ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX-ONTHAALKLASSERS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX-ONTHAALKLASSERS"

Transcriptie

1 ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX-ONTHAALKLASSERS

2 1. Algemeen 1.1. Ex-onthaalklassers: What s in a name? Een vangnet voor ex-onthaalklassers: hoe? Een zaak van de hele school! In de klas: hoe pak je het aan? Een krachtige leeromgeving in de klas 2.1. Inleiding Doe de test Hoe creëer je een krachtige leeromgeving in de klas? Specifieke ondersteuningstips bij de TASAN 3.1. Inleiding: de TASAN in een notendop Vaardigheden (subscores A/B) Verwerkingsniveau (subscores C) Visuele en talige ondersteuning (subscores D) Een overzicht van de ondersteuningstips Verdere aandachtspunten 4.1. Hoe ex-onthaalklassers evalueren? Aandachtspunten voor de leerkracht vreemde talen Verder lezen

3 1. ALGEMEEN Extra ondersteuning steeds noodzakelijk Een gedeelde verantwoordelijkheid 1.1. EX-ONTHAALKLASSERS: WHAT S IN A NAME? Anderstalige nieuwkomers zijn leerlingen die nog geen volledig schooljaar in het Nederlands hebben gevolgd, niet het Nederlands als moedertaal hebben en niet de Belgische nationaliteit hebben (zie omzendbrief 23/7/2001). Anderstalige nieuwkomers tussen 12 en 18 jaar hebben het recht op één jaar onthaalonderwijs. In de onthaalklas krijgen zij vooral onderwijs in taalvaardigheid Nederlands zodat zij voldoende gewapend zijn om na dat ene jaar onthaal in het reguliere onderwijs te stappen, in een richting die aansluit bij hun leeftijd en/of capaciteiten. Voor anderstalige nieuwkomers die de onthaalklas verlaten, of de ex-onthaalklassers, is de overgang naar de reguliere school geen sinecure: zij verlaten het veilige nest van de onthaalklas; ze komen terecht in een klas met veel onbekende gezichten en met andere regels en gewoontes; ze worden met nieuwe vakken geconfronteerd in een taal die ze ondertussen min of meer beheersen, maar vaak toch onvoldoende om met gemak de lessen te volgen. Ex-onthaalklassers zijn per definitie leerlingen die de nodige zorg en aandacht verdienen wanneer zij in de aankomen en er les volgen. Hoewel de eigenlijke onthaalperiode achter de rug is, is verdere begeleiding en ondersteuning allesbehalve een overbodige luxe. Voor de meesten is het een absolute must. Het zal dus nodig zijn om je verwachtingspatroon als leerkracht ten aanzien van de ex-onthaalklassers bij te stellen EEN VANGNET VOOR EX-ONTHAALKLASSERS: HOE? Een moet zich bewust zijn van de specifieke behoeften en noden van exonthaalklassers. Anderzijds vraagt de opvang van ex-onthaalklassers niet noodzakelijk een specifieke aanpak of heel wat extra werk. Het komt er vooral op neer om de aanwezige expertise ook voor deze leerlingen te benutten en in het schoolbeleid met hen rekening te houden. Vanuit verschillende hoeken en niveaus in de kan een vangnet voor de ex-onthaalklassers worden gespannen. Dit zal niet enkel deze leerlingen, maar ook andere leerlingen die extra zorg nodig hebben, ten goede komen. Hoe zorg je in de voor een goed vangnet voor de ex-onthaalklassers? Op schoolniveau kunnen directies en coördinatoren eerst en vooral de opvang van exonthaalklassers bewust meenemen als een expliciet aandachtspunt in hun school- (taal)beleid. Verder is samenwerking in het lerarenteam een belangrijke troef voor zowel de leerlingen als voor de leerkrachten zelf. Op klasniveau is het niet enkel de leerkracht Nederlands die zijn verantwoordelijkheid moet nemen bij het verder ondersteunen van de ex-onthaalklasser in zijn taalvaardigheid Nederlands. Leerkrachten van andere vakken dragen een even grote verantwoordelijkheid. De opvang van ex-onthaalklassers is en blijft dus een gedeelde verantwoordelijkheid waarbij zowel directie, coördinatoren, leerkrachten Nederlands en leerkrachten andere vakken betrokken moeten zijn. In de volgende punten zetten we op een rijtje wat er qua acties en interventies mogelijk is. Deze tips en suggesties kunnen een inspiratiebron zijn voor leerkrachten en directies, maar uiteraard is elke school vrij hiervan te realiseren wat ze zelf zinvol en haalbaar acht EEN ZAAK VAN DE HELE SCHOOL! Op schoolniveau kan al veel gebeuren om ervoor te zorgen dat de ex-onthaalklassers goed onthaald en begeleid worden. Een aantal suggesties. 1

4 TIPS VOOR DIRECTIES EN COÖRDINATOREN 1. Informeer je vooraf over het onthaalonderwijs. Indien er op de school geen onthaalklassen zijn, kan een bezoek aan een naburige onthaalschool een goed idee geven van wat het onthaalonderwijs precies inhoudt. Het geeft ook de mogelijkheid om een aantal informele contacten te leggen en ervaringen uit te wisselen. 2. Sommige onthaalscholen organiseren reeds tijdens het onthaaljaar zogenaamde luister- of snuffelstages waarbij ze de anderstalige nieuwkomers een aantal lesuren laten meevolgen in een reguliere klas die aansluit bij hun leeftijd, interesses en capaciteiten. Op die manier krijgen de anderstalige nieuwkomers een realistische kijk op de inhoud en de aanpak van bepaalde onderwijsrichtingen en kunnen ze de gestelde verwachtingen toetsen aan hun eigen ambities. Als potentiële is het ongetwijfeld interessant om hieraan mee te werken. Door deze stages kunnen betere contacten gelegd worden met de onthaalschool en kan men ook leerkrachten van niet-taalvakken sensibiliseren voor de opvang van ex-onthaalklassers. 3. Denk vooraf na hoe je ex-onthaalklassers zal onthalen op school: hoe zal het intakegesprek verlopen? Hoe breng je de leerling en zijn ouders op de hoogte over het reilen en zeilen in de school? Is er mogelijkheid om een tolk in te schakelen? Hoe zal het eerste contact met de medeleerlingen en de vakleerkrachten verlopen? 4. Zorg dat informatie (uit de onthaalschool) over de ex-onthaalklassers doorstroomt naar de betrokken leerkrachten zodat zij zich aan het begin van het schooljaar reeds een beeld kunnen vormen van de leerling en hun onderwijs hierop kunnen afstemmen. 5. Neem de opvang van ex-onthaalklassers op als een aandachtspunt in het school(taal)beleid. Zeer veel kan gebeuren in het verlengde van wat in de school aan visie en expertise aanwezig is rond taalvaardigheidsonderwijs, Nederlands als instructietaal en intercultureel onderwijs. Exonthaalklassers die voldoen aan de voorwaarden van het gelijkekansenonderwijs 1, kunnen als doelgroepleerlingen meegerekend worden. Op deze manier kunnen sommige ex-onthaalklassers mee profiteren van de extra voorzieningen in het regulier onderwijs. 6. Ga na welke mogelijkheden er bestaan op organisatorisch vlak om ex-onthaalklassers die dat nodig hebben, extra te ondersteunen: zijn er mogelijkheden om de ex-onthaalklassers individueel te begeleiden? Kan er een leerkracht vrij gemaakt worden om deze leerlingen te begeleiden? Is het mogelijk om af en toe een tweede leerkracht in de klas in te schakelen? Kan er gerekend worden op de hulp van eventuele vrijwilligers of van gevorderde leerlingen? 7. Sommige onthaalscholen werken met een coach. Een coach is een contactpersoon, een soort go-between tussen de onthaalschool en de leerkrachten en directie van de. Tijdens het onthaaljaar kan de coach de snuffelstages in de vervolgscholen coördineren en opvolgen. Na het onthaaljaar kunnen de ex-onthaalklassers bij deze coach terecht voor problemen op gebied van leerstof of als vertrouwenspersoon. Gegevens over vorderingen van de ex-onthaalklassers kunnen teruggekoppeld worden naar de onthaalschool. Omgekeerd kunnen vragen vanuit het regulier onderwijs beantwoord worden door de onthaalleerkrachten. De coach kan ook voor een vlottere communicatie zorgen met de ouders van de ex-onthaalklassers. De aanstelling van een coach kan gebeuren met een deel van het jaarlijkse pakket uren-leraar van de onthaalschool (dat wordt toegekend op basis van de telling op 1 februari en anderstalige nieuwkomers ook meerekent als reguliere leerlingen), waarbij de uren tijdens het eerste trimester worden ingezet voor de opvolging van de ex-onthaalklassers en tijdens het tweede en derde trimester voor de coördinatie van de snuffelstages tijdens het onthaaljaar. 8. Duid in het team een eindverantwoordelijke of mentor aan die de opvolging van één of meerdere ex-onthaalklassers op zich neemt en indien nodig contact opneemt met de onthaalschool. Zowel voor de leerlingen, de ouders, de collega s als de onthaalschool is het duidelijker indien zij zich tot één persoon kunnen richten. 9. Probeer om de ouders of voogd van de ex-onthaalklassers zoveel mogelijk bij het schoolgebeuren te betrekken. Wacht niet tot er problemen zijn of de examens achter de rug zijn om met hen contact op te nemen. Maak hierover afspraken met externe partners zoals schoolopbouwwerk. 10. Vraag de steun van externe partners zoals het CLB of de begeleiding, indien er nood is aan deskundig advies over de opvolging, aanpak en ondersteuning van de ex-onthaalklassers. 2

5 TIPS VOOR HET LEERKRACHTENTEAM 1. Hoe meer er wordt samengewerkt en uitgewisseld onder collega s, hoe vlotter de opvang kan gebeuren. Probeer op geregelde tijdstippen een overleg rond de ex-onthaalklassers te organiseren in het team. Wissel onder collega s informatie en ervaringen uit over de exonthaalklasser: wie is deze leerling? Hoe functioneert hij in de les? Wat zijn zijn moeilijkheden? Waarbij moet hij nog ondersteund worden: vakinhoudelijk, op vlak van taalvaardigheid? Je kan met je collega s afspreken om gedurende een periode de leerling gericht te observeren. 2. Leg je vragen op didactisch-inhoudelijk vlak voor aan collega s: hoe de ex-onthaalklasser ondersteunen en evalueren in de lessen? Welke interventies leveren goede resultaten op? Een uitwisseling van werkvormen, methodieken, materialen in het team kan heel verhelderend zijn: oplossingen liggen soms veel dichter dan je zou denken. Waarom niet een pedagogische studiedag hierover organiseren? Of bij elkaar gaan observeren? 3. Geef als niet-taalvak leerkracht aan de taalleerkracht door welke problemen in de taalles kunnen worden aangepakt. De leerkracht Nederlands kan bijvoorbeeld rond hetzelfde thema werken en belangrijke begrippen aanbrengen of een moeilijke informatieve tekst vooraf met de leerlingen doornemen. Hij kan de leerlingen ook aanmoedigen om relevante, moeilijke woorden per thema bij te houden in een persoonlijk schriftje, dat ook in de andere vakken kan gebruikt worden. Geef als taalleerkracht aan de niet-taalvak leerkrachten door waarop zij in hun lessen kunnen letten. 3

6 1.4. IN DE KLAS: HOE PAK JE HET AAN? Ex-onthaalklassers hebben slechts één jaar (of minder) de tijd gehad om hun taalvaardigheid Nederlands te ontwikkelen en zullen bijgevolg verder moeten worden ondersteund het jaar nadien. Dit kan niet alleen de verantwoordelijkheid zijn van de leerkracht Nederlands. Het vraagt ook een engagement van de andere leerkrachten, zowel in de taal- als niet-taalvakken. Leerkrachten Nederlands zullen uiteraard meer gericht aan de taalvaardigheid Nederlands van de ex-onthaalklassers kunnen werken. Hun grootste zorg is: hoe kan ik de taalvaardigheid van deze leerlingen verhogen? Hoe zorg ik ervoor dat ze taalvaardiger worden zodat ze ook met minder moeite de andere vakken kunnen volgen? Hoe kan ik deze leerlingen ondersteunen zonder dat dit ten koste gaat van de andere leerlingen? Leerkrachten niet-taalvakken worden met hetzelfde probleem geconfronteerd, maar vanuit een andere invalshoek. Zij verwachten dat de ex-onthaalklasser de inhoud van hun lessen voldoende begrijpt, maar stellen vaak vast dat deze leerlingen daarbij moeilijkheden ondervinden. Belangrijke vragen zijn: hoe kan ik ervoor zorgen dat de exonthaalklassers de lessen beter begrijpen? Op welke manier kan ik hen bij de lessen betrekken en extra ondersteunen? Hoe differentiëren zonder de andere leerlingen te benadelen? Leerkrachten vreemde talen staan vaak voor het probleem dat de ex-onthaalklassers nog volop bezig zijn om het Nederlands te verwerven op het moment dat zij een nieuwe vreemde taal moeten leren, zoals het Frans of het Engels. Voor de leerlingen betekent dit vaak een extra belasting. krachtige leeromgeving als ideale voedingsbodem specifieke ondersteuningstips In hoofdstuk 2 (blz. 6 ) vinden alle leerkrachten meer achtergrond over hoe zij hun lessen kunnen aanpakken zodat alle leerlingen, de ex-onthaalklasser(s) inbegrepen, zoveel mogelijk profiteren van het onderwijs dat ze krijgen. Een krachtige leeromgeving in de klas vormt een ideale voedingsbodem waarop verdere ondersteuning kan worden geënt. Specifieke ondersteuningstips zijn uitgewerkt in hoofdstuk 3 (blz. 13). Ex-onthaalklassers hebben vaak nog een extra duw in de rug nodig. Onder meer de resultaten van de TASAN - maar ook de bevindingen van onthaalleerkrachten - kunnen wijzen op specifieke tekorten. In dit hoofdstuk krijgen leerkrachten Nederlands en leerkrachten niet-taalvakken suggesties van hoe zij in de klas specifieke aspecten van taalvaardigheid kunnen stimuleren en op welke manier zij kunnen differentiëren in hun lessen. Onder kopje 4.2 (blz. 30) geven we kort aan wat welke aandachtspunten je als leerkracht vreemde talen voor ogen kan houden. Geen toverformules... Laat het duidelijk zijn: de opvang van ex-onthaalklassers begint vaak met een zoektocht naar werkvormen, materialen, ideeën... Het is een proces van vallen en opstaan. Gun jezelf en het hele team dan ook de nodige tijd om hieraan stap voor stap te werken. Vraag eventueel advies aan meer ervaren leerkrachten. Wat wij hieronder aanbieden, zijn geen toverformules. Daarvoor hangt te veel af van de concrete context waarin elke leerkracht werkt: wat voor leerling is die ex-onthaalklasser? Hoeveel ex-onthaalklassers zijn er in de klas? Is de klas zwak of sterk? Is er nauwe samenwerking met collega s? enz. Toch kán elke leerkracht heel wat doen tijdens zijn lessen om de ex-onthaalklassers te helpen en voor hen een stevig vangnet uit te bouwen. Sleutelbegrippen hierbij zijn: 1. Intentionaliteit Je vertrekt van een terechte bekommernis, namelijk: je wil de ex-onthaalklassers beter bij de lessen betrekken zodat ze beter tot leren komen. 2. Een veilige en leerlinggerichte leeromgeving Je zorgt voor een omgeving waarin de ex-onthaalklassers zich op hun gemak voelen, waarin ze fouten mogen maken. Daarbij worden de leerlingen beschouwd als actieve leerders die zelf inzichten en kennis kunnen opbouwen. 3. Samenwerken Je buit de mogelijkheden tot samenwerking zoveel mogelijk uit in de school door samen te werken met collega s, ook van andere vakken, door sterke en zwakkere 4

7 leerlingen te laten samenwerken in de klas, door medeleerlingen een verantwoordelijkheid te geven. 4. Differentiëren Je zoekt naar mogelijkheden om de leerlingen op verschillende manieren rond hetzelfde onderwerp en dezelfde activiteiten te laten bezig zijn. We willen dit stap voor stap duidelijk maken aan de hand van concrete voorbeelden, vragen en checklists. Wie hierover meer achtergrondinformatie wenst, vindt suggesties voor verdere lectuur in 5. Verder lezen en kan terecht op de nascholingen die hierover georganiseerd worden door o.a. het Steunpunt NT2/ Centrum voor Taal en Migratie ( 5

8 2. EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING IN DE KLAS 2.1. INLEIDING Geen absolute beginners meer... Ex-onthaalklassers hebben reeds een leertraject afgelegd. Ze zijn gestart in het Vlaamse onderwijs zonder enige voorkennis van en voeling met het Nederlands. Op één jaar tijd hebben zij in meer of mindere mate de taal onder de knie gekregen: de gemiddelde exonthaalklasser - voor zover je van een gemiddelde leerling kan spreken - kan zich behelpen in het Nederlands in alledaagse situaties, is in staat om korte, eenvoudige tekstjes te begrijpen, kan mondelinge instructies en mededelingen in de klas begrijpen, kan zich verstaanbaar maken tegenover een onbekende en is in staat om een eenvoudige boodschap op te schrijven. Dit is de verdienste van de onthaalleerkrachten die zich tot het uiterste hebben ingespannen om de anderstalige nieuwkomers taalvaardigheid Nederlands bij te brengen, en uiteraard ook van de leerlingen zelf. Natuurlijk hebben exonthaalklassers nog heel wat te leren: hun taalvaardigheid is allesbehalve perfect, op vlak van inhoudelijke voorkennis en andere overkoepelende vaardigheden kunnen zij nog problemen ondervinden om met goed gevolg mee te draaien in een gewone klas. Taalcorrectheid is geen prioriteit Een ruimere dan alleen talige ondersteuning nodig Taalvaardigheid, taalvaardigheid en nog eens taalvaardigheid... Taalvaardigheid, en met name de taalvaardigheid die nodig is om op school te kunnen functioneren, is een prioriteit in het onthaalonderwijs 2. Dit ligt ook in de lijn van de eindtermen Nederlands voor het secundair onderwijs. Om de lessen te kunnen volgen, zullen de leerlingen op allerlei manieren taal moeten kunnen gebruiken: informatieve teksten lezen, notities maken, instructies van de leerkracht begrijpen, afspraken maken met medeleerlingen enzovoort. Taal gebruiken, dingen doen met taal is belangrijker dan taalcorrectheid en taalkennis. Taalcorrectheid mag dan wel een bekommernis zijn van de (taal)leerkrachten, in essentie is het een laagje vernis dat je op de taalvaardigheid legt. Naarmate leerlingen verder vorderen in hun taalverwervingsproces en met complexere en formelere taalgebruikssituaties worden geconfronteerd, kan meer aandacht besteed worden aan vormelijke vereisten. Voor ex-onthaalklassers is taalcorrectheid echter een zware opdracht. Het is vooral op dat vlak dat nog heel wat van deze leerlingen uitvallen: zij kunnen bijvoorbeeld nog niet foutloos schrijven, hebben geen vlekkeloze uitspraak wie wel? -, en kennen de grammaticale terminologie onvoldoende. Het is daarom belangrijk om als leerkracht steeds de essentie voor ogen te houden: stimuleer de leerlingen in de eerste plaats om de inhouden te begrijpen en zelf boodschappen op een begrijpelijke manier over te brengen. Leg de lat op vlak van taalcorrectheid niet te hoog, zeker in de beginfase Aansluiten bij de reguliere vakken In het onthaalonderwijs krijgen anderstalige nieuwkomers nog geen algemene of praktijkvakken zoals in het regulier onderwijs. De meeste tijd wordt besteed aan de ontwikkeling van de taalvaardigheid Nederlands. Uiteraard wordt het taalvaardigheidsonderwijs meestal heel ruim opgezet, bijvoorbeeld aan de hand van informatieve tekstjes rond allerlei onderwerpen die jongeren aanspreken en die aansluiten bij diverse schoolvakken. Het aanbrengen van specifieke kennis rond bepaalde vakken of het aanleren van vakspecifieke termen is echter geen prioriteit voor het onthaalonderwijs. Op het moment dat ex-onthaalklassers instromen in een reguliere klas, hebben zij dus meestal niet de inhoudelijke bagage die bij bepaalde vakken verondersteld wordt. Bovendien is het taalgebruik in de diverse vakken vaak een struikelblok voor hen: niet alleen zijn zij nog niet vertrouwd met de vakspecifieke termen die in de lessen aan bod komen, de taal van de handboeken en de instructies bij de taken zijn meestal moeilijk te begrijpen omdat ze abstract van aard zijn en los van een concrete context worden aangeboden. Ook op vlak van schoolse vaardigheden hebben bepaalde exonthaalklassers het nog lastig. Om de reguliere vakken te kunnen volgen, moeten de leerlingen bijvoorbeeld in staat zijn om kaarten te lezen, tabellen te interpreteren, verbanden te leggen, feiten op een tijdslijn te situeren of een woordenboek te raadplegen en dat is voor hen niet vanzelfsprekend. 6

9 Uiteraard ondervinden niet alle ex-onthaalklassers bovenstaande problemen in dezelfde mate. Veel hangt af van de achtergrond van de leerlingen. Grofweg zou je twee groepen kunnen onderscheiden. De eerste groep zijn anderstalige nieuwkomers die in hun eigen land een degelijke vooropleiding hebben genoten, onderwijs in diverse vakken hebben gevolgd en op die manier reeds bepaalde voorkennis hebben opgebouwd. Voor deze leerlingen kan een begrip als zwaartekracht bijvoorbeeld een gekend concept zijn, waaraan zij inhoudelijk vulling kunnen geven. Voor hen kan het volstaan een nieuw etiket in het Nederlands aan te reiken of een talige uitleg te geven. Deze leerlingen zijn immers meer vertrouwd met abstracte en veralgemenende boodschappen die kenmerkend zijn voor het taalgebruik in de schoolse context. Zij hebben vaak al een aantal schoolse vaardigheden verworven. De tweede groep anderstalige nieuwkomers, de grote middenmoot, kunnen echter niet terugvallen op een degelijke vooropleiding en hebben bijgevolg nog heel wat concepten niet verworven die noodzakelijk zijn om de lessen te kunnen volgen. Daar hun voorkennis beperkt is en abstract taalgebruik een probleem vormt, zal een loutere vertaalslag van een begrip zoals zwaartekracht niet volstaan. De oplossing ligt evenmin in het aanleren van bepaalde vakspecifieke termen of het geven van een uitgebreide talige toelichting. Deze leerlingen hebben nood aan een ruimere ondersteuning zodat zij meer vulling kunnen geven aan nieuwe, onbekende begrippen en inzichten kunnen opdoen over bepaalde fenomenen. Concreet betekent dit dat je als reguliere leerkracht in de meeste gevallen meer zal moeten zijn dan een wandelend woordenboek om de ex-onthaalklassers daadwerkelijk te ondersteunen. Het begint bij reflectie over de aanpak van je lessen. De mate waarin er in de klas een krachtige leeromgeving ontstaat, is bepalend voor de wijze waarop je verdere ondersteuning kan bieden aan ex-onthaalklassers. Ook al de andere leerlingen zullen trouwens baat hebben bij zulk een krachtige leeromgeving. Daarom is dit een eerste aandachtspunt waarbij we stilstaan DOE DE TEST In welke mate is er in je lessen een krachtige leeromgeving aanwezig voor exonthaalklassers (en de andere leerlingen)? In volgend schema vind je een aantal vragen die betrekking hebben op hoe je je lessen aanpakt. In principe zijn de vragen van toepassing op om het even welke les. Tracht voor jezelf om onderstaande vragen te beantwoorden, eventueel met een concrete les in je achterhoofd. 7

10 DOE DE TEST Kleur bij elke vraag het bolletje zwart van het antwoord dat het sterkst lijkt op je lespraktijk. HET KLIMAAT IN DE KLAS - Voelen de leerlingen zich op hun gemak in de klas? (bv. durven ze spontaan aangeven dat ze iets niet begrijpen of dat ze het niet eens zijn?) - Komen alle leerlingen gelijkwaardig aan de beurt tijdens de les? (bv. niet alleen de sterkere leerlingen, maar ook de zwakkere) - Worden fouten of problemen op een positieve manier benaderd?(bv. door problemen gezamenlijk op te lossen, door fouten op een impliciete manier te corrigeren: herhalen op de juiste manier) DE TAKEN 1. Doelstellingen - Is het doel van je lessen gericht op inzicht verwerven en vaardigheden ontwikkelen?(bv. leerlingen moeten verbanden kunnen leggen tussen historische feiten ipv. historische feiten kunnen opsommen, leerlingen moeten een formele brief kunnen schrijven ipv. de kenmerken van een formele brief kunnen geven) - Moeten de leerlingen taal functioneel gebruiken om de activiteiten te kunnen uitvoeren?(bv. met eigen woorden bepaalde inzichten verwoorden, overleggen met een medeleerling, elkaar uitleg geven en vragen stellen) 2. Motivatie - Zijn de activiteiten probleemoplossend en uitdagend voor de leerlingen?(bv. een tekst lezen om te achterhalen of een stelling al dan niet klopt ipv. tekst lezen om nadien vraagjes op te lossen, in groepjes informatie over actualiteit opzoeken ter voorbereiding van discussie ipv. luisteren naar uitleg over actuele gebeurtenissen) - Worden de lessen op een motiverende manier ingeleid? (bv. vertrekken van een prikkelende vraag zoals hoe komt het dat sommige mensen snurken?, hoe kan je ontsnappen aan een zwerm bijen? ) - Verwacht je van de leerlingen dat ze op een actieve manier leren?(bv. zelf een probleem oplossen, zelf principes ontdekken) 3. Toegankelijkheid - Zorg je voor een opbouw van concreet naar abstract? (bv. leerlingen eerst laten observeren, experimenteren en nadien uitleg geven over het onderwerp, eerst ervaringen uitwisselen of een concrete tekst bespreken vooraleer een abstracte tekst over het onderwerp te laten lezen) nooit weinig af en toe vaak altijd nooit weinig af en toe vaak altijd 8

11 - Hou je rekening met de aanwezige voorkennis van de leerlingen?(bv. inspelen op wat de leerlingen al weten over het lesonderwerp) 4. Interactie - Moeten de leerlingen met elkaar samenwerken tijdens de lessen? (bv. overleggen hoe ze een probleem zullen oplossen, een medeleerling extra uitleg geven, elkaar feedback geven op een taak) - Wordt er in heterogene groepjes gewerkt, m.a.w. hoogen laagtaalvaardige leerlingen bij elkaar? - Wat doe je als een leerling vastloopt: stimuleer je hem om zelf een oplossing te zoeken door gerichte vragen te stellen, positieve feedback te geven? (bv. achterhalen waarom iets niet lukt, een probleem door een leerling laten benoemen, niet zelf antwoorden geven) 5. Werken met teksten - Werk je met (voor jouw leerlingen bedoelde) teksten in je lessen? (bv. informatieve teksten uit jongerentijdschriften, fictieve verhalen die aanspreken) - Geef je bij de teksten vooraf een richtinggevende en motiverende leesopdracht? (bv. leerlingen uit een reeks tekstjes de tekst laten selecteren die bepaalde informatie bevat, specifieke informatie laten opzoeken in een tekst) O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O ONDERSTEUNING - Voorzie je bij moeilijke taken extra ondersteuning voor de zwakkere leerlingen? (bv. extra afbeeldingen, een voorgestructureerd schema, eenvoudigere vragen of opdrachten, gebruik van een woordenboek) - Geef je de zwakkere leerlingen extra ondersteuning als ze vastlopen? (bv. door extra toelichting te geven bij vragen en instructies, door positieve feedback tijdens het uitvoeren van een opdracht) - Maak je afspraken met collega s (leerkracht Nederlands, leerkracht niet-taalvakken, coach) over de ondersteuning van de zwakkere leerlingen? (bv. signaleren aan de leerkracht Nederlands rond welke thema s gewerkt wordt, steeds weerkerende moeilijkheden op vlak van taalvaardigheid signaleren aan de leerkracht Nederlands, informatie over de taalvaardigheid van een leerling laten doorstromen naar collega s andere vakken) O O O O O O O O O O O O O O O Hoe meer vragen je aan de rechterkant van de kolom kan beantwoorden, hoe krachtiger de leeromgeving is die in je klaspraktijk aanwezig is. Activiteiten moeten echter niet noodzakelijk aan ál deze kenmerken beantwoorden om veel leerkansen te scheppen voor leerlingen. Meer achtergrond hierover vind je onder punt

12 2.3. HOE CREËER JE EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING IN DE KLAS? Wat kenmerkt een krachtige leeromgeving? Waarom hebben zwakke leerders, en ex-onthaalklassers in het bijzonder, hierbij het meeste baat? Wat betekent dit voor de andere leerlingen? een veilig, positief klasklimaat a. Het klimaat in de klas Een krachtige leeromgeving vertrekt van een veilig klasklimaat. Een veilig klasklimaat is belangrijk voor alle leerlingen, en bij uitstek voor ex-onthaalklassers die soms al heel wat te verwerken kregen op persoonlijk vlak. Onder een veilig klasklimaat verstaan we een positieve, constructieve sfeer waarin alle leerlingen, zowel zwakkere als sterkere, zich goed voelen en tot ontplooiing komen. Er mogen fouten gemaakt worden; de leerlingen mogen signaleren dat ze iets niet begrijpen of hulp nodig hebben; ze mogen hun gevoelens verwoorden en grenzen stellen tegenover hun medeleerlingen. Zwakkere leerlingen worden aangemoedigd om spreekdurf te ontwikkelen en problemen te signaleren. Fouten en problemen worden niet beschouwd als iets negatiefs, maar zijn net een aanleiding om tot leren te komen. Leerlingen worden door de leerkracht (of een sterkere medeleerling) aangemoedigd om zelf hun problemen op te lossen of hun fouten te corrigeren. Op die manier wordt niet alleen hun denken gestimuleerd en hun probleemoplossend vermogen versterkt, maar wordt er ook gewerkt aan een grotere zelfredzaamheid en een hoger competentiegevoel bij de leerlingen, en een beter inzicht in de leerstof. b. Betekenisvolle, motiverende taken Binnen de context van een veilig klasklimaat wordt er bij voorkeur gewerkt met betekenisvolle, motiverende taken: taken die de leerlingen uitdagen en prikkelen en waarbij zij als actieve leerders aan het werk worden gezet. leren omgaan met nieuwe kennis en informatie Doelstellingen Het onderwijs wil leerlingen een basispakket aan kennis, vaardigheden, attitudes en inzichten bijbrengen die zij nodig hebben om in de maatschappij te functioneren en eraan te participeren. Wat leerlingen op school leren, zou hen met andere woorden moeten voorbereiden om kritisch en creatief te kunnen deelnemen aan de samenleving. Om in de huidige, complexe samenleving volwaardig te kunnen participeren, is het belangrijk dat jongeren nieuwe informatie kunnen verwerven en verwerken, dat zij zelf problemen kunnen oplossen en nieuwe uitdagingen kunnen aangaan, dat ze kunnen samenwerken en in interactie gaan, dat ze hun kennis creatief kunnen inzetten. De doelstellingen van het onderwijs zouden dan ook verder moeten reiken dan het letterlijk kunnen reproduceren van de leerstof zonder werkelijk te begrijpen wat erachter ligt. In de huidige informatiemaatschappij hebben jongeren meer aan onderwijs dat hen confronteert met uitdagende en relevante problemen of vragen die ze zelf moeten oplossen. Op die manier krijgen zij de kans om gaandeweg zelf kennis op te bouwen en hun taalvaardigheid te vergroten. Voor leerlingen met minder inhoudelijke voorkennis en/of een beperktere taalvaardigheid lijken dergelijke probleemoplossende taken op het eerste gezicht te moeilijk. Vanuit een terechte bekommernis heeft men dan de neiging om taken sterk te vereenvoudigen voor zwakkere leerders en de doelstellingen van de lessen voor hen te verlagen. Dit is een begrijpelijke reactie wanneer men dagelijks geconfronteerd wordt met leerlingen die de opdrachten in de lessen niet verwerkt krijgen. Toch betekent dit op lange termijn meestal geen leerwinst, maar kan het integendeel leiden tot een laag zelfbeeld bij de zwakke leerders: ze krijgen minder vertrouwen in wat ze kunnen en raken gedemotiveerd. Het is dus belangrijk dat ook zwakkere leerders betekenisvolle, uitdagende taken krijgen waarbij de doelstellingen niet verlaagd worden, maar waarbij wel de nodige ondersteuning is voorzien (zie verder). 10

13 leerlingen prikkelen vertrekken van een concrete context werken met heterogene groepjes Motivatie Taken die leerlingen actief aan het werk zetten en uitdagen, geven leerlingen het gevoel dat ze met iets zinvols bezig zijn. De leerstof blijft bovendien veel beter hangen omdat er een concrete (leer)ervaring aan vasthangt. Wordt de leerstof opgedeeld in kleinere onderdelen (bv. moeilijke woorden in een tekst uitleggen vooraleer de lectuur te starten, de definitie van de vierhoek geven en nadien oefeningen op maken), dan verliezen leerlingen vaak het geheel uit het oog. Ze hebben het moeilijk om verbanden te leggen, om de opgedane kennis te gebruiken in nieuwe contexten, om bijzaken van hoofdzaken te onderscheiden. Gevolg is dat ze zich terecht de vraag stellen waarmee ze eigenlijk bezig zijn. Daardoor zakt hun motivatie. Het is belangrijk om zelfs de zwakkere leerlingen aan te spreken op hun competenties. Wanneer leerlingen voldoende geprikkeld worden, zullen ze veel sneller geneigd zijn om moeite te doen om een taak tot een goed einde te brengen. Dit kan je o.a. bekomen door de lessen op een motiverende manier in te leiden, de leerlingen actief bij het leerproces te betrekken, naar een concreet eindproduct toe te werken, ze te laten samenwerken. Toegankelijkheid Door nieuwe kennis aan te brengen in een concrete, realistische context, krijgen leerlingen heel wat meer houvast bij de inhoud van de lessen: ze krijgen automatisch meer visuele ondersteuning bij de leerstof, het taalaanbod is concreter, de mogelijkheden tot interactie zijn uitgebreider. Vanuit concrete ervaringen en exploraties kan het onderwerp van een les(senreeks) stapsgewijs worden opgetild tot een meer abstract en veralgemenend niveau. Een onderwerp als feodaliteit kan bijvoorbeeld starten met het bekijken en bespreken van een aantal prenten over het dagelijkse leven in de Middeleeuwen, gevolgd door een aantal gerichte vragen en een zoekopdracht over de structuur van deze samenleving. Een uitleg over het ademhalingsstelsel kan opgebouwd worden vanuit een aantal proefondervindelijke observaties van het eigen lichaam. Het is niet alleen belangrijk dat nieuwe leerstof wordt ingebed in een realistische context, maar ook dat ze vertrekt van de aanwezige voorkennis bij de leerlingen. Hiermee bedoelen we meer dan het vluchtig oproepen van wat in de vorige lessen aan bod is gekomen. Door de leerlingen te laten vertellen over eigen ervaringen of reeds verworven inzichten met betrekking tot het lesonderwerp te laten verwoorden, kan de leerkracht effectief nagaan wat de leerlingen al wel of niet over een bepaald onderwerp weten. Interactie Zwakke leerders hebben baat bij veel en kwalitatief goede interactie. Zij ondervinden veel steun wanneer zij over de leerstof kunnen overleggen met andere leerlingen of de nodige ondersteuning krijgen door interactie met de leerkracht. Het werken in kleinere groepjes schept voor leerlingen, en zwakke leerlingen in het bijzonder, een veilige omgeving waarin zij hun onbegrip kunnen uiten, extra uitleg kunnen vragen, hun mening kwijt kunnen. Dit ligt voor hen vaak veel moeilijker in een grote groep. Sommige problemen waarmee zij geconfronteerd worden, raken op die manier vaak spontaan opgelost, zonder dat het extra inspanningen van de leerkracht vraagt. Leerkrachten worstelen vaak met het probleem van grote niveauverschillen in hun klasgroep. Omgaan met heterogeniteit in een groep is zeker niet evident, maar het kan ook heel verrijkend zijn. Onderzoek wijst uit dat er meer en betere interactie mogelijk is wanneer leerlingen kunnen samenwerken met een leerling van een verschillend (taalvaardigheids)niveau. Sterke leerlingen voelen meestal minder sterk de behoefte om zaken aan elkaar te verduidelijken; zwakke leerlingen hebben te weinig steun aan elkaar. Zet men echter een sterke en een zwakke leerling samen, dan komt er een rijke interactie tot stand, waarbij de sterke leerling bepaalde zaken kan verduidelijken aan de zwakke leerling en de zwakke leerling extra ondersteuning krijgt. Uiteraard veronderstelt dit dat de leerlingen bezig zijn met een betekenisvolle taak die hen voldoende uitdaagt en waarbij zij bijvoorbeeld elk een stuk van de informatie moeten verwerken of een bepaalde rol toegewezen krijgen, zodat ieders inbreng nodig en zinvol is. Het werken in (heterogene) groepjes gaat niet van de ene dag op de andere: het is een proces waarbij zowel de leerkracht als de leerlingen vertrouwd moeten raken met deze manier van werken. 11

14 teksten functioneel inzetten de leerkracht als begeleider stapsgewijs opbouwen Werken met teksten Teksten zouden in heel wat vakken een belangrijke plaats moeten innemen, niet alleen in het vak Nederlands, maar ook in de niet-taalvakken of in de vreemde taalvakken. Leerlingen moeten namelijk leren omgaan met nieuwe informatie en daarvoor moeten zij de nodige vaardigheden en strategieën kunnen ontwikkelen om informatie te verwerken. Het is daarom belangrijk dat alle leerkrachten in hun lessen regelmatig werken met motiverende, interessante teksten die aansluiten bij het lesonderwerp en de jongeren aanspreken. Het kan gaan om allerlei soorten teksten zoals informatieve of verhalende teksten. Het werken met teksten zou echter verder moeten gaan dan de lectuur van een tekst met achteraf enkele inhoudelijke vragen. Opdat de leerlingen informatieverwerkende vaardigheden kunnen ontwikkelen, is het belangrijk dat zij voldoende uitgedaagd worden: dit kan door hen bijvoorbeeld voorafgaand een gerichte leesopdracht (bv. een vraag, een probleemstelling, een stelling) bij een tekst te geven. Op die manier krijgen teksten een functie bij het oplossen van een taak. c. Ondersteuning Leerlingen stuiten onvermijdelijk op problemen wanneer zij vrij moeilijke taken moeten uitvoeren. In een krachtige leeromgeving geven de leerkracht of de sterkere medeleerlingen niet de oplossing voor een probleem, maar worden leerlingen zoveel mogelijk aangemoedigd om zelf hun problemen op te lossen. Daarbij is de rol van de leerkracht cruciaal: hij geeft niet zelf het antwoord, maar lokt de oplossing uit door gerichte vragen te stellen, door de aandacht van de leerling te focussen op wat essentieel is, door mee te kijken over de schouder van de leerling en hem zoveel mogelijk tot denken te stimuleren. De leerkracht is dan ook meer dan een kennisoverdrager: hij is een begeleider die de leerlingen ondersteunt wanneer dat nodig is. Niet alleen de leerkracht, maar ook de medeleerlingen kunnen hierbij een rol opnemen. Onder het punt interactie werd reeds gewezen op het belang van werken in heterogene groepen. Ondersteuning gebeurt bij voorkeur tijdens het uitvoeren van de taken, maar soms is het nodig om voorafgaand aan de taakuitvoering de zwakkere leerders extra te ondersteunen. De leerkracht kan bijvoorbeeld extra aandacht besteden aan de instructies bij een opdracht, zodat zeker alle leerlingen begrijpen wat van hen gevraagd wordt; de taken kunnen vereenvoudigd worden door de leerlingen minder informatie te laten verwerken, eenvoudigere vragen voor te leggen, meer visuele ondersteuning te bieden. Verder kan samenwerking met collega s (van andere vakken) ervoor zorgen dat zwakkere leerders in verschillende vakken gerichte hulp krijgen. Meer praktische tips over hoe exonthaalklassers best ondersteund worden op diverse vlakken, zowel in de les Nederlands als in de andere vakken, vind je in hoofdstuk 3 (blz 13). Tot slot Bovenstaande elementen zijn cruciaal voor een krachtige leeromgeving: het zijn sleutels om leer- en gedragsproblemen te voorkomen, veeleer dan ze te genezen. Het vraagt echter een mentaliteitswijziging en een praktische ommekeer van de leerkracht, want in een dergelijke leeromgeving is de leerkracht meer dan een kennisoverdrager: hij stimuleert en begeleidt het leerproces bij de leerlingen. Misschien herken je elementen hiervan in je eigen klaspraktijk, misschien helemaal niet. In het laatste geval kan het ontmoedigend lijken omdat er nog zo n lange weg te gaan is. Dit is echter een verhaal van vallen en opstaan. Door gaandeweg nieuwe praktijken uit te proberen en bepaalde van bovenstaande aandachtspunten in je lessen mee te nemen, kan je de motivatie en het leerpotentieel van de leerlingen vergroten. Soms ligt het in kleine dingen: het komt er dikwijls op neer om aanknopingspunten te vinden waardoor de leerlingen mee zijn, zich willen inzetten, betrokken zijn op het lesgebeuren. Dit is een eerste stap: eenmaal de leerlingen betrokken zijn en zich veilig voelen, zijn ze ontvankelijk om nieuwe vaardigheden en kennis op te bouwen. Zwakke leerders, waaronder de ex-onthaalklassers, varen daar wel bij, maar ook de meer gevorderde leerlingen ondervinden er voordelen van. 12

15 3. SPECIFIEKE ONDERSTEUNINGSTIPS 3.1. INLEIDING: DE TASAN IN EEN NOTENDOP schoolse taalvaardigheid meten, maar niet onderwijsoriënterend geen spreekvaardigheid een aantal typetaken Doel van de toets De TASAN is bedoeld voor anderstalige nieuwkomers tussen 12 en 16 jaar die na minimum 7 maanden onthaalonderwijs doorstromen naar de eerste graad secundair onderwijs. De toets wordt afgenomen aan het einde van het onthaaljaar. De TASAN gaat na of een anderstalige nieuwkomer voldoende taalvaardig is om de lessen in de eerste graad secundair onderwijs te volgen en op welke vlakken hij nog ondersteuning nodig heeft. De toets is niet onderwijsoriënterend: hij geeft niet aan of een leerling naar een A-, B-richting of BUSO moet. Bij de plaatsing van de nieuwkomer na het onthaaljaar zullen immers ook andere factoren een rol spelen. De TASAN laat wel toe uitspraken te doen over specifieke talige vaardigheden en tekorten van de leerling: deze meer diagnostische informatie maakt het mogelijk om doelgerichte ondersteuning te koppelen aan de toetsresultaten (zie verder). Er zijn twee parallelle versies van de TASAN. Leerlingen die de toets om één of andere reden voor een tweede keer afleggen, kunnen bij de tweede afname de parallelle versie oplossen. Toetsinhoud De TASAN toetst drie vaardigheden: luisteren, lezen en schrijven. Spreekvaardigheid werd niet opgenomen wegens de enorme tijdsinvestering die het toetsen van deze vaardigheid vraagt (individuele afnames zijn noodzakelijk). De toets bevat voor de drie vaardigheden een aantal typetaken die voorkomen in de eerste graad van het secundair onderwijs en die variëren qua moeilijkheidsgraad. Een overzicht vind je in onderstaande tabel. Samen weerspiegelen ze een representatieve set van minimale taaldoelen die noodzakelijk zijn om te kunnen functioneren in de eerste graad van het secundair onderwijs. Ter aanvulling is bij de omschrijving van elke taak tussen haakjes opgenomen met welke eindterm Nederlands voor het basisonderwijs de taak correspondeert. VERSIE 1 VERSIE 2 Vaardigheid Aard van de toets Taak 1 Klasportret Taak 1 Klasportret luisteren De leerlingen luisteren naar concrete persoonsbeschrijvingen en duiden de juiste personen op de tekening van een klasfoto aan. (ETBaO 1.1) Taak 5 Lessenrooster Taak 5 Lessenrooster luisteren De leerlingen luisteren naar een uitleg over een fictief lessenrooster. Op basis van de uitleg vervolledigen de leerlingen een schema van een lessenrooster. (ETBaO 1.1) Taak 3 Handen Taak 3 Smaak luisteren De leerlingen luisteren naar een meer abstracte tekst. Over elk stukje tekst moeten zij een inhoudelijke vraag beantwoorden. (ETBaO 1.5) Taak 2 Verzorgers Taak 2 Verzorgers lezen De leerlingen lezen 6 korte tekstjes waarin telkens het profiel van een verzorger in de zoo beschreven staat. Ze moeten 4 uitspraken koppelen aan de juiste verzorger en daarna nog 3 vragen over de tekst beantwoorden. (ETBaO 1.5) Taak 7 Hoe communiceren dieren? Taak 7 Kunnen dieren praten? lezen De leerlingen lezen een meer abstracte tekst en beantwoorden daarover schriftelijk een aantal meerkeuzevragen en meer open vragen. (ETBaO 3.4) 13

16 Taak 4 Misdadiger Taak 4 Misdadiger schrijven De leerlingen geven een schriftelijke persoonsbeschrijving op basis van een tekening van die persoon. Bij de beoordeling is de vormelijke correctheid ondergeschikt aan de inhoud. (ETBaO 4.2) Taak 6 Bloemen kleuren Taak 6 De proef met het ei schrijven De leerlingen beschrijven de verschillende stappen van een proefje op basis van tekeningen. Een vriend(in) die de tekeningen niet ziet, moet op basis van de beschrijving begrijpen hoe hij het proefje moet uitvoeren. Bij de beoordeling is de vormelijke correctheid ondergeschikt aan de inhoud. (ETBaO 4.2) verschillende subscores Interpretatie van de TASAN resultaten Er wordt géén globale score voor de TASAN berekend. De resultaten op de TASAN worden aangegeven met verschillende subscores. De verschillende subscores van een individuele leerling kunnen vergeleken worden met referentiepunten die zijn bepaald op basis van de proefafnames van de TASAN. Op die manier krijgt men een genuanceerd beeld van de taalvaardigheid van een leerling: het geeft aan waar er nog problemen zijn op vlak van taalvaardigheid (categorieën zwak tot middelmatig zwak ) en wat de leerling reeds onder de knie heeft (categorieën sterk en middelmatig sterk ). Volgende subscores vind je ook terug op het rapport van de leerling: Subscores A: Vaardigheid Geven aan hoe goed de leerling scoort voor de afzonderlijke talige vaardigheden die de TASAN meet : luisteren, lezen en schrijven. Subscores B: Receptie/productie Wijzen erop hoe goed de receptieve taalvaardigheid van de leerling (luisteren, lezen) is en hoe die zich verhoudt tot de productieve taalvaardigheid (schrijven). Dit wordt berekend op basis van de scores van de afzonderlijke vaardigheden. Subscores C: Verwerkingsniveau Duiden aan hoe goed de leerling de aangeboden of te produceren informatie kan verwerken: met beschrijvend verwerkingsniveau wordt bedoeld dat de leerling in staat is om informatie min of meer in dezelfde vorm te begrijpen of weer te geven (bv. de inhoud van een tekst begrijpen). Met structurerend verwerkingsniveau geven we aan dat de leerling de informatie zelf kan structureren of evalueren (bv. mondelinge informatie in een schema weergeven, informatie uit verschillende tekstjes met elkaar vergelijken). Subscores D: (Visuele en talige) ondersteuning Zeggen hoe goed de leerling omgaat met boodschappen die ofwel veel, ofwel weinig visueel en talig zijn ondersteund: bij taken met weinig ondersteuning is nauwelijks visuele ondersteuning (afbeeldingen bv.) en talige ondersteuning (herhalingen bv.) voorzien; bij taken met veel ondersteuning is er ruime visuele en/of talige ondersteuning bij de toetstaak. De TASAN slechts één van de richtinggevers Leerlingen die op het rapport van de TASAN middelmatig zwak of zwak blijken te zijn voor bepaalde deelvaardigheden of specifieke aspecten van hun taalvaardigheid, hebben nood aan extra ondersteuning. Suggesties en tips hiervoor worden in de volgende punten beschreven. De meeste tips richten zich zowel naar de leerkracht Nederlands als naar de leerkracht niet-taalvakken in de vervolgscholen. We willen hierbij benadrukken dat de TASAN slechts één van de informatiebronnen is waarop je je ondersteuning kan richten. Andere factoren zijn uiteraard minstens even belangrijk om de verdere ondersteuning van de ex-onthaalklassers op te baseren: de dagdagelijkse observaties in de klas, de eigen toetsen en examens, de gesprekken met ouders, collega s, clb-medewerkers en andere betrokkenen, de zelfevaluaties van de leerling,... We raden dan ook aan om al deze gegevens mee te nemen bij de verdere 14

17 opvolging van de ex-onthaalklasser. Bovendien zijn onderstaande suggesties ook bruikbaar voor andere zwakkere leerders VAARDIGHEDEN (SUBSCORES A/B) Hieronder vind je ondersteuningstips voor leerlingen die op vlak van taalvaardigheid bepaalde tekorten hebben om in de klas te kunnen volgen. Volgende tips geven aan hoe je respectievelijk de mondelinge, de lees- en de schrijfvaardigheid van de leerlingen kan verhogen (subscores A). Om de receptieve en/of productieve vaardigheid van de leerlingen te verhogen (subscores B), kan je je op dezelfde suggesties baseren. Hoewel deze tips vooral direct bruikbaar zijn voor de leerkracht Nederlands, zijn ze zeker ook nuttig voor de leerkrachten van andere vakken: ze geven aan hoe je best omgaat met schrijfproducten van ex-onthaalklassers, hoe je leerlingen kan stimuleren om meer actief taal te gebruiken in de klas of op welke manier de verwerking van informatieve teksten kan worden vereenvoudigd. Meer specifieke problemen in verband met taalvaardigheid kan je als leerkracht in een niet-taalvak signaleren aan een collega van Nederlands en kunnen door een eventuele extra begeleider (bijvoorbeeld coach) verder opgevolgd worden HOE DE MONDELINGE TAALVAARDIGHEID VAN EX-ONTHAALKLASSERS VERHOGEN? Het is nog steeds (jammer genoeg) zo dat leerlingen het grootste deel van de tijd die ze in de klas doorbrengen, moeten luisteren naar wat de leerkracht of een medeleerling zegt. Ex-onthaalklassers moeten dus net als andere leerlingen beschikken over een goede luistervaardigheid om de uitleg en vragen van de leerkracht te begrijpen, instructies te kunnen uitvoeren of gesprekken te volgen. Spreekvaardigheid is echter eveneens een niet te onderschatten vaardigheid: leerlingen moeten taal actief kunnen gebruiken om vragen over de leerstof te beantwoorden, aan te geven dat ze iets niet begrijpen, hun gevoelens en mening te uiten,... De mondelinge taalvaardigheid dient bovendien als basis voor de verdere taalontwikkeling. Teksten lezen of schrijven is immers erg moeilijk voor iemand die nog maar een beperkte mondelinge taalvaardigheid heeft. Besteed daarom voldoende aandacht aan de ontwikkeling van de mondelinge taalvaardigheden. Tenslotte is het belangrijk om zo snel mogelijk een goed beeld van de mondelinge taalvaardigheid van ex-onthaalklassers te krijgen en realistische verwachtingen tegenover hen te stellen. Het is bijvoorbeeld niet noodzakelijk zo dat een leerling die maar weinig zegt, ook maar weinig begrijpt van wat er gezegd wordt. Anderzijds mag je van exonthaalklassers niet onmiddellijk verwachten dat zij evenveel begrijpen of kunnen uitleggen als een andere leerling. Ook een correcte uitspraak of correct gevormde zinnen kan je niet meteen van hen verwachten. 15

18 ONDERSTEUNINGSTIPS VOOR ALLE LEERKRACHTEN 3 BIJ HET WERKEN ROND MONDELINGE VAARDIGHEDEN A. HOE ZORG JE VOOR EEN VEILIG KLASKLIMAAT? Ex-onthaalklassers voelen zich vaak onzeker, waardoor ze misschien stil zijn of zelfs blokkeren. Een veilig klasklimaat waarin leerlingen durven spreken, het opbrengen om naar elkaar te luisteren, durven aangeven dat ze iets niet begrijpen, durven fouten maken om er daarna uit te leren... is daarom voor ex-onthaalklassers, nog meer dan voor andere leerlingen, een noodzaak. Enkele tips om een veilig klasklimaat te creëren: 1. Help de ex-onthaalklassers om hun assertiviteit en weerbaarheid groter te maken door hen te bevestigen in de dingen die ze goed doen, door hen aan te moedigen, zonder hen overdreven in de kijker te plaatsen. 2. Geef de ex-onthaalklassers de gelegenheid om aan te geven dat ze iets niet begrijpen. Ga indien nodig samen met hen na wát het precies is dat ze niet begrijpen (want het is voor een leerling niet altijd makkelijk om dat te zien en te formuleren). Klassikaal vragen of iedereen het begrepen heeft, werkt niet altijd, omdat leerlingen vaak bang zijn om voor de hele klas toe te geven dat ze iets niet begrijpen of vanuit hun culturele achtergrond niet gewoon zijn hun persoonlijke mening te kennen te geven. Wat wel zinvol is, is bijvoorbeeld tijdens niet-klassikale momenten in de klas rondgaan en reageren op vragen van leerlingen die vastzitten of iets niet begrepen hebben. Sommige leerlingen zullen dit (vooral in het begin) niet zelf durven aangeven, maar zenden op één of andere manier toch signalen uit (fronsen hun wenkbrauwen, kijken de hele tijd bij hun buur, zitten rond te kijken,...). Ga naar die leerlingen toe en probeer door vragen te stellen te weten te komen wat het probleem is. Probeer leerlingen die hun problemen niet zelf signaleren, te stimuleren om dat de volgende keer wel te doen. 3. Ex-onthaalklassers hebben vaak een achterstand te overbruggen ten opzichte van de andere leerlingen. Als zo n leerling niet uit zijn woorden raakt, geef hem dan de kans om het op een andere manier uit te leggen, door bijvoorbeeld gebaren te maken, te tekenen, iets aan te wijzen, een andere taal te gebruiken, het aan een andere leerling in de eigen taal uit te leggen en dan te laten vertalen, iets op te zoeken in een woordenboek... Als je de boodschap van de leerling meent begrepen te hebben, verwoord die dan zelf in het Nederlands en vraag aan de leerling of je het juist begrepen hebt. 4. Vaak is het zo dat als een leerling er niet in slaagt om een duidelijk of goed antwoord te geven, hij snel zijn beurt verliest. Als je de ex-onthaalklasser wat meer tijd geeft en ondersteunende vragen stelt, kan hij misschien wel het juiste antwoord formuleren. Zorg er wel voor dat het natuurlijk blijft en focus ook niet teveel op de ex-onthaalklasser. 5. Pas indien nodig je eigen spreektempo aan voor de ex-onthaalklasser. 6. Zorg ervoor dat alle leerlingen aan de beurt komen en niet alleen die leerlingen waarvan je op voorhand denkt dat ze het juiste antwoord weten. B. WELKE SOORT OPDRACHTEN BIED JE AAN? a. Algemeen 1. Een belangrijke factor is motivatie. Zorg dat spreek- en luisteropdrachten sterk aansluiten bij de eigen leefwereld van de leerlingen. Stel hen voor een probleem of een uitdaging 4. Leerlingen zullen dan een spreek- en luisterdrang voelen om te kunnen vertellen over eigen ervaringen, ervaringen van anderen te horen of om tot de oplossing van een probleem te komen. Vervang een klassieke spreekbeurt door een functionele spreekopdracht (bijvoorbeeld: laat een leerling aan een medeleerling instructies voor een tekenopdracht geven zodat de andere leerling een voorbeeldtekening die hij niet ziet, zo goed mogelijk kan natekenen). 2. Zorg ervoor dat leerlingen de kans krijgen om aan het woord te komen tijdens activiteiten in tweetallen of in kleine groepjes en dus niet alleen tijdens klassikale momenten. Het voordeel van in kleine groepjes te werken is dat de leerlingen over het algemeen minder spreekangst en meer luisterbereidheid vertonen en de leerlingen meer kansen krijgen om zelf aan het woord te komen. 16

19 b. Specifiek voor ex-onthaalklassers 1. Sterkere leerlingen kunnen tijdens groepswerk de ex-onthaalklassers helpen om de opdracht op te lossen. Veel hangt af van de manier waarop het groepswerk georganiseerd wordt. Om te voorkomen dat de sterktaalvaardige of assertieve leerlingen de touwtjes in handen nemen, moet je ervoor zorgen dat elke leerling van het groepje over een verschillend en essentieel stuk informatie beschikt en dat leerlingen moeten samenwerken om tot de juiste oplossing te komen. Je kan elke leerling, ook de ex-onthaalklasser, daarbij een specifieke taak geven (bijvoorbeeld tijdbewaker, materiaalmeester, verslaggever). 2. Geef indien nodig meer visuele ondersteuning bij de opdracht of bij de informatie die de leerling nodig heeft om de opdracht op te lossen. 3. Herhaal indien nodig de opdracht of formuleer het op een andere manier. Licht de instructies of de vraag bij een opdracht mondeling toe tot de ex-onthaalklasser begrijpt wat hij moet doen. 4. Beperk indien nodig de opdracht voor de ex-onthaalklasser (bijvoorbeeld: laat de exonthaalklasser in plaats van vijf, drie argumenten geven bij de bespreking van een stelling of laat hem in kernwoorden of kortere zinnen antwoorden). C. HOE GEEF JE FEEDBACK AAN EX-ONTHAALKLASSERS? 1. Stel indien nodig ondersteunende vragen die de leerling op weg helpen, maar het antwoord niet prijs geven. Doe dit zowel tijdens klassikale activiteiten, als tijdens groeps- of paarwerk. 2. Als een leerling een juist antwoord heeft gegeven, geef dan positieve feedback. Herhaal bij klassikale activiteiten het antwoord van de leerling niet (zelf), anders luisteren leerlingen niet meer naar elkaar, maar alleen naar jou. 3. Hanteer verstaanbaarheid als norm. Als een leerling een vormelijke fout maakt (tegen uitspraak, vervoeging..), corrigeer hem dan niet op een expliciete manier, maar herfraseer het antwoord achteraf op een correcte manier. (Bijvoorbeeld: Ll.: Die stapte af de fiets. Lk: Waarom stapte ze van de fiets?). Als je fouten de hele tijd rechtstreeks corrigeert, is het gevaar immers groot dat de leerling ontmoedigd raakt en toeklapt. (Bijvoorbeeld: Ll.: Die stapte af de fiets. Lk: Ván de fiets.) 4. Als een leerling iets probeert uit te leggen, maar er niet in slaagt om de inhoud van zijn boodschap duidelijk te maken, stel je dan op als iemand die onwetend is om de leerling er toe aan te zetten om het nog eens te proberen. Probeer via vragen tegelijkertijd de leerling te motiveren om verder moeite te doen en te helpen (Bijvoorbeeld: En waarom stapte ze van de fiets? Was haar band lek?). 5. Ook bij het geven van feedback kan extra visuele of talige ondersteuning helpen. 6. Reageer ook op beperkte of niet-verbale reacties van de leerling. Stimuleer de exonthaalklasser om het antwoord eventueel toch mondeling te verwoorden door een vraag te stellen (bijvoorbeeld: Dus jij denkt van wel? Kan je ook zeggen waarom?). 7. Hou er rekening mee dat het voor de ex-onthaalklasser moeilijk kan zijn om de juiste formulering te vinden. Gun hem voldoende tijd om uit te spreken en duld een lager spreektempo. 17

20 HOE LEESVAARDIGHEID VAN EX-ONTHAALKLASSERS VERHOGEN? Leesvaardigheid is van de drie getoetste vaardigheden in de TASAN de vaardigheid waarop de leerlingen het laagst scoren bij de proefafnames. Leesvaardigheid blijkt voor de meeste nieuwkomers nog een vrij groot probleem te zijn. Niet verwonderlijk, als je weet dat heel wat nieuwkomers in een ander schrift dan het Latijnse zijn gealfabetiseerd en dat sommigen zelfs niet of nauwelijks gealfabetiseerd zijn als ze hier aankomen. Nochtans is begrijpend lezen voor alle vakken in het regulier onderwijs, en voor alle leerlingen (ook de niet-anderstalige nieuwkomers) zeer belangrijk: het is nodig om informatie uit teksten te kunnen verwerken tijdens de les, om instructies te begrijpen of om thuis te studeren aan de hand van notities of een handboek. Bovendien is leesvaardigheid ook heel belangrijk om maatschappelijk te kunnen functioneren. Waarom is ondersteuning op vlak van leesvaardigheid bij de meeste ex-onthaalklassers noodzakelijk? a. Voor anderstalige nieuwkomers die nog gealfabetiseerd moeten worden tijdens het onthaalonderwijs, is één jaar meestal te kort om tot een goed ontwikkelde leesvaardigheid te komen. Deze leerlingen hebben lezen nog niet geautomatiseerd en zijn nog volop technisch aan het lezen wanneer zij de onthaalklas verlaten. Maar ook voor andere ex-onthaalklassers is lezen een moeilijke opdracht. Elk nieuw onderwerp brengt nieuwe woordenschat met zich mee, en net als voor reguliere leerlingen blijft de schooltaal vaak een struikelblok. b. Lespraktijk in het onthaalonderwijs: misschien gaat nog te weinig aandacht uit naar begrijpend lezen en wordt lezen te veel beperkt tot technisch lezen. In het onthaalonderwijs moeten naast technische aspecten van leesvaardigheid, ook leesplezier en leesbegrip gestimuleerd worden. Zelfs met beginnende taalleerders kan van in het begin vanuit tekstbegrip gewerkt worden 5. ONDERSTEUNINGSTIPS VOOR ALLE LEERKRACHTEN BIJ HET WERKEN ROND LEESVAARDIGHEID A. WELKE SOORT OPDRACHTEN BIED JE AAN? a. Algemeen 1. Schenk voldoende aandacht aan begrijpend lezen in de lessen Nederlands. Dit geldt voor alle leerlingen, maar zeker voor de ex-onthaalklasser. Werk met allerlei soorten teksten: informatieve, verhalende, beschouwende teksten en doe dat zoveel mogelijk op een motiverende en uitdagende manier. Heb daarbij oog voor formeel en abstract taalgebruik dat veel in het onderwijs wordt gebruikt en ga zeker deze woorden niet schrappen in de teksten, maar richt er de aandacht op. 2. Kies voor interessante en relevante teksten: teksten waarin nieuwe informatie staat, die de kennis van de wereld van de leerlingen uitbreiden, die hun aanspreken. Je kan hierbij gebruik maken van bestaande handboeken, maar ook van allerlei interessante tijdschriften voor jongeren en eenvoudige jeugdboeken. 3. Werk met een gerichte leesopdracht bij de teksten. Op die manier is lezen geen vrijblijvende activiteit, maar staat het in functie van het oplossen van een vraag, een probleem of het uitvoeren van een handeling. Dan hoef je als lezer ook niet elk woord in een tekst te begrijpen. Bijvoorbeeld: de leerlingen moeten een aantal voorspellingen maken over het gedrag van dieren en nagaan in de tekst of hun voorspellingen kloppen; de leerlingen moeten instructies lezen om ze nadien uit te voeren. b. Specifiek voor ex-onthaalklassers 1. Geef eventueel de tekst op voorhand mee aan de ex-onthaalklasser zodat deze de tekst al thuis kan doornemen. Je kan ook aan de coach, de extra begeleider of de leerkracht Nederlands vragen om de tekst vooraf samen met de leerling door te nemen. 2. Een andere mogelijkheid is de opdracht beperken zodat de ex-onthaalklasser bijvoorbeeld maar een deel (het meest relevante) van de tekst moet lezen en/of slechts een deel van de opdracht moet oplossen (bijvoorbeeld alleen de belangrijkste vragen). 3. Bied meer visuele ondersteuning aan bij de tekst door bijvoorbeeld extra afbeeldingen te voorzien, gebruik te maken van een beeldwoordenboek of internet. 4. Richt de aandacht van de ex-onthaalklassers op de inhoud van de teksten door vragen te stellen over de inhoud, door over de betekenis van moeilijke woorden te onderhandelen, door vooraf ervaringen op te roepen of aan te reiken rond het onderwerp van de tekst. 18

ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX- ONTHAALKLASSERS

ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX- ONTHAALKLASSERS ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX- ONTHAALKLASSERS Hoe zorg je in de vervolgschool voor een goed vangnet voor de ex-onthaalklassers? Op schoolniveau

Nadere informatie

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Integratie van AN in secundair onderwijs Tom Verheyen Filip Paelman Overzicht Omzendbrief Tasan Vervolgonderzoek Referentiekader Een

Nadere informatie

Een nieuwkomer onder de toetsen

Een nieuwkomer onder de toetsen Een nieuwkomer onder de toetsen Ricardo is een anderstalige nieuwkomer die in september op school is aangekomen. Hij kwam recht uit Colombia, sprak enkel Spaans, maar bleek al snel een vrij pientere leerling

Nadere informatie

ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX-OKAN LEERLINGEN Bron : Steunpunt NT2 TASAN

ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX-OKAN LEERLINGEN Bron : Steunpunt NT2 TASAN ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX- LEERLINGEN Bron : Steunpunt NT2 TASAN 1 1. Wie zijn de EX- leerlingen? Anderstalige nieuwkomers zijn leerlingen

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Respecteer de stille periode van kinderen. Geef kinderen die het nodig hebben, meer tijd om een luisteropdracht

Nadere informatie

CHECKLIST VOOR KWALITATIEVE BEOORDELING VAN DE SCHRIJFTOETSEN VAN DE TASAN. tasan

CHECKLIST VOOR KWALITATIEVE BEOORDELING VAN DE SCHRIJFTOETSEN VAN DE TASAN. tasan CHECKLIST VOOR KWALITATIEVE BEOORDELING VAN DE SCHRIJFTOETSEN VAN DE TASAN Onderstaande kan je gebruiken om meer informatie te halen uit de schrijftoetsen van de TASAN. Zeker wanneer de scores op de schrijftoetsen

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Geef de leerlingen de kans om spontaan te vertellen over iets dat ze leuk vinden en laat andere kinderen

Nadere informatie

TOETSTIP 9 SEPTEMBER 2005

TOETSTIP 9 SEPTEMBER 2005 TOETSTIP 9 SEPTEMBER 25 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 9: HOE KAN IK DE COMPLEXITEIT VAN EEN (TOETS)TAAK NAGAAN? Bij

Nadere informatie

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN De meeste leerlingen hebben geen moeite met lezen op zich. Maar vanaf het moment dat ze langere teksten moeten lezen en globale vragen beantwoorden of als ze impliciete informatie

Nadere informatie

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Enkele tips 1. Goed begonnen is half gewonnen! Zorg van bij het begin voor een zo open en positief mogelijke klassfeer

Nadere informatie

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1 STERKE SCHAKELS Samen werken aan functionele taalvaardigheid Probleemstelling Jongeren in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) en het beroepssecundair onderwijs (BSO) stromen vaak uit zonder

Nadere informatie

Hoe kan je breed en permanent evalueren?

Hoe kan je breed en permanent evalueren? Ronde 2 Martien Berben & Marleen Colpin Centrum voor Taal en Onderwijs - K.U.Leuven Contact: Martien.berben@arts.kuleuven.be Marleen.colpin@arts.kuleuven.be Hoe kan je breed en permanent evalueren? De

Nadere informatie

6 Coaching van de cliënt

6 Coaching van de cliënt 6.1 6 Coaching van de cliënt De begeleiding of coaching op de werkvloer is afhankelijk van de noden van de cliënt én van de noden van de collega s en werkgever. Samen starten op de stage/ tewerkstelling

Nadere informatie

Ga positief om met het gebruik van de eigen taal (dialect, andere moedertaal) van de kinderen.

Ga positief om met het gebruik van de eigen taal (dialect, andere moedertaal) van de kinderen. Zorg dat de kinderen zich goed en veilig voelen in je klas. Geef kinderen meer spreekkansen door zelf minder te praten en door meteen na de inbreng van kinderen even stil te blijven, zodat ze eventueel

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Anderstalige nieuwkomers en Wereld(k)uren: een geslaagde combinatie

Anderstalige nieuwkomers en Wereld(k)uren: een geslaagde combinatie Anderstalige nieuwkomers en Wereld(k)uren: een geslaagde combinatie Voor veel leerkrachten ligt het niet voor de hand om anderstalige nieuwkomers bij de lessen wereldoriëntatie of andere lessen te betrekken.

Nadere informatie

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Visie en accenten leerplan Frans BaO 1 De eerste stappen zetten - Basiswoordenschat

Nadere informatie

Doorstroming en oriëntering

Doorstroming en oriëntering Doorstroming en oriëntering Wat? De school wil aan alle leerlingen de kans bieden op een succesvolle loopbaan. Succesvol zijn in het onderwijs betekent dat de leerling, bij voorkeur op de leeftijd van

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten 1 OP VRIJWILLIGE VOETEN In het huidige vrijwilligerslandschap is het niet altijd gemakkelijk om vrijwilligers bij te houden als organisatie

Nadere informatie

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven kijkwijzer hoger onderwijs taalontwikkelend lesgeven de docent 1. Is het taalaanbod van de docent rijk, verzorgd en afgestemd op de studenten? Zijn de formuleringen op het niveau van studenten? Drukt de

Nadere informatie

Sessie 1: Vluchten kan niet meer, je vleugels uitslaan wel.

Sessie 1: Vluchten kan niet meer, je vleugels uitslaan wel. Sessie 1: Vluchten kan niet meer, je vleugels uitslaan wel. Werkgroep: 2 Werkgroepbegeleider: Jan Bonne Verslaggever: Marjolein Lassuyt Inleiding Tijdens het eerste referaat brengt Simon Boone ons op de

Nadere informatie

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Taalstimulering voor kinderen en volwassenen Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Enkele stellingen Taalontwikkeling 1. Voortalige fase: van 0 tot 1 jaar 2. Vroegtalige fase: van 1 tot 2,5 jaar Eentalige

Nadere informatie

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER Jongeren krijgen op school, op de werkplek, in de klas met allerlei regels en afspraken te maken. Zijn de afspraken en regels duidelijk genoeg voor hen? Wat vinden

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit

Nadere informatie

Uitgegeven door Steunpunt NT2, Blijde-Inkomststraat 7, B-3000 Leuven, 016.32.53.67, http://www.nt2.be

Uitgegeven door Steunpunt NT2, Blijde-Inkomststraat 7, B-3000 Leuven, 016.32.53.67, http://www.nt2.be Inleiding COLOFON Ontwikkeling Sara Gysen Griet Ramaut Mie Sterckx Met medewerking van Jos Cré Roelien Linthorst Walter Magez Kris Van den Branden Met dank aan alle anderstalige nieuwkomers, onthaalleerkrachten

Nadere informatie

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 10. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de derde graad bso (derde leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN vrij concreet

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen?

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen? Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen? 1. Hoe is het taalbeleid van de school? Infodossier van de school I 1.3.1 Nascholing/vakgericht I 1.3.2 Nascholing/algemeen pedagogisch

Nadere informatie

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen Doelgroep Methodiek Thema s 11 ouders van jongeren in secundaire scholen (2014) Waarderende benadering Ouderbetrokkenheid- Communicatie Ondersteuning

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren). Waarom kiezen voor onze school? Het is geen gemakkelijke opgave, een goede basisschool te kiezen voor uw kind(eren). De basisschool vervult immers een belangrijke rol in de opvoeding en ontwikkeling van

Nadere informatie

NAAR EEN EFFICIENTER ONTHAALONDERWIJS, EEN GOOD PRACTICE!

NAAR EEN EFFICIENTER ONTHAALONDERWIJS, EEN GOOD PRACTICE! NAAR EEN EFFICIENTER ONTHAALONDERWIJS, EEN GOOD PRACTICE! Tom Verheyen 1 Inleiding Onthaalleerkrachten die voor het eerst geconfronteerd worden met anderstalige nieuwkomers weten niet altijd wat er van

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 7. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de derde graad bso (eerste en tweede leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN vertrouwd

Nadere informatie

Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid

Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid Workshop 14 mei 2014 Marie Seghers & Piet Van Avermaet (SDL) Wat mag u verwachten? Principes van breed evalueren Aan de slag

Nadere informatie

VOORTRAJECT TAALBELEID

VOORTRAJECT TAALBELEID VOORTRAJECT TAALBELEID Interactieve werkvormen Sophie Stroobants Wie is wie? Dienst onderwijsondersteuning Mechelen Opdrachtgever van het traject Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) Inhoudelijk vormgever

Nadere informatie

Katleen Vos. 13 februari 2017: CLIL in de focus

Katleen Vos. 13 februari 2017: CLIL in de focus Katleen Vos 1 13 februari 2017: CLIL in de focus Jullie kunnen omschrijven wat CLIL betekent. Jullie kunnen de eigenschappen van een geslaagde CLILles opnoemen en toepassen. Jullie kennen aandachtspunten

Nadere informatie

GESPREKS- EN DOELEN VANDAAG 6/1/2016 SPREEKVAARDIGHEID IN DE ISK ONDERWIJSACTIVITEITEN. Hoe zeg je dat?

GESPREKS- EN DOELEN VANDAAG 6/1/2016 SPREEKVAARDIGHEID IN DE ISK ONDERWIJSACTIVITEITEN. Hoe zeg je dat? GESPREKS- EN SPREEKVAARDIGHEID IN DE ISK Hoe zeg je dat? 1 Lies Alons 31 mei 2016 AZC Dronten DOELEN VANDAAG 2 1. Je weet welke onderdelen van belang zijn in het spreekproces in een 2 e taal. 2. Je ontwikkelt

Nadere informatie

Ervaringen van tutoren en tutees in een same-age-in-class PAL setting

Ervaringen van tutoren en tutees in een same-age-in-class PAL setting Ervaringen van tutoren en tutees in een same-age-in-class PAL setting Departement Technische Wetenschappen - Opleidingen Elektrotechniek, Bouw en Logistiek Academiejaar 2009-2010 Inhoud 1 Situering same-age-in-class

Nadere informatie

tijd voor geletterdheid

tijd voor geletterdheid tijd voor geletterdheid weekvandegeletterdheid.be HANDLEIDING TIJD VOOR GELETTERDHEID Een toolkit om het geletterdheidbeleid van je school vorm te geven INLEIDING Een gezond vieruurtje meegeven, dat doe

Nadere informatie

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27 TABASCO Oriëntatie + voorbereiden Leercoach Leerlingen Iemand voorstellen (schriftelijk en mondeling) Leerplandoelstellingen kiezen functionele kennis: - woordvelden: 35.1.1 en 35.1.2 en 35.1.3 - grammatica:

Nadere informatie

Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg.

Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg. Vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg info@osbj.be - www.osbj.be Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg. Deel 2: aandachtspunten voor organisaties Naar aanleiding van het

Nadere informatie

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Vorm groepjes en verdeel de volgende rollen: groepsleider, verslaggever en tijdbewaker. 1. Eindtermen Nederlands: een verkenning

Nadere informatie

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn:

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn: Visiestuk Deze foto past bij mij omdat ik altijd voor het hoogst haalbare wil gaan. Ook al kost dit veel moeite en is het eigenlijk onmogelijk. Ik heb doorzettingsvermogen, dat heb je ook nodig bij het

Nadere informatie

KIJKWIJZER MOEILIJKHEIDSGRAAD voor INFORMATIEVERWERKENDE TAKEN

KIJKWIJZER MOEILIJKHEIDSGRAAD voor INFORMATIEVERWERKENDE TAKEN KIJKWIJZER MOEILIJKHEIDSGRAAD voor INFORMATIEVERWERKENDE TAKEN 1. Wereld onderwerp : toegankelijkheid 1.1. hoe abstract is het onderwerp van de tekst* en activiteit voor de nieuwkomer? en activiteit is

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden zelfstandig leren Leren leren is veel meer dan leren studeren, veel meer dan sneller lijstjes blokken of betere schema s maken. Zelfstandig leren houdt in: informatie kunnen verwerven, verwerken en toepassen

Nadere informatie

GIBO HEIDE. pedagogisch project

GIBO HEIDE. pedagogisch project GIBO HEIDE pedagogisch project gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2015 Het pedagogisch project is de vertaling van de visie van directie en leerkrachten die betrekking heeft op alle aspecten van het onderwijs

Nadere informatie

lleiv boekje Luisterend leiden en inspirerend volgen

lleiv boekje Luisterend leiden en inspirerend volgen lleiv boekje Luisterend leiden en inspirerend volgen Strategisch beleidsplan PCBO Amersfoort 2015-2019 Beste mensen, Met evenveel trots en enthousiasme als waarmee we ons nieuwe Strategisch Beleidsplan

Nadere informatie

Inleiding. 1. Opzet van het onderzoek

Inleiding. 1. Opzet van het onderzoek 417 De voornaamste vaststellingen en conclusies uit het onderzoek naar de doorstroming van ex-onthaalklassers in het secundair onderwijs in het eerste en tweede jaar na het onthaaljaar Mie Sterckx in samenwerking

Nadere informatie

6 Coaching van de cliënt

6 Coaching van de cliënt 6.1 6 Coaching van de cliënt De begeleiding of coaching op de werkvloer is afhankelijk van de noden van de cliënt, collega s en werkgever. Samen starten op de stage/ tewerkstelling Als coach kan je samen

Nadere informatie

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen Bijlage p. 1 Bijlagen Bijlage p. 2 Bijlage 1 Domeinoverschrijdende doelen - Leerplan BaO (p. 83-85) 5.2 Doelen en leerinhouden 5.2.1 Wiskundige problemen leren oplossen DO1 Een algemene strategie voor

Nadere informatie

VIRBO Directies GO Garderen, 13 maart Magda Deckers

VIRBO Directies GO Garderen, 13 maart Magda Deckers VIRBO Directies GO Garderen, 13 maart 2013 Magda Deckers TAALVAARDIGHEIDSONDERWIJS: Eenzelfde begrippenkader: - vaststellingen die leidden tot TVO - conclusies voor het onderwijs - TVO: conceptueel kader

Nadere informatie

KORTRIJK HARELBEKE GULLEGEM. Onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers OKAN. 21 oktober 2010 Nathalie Vandenameele

KORTRIJK HARELBEKE GULLEGEM. Onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers OKAN. 21 oktober 2010 Nathalie Vandenameele Onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers OKAN 1 overzicht KORTRIJK Historiek Organisatie Visie Doelstelling Toelatingsvoorwaarden Doelgroep Groepen Ontwikkelingsdoelen Inhoud van de lessen Praktische

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

infobrochure methodeonderwijs De Lotus

infobrochure methodeonderwijs De Lotus infobrochure methodeonderwijs De Lotus Mosselerlaan 62 3600 GENK 089 35 16 21 directie.middenschool@gocampusgenk.be Inhoudsopgave Inleiding Zelfgestuurd leren Kernteam Kringgesprek Coöperatieve werkvormen

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning Visie Aanpassingen in de gedragingen van de leerkracht Het vertalen van een politiek besluit zoals het M- decreet in de dagelijkse praktijk is geen gemakkelijke opgave. Als leerlingen met een beperking

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid

Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid Workshop 26 februari Piet Van Avermaet & Marie Seghers Persoon in zijn geheel Breed evalueren Wat mag u verwachten? Aan de slag

Nadere informatie

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder?

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder? Klas-in-zicht Wat? Een negatieve groepsdynamiek, leerlingen die niet met elkaar overeenkomen, een vertroebelde relatie tussen leerlingen en leerkrachten, moeilijk les kunnen geven door storend gedrag zijn

Nadere informatie

9-10-2013. voor wie JA zegt tegen actief en inspirerend onderwijs. Dolf Janson. www.jansonadvies.nl 1

9-10-2013. voor wie JA zegt tegen actief en inspirerend onderwijs. Dolf Janson. www.jansonadvies.nl 1 voor wie JA zegt tegen actief en inspirerend onderwijs Dolf Janson www.jansonadvies.nl 1 energie 9-10-2013 Teken eens het verloop van het energieniveau van je leerlingen tijdens een ochtend. tijd Hoe komen

Nadere informatie

Wij medewerkers & wij leerlingen van Stad & Esch maken samen de plek waar ontdekken en leren als vanzelf gaat. Welkom 21e eeuw.

Wij medewerkers & wij leerlingen van Stad & Esch maken samen de plek waar ontdekken en leren als vanzelf gaat. Welkom 21e eeuw. onderwijs Wij medewerkers & wij leerlingen van Stad & Esch maken samen de plek waar ontdekken en leren als vanzelf gaat. Welkom 21e eeuw. April 2012 2 Stad & Esch bereidt leerlingen optimaal voor op de

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

Kijkwijzer techniek. Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject Talenten breed evalueren, dag 1 Pagina 1

Kijkwijzer techniek. Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject Talenten breed evalueren, dag 1 Pagina 1 Kijkwijzer techniek Deze kijkwijzer is een instrument om na te gaan in welke mate leerlingen een aantal competenties bezitten. Door middel van deze kijkwijzer willen we verschillende doelen bereiken: Handvatten

Nadere informatie

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ...

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ... P1 VOORBEELD OBSERVATIE-INSTRUMENT GROEP klantgerichtheid klanteninzicht groepsdynamica omgaan met diversiteit PRESENTATIE stemgebruik taalvaardigheid non-verbaal communiceren professionele houding PERSOON

Nadere informatie

O O O O O O. Huiswerktips voor ouders De Toermalijn Overrijnseveld 1 Cothen

O O O O O O. Huiswerktips voor ouders De Toermalijn Overrijnseveld 1 Cothen Beste ouder, Stop met spelen en maak je huiswerk! Mama, hoe begin ik aan die taak? Jij kan toch nog niet klaar zijn met je huiswerk?! Papa, kan jij me helpen met het plannen van mijn lessen? Klinken deze

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

Feedback. Soorten feedback Evaluatieve feedback: Goed gewerkt. Descriptieve feedback: Goed gewerkt. Je hebt alle belangrijke elementen opgenomen.

Feedback. Soorten feedback Evaluatieve feedback: Goed gewerkt. Descriptieve feedback: Goed gewerkt. Je hebt alle belangrijke elementen opgenomen. Feedback Wat is feedback? Feedback gaat over het terugkoppelen van informatie. Nicolien van Hamel 1 legt het kort en bondig uit: Feedback betekent letterlijk: terugkoppeling. Bij feedback hoor je van de

Nadere informatie

Samenwerking over lerarenopleidingen heen:

Samenwerking over lerarenopleidingen heen: Samenwerking over lerarenopleidingen heen: Hoe aspirant-leraren voorbereiden op inclusief lesgeven? Debbie De Neve, Ellen Vandervieren Overzicht Context Doel van het inclusietraject Verloop van het inclusietraject

Nadere informatie

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal Gesprekken Wat is gespreksvaardigheid? Het subdomein gesprekken heeft betrekking op alle mondelinge taalactiviteit waarbij sprake is van interactie (van informele gesprekjes en kringgesprekken tot overleg,

Nadere informatie

G.V.Basisschool Hamont-Lo

G.V.Basisschool Hamont-Lo G.V.Basisschool Hamont-Lo Zorg onze schooleigen visie op BREDE zorg Als school hebben we de opdracht om met brede zorg te werken aan de ontplooiing van iedere leerling. Dat is één van de pijlers van het

Nadere informatie

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete 10 werkvormen om het denken te activeren Goede metacognitieve vaardigheden worden gezien als een voorspeller van succesvol leren. Door expliciet aandacht te besteden aan denkvaardigheden, stimuleer je

Nadere informatie

Instrument om de beginsituatie in kaart te brengen op niveau van de leraar eerste graad 3de GOK-cyclus

Instrument om de beginsituatie in kaart te brengen op niveau van de leraar eerste graad 3de GOK-cyclus Vraag: Hoe goed doe ik het in mijn les? op het vlak van: Instrument om de beginsituatie in kaart te brengen op niveau van de leraar eerste graad 3de GOK-cyclus 2008-2011 1 Preventie en remediëring van

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

zorgvisie Heilige familie Lagere school

zorgvisie Heilige familie Lagere school zorgvisie Heilige familie Lagere school 1) Inleiding Onze school- en zorgvisie staat gesymboliseerd in ons schoollogo en in onze slogan sterk onderwijs, warme sfeer! : Ieder kind is van harte welkom in

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. Het Kindgesprek. Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. 1 Inleiding. Door gesprekken met kinderen te voeren willen we de betrokkenheid

Nadere informatie

Laat ze blinken. Lut Maes PBD GO!

Laat ze blinken. Lut Maes PBD GO! Laat ze blinken Lut Maes PBD GO! Talenten of competenties? TALENT iets wat je van jezelf heel goed kunt en niet aangeleerd werd! = aangeboren aanleg = aangeboren begaafdheid (gerelateerd aan intelligentie)

Nadere informatie

*..\filmpjes\roltrap stopt.flv.flv

*..\filmpjes\roltrap stopt.flv.flv voor wie JA zegt tegen actief en inspirerend onderwijs Welke beeld heb jij bij activerende didactiek? Neem eerst even denktijd. Vergelijk daarna met je buur. Dolf Janson..\filmpjes\roltrap stopt.flv.flv

Nadere informatie

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 > NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 Leerlingen uit het secundair onderwijs mogen vertegenwoordigd zijn als partner op de schoolraad.

Nadere informatie

LEREN LEREN WAT? HOE?

LEREN LEREN WAT? HOE? LEREN LEREN WAT? Bij leren leren ondersteunt de school je schoolse leren en biedt de school je methodieken om toe te passen in leersituaties buiten de school. HOE? Als school hebben we gekozen voor het

Nadere informatie

Voorbeelden compententieprofiel mentor

Voorbeelden compententieprofiel mentor BIJLAGE 1 Voorbeelden compententieprofiel mentor Voorbeeld 1 Meetindicator voor competenties en gedragingen van een mentor, opgesteld door Ryhove, beschutte werkplaats in Gent (PH= persoon met een handicap)

Nadere informatie

Spreek de gulden regel af dat de deelnemers de opname kunnen laten stopzetten wanneer zij of de kinderen zich ongemakkelijk voelen.

Spreek de gulden regel af dat de deelnemers de opname kunnen laten stopzetten wanneer zij of de kinderen zich ongemakkelijk voelen. Goede filmafspraken! Een vertrouwensband Tijdens de opname zet je je waarderende, ondersteunende en coachende vaardigheden al in. Immers, het opbouwen van een vertrouwensband start al tijdens de eerste

Nadere informatie

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)

Nadere informatie

KANT EN KLAAR PLUS. Uitdagende thema s voor pientere en hoogbegaafde leerlingen

KANT EN KLAAR PLUS. Uitdagende thema s voor pientere en hoogbegaafde leerlingen KANT EN KLAAR PLUS Uitdagende thema s voor pientere en hoogbegaafde leerlingen Handleiding voorwoord Voor u ligt een unieke uitgave in Vlaanderen! Het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek ijvert al een tiental

Nadere informatie

luisteren: dialoog beluisteren en

luisteren: dialoog beluisteren en TABASCO Leercoach Een afspraak maken ( mondeling) Een uitnodiging schrijven ( schriftelijk) Leerplandoelstellingen kiezen functionele kennis: - woordvelden:35.1.2 en 35.1.3 en 35.1.5 *dagen / maanden *afspraak

Nadere informatie