. D.B.W./RIZA. Stijghoogte-veranderingen door de aanleg van Westelijk Flevoland. D.B.W./RIZA nota Auteurs F.A.M. Claessen D.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download ". D.B.W./RIZA. Stijghoogte-veranderingen door de aanleg van Westelijk Flevoland. D.B.W./RIZA nota 88046. Auteurs F.A.M. Claessen D."

Antoon Aalderink
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Stijghoogte-veranderingen door de aanleg van Westelijk Flevoland D.B.W./RIZA nota Auteurs F.A.M. Claessen D. Endema. D.B.W./RIZA Hoofdafdeling WS

2 STIJGHODGTE-VERANDERINGEN DOOR AANLEG WESTELIJK FLEVOLAND INLEIDING In de stuurgroep uitvoering Geohydrologische Tegenmaatregelen (STUG) is afgesproken dat D.B.W./RIZA de veranderingen in de stijghoogte van het eerste watervoerende pakket -gemiddeld over het jaar- zou berekenen met hetzelfde grondwatermodel FIESTA waarmee destijds de veranderingen door aanleg van de Markerwaard zijn berekend (lit. 1). Op deze wijze is een vergelijking te maken tussen de omvang van de geohydrologische veranderingen door beide inpolderingsvarianten. Met de berekende verlagingen in het eerste pakket in het kustgebied van ~oord- Holland is met behulp van het eerder ontwikkelde instrumentarium (lit.1) een indruk te krijgen van de omvang en ruimtelijke spreiding van mogelijke nadelige effecten voor bebouwing en infrastructuur in Noord-Holland, als geen tegenmaatregelen zouden worden genomen. In deze notitie wordt volstaan met de presentatie van bovengenoemde stijghoogte berekeningen en een vergelijking tussen de veranderingen door aanleg van beide inpolderingsvarianten. In verband met de gevoeligheid voor bouwtechnische effecten is voornamelijk het kustgebied van Noord-Holland bekeken. OPZET BEREKENINGEN Het operationele FIESTA model is ter plaatse van de geprojecteerde polder W-~levolandop dezelfde wijze (knooppuntgewijs) geohydrologisch geschematiseerd als dat voor hetzelfde deel van de Markerwaard is gedaan. Eenzelfde polderpeil is aangehouden voor dat gebied. Het deel van de Markerwaard, dat in deze variant niet wordt ingepolderd, krijgt dezelfde schematisatie' als het Markermeer (1it.l). RESULTATEN Figuur 1 geeft het stijghoogte verlagingspatroon in het eerste pleistocene pakket. Het resultaat is representatief voor een stationaire grondwaterstromingssituatie die is ontstaan, geruime tijd na de inpol-

/RIZA de veranderingen in de stijghoogte van het eerste watervoerende pakket -gemiddeld over het jaar- zou berekenen met hetzelfde grondwatermodel FIESTA waarmee destijds de veranderingen door aanleg

3 dering. Voor de duur totdat de situatie stationair is kan dezelfde tijd (of iets korter) worden aangehouden als werd berekend voor de Markerwaard (90% eindverlaging in 5 'a 7 jaar, lit.1). Ter vergelijking is in figuur 2 het stijghoogte verlagingspatroon gegeven in het eerste pleistocene pakket door aanleg van de Markerwaard. Figuur 1 geeft aan dat in het gebied ten zuiden van Hwrn tot aan Waterland verlagingen van de stijghoogte kunnen optreden van 0,25 tot 0,50 in een strook van 0 tot 2 km lays de kust van het Markermeer. De waarden zijn slechts 35 'a 50% van die in geval de Markerwaard wordt aangelegd. In het kustgebied ten oosten van Hoorn varieren de berekende verlagingen in de stijghoogte tussen 1.0 m langs de kust tot 0,25 m langs de lijn Hoorn - Andijk. De waarden in dit gebied wijken duidelijk minder af van die bij Markerwaardaanleg. Dit is niet zo verwonderlijk omdat de positie en omvang van Westelijk Flevoland vwr dit gebied weinig afwijkt van die van de Markerwaard. De verlagingen zijn hier ongeveer 85% van de verlagingen bij Markerwaardaanleg. In onderstaande tabel zijn de stijghoogteverlagingen in het eerste pleistocene pakket door de aanleg van Westelijk Flevoland &n de Markerwaard van een aantal steden in het kustgebied aangegeven. Ook het %.verschil tussen beide verlagingen is aangegeven. De overall stijghoogte daling voor de belangrijkste en meest schade gevoelige gebieden zal bij aanleg van W-Flevoland ongeveer 55% van de verlagingen door de Markerwaard bedragen. Tabel. Stijghoogte-verlagingen (in m) in eerste pleistocene pakket in een aantal steden langs de Markermeerkust. r Stad verlaging stijghoogte door W-Flevoland Markerwaard percentage verlaging t.0.v. verlaging door Mar kerwaard (Mw = 100 %) Stedebroek Enkhuizen Hoorn Volendam ~d am Marker Monnikendam O % 87% 48% 44% 35% 44% 50% gemiddeld %

Figuur 1 geeft aan dat in het gebied ten zuiden van Hwrn tot aan Waterland verlagingen van de stijghoogte kunnen optreden van 0,25 tot 0,50 in een strook van 0 tot 2 km lays de kust van het

4 Literatuur: RWS, directie Waterhuishouding en Waterbeweging, district Noord mo-n , Lelystad "Een onderzoek in Noord-Holland naar de Geohydrologische Aspecten van de aanleg van de Markerwaard". F.A.M. Claessen

1982. "Een onderzoek in Noord-Holland naar de

5 Figuur 1 Stijqhooqte daling (eind situatie) in meters le watervoerend pakket door aanleg Westelijk-Flevoland.

6 Figuur 2 Berekende lijnen van qelijke stijghoogtedaling van het grondwater in het le watervoerend pakket bij een polderpeil in de Markerwaard van N.A.P m.

8 Monnic kendarn /. Figuur, 1 Stijghoogte daling (eind situatie) in meters le watervoerend pakket door aanleg Westelijk-Flevoland:

9 ,' Figuur 2....^. _I,.,.. ~. --.' ~erekende li jnen van geli jke sti jghoogtedaling van het grondwater in het le watervoerend pakket bij een polderpeil in de ~arkerwaard van N.A.P m.

10 Figuur 2 Berekende lijnen van gelijke stijghoogtedaling van het grondwater in het le watervoerend pakket bij een polderpeil in de Markerwaard van N.A.P m.

Vergelijkbare documenten

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Theunis Osinga, Wetterskip Fryslân Wiebe Terwisscha van Scheltinga, Wetterskip Fryslân Johan Medenblik, Provincie Fryslân Leeuwarden,