BIJLAGE - EFFECTEN DIJK STABILITEIT (RAPPORTAGE AMMD )

Transcriptie

1 Bijlagenboek 12.11

2 BIJLAGE EFFECTEN DIJK STABILITEIT (RAPPORTAGE AMMD ) Kopie aan Cluster Uitvoering Van M. Muller/J.M. Barker Onderwerp Stabiliteit tijdelijke vaargeulen Datum Inleiding en doel In deze memo zal de invloed van het aanbrengen van een vaargeul of losplaats op de stabiliteit van de bestaande dijk worden beoordeeld. In de huidige uitgangspunten wordt aangehouden dat in de uitvoering mogelijk een ontgraving op 30 m of meer van de bestaande dijk zal worden uitgevoerd. Deze memo zal op basis van enkele stabiliteitssommen het effect van deze ontgraving op de stabiliteit van de dijk en dijkbekleding beschouwen. De loswallen worden in een aparte memo/vergunningaanvraag beschouwd. Tevens wordt de stabiliteit van het nieuwe (verplaatste) dijkprofiel niet geanalyseerd in deze memo, dit zal worden geverifieerd in de controle van de uitvoeringsfase voor het nieuwe ontwerp. 2. Uitgangspunten Voor de basis wordt enkele berekeningen van het voorontwerp, bepaald conform Dijken op Veen (DoV) en de OIv3 rekenmethodiek, gebruikt. De minimale afstand tussen de teen van de dijk en de bovenkant insteek vaargeul bedraagt 30 m. Ter plaatse van de oeverdijk zal deze afstand groter zijn. De afgraving zal gebeuren onder een taludhelling 1:4. In deze memo wordt ten behoeve van de vergunning gekeken naar het relatieve effect van de ontgraving ten behoeve van de tijdelijke vaargeulen ten opzichte van de huidige situatie van de dijk (nulsituatie). Voor de beschouwing van dit relatieve effect wordt in de berekening uitgegaan van de dagelijkse omstandigheden en grondeigenschappen Aanvullend is in dit rapport ook de beoordeling met de specifieke ontwerpcondities (val na MHW) beschouwd. De resultaten hiervan zijn gepresenteerd in de bijlage. Voor de te hanteren ontgravingsdiepte zal het volgende worden aangehouden (uit Memo AMMD Geohydrologische aspecten): Ontwerp ontgravingsniveau NAP 3,9m Tolerantie uitvoering 0,25m Beïnvloeding door o.a. spoelgaten 1,0m * Ontgravingsdiepte voor toetsing NAP 5,15m * uitgangspunt is een vlakdekkende verlaging van het ontgravingsniveau van 1,0m. Lokaal zou er meer uitspoeling op kunnen treden. In onderstaande tabel zijn voor de verschillende locaties van de vaargeulen de beschikbare rekenprofielen weergegeven met de dagelijkse veiligheidsfactor zoals deze voor de nulvariant is berekend in het VO. Hierbij wordt benadrukt dat de STBU zoals berekend in de nulvarianten niet in alle situaties voldoet aan de gestelde eis. Voor deze tijdelijke situatie vormt dit geen probleem omdat alleen wordt beoordeeld of de veiligheid in de tijdelijke situatie niet lager wordt dan in de huidige situatie.

3 2 van 14 Tabel 1. Overzicht resultaten STBU voorontwerp Beschikbaar rekenprofiel Huidige veiligheidsfactor VO met dagelijkse condities (STBU Bishop) Loswal / Vaargeul 1 Oeverdijk Loswal / Vaargeul 2 Oeverdijk Loswal / Vaargeul 3 HE08A3 DP Loswal / Vaargeul 4 HE10A DP HE10B DP Loswal / Vaargeul 5 EA02A DP Loswal / Vaargeul 6 EA03B DP Loswal / Vaargeul 7 EA04A DP Loswal / Vaargeul 8 EA06 DP Loswal / Vaargeul 9 EA08 DP Loswal / Vaargeul 10 EA09 DP Een drietal (vetgedrukt in bovenstaande tabel) maatgevende rekenprofielen worden in deze memo onderzocht. Locaties vaargeulen en loswallen. 3. Berekening

4 3 van 14 De rekenprofielen waarvoor in deze memo het effect van de ontgraving wordt gecontroleerd, zijn geselecteerd op basis van een lage veiligheidsfactor buitenwaarts. De berekening wordt uitgevoerd met behulp van het model UpliftVan. Dit model is geschikt om de langgerekte bezwijkvormen te beschouwen die verwacht worden bij het aanbrengen van een relatief ondiepe ontgraving op enige afstand van de dijk. De veiligheidsfactoren zijn bepaald bij de volgende situaties: STBU met een kort glijvlak. STBU met een lang glijvlak. STBU na ontgraving met een lang glijvlak. Lokale stabiliteit t.p.v. de ontgraving met het rekenmodel, Bishop. Naast de beoordeling van de geometrische effecten van de vaargeul op de buitenwaartse dijkstabiliteit is ook gekeken naar de invloed van de stijghoogte op het maatgevende glijvlak voor de binnenwaartse stabiliteit (STBI). Uit de memo Geohydrologische effect tijdelijke vaargeulen (AMMD002238) blijkt dat voor de loswallen 5 en 6 ter plaatse van Volendam een maximale stijging van 0,7 m wordt berekend in het watervoerende pakket. 4. Conclusies In de onderstaande tabellen zijn de resultaten van de stabiliteitsberekening voor de geselecteerde profielen samengevat. De resultaten tijdens dagelijkse omstandigheden zijn gepresenteerd in tabel 2 en de grafische output is te vinden in bijlage 1. De resultaten bij de ontwerpconditie Val na Hoog water zijn te vinden in tabel 3 en bijlage 2. Tabel 2. Resultaten STBU dagelijkse omstandigheden Beschikbaar Veiligheidsfactor (SF) rekenprofiel Huidig (kort glijvlak) Huidig (lang glijvlak) Met ontgraving (lang glijvlak) Lokaal (Bishop) Loswal / Vaargeul 3 HE08A3 DP ,70 1,10 0,97 >2,0 Loswal / Vaargeul 6 EA03B DP ,63 0,91 0,83 >2,0 Loswal / Vaargeul 9 EA08 DP ,06 1,40 1,40 >2,0 Tabel 3. Resultaten STBU Val na HW Beschikbaar Veiligheidsfactor (SF) rekenprofiel Huidig (kort glijvlak) Huidig (lang glijvlak) Met ontgraving (lang glijvlak) Lokaal (Bishop) Loswal / Vaargeul 6 EA03B DP ,60 0,89 0,83 >2,0 Loswal / Vaargeul 9 EA08 DP ,04 1,37 1,34 >2,0

5 4 van 14 Uit bovenstaande tabel met de berekeningsresultaten kunnen de volgende conclusies worden getrokken voor de buitenwaartse stabiliteit: De ontgraving van de vaargeulen heeft een negatief effect op de berekende veiligheidsfactor van de lange glijvlakken; De ontgraving van de vaargeulen heeft geen negatief effect op de berekende veiligheidsfactor van de korte glijvlakken; De verlaagde waarde van de veiligheidsfactor voor de lange glijvlakken is altijd nog hoger dan de maatgevende veiligheidsfactor in de dagelijkse situatie zonder ontgraving. Daaruit kan geconcludeerd worden dat de veiligheid van de dijk niet achteruit gaat ten opzichte van de huidige veiligheid. De ontwerpconditie val na HW levert lagere waardes op voor de veiligheidsfactor ten opzichte van de dagelijkse condities. Wat betreft de veiligheid van de dijk blijven echter de lokale korte glijvlakken maatgevend. Stabiliteit huidig (kort glijvlak) is bepaald met UpliftVan waardoor een klein verschil met resultaten uit tabel 1 is te zien. De resultaten uit tabel 1 zijn namelijk bepaald met het rekenmodel Bishop. Het verschil tussen de twee modellen is verwaarloosbaar. Er dient rekening gehouden te worden met de volgende punten: Wanneer de vaargeulen dichter bij de bestaande dijk worden gesitueerd zou dit wel negatieve gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van de dijk; Tijdens bagger werkzaamheden bestaat in bepaalde grondsoorten het risico op bresvloeiing welke soms moeilijk te controleren is. Gezien de cohesieve ondergrond wordt dit mechanisme hier niet verwacht; Indien een buitenwaartse dijkverbetering wordt toegepast ter plaatse van een vaargeul moet zowel in de uitvoeringsfase als in de eindfase het effect van de ontgraving worden meegenomen in de controle van de stabiliteit. Dit zal ook voor de oeverdijk en de strekdammen gelden. Uit de beoordeling van de binnenwaartse stabiliteit volgt dat een verhoging van de stijghoogte bij de binnenteen geen effect heeft op het maatgevende glijvlak. Hiertoe is de maatgevende doorsnede ter plaatse van Volendam doorgerekend (Dijk24 DP21+90). De grafische output is in de bijlagen 3 opgenomen.

6 5 van 14 Bijlage I: output berekeningsresultaten buitenwaartse stabiliteit tijdens dagelijkse condities DP35+90 Vaargeul/Loswal 3 ter plaatse van Heintjesbraak Locatie Vaargeul 3, Duinkerke, N DetGyt Bb DetGyt Veen Al Veen Bb Veen Kr, Calais, N Al, Antr 2 Kr, Duinkerke, N, Duinkerke, N Bb, Calais, N Bb DetGyt Bb, Calais, N Kr Veen Kr Veen Bb, Calais, N Zand, Calais Al Calais, N, Calais, N Kr, Slip Calais, N Plane Bb Uplift Van Zand, Calais Bb Zand, Calais Kr DGeo Stability 16 nd, Calais Zand, Calais Kr Zand, Calais Bb Calais, N 2 Stabiliteit UpliftVan SF = 0,70 Pleistoceen, Calais, N 2 Kr, Calais, N 2 Bb Zand, Pleistoceen Kr Zand, Pleistoceen Bb Zand, Calais, Calais, N 2 Al, Calais, N 2 Bb, Calais, N 2 Kr Materials Ten eerste wordt de dagelijkse buitenwaartse stabiliteit (STBU) beoordeeld met behulp van het rekenmodel UpliftVan. Een factor, SF = 0,70 is bepaald. Dit komt overeen met de bepaalde veiligheidsfactor van het voorontwerp. DetG Vee 20/1 DGeo Stability 16.1 : D23 S8A3 DP35+90 dageli Veen DetGyt, Calais, N, Calais, N Zand, Calais, Calais, N 2 Zand, Pleistoceen, Antr 2 Kr, DetGyt Duinkerke, N, Antr 2, Kr Duinkerke, N Bb Veen Kr Veen DetGyt Bb Bb, Calais,, N Kr Calais, N Bb Zand, Calais Zand, Kr Calais Bb, Calais,, N 2 Calais, Kr N 2 Bb Zand, Pleistoceen Zand, Pleistoceen Kr Bb Zand, Pleistoceen DetG Vee Vee Vee, Cala Zan Zand, Ca Zan, Calai Zan Zand, Pleis Zan Zan

7 6 van 14 Stabiliteit UpliftVan. Dagelijkse situatie met een lang glijvlak SF = 1,10 Daarna wordt de veiligheidsfactor weer onderzocht met een lang glijvlak en rekenmodel, UpliftVan. Een lang glijvlak is gekozen die overeenkomt met de locatie van de vaargeul. Een SF = 1,10 is bepaald. Stabiliteit UpliftVan. Aanwezigheid vaargeul met een lang glijvlak SF = 0,97 In de derde stap wordt de ontgraving van de vaargeul beoordeeld. De locaties van de glijcirkels zijn niet aangepast zodat de invloed van de ontgraving kan worden beoordeeld. De SF gaat achteruit naar SF = 0,97. Echter, de dagelijkse stabiliteit (STBU) van de dijk wordt niet negatief beïnvloed omdat de veiligheidsfactor is groter dan de bepaalde veiligheidsfactor van het voorontwerp (SF = 0,70)., Calais, N Zand, Calais, Calais, N 2, Duinkerke, N Bb DetGyt Bb Veen Kr Ann 21/1 DGeo Stability 16.1 : D23 S8A3 DP35+90 dag, Calais, N Zand, Calais, Calais, N 2 Stabiliteit t.p.v. vaargeul SF > 2,0 DetGyt, Duin V, Calais, N Kr Zand, Calais Kr, Calais, N 2 Kr Zand, Pleistoceen Kr Veen Bb, Calais, N Bb Zand, Calais Bb, Calais, N 2 Bb Zand, Pleistoceen Bb Veen Al, Calais, N Al Zand, Calais Al Ten slotte is de lokale stabiliteit van de vaargeul onderzocht. Een SF van boven de 2,0 is bepaald. Een toetsingswaarde is niet bekend maar op basis van ervaring is dit voldoende veilig beschouwd. De taludhelling van 1:4 voldoet.

8 7 van 14 DP 6+90 Vaargeul/Loswal 6 ter plaatse van Pieterman ctr. 14/12/2016 date drw. DGeo Stability 16.1 : DoVTool _Dijk DGeo Stability 16.1 : DoVTool _Dijk25S3B DP6+90 dagelijks_uplift_geen vaargeul.sti Locatie Vaargeul 6, Z Z Stabiliteit UpliftVan. SF = 0,63, Duinkerke, Z, Duinkerke, Z2 Kr Slip Plane Uplift Van Zand, Calais, Z Kr Zand,, Antr Duinkerke, Bb Z, Antr Det/Gyt Bb, Duinkerke, Z2 Bb Zand, Calais, Z Bb, Duinkerke, Z2 Kr Zand, Calais, Z, Calais, Z Veen2 Zand, Calais, Z Kr, Calais, Z Kr Veen2 Kr Zand, Pleistoceen Kr, Duinkerke, Z2 Bb Zand, Calais, Z Bb, Calais, Z Bb Veen2 Bb Zand, Pleistoceen Bb, Duinkerke, Z Al Det/Gyt Al,, Calais, Z, Kr Calais, Z Bb Veen2 Calais, Z Veen2 Kr Veen2 Bb Stabiliteit UpliftVan. Dagelijkse situatie Zand, met Pleistoceen een lang glijvlak. Vl SF = 0,91 Zand, Pleistoceen Zand, Kr Pleistoceen Bb Zand, Pleistoceen Xm : [m] Ym : 0.56 [m], Duinkerke, Z Zand, Calais, Z Radius : 4.64 [m] Safety : 0.91 (0.87) Materials, Ant Veen V Zand, An, Dui, Ant Det/Gyt, Dui Zand, Ca, Cal Veen2 Zand, Ca, Cal Veen2 Zand,, Antr Duinkerke, Bb Z Det/Gyt Bb, Duinkerke,, Z2 Duinkerke, Kr Z2 Bb Zand, Pl, Antr Bb, Dui D Zand, Ca Zand, Calais, Z Zand, Kr Calais, Z Bb, Cal Veen2 Zand, Pl, Dui Det/Gyt, Dui Zand, Ca, Cal Veen2 Zand, Pl Zand, Pl

9 8 van 14 Stabiliteit UpliftVan. Aanwezigheid vaargeul met een lang glijvlak. SF = 0,83 Stabiliteit t.p.v. vaargeul. SF > 2,0

10 9 van 14 DP83+90 Loswal 9 ter plaatse van Uitdammer Locatie Vaargeul 9 Stabiliteit UpliftVan. SF = 1,06

11 m 10 van 14 Stabiliteit UpliftVan. Dagelijkse situatie met een lang glijvlak SF = 1,40 Stabiliteit UpliftVan. Aanwezigheid vaargeul met een lang glijvlak SF = 1,40 Ann 21/1 DGeo Stability 16.1 : Dijk28 S8 DP83+90 dage Veen 2, Calais, Z 2 Veen 3, Calais, Z 3 Zand 2 Stabiliteit t.p.v. vaargeul. SF > 2,0, Duinkerke, Z Zand 2, Calais, Z 2 Veen 3, Calais, Z 3 Zand Bb, Antr 2 Bb, Duinkerke, Z Bb DetGyt Bb Veen 2 Kr, Calais, Z 2 Kr Veen 3 Kr, Calais, Z 3 Kr Zand 2 Kr Veen 2 Bb, Calais, Z 2 Bb Veen 3 Bb, Calais, Z 3 Bb Zand 2 Bb, Duinkerke, Z Al DetGyt Al Veen 2 Al, Calais, Z 2 Al

12 11 van 14 Bijlage II: output berekeningsresultaten buitenwaartse stabiliteit tijdens conditie Val na HW. DP 6+90 Vaargeul/Loswal 6 ter plaatse van Pieterman Dijk 25 Sectie 3B DP6+90 form. 0variant Annex Versterking MMD AMMD ctr., Duinkerke, Z A4 form. Dijk 25 Sectie 3B DP Aug17 Versterking MMD AMMD ctr. date drw. 09Aug17, Duinkerke, Z DGeo Stability 17.1 : 2) DP6+90 MHWval_STBU lang z vaargeul UpliftVan.sti date drw. DGeo Stability 17.1 : 3) DP6+90 MHWval_STBU lang met vaargeul UpliftVan.sti Zand, Calais, Z Zand, Antr Bb, Antr Bb Det/Gyt Bb, Duinkerke, Z2, Kr Duinkerke, Z2 Bb Slip Plane Uplift Van Zand, Calais, Z KrZand, Calais, Z Bb Stabiliteit UpliftVan.. Conditie Val na HW SF = 0,60 Stabiliteit UpliftVan. Conditie Val na HW met een lang glijvlak SF = 1,37 Xm : [m] Ym : 0.56 [m] Stabiliteit UpliftVan. Aanwezigheid vaargeul met een lang glijvlak SF = 1,34 Xm : [m] Ym : 0.64 [m], Duinkerke, Z Det/Gyt Al Det/Gyt Bb, Duinkerke, Z2 Al, Duinkerke, Z2 Bb, Duinkerke, Z2 Kr Zand, Calais, Z Al, Duinkerke, Z Al Det/Gyt Al Zand, Calais, Z Bb, Duinkerke, Z2 Al Zand, Calais, Z Kr Zand, Calais, Z, Calais, Zand, Z Al Calais, Z Al Materials, Calais, Z Bb, Calais, Z Kr Zand, Antr Bb, Duinkerke, Z, Antr Bb, Duinkerke, Z Al Det/Gyt Al Det/Gyt Bb, Duinkerke, Z2 Al, Duinkerke, Z2 Bb, Duinkerke, Z2 Kr Zand,, Antr Duinkerke, Bb, Duinkerke, Z, Antr Z Bb, Zand, Duinkerke, Calais, Z Al Z Al Det/Gyt Bb Det/Gyt Al Zand, Calais, Z Bb, Duinkerke, Z2, KrDuinkerke, Z2 Bb, Duinkerke, Z2 Al Zand, Calais, Z Kr Zand, Calais, Z Zand, Calais, Z Zand, Kr Calais, Z Bb Zand, Calais, Z Al, Calais, Z Al Zand, Calais, Z, Calais, Z Bb, Veen2 Calais, Z Slip Plane, Uplift Calais, VanZ Kr, Calais, Z Bb, Calais, Z Kr, Calais, Z Al Veen2 Kr Veen2 Bb Veen2 Al, Calais, Z Zand, Pleistoceen Zand, Pleistoceen Zand, Kr Pleistoceen Bb Materials Veen2 Al Zand, Pleistoceen Al Zand, Pleistoceen Veen2, Bb Antr Kr Veen2 Veen Kr Veen2 Zand, Antr Bb Zand,, Pleistoceen Duinkerke, Al Z Zand,, Pleistoceen Antr Bb Bb Radius : 3.84 [m] Safety : 0.89 Zand, Det/Gyt Pleistoceen Bb Kr Zand,, Pleistoceen Duinkerke, Z2 Kr Zand, Calais, Z, Veen2 Calais, Z Zand, Pleistoceen Radius : 5.04 [m] Safety : 0.83 Zand, Calais, Z Zand, Kr Calais, Z Bb, Calais, Z Kr, Calais, Z Bb Veen2 Kr Veen2 Bb Zand, Pleistoceen Zand, Kr Pleistoceen Bb Zand, Pleistoceen Zand, Calais, Z, Calais, Z Veen2 Zand, Calais, Z Kr Zand,, Antr Duinkerke, Bb, Duinkerke, Z, Antr Z Bb, Calais, Z Kr, Duinkerke, Z Al Det/Gyt Bb Veen2 Kr Det/Gyt Al, Duinkerke, Z2, KrDuinkerke, Z2 Bb Zand, Pleistoceen, Duinkerke, Kr Z2 Al, Duinkerke, Z2 Bb Zand, Calais, Z Bb Zand, Calais, Z Al, Calais, Z Bb Veen2 Bb, Calais, Z Al Zand, Pleistoceen BbVeen2 Al, Duinkerke, Z Al Zand, Pleistoceen Al Det/Gyt Al, Duinkerke, Z2 Al Zand, Calais, Z Al, Calais, Z Al Veen2 Al Zand, Pleistoceen Al Zand, Pleistoceen, Duinkerk, Duinke

13 12 van 14 DP83+90 Loswal 9 ter plaatse van Uitdammer 0variant Annex form. 0variant A4 Annex A4 Dijk28 Sectie 8 DP83+90 form. Dijk28 Sectie 8 DP83+90 Versterking MMD AMMD Versterking MMD AMMD ctr. ctr. 09Aug17 09Aug17 date drw. date drw. DGeo Stability 17.1 : 1) DP83+90 NaValMHW UpliftVan Lang z ontgraving.sti DGeo Stability Zand Kr, Antr 2 Kr Veen Kr, Duinkerke, Z Kr DetGyt Veen 2 Bb Bb Veen 2 Kr, Calais, Z 2 Kr, Calais, Z 2 Bb Veen 3 Kr Veen 3 Bb, Calais, Z 3 Kr, Calais, Z 3 Bb Zand 2 Kr Zand 2 Bb Stabiliteit UpliftVan. Conditie Val na HW SF = 1,04, Duinkerke, Z Veen 2, Calais, Z 2 Veen 3, Calais, Z 3 DGeo Stability 17.1 : 1) DP83+90 NaValMHW UpliftVan Lang met ontgraving.sti Zand 2 Zand Bb, Antr 2 Bb, Duinkerke, Z Al, Duinkerke, Z Bb Stabiliteit UpliftVan. Conditie Val na HW met een lang glijvlak SF = 1,37 Xm : [m] Ym : 0.71 [m], Calais, Z 2 Veen 3, Calais, Z 3 Zand 2 Zand 2 Radius : 7.51 [m] Safety : 1.37, Duinkerke, Z Veen 2 Stabiliteit UpliftVan. Aanwezigheid vaargeul met een lang glijvlak SF = 1,34 Xm : [m] Ym : 3.88 [m] Slip Plane Uplift Van Radius : [m] Safety : 1.34 Zand Kr, Antr 2 Kr Zand Bb Veen Kr,, Antr 2 Duinkerke, Bb Z Al, Duinkerke, Z, Kr Duinkerke, Z Bb DetGyt Veen 2 Bb Bb, Veen Calais, 2 Z Kr 2, KrCalais, Z 2 Bb Veen 3 Kr Veen 3 Bb, Calais, Z 3, KrCalais, Z 3 Bb Slip Plane Uplift Van Zand 2 Zand 2 Kr Zand 2 Kr Zand 2 Bb Zand Kr, Antr Zand Bb Veen 2 Kr Kr,, Antr Duinkerke, 2 Bb Z Al, Duinkerke, Z, KrDuinkerke, Z Bb DetGyt Veen 2 Bb Bb, Veen Calais, 2 Z Kr, 2 Kr Calais, Z 2 Bb Veen 3 Kr Veen 3 Bb, Calais, Z, 3 Kr Calais, Z 3 Bb Zand 2 Bb Veen Kr, Duinkerke, Z Kr Zand Bb, Antr 2 Bb, Duinkerke, Z Bb, Duinkerke, Z Al DetGyt Al DetGyt Bb Veen 2 Al Veen 2 Bb Veen 2 Kr Veen 2, Calais, Z 2 Al, Calais, Z 2 Bb, Calais, Z 2 Kr, Calais, Z 2 Veen 3 Al Veen 3 Bb Veen 3 Kr Materials Veen 3, Duinkerke, Z, Calais, Z 3 Al Zand Kr, Antr 2 Kr Veen Kr, Duinkerke, Z Kr Veen 2, Calais, Z 2 Veen 3, Calais, Z 3 Zand Bb, Antr 2 Bb, Duinkerke, Z Bb DetGyt DetGyt Bb, Veen Veen Al 2 Kr, Veen Calais, 2 Calais, 3 Z Al Al 2 Al 2 Kr Materials Veen 3 Kr, Calais, Z 3 Al, Calais, Z 3 Kr, Duinkerke, Z Zand, 2 Antr Kr Kr Veen Zand 2 Bb 2 Al Zand Kr, Calais, Z 2 Bb, Antr 2 Kr Veen 3 Bb Veen Kr, Calais, Z 3 Bb, Duinkerke, Z Kr Zand 2 Bb Veen 2, Duinkerke, Z Al, Calais, Z 2 DetGyt Al Veen 3 Veen 2 Al, Calais, Z 3, Calais, Z 2 Al Zand Bb Veen 3 Al, Antr 2 Bb, Calais, Z 3 Al, Duinkerke, Z Bb Zand 2 Al DetGyt Bb Zand 2 DetGyt Veen Al 2 Kr, Veen, Calais, Z 2 Kr Veen Calais, 2 33 Kr Z Al Al 2 Al, Calais, Z 3 Kr, Calais, Z 3 Al Zand 2 Kr Veen 2 Bb Zand 2 Al, Calais, Z 2 Bb Veen 3 Bb, Calais, Z 3 Bb Zand 2 Bb, Duinkerke, Z Al DetGyt Al Veen 2 Al, Calais, Z 2 Al Veen 3 Al, Calais, Z 3 Al Zand 2 Al Zand 2, Duinkerke, Z Al, Duinkerke, Z Al

14 13 van 14 Bijlage III: output berekeningsresultaten binnenwaartse stabiliteit Dijk 24 DP21+90 Vaargeul/Loswal 5/6 ter plaatse van Volendam D24DP21+90 Locatie Vaargeulen 5 en 6 Maatgevend glijvlak STBI zonder vaargeul, SF = 0,65

15 14 van 14 Maatgevend glijvlak STBI met vaargeul, SF = 0,65 De verhoogde stijghoogte heeft geen invloed op het maatgevende glijvlak omdat het glijvlak vrij hoog ligt, boven de indringingszone van de tussenzandlaag. Hierdoor neemt de ongedraineerde sterkte over het maatgevende glijvlak niet af en wordt de maatgevende STBI dus niet beïnvloed. Verhoogde stijghoogte ter plaatse van binnenberm