WOORDLEER Woordsoorten theorie
|
|
- Sterre de Koning
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 1 van 11 WOORDLEER Woordsoorten theorie Woordleer = indelen van de woorden in 10 soorten. 1. Het lidwoord (=lw) In het Nederlands zijn er drie lidwoorden: de, het, een. - de diva - het popidool - een vrouw De en het noemen we bepaalde lidwoorden, omdat ze die éne man of dat éne kind aanduiden. Een noemen we een onbepaald lidwoord omdat het met een tafel iedere willekeurige tafel bedoeld kan zijn. Lidwoorden tref je alleen aan in combinatie met zelfstandige naamwoorden. 2. Het werkwoord (=ww) Begrip omschrijving voorbeeld Infinitief Stam Persoonsvorm O.T.T. O.V.T. O.Tk.T. Onvervoegde vorm van het werkwoord. Hoe zoeken? Door ik kan voor het ww te zetten. infinitief zonder (e)n ik-vorm van het werkwoord Vervoegde vorm van het werkwoord Onvoltooid Tegenwoordige Tijd Onvoltooid Verleden Tijd Onvoltooid Toekomende Tijd dansen zingen (ik) dans (ik) zing (ik) acteer Zij danst snel. Zij zong gisteren weer. Ik zing Ik acteer Zij debuteerde Zij schokte Zij zal spelen Zij zal lachen V.T.T. Voltooid Tegenwoordige Tijd Zij heeft geacteerd..
2 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 2 van 11 V.V.T. V.Tk.T. VD imperatief scheidbare werkwoorden Voltooid Verleden Tijd Voltooid Toekomende Tijd Voltooid Deelwoord Hoe zoeken? Door ik heb of ik ben voor het ww te zetten Gebiedende wijs/ bevelzin / geen onderwerp Werkwoorden die gescheiden worden als ze vervoegd worden. In het voltooid deelwoord wordt ge- tussen de twee delen geplaatst. Zij heeft gedanst. Zij had geacteerd. Zij had gedanst. Zij zal geacteerd hebben. Zij zal gedanst hebben. De fans hebben gejuicht. Zij is geweest. Schreeuw! Zing! aannemen - ik neem aan - aangenomen achteruitgaan - ik ga achteruit - achteruitgegaan ademhalen - ik haal adem -ademgehaald binnenloodsen - ik loods binnen binnengeloodst gebruikmaken - ik maak gebruik-gebruikgemaakt gevangennemen - ik neem gevangen-gevangengenomen ineenzakken - ik zak ineen-ineengezakt kennismaken - ik maak kennis-kennisgemaakt openbreken - ik breek open-opengebroken plaatsvinden - het vindt plaats-plaatsgevonden tekeergaan - ik ga tekeer-tekeergegaan teleurstellen - ik stel teleur-teleurgesteld Onscheidbare werkwoorden Hulpwerkwoord Regelmatige werkwoorden Onregelmatige werkwoorden Sterk werkwoord Zwak werkwoord Werkwoorden die niet kunnen gescheiden worden als ze vervoegd worden. werkwoord dat een ander werkwoord helpt vervoegen werkwoorden die netjes de regels volgen werkwoorden die de regels niet volgen de klinkers van de stam wijzigen als het vervoegd wordt. Het heeft een voltooid deelwoord dat eindigt op en. de stam blijft ongewijzigd als het vervoegd wordt. Het heeft een voltooid deelwoord dat eindigt op -d of -t. Stofzuigen ik stofzuig - gestofzuigd De fans hebben gejuicht. Zij is geweest. dansen: ik dans, jij danst, wij dansen zijn: ik ben, zij is, wij zijn zingen: zij zingt, zij zong, zij heeft gezongen dansen: zij danst, zij danste, zij heeft gedanst
3 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 3 van Het zelfstandig naamwoord (=zn) KENMERKEN 1. Het zn heeft een genus of woordgeslacht. DE- woorden: mannelijk kan vervangen worden door hij bijv.: de single, de langspeelplaat, de wereldhit vrouwelijk kan vervangen worden door zij bijv.: de vrouw, de beroemdheid, de popmuziek HET woorden: onzijdig worden vervangen door het bijv.: het album, het podium, het debuut 2. Je kan er een lidwoord voor plaatsen. 3. Je kan het zelfstandig naamwoord in het meervoud zetten. Wij vormen meestal de meervouden door achter het zelfstandige naamwoord een s of en te plaatsen. Voorbeelden: tafel-tafels, schaap-schapen. OPGELET Zn die alleen in het enkelvoud voorkomen. Bijv.: het meel, het goud Zn die alleen in het meervoud voorkomen. Bijv.: de hersenen, de paparassen. 4. Van zn kan je ook verkleinwoorden maken. Verkleinwoorden maak je door achterplaatsing van een van de volgende uitgangen. -je (boot-bootje), -tje (maan-maantje) -etje (ding-dingetje), -pje (raam-raampje), -kje (woning-woninkje). VERDELING IN GROEPEN - Verzamelnamen: dit zijn zelfstandige naamwoorden die een verzameling inhouden. Voorbeelden: de jeugd, de politie, de burgerij, de regering. - Eigennamen: dit zijn namen van personen, landen, steden, rivieren, gebergten enz. In deze groep vind je veel zelfstandige naamwoorden die niet in het meervoud kunnen staan en waar je moeilijk een verkleiningsuitgang achter kunt zetten. Voorbeelden: Kees, Engeland, Rotterdam, de Alpen, de Maas. - Stofnamen: dit zijn die zelfstandige naamwoorden waar je het woord veel voor kunt zetten. Ook deze woorden kennen vaak geen meervoud. Voorbeelden: het goud, het water, de honger enz. Let op: alle werkwoorden kunnen tot zelfstandig naamwoord gemaakt worden door een lidwoord voor de infinitief te plaatsen. In de zin (Het) zwemmen in open water is verboden is zwemmen een zelfstandig naamwoord!!!!!
4 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 4 van Het bijvoeglijk naamwoord (=bn) Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets meer zegt over het zn. In een zin kun je een bijvoeglijk naamwoord op drie plaatsen aantreffen: voor het zelfstandig naamwoord: een vrouwelijke popster; als naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde: Madonna is ziek; in gevallen als: de poetsvrouw schrobt het podium schoon; de belichting kleurde de zaal rood; vrolijk kwam de zangeres naar binnen. Ook in de laatste twee gevallen zegt het bijvoeglijk naamwoord iets van een zelfstandig naamwoord. Je kunt namelijk ook zeggen: zieke Madonna, het schone podium, de rode zaal, de vrolijke zangeres. GEBRUIK: - BIJVOEGLIJK: gebruikt bij een zelfstandig naamwoord. - ZELFSTANDIG: gebruikt als naamwoordelijk deel of een dubbel verbonden bepaling. BUIGINGSVORMEN! Je kunt een bijvoeglijk naamwoord herkennen aan de verbuigingsmogelijkheden. Je kunt er e, er of st achter zetten. - Krijgt soms de uitgang E Bijv. de sterke personaliteit; de legendarische tournee, de aanstootgevende vamp, de stijlvolle videoclip.!!! Let op voor spelling voor open en gesloten lettergrepen en klankveranderingen! - Of uitgang S Met de woorden : iets, wat, minder, niets, veel, genoeg, velerlei, weinig, voldoende, allerlei, meer, wat voor Bijv. iets moois; allerlei lekkers; weinig goeds; niets waardevols - Uitgang EN Bn die een stof aanduiden (stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden) Bijv. een houten podiumtrap; een zilveren trompet; een gouden microfoon
5 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 5 van 11 TRAPPEN VAN VERGELIJKING o STELLENDE TRAP (onverbogen vorm bn) de gewone vorm van het bn Bijv. Zij is even groot als haar achtergrondzangeres. / Dat kind, Lourdes, was net zo lief als Rocco. Ik vind hem niet zo slim als de popdiva. o VERGROTENDE TRAP (comparatief) bn + ER Bijv. Haar succes is waarschijnlijk groter dan dat van Britney Spears. o OVERTREFFENDE TRAP (superlatief) bn + st(e) / +t(e) voor sisklank Bijv. Het grootste succes behaalde ze als actrice in de film Evita. Van sommige woorden is de overtreffende trap moeilijk uit te spreken. We gebruiken dan de omschrijvende vorm. Bijv. praktisch, praktischer, meest praktisch!!! goed, beter, best / veel, meer, meest / weinig, minder, minst Alleen stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden kennen deze mogelijkheden niet! (gouden, gouder, goudest)
6 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 6 van Het voornaamwoord (=vnw) Er zijn verschillende soorten voornaamwoorden. Dit zijn: Persoonlijke voornaamwoorden: ik, jij, mij, je, jou, u, gij, ge, hij, hem, zij, ze, haar, het, wij, we, ons, jullie, zij, ze, hen, hun. bijv.: Zij heeft als zangeres heel wat vooruitgang geboekt. persoon persoonlijk voornaamwoord onderwerp voorwerp voluit afgekort voluit afgekort 1ste enk ik k mij me 2de enk jij je jou je u u gij ge u 3de enk Hij-die ie hem m Zij-ze Haar,ze r, d r, het t het t 1ste mv wij we ons 2de mv jullie je jullie u u gij ge u 3de mv zij ze hen/hun r, d r, ze Wederkerende voornaamwoorden: me, je, zich, ons bijv.: Zij spoedt zich naar het podium. ENKELVOUD MEERVOUD 1 ste persoon me mij mezelf mijzelf ons onszelf 2 de persoon je jezelf je jezelf u-zich uzelf zichzelf u zich uzelf zichzelf 3 de persoon zich zichzelf zich zichzelf Wederkerige voornaamwoorden: elkaar(s), elkander(s), mekaar(s) spreektaal bijv.: De achtergrondzangeressen beoordelen elkaars zangprestatie. Bezittelijke voornaamwoorden: mijn, jouw, je, uw, zijn, haar, ons, onze, jullie, hun (de/het mijne, de/het jouwe, de/het uwe, de/het zijne, de/het hare, de/het onze, de/het hunne). bijv.: In 2003 brengt Madonna met American Life haar zoveelste succesalbum uit. persoon 1ste enk 2de enk 3de enk 1ste mv 2de mv 3de mv bezittelijk vnw. bijvoeglijk+zelfstandig mijn, de mijne, het mijne jouw, de jouwe, het jouwe uw, de uwe, het uwe uw, de uwe, het uwe zijn, de zijne, het zijne haar, de hare, het hare zijn, de zijne,het zijne ons/onze, de onze, het onze jullie, de uwe, het uwe uw, de uwe, het uwe uw, de uwe, het uwe hun, de hunne, het hunne
7 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 7 van 11 Aanwijzende voornaamwoorden: die, dit, dat, deze, degene, diegene, datgene, dezelfde, hetzelfde, datzelfde, soortgelijk, zodanig, dusdanig, dergelijke, zo n, zulk(e), zelf. bijv.: Dergelijke videoclips zijn een product van zo n superster als Madonna. Vragende voornaamwoorden: wie, wat, welke, wat voor (een), wiens. bijv.: Wie heeft een kaartje voor het concert? Betrekkelijke voornaamwoorden: die, dat, wie, wat, hetgeen, welke, wiens, wier bijv.: Madonna is de eerste vrouwelijke ster die volledige controle verkrijgt over haar muziek. Onbepaalde voornaamwoorden: men, iemand, niemand, iets, niets, alles, elk(e), ieder(een), enig(e), menig(een), de een of de ander, om het even wie, gelijk wie, een paar, sommige, verscheidene, verschillende, genoeg, voldoende, alle, allemaal, alles, bijv.: Men durft er niet aan denken dat iemand als Madonna besluit te stoppen met zingen. Uitroepend voornaamwoord Bijv.: Wat zing jij mooi! Wat een mooi liedje! Het kan lidwoord, persoonlijk vnw. of onbepaald vnw. zijn. - het als lidwoord : hoort bij een zelfstandig naamwoord: het meisje - het als pers. vnw. verwijst naar iets wat voorafgaat of volgt: Het lijkt me logisch dat hij dat doet. - het als onbepaald vnw. staat op zichzelf: Het vriest
8 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 8 van Het bijwoord (=bw) Een bijwoord is een onveranderlijk woord dat iets zegt van 1. het werkwoord in de zin: Madonna zingt mooi. Vandaag is de charmante diva te gast in het Sportpaleis te Antwerpen. 2. het bijvoeglijk naamwoord Zij is erg sexy. Miljoenen meisjes namen haar heel populaire look over. 3. het andere bijwoord: De bandleden spelen heel hard. Enkele soorten bijwoorden: - graad: tamelijk, erg - modaliteit: kennelijk, mogelijk - plaats: hier, elders - tijd: dadelijk, nu Opmerking: Sommige bijwoorden kunnen gesplitst worden: Daarbij laat ik het. - Daar laat ik het bij. Je benoemt beide delen als één geheel.
9 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 9 van Het telwoord (=tw) Telwoorden tellen of nummeren. Er zijn twee soorten: HOOFDTELWOORDEN Bijv.: één, twee, drie, veertig, honderd, RANGTELWOORDEN Bijv.: eerste, tweede, derde, veertigste, honderdste,. Wanneer telwoorden nauwkeurig een getal aangeven, heten ze bepaalde telwoorden (zoals vier, twintig, honderd); wanneer ze dat niet doen, heten ze onbepaalde telwoorden (zoals veel, verscheidene, enkele). Zo kunnen we onderscheiden: bepaalde hoofdtelwoorden bijv. vijf, driehonderd onbepaalde hoofdtelwoorden bijv. enkele, verschillende, genoeg, verscheidene, wat, veel, weinig, bepaalde rangtelwoorden bijv. vijfde, driehonderdste onbepaalde rangtelwoorden bijv. hoeveelste, zoveelste, laatste, voorlaatste, middelste LET OP: niet ieder woord dat een getal noemt is een telwoord. In de volgende zinnen vinden we zelfstandige naamwoorden, zoals uit het gebruik van lidwoorden of meervoudsuitgangen blijkt. 1 Hij heeft een zes gegooid. 2 Bij het mondeling haalde ze twee achten en één zeven. 3 Je moet je achten wat duidelijker schrijven.
10 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 10 van Het voegwoord (=vw) De meest courante voegwoorden zijn: EN, OF, WANT, MAAR, DAT, OF, OMDAT, ZODAT, DAAR, AANGEZIEN, OPDAT, ALS, WANNEER, TERWIJL, HOEWEL, ZOALS, INDIEN Voorbeelden: Madonna scoort haar eerste hits in 1982 en zij groeit uit tot een superster. De zangeres uit Amerika trakteert haar publiek op popmuziek en een heuse show. Madonna heeft het concert uitgesteld, want zij is ziek. Twee soorten NEVENSCHIKKEND VOEGWOORD De meest voorkomende nevenschikkende voegwoorden zijn: EN, MAAR, DUS, OF EN WANT. Met een (nevenschikkend) voegwoord kun je zinnen of zinsdelen met elkaar verbinden. Voorbeelden: Madonna scoort haar eerste hits in 1982 en zij groeit uit tot een superster. De zangeres uit Amerika trakteert haar publiek op popmuziek en een heuse show. Ze verbinden altijd gelijkwaardige eenheden, dus bijvoorbeeld twee of meer hoofdzinnen, twee of meer bijzinnen, twee of meer gelijksoortige woordgroepen, twee of meer woorden van dezelfde woordsoort. Voorbeelden: Lourdes is binnen en Rocco is in de tuin. (twee hoofdzinnen) Madonna en Sean zijn binnen. (twee zelfstandige naamwoorden) In de keuken of in de tuin. (twee voorzetselgroepen) ONDERSCHIKKEND VOEGWOORD Zeer veel voorkomende onderschikkende voegwoorden zijn: DAT, OF, OMDAT, ZODAT, DAAR, AANGEZIEN, OPDAT, ALS, WANNEER, TERWIJL, HOEWEL, ZOALS, INDIEN. Onderschikkende voegwoorden verbinden altijd bijzinnen met andere (hoofd- of bij-)zinnen. Voorbeelden: Ik hoor dat Madonna vermoeid is door haar tournee. Weet jij of Madonna nog altijd met Sean Penn getrouwd is?
11 Woordsoorten theorie BERLE Pagina 11 van Het voorzetsel (=vz) Voorzetsels zijn woorden die je kunt plaatsen op de puntjes in de volgende groepen: 1....het huis. (deze voorzetsels duiden een plaats aan.) Vul maar in: OP, IN, NAAST, VOOR, ACHTER enz het concert. (deze voorzetsels duiden een tijd aan.) Vul maar in: VOOR, NA, TIJDENS, SINDS, GEDURENDE enz. Blijft er een restgroep met woorden als: ONDANKS, VOLGENS, TE, PER enz. Er zijn voorzetsels die een nauwe verbinding hebben met een werkwoord, bijvoorbeeld: verlangen naar, spotten met, enz. In zinsleer vormen deze vaste voorzetsels het begin van het voorzetselvoorwerp. 1O. Het tussenwerpsel (=tssw) Tussenwerpsels of interjecties zijn woorden die uitroepen van emotie (verbazing, schrik, pijn enzovoort) of klanknabootsingen zijn. Het zijn geen zinsdelen of zinsdeelstukken: je hoeft ze dus ook niet als zodanig te benoemen. Hé, dit concert heb ik al eens gezien? Speel maar verder, hoor. Pats, daar sloeg de drummer zijn drumstel stuk. Bah, wat een flop van een concert! Donders, hoe blijft Madonna toch zo mooi? Tot de veel voorkomende interjecties behoren groetformules als dag, morgen, goedenavond en de woordjes ja en nee. Tussenwerpsels zijn woorden als ach, jaja, vet, donders, hihi, hemeltjelief, oeps, oesje.
Woordsoorten. Begrip Omschrijving Voorbeeld
Woordsoorten Woordleer = indelen van de woorden in 10 soorten 1. Het lidwoord In het Nederlands spreekt men van 3 lidwoorden: de, het, een De en het noemen we bepaalde lidwoorden, omdat ze die ene man
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieNiveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad
Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieCVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3
CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De
Nadere informatie2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12
Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek
Nadere informatie2 hv. 1
2 hv www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp
Nadere informatieNaam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.
Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieAntwoorden Nederlands Ontleding
Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig
Nadere informatie1
3a www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp
Nadere informatie1 keer beoordeeld 4 maart 2018
7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp
Nadere informatieBeknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament
Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
-b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord
Nadere informatieWerkwoordelijk gezegde Dit zijn alle werkwoorden in een zin met alles wat bij deze werkwoorden hoort. 1. Francien stond maar te kijken.
Ontleden Persoonsvorm 3 trucjes om de persoonsvorm te vinden zijn: 1. Maak van de zin een vraagzin. Het werkwoord dat vooraan komt te staan is de persoonsvorm. 2. Zet de zin in een andere tijd, de persoonsvorm
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatieTaalbeschouwelijke termen bao so 2010
1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan
Nadere informatieWegwijs in de werkwoordspelling
Wegwijs in de werkwoordspelling 1 Een aantal begrippen Tijd = de tijd waarin gesproken wordt: vandaag, gisteren, morgen Persoon = wie aan het spreken is of de persoon om wie het gaat in de zin. Infinitief
Nadere informatieWerkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.
DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden
Nadere informatie71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.
v;rw>r t 7 S SS QVRre F9 - -t. t- L 5KM i r MALtABERG instapkaarten taal verkennen S -4 taal verkennen komt er vaak een -e achter. Taa actief. instapkaarten taal verkennen. groep 8 Maimberg s-hertogenbosch
Nadere informatieBenodigde voorkennis taal verkennen groep 5
Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 10
Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels
Nadere informatieInhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18
Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieGrammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.
9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieGrammatica. Op niveau onderbouw - Naslag
Op niveau onderbouw - Naslag Grammatica In dit naslagdocument vind je de belangrijkste onderdelen van grammatica die in Op niveau onderbouw, leerjaar 1 t/m 3, worden behandeld. Als je wilt weten welke
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieHiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.
Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanwijzend Achtervoegsel Afleiding Anakoloet (ontspoorde zin) Beknopte bijzin Bepaling van gesteldheid Betrekkelijk Bezittelijk Bijstelling Bijvoeglijk naamwoord
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieVoordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet.
Voornaamwoorden Door Henk Wolf. Groningen, 2014. In dit artikeltje leer je wat voornaamwoorden zijn, welke soorten voornaamwoorden er bestaan en welke kenmerken elk van die soorten heeft. Wat zijn voornaamwoorden?
Nadere informatieVoorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11
Inhoud Voorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11 Deel 1 Zinsbouw A. De enkelvoudige zin 19 1. De zin 19 2. De bevestigende zin 19 3. De ontkennende zin 22 4. De
Nadere informatieWoordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.
Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk
Nadere informatie3 vwo. 1
3 vwo www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp
Nadere informatieIn elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.
Grammatica: werkwoorden werkwoordsen uitleg Werkwoordsen 1. Persoonsvorm In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal
Nadere informatieDE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD
DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD Een didactiek om het begrip ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD aan te leren in het 4e leerjaar (Groep 6). Enkele voorafgaande opmerkingen over de toekomende tijd van het werkwoord.
Nadere informatieMannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus
ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK
Nadere informatieLESSTOF. Ontleden en Benoemen
LESSTOF Ontleden en Benoemen 2 Lesstof Ontleden en Benoemen INHOUD INLEIDING... 4 DOELGROEP... 5 STRUCTUUR... 6 INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 1... 10 INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 2... 17 Lesstof Ontleden
Nadere informatieIn dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.
In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de
Nadere informatieOntleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen
Ontleden 1. Ontleden is een vorm van syntactische analyse die traditioneel op lagere en middelbare scholen onderwezen wordt (werd). Deze traditionele zinsontleding gaat terug op de Nederlandse spraakkunst
Nadere informatieCompacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek
Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van
Nadere informatieTipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8
Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld
Nadere informatieJan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek
Jan Heerze Kortom Nederlandse grammatica Walvaboek WOORD VOORAF Kennis van de Nederlandse grammatica is geen doel in zichzelf, maar een hulpmiddel om tekortkomingen in eigen taalgebruik te corrigeren.
Nadere informatieBasis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal
Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Grammatica Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Nederlands Grammatica Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1947 woorden 10 mei 2008 5,8 282 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op nieuw niveau Woordsoort, Afk., omschrijving,
Nadere informatieVisuele Leerlijn Taal
Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235
Nadere informatiePIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatietafel tafels, jongen jongens, vakantie vakanties auto auto s, taxi taxi s, baby baby s maan manen, man mannen
2.1 Meervoud pluralis Op weg naar A2: tafel tafels, jongen jongens, vakantie vakanties auto auto s, taxi taxi s, baby baby s maan manen, man mannen Niet-telbare woorden hebben geen meervoud: rijst, muziek,
Nadere informatie* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.
1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind
Nadere informatieDOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.
DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)
Nadere informatie6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling
Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei 2016 6.2 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Paragraaf 1 Dubbel op Onjuiste herhaling 2x een voorzetsel wordt gebruikt, maar 1 overbodig
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Klas: IG3v (Docent: RKW) D Week: 13 t/m 24 Onderdeel: Grammatica Woordsoorten Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 Werkwoorden en persoonlijke, bezittelijke, wederkerende, aanwijzende,
Nadere informatieWoordsoorten bloemlezing uit het 40 bladzijden tellende boek.
Woordsoorten bloemlezing uit het 40 bladzijden tellende boek. Inleiding Een boek samenstellen over woordsoorten. Dat betekent: keuzes maken. Wat overigens ook geldt voor het gebruiken ervan. Over de keuzes
Nadere informatieToets grammaticale termen met sleutel
Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij
Nadere informatieEen boek samenstellen over woordsoorten. Dat betekent: keuzes maken. Wat overigens ook geldt voor het gebruiken ervan.
Woordsoorten bloemlezing uit het 40 bladzijden tellende boek. Inleiding Een boek samenstellen over woordsoorten. Dat betekent: keuzes maken. Wat overigens ook geldt voor het gebruiken ervan. Over de keuzes
Nadere informatieals iets niet letterlijk is bedoeld.
Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven
Nadere informatieDE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }.
1 DE SAMENGESTELDE ZIN Voordat een zin als samengestelde zin ontleed kan worden, moet hij eerst als enkelvoudige zin ontleed zijn, d.w.z. in een zin met maar één persoonsvorm ( en andere zinsdelen). Een
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Formuleren
Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige
Nadere informatieAls muziek in je oren
Als muziek in je oren Het klinkt me als muziek in de oren. Als je dat zegt, ben je heel blij iets te horen. Goed nieuws bijvoorbeeld. Muziek kan ook fijn zijn om te horen. Op de radio komen veel verschillende
Nadere informatieAppendix 2 Woordsoorten en fl exiecategorieën
Appendix 2 Woordsoorten en fl exiecategorieën woordsoort/ woordklasse categorie op basis van morfologische/syntactische/semantische eigenschappen gesloten opsombaar/geen nieuwe leden open niet-opsombaar/nieuwe
Nadere informatieNederlands C.T samenvatting
Nederlands C.T samenvatting Wat te leren: Blok 4 + helft blok 5, op de leer s.o stof na. Blok 4 2.2 Chronologische tijdsvolgorde: de ene gebeurtenis na de andere Tijdsprong: het overslaan van een stuk
Nadere informatieGrammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten
Grammatica 2F Grammatica 2F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
6 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema
Nadere informatie1 Spelling en uitspraak
Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers
Nadere informatiehandelingswijzer taalkundig ontleden woordsoorten
handelingswijzer taalkundig ontleden woordsoorten Naslagwerk Voor leerlingen en ouders 1 INHOUD INHOUD... 2 TAALKUNDIGE ONTLEDING: WOORDSOORTEN... 3 WERKWOORDEN... 3 ZELFSTANDIG NAAMWOORD (zelfst.nw)...
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.
Basisgrammatica Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Basisgrammatica Het computerprogramma Basisgrammatica
Nadere informatieDe kleine Nederlands voor Dummies. Margreet Kwakernaak
De kleine Nederlands voor Dummies Margreet Kwakernaak Amersfoort, 2016 Inhoud Inleiding.............................................................. 9 Hoofdstuk 1: Zinsdelen een naam geven: redekundig
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.
Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is
Nadere informatieMuiswerk Grammatica I-III is bedoeld om anderstaligen te leren hoe het Nederlands in elkaar zit.
Grammatica I-III NT2 Muiswerk Grammatica I-III is bedoeld om anderstaligen te leren hoe het Nederlands in elkaar zit. Doelgroepen Grammatica I-III NT2 Grammatica I-III nt2 is bedoeld voor anderstalige
Nadere informatieTAAL- en REDEKUNDIG ONTLEDEN
TAAL- en REDEKUNDIG ONTLEDEN Blz. Onderwerp 2 Zelfstandig naamwoord 3 Betrekkelijk voornaamwoord 4 Bijvoeglijk naamwoord 5 Gezegde 6 Koppelwerkwoord 7 Lijdend en meewerkend voorwerp 8 Onderwerp 9 Persoonlijk
Nadere informatieWaarom een cursus Woordleer Nederlands?
Woordleer Inhoud Waarom een cursus woordleer Nederlands?................................... 3 Les 1. Inleiding: Woorden in soorten......................................... 4 1a. Tien voor taal........................................................
Nadere informatieHANDBOEK NEDERLANDS. Mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid
HANDBOEK NEDERLANDS Mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid Danielle De Smet & Liesbet De Vuyst HANDBOEK NEDERLANDS Mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid Academia Press P. Van Duyseplein 8 9000
Nadere informatieOnderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:
Nadere informatieTaalkundig ontleden A. van den Brink
Taalkundig ontleden A. van den Brink Taalkundig ontleden A. van den Brink 2016 1 Taalkundig ontleden A. van den Brink 2016 2 Inhoudsopgave Taalkundig ontleden... 5 Lidwoord (1/3)... 5 Zelfstandig naamwoord
Nadere informatieGRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG
GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL OEFENSITES WERKWOORDELIJK GEZEGDE ONTLEDEN ZIN OEFENSITES NAAMWOORDELIJK
Nadere informatieGrammatica Woordbenoemen 3. Werkboek gemengde opgaven Geschikt voor de groepen 5 en 6
3 Werkboek gemengde opgaven Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Overzichtslijsten 4 en 5 Inkleuren, ondertrepen, omcirkelen Lidwoord, Zelfstandig naamwoord en Werkwoord 6 + + Hulpwerkwoord en
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)
Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling
Nadere informatieSamenvatting Nederlands formuleren
Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop
Nadere informatieTeksten samenvatten: wat mag er wel en niet in een samenvatting? Zou je dit wel/niet in een samenvatting zetten?
Samenvatting door Manou 1228 woorden 11 januari 2015 2,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands h5 en H6 Lezen Onderwerp: waar gaat de tekst over Doel: wat is
Nadere informatieOnline cursus spelling en grammatica
Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts
Nadere informatie