RISICO - INSCHATTING VOOR EEN TSUNAMI AAN DE BELGISCHE KUST - ADVIES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RISICO - INSCHATTING VOOR EEN TSUNAMI AAN DE BELGISCHE KUST - ADVIES"

Transcriptie

1 2005 MOD 765/12 WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM RISICO - INSCHATTING VOOR EEN TSUNAMI AAN DE BELGISCHE KUST - ADVIES FLANDERS HYDRAULICS RESEARCH

2 05-04 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Waterbouwkundig Laboratorium en Hydrologisch Onderzoek Model 765/12 RISICO-INSCHATTING VOOR EEN TSUNAMI AAN DE BELGISCHE KUST ADVIES januari 2005 project nr

3 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE...i 1 INLEIDING Wat is een tsunami Tsunami s in het verleden Wereldwijd Vlaanderen TSUNAMI S : OORZAKEN EN GEVOLGEN Mogelijke oorzaken Tsunami s als gevolg van onderzeese aardbevingen en vulkaanuitbarstingen Tsunami s als gevolg van onderzeese massabewegingen Tsunami s als gevolg van kosmische inslagen Generatie en ontwikkeling van tsunami Golven en golfvoortplanting Run-up en run-in TSUNAMI IN BELGIË Atlantische Oceaan Noordzee CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN REFERENTIES BIJLAGE A : DODELIJKE TSUNAMI'S BIJLAGE B : PLATENTEKTONIEK EN AARDBEVINGEN Eindrapport Januari 2005 i

4 1 INLEIDING 1.1 Wat is een tsunami Tsunami s zijn zeer lange golven (golflengtes tot 200 km) die ontstaan bij een plotse beweging van grote volumes water. Tsunami s kunnen zich voortplanten aan een snelheid van 600 à 800 km/u, afhankelijk van de waterdiepte. De voortplantingssnelheid is gelijk aan de vierkantswortel van de waterdiepte h vermenigvuldigd met de valversnelling g, dus { v = g h }. Ze kunnen ook duizenden kilometers over oceanen afleggen en zodoende grote verwoestingen aanrichten op verre kusten uren na de aardbeving die ze gegenereerd heeft. Golfhoogtes van tsunami s op zee zijn gewoonlijk minder dan 1 m en de golven worden zelden opgemerkt door opvarenden. In de ondiepere wateren van de kust kunnen de golfhoogtes toenemen tot soms meer dan 20 m. Een tsunami kan veroorzaakt worden door : - een zeebeving ; - een onderzeese vulkaanuitbarsting ; - een aardverschuiving ; - een explosie ; - een impact van een kosmisch element, b.v. een meteoriet. In het verleden werden tsunami s soms getijgolven genoemd door het brede publiek of seismische zeegolven door wetenschappers. De term getijgolven is foutief omdat tsunami s geen enkel verband hebben met getijden noch met de aantrekkingskrachten van de zon en de maan. De term seismische zeegolven is misleidend omdat tsunami s door meer dan alleen aardbevingen kunnen gegenereerd worden. 1.2 Tsunami s in het verleden Wereldwijd De meest gevoelige regio voor tsunami s is de Stille Oceaan omdat ongeveer 90 % van de seismologische activiteit onder het zeeoppervlak daar plaatsvindt. In bijlage A wordt een overzicht gegeven van tsunami s die een ernstige ramp veroorzaakten met een groot dodental als gevolg. Op het internet zijn 2 tsunami databanken beschikbaar (website van National Geophysical Data Center (Verenigde Staten van Amerika) en van Institute of Computational Mathematics and Mathematical Geophysics (Rusland)) met een overzicht van alle gekende tsunami s in de voorbije 40 resp. 20 eeuwen. De databanken bevatten de locaties waar de tsunami s ontstonden en de kustplaatsen waar de golven geregistreerd werden. In de Atlantische Oceaan komen significant minder onderzeese aardbevingen voor dan in de Stille Oceaan en dan in de Indische Oceaan (ook minder dan in de Stille Oceaan). Dit heeft grotendeels met de specifieke geologische omstandigheden te maken (zie verder). Men moet er van uitgaan dat een krachtige aardbeving in zee eender waar in de Atlantische Oceaan een tsunami kan induceren die overal langs de kusten van de Atlantische oceaan gevolgen kan hebben, ook bij ons. Vlaanderen ligt enigszins beschermd achter het Verenigd Koninkrijk voor impacts uit het westen maar calamiteiten in de Noordzee en meer naar het noorden en vanuit het zuiden zijn mogelijk. Eindrapport Januari

5 1.2.2 Vlaanderen In hoger vermelde tsunami databanken wordt voor België melding gemaakt van een geregistreerde golfoploop van ongeveer 1,5 m in Oostende in 1767 ten gevolge van een tsunami afkomstig van Ierland (Berninghausen W.H., 1968). Voorts worden nog 2 tsunami s vermeld die hun oorsprong in de omgeving van België zouden hebben: 1 van tectonische aard op 4 april 1640 en 1 van meteorologische aard op 1 februari 1953 (!). Deze laatste is ons natuurlijk goed bekend maar wordt eigenlijk nooit in verband gebracht met tsunami s (immers de oorzaak is van meteorologische aard). Er moet aan worden toegevoegd dat geologisch onderzoek in de Vlaamse kustvlakte en omgeving geen tastbare bewijzen van catastrofale kortdurende overstromingen te wijten aan tsunami s gedurende de laatste jaar heeft kunnen aantonen. Dit betekent niet dat er geen tsunami s zijn geweest. Het betekent enkel dat er geen geologische sporen konden worden teruggevonden omdat ofwel ze er nooit waren, ofwel de sporen ondertussen uitgewist zijn, ofwel de sporen als dusdanig niet herkend zijn. Niet vergeten dat de zeespiegel sedert jaar geleden meer dan 100 meter geleidelijk is gestegen door de klimaatsverandering na de ijstijd. Er is wel een melding van verdachte afzettingen in de kustvlakte, namelijk ontdekt bij de graafwerken van de slufter in De Panne, maar dit werd tot op heden nog niet verder onderzocht. Eindrapport Januari

6 2 TSUNAMI S : OORZAKEN EN GEVOLGEN 2.1 Mogelijke oorzaken Een tsunami kan veroorzaakt worden door : - een onderzeese aardbeving ; - een onderzeese vulkaanuitbarsting ; - een onderzeese aardverschuiving ; - een explosie ; - een impact van een kosmisch element, b.v. een meteoriet Tsunami s als gevolg van onderzeese aardbevingen en vulkaanuitbarstingen Tsunami s worden opgewekt door hevige aardbevingen van minstens 7,5 op de schaal van Richter. In de literatuur is te lezen dat in Japan voor een tsunami wordt gevreesd indien daar een beving van méér dan 6,4 op de schaal van Richter plaatsvindt. Het betreft meestal aardbevingen die optreden op geringe diepte in de aardkorst (hypocentrum minder dan 50 km diep) en een verticale bodembeweging induceren. De tsunami van 26 december 2004 in Zuid-Oost-Azië werd veroorzaakt door een zeebeving van 9 op de schaal van Richter, terwijl een nabeving van 6 à 7 geen 2de tsunami veroorzaakte. Het voorkomen van aardbevingen is volledig geconditioneerd door de zogenaamde platentektoniek. In bijlage B is een korte theoretische inleiding opgenomen over aardbevingen en meer in het bijzonder die aardbevingen die tsunami s kunnen veroorzaken, evenals beschrijvingen van de gebruikte geologische terminologie. In deze paragraaf zijn de conclusies m.b.t. aardbevingen en vulkaanuitbarstingen samengevat. Tsunami s die veroorzaakt worden door aardbevingen worden vooral gegenereerd ter hoogte van botsende platen, vooral op plaatsen waar subductie (onderduiking) van een plaatrand voorkomt. Ondergeschikt hierbij zijn de onderzeese aardbevingen die voorkomen waar platen uit elkaar gaan. Waar plaatranden lateraal ten opzichte van elkaar bewegen, ter hoogte van sommige transformbreuken, kunnen ook zeer belangrijke ondiepe aardbevingen voorkomen die vloedgolven kunnen veroorzaken. Dit was onder meer het geval voor de tsunami die Lissabon in 1755 heeft verwoest. De aardbeving die dit genereerde, situeerde zich op een transformbreuk. Vulkaanuitbarstingen van het zogenaamde granitische of zure type, in de buurt van subductiezones kunnen ook oorzaak zijn van tsunami s. Vulkanen van het zure type hebben weinig viskeuze lava en zijn explosief. Met andere woorden ze spatten uit elkaar en verzetten hierbij zeer veel materiaal. Voorbeelden met catastrofale afloop zijn de ontploffing van de Krakatau in Indonesië ( doden) en de ontploffing van Santorini die een einde aan de Minoïsche cultuur bracht door een tsunami op Kreta. Het vulkanisme van bazaltische aard zoals in de mid-oceanische ruggen is veel minder explosief en zal geen tsunami s induceren. Vulkanisme ter hoogte van hot spots is vooral van bazaltische aard en de ermee geassocieerde aardbevingen zijn gevaarlijker dan het eigenlijke vulkanisme. De hot spot van Tenerife is van het gemengde type en gaat gepaard met afwisselend meer explosieve uitbarstingen en meer kalme uitstroming van lava. Vulkanisme van dit type kan onrechtstreeks toch een bedreiging vormen als het belangrijke massabewegingen induceert die in zee terechtkomen zoals gevreesd wordt in La Palma. Hieronder een samenvatting van publicaties hieromtrent. Eindrapport Januari

7 La Palma, Canarische Eilanden, landslide van uitbarstende vulkaan? It may not happen anytime soon, but the Cumbre Vieja volcano in the Canary Islands is bound to erupt again and when it does, it may well set in motion a tsunami wave more massive than any in recorded history. According to a new model by Simon Day of University College London and Steven Ward of the University of California, this mega-tsunami, which they describe in the September 2001 issue of Geophysical Research Letters, would rouse waves 100 meters high along the West Saharan shore, seas more than 40 meters high on the north coast of Brazil, and water walls towering 50 meters in the air off the coast of Florida and in the Caribbean. Britain, Spain, Portugal and France would also face sizeable waves. Day and his colleagues predicted earlier that a future eruption of Cumbre Vieja would most likely prompt a serious landslide on the volcano's western side. They guessed that a chunk of rock twice the volume of the Isle of Man might break off, rush into the sea and create a debris avalanche deposit extending as far as 60 kilometers from the island. The new model adds to this picture, forecasting that Cumbre Vieja's collapse would send up a dome of water 900 meters high and tens of kilometers wide. As that dome collapsed and rebounded, giant waves would form and build, fuelled by what is known as a tsunami wave train, itself created as the landslide sped away from the In La Palma constateerde men een belangrijke breuk die aangeeft dat de structuur van de vulkaan niet meer stabiel is. Vulkanische uitbarstingen zouden met de geassocieerde aardbevingen de massa in beweging kunnen brengen waardoor massaal veel materiaal tegelijkertijd in het oceaanwater zou terechtkomen. Omdat La Palma boven een hot spot zit en een eiland is midden in de oceaan met grote waterdieptes op geringe afstand van het eiland is dit nog een extra gevaar voor snelle propagatie van de golf in alle richtingen. Bovendien is er nog een complicatie. De vulkaan bestaat uit afwisselend doorlatende lagen gevuld met grondwater en niet doorlatende lagen die zorgen voor goed afgesloten watervoerende lagen. Voor alle Canarische eilanden zijn deze grondwatervoorraden essentieel voor menselijke ontwikkeling. De waterlagen in La Palma zijn dermate omgord door ondoorlatende lagen dat bij een vulkaanuitbarsting, met temperaturen van 1000, dit afgesloten water onmiddellijk zou verdampen met hevige explosies tot gevolg die de kans op verdere ontwikkeling van de breuk met zich zou brengen. Wetenschappers zijn het niet eens of een mega-afschuiving door één uitbarsting kan worden gerealiseerd en sommigen beweren dat een catastrofale afloop minder waarschijnlijk is dan een in de geologische tijd gezien opeenvolging van minder ernstige tsunami s als gevolg van gedeeltelijke afschuivingen. De vulkaan van La Palma wordt momenteel als de grootste bedreiging gezien voor de kusten van de Atlantische Oceaan en dus ook voor onze kusten bezien. Er werden effecten voorspeld van verschillende meter voor het Thames estuarium wat vergelijkbaar is met wat voor het Schelde-estuarium mag worden gevreesd. Geen enkel geoloog of geofysicus kan echter een redelijke kansinschatting maken voor een dergelijke catastrofe Tsunami s als gevolg van onderzeese massabewegingen Bovenstaand voorbeeld van La Palma op de Canarische eilanden is een voorbeeld van tsunami s ten gevolge van de gecombineerde werking van vulkanisme, geassocieerde aardbevingen en massabewegingen. Tsunami s kunnen ook gevormd worden door massabewegingen zonder dat hiervoor noodzakelijk aardbevingen of vulkanen mee gepaard gaan. Ze worden geassocieerd met massale afglijdingen van materiaal langs de continentale helling meestal in de onderzeese canyons. Er is 7000 jaar geleden een catastrofale massabeweging gedocumenteerd (2de Storegga afschuiving) voor de kusten van Noorwegen. Uit de verplaatste massa kon men de mogelijke effecten modelleren. Het gebied voor de Noorse kust is nog altijd niet stabiel en analoge fenomenen kunnen er zich voordoen. Ook voor de Canadese oostkust zijn fenomenen beschreven. Hieronder een uittreksel uit een rapport. Een tsunami kan veroorzaakt worden door elke verstoring die een groot watervolume uit zijn evenwichtspositie verplaatst. In het geval van een aardbeving wordt de waterkolom verstoord door een verhoging of verlaging van de zeebodem. Onderzeese aardverschuivingen, die dikwijls samengaan met grote aardbevingen, evenals instortingen van vulkanen kunnen het water ook verstoren doordat grote grond- en rotsvolumes plots naar beneden schuiven. Een hevige onderzeese vulkaanuitbarsting kan een impulsieve kracht veroorzaken die de waterkolom verheft en een tsunami veroorzaakt. Daartegenover staat dat landverschuivingen en inslagen van kosmische elementen het water van bovenaf verstoren, doordat de energie van neervallend puin wordt overgedragen naar het water waarin het valt. Eindrapport Januari

8 1929 Grand Banks Tsunami (Canada) door een onderzeese massabeweging On November 18, 1929, at 17:02 Newfoundland time, an earthquake occurred of the coast of Grand Banks, Newfoundland. A tsunami was triggered by a sub-marine landslide and the earthquake, which had a Richter magnitude of 7.2 with an epicenter of 44.5 N, 56.3 W. The tsunami caused $400,000 in damage and killed 29 people, the highest death toll attributed to an earthquake in Canada. The most damaging factor in this event was the sub-marine landslide. The landslide added to the size of the tsunami and damaged many kilometers of 12 transatlantic telegraph cables. The majority of the monetary damage was due to repair costs of the damaged transatlantic cables. Unaware of the danger coming from the sea, the communities of Burin Peninsula, Newfoundland, suffered heavy damages and loss of 29 people. The tsunami was registered as far as South Carolina and Portugal. In 1952 American scientists from Columbia University put together the pieces of the sequentially broken cables that led to discovery of the landslide and the first documentation of a turbidity current. Scientists are looking at layers of sand believed to be deposited by other tsunamis in an effort to determine the occurrence rates of large earthquakes. One sand layer, thought to be deposited by the 1929 tsunami, at Taylor's Bay was found 13 cm below the turf line. The occurrences of large tsunamis, such as the one in 1929, are dependent upon deposition of sediments offshore because it was the landslide, which made the tsunami so powerful. The deposition of such a large volume of sediments will take awhile before there is enough to for an underwater landslide of size as in Bij aardverschuivingen worden golven gegenereerd niet alleen in de richting van de verschuiving maar ook in de tegenovergestelde richting. Een verschuiving zuigt het wateroppervlak achter zich naar beneden, en de put in het wateroppervlak leidt tot oscillaties en een reeks golven. Een opmerkelijk verschil in de eigenschappen van een tsunami veroorzaakt door een onderzeese aardbeving en aardverschuiving, is de beweging van de aardbodem. Bij een aardverschuiving beweegt de bodem horizontaal, bij een aardbeving (subductie, gewoonlijk over een gebied van 100 km of meer breed) enkel verticaal. Japanse onderzoekers concluderen hieruit dat de lange golven benadering enkel geldig zou zijn voor tsunami s t.g.v. aardbevingen en niet bij aardverschuivingen. Bovendien zijn de golven t.g.v. aardbevingen veel meer verspreid in richting (~ omni-directioneel) dan bij aardverschuivingen Tsunami s als gevolg van kosmische inslagen Statistieken over de frequentie van kleine objecten in de ruimte relatief dicht bij de Aarde (Near Earth Objects, NEO s) vermelden 2000 NEO s met een diameter groter dan 1000 m, NEO s groter dan 500 m, NEO s groter dan 100 m en NEO s groter dan 10 m (met een onzekerheid van 50% op deze aantallen). De willekeurige impact van meteorieten in de wereldzeeën kan gebruikt worden om het risico van een tsunami voor elke kustlijn te berekenen (Bryant, 2001). Figuur 1 : Kans op een meteorieten-tsunami van verschillende grootten voor enkele kuststeden aan grote oceanen uit Bryant (2001). Eindrapport Januari

9 Voor elke plaats op Aarde is de kans op een inslag van een meteoriet met een diameter van 2 m, 10 m en 25 m respectievelijk 0,049%, 0,00249% en 0,0009%. Deze kansen kunnen geïntegreerd worden voor elk punt langs de kustlijn. Zo is het mogelijk om de kans op tsunami s van verschillende grootte te berekenen voor een bepaalde kust, rekening houdend met de grootte van de oceaan gelegen voor die kust. Als voorbeeld wordt in figuur 1 de kans voor 6 kuststeden gelegen aan grote oceanen, weergegeven. New York, gelegen aan 0,64x10 8 km² Atlantische Oceaan waarin een meteoriet kan inslaan, heeft een kans van 0,005% resp. 0,002% op een tsunami met een golfhoogte van 2 m resp. 5 m. Een algemene berekening voor een generieke kustlijn (oceaan voor de kust over 180, 5 km diep en 6000 km ver) resulteert in een kans van 0,007% resp. 0,003% op een tsunami met een golfhoogte van 2 m resp. 5 m. Er werd ondertussen geologisch aangetoond dat mega-catastrofes te wijten aan meteorietinslagen tot massaal uitsterven van vele soorten aanleiding heeft gegeven. Best bekend voorbeeld is de inslag van een meteoriet met een diameter van een 10-tal kilometer in de buurt van Yucatan Mexico. De inslag gebeurde op het einde van het Krijt (65 miljoen jaar geleden) in een ondiepe zee en heeft het verdwijnen van de dinosauriërs met zich gebracht en talloze andere soorten en de weg vrijgemaakt voor de zoogdieren. Deze inslag is onder meer door Vlaamse onderzoekers zeer goed gedocumenteerd en de afzettingen van de met die inslag gepaard gaande catastrofale tsunami met wereldwijde gevolgen zijn op die wijze identificeerbaar. Met de huidige technieken zal men dergelijke impacts voldoende vooraf kunnen voorspellen maar er iets aan kunnen doen anders dan de catastrofe lijdzaam ondergaan zit er momenteel nog niet in. Dergelijke impacts hebben een terugkeerperiode van 60 tot 100 miljoen jaar. 2.2 Generatie en ontwikkeling van tsunami Het ontstaan en de ontwikkeling van een tsunami verloopt volgens een aantal fasen, die hieronder worden toegelicht. Het aardoppervlak bestaat uit losse platen die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. De grenzen van de platen lopen grotendeels door zee. Waar de platen langs elkaar schuren, tegen elkaar botsen of onder elkaar schuiven, treden grote spanningen in de aardkorst op. Als deze spanningen vrijkomen, ontstaan schokgolven die de aardkorst heftig in trilling brengen of een stukje optillen. Op het land zijn deze trillingen voelbaar als een aardbeving. Vindt de beving op de bodem van de zee plaats, dan wordt de energie van de trillende bodem overgebracht op de bovenliggende waterkolom. Meestal zijn alleen trillingen die vrijkomen als een oceanische plaat onder een continentale plaat schuift (subductie) groot genoeg om een tsunami te laten ontstaan. Er is hiervoor een beving nodig met een kracht van minstens 7,5 op de schaal van Richter. Eindrapport Januari

10 Door de opname van de kinetische energie van de aardbeving begint ook de waterkolom boven het epicentrum van de beving te trillen. Als gevolg hiervan ontstaat een cirkelvormige rimpeling aan het wateroppervlak. De tophoogte van deze rimpeling bedraagt slechts enkele decimeters tot hooguit een meter, een hoogteverandering die voor schepen nauwelijks merkbaar is. Ondanks de geringe hoogte wordt een groot gebied in beweging gebracht: de rimpeling bevat daardoor zeer veel energie. Omdat de zwaartekracht aan het omhoog bewegende water trekt, wordt de verticaal gerichte kinetische energie van de aardbeving omgezet in een horizontale beweging: als gevolg hiervan, en door nieuwe trillingen die door de aarde aan het water worden doorgegeven, splitst de ontstane rimpeling zich op in meerdere golven, die zich van het epicentrum van de beving verwijderen. De golven hebben dezelfde kringvorm en vertonen hetzelfde gedrag als de kringen die ontstaan als men een steen in een vijver gooit. Eindrapport Januari

11 De golven verwijderen zich met hoge snelheid van het epicentrum van de beving, maar de snelheden zijn niet overal even groot. In het algemeen geldt dat golven die zich over diep water verplaatsen een grotere snelheid hebben dan golven die zich over ondiep water verplaatsen. De tsunamigolf die in de richting van de open oceaan gaat, verwijdert zich dus sneller van het epicentrum dan de tsunamigolf die zich in de richting van de kust verplaatst. Deze golf reist immers over de steeds ondieper wordende continentale plaat en zal onderweg meer weerstand ondervinden, waardoor zijn snelheid steeds meer afneemt. De voortplantingssnelheid van de golf is wiskundig te berekenen. In het algemeen geldt dat de snelheid waarmee de golf zich verplaatst gelijk is aan de wortel van het produkt van de waterdiepte en de valversnelling. Als de waterdiepte 4000 m is, zal de tsunami met een snelheid van ongeveer 710 km/u over het wateroppervlak rollen (4000 x 9,81 = m²/s² ; wortel = 198 m/s x 3,6 = 713 km/u); de golf die vlak bij de kust op een waterdiepte stuit van 20 m zal zich nog maar met een snelheid van ongeveer 50 km/u verplaatsen. Zodra de tsunami de ondiepe kustzone nadert, begint bodemwrijving een rol te spelen. De voorkant van de golf wordt afgeremd door de weerstand die hij van de oplopende bodem ondervindt, terwijl de achterkant van de golf nog de volledige snelheid heeft. Hierdoor wordt de golf in elkaar gedrukt. Het water kan nog maar één kant op: omhoog. De tophoogte van de golf zal plotseling sterk toenemen. De laatste honderden meters voor de kust neemt de waterdiepte snel af, waardoor de voortrollende watermassa nog meer weerstand ondervindt. De oplopende kustlijn remt de voorkant van de golf steeds meer in zijn beweging, terwijl de achterkant, die zich in dieper water bevindt, met grotere snelheid kan blijven doorrollen. Op een gegeven moment loopt de achterkant van de golf als het ware tegen de voorkant op, waardoor de golf nog verder in hoogte toeneemt. Het klimmen van de golf veroorzaakt zuiging aan de voorkant, waardoor zeewater dat zich tussen de tsunami en de kust bevindt in de golf omhoog wordt getrokken. De kustlijn trekt zich nu in korte tijd tientallen tot honderden meters terug. Even lijkt het eb te worden, een situatie die een minuut of tien kan duren. Eindrapport Januari

12 Als de supergolf uiteindelijk de kust bereikt, rolt hij als een muur van water over het land heen, alles verwoestend wat hij op zijn weg tegenkomt. Wie deze enorm krachtige golf overleeft, is nog niet in veiligheid, omdat het water zich met evenveel kracht als het gekomen is ook weer terugtrekt in zee. Tegen de zuigende werking van het water is vrijwel niets bestand. Bovendien komen achter de eerste krachtige golf meerdere tsunamigolven aan die nog krachtiger kunnen zijn. 2.3 Golven en golfvoortplanting Een tsunami is geen eenlinggolf maar een golftrein met meerdere (tot een 10-tal) golven. De golfperiode van dergelijke golven kan variëren van 10 minuten en 2 uur. In een waterdiepte van grootte-orde 4000 m is de golflengte 100 à 1000 km. Omdat de verhouding van de waterdiepte tot de golflengte zeer klein is, is dit een ondiepwatergolf. Hun voortplantingssnelheid is gelijk aan g h (de wortel uit het product van de valversnelling g (9,8 m/s²) en de waterdiepte h). In diezelfde waterdiepte van grootte-orde 4000 m is de voortplantingssnelheid dus ongeveer 700 km/u. Doordat de snelheid waaraan een golf haar energie verliest omgekeerd evenredig is met haar golflengte, kunnen tsunami s ook zeer grote afstanden afleggen (b.v. een oceaan oversteken) met een zeer beperkt energieverlies. Al deze cijfers zijn vele malen groter dan bij de klassieke windgolven met een golfperiode van b.v. 10 s, een golflengte van b.v. 120 m en een voortplantingssnelheid van b.v. 50 km/u. Wanneer een tsunami vanuit het diepe water in de oceaan het ondiepere water nabij een kust bereikt, vertraagt ze. De energieflux, die zowel van de golfsnelheid als van de golfhoogte afhangt, blijft nagenoeg constant. Bij gevolg neemt de golfhoogte toe wanneer de snelheid afneemt. Door dit effect (shoaling) kan een tsunami tot enkele meters toenemen in het ondiepere water. Zoals andere golven beginnen tsunami s energie te verliezen wanneer zij de kust naderen : een deel van de energie reflecteert terwijl de rest gedissipeerd wordt door bodemwrijving en turbulentie. Ondanks deze verliezen bereiken tsunami s de kust met enorme hoeveelheden energie, en hebben ze een groot potentieel in erosie, afslaan van stranden en ondermijnen van bomen en vegetatie. Het snelstromende water kan huizen en andere bouwwerken aan de kust vernielen. Als algemene regel kan gesteld worden dat tsunami s met een grote golfperiode, gegenereerd door grote bronnen zoals grote aardbevingen over honderden kilometers, zich zullen voortplanten en schade zullen veroorzaken over grotere afstanden van de bron dan equivalente tsunami s (gelijke energie) met een kleinere golfperiode, gegenereerd door kleinere bronnen zoals aardverschuivingen en meteorieten. Dit betekent echter geenszins dat deze laatste enkel lokaal van betekenis zijn. 2.4 Run-up en run-in De grootte van het landinwaarts gebied dat ten gevolge van een tsunami overstroomt, varieert naargelang de golfhoogte en golflengte aan de kust en de lokale topografie. Eindrapport Januari

13 Bij steile kusten wordt de zone best uitgedrukt in functie van run-up, gedefinieerd als de maximale hoogte van de golftop boven een gemiddelde waterstand. Bij flauwere kusten (~ hellingen < 10 %) en in vlakke kustgebieden is de maximale breedte van de zone, de zogenaamde run-in, beter geschikt. De bepalende factor voor run-up is voornamelijk de golfhoogte H 0 ter plaatse van de oorspronkelijke kustlijn. De maximale run-up hoogte kan benaderd worden door volgende formule (Bryant, 2001) : 1,25 Rumax = k cot( β ) H 0 met : Ru max = maximale run-up hoogte, H 0 = golfhoogte ter plaatse van de oorspronkelijke kustlijn, β = helling van de kustvlakte, k = constante. Wanneer de tsunamigolf de vorm van een eenlinggolf aanneemt (dit gebeurt in ondieper water omdat een tsunamigolf een ondiepwatergolf is), is de coëfficiënt k gelijk aan 2,83. Wanneer de tsunamigolf voorafgegaan wordt door een golfdal, wordt van een N-golf gesproken. Hiervoor is de coëfficiënt k gelijk aan 3,86. Wanneer de N-golf nog wordt voorafgegaan door een kleinere golf spreekt men van een dubbele N-golf en is de coëfficiënt k gelijk aan 4,55. De run-up hoogte van een tsunami hangt verder ook af van de topografie van de kust, diffractie, golfresonantie en invallende golfenergie die wordt gevangen door gerefracteerde of gereflecteerde golven van de kust. Bovendien zijn al deze processen nog eens gevoelig aan variaties over de kustlijn. Zo kan de run-up hoogte sterk variëren langsheen een kustlijn (b.v. een factor 4 verschil over enkele kilometer kustlijn). Bij vlakke kustgebieden hangt de run-in minder af van de topografie en meer van de terreineigenschappen, met name de karakteristieken van de obstakels voor het snelstromende water. De run-in afstand kan uitgedrukt worden met behulp van een ruwheidscoëfficiënt : 4 / 3 H0 Xmax = 0,06 n² met : X max = run-in afstand H 0 = golfhoogte ter plaatse van de oorspronkelijke kustlijn n = ruwheidscoëfficiënt voor het oppervlak (zie tabel) Terrein type Ruwheids-coëfficiënt Xmax voor H0 = 10 m Xmax voor H0 = 50 m Vlakke modder, ijs, open onbebouwde velden 0, m 48 km Bebouwde gebieden (gebruikelijk) 0, m 9 km Bebouwde gebieden (stadskernen met hoge gebouwen) 0, m 1 km Bossen, oerwouden, ruwe lavastromen 0, m 2 km Het kan opgemerkt worden dat de ruwheidscoëfficiënt aantoont dat de afstand merkelijk afneemt voor de golven die groot zijn in verhouding tot de obstakels op hun pad. Anderzijds is enige voorzichtigheid geboden omdat er indicaties zijn over het feit dat een eerste tsunamigolf soms de obstakels uit de weg ruimt voor een tweede tsunamigolf waardoor de ruwheidscoëfficiënt merkelijk afneemt. Ook de lange golven van een tsunami kunnen refracteren, diffracteren, reflecteren en interfereren zoals gewone windgolven. Daardoor kunnen b.v. verschillende golftoppen samenvallen aan de achterzijde van een eiland en zodoende een nog hogere golftop creëren. De effecten van deze 4 fenomenen variëren in grote mate naargelang de topografie van de kustlijn en de zeebodem. Het mogelijks gezamenlijk optreden maakt een evaluatie van tsunami s langs een kust nog veel complexer dan het al is. Eindrapport Januari

14 Aan de kust zelf kan een tsunami zich voordoen als een snel stijgend of dalend getij, als een reeks brekende golven of zelfs als een muur van water. Een tsunami veroorzaakt schade door verschillende mechanismen : losse objecten drijven weg, vaste objecten worden losgerukt door hun drijfvermogen bij onderdompeling, hydrostatische drukken op vaste objecten, enorme stromingen op de overstroomde gebieden en vlak voor de kust met sterke erosie en onmogelijke scheepvaart tot gevolg, hydrodynamische krachten, impacten met alle losgeslagen objecten, Eindrapport Januari

15 3 TSUNAMI IN BELGIË 3.1 Atlantische Oceaan De meeste tsunami s worden gegenereerd door ondiepe aardbevingen in subductiezones. De enige subductiezones rond de Atlantische Oceaan zijn de Puerto Rico Trench en de Antilles subductiezone rond de Caraïben en de South Sandwich Trench ten zuiden van Zuid-Afrika (zie figuur B3). Deze subductiezones zijn allebei kleiner en minder actief dan diegene rond de Stille Oceaan, dus de Atlantische Oceaan heeft veel minder tsunami s. De geregistreerde tsunami s ten gevolge van subductie vonden plaats op het Amerikaanse continent. Er loopt weliswaar een breuklijn door de Atlantische Oceaan tussen twee tektonische platen, de Noord-Amerikaanse plaat en de Euraziatische plaat. Deze platen schuiven niet over elkaar heen maar langzaam uit elkaar. Daardoor kunnen ook aardbevingen ontstaan, maar die zijn in de regel vele magnitudes kleiner dan aardbevingen bij schurende platen (subductie). De geologische activiteiten langs de mid-atlantische rug worden gewoonlijk geassocieerd met het vrijkomen van vulkanisch gesteente. In deze omstandigheden gebeuren de geologische processen meestal voldoende traag, te traag om een tsunami te kunnen genereren. Deze visie wordt verder onderbouwd doordat bij het ontstaan van nieuwe vulkanische eilanden ten zuiden van IJsland geen tsunami werd gegenereerd. De bekendste Atlantische tsunami werd gegenereerd door een aardbeving buiten een subductiezone. De Gorringe Bank is een onderzeese rug voor de kust van Portugal die omhooggeduwd wordt door de noordwaartse beweging van de Afrikaanse plaat tegen de Euraziatische plaat (er is convergentie tussen deze platen, maar de dichtstbijzijnde echte subductie is verder oostwaarts gelegen, onder Italië). Op 1 november 1755 vernietigde een aardbeving in de Gorringe Bank met een kracht van 8,6 grote delen van Lissabon. Enkele minuten na de aardbeving kwam de tsunami : 3 grote golven, meer dan 10 m hoog, overspoelden de stad. De tsunami bereikte de kusten van de Britse eilanden enkele uren later ; in Newlyn (Zuidwest-Engeland) steeg de waterstand met meer dan 3 m in 10 minuten tijd. De golven veroorzaakten ook aanzienlijke schade in Spanje, Noord-Afrika, de Azoren, Madeira en de Canarische eilanden. Minder schade trad op tot in Ierland en West-Indië. In de Atlantische Oceaan hebben ook tsunami s ten gevolge van aardverschuivingen plaatsgevonden. De meest recente was in 1929 in Noord-Amerika (zie 2.1.2) Er bestaan tegenstrijdige bewijzen over het feit of een tsunami de Atlantische Oceaan kan oversteken. Van de 3 belangrijkste tsunami s in de Atlantische Oceaan (Newfoundland, aardbeving en onderzeese aardverschuiving (1929) ; Lissabon, aardbeving (1755) ; Storrega, aardverschuiving (5000 v.c.)) is slechts 1 de oceaan overgestoken (1755, met een lichte deining in de Caraïben tot gevolg), de andere 2 niet. Interessant is wel dat het in 1755 om een onderzeese aardbeving ging, de andere 2 hadden in principe te maken met een onderzeese aardverschuiving. Voor tsunami s als gevolg van kosmische inslagen wordt verwezen naar paragraaf Noordzee Er dient rekening gehouden met verschillende aspecten wanneer men wil weten hoe tsunami s vanuit de Atlantische Oceaan zich op de Noordzee voortplanten. Enerzijds is er de overgang van de Atlantische Oceaan naar het continentaal plat, anderzijds is er de voortplanting in de Noordzee zelf. Een tsunamigolf is een lange golf (net zoals een getijgolf er één is). Lange golven reflecteren in belangrijke mate wanneer ze een obstakel tegenkomen, zoals bijvoorbeeld de shelf break bij de overgang van de Atlantische Oceaan naar het continentaal plat. Zij h 1 de oceaandiepte, waarin de voortplantingssnelheid van de golf wordt gegeven door c 1 = g h en de golflengte door L 1 1. De shelf break betekent dan een plotse overgang van een diepte h 1 naar een diepte h 2 van het continentaal Eindrapport Januari

16 g h en de golfleng- 2 plat, waardoor de voortplantingssnelheid van de golf plots vermindert tot c 2 = te reduceert tot L 2. Uit een beschouwing (Van Rijn, 1994) van massabehoud en continuïteit van het wateroppervlak ter hoogte van de plotse verondieping (shelf break) kan men de volgende verbanden afleiden tussen de golfhoogte H i van de invallende golf, de golfhoogte H r van de gereflecteerde golf en de golfhoogte H t van de doorgelaten (= transmissie) golf : H H r t = H = H i i c c 1 1 c + c 2c1 c1 + c Vermits de energie (per oppervlakte-eenheid) van een lange oscillerende golf evenredig is met het kwadraat van de golfhoogte en met de golflengte, kan men de volgende verbanden afleiden tussen de energie van de invallende golf E i, de gereflecteerde energie E r en de doorgelaten energie E t : E E r t 2 H r = Ei H i 2 H r L 2 = Ei H i L 1 H = H 2 r i h2 h1 In het geval van een oceaandiepte h m en een diepte van de shelf h m, leiden bovenstaande uitdrukkingen tot volgende grootte-ordes : H r = 0,52 H i H t = 1,52 H i E r = 0,27 E i E t = 0,73 E i. In dit geval wordt dus 73% van de invallende energie doorgelaten, waarbij de golflengte wel gereduceerd wordt met een factor 0,32 maar de golfhoogte toeneemt met 52 %. Wat de voortplanting in de Noordzee betreft, worden hieronder kort de resultaten van modelberekeningen weergegeven voor het effect van tsunami s op de Belgische kust. Deze berekeningen zijn uitgevoerd met de computermodellen beschikbaar op het Waterbouwkundig Laboratorium. De randen van het model liggen in de buurt van de 200 m dieptelijn. De resultaten voor de Belgische kust worden berekend bij een waterdiepte van 10 à 15 m. Om het effect van de tsunami te isoleren is er bij de simulaties geen rekening gehouden met het getij of invloeden van weersomstandigheden. Onderstaand worden de situatie voor een vanuit het noorden inkomende tsunami (tussen het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen) en de situatie voor een vanuit het zuiden inkomende tsunami (via het Kanaal) afzonderlijk besproken. In beide gevallen treedt een tsunami van zo n negentig minuten op aan onze kust. In figuur 2 is het waterstandsverloop voor een drietal plaatsen langs de Belgische kust (Nieuwpoort, Oostende en Zeebrugge) weergegeven voor een tsunami die met een hoogte van 1 m (gemodelleerd als een golf zonder golfdal waarvan de golftop zich 1 m boven het zeeniveau verheft) de noordelijke rand van de Noordzee is binnengekomen. Een hoogte van 1 m is een realistische schatting van een tsunami vanuit het noorden van de Atlantische Oceaan. 0.5 E i Eindrapport Januari

17 Figuur 2 : Waterstandsverloop bij Nieuwpoort (blauw), Oostende (groen) en Zeebrugge (rood). De tijd is gemeten ten opzichte van het ogenblik dat de tsunami de noordelijke rand van de Noordzee passeerde. Uit de resultaten blijkt dat de maximale waterstandsverhoging langs de Belgische kust ongeveer 70 cm bedraagt. De tsunami wordt onderweg sterk gedempt, en groeit dus niet uit tot een metershoge golf aan onze kust. Deze demping is voor een belangrijk deel het gevolg van het feit dat de tsunami zich eerst over grote afstand (ca km) door de ondiepe Noordzee moet voortplanten. Deze resultaten komen goed overeen met simulaties van tsunami s aan de Nederlandse kust (Bijl, 1993), waar waterstandsverhogingen van 1 à 1,5 m werden berekend. In figuur 3 zijn de resultaten weergegeven voor het waterstandsverloop bij Nieuwpoort, waar de grootste waterstandsverhoging langs de Belgische kust optreedt. Naast een tsunami met een aanvangshoogte van 1 m (opgelegd ter hoogte van Bretagne) zijn ook golven met een hoogte van 5 m en 10 m bekeken. Dit laatste is gedaan in een poging om het effect van een mega-tsunami te kunnen inschatten. Een dergelijke mega-tsunami kan mogelijks optreden als een deel van het eiland Las Palmas abrupt in zee zou schuiven door een vulkaanuitbarsting. Figuur 3 : Waterstandsverloop bij Nieuwpoort voor een tsunami uit het zuiden met een amplitude van 1 meter (blauw), 5 meter (groen) en 10 meter (rood). Eindrapport Januari

18 Aan de hand van de tsunami met een hoogte van 1 m is te zien dat de golf vanuit het zuiden nog sterker gedempt wordt dan die uit het noorden : de maximale waterstandsverhoging (38 cm) is bijna twee keer zo klein. Mogelijk hangt dit samen met het feit dat door de sterke vernauwing van het Kanaal een belangrijk deel van de golfenergie door reflectie aan de Engelse en Franse kust verdwijnt vooraleer de tsunami de Belgische kust nadert (Bijl, 1993). Ook de hogere golven vanuit het zuiden worden sterk gedempt, waarbij de maximale waterstandsverhoging bij Nieuwpoort niet groter dan 2 m lijkt te worden. Bovenstaande resultaten werden uitgerekend zonder rekening te houden met het effect van het getij. Uit de resultaten van Bijl (1993) voor een tsunami uit noordelijke richting volgt echter dat het effect van getij langs de Nederlandse kust vrijwel overal tot een daling van de maximale waterstandsverhoging leidt. Aan de zuidelijke rand van de Nederlandse kust (Vlissingen) bedraagt deze verlaging ca. 25 cm. Indien men de resultaten van Bijl (1993) voor de Nederlandse kust als indicatie neemt voor België, dan lijken zij dus te wijzen op een verlaging van de maximale waterstandsverhoging. De resultaten van deze berekeningen zijn gelijklopend met het standpunt van de Nederlandse seismoloog Van Eck van het KNMI. Volgens hem is de kans dat Nederland (en België) ooit door een grote tsunami worden overspoeld, zeer onwaarschijnlijk. De kans op een vloedgolf is uiterst klein, maar niet voor honderd procent uit te sluiten. Zelfs indien er een grote tsumani op de Atlantische Oceaan ontstaat, zal Nederland (en België) volgens Van Eck daar weinig schade van ondervinden. De Noordzee is vrij ondiep en daardoor verliest de vloedgolf veel energie wanneer die de Noordzee bereikt. Om kwalitatief een gevoel te krijgen wat een tsunamigolf van 2 m (op een waterdiepte van 10 à 15 m) kan betekenen voor de Westerschelde, kan als referentiepunt gedacht worden aan de ergste stormvloed die tot op heden is opgetekend. Een tsunamigolf en een stormopzet hebben een verschillende oorsprong maar zijn 2 natuurverschijnselen die gedurende langere tijd aanhouden. In februari 1953 bedroeg de stormopzet bij hoogwater in Vlissingen 2,5 m en de stormopzet bij hoogwater in Antwerpen 2,79 m. In eerste benadering lijkt een mogelijke golfhoogte van een tsunami dus van dezelfde grootte-orde als de stormopzet van De risico s en de gevolgen, zowel aan de kust als in de rivier, zijn natuurlijk minder groot wanneer de tsunamigolf niet samenvalt met het tijdstip van hoogwater. Een tsunami die ten noorden van de Britse eilanden of ter hoogte van Noorwegen wordt opgewekt, kan door de Noordzee België bereiken. De vraag moet dus gesteld welke mogelijke oorzaken in de regio effectief een bedreiging kunnen zijn. Zoals hierboven reeds toegelicht is het gevaar uit het noorden vooral het ontstaan van afschuivingen op de continentale helling tussen Noord-Engeland en Noorwegen en voor de kusten van Noorwegen. Ondergeschikte oorzaak kunnen onderzeese aardbevingen zijn ter hoogte van de mid-oceanische rug of zeer intensief vulkanisme met massabewegingen in de zeer actieve zone rond IJsland. Hoewel de kans op voorkomen van een significante aardbeving in de Noordzee zelf relatief gering is, blijkt uit het geologische overzicht dat gezien de Noordzee grotendeels overeenkomt met het verlengde van de Rijnslenk, dat er zich in de ondergrond van de Noordzee breuken bevinden en dat verplaatsingen niet uit te sluiten zijn. Eindrapport Januari

19 4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In deze nota is aangetoond dat het risico voor een tsunami aan de Belgische kust zéér klein is en dat bovendien de mogelijke tsunamigolven aan de kustlijn relatief beperkt zijn in hoogte. Een aardbeving in de Noordzee zelf is niet helemaal uit te sluiten maar de kans op voorkomen van een significante aardbeving is uiterst gering. Mogelijke oorzaken voor een tsunami vanuit het noorden van de Noordzee kunnen zijn afschuivingen op de continentale helling tussen Noord-Engeland en Noorwegen en voor de kusten van Noorwegen of eventueel onderzeese aardbevingen ter hoogte van de mid-oceanische rug of zeer intensief vulkanisme met massabewegingen in de zeer actieve zone rond IJsland. In de Noord-Atlantische Oceaan zijn geen subductiezones waar een aardbeving met een voldoend grote magnitude een tsunami kan genereren. De geologische processen (vrijkomen van vulkanisch gesteente ) langs de mid-atlantische rug gebeuren meestal te traag om een tsunami te kunnen genereren.. In de veronderstelling dat aan de noordrand van het continentaal plat (op ± 200 m diepte) een tsunami van 1 m hoog zou kunnen gegenereerd worden, leveren berekeningen een maximale waterstandsverhoging langs de Belgische kust van ongeveer 70 cm (op een waterdiepte van 10 à 15 m). De tsunamigolf groeit niet tot een metershoge golf maar wordt door de ondiepe Noordzee in belangrijke mate gedempt. In de veronderstelling dat aan de zuidrand van het continentaal plat (op ± 200 m diepte) een tsunami van 1 m hoog zou kunnen gegenereerd worden, leveren berekeningen een maximale waterstandsverhoging langs de Belgische kust van ongeveer 38 cm (op een waterdiepte van 10 à 15 m). Door de vernauwing van het Kanaal verdwijnt een belangrijk deel van de golfenergie en de tsunamigolf groeit dus niet tot een metershoge golf. Met betrekking tot het risico van een mega-tsunami, die misschien ooit zou kunnen veroorzaakt worden door een vulkaan op de Canarische Eilanden, volgt uit de berekeningen dat ook grotere golven vanuit het zuiden sterk worden gedempt met een maximale waterstandsverhoging langs de Belgische kust van ongeveer 2 m. Met betrekking tot tsunami s veroorzaakt door meteorieten, resulteert een algemene berekening voor een generieke kustlijn (oceaan voor de kust over 180, 5 km diep en 6000 km ver) in een kans van 0,007% ( 1 op jaar) op een tsunami met een golfhoogte van 2 m. Vermits de Noordzee afgeschermd ligt van de oceaan, en bovendien een zeer groot continentaal plat is, is dit risico voor België nog vele malen kleiner. Op basis van deze quick-scan, en rekening houdend met de kans en de onzekerheden, kan tenslotte gesteld worden dat een potentiële tsunami aan de Belgische kust minder risico inhoudt dan andere effecten zoals extreme meteorologische omstandigheden. Eindrapport Januari

20 Deze conclusies zijn het resultaat van een korte verkennende studie over tsunami s. Het verdient aanbeveling dat de landen rond de Noordzee samen deze problematiek verder bestuderen en desgevallend een diepgaand gemeenschappelijk onderzoek uitvoeren om de risico s van een tsunami te evalueren. Borgerhout, januari 2005 ir. Marc Willems Projectingenieur dr. George Schramkowski Projectingenieur dr. ir. Tom De Mulder Projectingenieur dr. Frank Mostaert Afdelingshoofd Eindrapport Januari

21 REFERENTIES Berninghausen W.H. (1968). Tsunamis and seismic seiches reported from the western north and south Atlantic and the coastal waters of northwestern Europe, Informal Report No.68-85, Naval Oceanographic Office, Washington, D.C., U.S.A., 49 p. Bijl W. (1993). Tsunamigolven in het Noordzeegebied, T.U.Delft, 62 p. Bryant E. (2001). Tsunami The Underrated Hazard, Cambridge University Press, ISBN Dawson A.G. (2000). Tsunami risk in the Northeast Atlantic region [WWW], Natural Environment Research Council, Coventry University and University College London : [11/01/2005]. Lumsden G. I., Ed. (1992). Geology and the Environment in Western Europe, Clarendon Press, Oxford, 325 p. Lutgens F. K. and Tarbruck E. J. (1989). Essentials of Geology, Merril Publishing Company, 378 p. Mostaert, F. (2001). Geologie van het Quartair, lesnota's bij de cursus Quartairgeologie aan de Universiteit Gent, 133 p. Mostaert, F. (2003). Geologie en Fysica van de aardbol academiejaar , Limburgs Universitair Centrum, 2 delen: 199 p. (cursus) en 65 p. (practicum). Van Andel Tjeerd H. (1994). New Views on an Old Planet - A History of Global Change, Second edition, Cambridge University Press, 439 p. Van Rijn L.C. (1994). Principles of fluid flow and surface waves in rivers, estuaries, seas and oceans, Aqua Publications. Wicander R. and Monroe J. S. (1995). Essentials of Geology, West Publishing Company, 428 p. Eindrapport Januari

22 BIJLAGE A : DODELIJKE TSUNAMI S Onderstaande tabel geeft een overzicht van een aantal tsunami s met meer dan 2000 dodelijke slachtoffers. Twee gebeurtenissen in Europa zijn gemarkeerd. Deze tabel werd opgemaakt op basis van de gegevens op (Wikipedia is een zgn. vrije encyclopedie op het internet) en (U.S. National Oceanic & Atmospheric Administration). Volgende bronnen liggen o.a. aan de basis van deze gegevens : United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation ; International Tsunami Information Center; Russian Academy of Sciences Tsunami Laboratory ; U.S. National Geophysical Data Center. Eindrapport Januari 2005 Bijlage A p. 1

23 Jaar Dodentol Plaats ( * ) (+) Sagami Bay, Japan Jusanko, Aomori, Japan Nankaido Region, Japan Southern coast, Chile Enshunada (Shizuoka Prefecture), Japan Nankaido Region, Japan Sanriku Region, Japan Banda Sea, Indonesia (+) Lima, Peru Jamaica Southwestern Boso Peninsula, Japan Awa, Japan Enshunada, Japan Nankaido Region, Japan West Hokkaido Island, Japan Lima, Peru Lissabon earthquake & tsunami, Portugal Ryukyu Islands, Japan (+) South China Sea, Taiwan Southwest Kyushu Island, Japan Japan Nankaido Region, Japan Enshunada, Japan Northern Chile Krakatau, South Java Sea, Indonesia Sanriku Region, Japan Banda Sea, Indonesia Messina, Italy Sagami Bay, Japan Sanriku Region, Japan (+) Mikawa Bay (Aichi Prefecture), Japan Southeast Kamchatka Peninsula, Russia Great Chilean Earthquake, Chili Moro Gulf, Mindanao, Philippines Flores Island, Indonesia Aitape, north coast of Papua New Guinea 2004 > Indian Ocean earthquake with tsunami, (I d i I di S i L k Th il d S li M ) ( * ) De plaatsnaam kan zowel verwijzen naar de oorsprong van de tsunami als naar de kust die getroffen werd. (+) Aantal doden zowel van de tsunami als van de aardbeving. Eindrapport Januari 2005 Bijlage A p. 2

24 BIJLAGE B : PLATENTEKTONIEK EN AARDBEVINGEN Het voorkomen van aardbevingen is volledig geconditioneerd door de zogenaamde platentektoniek. Hieronder een korte theoretische inleiding over aardbevingen en meer in het bijzonder die aardbevingen die tsunami s kunnen veroorzaken. De aardbol heeft een driedelige opbouw op basis van de samenstelling. In het centrum komt de kern voor die wordt omgeven door de mantel, die op haar beurt door de korst wordt omsloten. De kern : vooral uit ijzer en verder onder te verdelen in : - de vaste interne kern (5100 km tot 6371 km diep) bij 5000 C, en - de externe vloeibare kern (uit ijzer en zwavel) met vloeistoffenstromen die het magnetisch veld van de aarde induceren (2900 km tot 5100 km diep) bij 3200 C. De mantel : uit silicaten en oxiden (Mg, Fe, Al, Si, O), onder te verdelen in : - de rigide kristallijne onderste mantel (700 km tot 2900 km diep) bij 1900 C, en - de bovenste mantel, bovenaan gedeeltelijk gesmolten en smeedbaar met grote convectiecellen (tussen 30 km en 700 km diep). De korst : rigide, breekbaar en zeer dun buitenste deel van de aardbol bestaande uit gesteenten met relatief geringe dichtheid. Onder de oceaan slechts 5 km dik en bestaande uit gesteenten met iets hogere dichtheid dan onder de continenten (gemiddeld 30 km dik). Een enigszins andere indeling voor het buitenste gedeelte van de aardbol (de mantel en de korst) is gebaseerd op de fysische karakteristieken en wordt vrij algemeen gehanteerd : De lithosfeer : deze bestaat uit de gesteenten (hard en elastisch) van de korst en de bovenste mantel, gemiddeld 100 km dik. De asthenosfeer : een meer buigzaam (zacht en plastisch) gedeelte van de boven mantel gelegen onder de lithosfeer. Deze strekt zich uit vanaf een diepte van 80 tot 200 km tot een diepte variërend tussen 350 en 500 km. De mesosfeer : dit is de rest van de mantel die bestaat weer uit meer vaste en minder plastische materie en strekt zich uit tussen 350 à 500 km diepte tot 2900 km. A de rigide lithosfeer met bovenaan de korst en eronder het bovenste deel van de boven mantel B bovenste mantel met bovenaan de asthenosfeer B onderste mantel C vloeibare buitenste kern C interne vaste kern 1 Spreidingsrug (zoals de mid-oceanische rug in de Atlantische Oceaan, een potentieel aardbevingsgebied) 2 Subductiezone (zoals het gebied ten zuidwesten en zuiden van Sumatra en andere Indonesische eilanden waar de tsunami heeft plaatsgegrepen) Figuur B1 : Doorsnede van de aarde - gebaseerd op Lumsden (1992). Eindrapport Januari 2005 Bijlage B p. 1

Over tsunami s & aardbevingen. Een tsunami! Wanneer bij ons?

Over tsunami s & aardbevingen. Een tsunami! Wanneer bij ons? Over tsunami s & aardbevingen Een tsunami! Wanneer bij ons? Een tsunami! Wanner bij ons? 26 december 2004 26 december 2004... de dag dat de wereld een nieuw woord leerde... 26 december 2004... de dag dat

Nadere informatie

Natuurrampen. Natuurrampen. Enkele voorbeelden... Oorzaken: bijvoorbeeld lawine, aardbeving, orkaan, overstroming, tsunami en vulkaanuitbarsting.

Natuurrampen. Natuurrampen. Enkele voorbeelden... Oorzaken: bijvoorbeeld lawine, aardbeving, orkaan, overstroming, tsunami en vulkaanuitbarsting. Natuurrampen Natuurrampen Natuurrampen Enkele voorbeelden... Oorzaken: bijvoorbeeld lawine, aardbeving, orkaan, overstroming, tsunami en vulkaanuitbarsting. Gevolgen: bijvoorbeeld bedolven mensen, doden,

Nadere informatie

TSUNAMI S IN DE NOORDZEE: KAN HET? Wie drie maand geleden zou hebben gepolst naar de betekenis van het woord

TSUNAMI S IN DE NOORDZEE: KAN HET? Wie drie maand geleden zou hebben gepolst naar de betekenis van het woord EDITORIAAL De tsunami, veroorzaakt door de zeebeving in de Indische Oceaan, heeft het wereldnieuws maandenlang beheerst. De catastrofale gevolgen van wat in wezen een rimpel op het oceaanoppervlak is,

Nadere informatie

5 havo 2 End. en ex. processen 1-4

5 havo 2 End. en ex. processen 1-4 5 havo 2 End. en ex. processen 1-4 Rusteloze aarde De Toch miljoenenstad ging het in 79 Napels na Chr. ligt grandioos op nog geen mis 10km De inwoners van de Vesuvius, van niemand Pompei waren lijk zich

Nadere informatie

Een tsunami, de kracht van water? Lespakket voor de leerling

Een tsunami, de kracht van water? Lespakket voor de leerling Japanese Red Cross/Toshirharu Kato Een tsunami, de kracht van water? Lespakket voor de leerling Hallo! Heb jij al ooit een tsunami meegemaakt? Nee? Dat is heel normaal, want in België kwam er nog geen

Nadere informatie

Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4

Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4 Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4 Cursus 4.1: De aarde beeft Opbouw van de aarde Clip: Opbouw van de aarde De aarde is, van binnen naar buiten, opgebouwd uit: 1. de binnenkern De kern van de aarde is

Nadere informatie

Golven en tsunami s. universiteit Twente. Wiskunde in wetenschap vwo D

Golven en tsunami s. universiteit Twente. Wiskunde in wetenschap vwo D Wiskunde in wetenschap vwo D Golven en tsunami s Wiskundig modelleren: Golven en tsunami s 1. Golven en tsunami s 2. Golfsnelheid 2.1.De snelheid van watergolven 2.2.Korte golven 2.3.ange golven 3. Verandering

Nadere informatie

5,3. Werkstuk door R woorden 19 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Inleiding

5,3. Werkstuk door R woorden 19 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Inleiding Werkstuk door R. 1394 woorden 19 oktober 2016 5,3 8 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Bij het vak aardrijkskunde kreeg iedereen een opdracht om het werkstuk over verschillende natuurrampen (verschijnsels)

Nadere informatie

Een tsunami, de kracht van water? Lespakket 3de graad lager onderwijs Handleiding voor de leerkracht

Een tsunami, de kracht van water? Lespakket 3de graad lager onderwijs Handleiding voor de leerkracht Japanese Red Cross/Toshirharu Kato Een tsunami, de kracht van water? Lespakket 3de graad lager onderwijs Handleiding voor de leerkracht Dit bundeltje is een aanvulling op het lespakket rond Aardbevingen.

Nadere informatie

Planetaire Samenstanden en Aardbevingen 2014-10-05 door Frank Hoogerbeets

Planetaire Samenstanden en Aardbevingen 2014-10-05 door Frank Hoogerbeets Planetaire Samenstanden en Aardbevingen 2014-10-05 door Frank Hoogerbeets Volgens de gevestigde wetenschap zijn aardbevingen het gevolg van de beweging van tektonische platen, die wordt veroorzaakt door

Nadere informatie

Inhoud 1. Aardbevingen 3 2. Een kijkje in de aarde 3. Over scheuren en platen 4. Schuivende platen 6 5. Langs de breuklijnen 6.

Inhoud 1. Aardbevingen 3 2. Een kijkje in de aarde 3. Over scheuren en platen 4. Schuivende platen 6 5. Langs de breuklijnen 6. Aardbevingen Inhoud 1. Aardbevingen 3 2. Een kijkje in de aarde 4 3. Over scheuren en platen 5 4. Schuivende platen 6 5. Langs de breuklijnen 9 6. Tsunami s 10 7. Het epicentrum 11 8. De seismograaf 12

Nadere informatie

BEWEGENDE AARDE: KWARTET

BEWEGENDE AARDE: KWARTET BEWEGENDE AARDE: KWARTET Theoretisch kader In dit kwartetspel leer je door middel van het beantwoorden van vragen over van alles dat met het bewegen van de aarde te maken heeft. Elk kwartet heeft een onderwerp,

Nadere informatie

Beschrijven de Ring van vuur.

Beschrijven de Ring van vuur. Samenvatting door M. 1687 woorden 8 oktober 2012 6 51 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 5, Azie rampen 1, De ring van vuur. Drie soorten natuurrampen die vaak in Azie voorkomen.

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 5

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 5 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 5 Samenvatting door M. 2129 woorden 27 juni 2012 6,3 1 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1, De ring van vuur. Drie soorten natuurrampen die vaak in

Nadere informatie

De horizontale bewegingen van de platen

De horizontale bewegingen van de platen De horizontale bewegingen van de platen!sommige platen bestaan uit oceanische korst, sommige uit continentale korst, sommige uit beiden.!een continentale plaat is lichter dan een oceanische plaat Platen

Nadere informatie

Tsunami ramp Asia 26 december 2004

Tsunami ramp Asia 26 december 2004 Tsunami ramp Asia 26 december 2004 Het onstaan van tsunamis Robert Hack (met dank aan van Mark van der Meijde en Colin Reeves voor een gedeelte van de slides) ESA INTERNATIONAL INSTITUTE FOR GEO-INFORMATION

Nadere informatie

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 5. www.degeo-online.nl. 1ste druk

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 5. www.degeo-online.nl. 1ste druk De Geo 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 5 www.degeo-online.nl 1ste druk De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 1 TH 1 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen,

Nadere informatie

Werkstuk ANW Aardbevingen

Werkstuk ANW Aardbevingen Werkstuk ANW Aardbevingen Werkstuk door een scholier 879 woorden 3 juni 2004 5,7 57 keer beoordeeld Vak ANW Hoe ontstaat een aardbeving Om deze deelvraag te beantwoorden moet ik eerst uitleggen dat de

Nadere informatie

NRC Artikel van 19 september 2011

NRC Artikel van 19 september 2011 NRC Artikel van 19 september 2011 http://www.nrc.nl/nieuws/2011/09/19/dodental-aardbeving-india-loopt-op/ Leerstofanalyse 1. belangrijke leerstof elementen feiten: van de buitenwereld afgesloten rampgebied,

Nadere informatie

Werkstuk ANW Aardbevingen

Werkstuk ANW Aardbevingen Werkstuk ANW Aardbevingen Werkstuk door een scholier 2315 woorden 29 augustus 2001 6,4 230 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Ik heb voor het onderwerp als de aarde beeft gekozen omdat mij dit erg aansprak

Nadere informatie

Wat zie jij op het plaatje? Schrijf het vehaal af. De golf was zo hoog als een. Er staan heel veel huizen onder

Wat zie jij op het plaatje? Schrijf het vehaal af. De golf was zo hoog als een. Er staan heel veel huizen onder Lees het verhaal van de aardbeving. Stel je voor: de aarde beweegt. De lampen schudden heen en weer. Je hele huis schudt heen en weer. Het huis stort in! Alles is kapot. Dat kan gebeuren bij een aardbeving.

Nadere informatie

Werkblad bij de geoquest Vulkanen

Werkblad bij de geoquest Vulkanen Naam: Werkblad bij de geoquest Vulkanen 1. Wat zijn vulkanen? Een vulkaan is een berg opgebouwd uit lava en as. 2. a)hoe ontstaan vulkanen? Vulkanen ontstaan door breuken in de aardkorst. Door de stromingen

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Eindexamen aardrijkskunde vwo I Aarde Opgave 4 De Colorado en de Grand Canyon Bestudeer de bronnen 1 tot en met 5 die bij deze opgave horen. Het Colorado Plateau in de staat Arizona (VS) bestaat uit zeer oude gesteenten. In de loop van

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding Aardbevingen Bergen Bosbranden Koraal Lawines Meteorieten Onweer...

INHOUD. Inleiding Aardbevingen Bergen Bosbranden Koraal Lawines Meteorieten Onweer... INHOUD Inleiding...6 1 Aardbevingen...8 2 Bergen... 10 3 Bosbranden... 12 4 Koraal... 14 5 Lawines... 16 6 Meteorieten... 18 7 Onweer... 20 8 Opwarming van de aarde... 22 9 Orkanen... 24 10 Overstromingen...

Nadere informatie

Factsheet seismische risico s Caribisch gebied

Factsheet seismische risico s Caribisch gebied Factsheet seismische risico s Caribisch gebied (versie 11 maart 2016, Bernard Dost) Bovenwindse eilanden (St Eustatius (Statia), Saba, Sint Maarten; ca 18 o N, 63 o W): De bovenwindse eilanden liggen in

Nadere informatie

Tsunami. Frank Mostaert

Tsunami. Frank Mostaert Tsunami Frank Mostaert Inhoudstafel Wat zijn tsunami s? Beschrijving van het fenomeen Geologisch fenomeen Hydraulisch fenomeen (op oceaan, tegen de kust) Ook in België? Waarschuwingsystemen risicobenadering

Nadere informatie

Wat zit er in de aarde en wat beweegt haar. Jacob T. Fokkema

Wat zit er in de aarde en wat beweegt haar. Jacob T. Fokkema Wat zit er in de aarde en wat beweegt haar Jacob T. Fokkema Bataafsch December 10, 2010 Genootschap 1 Golf patronen van Mallet in 1848 December 10, 2010 2 Het eerste concept van seismische reflectie (1922)

Nadere informatie

Aardrijkskunde Bewegende aarde Leerjaar 2ha HBAK Antwoordmodel

Aardrijkskunde Bewegende aarde Leerjaar 2ha HBAK Antwoordmodel Aardrijkskunde Bewegende aarde Leerjaar 2ha HBAK Antwoordmodel ------------------------------------------------------------------------------------------ Let op: - Je bent zelf verantwoordelijk voor het

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II Actieve aarde Opgave 7 Opheffing van gesteenten en ertsen in het Scandinavisch Hoogland Gebruik de bronnen 10 en 11 van het bronnenboekje. In de derde afbeelding (afbeelding C) van bron 10 zijn de cijfers

Nadere informatie

Tsunami in Japan ACTUALITEITENMAGAZINE. Extra editie - Schooljaar 2010-2011. maart 2011 (extra editie - nr. 5)

Tsunami in Japan ACTUALITEITENMAGAZINE. Extra editie - Schooljaar 2010-2011. maart 2011 (extra editie - nr. 5) Schooljaar 2010-2011 ACTUALITEITENMAGAZINE maart 2011 (extra editie - nr. 5) Extra editie - Tsunami in Japan Japan werd op 11 maart door een enorme aardbeving getroffen. Het epicentrum van die beving bevond

Nadere informatie

Sessie 2 De Sumatra beving en tsunami

Sessie 2 De Sumatra beving en tsunami Sessie 2 De Sumatra beving en tsunami Nadat we in sessie 1 de hoofdelementen van de plaattektoniek hebben leren kennen, geeft deze sessie inzicht in de seismische activiteit in subductiezones, de meest

Nadere informatie

STROOMATLAS BENEDEN ZEESCHELDE VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS

STROOMATLAS BENEDEN ZEESCHELDE VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS MOD 78 WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM FLANDERS HYDRAULICS RESEARCH VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS SPRINGTIJ WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM EN HYDROLOGISCH ONDERZOEK Mod. 78 STROOMATLAS BENEDEN - ZEESCHELDE

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Opbouw van Reliëf door Vulkanisme

Praktische opdracht Aardrijkskunde Opbouw van Reliëf door Vulkanisme Praktische opdracht Aardrijkskunde Opbouw van Reliëf door Vulkanisme Praktische-opdracht door een scholier 2770 woorden 4 maart 2009 5,2 11 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Opbouw van reliëf door vulkanisme

Nadere informatie

Een vulkaan onder Nederland

Een vulkaan onder Nederland lespakket Natuurkunde studie Aardwetenschappen Een vulkaan onder Nederland Jij bent de geoloog in dienst en verantwoordelijk voor het geruststellen van de (Europese) bevolking. Jij moet bepalen wie er

Nadere informatie

De kracht van de natuur

De kracht van de natuur De kracht van de natuur inhoud blz. Natuurrampen 3 1. Aardbevingen 4 2. Vulkanen 7 3. Lawines 10 4. Tornado s 13 5. Tsunami s 14 Pluskaarten 15 Bronnen en foto s 17 Colofon en voorwaarden 18 Natuurrampen

Nadere informatie

5,5. Werkstuk door een scholier 2130 woorden 7 mei keer beoordeeld. Aardrijkskunde

5,5. Werkstuk door een scholier 2130 woorden 7 mei keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 2130 woorden 7 mei 2007 5,5 70 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Wat is een tsunami? Een tsunami is een grote schokgolf die in de kustgebieden enorme verwoestingen kan aanrichten.

Nadere informatie

Mexico kan het schudden

Mexico kan het schudden 1 Doelgroep De lesbrief is bedoeld voor leerlingen in de onderbouw vmbo, havo en vwo. Het uitwerken van de opdrachten kost de leerling ongeveer een tot anderhalf lesuur (van 50 minuten). De onderzoeksvragen

Nadere informatie

Kernpunten. Conclusie en nawoord. Essay naar de temperaturen binnen de kern van de aarde. Auteur: Sebastien Immers. Copyright Augustus 2010

Kernpunten. Conclusie en nawoord. Essay naar de temperaturen binnen de kern van de aarde. Auteur: Sebastien Immers. Copyright Augustus 2010 Kernpunten Essay naar de temperaturen binnen de kern van de aarde. Conclusie en nawoord Auteur: Sebastien Immers Copyright Augustus 2010 Voor meer informatie: info@immerspher.com Internetadressen: http://www.immerspher.com

Nadere informatie

Aardbevingen hv123. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/52470

Aardbevingen hv123. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/52470 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 16 december 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/52470 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Aardbevingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Aardbevingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/52470 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Werkstuk door een scholier 1483 woorden 31 december keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Inhoudsopgave

Werkstuk door een scholier 1483 woorden 31 december keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Inhoudsopgave Werkstuk door een scholier 1483 woorden 31 december 2001 6 412 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inhoudsopgave Inleiding Wat is een aardbeving Hoe onstaat een aardbeving Voorzorgsmaatregelingen voor aardbevingen.

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde oud progr vwo 2010 - I

Eindexamen aardrijkskunde oud progr vwo 2010 - I Actieve aarde Opgave 7 Platentektoniek en klimaat Bestudeer bron 1 die bij deze opgave hoort. 1p 25 Welke atlaskaart moet je gebruiken om inzicht te krijgen in de plaattektonische bewegingen vanaf het

Nadere informatie

Watergolven. H.E. de Swart (IMAU, Utrecht) Inhoud: 1. classificatie 3. golfvergelijkingen 2. kenmerken 4. dispersie. Waarom ontstaan watergolven?

Watergolven. H.E. de Swart (IMAU, Utrecht) Inhoud: 1. classificatie 3. golfvergelijkingen 2. kenmerken 4. dispersie. Waarom ontstaan watergolven? Watergolven H.E. de Swart (IMAU, Utrecht) Inhoud: 1. classificatie 3. golfvergelijkingen 2. kenmerken 4. dispersie Waarom ontstaan watergolven? Systeem streeft naar evenwicht (rusttoestand) Externe invloeden

Nadere informatie

Aardbevingen. Teleblik quizzen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/47695

Aardbevingen. Teleblik quizzen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/47695 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Teleblik quizzen 18 november 2013 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/47695 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Naam: VULKANEN. Vraag 1. Uit welke drie lagen bestaat de aarde? Vraag 2. Hoe dik is de aardkorst gemiddeld?

Naam: VULKANEN. Vraag 1. Uit welke drie lagen bestaat de aarde? Vraag 2. Hoe dik is de aardkorst gemiddeld? Naam: VULKANEN Voordat je begrijpt hoe vulkanen ontstaan, moet je eerst weten hoe de aarde in elkaar zit. De aarde is een bol die uit drie lagen bestaat. De binnenste laag is de kern. De temperatuur is

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2005-II

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2005-II Actieve aarde Opgave 7 bron 12 Ouderdom van de oceanische korst bron: Berendsen, H.J.A., Fysisch-geografisch onderzoek, Assen, 1997 De ligging van delen van de oceanische korst met een verschillende geologische

Nadere informatie

inhoud 1. Vulkanen 2. Een kijkje in de aarde 3. Schuivende platen 4. Het ontstaan van vulkanen 5. Een kijkje in een vulkaan 6.

inhoud 1. Vulkanen 2. Een kijkje in de aarde 3. Schuivende platen 4. Het ontstaan van vulkanen 5. Een kijkje in een vulkaan 6. Vulkanen inhoud. Vulkanen 3 2. Een kijkje in de aarde 4 3. Schuivende platen 5 4. Het ontstaan van vulkanen 6 5. Een kijkje in een vulkaan 9 6. De uitbarsting 0 7. Soorten vulkanen 2 8. De supervulkaan

Nadere informatie

264 NAW 6/7 nr. 1 maart 2007 Hoe ontstaan Tsunami s en waarom? Marjolein Dohmen-Janssen

264 NAW 6/7 nr. 1 maart 2007 Hoe ontstaan Tsunami s en waarom? Marjolein Dohmen-Janssen 264 NAW 6/7 nr. maart 2007 Hoe ontstaan Tsunami s en waarom? Marjolein Dohmen-Janssen Marjolein Dohmen-Janssen Hoe ontstaan tsunami s? NAW 6/7 nr. maart 2007 265 Marjolein Dohmen-Janssen Faculteit Construerende

Nadere informatie

Vulkaanuitbarsting in het nieuws!

Vulkaanuitbarsting in het nieuws! Kopieerblad 1 Vulkaanuitbarsting in het nieuws! Vulkaanuitbarsting in het nieuws! Wat weet je over de vulkaanuitbarsting die heeft plaatsgevonden? Waar heeft de vulkaanuitbarsting plaatsgevonden? Duid

Nadere informatie

4 Dodelijke vloedgolf

4 Dodelijke vloedgolf 4 Dodelijke vloedgolf 1 a voor de kust van Sumatra b 9.0 c zeer catastrofaal d doordat de zeebodem werd opgetild en weer neergegooid e omdat de golven op zee niet erg hoog waren 2 a De zeebodem remt het

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Aardwetenschappers kijken naar de structuur van het oppervlak en inwendige van de aarde, en de processen die zich daar afspelen. De aarde lijkt op het eerste gezicht nogal hard en vast,

Nadere informatie

TSUNAMI S EEN KRACHTIGE NATUURRAMP NATUURRAMPEN. Hallo! WERKBOEK VOOR LEERLINGEN INHOUD. Vul hier je naam in. Vul hier je groep in.

TSUNAMI S EEN KRACHTIGE NATUURRAMP NATUURRAMPEN. Hallo! WERKBOEK VOOR LEERLINGEN INHOUD. Vul hier je naam in. Vul hier je groep in. EEN KRACHTIGE NATUURRAMP ERKBOEK VOOR LEERLINGEN Vul hier je naam in. INHOUD at is een tsunami? 2 Vul hier je groep in. Hoe ontstaat een tsunami? 3 aar komen tsunami s voor? 4 De gevolgen van een tsunami

Nadere informatie

Beknopt verslag van de stormperiode 25 tot 29 januari 2002

Beknopt verslag van de stormperiode 25 tot 29 januari 2002 Beknopt verslag van de stormperiode 25 tot 29 januari 22 Tussen een uitgestrekt lagedrukgebied over het noorden van de Atlantische Oceaan en een hogedrukgordel ten westen van Afrika is er een gebied met

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting Seiches zijn opslingerende staande golven die in afgesloten havenbekkens kunnen ontstaan, wanneer vanaf zee golven met specifieke golflengtes de haven binnen dringen. In het Europoortgebied

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Zeeniveau Waarnemingen door School at Sea a/b Regina Maris

Zeeniveau Waarnemingen door School at Sea a/b Regina Maris Zeeniveau Waarnemingen door School at Sea a/b Regina Maris Versie 1.0b d.d. 24 October 2011 Hans van der Marel, TU Delft (h.vandermarel@tudelft.nl), ++31 15 2784907 Inleiding Het bepalen van de actuele

Nadere informatie

Numerieke Geodynamica

Numerieke Geodynamica Oerol Festival, 16 juni 2014 Numerieke Geodynamica (Hoe nerds de Aarde bestuderen) Dr. Cedric Thieulot!!!! www.cedricthieulot.net 1997 B.Sc. Wiskunde! (Univ. Parijs XI)! 2000 M.Sc. Natuurkunde! (TU/e)!

Nadere informatie

EEN TSUNAMI, WANNEER BIJ ONS? - over tsunami s en aardbevingen -

EEN TSUNAMI, WANNEER BIJ ONS? - over tsunami s en aardbevingen - EEN TSUNAMI, WANNEER BIJ ONS? - over tsunami s en aardbevingen - Manuel Sintubin 1 De Sumatra-aardbeving heeft op 26 december 2004 een tot-op-heden ongekende, subcontinentale catastrofe teweeg gebracht,

Nadere informatie

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant 1 Samenvatting Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant De gemeenten Breda, Tilburg en Helmond hebben in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant, Brabant Water en

Nadere informatie

Opgave 3 Opbouw en afbraak van de Schotse Hooglanden

Opgave 3 Opbouw en afbraak van de Schotse Hooglanden Eindexamen vwo aardrijkskunde 214-I Aarde Opgave 3 Opbouw en afbraak van de Schotse Hooglanden Bestudeer de bronnen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen. Gebruik bron 3a en de

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2007-II

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2007-II Actieve aarde Opgave 7 Aardolievoorraden in Nederland en de Noordzee bron 18 Geologische structuren in Nederland Centraal Nederlands bekken Texel-IJsselmeer hoog Noord-Nederlands hoog Legenda: Kenozoische

Nadere informatie

1. Het Heelal. De aarde lijkt groot, maar onze planeet is niet meer dan een stip in een onmetelijke ruimte.

1. Het Heelal. De aarde lijkt groot, maar onze planeet is niet meer dan een stip in een onmetelijke ruimte. De aarde 1. Het Heelal De aarde lijkt groot, maar onze planeet is niet meer dan een stip in een onmetelijke ruimte. De oerknal Wetenschappers denken dat er meer dan 15 miljoen jaar geleden een enorme ontploffing

Nadere informatie

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde boventoon; 4. De zevende boventoon. Een snaar vertoont

Nadere informatie

Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit

Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit de hand en wetenschappers schatten dat er jaarlijks

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Aardbevingen

Werkstuk Aardrijkskunde Aardbevingen Werkstuk Aardrijkskunde Aardbevingen Werkstuk door een scholier 2601 woorden 12 november 2004 6,3 420 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inhoudsopgave Inleiding Zakelijke gegevens 1. Voorspellen 2. Wat

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-I Actieve aarde Opgave 7 De Zuidwalvulkaan Gebruik de bronnen 9 tot en met 11 van het bronnenboekje. 1p 25 Welke atlaskaart geeft het breukensysteem waarmee de ligging van de Zuidwalvulkaan is verbonden

Nadere informatie

Daarbij stierven 200 duizend mensen.

Daarbij stierven 200 duizend mensen. Filmpje op www.youtube.com/watch?v=vua_y9c4zu4&feature=related Google trefwoorden: filmpje, plaattektoniek, teleac, youtube Aardbevingen Beweging in de aarde In 2004 was de tsunami in Azië na aardbeving

Nadere informatie

Aardbevingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Aardbevingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 02 May 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/52470 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject

Nadere informatie

Vulkanen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Vulkanen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/52471 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Lessen over Cosmografie

Lessen over Cosmografie Lessen over Cosmografie Les 1 : Geografische coördinaten Meridianen en parallellen Orthodromen of grootcirkels Geografische lengte en breedte Afstand gemeten langs meridiaan en parallel Orthodromische

Nadere informatie

ARUP studie Groningen 2013

ARUP studie Groningen 2013 ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van

Nadere informatie

BIJLAGE G VERSPREIDING ZOETWATERNEVEL LANGS DE IJSSELMEERDIJK

BIJLAGE G VERSPREIDING ZOETWATERNEVEL LANGS DE IJSSELMEERDIJK BIJLAGE G VERSPREIDING ZOETWATERNEVEL LANGS DE IJSSELMEERDIJK VERSPREIDING ZOETWATERNEVEL LANGS DE IJSSELMEERDIJK Inleiding Deze tekst evat een eoordeling van de effecten van de plaatsing van windturines

Nadere informatie

Beknopt verslag van de stormperiode 8 en 9 november 2001

Beknopt verslag van de stormperiode 8 en 9 november 2001 Beknopt verslag van de stormperiode 8 en 9 november 21 Tussen een complexe depressie over Scandinavië en een hogedrukgebied over de nabije Atlantische Oceaan ontwikkelt er zich een sterke noordwestelijke

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I Modderstroom Er zijn vulkanen die geen lava uitspuwen, maar een constante stroom modder geven. De koude modder stroomt als een rivier langzaam de helling af (zie foto 1). Aan de rand van deze stroom droogt

Nadere informatie

1.1 Het ontstaan van de aarde

1.1 Het ontstaan van de aarde Boekverslag door H. 1566 woorden 16 december 2007 6.8 27 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1.1 Het ontstaan van de aarde Actualiteitsprincipe: het heden is de sleutel tot het verleden. ONS ZONNESTELSEL.

Nadere informatie

Beknopt stormverslag 15-16/10/2002

Beknopt stormverslag 15-16/10/2002 Beknopt stormverslag 15-16/1/22 Een grote Rossby-golf boven de Atlantische Oceaan zorgde er voor dat de depressies een vrij zuidelijke koers volgden. Boven Scandinavië lag een hogedrukgebied van 135 hpa

Nadere informatie

Verrassende uitkomsten in stromingen

Verrassende uitkomsten in stromingen Verrassende uitkomsten in stromingen Deel 2 G.A. Bruggeman De wiskundige theorie van de grondwaterstroming biedt nu en dan uitkomsten die opvallen door hun eenvoud of anderszins door hun bijzonder structuur,

Nadere informatie

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan: Fysica Vraag 1 Een blokje koper ligt bovenop een blokje hout (massa mhout = 0,60 kg ; dichtheid ρhout = 0,60 10³ kg.m -3 ). Het blokje hout drijft in water. koper hout water Als de bovenkant van het blokje

Nadere informatie

Een stroming ontstaat als er op een bepaalde watermassa een kracht. wordt uitgeoefend. De belangrijkste aandrijfmechanismen voor kuststromingen

Een stroming ontstaat als er op een bepaalde watermassa een kracht. wordt uitgeoefend. De belangrijkste aandrijfmechanismen voor kuststromingen Aandrijfmechanisme voorkuststromingen. Een stroming ontstaat als er op een bepaalde watermassa een kracht wordt uitgeoefend. De belangrijkste aandrijfmechanismen voor kuststromingen zijn het getij, de

Nadere informatie

Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen

Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen Dries Van den Eynde, José Ozer, Stephanie Ponsar Beheerseenheid Mathematisch Model Noordzee Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen Gulledelle

Nadere informatie

Roestig land. De Wijstgronden

Roestig land. De Wijstgronden Roestig land De Wijstgronden Verslag van de lezing en excursie van Professor R. T. van Balen en Nico Ettema voor de Werkgroep Geologie en Landschap. Bedafse Bergen, Uden. 10.00-1600 uur. Een mooie herfstdag.

Nadere informatie

Sessie 1 Inleiding plaattektoniek

Sessie 1 Inleiding plaattektoniek Sessie 1 Inleiding plaattektoniek Aarde is dynamisch The summit of Mount Everest is made of marine limestone, zo ongeveer drukt de Amerikaanse schrijver John McPhee in een paar woorden uit dat de Aarde

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. 20e eeuw

KLIMAATVERANDERING. 20e eeuw KLIMAATVERANDERING 20e eeuw Vraag De temperatuur op aarde is in de afgelopen honderd jaar gestegen met 0.2-0.5 C 0.6-0.9 C Antwoord De temperatuur op aarde is in de afgelopen honderd jaar gestegen met

Nadere informatie

Inleiding Waarom dit onderwerp?

Inleiding Waarom dit onderwerp? Inleiding Ik zou graag willen weten hoe vulkanen ontstaan. En wat de oorzaak kan zijn dat vulkanen uitbarsten. Waarom dit onderwerp? Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik laatst heel vaak de Etna op tv

Nadere informatie

Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen. tot de haven van Antwerpen bij een. maximale diepgang van 145 dm

Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen. tot de haven van Antwerpen bij een. maximale diepgang van 145 dm Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen tot de haven van Antwerpen bij een maximale diepgang van 145 dm 1. Algemeen Om een beeld te krijgen van de invloed van de nieuwe generatie

Nadere informatie

Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen

Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Sinds eind december worden de grondwaterpeilen geregistreerd in 22 peilputten in de Zwinomgeving. Door het continu opvolgen van de schommelingen

Nadere informatie

Overgangsverschijnselen

Overgangsverschijnselen Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of

Nadere informatie

Beknopt Stormrapport 17 juli 2004

Beknopt Stormrapport 17 juli 2004 Beknopt Stormrapport 17 juli 24 1. ANALYSE Situatie op 17.7.24 12u GMT : langs de voorzijde van een koufront, dat zich uitstrekt over de nabije Atlantische Oceaan, wordt er warme, potentieel onstabiele

Nadere informatie

Lesplan Aardbevingen in Griekenland Werkbladen

Lesplan Aardbevingen in Griekenland Werkbladen Introductie: Lesplan Aardbevingen in Griekenland Werkbladen Griekenland is wereldwijd gezien een van de landen met de hoogste seismische activiteit en het is het land met de hoogste seismische activiteit

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Systeem Aarde Hoofdstuk 1

Samenvatting Aardrijkskunde Systeem Aarde Hoofdstuk 1 Samenvatting Aardrijkskunde Systeem Aarde Hoofdstuk 1 Samenvatting door N. 1932 woorden 2 maart 2016 7,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Samenvatting Aardrijkskunde Systeem aarde Hoofdstuk

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Maandrapportage December 2014 Sign. Datum 22-jan-2015 Sign. Datum 22-jan-2015 D. Nieuwland B. Teuben Author Project Director Prepared Authorized INHOUD Het

Nadere informatie

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,

Nadere informatie

Tijpoort in relatie tot het toelatingsbeleid. Voor een veilige en vlotte op- en afvaart in het Scheldegebied. Infobrochure

Tijpoort in relatie tot het toelatingsbeleid. Voor een veilige en vlotte op- en afvaart in het Scheldegebied. Infobrochure Tijpoort in relatie tot het toelatingsbeleid Voor een veilige en vlotte op- en afvaart in het Scheldegebied Infobrochure Het toelatingsbeleid: voor een veilige en vlotte scheepvaart in het Scheldegebied

Nadere informatie

DE RUSTELOZE AARDE De aarde leeft... daar komen jullie in dit 'dossier' meer over te weten.

DE RUSTELOZE AARDE De aarde leeft... daar komen jullie in dit 'dossier' meer over te weten. DE RUSTELOZE AARDE De aarde leeft... daar komen jullie in dit 'dossier' meer over te weten. Voortdurend vinden er aardbevingen plaats en ook vulkanen kunnen na een slaap van duizenden jaren 'opeens' wakker

Nadere informatie

Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende.

Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende. KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HVO 09 tijdvak donderdag 9 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 78 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Effect van aardbevingen op leidingen de robuustheid van HDD. Paul Hölscher, Deltares i.s.m. Henk Kruse

Effect van aardbevingen op leidingen de robuustheid van HDD. Paul Hölscher, Deltares i.s.m. Henk Kruse Effect van aardbevingen op leidingen de robuustheid van HDD Paul Hölscher, Deltares i.s.m. Henk Kruse Onderwerpen 1. Verwachten we schade door geïnduceerde aardbevingen? 2. Wat speelt een rol? 3. Hoe berekenen

Nadere informatie