Beroepsopdracht. De effectiviteit van excentrische training bij tendinosis: een systematische review

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beroepsopdracht. De effectiviteit van excentrische training bij tendinosis: een systematische review"

Transcriptie

1 Beroepsopdracht De effectiviteit van excentrische training bij tendinosis: een systematische review Beroepsopdracht van: Rainer Hinterleitner, derde jaars student fysiotherapie Christiaan Wilson, derde jaars student fysiotherapie In opdracht van: Hogeschool van Amsterdam, instituut fysiotherapie Azad Kahn fysiotherapeut in medisch Centrum Noord te Amsterdam(MCN) Ad Goedhart fysiotherapeut in medisch centrum Noord te Amsterdam(MCN) Projectbegeleidster: Francien van Hoeve Amsterdam, Februari 2003

2 Voorwoord Deze scriptie is geschreven als onderdeel van de externe beroepsopdracht Excentrische training bij tendinosis, welke wij uitgevoerd hebben in opdracht van MCN-fysiotherapie. Dit project heeft bijgedragen aan het vormen van ons als fysiotherapeut op wetenschappelijk gebied. Onze dank gaat uit naar de mensen die ons hebben geholpen bij het maken van onze scriptie en artikel: Francien Van Hoeve voor de sympathieke en precieze begeleiding, Azad Khan en Ad Goedhart voor het geven van de externe beroepsopdracht en, Jaap van de Berg en Frank van Hartingsveld voor het beschikbaar zijn als extern deskundigen op de momenten dat we ze nodig hadden zowel voor methodologische zaken. Het doel van deze scriptie is een duidelijk beeld te geven over het effect van excentrisch trainen bij tendinosis ten opzichte van andere behandelvormen zowel binnen als buiten het werkveld van de fysiotherapie. Dit doen wij aan de hand van een systematische review waarin een overzicht wordt gegeven van de onderzoeken die over dit onderwerp in de literatuur geschreven zijn. De systematische review is opgenomen in de scriptie die verder aanvullende informatie bevat zoals een hoofdstuk over de fysiologie van de pees en een hoofdstuk waarin de theorie voor zover bekend over excentrische contracties wordt toegelicht. De scriptie is voor medestudenten en collega s en dient als goed, bruikbaar en handzaam document voor naslag en bevat duidelijk omschreven adviezen voor de behandeling van tendinosis met behulp van excentrische trainingsvormen. Als auteurs wensen we u veel leesplezier en hopen mede door de conclusie en discussie van het artikel een signaal af te geven hoe groot het belang is van wetenschappelijke literatuur en hoe belangrijk het is dat er ook op dit gebied vervolgonderzoek plaatsvindt. Amsterdam, februari 2003 Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 4 Artikel 5 Inleiding artikel 5 Materiaal en methode 6 Resultaten 6 Inhoudelijke bespreking van de onderzoeken 6 Discussie (methodologische beoordeling van de onderzoeken) 12 Conclusie 12 Abstract 13 Appendix 1: crteria list for a methodological assesment of randomized trials 14 Fysiologie van de pees 16 Uiterlijke verschijning 16 Functie 16 Opbouw 16 Macroscopische opbouw 16 Microscopische opbouw 18 Peesschede 19 Cellen van de pees 19 Cellen van de bindweefselomhulsing 19 Cellen van de kraakbeenlaag 20 Matrix Collageen elastische vezels 20 Grondsubstantie 20 Niet collagene proteinen 20 Doorbloeding 21 Innervatie 21 Fysiologie: reactie op belastingsprikkel en temperatuursveranderingen 21 Trainingseffecten 21 Degeneratie Degeneratie tijdens ouderdom 22 Degeneratie door immobilisatie en onderbelasting 22 Rupturen en chronische tendinosis 22 Regeneratie en wondgenezing 23 Intrinsieke genezing 23 Extrinsieke genezing 23 Ontstekingsfase 23 Profileratiefase 24 Ombouwfase 24 Excentrische contracties 25 Toepassing beschadiging van de spier door excentrische contracties 25 Literatuur 27 Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 3

4 Inleiding Problemen door pees- en peesaanhechtingen worden vaak gezien als een overbelastingsblessure. Dit betreft blessures die een langdurige genezing vragen of helemaal niet genezen. Peesblessures zijn binnen de fysiotherapie dan ook een veel voorkomend probleem. Er is veel verwarring in de literatuur, maar ook tussen fysiotherapeuten onderling over de terminologie van deze aandoeningen en de daarbij behorende behandelmethoden. Termen als bijvoorbeeld tendinitiden, tendinitis en tendinosis worden in allerlei situaties gepast en ongepast gebruikt zonder dat hier eenduidigheid over bestaat. Kijken we naar de behandeling van peesproblematiek dan zien we dat er allerlei verschillende behandelingen bestaan en dat de evidentie voor deze behandelingen vaak ver te zoeken is. Het concept van deze beroepsopdracht is ontwikkeld door MCN-fysiotherapie aan de hand van een artikel van Mafi et al (2001), waarin gekeken wordt naar het verschil in effectiviteit van een concentrische en een excentrische training op het herstel van een chronische achilles tendinosis. De resultaten van dit onderzoek wekten bij de opdrachtgever een dermate enthousiasme op dat uiteindelijk leidde tot de opdracht die bestond uit het doen van een literatuur onderzoek en het schrijven van een systematische review. In het artikel zullen wij zoals gebruikelijk bij systematische reviews een beschrijving geven van de verschillende fasen die we doorlopen hebben. Besproken zullen worden het materiaal, de inclusiecriteria, de zoekstrategie en de methodologische beoordeling. Daarna zullen de resultaten en de inhoudelijke bespreking aanbod komen. De systematische review zal afgesloten worden met de discussie gevolgd door de conclusie. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 4

5 De effectiviteit van excentrische training bij tendinosis: een systematische review R. Hinterleitner, C.J. Wilson, A. Khan, A. Goedhart, F. van Hoeve Doel. In dit artikel wordt op een systematische manier een beeld gegeven over de effectiviteit van excentrisch trainen bij de behandeling van patiënten met tendinosis. Methode. De literatuur van deze systematische review is verzameld via verschillende literatuurbestanden. In totaal zijn vijf onderzoeken van verschillende bewijskracht gevonden. De twee RCT s zijn met behulp van een criterialijst beoordeeld op hun methodologische kwaliteit. Resultaten. Alle vijf de studies rapporteren positieve resultaten binnen de excentrische trainingsgroepen. Echter zijn er onder de 5 onderzoeken slechts twee RCT s, waarvan de methodologische kwaliteit laag is. Conclusie. Excentrisch trainen lijkt een positiever effect te hebben op het herstel van tendinosis dan andere interventies. Om deze uitspraak methodologisch kwalitatief te kunnen onderbouwen is verder onderzoek met het design van RCT s noodzakelijk. Inleiding De term tendinosis werd voor het eerst in deze context gebruikt in 1976 door Puddu et al. i Zij beschreven een peesdegeneratie zonder klinische of histologische intratendineuze ontstekingsverschijnselen. Tendinosis is ondertussen een meer en meer geaccepteerde term voor degeneratieve peesaandoeningen, in de literatuur meestal gerelateerd aan overbelasting door te veel herhaaldelijk gebruik. Er wordt een duidelijk verschil gemaakt t.o.v. tendinitis, een term die veelal verkeerd wordt gebruikt. Zoals de uitgang -itis al zegt, zou hierbij sprake van een ontsteking moeten zijn. Echter is deze in de meeste peesaandoeningen niet aantoonbaar. 2,3 De karakteristieke histologische kenmerken van tendinosis zijn structuurverlies, desoriëntatie en separatie van collageen vezels, toename van mucus-achtige grondsubstantie (ground-substance), een toegenomen aantal van cellen met of zonder nieuwe groei van bloedvaten en locale necrose of calcificatie. Tendinosis is de hoofdzakelijke, en misschien zelfs de enige, klinisch relevante laesie van de pees. 2 Tendinosis kan met conservatieve behandeling of operatief benaderd worden. Conservatieve behandeling kan bestaan uit rust, rekken, spierkracht versterken, cryotherapie, warmteapplicaties, massage, ultrageluid, elektrotherapie, lasertherapie, corticosteroïden, NSAID s, hulpmiddelen (b.v. braces, hakverhoging enz.), het verbeteren van trainingstechniek enz. 3,2 Maar conservatieve behandeling van tendinosis heeft vaak niet het gewenste effect. 4,5 Van patiënten met chronische Achilles Tendinosis moeten uiteindelijk 25% worden geopereerd. 3 Uit de onderzochte literatuur lijkt excentrische training betere resultaten bij de behandeling van tendinosis patiënten te geven. Het goede effect van een excentrisch trainingsprogramma dat Mafi et al. 6 in hun onderzoek hebben beschreven, heeft voor deze systematische review tot de volgende vraagstelling geleid: Heeft excentrische training positiever effect dan andere fysiotherapeutische interventies bij de behandeling van patiënten met tendinosis? Deze literatuurstudie betreft een systematische review van onderzoeken die door de opzet kan bijdragen aan het beantwoorden van de vraagstelling. Deze review is onderdeel van het afstudeerproject van de beiden eerstgenoemde auteurs Zij hebben dit onderzoek uitgevoerd in opdracht en onder begeleiding van Azad Khan en Jan Goedhart van Fysiotherapie MCN te Amsterdam en Francien van der Hoeve, docente aan de opleiding Fysiotherapie van de Hogeschool van Amsterdam. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 5

6 Materiaal en Methode Inclusiecriteria Studies die de effectiviteit van excentrische training bij de behandeling van tendinosis onderzochten. Hierbij werd ervan uitgegaan dat de termen tendinitis, tendonitis, degenerative changes en chronic tendinopathy het meest waarschijnlijk veranderingen in de pees inhouden, die als tendinosis kunnen worden gezien. 3 Studies op alle niveaus van bewijskracht kwamen in aanmerking voor deze systematische review. De artikelen moesten geschreven zijn in het Engels, Nederlands of Duits. Zoekstrategie De studies werden gezocht via de geautomatiseerde literatuurbestanden Pubmed, Pedro, Amed, Picarta en via de zoekmachines van het Karolinska-Instituut en het NIWI. De zoektermen bevatten zowel termen voor de aandoening (zoals tendinosis, tendinitis enzovoort), als ook termen voor de behandelvorm (eccentric, concentric, excercise, training, treatment enzovoort), en termen voor de plaats van de aandoening (achilles, patellar, epicondyuls, rotator cuff enzovoort). Methodologische beoordeling De twee RCT s werden op methodologische kwaliteit gescreend met behulp van de criterialijst van van der Windt. 7 Deze lijst is in aangepaste vorm overgenomen van Koes et al. 8 De criteria zijn gebaseerd op algemene principes van RCT s. 9 Beide artikelen werden door beide auteurs onafhankelijk van elkaar gescreend. Werden op een item twee verschillende scores toegekend dan werd in discussie een consensus bereikt. In het geheel werden 17 criteria (A-Q) getoetst die over de volgende categorieën waren verdeeld: 1) populatie, 2) interventies, 3) meting van de uitslagen en 4) analyse en presentatie van de uitslagen. De volledige criterialijst is te zien in appendix 1. Resultaten In het totaal zijn 5 studies gevonden waarin een uitspraak werd gedaan over het effect van excentrische training bij de behandeling van tendinosis. Dit waren twee RCT s, één CCT en twee ongecontroleerd onderzoeken. In het artikel van Svernlöv en Adolfsson 10 werden twee onderzoeken beschreven: een pilot studie die de opzet had van een RCT, en een vervolgonderzoek dat echter ongecontroleerd was. De twee RCT s en de CCT hebben een zeer kleine groepsgrootte (tussen de 15 en 22 patiënten). De ongecontroleerde onderzoeken hebben een studiepopulatie van 124 resp. 200 patiënten. Twee keer werd excentrische training vergeleken met een andere interventie. Eén keer werd een programma bestaand uit excentrische training in combinatie met rekken vergeleken met een andere interventie. Twee keer werd zonder het gebruik van een controlegroep naar het effect van excentrische training in combinatie met rekken gekeken. De inclusiecriteria waren telkens peesaandoeningen die onder het begrip tendinosis vallen: chronische achilles tendinosis, laterale humerale epicondylalgie, achilles tendinitis/patellar tendinitis/epicondylitis lateralis. Inhoudelijke bespreking van de onderzoeken Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste inhoudelijke elementen van de onderzoeken. Puntsgewijs zijn het design, de inclusiecriteria, het soort interventie, de effectvariabelen, het tijdstip van de effectmetingen en de resultaten weergegeven. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 6

7 Mafi et al. 6 Svernlöv et al. Svernlöv et (2001) 10 (2001) al. 10 (2001) Design RCT RCT Ongecontrole erd onderzoek Aantal patiënten Inclusiecriteri a/ diagnose Groep 1:22 pt Groep 2:22 pt Pijnlijke chronische achilles tendinosis 2-6 cm boven de aanhechting op de Calcaneus Interventie Groep 1: excentrische training Groep 2: concentrische training Effectvariabel en Effectmetinge n/ follow-up duur -pijn (VAS) -tevredenheid met resultaat (zelfinschattin g door pt) Baseline na 12 weken Groep 1: 17 pt Groep 2: 18 pt Laterale Humerale Epicondylagie Groep 1: excentrisch training + rekken Groep 2: contractierela xatie-rekken programma -pijn (5 VAS) -tevredenheid met resultaat (zelfinschattin g door pt) grijpkracht Baseline Na 3 maanden Na 6 maanden Na 12 maanden Alfredson al. 11 (1998) CCT et 124 pt Groep 1: 15 pt Groep 2: 15 pt Laterale Humerale Epicondylagie Excentrische training + rekken Zoals bij RCT (maar 2 schalen voor zelfinschatting ) Baseline Na 3 maanden Na 6 maanden Na 12 maanden Na gemidd. 41maanden Na drie maanden significante verbetering op alle VASscores; 71% Resultaten Excentrische Excentrisch training; training in significant combinatie beter dan met rekken concentrische lijkt een training positiever effect te van de hebben dan patiënten alleen rekken hebben een excellent of goed resultaat Tabel 1: Inhoudelijk overzicht van de 5 onderzoeken. (Zie Mafi) Alle patiënten komen in aanmerking voor operatie Groep 1: excentrische training Groep 2: operatie -pijn -piek draaimoment van plantairflexore n Baseline Groep 1: na 12 weken Groep 2: na 24 weken Groep 1heeft na de training geen operatie meer nodig Curwin et al. 4 (1984) Ongecontrole erd onderzoek 200 pt Chronische Achilles tendinitis, patella tendinitis epicondylitis lateralis of Excentrische training + rekken -tevredenheid met resultaat (zelfinschattin g door pt) Na gemiddeld 16 maanden 87,5% van de patiënten goede of excellente resultaten Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 7

8 N. Mafi et al. 6 hebben een RCT uitgevoerd met als doel het bepalen van het effect van excentrische training van de plantairflexoren als behandeling van chronische Achilles Tendinosis. Hiervoor werd een excentrisch trainingsprogramma vergeleken met een concentrisch trainingsprogramma. Alle 44 patiënten hadden chronische achilles tendinosis 2 6 cm boven de insertie van de pees op de calcaneus. Zij werden voor dit onderzoek at random over twee groepen verdeelt. De patiënten kwamen alle in aanmerking voor een chirurgische ingreep vanwegen hun Achilles Tendinosis. Beide groepen volgden een excentrisch (groep E) respectievelijk concentrisch (groep C) trainingsprogramma dat zij over een periode van 12 weken iedere dag 2 keer moesten uitvoeren. De oefeningen werden met gestrekte en met gebogen knie uitgevoerd om ook de m. soleus maximaal te activeren. Beide groepen werden geïnstrueerd om met de oefeningen door te gaan als zij pijn voelden. Bij groep E werd in het begin van het programma de belasting door het eigen lichaamsgewicht bepaald. De patiënten stonden op hun tenen van het aangedane been met de enkel in plantairflexie. Vervolgens lieten zij de hiel tot onder het niveau van staan zakken (figuur 1). Het niet aangedane been werd gebruikt om weer in de startpositie te komen. Op deze manier werd een concentrische belasting van de plantairflexoren voorkomen. Het gewicht werd verhoogd op het moment dat de patiënt de oefening helemaal zonder pijn kon uitvoeren. Dit werd met behulp van een met gewichten gevulde rugzak en later met trainingsapparatuur gedaan. Bij de concentrische training werden de plantairflexoren pas vanaf week drie met het gehele lichaamsgewicht belast. In week zes werd de belasting met behulp van sprongen (touwtjespringen, zijwaarts springen)verder opgebouwd. Effectmetingen vonden plaats in termen van pijn gemeten met een VAS-score en tevredenheid van de patiënten. De resultaten van de behandeling met het excentrisch trainingsprogramma waren significant beter dan die van het concentrisch trainingsprogramma (P<0,002). In groep E waren 18 van de 22 patiënten (82%). Bij de 18 tevreden patiënten verlaagde de gemiddelde VAS-score van 69 punten (voor de behandeling) naar 12 punten (na de behandeling). Bij de resterende 4 patiënten liep het puntenaantal terug naar 44 (na de behandeling). In groep C waren 8 van de 22 patiënten (36%) tevreden met de behandeling en konden hun activiteitenniveau van voor de aandoening weer opnemen. Bij de 8 tevreden patiënten daalde de gemiddelde VAS-score van 63 naar 9 punten. De resterende 14 patiënten beëindigden het trainingsprogramma met een gemiddelde VAS-score van 60 punten. Deze resultaten laten volgens de onderzoekers zien dat excentrische training een positiever effect op het herstel van Achilles Tendinosis heeft dan concentrische training. Figuur 1: Excentrische Training met verzwaard gewicht. B. Svernlöv et al. 10 hebben een pilot study en een vervolgonderzoek opgezet om het effect van excentrische training bij de behandeling van laterale humerale epicondylalgie te meten. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 8

9 Als pilot study werd een RCT uitgevoerd. Hiervoor werd een patiëntengroep met een trainingsprogramma behandeld die bestond uit excentrische krachtoefeningen gecombineerd met rekken (groep E). Deze groep werd vergeleken met patiënten die als behandeling alleen rekoefeningen deden (groep R). 38 patiënten met laterale humerale epicondylalgie werden at random over deze twee groepen verdeeld. Hiervan bleven 35 patiënten beschikbaar voor de follow-up, 17 patiënten in groep E en 18 patiënten in groep R. Groep E deed excentrische krachtoefeningen van de onderarmextensoren. Getraind werd gedurende 12 weken iedere dag met drie sets van 10 herhalingen. Uitgangshouding was een geproneerde onderarm en een neutrale stand van de pols. Vervolgens werd de pols in plantairflexie gebracht. Voor en na deze oefening werden de extensoren van de onderarm gerekt. De patiënten in groep R ondergingen een contractie-relaxatie-rekken-programma zoals beschreven door Sölveborn 10 (10s contractie, 2s relaxatie, 15-20s rekken; 2 keer per dag 3-5 sessies). 5 patiënten (3 in groep R en 2 in groep E) hebben vanwegen toenemende symptomen hun trainingsprogramma voor een tijd gestopt. Zij hadden dan ook een negatief resultaat. Van de resterende 15 patiënten in iedere groep zagen na de afloop van 12 maanden alle patiënten hun klachten als verbeterd of compleet hersteld. In groep E waren 12 deelnemers compleet hersteld, in groep R waren dit 7 deelnemers (P=0,09) Verdere resultaten: - Bij de zelfevaluatie van de patiënten waren er geen verschillen te zien na 3 en 6 maanden. - Voor begin van de behandeling had groep E een significant hogere VAS-score dan groep R (P<0,04). Na afloop van 3 maanden was dit verschil niet meer te zien. - Bij groep R was na drie maanden een statistisch significante verbetering te zien bij alle VAS-scores behalve bij pijn bij grijpkracht. - Bij groep E was na drie maanden een statistisch significante verbetering te zien bij alle VAS-scores behalve bij pijn bij rust. - Na 6 maanden had van groep E nog één patiënt pijn bij rust. Bij groep R waren dit 2 patiënten. - De grijpkracht ging na 3 maanden in beide groepen significant omhoog (p<0,001). - Na 6 maanden was de verbetering van de grijpkracht bij groep E significant hoger (P<0,05).(dan wa?) De effectmeting gebeurde met behulp van - 5 verschillende VAS-metingen (intensiteit van de pijn tijdens rust, tijdens palpatie van de epicondylus lateralis, tijdens weerstand tegen polsextensie, tijdens weerstand tegen extensie van de 3 de vinger en tijdens het meten van de grijpkracht) - zelfinschatting (compleet hersteld, verbeterd, onveranderd, slechter) - meting van de grijpkracht De onderzoekers leiden uit dit resultaat af dat excentrische training in combinatie met rekken een positiever effect heeft op het herstel van laterale humerale epicondylalgie dan alleen rekken. Bij het vervolgonderzoek kregen alle patiënten het trainingsprogramma dat bestond uit excentrische training in combinatie met rekken. Er was geen controlegroep aanwezig. De 124 patiënten werden echter wel in twee groepen ingedeeld. Groep 1 (61 personen) had de symptomen korter dan 12 maanden, groep 2 (63 personen) had de symptomen langer dan 12 maanden. Allen kregen hetzelfde excentrische trainingsprogramma als groep E in de pilot studie. Ook de effectmetingen gebeurden op dezelfde marnier. Aanvullend werd van nog een tweede lijst voor de zelfinschatting van de patiënten gebruikt, het scoringssysteem van Verhaar et al 10. Bij deze kon de behandeluitkomst worden beschreven met de alternatieven excellent, good, fair en poor. Uit de resultaten lijkt dat excentrisch trainen gecombineerd met rekken een effectieve therapie is voor laterale humerale epicondylalgie. - Na drie maanden was een significante verbetering op alle VAS-scores te zien: pijn bij rust (P<0,0001), pijn bij palpatie (P<0,0001), pijn tijdens weerstand tegen polsextensie Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 9

10 (P=0,0002), pijn tijdens weerstand tegen extensie van de 3 de finger (P<0,0001), pijn tijdens het meten van de grijpkracht (P<0,0001). - Zelfinschatting na een follow-up van gemiddeld 41 maanden: 54% compleet hersteld, 43% verbeterd, 2% niet veranderd, 2% verslechterd. - Zelfinschatting na de follow up volgens de scores van Verhaar: 38% excellent, 28% goed, 25% fair, 9% zwak. - 72% van groep 1 heeft een excellent of goed resultaat. - 70% van groep 2 heeft een excellent of goed resultaat. - Voorafgaande behandelingen met steroïdeninjecties werden geassocieerd met een lager resultaat (P<0,001). Uit deze resultaten lijkt volgens de auteurs dat behandeling met een excentrisch trainingsprogramma in combinatie met rekken een effectieve therapie is voor laterale humerale epicondylalgie. Verder lijkt de duur van de symptomen de effectiviteit van deze behandelvorm niet te beïnvloeden. Alfredson et al. 11 hebben een onderzoek gedaan met het design van een CCT. Zij hebben het effect van excentrische training van de plantairflexoren als behandeling van chronische achilles tendinosis onderzocht. Een patiëntengroep van 15 mensen (groep E) heeft hetzelfde excentrisch trainen programma ondergaan, dat ook bij Mafi et al. werd beschreven. De controlegroep (groep C), ook 15 patiënten, werd geopereerd. Alle 30 patiënten hadden chronische achilles tendinosis 2 6 cm boven de insertie van de pees op de calcaneus. De patiënten hadden de symptomen gemiddeld 18,3 maanden (3 100). Effectmetingen werden uitgevoerd in termen van pijn, met behulp van een VAS-schaal, en arbeid. Hierbij werd het piek-draaimoment bij beide groepen en bij groep E ook de gemiddelde arbeid van de plantairflexoren gemeten. Op alle effectmaten toonde groep E sneller significante verbeteringen dan de controlegroep. Uiteindelijk was te zien dat alle patiënten van groep E na 3 maanden terug waren op hun activiteitenniveau van voor de aandoening. Bij de controlegroep bereikten ook alle patiënten dit resultaat, maar dit duurde echter 6 maanden. Volgens de auteurs is excentrische training een goed programma voor pijnvermindering. Resultaten Piek-draaimoment: - Groep C: - Voor de operatie had het aangedane been significant lagere concentrische plantairflexie- kracht bij 90º/sec. en 225º/sec. (18,7% en 23,7%) en lagere excentrische plantairflexie-kracht (13,6%) dan het niet aangedane been. (P<0,01) - In week 24 had de aangedane zijde significant lagere concentrische plantairflexie-kracht bij 90º/sec. en 225º/sec (14,5% en 15,2%) en lagere excentrische plantairflexie-kracht (15,7%) dan de niet aangedane zijde. (P<0,01) - Groep E: - In week nul had het aangedane been significant lagere concentrische plantairflexie-kracht bij 90º/sec. en 225º/sec (12,1% en 18,0%; P<0,01) en lagere excentrische plantairflexie-kracht (11,2%; P<0,05) dan de niet aangedane zijde. - In week 12 waren de concentrische en de excentrische plantairflexie-kracht significant verbeterd (conc.: P<0,05, exc.: P<0,01) - In week 12 waren er geen significante verschillen in het aangedane en het niet aangedane been wat betreft concentrische en excentrische plantairflexiekracht. Gemiddelde arbeid: (werd alleen bij groep E gemeten) - In week nul was er een significant lager concentrisch plantairflexiearbeidsvermogen bij 90º/sec. en 225º/sec. (14,8% en 21,9%; P<0,01) maar geen lager excentrisch plantairflexie-arbeidsvermogen dan aan de niet aangedane zijde te zien. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 10

11 Pijn: - In week 12 was er een significante verbetering van het concentrische plantairflexie-arbeidsvermogen bij 90º/sec (P<0,05) te zien, maar niet bij 225º/sec. - Er was tussen week 0 en 12 geen significante verbetering van het excentrische plantairflexie-arbeidsvermogen te zien. - In week 12 waren er geen significante verschillen in het aangedane en het niet aangedane been, wat betreft het concentrische en excentrische plantairflexie-arbeidsvermogen. - Bij groep E was er een significante afname (P<0,001) van pijn van week o tot week 12 (van VAS-score 81,2±18,0 naar 4,8±6,5). - Bij groep C was er een significante afname (P<0,01) van pijn van week o tot week 24 (van VAS-score 71,8±17,9 naar 21,2±11,4). S. Curwin et al. 4 hebben het effect van excentrische training op achilles tendinitis, patella tendinitis en epicondylitis lateralis onderzocht. 200 patiënten met telkens één van deze drie aandoeningen kregen een excentrisch trainingsprogramma gecombineerd met rekken. De excentrische krachttraining bestond uit 3 sets van 10 herhalingen. De intensiteit moest zodanig worden gekozen dat de patiënt tijdens de laatste set pijn ervaart. Een verdere variabele was de snelheid waarmee de oefening uitgevoerd werd. Deze werd in de loop van een week telkens verhoogd. Het programma werd gedurende 6 weken minstens een keer per dag uitgevoerd. 65% van de patiënten stopten echter al na minder dan 5 weken, omdat zij geen last van klachten meer hadden. 5% van de patiënten trainden langer dan 8 weken. Er was geen controlegroep aanwezig. Gemiddeld had iedere patiënt voor de start van dit onderzoek al 6 andere behandelprogramma s ondergaan met een gemiddelde duur van 2 weken per behandeling. Hieruit concludeerden de auteurs het gebrek aan succes van de traditionele conservatieve behandelmethodes. Het effect werd door de patiënten zelf geëvalueerd door aan te geven of het resultaat excellent, goed, zwak of zeer zwak was. De patiënten met achilles tendinitis gaven alle een goed of zeer goed resultaat aan. Van de patiënten met patella tendinitis vonden 93,9% het resultaat van de training goed of zeer goed. Bij de resterende 6,1% vond er een verslechtering van de symptomen plaats. Van de patiënten die voor een epicondylitis lateralis behandeld werden vonden 75,3% het resultaat goed of zeer goed. De andere 24,7% zagen geen verandering van de klachten. Volgens de auteurs onderbouwd dit onderzoek de goede werking van het excentrisch trainingsprogramma. 1. Rekken a. Statisch rekken b. 15 tot 30 secondes aanhouden c. 3 tot 5 keer herhalen 2. Excentrische training a. 3 sets van 10 herhalingen b. snelheid van de oefening: dag 1 en 2: langzaam dag 3 tot 5: matig dag 6 en 7: snel c. externe weerstand wordt na iedere cyclus van 7 dagen verhoogt 3. Rekken (zoals voor de oefening) 4. IJsapplicaties worden gedurende 5 tot 10 minuten op het gevoelige of pijnlijke gebied gelegd Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 11

12 Discussie (methodologische beoordeling van de onderzoeken) De methodologische beoordeling van de twee RCT s is in tabel 2 weergegeven. 51 respectievelijk 46 van de honderd mogelijke punten werden gehaald. De onderzoeken scoorden bij enkele belangrijke items laag. Zo hadden beide een zodanig kleine patiëntenpopulatie dat hiervoor geen punten werden gescoord. Mafi et al 6 hadden geen follow-up gedaan. Beide RCT s verliezen vele punten doordat er geen blinderingsprocedure is toegepast. Dit was door het soort interventie en de manier van effectmetingen ook niet mogelijk. De resultaten laten zien, dat alle gescreende onderzoeken -de twee RCT s en de onderzoeken met minder bewijskracht- van een positief effect van excentrisch trainen bij het behandelen van tendinosis berichten. Ook al is de validiteit van deze onderzoeken een punt van discussie, er is wel een duidelijke tendentie te zien, die volgens de auteurs niet mag worden genegeerd en verder onderzoek eist. A B C D E F G H I J K L M N O P Q Totaa l Mafi et al Svernlöv et al. 10 Tabel 2: Scores van de twee RCT s van ieder criterium op de criterialijst. In totaal kunnen 100 punten worden gehaald. 0-5 gegeven score - in het onderzoek niet vermeld Op het moment is er geen onderbouwing bekend, die het effect van excentrisch trainen op tendinosis kan verklaren. Theoretisch zou het het effect kunnen zijn van hypertrofie en toegenomen trekkracht in de pees die door belasting optreden. De pees is een metabolisch actief bindweefsel dat op belasting hetzelfde reageert als spier en bot. Intacte en geblesseerde pezen antwoorden beide op progressieve belasting met een progressieve toename in trekkracht. 5 Verder zou het kunnen zijn dat door rekken (tijdens de excentrische contractie wordt de spier tegelijkertijd gerekt) de spier-pees-eenheid langer wordt en daardoor minder belast wordt. De derde theorie is erop gebaseerd dat excentrische training zoals Mafi en Alfredson het uitvoeren pijnlijk voor de patiënt is. Dat zou tot veranderingen in de pijn perceptie van de pees kunnen lijden door het metabolisme van bepaalde substanties in de pees te veranderen. 6,3. Verder onderzoek naar de mogelijke mechanismen die het effect van excentrisch trainen op tendinosis zouden kunnen verklaren is noodzakelijk. Mafi en zijn collega s proberen op het moment -onder meer met hulp van microdialyse technieken en histochemische onderzoeken van weefsel van patiënten die een excentrisch trainingsprogramma hebben ondergaan- deze mechanismen verder te onderzoeken bij patiënten met chronische achilles tendinosis. 6 Conclusie In alle onderzoeken wordt geconcludeerd dat excentrische training een duidelijk positief effect heeft op het herstel van tendinosis. Het lijkt dan ook wel een veelbelovende behandelvorm te zijn. De vraag blijft of al deze bevindingen valide en betrouwbaar zijn, gezien de gedeeltelijk zwakke methodologische kwaliteit van de onderzoeken. Om goed antwoord te kunnen geven op de vraag of excentrische training positiever effect heeft dan andere fysiotherapeutische interventies bij de behandeling van patiënten met tendinosis is onderzoek met een grotere patiëntenpopulatie en een betere methodologische kwaliteit Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 12

13 noodzakelijk. De onderzoeken moeten het design van een RCT hebben en er moet ook een follow up worden gedaan. Abstract Objective. To evaluate the efficacy of eccentric training in the treatment of tendinosis. Method. Studies on this topic were searched in several databases. Of the five studies that were found, two were RCT s. These were assessed on their methodological quality. Results. All the five studies that were found rapport good effects of eccentric training in the treatment of tendinosis. The methodological quality of the studies was poor. Conclusion. Eccentric training could be an effective treatment regime for patient suffering on tendinosis. But more research is needed to support this theory. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 13

14 Appendix 1: Criteria list for a methodological assessment of randomized trials. Methodological Weighting aspect Study population A Selection and restriction: homogenous study population B Adequate randomisation procedure C Prognostic comparability at baseline D Drop-outs E Loss to follow-up<20% or Loss to follow-up<10% F Smallest study group 25 subjects or Smallest study group 50 subjects or Smallest study group 75 subjects Interventions G Informative description of each intervention H Placebo-controlled study I Pragmatic study J Co-interventions avoided Measurement of outcome K Blinding of patient and physician L Relevant outcome measure M Blinded assessment of outcome measures N Adequate follow-up period Analysis and presentation of data O Analysis according to intention-to-treat principle P Adequate presentation of data Q Adjustment for confounding variables and/or differences of prognostic indicators at baseline A B C D E clearly described criteria for selection (1pt). Restriction to a homogeneous population with respect to diagnosis, duration of complaint, previous treatments, contraindications for treatment with NSAID s (3 pts). Randomisation procedure is described and is a procedure which excludes bias (3pts). Comparability for duration of complaints (2 pts), baseline scores for outcome measures (2 pts), age (1 pt), recurrence status (1 pt), previous treatment of complaint (1 pt). No drops-outs (3 pts) or the number of drop-outs (1 pt) and reason for withdrawal (1pt) is given for each group. Loss to follow-up: {(n at main moment of effect measurement / n at randomisation) x 100%}. F Smallest study group immediately after randomisation. G Description of type of intervention (4 pts), dosage schedule or intensity of treatment (2 pts), duration of treatment or number of injections (2 pts), control of compliance (2 pts). H I J A comparison is made with a study group receiving a placebo treatment only. A comparison is made between two or more existing interventions. (No addition of placebo to other study groups.) All other interventions are avoided (5 pts) or comparable co-interventions between study groups (3 pts). Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 14

15 K L M N O P Q Double-dummy system (5 pts) or some other attempt at blinding of patient (2 pts) and the physician (1 pt). Blinding of patient (1 pt) or physician (1 pt) is evaluated and successful. Results are presented of: pain (2 pts), global measure of improvement (2 pts), functional status (1 pt), r ange of motion (1 pt), adverse reactions (2 pts). Blinded assessment of the outcome measure mentioned under L (1 pt each). Timing identical for all study groups (3 pts). Final effect measurement = 3 months after randomisation (2 pts). When loss to follow-up = 10% : analysis according to intention-to-treat principle: results on all randomised patients are presented for most outcome measures, and on the most important moments of affect measurement, irrespective of drop-outs or missing values. When loss to follow-up 10% : intention-to-treat-analysis that accounts for drop-outs and missing values. Presentation of frequencies or means and SD of the most important outcome measures for each study group at most important moments of effect measurement. Adjustment of the result for confounding variables (e.g. differences of prognostic indicators at baseline, compliance, additional medication) by using multivariate analysis. (Van der Windt, D.A.W.M., Shoulder Disorders in Primary Care, academisch proefschrift, VU, 1997) Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 15

16 Fysiologie van de pees De pees behoort tot de uit bindweefsel bestaande, niet-contractie;e elementen van de spier. Hij is in het continuum van de bindweefselstructuren van de spier ingepakt. Het uit bindweefsel bestaande continuum van de spier begint bij het bot, bij de teno-ossale overgang, en wordt in het verdere verloop een pees. Het bindweefsel van de pees gaat in de vorm van het epimysium, het perimysium en het endomysium over in het bindweefsel van de spierbuik. Aan de andere kant van de spierbuik wordt het bindweefsel weer een pees, die dan weer een verbinding met een ander bot maakt. De pezen staan daarbij ook in verbinding met de contractiele eenheid van de spier. Het bindweefsel van de spier verbindt op deze manier twee botten. Dankzij deze verbinding en door de functie van het contractiele weefsel van de spier, kunnen botten ten opzichte van elkaar bewogen worden. Naast de pees behoren tot de uit bindweefsel bestaande, niet contractiele delen van een spier dus ook de overgang van het bot naar de pees, de overgang van de spier naar de pees en het bindweefsel in de spierbuik. Uiterlijke verschijning Pezen zijn vaste, meestal ronde structuren met een witglanzende kleur. Hun uitelijk doet aan een touw of een kabel denken. Er bestaan ook vlakke en brede pezen, bijvoorbeeld die van de M.tensor fascia latae. Deze peesvorm lijkt eerder op bijvoorbeeld een veiligheidsgordel in de auto. Enkele spieren vertonen geen duidelijk uitgesproken pezen in het gebied van hun oorsprong, maar ze zijn direct met hun spierweefsel en het bindweefsel waardoor ze omgeven worden, vergroeid met het bot. Voorbeelden daarvan zijn de oorsprong van de Mm. Pectineus en extensor carpi radialis longus. Funtie Pezen dragen de activiteit van de spier op het bot over en maken daarmee beweging mogelijk. Opbouw De opbouw van een pees is niet in alle gebieden uniform en daarmee dus gecompliceerd. Er zijn gebieden waar men slechts peesweefsel aantreft. In andere gebieden heeft zich om de pees een glijlaag ontwikkeld, de peesschede (vagina tendinis respectievelijk vagina tendinium). De peesscheden worden daar gebruikt waar de pees tegen een ander weefsel, meestal het bot beweegt. Een typisch voorbeeld zijn de peesscheden in het gebied van het gewricht van de hand. Op de plaats waar een pees om een bot geleid wordt en een grotere druk uitgeoefend wordt, ontwikkelt zich in de pees een vezelachtig kraakbeengebied. De pees van bijvoorbeeld de M. biceps brachii bezit in het gebied van de radius een vezelachtig kraakbeengebied. Macroscopische opbouw In principe kan de opbouw van een pees als volgt worden beschreven: het belangrijkste deel van de pees wordt door lange, golvende collagene vezels van type I bepaald. De vezels liggen parallel aan elkaar en lopen van de overgang van het bot naar de pees in de richting van de spierbuik of andersom. Aanvullend op het golvende verloop zijn enkele vezels ook Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 16

17 Opbouw van een pees van een fascikel (macroscopisch) tot aan het tropocollageen (microscopisch). (Van den Berg, 2000) nog licht gedraaid als een spiraal. Het golvende verloop waarborgt dat de belasting die op de pees inwerkt, beter kan worden opgevangen. Zo wordt bij een trekbelasting allereerst de golfvorm opgeheven. Vervolgens komt het tot een langzame en gelijkmatige belasting van het collageen. Ook nadat de collagene vezels onder spanning komen, wordt door de spiraalvormige opbouw een zeer grote belastingsstabiliteit bereikt. De belastbaarheid van een pees is zeer hoog en kan van 500 tot 1000 kg/cm2 bedragen. Hij is daarmee sterker dan een stalen kabel van dezelfde orde van grootte. Het opheffen van de golfvorm en darmee het spannen van de collagene vezels heeft een verlenging van de pees met ongeveer 5% tot gevolg. Door de elastische vezels en verschillende componenten van de grondsubstantie komt de pees na de belasting weer in zijn oorspronkelijke golfvorm terug. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 17

18 Doorsnede van een pees. (Van den Berg, 2000) Microscopische opbouw Als men de microscoop opbouw van een pees, respectievelijk van een pees met een peesschede beschouwt, ziet men het volgende. Om enkele peesvezels bevindt zich een dunne laag van ongevormd bindweefsel met zenuwen en bloedvaten. Op deze wijze ontstaan kleine bundels die uit peesvezels bestaan. Deze bindweefsellaag wordt endotenon, respectievelijk endotendineum genoemd. Om meerdere van deze peesbundels ligt weer een nieuwe laag van ongevormd bindweefsel waarin ook zenuwen en bloedvaten lopen. Deze laag, die de ene bundel van de andere scheidt, wordt als peritenon internis, respectievelijk peritendineum internum aangeduid. De volgende laag van ongevormd bindweefsel is het peritenon externis, respectievelijk peritendineum externum. Ook deze laag is rijk aan zenuwen en bloedvaten. Om het peritenon externis ligt het paratenon, respectievelijk paratendineum. Het bijzondere van het paratenon is dat het, buiten het feit dat het uit los, vezelachtig bindweefsel opgebouwd is, ook nog met behulp van synioviaalcellen die aan de buitenkant liggen een soort synoviaalvloeistof kan produceren. Daarmee ontstaat een bijna wrijvingsloze beweeglijkheid van de pezen tegenover omliggende structuren. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 18

19 Peesschede Op plaatsen waar de pees aan extreem grote wrijvingskrachten blootgesteld is, is de smering door het parateneon niet meer voldoende. Het onderste blad van de peesschede neemt daarbij de plaats in van het gebied waar zich normaliter het peritenon externis bevindt. Dit onderste blad wordt ook wel epitenon of epitendineum genoemd. Het buitenste blad van de peesschede wordt door het peritenon externis gevormd. Het wordt aan de buitenkant door de membrana fibrosa gestabiliseerd, wat eigenlijk een verlengstuk van het paratenon is. Het epitenon en de binnenkant van het peritenon vormen de membrana synovialis en zijn in staat om een op de synoviaalvloeistof lijkende vloeistof te produceren. Daardoor kunnen niet alleen de twee bladen van de peesschede wrijvingsloos tegenover elkaar bewegen, maar kan de pees zich ook vrijvingsloos tegenover andere structuren bewegen. Aan de beide uiteinden van de peesschede zijn het epitenon en het peritenon met elkaar verbonden en het omhulsel wordt gesloten. Door het mesotenon of mesotendineum wordt de peesschede aan de buitenkant met de omliggende weefsels verbonden. Via het mesotenon bereiken veel zenuwen en vaten de peesschede. Cellen van de pees De cellen van de pees zijn zeer verschillend, hoewel ze allemaal van de mesenchymcellen afstammen. De eigenlijke peescellen liggen tussen de peesbundels die opgebouwd zijn uit collagene vezels. Het zijn gespecialiseerde fibroblasten, die tenoblasten, tenocyten of vleugelcellen genoemd worden. De aanduiding vleugelcellen is ontstaan omdat de tenocyten sterke cytoplasmatische uitlopers hebben waarmee ze in staat zijn om contact met omliggende cellen te maken. Deze cellen produceren vooral collagene vezels en daarnaast elastische vezels en kleine hoeveelheden grondsubstantie. Ze bezitten daarom een groot endoplasmatisch reticulum met veel ribosomen en mitochondrien. In de cellen bevinden zich actine en myosinefilamenten waardoor ze kunnen contraheren. De consequenties van deze actine- en myosinefilamenten voor de cellen zijn tot nu toe nog niet duidelijk. Cellen van de bindweefselomhulsels De cellen van de bindweefselomhulsels, die in de vorm van endotenon, peritenon, paratenon, enzovoort voorkomen, zijn fibroblasten. Ook deze cellen produceren collageen, elastische vezels en de componeneten van de grondsubstantie, zoals proteoglycanen, glycosaminoglycanen en niet-collagene proteinen. De in de pezen aanwezige fibroblasten onderscheiden zich al naar gelang de plaats waar zij zich bevinden duidelijk van elkaar. De cellen in het buitenste gebied zien er anders uit dan die in het meer inwendige van de pees. Zij zijn binnenin bleugelvormig en van buiten daarentegen langwerpig. In het paratenon bevindt zich bovendien aan de buitenkant een laag van synoviaalcellen die een substantie produceren gelijkend op de synoviaalvloeistof. De functie van deze vloeistof komt overeen met die van synoviaalvloeistof. In de peesschede komen in het epitenon en het peritenon ook synoviaalcellen voor. Door de productie van synoviaalvloeistof in dit omhulsel bewegen de twee bladen van de peesschede zich weerstandloos tegen elkaar. Cellen van de kraakbeenlaag De plekken in de pees waar zich vezelachtige kraakbeenweefsels vormt, bezitten bovendien chondroblasten of chondrocyten. Ze zijn naast de productie van vezels ook nog in staat grotere hoeveelheden grondsubstantie te synthetiseren. Hun opbouw likt op die van kraakbeen. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 19

20 Matrix Collagene en elastische vezels Het drooggewicht van een pees wordt ongeveer 70 tot 80% door zijn vezels bepaald. Het zijn overwegend collagene vezels van het type I (ca.95%) en bovendien een beetje collageentype III (ca.5%), V en VI. Deze collageenvormen bevinden zich vooral in het omhullende bindweefsel van het mesotenon, het peritenon, het paratenon, enzovoort. Naast de collagene vezels vindt men in een pees elastische vezels (ca.1%). Ze liggen in het peritenon internis tussen de kleine collageenbundels en de tenoblasten. Het collageengehalte van een pees bedraagt voor de geboorte ca.18% en na de geboorte stijgt dit percentage enorm en bereikt op de tweede dag na de geboorte ca.80%. Op de derde dag daalt het percentage tot ca.75% en blijft daarop in de regel voor de rest van ons leven constant. Op hogere leeftijd kan het collageengehalte echter iets minder worden. Vooral tijdens immobilisatie neemt de hoeveelheid collageen duidelijk af. De vezels van de pees en vooral die van het omhullende weefsel gaan in de vezels van de spierbuik over. ZO gaat het peritenon bijvoorbeeld direct in het perimysium van de spierbuik over. Grondsubstantie De grondsubstantie van een pees houdt slechts een klein deel van zijn drooggewicht in en bedraagt gewoonlijk niet meer dan 0,5 tot 1%. De hoofdbestanddelen van de grondsubstantie worden door dermatansulfaat gevormd met een kleine hoeveelheid hyaluronzuur en chondroitinesulfaat. Op de plaatsen waar de pees gecomprimeerd wordt en een vezelachtige kraakbeenlaag onstaat, bevat de grondsubstantie meer hyaluronzuur, chondroitine-4 en 6-sulfaat en kerataansulfaat. Op grond van dezelfde soort mechnische belasting is de samenstelling van de grondsubstantie te vergelijken met die van het kraakbeen. In beginsel produceren weefsels die meer onder een trekbelasting staan, minder proteoglycanen en glycosaminoglycanen dan structuren die onder een verhoogde druk- of wrijvingsbelasting komen. Ofschoon de grondsubstantie hoeveelheid van een pees duidelijk minder is dan in veel andere bindweefselvormen, is zij desondanks in staat, grote hoeveelheden water te binden. Zo bedraagt het watergehalte van een pees tussen de 65 en 75%. Zoals altijd maakt het water in een weefsel het wrijvingsloos bewegen van de weefsels tegen elkaar mogelijk. Niet-collagene proteïnen De niet-collagene proteïnen van een pees worden door fibronectine en tenakine gevormd. In het vezelachtige kraakbeengebied is bovendien nog een beetje chondronectine te vinden. Ook hier zijn de netvormende proteïnen als niet-collagene proteïnen in staat, de verschillende componenten van het bindweefsel met elkaar te verbinden en te stabiliseren. De verbindingsproteïnen die ook niet-collagene proteïnen zijn, kunnen de eiwitketens van de proteoglycane aan de centrale hyaluronzuurketen binden. De synoviaalcellen in het epitenon en het peritenon alsmede in het endotenon en het paratenon produceren grote hoeveelheden fibronectine, dat zich aan het hyaluronzuur bindt en voor een goede glijlaag zorgt. Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 20

21 Doorbloeding De doorbloeding van een pees vindt plaats door middel van vier verschillende systemen: - Het eerste systeem is het longitudinale systeem. Hier lopen de bloedvaten in het paratenon, peritenon en het endotenon parallel met de collagene vezels. Dit systeem is in ligamenten nog duidelijker dan in pezen. - In het tweede systeem verbinden zich de bloedvaten in het gebied van de botpeesovergang met de bloedvaten in de pees. De vaten stammen voornamelijk uit het periost. Er is ook een anastomosering tussen de vaten van het bot en die van de pees mogelijk. - In het derde systeem lopen de bloedvaten parallel aan de pees en geven anastomosen af aan de bloedvaten die in de pees lopen. - In het vierde systeem lopen de bloedvaten in het gebied van de peesschede en maken daar door het mesotenon een verbinding met de pees en de peesschede. De peesschede is duidelijk rijker doorbloed dan de pees zelf. Op de plaatsen met een verhoogde druk is de pees avasculair, dus zonder bloedvaten. Dat is een reden waarom hier vezelachtig kraakbeen wordt gevormd en chondroblasten worden ontwikkeld. Op deze plaatsen zijn de cellen voor het transport van voedingsstoffen en afvalproducten afhankelijk van difussie- en osmoseprocessen. Innervatie De innervatie van een pees stemt overeen met zijn doorbloedingssituatie. Ook hier is de peesschede beter geënerveerd dan de andere delen van de pees. Pezen worden zowel sensorisch en proprioceptief als vegetatief verzorgd. De proprioceptieve informatie wordt door de Golgi-receptoren opgenomen en verder geleid. Fyiologie: reactie op belastingprikkels en temperatuursveranderingen De taak van de pees is het absorberen van trekbelasting die tijdens de contractie of de rekking van een spier ontstaan. Regelmatige belastingen garanderen het zich steeds vernieuwende weefsel, dat het zijn oriëntatie respectievelijk zijn richting, opbouw en belastbaarheid zal kunnen handhaven. Zonder belasting- en ontlastingprikkels, bijvoorbeeld gedurende een immobilisatie, neemt de belastbaarheid van een pees zeer sterk af. Onderzoekingen, zoals die van Tabary, hebben aangetoond dat de belastbaarheid van een pees na een immobilistatie periode van vier weken slechts nog ca. 20% bedraagt (Tabary 1972). Om de oorspronkelijke volle belastbaarheid weer te bereiken, heeft men veel tijd nodig, minstens vier maanden tot een jaar. Het wordt echter betwijfeld of de oorspronkelijke belastbaarheid ooit weer bereikt kan worden. Daarbij stelt men zich de vraag of en hoe met behulp van training de belastbaarheid van een pees weer kan worden vergroot. Trainingseffecten Door activiteiten (bijvoorbeeld krachttraining) waarbij een pees zeer sterk wordt belast, wordt de collageensynthese gestimuleerd. Interessant is dat de hoeveelheid aan collageen in de pees ondanks de verhoogde collageensynthese nauwelijks toeneemt. Naar het schijnt wordt de afbraak van collageen ook in bijna dezelfde orde van grootte gestimuleerd. Men kon vaststellen dat door training overwegend dikke collagene vezels worden afgebroken en door dunnere collagene fibrillen Beroepsopdracht oktober 2002 februari 2003 door Rainer Hinterleitner & Christiaan Wilson 21

Achillodynie, Achillespeesklachten, Achillotendinopathie

Achillodynie, Achillespeesklachten, Achillotendinopathie Achillodynie, Achillespeesklachten, Achillotendinopathie De grootste en sterkste pees van het lichaam, de Achillespees is een kwetsbare plek. Achillespeesklachten vormen 6,5-11% van de blessures bij hardlopers.

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling van peesaandoeningen tendinose

Onderzoek en behandeling van peesaandoeningen tendinose Onderzoek en behandeling van peesaandoeningen tendinose Orthopedische casuïstiek Onderzoek en behandeling van peesaandoeningen tendinose Redactie: Dos Winkel Met bijdragen van: Paul van der Tas Bohn Stafleu

Nadere informatie

Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie en EMG. P. van der Tas & J.M.

Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie en EMG. P. van der Tas & J.M. Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie en EMG Stadtlohnallee 2 7595 BP Weerselo Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561 BE Deurningen Telefoon

Nadere informatie

Peesaandoeningen I Inleiding

Peesaandoeningen I Inleiding Peesaandoeningen I Inleiding Wat is een pees? Pezen zorgen voor de aanhechting van een spier op een vast punt in het lichaam. Meestal betreft dit een botstuk. De overgang van de spier naar de pees is geleidelijk

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Samenvatting. Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken

Samenvatting. Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken Samenvatting Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken Ergotherapie is een paramedisch beroep dat gericht is op het verbeteren van het zelfstandig functioneren door het individu in de voor die persoon

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary 1 Dutch summary * - nederlandse samenvatting Alhoewel cerebrale parese (CP) wordt gezien als een non-progressieve aandoening treden er wel degelijk secundaire complicaties op zoals afname van beweeglijkheid,

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

25 jaar whiplash in Nederland

25 jaar whiplash in Nederland 25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary)

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) Appendix Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) 93 87 Inleiding Diabetes mellitus, kortweg diabetes, is een ziekte waar wereldwijd ongeveer 400 miljoen mensen aan lijden. Ook in Nederland komt de

Nadere informatie

Bij gebrek aan bewijs

Bij gebrek aan bewijs Bij gebrek aan bewijs kennis is macht! internet in de spreekkamer P.A. Flach Bedrijfsarts Arbo- en milieudienst RuG 09-10-2006 1 3 onderdelen 1. Wat is EBM 2. Zoeken in PubMed 3. Beoordelen van de resultaten

Nadere informatie

Inhoudsopgave Titel Schouder, Protocol na bicepstenotomie... 2 Doel... 2 Toepassingsgebied... 2 Werkwijze/ Uitvoering... 2

Inhoudsopgave Titel Schouder, Protocol na bicepstenotomie... 2 Doel... 2 Toepassingsgebied... 2 Werkwijze/ Uitvoering... 2 Inhoudsopgave 1. Titel Schouder, Protocol na bicepstenotomie... 2 2. Doel... 2 3. Toepassingsgebied... 2 4. Werkwijze/ Uitvoering... 2 4.1. Behandeling... 2 4.2. Controle/ Nazorg... 5 1. Titel Schouder,

Nadere informatie

Tenniselleboog (Epicondylitis Lateralis)

Tenniselleboog (Epicondylitis Lateralis) Tenniselleboog (Epicondylitis Lateralis) TENNISELLEBOOG (EPICONDYLITIS LATERALIS) WAT IS EEN TENNISELLEBOOG? Een tenniselleboog is een veel voorkomende aandoening. Een tenniselleboog is een degeneratieve

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Samenvatting. Effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining

Samenvatting. Effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining Samenvatting In dit proefschrift zijn drie delen te onderscheiden. In het eerste deel wordt in drie gerandomiseerde, gecontroleerde studies (trials) de effectiviteit van geïsoleerde lagerugtraining onderzocht

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom (2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom Instituut: Sportrevalidatie Hilversum Verwijzer: Alle verwijzers Periode: 1-1-2016 t/m 31-12-2017 Fysiotherapeut: Alle fysiotherapeuten Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43013 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hofstede, S.N. Title: Optimization of care in orthopaedics and neurosurgery Issue

Nadere informatie

Adherence aan HWO en meer bewegen

Adherence aan HWO en meer bewegen Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur

Nadere informatie

Epicondylitis lateralis en medialis of tennis en werperselleboog

Epicondylitis lateralis en medialis of tennis en werperselleboog Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl/ Epicondylitis

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

bij Epicondalgie lateralis en medialis of tennis en werperelleboog

bij Epicondalgie lateralis en medialis of tennis en werperelleboog Naam: Datum: 23-1-2011 Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie en EMG Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5 Patella tendinopathie (ook wel jumper s knee of springersknie genoemd) is een veel voorkomende blessure in sporten waarin veel wordt gesprongen, zoals basketbal en volleybal. In top- en recreatieve basketballers

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

FORMULIER IV voor het beoordelen van een PATIËNT-CONTROLEONDERZOEK Versie oktober 2002, geldig t/m december 2005 Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling Formulier IV: beoordeling patiënt-controleonderzoek

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

The effects of meniscal allograft transplantation on articular cartilage Rijk, P.C.

The effects of meniscal allograft transplantation on articular cartilage Rijk, P.C. UvA-DARE (Digital Academic Repository) The effects of meniscal allograft transplantation on articular cartilage Rijk, P.C. Link to publication Citation for published version (APA): Rijk, P. C. (2004).

Nadere informatie

www.fisiokinesiterapia.biz

www.fisiokinesiterapia.biz Epicondylitis lateralis Ontsteking van de buitenkant van de elleboog Ook bekend als tenniselleboog/tennisarm In de literatuur: RSI of CANS www.fisiokinesiterapia.biz 1 Articulatio cubiti Elleboog Art.cubiti

Nadere informatie

Het bewegingsstelsel. 1 Inleiding

Het bewegingsstelsel. 1 Inleiding DC 14 Het bewegingsstelsel 1 Inleiding Wij bewegen voortdurend. Om dat mogelijk te maken, hebben we een heel systeem. Dat systeem bestaat voornamelijk uit beenderen, gewrichten en spieren. De spieren worden

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Dutch Hamstring Injection Therapy Study. Guus Reurink Arts-onderzoeker Bewegingswetenschapper

Dutch Hamstring Injection Therapy Study. Guus Reurink Arts-onderzoeker Bewegingswetenschapper Dutch Hamstring Injection Therapy Study Guus Reurink Arts-onderzoeker Bewegingswetenschapper Even voorstellen Guus Reurink arts-onderzoeker Dutch HIT studie 24-11-2011 Hamstring injury Hamstringblessure

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Chronische achillespeesklachten bij hardlopers Wat zijn achillespeesblessures en wat is de oorzaak?

Chronische achillespeesklachten bij hardlopers Wat zijn achillespeesblessures en wat is de oorzaak? Chronische achillespeesklachten bij hardlopers Wat zijn achillespeesblessures en wat is de oorzaak? Deel dit bericht op Twitter Deel dit bericht op Facebook Chronische achillespeesklachten komen bij zo

Nadere informatie

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Behandeling van peesletsels in het bovenste lidmaat. Prof. dr. G. Stassijns Fysische Geneeskunde en Revalidatie 15 november 2014

Behandeling van peesletsels in het bovenste lidmaat. Prof. dr. G. Stassijns Fysische Geneeskunde en Revalidatie 15 november 2014 Behandeling van peesletsels in het bovenste lidmaat Prof. dr. G. Stassijns Fysische Geneeskunde en Revalidatie 15 november 2014 Pathofysiologie Behandelingen Tendinopathie Is het nu Of tendinopathie inflammatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. Artrose is een chronische progressieve gewrichtsaandoening. Men schat dat de hoge prevalentie wereldwijd verder zal toenemen vanwege de stijgende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting INTRODUCTION Kinderen en jongeren met cerebrale parese (CP) kunnen vaak niet zo goed lopen, rennen of traplopen. Dat kan komen door spierzwakte. Spierzwakte wordt vaak gemeten als de kracht die kinderen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen Samenvatting 166 HOOFDSTUK 1 Introductie Na een armamputatie wordt vaak, om functionaliteit te behouden, een prothese voorgeschreven. Echter, 30% van de voorgeschreven protheses wordt niet gebruikt. 1-4

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) 87 Appendix Inleiding Diabetes mellitus gaat een steeds belangrijkere rol spelen in onze gezondheidszorg. Het aantal patiënten met diabetes zal naar verwachting

Nadere informatie

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Excentrisch trainen bij achillestendinopathie

Excentrisch trainen bij achillestendinopathie Excentrisch trainen bij achillestendinopathie Samenvatting 5 september 2006 Ludo van der Plaat Eindexamenopdracht afdeling fysiotherapie Hogeschool Utrecht Achillestendinopathie is een verzamelnaam voor

Nadere informatie

Casus. Achillespeesklachten. Differentiaal diagnose. Anatomie. Rhijn Visser Sportarts

Casus. Achillespeesklachten. Differentiaal diagnose. Anatomie. Rhijn Visser Sportarts Casus Achillespeesklachten Rhijn Visser Sportarts Peter, een 35-jarige lange afstandloper, bezoekt het spreekuur. Hij heeft sinds 4 maanden geleidelijk toenemende last in de achillespeesregio. Hij is bang

Nadere informatie

Bijlage I Chronische achillespeesblessure

Bijlage I Chronische achillespeesblessure Bijlage I Chronische achillespeesblessure Excentrische spierversterking van de kuitspieren A B In dit voorbeeld is sprake van achillespeestendinose aan de rechterzijde. Uitgangshouding Men staat met de

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Dutch Summary. (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken

Dutch Summary. (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken Dutch Summary (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken 9 In Hoofdstuk 1 wordt een inleiding gegeven over algemene fitheid en algehele gezondheid. Uit diverse studies blijkt dat er een relatie bestaat tussen

Nadere informatie

radiale ESWT praktijkrichtlijn Toepassing van radiale extracorporale shockwave therapie bij tendinopathie

radiale ESWT praktijkrichtlijn Toepassing van radiale extracorporale shockwave therapie bij tendinopathie radiale ESWT praktijkrichtlijn Toepassing van radiale extracorporale shockwave therapie bij tendinopathie Opdrachtnemers Thomas Hamersma Thomas.hamersma@hva.nl Erik Hopman Erik.hopman@hva.nl Opdrachtgever

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Optimale loopvaardigheid met een prothese Balanceren tussen capaciteit en belasting. Samenvatting

Optimale loopvaardigheid met een prothese Balanceren tussen capaciteit en belasting. Samenvatting Optimale loopvaardigheid met een prothese Balanceren tussen capaciteit en belasting amenvatting ummary Introductie Het ondergaan van een beenamputatie is een drastische chirurgische ingreep, die grote

Nadere informatie

Huisarts of hometrainer?

Huisarts of hometrainer? Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Knieaandoeningen. Chirurgie. Beter voor elkaar

Knieaandoeningen. Chirurgie. Beter voor elkaar Knieaandoeningen Chirurgie Beter voor elkaar Inleiding Deze folder geeft u een globaal overzicht van de klachten en oorzaken van de meest voorkomende knieaandoeningen en de meest gebruikelijke behandelingen.

Nadere informatie

Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij

Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit Mariëtte de Rooij Inhoud Artrose en comorbiditeit Aangepaste oefentherapie bij comorbiditeit Resultaten pilot studie Voorbeeld Conclusie Randomized

Nadere informatie

Instructiefolder achillespeesklachten

Instructiefolder achillespeesklachten Instructiefolder achillespeesklachten Informatie voor patiënten F1105-3430 juli 2014 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam

Nadere informatie

Rotator cuff scheur. De meeste scheuren treden op in de supraspinatus maar andere delen van de pees kunnen ook zijn aangedaan.

Rotator cuff scheur. De meeste scheuren treden op in de supraspinatus maar andere delen van de pees kunnen ook zijn aangedaan. Rotator Cuff Scheur Rotator cuff scheur Inleiding Een rotator cuff scheur is een vaak voorkomende oorzaak van pijn en ongemak in de schouder bij een volwassene. De rotator cuff bestaat uit 4 spieren en

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben

Hoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben Samenvatting Artrose is een aandoening van de gewrichten en wordt in het dagelijkse leven ook wel slijtage genoemd. Artrose kan in alle gewrichten optreden maar komt voornamelijk voor in de gewrichten

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam Responsiviteit van meetinstrumenten Prof. dr. ir. Riekie de Vet EMGO Instituut, Amsterdam Meet-eigenschappen Klinimetrische eigenschappen Reproduceerbaarheid Validiteit Responsiviteit Interpretatie Definitie

Nadere informatie

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011 Effective leesprogramma s voor leerlingen die de taal leren en anderssprekende leerlingen samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op

Nadere informatie

Gebroken bot (fractuur): Er kan een breuk ontstaan in de uiteinden van het boven- of onderbeen, of de knieschijf kan gebroken zijn.

Gebroken bot (fractuur): Er kan een breuk ontstaan in de uiteinden van het boven- of onderbeen, of de knieschijf kan gebroken zijn. Knie aandoeningen Deze folder geeft u een globaal overzicht van de klachten en oorzaken van de meest voorkomende knieaandoeningen en de meest gebruikelijke behandelingen. Uw persoonlijke situatie kan echter

Nadere informatie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for

Nadere informatie

Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen

Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardloopblessures - Lange afstand lopen worden steeds populairder - Ook steeds meer

Nadere informatie

FIT VOOR EEN NIEUWE KNIE

FIT VOOR EEN NIEUWE KNIE FIT VOOR EEN NIEUWE KNIE Para Medisch Centrum Skagerrak Hoofddorp Inleiding U heeft dit boekje gekregen omdat u binnenkort een nieuwe knie krijgt. In dit boekje vindt u trainingsschema s, oefeningen en

Nadere informatie

VO2max. Aerobe Capaciteit Cerebrale Parese. Aerobe capaciteit bij kinderen met CP FITNESS

VO2max. Aerobe Capaciteit Cerebrale Parese. Aerobe capaciteit bij kinderen met CP FITNESS 19-6-2011 Hersenbeschadiging voor de eerste verjaardag Primaire beschadiging zit in de hersenen Olaf Verschuren Wat betekent dit voor de fitheid? De Hoogstraat Utrecht lopers rolstoelrijders Aerobe FITNESS

Nadere informatie

Summary 136

Summary 136 Summary 135 Summary 136 Summary The objectives of this thesis were to develop of a mouse model of neuropathic pain and spinal cord stimulation (SCS) and to increase the efficacy of spinal cord stimulation

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting SAMENVATTING Samenvatting Nederlandse samenvatting SAMENVATTING De inleiding, de achtergronden en de doelstellingen van dit proefschrift worden beschreven in hoofdstuk 1. Evenals in andere landen neemt het aantal

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Winter, 2014 BLOK 8, door: Gerard Koel. Tendinopathie. Wat verstaan we onder een tendinopathie? Indeling in tendinopathie. 1. Extern

Nadere informatie

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van Leven The Effects of the Kanker Nazorg Wijzer on Psychological Distress and Quality of Life Miranda H. de Haan Eerste

Nadere informatie

Chondropathie Patellae

Chondropathie Patellae Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl Chondropathie

Nadere informatie