Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen"

Transcriptie

1

2 Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen

3 Hardloopblessures - Lange afstand lopen worden steeds populairder - Ook steeds meer beginnende lopers % blessures onderste extremiteiten, met name knie

4 Onderzoek in Nederland Beginners, middenafstand en marathon - Rotterdam Marathon Studie Incidentie, risicofactoren en beloop - BRES studie Incidentie, risicofactoren en beloop (5, 10, 15, 22km) - 4-mijl studie Incidentie en risicofactoren recreatieve lopers - GRONORUN 1 Preventie beginnende lopers - GRONORUN2 Preventie beginnende lopers

5 Rotterdam Marathon Studie Prevalentie en incidentie (54.8%) atleten rapporteerden tenminste 1 hardloopblessure in de 12 maanden voorafgaand aan de Rotterdam Marathon Tenen Heup % (108) nieuwe blessures in Voet Lies maand voor de start Enkel Bovenbeen Achillespees Knie Kuit Scheenbeen % (118) nieuwe blessures tijdens marathon

6 Hardloopblessures Langdurige klachten 181 nieuwe blessures 16 stuurden 3de vragenlijst niet terug Beschikbaar 3 maanden follow-up: n=165 Nog klachten: n=42 (25.5%) 16% bezocht de huisarts 24% bezocht de fysiotherapeut

7 Hardloopblessures marathon Risicofactoren OR (95% BI) P-waarde Hoog opleidingsniveau 0.73 ( ) 0.08 Wedstrijddeelname afgelopen jaar > ( ) 0.02 Dagelijks roken 0.23 ( ) 0.05 Blessure in de afgelopen 12 maanden 2.62 ( ) <0.001

8 4-Mijl studie - Prospectieve cohort studie - Doel: incidentie + risicofactoren recreatieve lopers - 8 weken clinics - Follow-up 8 weken - Baseline vragenlijst + Hardloopdagboek - Blessure: beperking

9

10 Flow chart 4-Mijl studie inschrijvingen (32%) beginners

11 Pain- and injuryfree RRP RRI Incidence (n/1000h) 95% CI Women (n=422) 166 (39.3%) 158 (37.4%) 98 (23.2%) 27.5 ( ) Men (n=207) 83 (40.1%) 59 (28.5%) 65 (31.4%) 35.0 Total (n=629) 249 (39.6%) 217 (34.5%) 163 (25.9%) 30.1 ( ) ( ) RRP = Running-related pain without reduction in running mileage or duration. RRI = Running-related injury causing a reduction in running mileage or duration for at least one day.

12 MAN VROUW HR p HR p Geslacht * 1.0 Leeftijd, per 10 jaar * BMI, per kg/m * Sport Sportief actief (axiaal) Sportief actief (niet-axiaal) * Niet sportief actief Hardloopervaring Al aan het hardlopen Opnieuw beginnen * Niet eerder hardgelopen * *

13 Conclusie 4-Mijl studie - Verschil mannen en vrouwen - Blessureverleden niet van invloed - Gebrek hardloopervaring belangrijke risicofactor

14 GRONORUN 1 Doel: Bepalen van effect aangepast trainingsprogramma op blessures bij beginnende hardlopers

15 Interventie GRONORUN 1 - Aanpassing trainingsschema: Meer tijd voor opbouw hardlopen Toepassen 10% regel Hypothese: Langzamere op bouw geeft meer tijd voor adaptatie

16 Design GRONORUN 1 Beginnende lopers n=532 Controle groep n=236 Interventie groep n=250

17 Inclusiecriteria GRONORUN 1 - Beginnende hardlopers: < 30 min./ Maand - Leeftijd: jaar - Geen klachten rug, benen of voeten tijdens ADL

18

19 Intervention (minutes per week) Control (minutes per week) Week Week Week Week Week Week Week Week Week Week Week Week Week (4 Mile run) 30 (4 Mile run)

20 Blessure Elke (musculoskeletaire) klacht van de lagere extremiteit of rug die een beperking van het hardlopen veroorzaakt, van minimaal 1 week (3 trainingen)

21 Resultaten GRONORUN 1 (1) beginnende lopers - 58% vrouw, 42% man - Leeftijd: gem. 40 jaar (sd 10.1)

22 Resultaten GRONORUN 1 (2) - Gemiddeld 20.6% geblesseerd - Incidentie in beide groepen gelijk

23 Conclusie GRONORUN 1 - Een trainingsschema met een langzamere opbouw (10%) heeft geen preventief effect op de incidentie van hardloopblessures bij beginnende hardlopers

24 Discussie GRONORUN 1 - Mogelijke redenen Frequentie: 3x per week (herstel) Startpunt 10% nog te veel?

25 GRONORUN 2 Doel: De effectiviteit bepalen van een preconditioning programma op het voorkomen van hardloopblessures (RRIs)

26 Preconditioning programma - Preconditioning pre exercise preseason In een preconditioning programma wordt het lichaam voorbereid op regelmatige (intensieve) training door het lichaam bloot te stellen aan lage of gemiddelde, maar sport specifieke belasting - Literatuur positief effect op blessures Precon Training season/practice

27 Hypothese GRONORUN 2 Door preconditioning programma, voorafgaand aan hardlooptraining, afname hardloopblessures bij beginnende hardlopers

28 Inclusiecriteria GRONORUN beginnende hardlopers jaar - Willen trainen voor 4mijl van Groningen Deelname wedstrijd niet verplicht - Logboek bijhouden - Geen klachten rug, benen of voeten

29 Stratificatie Geslacht Sport type (geen, axiaal, niet-axiaal) Blessureverleden (geen, 3-12 maanden, >12 maanden)

30 4 weken preconditioning programma Training 1 Training 2 Training3 Week 1 14 juli 20 juli Wandelen 30 min 6 maal 50 huppen Wandelen 30 min 6 maal 60 huppen Wandelen 30 min Week 2 21 juli 27 juli Wandelen 30 min 6 maal 60 huppen Wandelen 30 min 6 maal 70 huppen Wandelen 45 min Week 3 28 juli 3 augustus Wandelen 30 min 6 maal 70 huppen Wandelen 30 min 6 maal 80 huppen Wandelen 60 min Week 4 4 augustus 10 augustus Wandelen 30 min 6 maal 80 huppen Wandelen 30 min 6 maal 90 huppen Wandelen 60 min

31 Training 1 Training 2 Training 3 Total run walk (rep) run walk (rep) run walk (rep) run walk week (10) 1 1 (10) 1 1 (10) week (6) 2 1 (6) 2 1 (6) week (3) 4 2 (4) 4 2 (3) week (3) 5 2 (3) 6 2 (3) week (3) 9 2 (2) 6 2 (3) week (3) 15 0 (1) 15 5 (2) 69 9 week (2) 15 5 (2) 10 2 (2) 70 9 week (1) 15 5 (2) 30 0 (1) 90 5 week (1) The Groningen running 4-Mile event 30 0 The content of each training session is expressed in minutes of running (run), minutes of walking between the running sessions (walk) and number of repetitions (rep.). The last two columns contains the total minutes of running and walking for each week.

32 Logboek Logboek vraagt naar: Wel/niet gelopen? Reden waarom niet. Hoeveel minuten? Hardlopen gerelateerde pijn/beperking? Waar pijn?

33

34 Resultaten GRONORUN 2 Interventie groep N = 211 ( ) Age = 39 RRI = 26 van 171 (16%) 30 RRIs per 1000 uur Controle groep N=221 ( ) Age = 37 RRI = 32 van 191 (17%) 31 RRIs per 1000 uur Geen significant verschil tussen groepen RRI: Knie (39%) en onderbeen (30%)

35 Rotterdam vs Groningen Risicofactoren ROTTERDAM GRONINGEN Laag opleidingsniveau Geen hardloopervaring Wedstrijddeelname afgelopen jaar >6 Geslacht (man) Niet roken Sportverleden (niet axiale sporten) Blessure in de afgelopen 12 maanden Blessureverleden

36 Waar staan we nu? Risicofactoren - Van Mechelen, 1992: Aetiological factors associated with running injuries include previous injury, lack of experience, running to compete and excessive weekly running distance - Eerdere blessure = risico factor - Welke loper krijgt nu die blessure en welke etiologische factoren liggen hieraan ten grondslag? - Specifieker kijken naar veel voorkomende blessures?

37 De toekomst - Specifieke locaties Risicofactoren knieblessures (Rotterdam, BRES, GRONORUN) - Specifieke aandoeningen Patellofemoraal pijnsyndroom Fasciitis plantaris Iliotibiaal bandfrictie syndroom Achilles-tendinopathie Jumpers knee

38 Patellofemoraal pijnsyndroom als voorbeeld - Gesupervisieerde oefentherapie (kosten)effectief - Veel restklachten 40-60% - Optimaliseren van een dergelijke programma... Meer kennis etiologie noodzakelijk Duur, intensiteit, type oefeningen? Specifieke subgroepen patiënten? Risicofactoren: eerste stap richting preventie

39 Samenvattend