L.s.,

Transcriptie

1 Assen, juli 2006 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJ*: 5.EL Reg.nr. ^ 1 - Dat. ontv.: Routing 2 7 JUL 2006 / x -* a.d. BijL: L.s., Hierbij bieden wij U de notitie "Zuinig op Drenthe" aan. Deze notitie gaat over landschapsontwikkeling in de praktijk en is een vervolg op de notitie "Is dat nou Drenthe"die wij U vorig jaar zonden. Met deze notitie willen wij bijdragen aan een grotere bewustwording van het dreigende 'gat' tussen beleid en uitvoering op het terrein van landschapsimichting en ruimtelijk ordening en daarvoor praktische handreikingen doen voor politiek, bestuur en organisaties die bij landschapsontwikkeling en de kwaliteit van het landschap betrokken zijn. Indien u behoefte heeft aan meer exemplaren kunt u contact opnemen met onze fractiemedewerkster Rebecca Kruders: R.J.A.M.Kruders@student.rug.nl Met vriendelijke groet, D66 Statenfractie Drenthe Peter Sluiter

2

3 Mantingerveld; door af graven teelaarde geschiedenis cultuurlandschap niet meer zichtbaar

4 Algemeen In "Is dat nou Drenthe" wordt geconstateerd dat er een te groot verschil is tussen de beleidsvoornemens van de provincie Drenthe (die op zich goed zijn) en de uitvoering in de praktijk. De in de notitie gedane constateringen zijn door de statencommissie Omgevingsbeleid op hoofdlijnen onderschreven. In een door de Milieufederatie Drenthe gehouden enquete onder de Drentse bevolking wordt het in de notitie geschetste beeld bevestigd. In de statencommissie is afgesproken dat de fractie van D66 zal aangeven op welke wijze de in de notitie geconstateerde verschillen tussen beleid en werkelijkheid kunnen worden overbrugd. Hoewel D66 van mening is dat de uitvoering van het beleid een verantwoordelijkheid is van het College van Gedeputeerde Staten, wil zij in deze notitie toch een aanzet geven om te komen tot maatregelen die er toe leiden dat het mooie Drentse landschap in stand kan worden gehouden. Dit met veel aandacht voor de cultuurhistorie en zodanig dat men de door de jaren heen elkaar opvolgende vormen van gebruik in het landschap kan blijven lezen. Ansen; schuren bij historische boerderij

5 Inrichting en beheer natuurterreinen Natuurontwikkeling in een oud agrarisch cultuurlandschap zal de oude cultuurhistorische kenmerken doen verdwijnen. Ook hier is de uitvoering een punt van zorg. Ook als het beleid aangeeft (Nota Landschap) dat landschappelijke en cultuurhistorische waarden zwaarder tellen dan natuur, wordt in de praktijk toch gekozen voor natuurontwikkeling. Het is daarom de vraag of het beheer wel altijd aan een terreinbeherende organisatie moet worden uitgegeven. Deze organisaties werken immers vanuit de invalshoek natuur en hebben op dat gebied de kennis en de ervaring. Steenbergen; (Zuidwolde) Dwingelderveld Als het beleid zodanig ruim is geformuleerd dat er ruimte over is voor een eigen interpretatie, dan zal een beherende organisatie geneigd zijn er een invulling aan te geven die zoveel mogelijk past bij de doelstellingen van die organisatie. Het politick vastgestelde beleid zal daarom inhoudelijk duidelijk en per gebied gespecificeerd in de plannen moeten worden aangegeven. Maar zelfs waar dat al het geval is (de Nota Landschap) gaat het niet (altijd) goed. Om de hiervoor geschetste situatie te verbeteren worden de volgende maatregelen voorgesteld: - het stimuleren en faciliteren van terrein- en landschapsbeheer door boeren. Hiervoor kunnen samenwerkingsvormen met bijvoorbeeld de Stichting Landschapsbeheer Drenthe worden gezocht. Door de eeuwen heen hebben boeren het landschap gevormd en het is goed hen een rol te geven bij het beheer van het landschap, waarin ook hun voorouders hebben geleefd en gewerkt; - het college van GS treedt in overleg met de terreinbeheerders, Landschapsbeheer Drenthe, de landbouw en de particuliere grondeigenaren over de uitvoering van het provinciate beleid en de faciliteiten voor samenwerking met boeren voor het terreinbeheer. Het geld dat nu aan de terreinbeherende organisaties ter beschikking wordt gesteld, dient ook beschikbaar te zijn voor het beheer door boeren. Nu is dat vaak niet mogelijk. Het instellen van bijvoorbeeld een landschapsfonds (zoals in Zuid Holland) of een provinciate regeling (als in Noord Brabant) kan hiervoor een oplossing bieden;

6 Omgeving Nieuw Balinge; nieuwe schuren passend in het landschap Alle hier genoemde maatregelen zijn alleen zinvol als GS zorg draagt voor een meer integrate uitvoering van het beleid en voor een voldoende handhaving daarvan. Verder kunnen ook de resultaten van de acties van de Milieufederatie Drenthe en Het Drents Landschap bij de uitvoering worden betrokken. Bij het handhaven van het vastgestelde beleid moeten de gemeenten met nadruk worden herinnerd aan de gemaakte afspraken. In zijn algemeenheid is er meer geld nodig voor particuliere initiatieven die de kwaliteit van het landschap vergroten door af te wijken van de te vaak gekozen standaardoplossingen, maar daardoor wel extra geld kosten. Hierbij kan worden gedacht aan gebouwen en bestemmingsplannen, de inrichting van bedrijfsterreinen en het terreinbeheer. Wilt u reageren: Peter Sluiter, statenlid D66 Drenthe p.sluiter@drenthe.nl Albert Haar, statenlid D66 Drenthe, lid Statencommissie Omgevingsbeleid / a.haar@drenthe.nl Meino Smit, lid Statencommissie Omgevingsbeleid m.smit@drenthe.nl Henk Kamping, steunfractie hkamping@inn.nl De fmanciele bijdragen moeten structureel beschikbaar worden gesteld. Dalen/Paterswolde, juni 2006 Dit is een publicatie van het Studie- en Ideeencentrum D66 Drenthe. Eerder in deze reeks verschenen: De notitie Gentechnologie; "Is dat nou Drenthe ", een notitie over het landschap; De notitie over bureaucratiekosten in het kader van de ASV.

7 Waar ging het ook al weer over? Zuidwolde; herbouw in historische stijl uitbreidingen van dorpen en steden (standaard, eenheidsworst, niet ingepast in het landschap, geen groen); ontsierende gebouwen (schuren en woningen) in het landelijk gebied; «inrichten natuurterreinen met weinig historisch besef en weinig differentiate; s te weinig aandacht voor beeldkwaliteit en architectuur in zowel het landelijk gebied, als in de bebouwde kom en op bedrijventerreinen; geen duurzaam bouwen (ondanks het formele beleid en het convenant); «het teloor gaan van de streekeigen bebouwing. Constatering: * De regie door de provincie over tal van zaken (duurzaam bouwen, aandacht voor architectuur en beeldkwaliteit en duurzaamheid in het algemeen) ontbreekt teveel en daardoor kunnen gemeenten, terreinbeheerders en anderen hun eigen beeld realiseren. Door deze verbrokkeling ontbreekt de gewenste samenhang en komen de doelstellingen van de provincie in de knel. Het is daarom van belang dat er een betere afstemming komt tussen provincie en gemeenten en andere instanties over wat in de nota's en plannen van de provincie wordt bedoeld en welke praktische gevolgen dit moet hebben. De zorg voor de uitvoering is een zwak punt. Er is sprake van een handhavingprobleem. De provincie kan nog zoveel mooie plannen maken, maar als er onvoldoende aandacht is voor controle en handhaving komt er in de praktijk weinig tot niets van terecht. De noodzaak om tot een betere afstemming te komen tussen het beleid van de provincie en de uitvoering door gemeenten en anderen wordt nog groter nu de Nota Ruimte van kracht is geworden. Deze Nota geeft aan de gemeenten e.a. nog meer ruimte voor een eigen interpretatie van het beleid.

8 Wat kunnen de provincie (GS) en eventueel anderen (gemeenten) doen? Zeijen; nieuwbouw zonder landschappelijke inpassing Vitbreidingen dorpen en steden - met de gemeenten een gesprek aangaan over goede en slechte voorbeelden op het gebied van landschappelijke inpassing, beeldkwaliteit, welstand en duurzaamheid, om zo te komen tot een vast te leggen gemeenschappelijke visie; - in het bestemmingsplan een paragraaf "landschap" opnemen, waarin de relatie van het plan met de omgeving (cultuurhistorie, landschap, bebouwing) wordt aangegeven; - het opnemen van een groenplan in het bestemmingsplan, waarin de inpassing van bebouwing in het landschap wordt vastgelegd. Ontsierende gebouwen - gesprekken voeren met de gemeenten over deze materie: goede en slechte voorbeelden aanwijzen en bespreken en de gemeenten aanspreken op hun beleid. - meer groen rond bedrijfsgebouwen koppelen aan de bouwvergunning - "mooie schuren" belonen met een bijdrage van de provincie, te denken valt hierbij aan een soort rieten daken regeling. - opdracht geven om samen met de betreffende ondernemingsverenigingen en Stichting Drents Plateau een Drentse modelschuur en andere bedrijfsgebouwen te ontwikkelen die voor alle partijen aantrekkelijk zijn, zowel wat betreft uiterlijk als gebruiksmogelijkheden. Lhee; hout in plaats van damwandprofiel