De aanvullende regelingen vindt u onder de hoofdstukken van de CAR/UWO links in uw scherm.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De aanvullende regelingen vindt u onder de hoofdstukken van de CAR/UWO links in uw scherm."

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Emmen. Nr. CVDR408585_2 12 december 2017 Aanvullende regelingen Gemeente Emmen Aanvullende regelingen Gemeente Emmen Aanvullende regelingen Gemeente Emmen De aanvullende regelingen vindt u onder de hoofdstukken van de CAR/UWO links in uw scherm. 28 Regeling aanstelling in algemene dienst Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 Inzetbaarheid Artikel 3 Termijnen Artikel 4 Gesprekscyclus Artikel 5 Ondersteuning Artikel 6 Voorrangspositie Artikel 7 Werkwijze loopbaancommissie Artikel 8 Hardheidsclausule Artikel 9 Inwerkingtreding Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a medewerker: de ambtenaar in de zin van de GAR, dan wel degene met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten; b passende functie:een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Onder persoonlijkheid, vooruitzichten en omstandigheden kunnen onder meer worden verstaan: interesse, capaciteiten, ervaringen, persoonlijke omstandigheden, scholing en salaris. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger functieniveau of maximaal één functieniveau lager zijn dan de oude functie; c loopbaankandidaat:een medewerker die zich, na overleg met de leidinggevende heeft aangemeld bij het loopbaanadviesbureau en het benodigde portfolio volledig heeft gevuld, zulks ter beoordeling van het loopbaanadviesbureau; d portfolio:een digitale samenvoeging van formulieren en gegevens bestaande uit in ieder geval de persoonlijke- en algemene belangstellingsgegevens, potentieelprofiel, loopbaanplan (persoonlijk ontwikkelingsplan) en een logboek loopbaanontwikkeling; e gesprekscyclus: de planmatige gesprekken tussen leidinggevende en medewerker over werkplanning, inzetbaarheid, functioneren en beoordeling; f loopbaanadviesbureau: het loopbaanadviesbureau adviseert de loopbaancommissie inzake plaatsingsvoorstellen en faciliteert leidinggevenden en medewerkers met diverse instrumenten; g loopbaancommissie: De loopbaancommissie bestaat uit twee vaste leden en twee wisselende leden. De wisselende leden worden voor een periode van 1 jaar aangewezen. Daarnaast is er voor elk lid een plaatsvervanger aangewezen. De loopbaancommissie adviseert de concerndirectie over de te nemen plaatsingsbesluiten. Artikel 2 Inzetbaarheid Medewerkers in algemene dienst zijn in principe inzetbaar binnen de gehele organisatie op passende structurele en tijdelijke functies en op projecten met passende werkzaamheden. Artikel 3 Termijnen Nieuw in dienst tredende medewerkers en medewerkers waarvan de functiegebonden aanstelling per 1 januari 2013 van rechtswege is omgezet in een aanstelling in algemene dienst, worden voor een periode van ongeveer 5 jaar in de functie geplaatst waarop ze respectievelijk hebben gesolliciteerd of die ze op de dag voor de omzetting vervulden. De termijn bedoeld in het eerste lid kan na afloop worden verlengd. Leidinggevende en medewerker bepalen in overleg de duur van de verlenging. 1

2 De termijn wordt telkens automatisch met één jaar verlengd, indien de medewerker voor of met het aflopen van de termijn niet in een andere functie is geplaatst of ingeval er geen nieuwe afspraken zijn gemaakt over de termijn van voortzetting/verlenging van de plaatsing in de huidige functie. Artikel 4 Gesprekscyclus Gesprekken over de inzetbaarheid van de medewerker binnen de gemeentelijke organisatie worden gevoerd binnen het kader van de gesprekscyclus. Leidinggevende en medewerker maken jaarlijks concrete afspraken over ontwikkeling en opleiding gericht op inzetbaarheid in de huidige functie (effectiviteit) of over doorstroom naar een andere passende functie. De leidinggevende houdt bij het maken van de afspraken over ontwikkeling, opleiding of doorstroming, voor zover relevant, rekening met de persoonlijke situatie van de medewerker (leeftijd, gezondheid, gezinssituatie enz.). De leidinggevende faciliteert de medewerker in het realiseren van de afspraken over opleiding en ontwikkeling met inachtneming van het gestelde in hoofdstuk 17 van de GAR. Artikel 5 Ondersteuning Het loopbaanadviesbureau adviseert de leidinggevende en de medewerker bij het realiseren van het portfolio. De medewerker die zich wil oriënteren op een vervolgfunctie, heeft hierbij een eigen verantwoordelijkheid en wordt in de gelegenheid gesteld (een) loopbaantest(en) af te leggen. Artikel 6 Voorrangspositie Een loopbaankandidaat heeft, na kandidaten als gevolg van reorganisatie of arbeidsongeschiktheid een voorrangspositie bij het vervullen van openstaande formatieplaatsen. Ingeval een openstaande formatieplaats niet op de wijze als bedoeld in het vorige lid wordt ingevuld, kan deze worden vrijgegeven voor vacaturevervulling. Artikel 7 Werkwijze loopbaancommissie De loopbaancommissie maakt voor de plaatsing van loopbaankandidaten op openstaande formatieplaatsen een afweging tussen het belang van de organisatie, het belang van de medewerker en het belang van de organisatieeenheid en adviseert de concerndirectie over de plaatsing. De gemeentesecretaris neemt, met inachtneming van het advies van de loopbaancommissie en gehoord de directie een besluit omtrent de plaatsing van de medewerker en mandateert de uitvoering van dit besluit aan de verantwoordelijk leidinggevende. Bij plaatsing op leidinggevende functies op het 1e en 2e echelon (te weten: afdelingsmanagers en teamleiders) blijft de besluitvorming voorbehouden aan het college. Loopbaankandidaten,die op vrijwillige basis op een andere dan een passende functie worden benoemd, worden ingeschaald in de bij deze functie horende functieschaal. Artikel 8 Hardheidsclausule In die gevallen waarin de toepassing van deze regeling voor de medewerker onbedoeld tot een onbillijke of onredelijke situatie leidt, kan de gemeentesecretaris, gehoord de directie van deze regeling afwijken. Artikel 9 Inwerkingtreding Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling aanstelling in algemene dienst gemeente Emmen. Deze regeling treedt in werking per 1 juni

3 23 Regeling ambsteed/belofte Inhoudsopgave Artikel 1 Verplichting Artikel 2 Aflegging eed/belofte Artikel 3 Wijze van afleggen eed/belofte Artikel 4 Ondertekening formulier Artikel 5 Termijn Artikel 6 Inwerkingtreding Formulier Artikel 1 Verplichting Het mondeling afleggen van de ambtseed (belofte) overeenkomstig het hierbij gevoegde formulier is verplicht voor alle ambtenaren in dienst van de gemeente Emmen. Hiervan worden uitgezonderd de ambtenaren werkzaam bij het onderwijs en de functionarissen voor wie de beëdiging elders is geregeld. Artikel 2 Aflegging eed/belofte De eed (belofte) wordt door de ambtenaar afgelegd ten overstaan van de burgemeester, tenzij op basis van een hogere regeling anders is bepaald. Artikel 3 Wijze van afleggen eed/belofte Het afleggen van de eed (belofte) gebeurt als volgt: a de burgemeester, of diens plaatsvervanger, leest de eedsformule duidelijk voor; b degene die de eed aflegt moet vervolgens de twee voorste vingers van zijn rechterhand aaneengesloten opsteken en daarbij de woorden uitspreken: Zo waarlijk helpe mij God almachtig ; c degene die de belofte aflegt, spreekt de woorden: Dat beloof ik. Het afleggen en afnemen van de eed (belofte) moet staande plaatsvinden. De te beëdigen ambtenaar is vrij in zijn keuze tussen eed en belofte. Tevoren wordt hem naar zijn keuze gevraagd. Indien de ambtenaar zich verplicht acht de eed (belofte) op een andere wijze af te leggen, is afwijking van de voorgeschreven norm toegestaan. Lid 5 Aan de eeds(belofte)aflegging, die plaatsvindt in een speciaal daarvoor georganiseerde maandelijkse bijeenkomst, gaat een korte toespraak vooraf, waarin gewezen wordt op de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente en waarin de bijzondere positie van de ambtenaar en de waarde en inhoud van de eed (belofte) worden toegelicht. Tevens wordt een exemplaar van de gedragscode aan de ambtenaar overhandigd. Artikel 4 Ondertekening formulier Naast de mondelinge aflegging van de eed (belofte) moet in tweevoud een formulier volgens bijgaand model worden opgemaakt en ondertekend. Één exemplaar wordt bijgevoegd bij de voor aanstelling in ambtelijke dienst benodigde stukken; het andere wordt uitgereikt aan degene die de eed (belofte) heeft afgelegd. Artikel 5 Termijn De eed (belofte) moet zo spoedig mogelijk na indiensttreding worden afgelegd. Artikel 6 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2006 en geldt voor alle ambtenaren die vanaf die datum in dienst treden. Formulier Formule voor het afleggen van eed/belofte 3

4 19 Regeling beeldscherm- en veiligheidsbrillen Inhoudsopgave Artikel 1 Inleiding Artikel 2 Maatregelen met betrekking tot de bescherming van de ogen en het gezichtsvermogen van de werknemers Artikel 3 Toelichting op artikel 2 Artikel 4 Verstrekking en aanschaf Artikel 5 Processchema Artikel 1 Inleiding Gezondheidsklachten hangen vaak samen met een complex van factoren. Door de intrede van de automatisering is de computer onlosmakelijk verbonden met de mens. Met name langdurig en eenzijdig werk aan een beeldscherm kan een nadelige invloed hebben op de gezondheid. We zitten veel langer op dezelfde plek, in dezelfde houding. Het gevolg kan zijn een toenemend aantal oog-, rug-, nek-, schouder-, pols- en armklachten. Om hieraan zoveel mogelijk tegemoet te komen dient op de eerste plaats de werknemer bij indiensttreding gewezen te worden op de instructie "inrichting van de werkplek" (Arbo werkplek in de NAL). In artikel 5.11 van het Arbobesluit staan eisen ten aanzien van de verstrekking van beeldschermbrillen. Volledigheidhalve treft u de tekst aan. Artikel 2 Maatregelen met betrekking tot de bescherming van de ogen en het gezichtsvermogen van de werknemers Artikel 5.11 (Arbobesluit Arbeidsomstandighedenwet) Iedere werknemer die voor de eerste keer belast wordt met arbeid aan een beeldscherm wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór de aanvang van die arbeid een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan. Dit onderzoek heeft in ieder geval betrekking op de ogen en het gezichtsvermogen. De werknemer wordt opnieuw in de gelegenheid gesteld een onderzoek als bedoeld in het eerste lid, te ondergaan, indien zich bij hem gezichtsstoornissen voordoen die het gevolg kunnen zijn van het verrichten van arbeid aan een beeldscherm. Indien de resultaten van het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, dit vereisen, wordt de betrokken werknemer in de gelegenheid gesteld een oftalmologisch onderzoek te ondergaan. Indien de resultaten van het onderzoek, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, dit vereisen en normale oogcorrectiemiddelen niet kunnen worden gebruikt, worden aan de betrokken werknemer speciale, met de desbetreffende arbeid verbandhoudende, correctiemiddelen verstrekt. Artikel 3 Toelichting op artikel 2 Onder werknemer moet in dit verband worden verstaan, werknemer in de zin van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Emmen (GAR). Voordat werknemers voor het eerst arbeid aan een beeldscherm gaan verrichten dienen zij door de gemeente Emmen in de gelegenheid te worden gesteld een onderzoek aan de ogen en het gezichtsvermogen te ondergaan. Dit eerste lijnsonderzoek behelst het meten van de gezichtsscherpte en van het nabijheidpunt van accommodatie en moet gericht zijn op het voorzien van beeldschermwerkers van de juiste optische correctiemiddelen. Alle niet verklaarbare en niet met eenvoudige middelen te verhelpen oogklachten en gezichtsstoornissen moeten worden doorverwezen naar een bevoegde oogarts, die een oftalmologisch onderzoek (= een specialistisch onderzoek door een bevoegde oogarts) uitvoert. In navolging van het eerste lid dienen de desbetreffende werknemers in de gelegenheid te worden gesteld om periodiek hun ogen te laten onderzoeken, terwijl deze mogelijkheid eveneens geboden dient te worden indien zich bij de desbetreffende werknemer gezichtsstoornissen voordoen die het gevolg kunnen zijn van het verrichten van arbeid aan een beeldscherm. Als de resultaten in de eerder genoemde leden bedoelde onderzoeken dat vereisen, de werknemer in de gelegenheid moet worden gesteld een deskundig onderzoek door een bevoegde oogarts te ondergaan. 4

5 Indien de resultaten van enig onderzoek als bedoeld in dit artikel dit vereisen, en normale oogcorrectiemiddelen niet kunnen worden gebruikt, dient de werkgever de betreffende werknemer speciale met de betrokken arbeid verband houdende oogcorrectiemiddelen te verschaffen. Aangezien een beeldscherm op een afstand van 50 tot 70 centimeter van de ogen van de gebruiker staat, kan het voorkomen dat werknemers die verziend zijn (ook ouderdoms-verziendheid valt hieronder) een beeldschermbril nodig hebben voor deze afstand. De gewone leesbril is slechts geschikt voor leesafstand van 30 tot 50 centimeter. Monofocale brillen met een brandpunt van 50 tot 70 centimeter zijn in het algemeen - anders dan de voor meerdere doeleinden geschikte multifocale brillen te beschouwen als specifiek voor beeldschermarbeid geschikte oogcorrectie-middelen. Deze komen dus in aanmerking voor verstrekking door de werkgever in de vorm van vergoeding van de kosten. De regeling beeldschermbrillen is uitsluitend van toepassing voor het personeel in dienst van de gemeente Emmen. Artikel 4 Verstrekking en aanschaf De AM-Consulent wordt, door middel van het aanvraagformulier, schriftelijk door de (direct) leidinggevende in kennis gesteld dat er een aanmeting van een beeldschermbril kan plaatsvinden. Om te komen tot een registratie van de aangemeten brillen kan de factuur gebruikt worden. De factuur is hier leidend in. Indien er sprake is van beeldscherm geïndiceerd, zal de betrokken medewerker contact op nemen met de afdeling Interne Dienstverlening voor een externe bestelbon. De afdeling IDV/AHD noteert op de bon de naam en afdeling van de betrokken medewerker. De gegevens worden overgenomen van het aanvraagformulier Aanvraag beeldscherm- of veiligheidsbril (bijlage 4). Dit formulier is door de direct leidinggevende ingevuld en voorzien van FCL en ECL nummer. Bij de verstrekking van de beeldschermbril kan een keuze worden gemaakt uit een aantal standaardmonturen voor beeldschermbrillen en veiligheidsbrillen. De gemeente Emmen vergoed alleen de standaarduitvoering. Ten aanzien van de glazen is de beperking dat deze alleen geschikt zijn voor beeldschermarbeid. Kleuring van glazen wordt niet vergoed. De opticien stuurt vervolgens de factuur aan de gemeente Emmen, afdeling FAK. De AM-Consulent parafeert de nota en de afdeling FAK draagt zorg voor verdere afhandeling. De aanschaf van een veiligheidsbril is functiegebonden. Voor brildragende medewerkers geldt dezelfde procedure als bij de aanschaf van beeldschermbrillen. Voor niet-brildragende medewerkers kan worden volstaan met een veiligheidsbril en is het te volgen traject (oogmeting of aanpassing werkplek) niet van toepassing. De aanvraag voor een beeldscherm- en veiligheidsbril is onderstaand schematisch weergegeven. Artikel 5 Processchema Processchema 21 Regeling Bedrijfshulpverlening Inhoudsopgave Artikel 1 Algemene bepalingen Artikel 2 Aanwijzing als bedrijfshulpverlener Artikel 3 Criteria voor BHV-werkzaamheden Artikel 4 Toelagen Artikel 5 Extra beloning Artikel 6 Vergoeding van BHV-taken buiten de bedrijfstijd Artikel 7 Aansprakelijkheid Artikel 8 Inwerktreding Artikel 9 Citeertitel Artikel 1 Algemene bepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a bevoegd gezag: het college; b BHV-organisatie: bedrijfshulpverleningsorganisatie; c hoofd BHV: hoofd Bedrijfshulpverlening; d bedrijfshulpverlener: de medewerker die is aangesteld bij de gemeente en door het bevoegd gezag is aangewezen als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet met een of meer van de volgende taken: - bedrijfshulpverlener (brandbestrijding, ontruiming, eerstehulp); - ploegleider; In deze context dient u waar staat vermeldt hij of zijn, zover van toepassing zij of haar te lezen. 5

6 Artikel 2 Aanwijzing als bedrijfshulpverlener Aanwijzing tot bedrijfshulpverlener geschiedt voor onbepaalde tijd schriftelijk door het bevoegd gezag op voordracht van het hoofd BHV. Alleen medewerkers met een vast dienstverband komen in aanmerking voor de aanwijzing als bedrijfshulpverlener. In de aanwijzing wordt in ieder geval vermeld: a de naam, geboortedatum, adres en woonplaats van de medewerker; b de BHV-locatie, de taak bij de BHV en de datum van ingang waarin hij wordt aangewezen voor de taak bij de BHV. Intrekking dan wel wijziging van het besluit tot aanwijzing als bedrijfshulpverlener door het bevoegd gezag vindt plaats: a op schriftelijk verzoek van de medewerker; b op schriftelijk verzoek van de leidinggevende; c indien de medewerker niet voldoet aan de voor de taak gestelde eisen of indien er medische bezwaren bestaan tegen de uitoefening van deze taak, op schriftelijk verzoek van het hoofd BHV; d bij langdurige afwezigheid van langer dan 6 maanden wordt de BHV-er uitgesloten van deelname aan BHV-taken tot het moment dat voldaan wordt aan de gestelde eisen; e bij ontslag. Artikel 3 Criteria voor BHV-werkzaamheden De bedrijfshulpverlener voert naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfshulpverleningstaken naar behoren uit. Er is sprake van naar behoren uitvoeren als de bedrijfshulpverlener heeft voldaan aan de voor zijn taken vastgestelde criteria, te weten: a de bedrijfshulpverlener is: - in het bezit van een geldig basisdiploma Bedrijfshulpverlener, conform de richtlijnen van het NIBHV, en het in stand houden daarvan door het volgen van de daarvoor vereiste herhalingslessen; - aanwezig geweest bij minimaal 75% van de jaarlijks geplande BHV-activiteiten (volgen van herhalingslessen brandbestrijding, communicatie, ontruiming en noodzakelijke oefeningen); - inzetbaar geweest voor de primaire bedrijfshulpverlening, zoals: o o o o o het verrichten van levensreddende handelingen; het bestrijden van branden met kleine blusmiddelen; het afvoeren van gewonden, het begeleiden van personen in geval van ontruiming van de locatie; het controleren van (het) gebouw(en) op aanwezigheid van personen; het volgen van de jaarlijkse gebouwgebonden ontruimingsinstructie; b c de bedrijfshulpverlener is in het bezit van een geldig E.H.B.O.-diploma en het volgen van de daarvoor vereiste herhalingslessen; de ploegleider met goed gevolg de opleiding van ploegleider heeft gevolgd, conform de richtlijnen van het NIBHV, en deze in stand houdt door het volgen van de daarvoor vereiste herhalingslessen; - de ploegleider dient aanwezig te zijn bij minimaal 75% van de jaarlijks geplande BHV-activiteiten; o het volgen van de jaarlijks gebouwgebonden ontruimingsinstructie; o voldoende inzetbaar is geweest voor één van de bovengenoemde taken en bovendien leiding heeft gegeven aan meerdere leden van de BHV-organisatie; Medewerkers dienen door de leidinggevende in de gelegenheid te worden gesteld om deel te nemen aan de jaarlijks verplichte lessen. 6

7 Het bevoegd gezag ziet, op voordracht van het hoofd BHV, toe op de inzetbaarheid voor de aangewezen taak. Lid 5 (vervallen per besluit college B&W d.d ) Lid 6 Voor een vrouwelijk lid van de Bedrijfshulpverlening geldt dat zij gedurende de zwangerschapsperiode en de periode waarin het kind borstvoeding ontvangt tijdelijk ontheven is van deelname aan alle BHVactiviteiten. Betrokken medewerkster dient dit schriftelijk en tijdig te melden bij het hoofd BHV. Artikel 4 Toelagen (vervallen per besluit college B&W d.d ) Artikel 5 Extra beloning (vervallen per besluit college B&W d.d ) Artikel 6 Vergoeding van BHV-taken buiten de bedrijfstijd (vervallen per besluit college B&W d.d ) Artikel 7 Aansprakelijkheid Bij BHV-activiteiten wordt de door bedrijfshulpverlener als gevolg van een ongeval geleden schade door de gemeente Emmen vergoed, indien de bedrijfshulpverlener zich aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften heeft gehouden en het ongeval niet aan zijn schuld of nalatigheid is te wijten. Indien de bedrijfshulpverlener in het kader van BHV-activiteiten schade veroorzaakt en dientengevolge schadeplichtig jegens derden is vergoed de gemeente Emmen de schade, conform de algemene regels omtrent aansprakelijkheid, behoudens als de schade aan zijn schuld of nalatigheid is te wijten. Artikel 8 Inwerktreding Deze regeling treedt inwerking met ingang van 1 januari Artikel 9 Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling Bedrijfshulpverlening gemeente Emmen. 1 Regeling beloningsbeleid Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 Vaststelling salaris Artikel 3 Salarisverhoging Artikel 4 Functioneringstoelage Artikel 5 Arbeidsmarktoelage Artikel 6 Waarnemingstoelage Artikel 7 Toelage onregelmatige dienst Artikel 8 Toelage beschikbaarheidsdienst Artikel 9 Garantietoelage Artikel 10 Afbouwtoelage Artikel 11 Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties Artikel 12 Reis- en verblijfskostenvergoeding Artikel 13 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer Artikel 14 Bijzondere regeling Artikel 15 Slotbepaling Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a aanloopschaal:de salarisschaal direct voorafgaand aan de functieschaal; b extra periodieke verhoging:toekenning van de periodiek volgend op de naaste hogere periodiek; c functie:het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is te verrichten conform artikel 3:1 GAR; d functieschaal:de salarisschaal die bij een functie hoort; e GAR:Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Regeling gemeente Emmen; 7

8 f g h i j k l m n maximumsalaris:het salaris behorende bij periodieknummer 11 van de salarisschaal; periodiek:een maandbedrag uit de reeks maandbedragen waaruit een salarisschaal is opgebouwd; periodieke verhoging:toekenning van de naaste hogere periodiek; salaris:maandbedrag dat binnen de salarisschaal aan de ambtenaar is toegekend, naar evenredigheid van diens formele arbeidsduur; salarisschaal:een reeks maandbedragen als opgenomen in de bijlage bij hoofdstuk 3 van de GAR; uurloon:het 1/156e deel van het -zo nodig naar een volledige betrekking herberekende- salaris van de ambtenaar per maand; verhuisplicht:de verplichting om binnen een bepaalde termijn in of meer nabij de standplaats te gaan wonen; wezenlijke onderbreking: een onderbreking van langer dan twee maanden; Artikel 2 Vaststelling salaris Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:3 GAR wordt het salaris van de ambtenaar die (nog) niet voldoet aan alle aan de functie gestelde eisen ten aanzien van opleiding, ervaring en bekwaamheid, vastgesteld in de aanloopschaal. De aanloopschaal wordt in beginsel voor één jaar toegepast. Artikel 3 Salarisverhoging Aan een ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende schaal nog niet heeft bereikt wordt jaarlijks een periodieke verhoging toegekend, tenzij het functioneren dit in de weg staat. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:4 GAR kan aan een ambtenaar een salarisverhoging naar de volgende periodiek worden toegekend binnen de periode van twaalf maanden sinds zijn aanstelling, zijn laatste periodieke salarisverhoging of zijn promotie. Aan een ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende schaal nog niet heeft bereikt kan een extra periodieke salarisverhoging worden toegekend op grond van: a buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver; b andere door burgemeester en wethouders van voldoende belang geachte werkzaamheden. Artikel 4 Functioneringstoelage Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:8 GAR wordt een functioneringstoelage toegekend voor de periode van één jaar. Na afloop van deze periode kan aansluitend opnieuw een functioneringstoelage worden toegekend. De toelage bedraagt 10% van het salaris. De toelage wordt per maand of in een veelvoud daarvan betaalbaar gesteld. Artikel 5 Arbeidsmarktoelage Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:9 GAR wordt een arbeidsmarktoelage toegekend voor de periode van drie jaar. Na afloop van deze periode kan aansluitend opnieuw een arbeidsmarkttoelage worden toegekend. De toelage bedraagt 10% van het salaris. De toelage wordt per maand of in een veelvoud daarvan betaalbaar gesteld. Een eenmaal verleende toelage wordt ingetrokken, indien voor de ambtenaar een schaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris, dan wel indien hij een andere functie gaat bekleden. 8

9 Artikel 6 Waarnemingstoelage Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:10 GAR wordt ten behoeve van de fictieve inschaling als bedoeld in lid 2 uitgegaan van dezelfde periodiek die de waarnemer heeft, maar dan in de functieschaal van degene die waargenomen wordt. Artikel 7 Toelage onregelmatige dienst Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:11 GAR wordt voor de berekening van de toelage onregelmatige dienst het uurloon van de ambtenaar gehanteerd, tenzij dit uurloon uitgaat boven het uurloon behorende bij het maximum van salarisschaal 6. In dat geval wordt het uurloon behorende bij het maximum van salarisschaal 6 gehanteerd ten behoeve van de berekening van de toelage onregelmatige dienst. De toelage onregelmatige dienst kan zowel achteraf (op basis van het gerealiseerde rooster) worden toegekend, als vooraf (op basis van het geplande rooster) bij wijze van voorschot worden toegekend. Artikel 8 Toelage beschikbaarheidsdienst Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:13 GAR wordt voor de berekening van de toelage beschikbaarheidsdienst het uurloon van de ambtenaar gehanteerd, tenzij dit uurloon uitgaat boven het uurloon behorende bij het maximum van salarisschaal 7. In dat geval wordt het uurloon behorende bij het maximum van salarisschaal 7 gehanteerd ten behoeve van de berekening van de toelage beschikbaarheidsdienst. De toelage beschikbaarheidsdienst kan zowel achteraf (op basis van het gerealiseerde rooster) worden toegekend, als vooraf (op basis van het geplande rooster) bij wijze van voorschot worden toegekend. Artikel 9 Garantietoelage Het bepaalde in artikel 3:15 GAR is niet van toepassing op: a salaristoelagen waarvan de toekenningsperiode is verstreken; b toepassing van hoofdstuk 7 GAR; c situaties als bedoeld in artikel 3:5 GAR. Artikel 10 Afbouwtoelage Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:16 GAR wordt de looptijd van de afbouwtoelage vastgesteld op drie jaar. Ingeval de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar of ouder heeft bereikt en hij direct voorafgaande aan de verlaging of beëindiging de toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten is het bepaalde in artikel 3:15 GAR van toepassing. Artikel 11 Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:20 GAR kan het eenmalig toegekende geldbedrag in meerdere termijnen uitgekeerd worden. De bijzondere beloning als bedoeld in artikel 15:1:28 onder b. GAR wordt toegekend in de vorm van een gratificatie waarbij de hoogte ter beoordeling is van het bevoegd gezag. Artikel 12 Reis- en verblijfskostenvergoeding Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:21 GAR wordt ten behoeve van een dienstreis gebruik gemaakt van een dienstfiets, een dienstauto of een OV-vervoersbewijs (OV-chipkaart 1e klasse). Ingeval dit niet mogelijk is, worden de reiskosten ten behoeve van de dienstreis vergoedt met inachtneming van het bepaalde in de regeling vergoeding reis- en verblijfskosten. Verblijfskosten verband houdende met een dienstreis worden uitsluitend vergoedt op basis van declaratie en met inachtneming van het bepaalde in de regeling vergoeding reis- en verblijfskosten. 9

10 Artikel 13 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:22 GAR kan een reiskostenvergoeding ten behoeve van het woon-werkverkeer uitsluitend worden toegekend indien: a daartoe een verhuisplicht als bedoeld in artikel 18:1:16 GAR ten grondslag ligt; b of het bepaalde in artikel 18:1:17 GAR van toepassing is. Artikel 14 Bijzondere regeling Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling. Artikel 15 Slotbepaling Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling beloningsbeleid gemeente Emmen Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari Met de invoering van deze regeling vervalt de Bezoldigingsregeling ; Met de invoering van deze regeling vervallen de artikelen 4, 5 en 6, alsmede lid 5 van artikel 3 van de Regeling bedrijfshulpverlening gemeente Emmen. 5 Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering Inhoudsopgave Artikel 1 Definities Artikel 2 Vaststelling functiebeschrijvingen Artikel 3 Vaststelling waarderingen Artikel 4 Vaststelling conversietabel Artikel 5 Voorbereiding indelingsadvies, indelingsbesluit en bezwaar Artikel 6 Bezwarencommissie Artikel 7 Nieuwe en gewijzigde taken Artikel 8 Wijziging functiebeschrijvingen Artikel 9 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 1 Definities a Functie:Het samenstel van taken en/of werkzaamheden dat, afgeleid uit de taakstelling van de organisatie, is opgedragen aan een functiehouder. b Functiebeschrijving: De normbeschrijving, dan wel de lokale functiebeschrijving, die een resultaatgerichte weergave is van aard, overwegend karakter, niveau en complexiteit van taken. c Normbeschrijving: De generieke functiebeschrijving zoals opgenomen in het normbestand van HR21. De normbeschrijving is voorzien van een vaste waardering (puntenreeks). d Lokale functiebeschrijving:de volgens het format van HR21 lokaal gewijzigde normbeschrijving of toegevoegde (nieuwe) functiebeschrijving. e Functiehouder: - de ambtenaar in de zin van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling, of - de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, als bedoeld in artikel 2:5 van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling, is aangegaan. f g h i j k l m Functiewaardering:Het bepalen van de relatieve functiewaarde van een functiebeschrijving aan de hand van de in HR21 vastgelegde waarderingsmethode. Bevoegd gezag:het college van burgemeester en wethouders. Bestuurder: De bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Directie: De gemeentesecretaris/algemeen directeur en de directeuren. Managersoverleg: De directie en de afdelingsmanagers. Externe deskundige: Een door de systeemhouder (VNG) erkend deskundige inzake de ontwikkeling, toepassing en werking van HR21. Gecertificeerde gebruiker:de volgens de normering van de extern deskundige opgeleide lokale gebruiker die geautoriseerd is om te werken met HR21. Bezwarencommissie: De adviescommissie zoals bedoeld in artikel 6 van deze regeling. 10

11 n Functieschaal: De voor de ambtenaar geldende schaal, zoals is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de door hen vastgestelde gestelde conversie, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Bezoldigingsregeling. Artikel 2 Vaststelling functiebeschrijvingen De afdelingsmanagers selecteren (in samenspraak met de externe deskundige en/of een gecertificeerde gebruiker) per functie een normbeschrijving uit HR21.In de zeer uitzonderlijke situatie dat de normbeschrijving voor de functie onvolledig is, dan wel een voor de functie dekkende normbeschrijving niet beschikbaar is, wordt een lokale functiebeschrijving opgesteld. De geselecteerde normbeschrijving(en) en/of lokale functiebeschrijving(en), wordt/worden besproken binnen de directie en door of namens de bestuurder voorlopig vastgesteld. De voorlopig vastgestelde functiebeschrijving(en) wordt/worden door de bestuurder ter informatie aangeboden aan de ondernemingsraad. Indien sprake is van een organisatiebrede functiebeschrijvingssronde, of indien sprake is van een organisatorische verandering zoals bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de WOR, stelt de bestuurder de ondernemingsraad in de gelegenheid advies uit te brengen over de voorgenomen vaststelling van de functiebeschrijvingen. Artikel 25, leden 2 tot en met 6, en artikel 26 WOR zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing. Met inachtneming van het bepaalde in het tweede of derde lid, legt de bestuurder de functiebeschrijvingen ter vaststelling voor aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag stelt daarna de functiebeschrijvingen vast bij algemeen verbindend voorschrift. Artikel 3 Vaststelling waarderingen In opdracht van het bevoegd gezag wordt door de gecertificeerde gebruiker en/of externe deskundige, aan de hand van de in HR21 vastgelegde functiewaarderingsmethode, alle functiebeschrijvingen gewaardeerd. De waarderingsresultaten van de lokale functiebeschrijvingen worden ter toetsing aangeboden aan de commissie zoals bedoeld in artikel 5 lid 4 die in dezen optreedt als toetsingscommissie. De waarderingsresultaten worden opgenomen in een functiewaarderingsadvies aan de directie. Het waarderingsadvies bevat in ieder geval: a een motivering, gerubriceerd per invalshoek en dimensie, van de subscores en de totaalscore per functiebeschrijving: b een overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle functiebeschrijvingen: c een gecombineerd overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle functiebeschrijvingen; d een verslag van de toetsing als bedoeld in dit lid. Het functiewaarderingsadvies wordt door de directie voorgelegd aan het bevoegd gezag. Afwijking van het advies kan slechts plaatsvinden op basis van zwaarwegende argumenten. Het bevoegd gezag stelt daarna de waardering van de functiebeschrijvingen bij algemeen verbindend voorschrift vast. Artikel 4 Vaststelling conversietabel Het bevoegd gezag stelt op basis van de vastgestelde gemeentelijke salarisstructuur, na verkregen overeenstemming binnen de Commissie voor Georganiseerd Overleg, een conversietabel vast. Wijziging van de gemeentelijke salarisstructuur vindt niet plaats zonder overeenstemming binnen de Commissie voor Georganiseerd Overleg. Door middel van toepassing van de vastgestelde conversietabel worden de waarderingen van alle functiebeschrijvingen omgezet naar functieschalen. 11

12 Artikel 5 Voorbereiding indelingsadvies, indelingsbesluit en bezwaar De directie adviseert (in samenspraak met de externe deskundige en/of een gecertificeerde gebruiker) het bevoegd gezag over de indeling van functiebeschrijvingen. Namens het bevoegd gezag maakt de directie aan de functiehouder schriftelijk bekend welke functiebeschrijving zij voornemens is op de functie van toepassing te verklaren (indelingsbesluit). In het voorgenomen indelingsbesluit zijn tevens de gevolgen opgenomen voor de inschaling, het salaris en/of de bezoldiging. De functiehouder wordt in de gelegenheid gesteld een zienswijze over de indeling van de functiebeschrijving kenbaar te maken. De termijn voor het kenbaar maken van de zienswijze bedraagt vier weken. De zienswijze wordt door de functiehouder schriftelijk en gemotiveerd kenbaar gemaakt aan de directie. De directie legt de zienswijze ter advisering voor aan de bedenkingencommissie. De bedenkingencommissie bestaat uit drie leden, te weten: a een lid aan te wijzen door de werknemersdelegatie vanuit de commissie voor Georganiseerd Overleg, niet werkzaam bij of voor de gemeente of vaste adviseur van de werknemersdelegatie in de commissie voor Georganiseerd Overleg; b een lid aan te wijzen door het bevoegd gezag; c een voorzitter, aan te wijzen door de leden onder a. en b. Lid 5 Na afloop van de in het derde lid genoemde termijn neemt het bevoegd gezag, indien van toepassing na heroverweging van de ingediende zienswijze(n) van de functiehouder(s) en het advies van de bedenkingencommissie, een indelingsbesluit. In het indelingsbesluit zijn tevens de gevolgen opgenomen voor de inschaling, het salaris en/of de bezoldiging. Het indelingsbesluit is een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 6 Bezwarencommissie De functiehouder kan binnen zes weken na bekendmaking van het indelingsbesluit bezwaar maken bij het bevoegd gezag. Het maken van bezwaar, als bedoeld in het eerste lid, dient schriftelijk en gemotiveerd te gebeuren. Er is een onafhankelijke bezwarencommissie, als bedoeld in artikel 7:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ter voorbereiding van een beslissing op bezwaar tegen een indelingsbesluit. De bezwarencommissie bestaat uit: a een voorzitter aan te wijzen door het bevoegd gezag, b een lid aan te wijzen door de Commissie voor Georganiseerd Overleg, en c een door beide voorgaande leden in onderling overleg aan te wijzen derde lid. Lid 5 Aan de bezwarencommissie wordt een door het bevoegd gezag aan te wijzen functionaris als secretaris toegevoegd. De secretaris heeft geen stemrecht. Lid 6 a De bezwarencommissie dient in voltalligheid een bezwaar te behandelen. b De functiehouder die het bezwaar heeft gemaakt wordt in de gelegenheid gesteld zijn bezwaar tijdens een hoorzitting van de bezwarencommissie mondeling toe te lichten. De functiehouder kan zich hierbij laten bijstaan. c Indien de bezwarencommissie dit noodzakelijk oordeelt, kan zij informanten horen. De bezwarencommissie is bevoegd schriftelijk inlichtingen in te winnen. d De vergaderingen van de bezwarencommissie zijn niet openbaar. 12

13 Lid 7 a Het advies van de bezwarencommissie wordt aan het bevoegd gezag toegezonden. b Een afschrift van het advies van de bezwarencommissie wordt tegelijkertijd toegezonden aan de functiehouder. Lid 8 Binnen de beslistermijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht, neemt het bevoegd gezag een beslissing op het bezwaar van de functiehouder. De beslissing op bezwaar wordt schriftelijk en met redenen omkleed aan de functiehouder medegedeeld. Artikel 7 Nieuwe en gewijzigde taken Indien aan een functiehouder nieuwe of gewijzigde taken worden opgedragen met een substantieel en structureel karakter en deze niet zijn te herleiden tot een op grond van artikel 2, lid 4 van deze regeling vastgestelde functiebeschrijvingen, heroverweegt het bevoegd gezag, na een advies van de directie, de indeling van de functiebeschrijvingen. Indien de heroverweging leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan is het bepaalde in artikel 5 van overeenkomstige toepassing. In het geval de heroverweging niet leidt tot een nieuw indelingsbesluit, wordt de functiehouder hiervan onverwijld in kennis gesteld. Artikel 8 Wijziging functiebeschrijvingen Bij wijziging van de structuur, taken of doelstellingen van de organisatie wordt, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, door of namens de bestuurder bezien of de vastgestelde functiebeschrijvingen nog volledig en/of toereikend zijn. Het selecteren, wijzigen of opstellen van nieuwe functiebeschrijvingen verloopt volgens de procedure als beschreven in artikel 2 van deze procedureregeling. Een verzoek tot heroverweging van de bestaande functiebeschrijvingen kan ook worden ingediend door de ondernemingsraad. Artikel 9 Overgangs- en slotbepalingen Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen omtrent hetgeen in deze procedureregeling is neergelegd voorzover aard en strekking van deze regeling zich daartegen niet verzet. Indien en voor zover bij nadere regels van deze regeling wordt afgeweken, dient hierover voorafgaand instemming te worden gevraagd aan de commissie voor Georganiseerd Overleg. Het bepaalde in artikel 27, tweede tot en met zevende lid, van de WOR is van overeenkomstige toepassing. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet beslist het bevoegd gezag. Deze regeling kan worden aangehaald als Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Emmen en treedt in werking op 1 juli Met ingang van voornoemde datum worden de Procedureregeling organieke functiebeschrijving en de Regeling functiewaardering ingetrokken. 10 Regeling HR-gesprekken Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 HR-gesprekscyclus Artikel 3 Individueel werkplangesprek Artikel 4 Voortgangsgesprek Artikel 5 Beoordelingsgesprek Artikel 6 Vaststelling beoordeling Artikel 7 Hardheidsclausule Artikel 8 Inwerkingtreding Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 13

14 a b c d e f g h i j medewerker: de ambtenaar in de zin van de GAR, dan wel degene met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten; leidinggevende: degene die voor toepassing van deze regeling als hiërarchisch of functioneel leidinggevende is aangewezen (algemeen directeur/gemeentesecretaris, concerndirecteur, afdelingsmanager of teamleider); HR-gesprekscyclus: de planmatige gesprekken tussen leidinggevende en medewerker over werkplanning, ontwikkeling, inzetbaarheid, functioneren en beoordeling; individueel werkplangesprek:een jaarlijks, tweezijdig gesprek tussen de leidinggevende en de medewerker waarin het individuele werk- en ontwikkelplan van de medewerker wordt opgesteld; individuele werk- en ontwikkelplan van de medewerker (IWOP); voortgangsgesprek:een jaarlijks, gesprek tussen de leidinggevende en de medewerker over de voortgang van de in het IWOP vastgelegde afspraken; beoordelingsgesprek: een jaarlijks gesprek tussen de beoordelaar en de medewerker op basis van de vooraf door de beoordelaar opgemaakte voorgenomen beoordeling; beoordelaar:de direct leidinggevende van de medewerker; beoordeelde:de medewerker die wordt beoordeeld; beoordeling: een uniforme methode gericht op het vastleggen van het oordeel van de beoordelaar over de bereikte resultaten, ontwikkeling en functioneren van de medewerker in het beoordelingsjaar. De in het IWOP en in voortgangsgesprek(ken) vastgelegde resultaat- en ontwikkelafspraken vormen mede de basis van de beoordeling. Artikel 2 HR-gesprekscyclus De HR-gesprekscyclus beslaat een periode van één jaar en bestaat uit het individueel werkplangesprek, minimaal één voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in het formulier HR-gesprekken. Artikel 3 Individueel werkplangesprek Het individueel werkplangesprek heeft tot doel de wederzijdse verwachtingen van de leidinggevende en medewerker te bespreken en te bepalen welke taken de medewerker het komende jaar gaat uitvoeren en welke resultaten hij moet bereiken, de resultaatafspraken. De basis van deze afspraken zijn de functiebeschrijving, de competenties, de kernwaarden en het afdelings- en teamplan. Daarnaast worden afspraken gemaakt over de persoonlijke en professionele ontwikkeling, vitaliteit, arbeidstijden, arbeidsomstandigheden en ondersteuning, die nodig zijn voor de realisatie van de gemaakte afspraken. Het individueel werkplangesprek vindt jaarlijks plaats in de maanden januari - maart. Mocht hiervoor een bijzondere aanleiding zijn ter beoordeling aan de leidinggevende dan kan het individueel werkplangesprek in een andere maand plaats vinden. De datum van het gesprek wordt in onderling overleg bepaald. De gemaakte afspraken als bedoeld in het eerste lid worden vastgelegd in het formulier HR-gesprekken. Deze afspraken vormen mede de basis voor de overige gesprekken in de HR-gesprekscyclus en de beoordeling van het functioneren. Leidinggevende en medewerker tekenen het formulier voor akkoord. Als de leidinggevende en de medewerker het oneens zijn over de te maken afspraken, beslist de leidinggevende vanuit zijn hiërarchische bevoegdheid. De mening van de medewerker wordt vermeld op het formulier HR-gesprekken. Artikel 4 Voortgangsgesprek Het voortgangsgesprek heeft tot doel de realisering van de in het individueel werkplangesprek vastgelegde afspraken, zoals beschreven in artikel 3, te volgen. Waar nodig worden de afspraken na overleg tussen de leidinggevende en medewerker bijgesteld, aangevuld dan wel aangescherpt. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in het formulier HR-gesprekken. Beide tekenen voor akkoord. Het voortgangsgesprek vindt plaats in de periode mei september van het beoordelingsjaar. Mocht hiervoor een bijzondere aanleiding zijn ter beoordeling aan de leidinggevende dan kan het voortgangsgesprek vaker en/of in een andere maand plaats vinden. 14

15 Met een nieuw benoemde medewerker vindt een voortgangsgesprek plaats binnen zes maanden na indiensttreding. Hetzelfde geldt voor medewerkers die na herplaatsing of doorstroming belast zijn met een andere functie. Artikel 2 is zoveel mogelijk van toepassing. Leidinggevende en medewerker tekenen het formulier voor akkoord. Lid 5 Als de leidinggevende en de medewerker het oneens zijn over de te maken afspraken, beslist de leidinggevende vanuit zijn hiërarchische bevoegdheid. De mening van de medewerker wordt vermeld op het formulier HR-gesprekken. Artikel 5 Beoordelingsgesprek Het beoordelingsgesprek heeft tot doel beoordeelde een uitleg te verschaffen over de voorgenomen beoordeling. De beoordeling wordt eenzijdig opgemaakt door de beoordelaar en is onder andere gebaseerd op de afspraken over resultaten, competenties en ontwikkeling die in de periode voorafgaand aan de beoordeling zijn gemaakt. De beoordelaar geeft zijn bevindingen weer in één van de volgende scores: Onvoldoende: Matig: Normaal/goed: Zeer goed: Uitstekend: het resultaat is over het algemeen onvoldoende en voor verbetering vatbaar het resultaat blijft achter bij hetgeen verwacht wordt en is voor verbetering vatbaar het resultaat is normaal/goed en vraagt niet of slechts op een enkel onderdeel verbetering het resultaat is beter dan hetgeen verwacht wordt en ligt boven de afgesproken norm het resultaat overstijgt in grote mate de verwachtingen en afgesproken norm. Voor elke resultaatafspraak geeft de leidinggevende één score ondersteund door een motivering. Een onvoldoende score moet onderbouwd kunnen worden door concrete feiten (naar tijd, plaats, voorval omstandigheden etc.). Voor elke resultaatafspraak geeft de leidinggevende één score ondersteund door een motivering. Een onvoldoende score moet onderbouwd kunnen worden door concrete feiten (naar tijd, plaats, voorval omstandigheden etc.). Lid 5 Het beoordelingsgesprek met de medewerker vindt jaarlijks uiterlijk 31 december plaats. Mocht hiervoor een bijzondere aanleiding zijn ter beoordeling van de leidinggevende dan kan het beoordelingsgesprek in een andere maand plaats vinden, maar uiterlijk in het eerste kwartaal van het daarop volgende jaar. Lid 6 In overleg met de medewerker bepaalt de leidinggevende het tijdstip van het beoordelingsgesprek. De medewerker ontvangt minimaal één week voor het gesprek een voorgenomen beoordeling van de leidinggevende, zodat hij zich op het beoordelingsgesprek voor kan bereiden. Tijdens het beoordelingsgesprek geeft de leidinggevende een (nadere) toelichting op de inhoud en conclusie van de voorgenomen beoordeling. De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld vragen te stellen over de inhoud van deze voorgenomen beoordeling. De leidinggevende kan naar aanleiding van de besproken argumenten de inhoud van de voorgenomen beoordeling wijzigen. Artikel 6 Vaststelling beoordeling Indien de medewerker het niet eens is met de voorgenomen beoordeling van de leidinggevende, dan dient hij zijn zienswijze uiterlijk binnen twee weken na het gevoerde gesprek schriftelijk en gemotiveerd aan de leidinggevende kenbaar te maken. De medewerker moet gemotiveerd aangeven waarom het voorgenomen oordeel over zijn functioneren naar zijn mening onjuist is. De leidinggevende plant binnen twee weken na indiening van de zienswijze een nader gesprek over de voorgenomen beoordeling en de zienswijze van beoordeelde in waarbij de beoordeelde de mogelijkheid krijgt zijn zienswijze toe te lichten. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt. 15

16 Na het beoordelingsgesprek en eventueel het zienswijzegesprek stelt de leidinggevende binnen vier weken een definitieve beoordeling op. Hij maakt hierbij gebruik van de informatie verkregen in het beoordelingsgesprek en eventueel het zienswijzegesprek. De beoordeling wordt door de leidinggevende en medewerker getekend. De medewerker tekent voor gezien. Lid 5 De beoordeling is een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). De beoordeling is gericht op het formeel vaststellen van de wijze van functioneren in relatie tot de gemaakte afspraken. De beoordeling kan dienen voor bijvoorbeeld: a ten aanzien van nieuw benoemde medewerkers: het besluit tot aanstelling in vaste dienst, in ieder geval binnen 11 maanden na indiensttreding dan wel na herplaatsing; b besluiten over beloning, zoals het al dan niet toekennen van een (extra) periodieke salarisverhoging, een persoonlijke toelage, een gratificatie, of een hogere inschaling; c bij het voornemen tot het nemen van een beslissing met betrekking tot de toepassing van artikel 8:6 van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling; d indien de leidinggevende dit met het oog op het functioneren van de medewerker nodig acht. Artikel 7 Hardheidsclausule In die gevallen waarin de toepassing van deze regeling voor de medewerker onbedoeld tot een onbillijke of onredelijke situatie leidt, kan het college van deze regeling afwijken. Artikel 8 Inwerkingtreding De regeling kan worden aangehaald als Regeling HR-gesprekken gemeente Emmen 2015 en treedt in werking per 1 oktober De Regeling functioneringsgesprekken /personeelsbeoordeling van 1 juli 1999 wordt met de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken. 24 Regeling Individueel Keuze Budget Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 Wie mogen deelnemen aan de regeling? Artikel 3 Doelen: wat kun je uitruilen? Artikel 4 Bronnen: waar kun je mee uitruilen? Artikel 5 Werkwijze: hoe gaat het in de praktijk? Artikel 6 Gevolgen: wat zijn de gevolgen van het uitruilen? Artikel 7 Onvoorziene gevallen Artikel 8 Intrekking oude regelingen Artikel 9 Inwerkingtreding Artikel 10 Citeertitel Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: - accessoires: toebehoren aan een rijwiel, zoals fietstassen, regenkleding, fietskleding, verzekering, accu, slot; - bedrijfssport: deelname aan de van gemeentewege beschikbaar gestelde faciliteiten via Pro Motion; - contributie:de aan een vakbond in het lopende kalenderjaar betaalde vergoeding voor het lidmaatschap; - deelnemer: de medewerker met een aanstelling of arbeidsovereenkomst op grond van artikel 1:1, sub a van de GAR - fiets: een rijwiel (nieuw of gebruikt) inclusief eventuele accessoires: o zonder elektrische hulpmotor; of o met elektrische hulpmotor die trapondersteuning verleent; of o een E-bike (meetrappen is mogelijk, maar niet verplicht). Rijwielen met een verbrandingsmotor zoals een snorfiets, de Solex en de Spartamet voldoen niet aan de definitie; 16

17 - Individueel Keuze Budget: het budget zoals gedefinieerd in artikel 3:27, derde lid van de GAR - opleidingskosten: de eigen bijdrage die een medewerker betaalt voor een opleiding waarover met hem in het kader van zijn loopbaan afspraken zijn gemaakt; - parkeerkosten woon-werkverkeer: de bijdrage die verschuldigd is voor het gebruik van een parkeerplaats van Q-park en op het salaris van de deelnemer wordt ingehouden; - salaris: de bezoldiging zoals gedefinieerd in artikel 3:1 van de GAR dan wel de overeenkomstige vergoedingen voor college- en raadsleden als bedoeld in de diverse voor hen geldende rechtspositiebesluiten; - woon-werkverkeer: de kortste afstand van de eigen woning van de deelnemer naar de standplaats, gemeten via de ANWB-routeplanner Artikel 2 Wie mogen deelnemen aan de regeling? Op verzoek van de deelnemer biedt de gemeente Emmen, met inachtneming van het hierna bepaalde, de deelnemer de mogelijkheid om gebruik te maken van deze regeling. Artikel 3 Doelen: wat kun je uitruilen? In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:30, lid 2 van de GAR kan er worden uitgeruild voor de volgende doelen: 1 fiets; 2 reiskosten woon- werkverkeer; 3 vakbondscontributie; 4 eigen bijdrage opleidingskosten; 5 parkeerkosten woon-werkverkeer kosten bedrijfssport. Het college behoudt zich de bevoegdheid voor om de in dit artikel genoemde doelen nader te maximaliseren ingeval de beschikbare vrije ruimte binnen de Werkkostenregeling (WKR) overschreden dreigt te worden. Artikel 4 Bronnen: waar kun je mee uitruilen? Voor de in artikel 3 onder 1, 2, 5 en 6 genoemde doelen kan worden uitgeruild met het individuele keuzebudget of het gewone salaris, waarbij de uitruil niet mag leiden tot een salaris lager dan het minimumloon. Voor de in artikel 3 onder 3 en 4 genoemde doelen kan uitsluitend worden uitgeruild met het individuele keuzebudget. Artikel 5 Werkwijze: hoe gaat het in de praktijk? Voor de onderscheiden doelen wordt de hieronder beschreven werkwijze gevolgd: 1 Fiets: a de deelnemer schaft de fiets en eventuele accessoires aan, betaalt deze zelf en doet via het digitale systeem een aanvraag tot maximaal 1.000,- (per drie jaar), waarbij hij aangeeft wat hij wil. Hij stuurt een kopie van de factuur mee; b telkens na het verstrijken van 36 maanden na eerste deelname aan de uitruil kan opnieuw worden uitgeruild; c bij beëindiging van het dienstverband wordt het restant van het eventueel te verrekenen bedrag verwerkt bij de laatste afrekening van het salaris; d in geval van overlijden wordt het restant van het te betalen bedrag kwijtgescholden. 2 Reiskosten woon- werkverkeer: a de deelnemer doet via het digitale systeem een aanvraag voor de uitruil van de reiskosten openbaar vervoer 2e klas (Ov-jaarkaart) of de kosten per kilometer á 0,19; b de reisafstand woon- werkverkeer wordt berekend tussen de postcode van de werkplek en de postcode van het woonadres volgens de kortste route van de ANWB-routeplanner, met als maximum 75 km voor een enkele reis; c de uitruil wordt berekend over maximaal 214 werkdagen per jaar bij een werkweek van 5 dagen; d bij afwezigheid langer dan 6 weken (bijvoorbeeld door ziekte), stopt de termijn waarover uitgeruild kan worden totdat men weer beter is. De medewerker moet hier zelf rekening mee houden bij het indienen van de aanvraag. 3 Vakbondscontributie: de deelnemer doet via het digitale systeem een aanvraag, waarbij hij aangeeft wat hij wil. Hij stuurt een kopie van het bewijs van lidmaatschap mee, danwel een door de vakorganisatie verstrekt overzicht van de betaalde contributie. 17

18 4 Eigen bijdrage opleidingskosten:de deelnemer doet via het digitale systeem een aanvraag, waarbij hij aangeeft wat hij wil. Hij stuurt een bewijs van betaalde eigen bijdrage mee. 5 Parkeerkosten woon-werkverkeer: de deelnemer doet via het digitale systeem een aanvraag, waarbij hij aangeeft wat hij wil. 6 Kosten bedrijfssport: de deelnemer doet via het digitale systeem een aanvraag, waarbij hij aangeeft wat hij wil. Hij stuurt een kopie van de door hem aangegane overeenkomst met Pro Motion mee. Artikel 6 Gevolgen: wat zijn de gevolgen van het uitruilen? Uitruil via het salaris heeft gevolgen voor de opbouw van het IKB en van eventuele toelagen. Uitruil via het salaris of het IKB heeft gevolgen voor de premies sociale verzekeringen, uitkeringsgrondslagen en eventuele uitkeringen als gevolg van werknemersverzekeringen (WW, WIA en ZW). Uitruil heeft geen invloed op de pensioengrondslag als het uit te ruilen bedrag minder is dan 30% van het oorspronkelijke pensioengevend salaris, de regeling staat tenminste open voor driekwart van de medewerkers en het fiscale loon niet structureel wordt verlaagd. Bij afwezigheid langer dan zes weken stopt de uitruil. De medewerker moet dan de feitelijke uitruil zelf berekenen. Dat kan door de oorspronkelijk berekende uitruil te delen door 52 en te vermenigvuldigen met het werkelijke aantal gewerkte weken in dat jaar. Artikel 7 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de gemeente Emmen in afwijking hiervan andere afspraken maken met een individuele medewerker. Artikel 8 Intrekking oude regelingen Alle op (het per 1 januari 2017 vervallen) hoofdstuk 4a van de GAR gebaseerde uitvoeringsregelingen worden per 1 januari 2017 ingetrokken. De op 6 juni 2016 vastgestelde regeling Individueel Keuze Budget gemeente Emmen 2017 komt te vervallen. Artikel 9 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 januari Artikel 10 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als regeling Individueel Keuze Budget gemeente Emmen Regeling integriteitmeldingen Inhoudsopgave Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 meld-/klaagplicht Artikel 3 bescherming van de melder / klager Taken en bevoegdheden Artikel 4 Bevoegd gezag Artikel 5 Het meldpunt Artikel 6 Vertrouwenspersoon Artikel 7 Faciliteiten Interne Procedure Artikel 8 Via de leidinggevende - melding Artikel 9 Via de leidinggevende - klacht Artikel 10 via het meldpunt - melding Artikel 11 Via het meldpunt - klacht Artikel 12 Via de klachtencoördinator Artikel 13 Standpunt bevoegd gezag 18

19 Externe procedure misstanden Artikel 14 Via de Onderzoeksraad - melding Artikel 15 Ontvangstbevestiging Artikel 16 Niet ontvankelijkheid Artikel 17 Onderzoek door de Onderzoeksraad Artikel 18 Advies en kennisgeving door de Onderzoeksraad Artikel 19 Standpunt bevoegd gezag naar aanleiding van het advies van de Onderzoeksraad Externe procedure ongewenst gedrag Artikel 20 Via de commissie - klacht Artikel 21 Bevoegdheden commissie Artikel 22 Advies over de klacht Artikel 23 Afdoening van de klacht Rapportage Artikel 24 Rapportage Hardheidsclausule Artikel 25 Hardheidsclausule Intrekking en inwerkingtreding Artikel 26 Intrekking en inwerkingtreding Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In de regeling wordt verstaan onder: 1 commissie: Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid. 2 klacht: een door de klager ondertekend en van naam- en adresgegevens voorzien geschrift waarin het jegens hem ongewenste gedrag waarop de klacht betrekking heeft is omschreven. 3 klager: de (gewezen) medewerk(st)er die een klacht over ongewenst gedrag heeft ingediend bij de leidinggevende, diens leidinggevende, het meldpunt, of de commissie. 4 medewerk(st)er : a de medewerk(st)er met een vast dan wel tijdelijk dienstverband b de persoon die anders dan op basis van een aanstelling of arbeidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam is; c de stagiair(e) bij de gemeente Emmen. 5 melder: de (gewezen) medewerk(st)er die zich in verband met een vermoeden van een integriteitschending heeft gewend tot de leidinggevende, diens leidinggevende, het meldpunt, of de raad. 6 melding: het zich wenden tot de leidinggevende, diens leidinggevende, het meldpunt, of de raad in verband met een vermoeden van een integriteitschending. 7 meldpunt: de door het college als zodanig aangewezen functionarissen. 8 ongewenst gedrag: uitoefening van (fysiek) geweld, bedreiging en intimidatie, waaronder begrepen ongewenst gedrag, i.c. gedrag dat valt binnen de begrippen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten zoals bedoeld in artikel 1, derde lid sub e. van de Arbeidsomstandighedenwet, alsmede discriminatie zoals bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling. 9 raad: de Onderzoeksraad Integriteit Overheid. 10 vermoeden van een integriteitschending: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de gemeentelijke dienst omtrent: a belangenverstrengeling; b diefstal, verduistering; c fraude, corruptie; d manipulatie van of misbruik van (de toegang tot) informatie; e misbruik van bevoegdheden; f schending van wetgeving, regelgeving of beleidsregels g onverenigbare functies/bindingen/activiteiten; h i verspilling en misbruik van gemeentelijk eigendommen; (strafbare) misdragingen buiten werktijd van ambtenaren, burgemeester of wethouders, arbeidscontractanten, uitzendkrachten en gedetacheerden van de gemeente Emmen, in het geval die in verband staan tot het functioneren van de betrokkene, van buitengewoon ern- 19

20 j k l stige aard zijn of schadelijk zijn voor de geloofwaardigheid van de betreffende groep of de gemeente in haar geheel; het misleiden van justitie; een gevaar vormen voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu; of het bewust achterhouden van informatie over deze feiten. 11 vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de gemeentelijke organisatie waar de ambtenaar werkzaam is omtrent: a een strafbaar feit; b een schending van regelgeving of beleidsregels; c het misleiden van justitie; d een gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu, of e het bewust achterhouden van informatie over deze feiten. 12 vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen: de medewerk(st)er die als zodanig is aangesteld. 13 wethouder: de wethouder belast met Organisatie & Personeel. Artikel 2 meld-/klaagplicht Iedere medewerk(st)er van de gemeente Emmen is verplicht een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van een integriteitschending te melden bij, naar keuze, zijn direct leidinggevende of diens leidinggevende, het meldpunt, of de raad. Elke medewerk(st)er is op grond van artikel 162 van het Wetboek van Strafvordering verplicht om, in geval van een ambtsmisdrijf, hiervan melding te maken. Iedere medewerk(st)er van de gemeente Emmen is verplicht om van een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van ongewenst gedrag een klacht in te dienen bij, naar keuze, zijn direct leidinggevende of diens leidinggevende, het meldpunt, of de commissie,. Burgemeester en wethouders melden een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van een integriteitschending bij de gemeentesecretaris. Burgemeester en wethouders dienen een klacht inzake een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van ongewenst gedrag in bij de gemeentesecretaris. Artikel 3 bescherming van de melder / klager Op eenieder die een melding of klacht ontvangt of daarvan wetenschap heeft, rust de verplichting om op een vertrouwelijke en zorgvuldige manier met de melding of klacht om te gaan. De melder of klager die met inachtneming van de bepalingen zoals vermeld in deze regeling een vermoeden van een integriteitschending of een ongewenste gedraging heeft gemeld, zal geen nadelige gevolgen ondervinden voor zijn rechtspositie, voor zover de melder of klager te goeder trouw handelt en geen persoonlijk gewin heeft bij de integriteitschending of de melding daarvan of het ongewenst gedrag en de klacht daarover. Onder nadelige gevolgen worden in ieder geval verstaan: a het verlenen van ongevraagd ontslag; b het niet verlengen van een aanstelling voor bepaalde tijd; c het niet omzetten van een aanstelling voor bepaalde tijd in een vaste aanstelling; d de opgelegde benoeming in een andere functie; e het treffen van disciplinaire maatregelen; f het onthouden van salarisverhoging, incidentele beloning of toekenning van vergoedingen; g het onthouden van promotiekansen; h het afwijzen van een verlofaanvraag, voor zover dit redelijkerwijs verband houdt met de door de melder gedane melding van een vermoeden van een integriteitschending of de door klager ingediende klacht inzake ongewenst gedrag. 20

21 Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de melder of klager ook anderszins bij de uitoefening van zijn functie geen nadelige gevolgen van de melding ondervindt. Lid 5 Aan de medewerk(st)er die korter dan twee jaar geleden een melding heeft gedaan of een klacht heeft ingediend zoals bedoeld in deze regeling kan geen ontslag worden aangezegd zonder dat hiervoor toestemming is verleend door het College. Lid 6 Het bepaalde in lid 2 en 3 van dit artikel geldt ook voor de ambtenaar die te goeder trouw een vermoeden van een integriteitschending in een andere organisatie dan die van de gemeente Emmen, volgens de in die organisatie geldende regels, bij die organisatie heeft gemeld. De bescherming geldt alleen als de ambtenaar: - uit hoofde van zijn functie met die andere organisatie samenwerkt of heeft samengewerkt; - uit hoofde van zijn functie kennis heeft verkregen van de vermoede integriteitschending; - het vermoeden van de integriteitschending tijdig bij zijn leidinggevende of het meldpunt heeft gemeld; - zich heeft gehouden aan de afspraken die ter zake van deze melding met hem of haar zijn gemaakt door het bevoegd gezag. Lid 7 De ambtenaar heeft recht op juridische bijstand wanneer hij als gevolg van het te goede trouw melden van een vermoeden van een integriteitschending of het indienen van een klacht inzake ongewenst gedrag nadelige gevolgen ondervindt in zijn rechtspositie, tijdens en/of na het volgen van deze regeling. Deze juridische bijstand wordt gefinancierd door de gemeente Emmen. Taken en bevoegdheden Artikel 4 Bevoegd gezag De gemeentesecretaris is in beginsel bevoegd gezag indien een vermoeden van een integriteitschending, danwel een klacht inzake een vermoeden van ongewenst gedrag is ingediend bij het meldpunt. Indien de melding of klacht een directeur betreft, zijn de gemeentesecretaris en de wethouder gezamenlijk bevoegd. Indien de melding of klacht de burgemeester betreft, zijn de gemeentesecretaris en de wethouder gezamenlijk bevoegd. Indien de melding of klacht de gemeentesecretaris betreft, zijn de burgemeester en de wethouder gezamenlijk bevoegd. Lid 5 Indien de melding of klacht een wethouder betreft, is de burgemeester bevoegd. De wethouder Organisatie & Personeel wordt geïnformeerd dat er een melding over een wethouder is. Lid 6 Indien de melding of klacht de wethouder Organisatie & Personeel betreft, zijn de burgemeester en de gemeentesecretaris gezamenlijk bevoegd. Artikel 5 Het meldpunt Het college benoemt de personen die het meldpunt vormen. Zij worden benoemd voor de werkingsduur van de regeling. Het meldpunt bestaat ten minste uit de integriteitcoördinator, een senior adviseur arbeidsvoorwaarden en de concerncontroller. Zij beslissen met gewone meerderheid van stemmen. Ten behoeve van een integriteitonderzoek of onderzoek met betrekking tot ongewenste omgangsvormen kan het meldpunt worden uitgebreid met benodigde specifieke expertise. 21

22 Het meldpunt heeft tot taak: a een door de medewerk(st)er gemeld vermoeden van een integriteitschending te onderzoeken en daaromtrent te adviseren aan het bevoegd gezag; b een door de medewerk(st)er ingediende klacht inzake ongewenst gedrag te onderzoeken en daaromtrent te adviseren aan het bevoegd gezag; c te zorgen voor een uniforme afhandeling van de meldingen en klachten; d indien nodig, beleid of beleidsmaatregelen voor te stellen om herhalingen in de toekomst te voorkomen. Lid 5 Ingeval jegens een lid van het meldpunt een vermoeden van een integriteitschending of een klacht wegens ongewenst gedrag wordt ingebracht treedt dit desbetreffende lid tijdelijk terug en maakt hij voor dat onderzoek geen deel uit van het meldpunt. Artikel 6 Vertrouwenspersoon Het college benoemt tenminste drie vertrouwenspersonen integriteit en ongewenste omgangsvormen. De vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen heeft tot taak: a het aanhoren van een medewerk(st)er wiens integriteit in het geding is of dreigt te geraken en hem desgevraagd adviseren over de wijze waarop hij hiermee kan omgaan; b het aanhoren en desgevraagd adviseren van een medewerk(st)er over de wijze waarop hij kan of moet omgaan met kennis over of vermoeden van mogelijke integriteit-schendingen en/of ongewenst gedrag in de organisatie; c het op verzoek begeleiden van een medewerk(st)er die een melding heeft gemaakt of een klacht heeft ingediend; d het voor zover nodig en gewenst, verwijzen van de medewerk(st)er naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties; e het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college en management met betrekking tot het beleid inzake integriteit en ongewenst gedrag; f het signaleren van de behoefte aan voorlichting over integriteit en ongewenst gedrag en het verzorgen van voorlichting; Behoudens ingeval van een (ambts)misdrijf onderneemt de vertrouwenspersoon met betrekking tot een melding of klacht alleen actie indien de melder of klager hiermee instemt De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die deze in de hoedanigheid van vertrouwenspersoon verneemt. Slechts met uitdrukkelijke toestemming van betrokken medewerk(st)er kan hiervan worden afgeweken. De plicht tot geheimhouding vervalt niet na beëindiging van de werkzaamheden als vertrouwenspersoon. Tenzij de wet anders bepaalt, is de vertrouwenspersoon niet gehouden ten opzichte van derden informatie te geven waarover geheimhouding bestaat. Lid 5 De gemeente zal geen van de vertrouwenspersonen verplichten om de gemeente te informeren noch voor de gemeente te getuigen over de zaken die zij in hoedanigheid van vertrouwenspersoon hebben vernomen. Lid 6 De vertrouwenspersoon wordt op geen enkele wijze in zijn positie benadeeld als gevolg van het uitoefenen van zijn taken krachtens deze regeling. Lid 7 Zodra het dienstverband met de vertrouwenspersoon eindigt, eindigt tevens de aanstelling als vertrouwenspersoon. Artikel 7 Faciliteiten Aan de vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen worden de nodige faciliteiten verstrekt, in die zin dat: a het optreden van de vertrouwenspersoon als zodanig wordt aangemerkt als diensttijd. 22

23 b c d e de vertrouwenspersoon zoveel mogelijk in de gelegenheid wordt gesteld zijn taak naar behoren te vervullen, waarbij tevens afspraken dienen te worden gemaakt over de bereikbaarheid (o.a. telefoon/antwoordapparaat). de vertrouwenspersoon bevoegd is uit te wijken naar andere locaties, waarbij de noodzakelijk gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking komen. de vertrouwenspersoon voor het zo goed mogelijk vervullen van zijn taak in de gelegenheid wordt gesteld de noodzakelijke scholing en training te volgen. de vertrouwenspersoon bevoegd is externe deskundigen te raadplegen waarvan de kosten ten laste komen van de gemeente Emmen. Interne Procedure Artikel 8 Via de leidinggevende - melding De medewerk(st)er die een vermoeden van een integriteitschending wil melden, kan dit doen bij zijn direct leidinggevende, of diens leidinggevende. De leidinggevende stelt naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een integriteitschending, indien de melding voldoende concreet, betrouwbaar en onderzoekswaardig is, onverwijld een onderzoek conform het Onderzoeksprotocol in. Het onderzoek is gebaseerd op objectiviteit en waarheidsvinding en zal moeten leiden tot een feitenrapportage op basis waarvan een afgewogen besluit genomen kan worden. De leidinggevende informeert binnen afzienbare termijn het meldpunt inzake de melding, alsmede inzake de uitkomst van het onderzoek. Artikel 9 Via de leidinggevende - klacht De medewerk(st)er die een klacht inzake ongewenst gedrag wil indienen kan dit doen bij zijn direct leidinggevende, of diens leidinggevende. De leidinggevende stelt naar aanleiding van de klacht inzake het ongewenst gedrag, indien de klacht voldoende concreet en onderzoekswaardig is, onverwijld een onderzoek conform het Onderzoeksprotocol in. Het onderzoek zal moeten leiden tot een gemotiveerd oordeel over het al dan niet gegrond zijn van de klacht. Een klacht is gegrond, indien het gestelde aannemelijk is, c.q. wordt geacht. Daarbij biedt het onderzoek inzicht in de mogelijkheden om te komen tot de beëindiging van het ongewenste gedrag. De leidinggevende informeert binnen afzienbare termijn het meldpunt inzake de klacht, alsmede inzake van het onderzoek. Artikel 10 via het meldpunt - melding De medewerk(st)er die een vermoeden van een integriteitschending wil melden kan dit doen bij het meldpunt. Van deze melding wordt een gespreksverslag opgesteld. De ex-ambtenaar die een vermoeden van een misstand wil melden doet dit binnen een periode van twaalf maanden na zijn ontslag of beëindiging van zijn werkzaamheden voor de gemeente Emmen bij het meldpunt. Hij kan alleen een melding van een vermoeden van een misstand doen als hij in de hoedanigheid van ambtenaar kennis heeft gekregen van het vermoeden. Het meldpunt stelt het bevoegd gezag schriftelijk op de hoogte van de melding. Zonder instemming van de ambtenaar en behoudens wettelijke verplichting maakt het meldpunt de identiteit van de melder niet bekend. 23

24 Lid 5 De ontvangst van het gemelde vermoeden van een integriteitschending wordt bevestigd aan de melder door het overhandigen of toesturen van het gespreksverslag. Lid 6 Het bevoegd gezag stelt naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een integriteitschending, indien de melding voldoende concreet, betrouwbaar en onderzoekswaardig is, met behulp van en onder advisering van het meldpunt onverwijld een onderzoek conform het Onderzoeksprotocol in. Lid 7 Het onderzoek is gebaseerd op objectiviteit en waarheidsvinding en zal moeten leiden tot een feitenrapportage op basis waarvan het bevoegd gezag een afgewogen besluit kan nemen. Artikel 11 Via het meldpunt - klacht De medewerk(st)er die een klacht inzake ongewenst gedrag wil indienen kan dit doen bij het meldpunt. Van deze klacht wordt een gespreksverslag opgesteld. Het meldpunt stelt het bevoegd gezag schriftelijk op de hoogte van de klacht. Zonder instemming van de ambtenaar en behoudens wettelijke verplichting maakt het meldpunt de identiteit van de klager niet bekend. Het bevoegd gezag stelt naar aanleiding van de klacht inzake het ongewenst gedrag, indien de klacht voldoende concreet en onderzoekswaardig is, met behulp van en onder advisering van het meldpunt onverwijld een onderzoek conform het Onderzoeksprotocol in. Lid 5 Het onderzoek zal moeten leiden tot een gemotiveerd oordeel over het al dan niet gegrond zijn van de klacht. Een klacht is gegrond, indien het gestelde aannemelijk is, c.q. wordt geacht. Daarbij biedt het onderzoek inzicht in de mogelijkheden om te komen tot de beëindiging van het ongewenste gedrag. Artikel 12 Via de klachtencoördinator Via het klachtencoördinatiepunt, als bedoeld in de handleiding interne klachtbehandeling 2007, kan een burger een vermoeden van een integriteitschending door een ambtenaar of bestuurder melden of een klacht inzake een vermoeden van ongewenst gedrag van een ambtenaar of bestuurder indienen. De klachtencoördinator stelt het ingekomen vermoeden onverwijld aan het meldpunt ter beschikking, die de melder of klager uitnodigt voor een intakegesprek. Van deze melding of klacht wordt een gespreksverslag opgesteld. Indien het vermoeden bij het meldpunt is gemeld, brengt het meldpunt het bevoegd gezag schriftelijk op de hoogte. De ontvangst van het gemelde vermoeden wordt bevestigd aan de melder of klager door het toesturen van het gespreksverslag. Het bevoegd gezag stelt naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een integriteitschending, indien de melding voldoende concreet, betrouwbaar en onderzoekswaardig is, met behulp van en onder advisering van het meldpunt onverwijld een onderzoek conform het Onderzoeksprotocol in. Lid 5 Het bevoegd gezag stelt naar aanleiding van een klacht inzake ongewenst gedrag, indien de klacht voldoende concreet en onderzoekswaardig is, met behulp van en onder advisering van het meldpunt onverwijld een onderzoek conform het Onderzoeksprotocol in. Artikel 13 Standpunt bevoegd gezag Het bevoegd gezag stelt de medewerk(st)er dan wel, indien de medewerk(st)er heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken aan het bevoegd gezag, het meldpunt, binnen tien weken schriftelijk op de hoogte van zijn standpunt omtrent het gemelde vermoeden van een integriteitschending. 24

25 Indien het standpunt niet binnen tien weken kan worden gegeven, kan het bevoegd gezag met redenen omkleed de afhandeling voor ten hoogste twee maal vier weken verdagen. Betrokkenen worden hiervan telkens op de hoogte gesteld. Het bevoegd gezag stelt de medewerk(st)er dan wel het meldpunt hiervan schriftelijk in kennis. Het bevoegd gezag informeert het College over zijn standpunt. Externe procedure misstanden Artikel 14 Via de Onderzoeksraad - melding De melder kan zijn vermoeden van een misstand binnen redelijke termijn melden bij de raad, indien: a hij het niet eens is met het standpunt bedoeld in artikel 13; b hij geen standpunt heeft ontvangen binnen de termijnen bedoeld in artikel 13. Indien zwaarwegende belangen de toepassing van de interne meldingsprocedure in de weg staan, kan de melder het vermoeden van een misstand rechtstreeks melden bij de raad. De melding bij de raad bevat ten minste: a naam en adres van de melder; b de organisatie waar de betrokkene werkzaam is of is geweest; c de organisatie waarop de melding betrekking heeft; d de omschrijving van de misstand die wordt vermoed; e de reden van melding aan het externe meldpunt. Artikel 15 Ontvangstbevestiging De raad bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een misstand aan de melder. De raad draagt er zorg voor dat het bevoegd gezag op de hoogte wordt gesteld van de melding bij de raad. De Raad informeert de persoon of personen op wie een melding betrekking heeft over de melding bij de raad, tenzij het onderzoeksbelang hierdoor kan worden geschaad. Artikel 16 Niet ontvankelijkheid De raad verklaart de melding niet ontvankelijk indien: a er geen sprake is van een misstand of van een misstand van voldoende gewicht; b de ambtenaar niet aantoont dat hij het vermoeden eerst intern aan de orde heeft gesteld volgens deze regeling, tenzij zwaarwegende belangen toepassing van de interne procedure in de weg staan; c de ambtenaar het vermoeden intern aan de orde heeft gesteld volgens deze regeling, maar de termijn waarbinnen het bevoegd gezag een inhoudelijk standpunt omtrent het vermoeden van een misstand dient te geven, nog niet verstreken is; d geen sprake is van een ambtenaar zoals bedoeld in deze regeling; e de melding niet binnen redelijke termijn is ontvangen nadat de ambtenaar op de hoogte is gesteld van het standpunt van het bevoegd gezag. Indien de melding niet ontvankelijk is, stelt de raad de melder of vertrouwenspersoon en het bevoegd gezag hiervan binnen vier weken op de hoogte. Artikel 17 Onderzoek door de Onderzoeksraad Wanneer de melding ontvankelijk is, kan de raad indien dit voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk is een onderzoek instellen. 25

26 Ten behoeve van het onderzoek genoemd in het eerste lid de raad gerechtigd bij het bevoegd gezag alle inlichtingen in te winnen die het voor de vorming van zijn advies nodig acht. Het bevoegd gezag verschaft de raad alle inlichtingen. De raad kan een deskundige raadplegen. Wanneer de inhoud van bepaalde door het bevoegd gezag verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van de raad dient te blijven, wordt dit aan de raad meegedeeld. De raad beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisneming door onbevoegden. Artikel 18 Advies en kennisgeving door de Onderzoeksraad De raad legt binnen acht weken na ontvangst van de melding zijn bevindingen neer in een advies aan het bevoegd gezag. De raad zendt een afschrift van het advies aan de melder of de vertrouwenspersoon bij wie de melding is gedaan. Indien niet binnen acht weken een advies kan worden gegeven worden de melder of de vertrouwenspersoon bij wie de melding is gedaan alsmede het bevoegd gezag voordat deze termijn is verstreken daarvan door middel van een kennisgeving schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. De raad kan het advies met ten hoogste vier weken verdagen. Het advies wordt, in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan de raad verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen, door de raad openbaar gemaakt op een wijze die de raad geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten. De raad maakt zijn advies niet openbaar voordat het standpunt van het bevoegd gezag, is ontvangen, of er twee weken zijn verstreken sinds het advies is gegeven. Artikel 19 Standpunt bevoegd gezag naar aanleiding van het advies van de Onderzoeksraad Het bevoegd gezag stelt binnen twee weken na ontvangst van het advies de raad schriftelijk op de hoogte van zijn standpunt en de eventuele consequenties die het daaraan verbindt. De raad zal het standpunt van het bevoegd gezag aan de melder doen toekomen. Een van het advies afwijkend standpunt wordt gemotiveerd. Externe procedure ongewenst gedrag Artikel 20 Via de commissie - klacht Iedere medewerk(st)er kan een klacht inzake ongewenste gedrag indienen bij de commissie zonder tussenkomst van een vertrouwenspersoon of het meldpunt. Behoudens aangeklaagde mag geen enkele medewerk(st)er in zijn positie worden geschaad vanwege het enkele feit dat hij op enigerlei wijze betrokken is bij een klachtenprocedure Artikel 21 Bevoegdheden commissie De bevoegdheden en de werkwijze van de commissie is nader geregeld in de klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid Artikel 22 Advies over de klacht De commissie brengt binnen acht weken na ontvangst van de klacht door de commissie advies uit aan het bevoegd gezag over de gegrondheid van de klacht vergezeld van een rapport van bevindingen. Het 26

27 rapport bevat een verslag van het horen. Een afschrift van het advies wordt aan klager en aangeklaagde toegezonden. De commissie kan het bevoegd gezag verzoeken de in eerste lid genoemde termijn met 4 weken te verdagen. Met schriftelijke instemming van de klager kan de commissie het bevoegd gezag op basis van artikel 9:11 lid 3 Algemene wet bestuursrecht verzoeken om verder uitstel. In het advies kunnen aanbevelingen worden gedaan over door het bevoegd gezag te nemen maatregelen. Artikel 23 Afdoening van de klacht Het bevoegd gezag handelt de klacht binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift af. Het bevoegd gezag kan op verzoek van de commissie de afdoening voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan klager en aangeklaagde. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 lid 2 en 3, stelt het bevoegd gezag binnen twee weken na ontvangst van het advies van de commissie bedoeld in artikel 9 lid 1, klager en aangeklaagde schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn besluit alsmede de conclusies die het daaraan verbindt. Het bevoegd gezag zendt een afschrift van het ter afdoening van de klacht genomen besluit naar de commissie. Rapportage Artikel 24 Rapportage Jaarlijks wordt door het meldpunt in samenwerking met de vertrouwenspersonen een rapportage opgesteld. In de rapportage wordt in geanonimiseerde zin en met inachtneming van de ter zake geldende wettelijke bepalingen gemeld: a het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden van een integriteitschending en van de klachten inzake ongewenst gedrag; b het aantal meldingen en klachten dat niet tot een onderzoek geleid heeft; c het aantal onderzoeken dat het meldpunt heeft verricht; d overzicht van binnen de organisatie levende problematiek. De rapportage wordt aan het College en de Ondernemingsraad gestuurd en openbaar gemaakt. Hardheidsclausule Artikel 25 Hardheidsclausule Het college kan voor zover nodig in afwijking van de gestelde regels beslissen in individuele gevallen, waarin deze regelen naar het oordeel van het college niet of niet naar redelijkheid voorzien. Intrekking en inwerkingtreding Artikel 26 Intrekking en inwerkingtreding De Regeling Melding Vermoeden Misstand wordt ingetrokken. De Regeling Integriteitmeldingen gemeente Emmen wordt ingetrokken. Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling Integriteitmeldingen gemeente Emmen 2014 en treedt in werking per 1 januari

28 Toelichting integriteitmeldingen (T) Inhoudsopgave Algemeen (T) Algemene bepalingen (T) Artikel 1 Begripsbepalingen (T) Artikel 2 Meld-/klaagplicht (T) Artikel 3 Bescherming van de melder/klager (T) Taken en bevoegdheden(t) Artikel 4 Bevoegd gezag (T) Artikel 5 Meldpunt integriteit (T) Artikel 6 Vertrouwenspersonen (T) Artikel 7 Faciliteiten vertrouwenspersonen (T) Interne Procedure (T) Artikel 8 Via de leidinggevende - melding (T) Artikel 9 Via de leidinggevende - klacht (T) Artikel 10 Via het meldpunt - melding (T) Artikel 11 Via het meldpunt - klacht (T) Artikel 12 Via de klachtencoördinator (T) Artikel 13 Standpunt bevoegd gezag (T) Externe procedure misstanden (T) Artikel 14 Via de Onderzoeksraad - melding (T) Artikel 15 Ontvangstbevestiging (T) Artikel 16 Niet ontvankelijkheid (T) Artikel 17 Onderzoek door de Onderzoeksraad (T) Artikel 18 Advies en kennisgeving door de raad (T) Artikel 19 Standpunt bevoegd gezag naar aanleiding van het advies van de raad (T) Externe procedure ongewenst gedrag (T) Artikel 20 Via de commissie - klacht (T) Artikel 21 Bevoegdheden commissie (T) Artikel 22 Advies over de klacht (T) Artikel 23 Afdoening van de klacht (T) Rapportage (T) Artikel 24 Rapportage (T) Hardheidsclausule (T) Artikel 25 Hardheidsclausule (T) Intrekking en inwerkingtreding (T) Artikel 26 Intrekking en inwerkingtreding (T) Algemeen (T) Ter introductie De medewerkers zijn het visitekaartje van de gemeente Emmen en zij vervullen daarmee een bijzondere positie. Hun functioneren is, in meerdere betekenissen, goed zichtbaar voor de samenleving. Een samenleving die het functioneren van haar organen en instituties kritisch volgt en beoordeelt. Het belang van integriteit is hierbij moeilijk te onderschatten, met name omdat een integriteitschending leidt tot: - verlies in vertrouwen in het politieke systeem en het (openbaar) bestuur; - verspilling van belastinggeld; - verlies aan effectiviteit en legitimiteit van de publieke dienstverlening; - verlies van nalevingsbereidheid bij burgers van wetten en regels. Het is belangrijk dat ambtenaren die een vermoeden van een misstand hebben, deze op een laagdrempelige wijze kunnen aankaarten binnen de eigen de organisatie. Dit kan bijdragen aan het waarborgen van de integriteit en kan (verdere) schade voorkomen. In media wordt op regelmatige wijze bericht over klokkenluiders. (Ex-)werknemers kunnen zich genoodzaakt zien om buitenstaanders te informeren over situaties waarvan zij van mening zijn dat sprake is van een misstand. Deze regeling kan ertoe bij- 28

29 dragen dergelijke situaties voor te zijn door in vroegtijdig stadium dergelijk signalen serieus te nemen, te onderzoeken en daar waar nodig van een oplossing te voorzien. Doel van deze regeling is daarom - het bevorderen van intern melden en opsporen van misstanden en - het bieden van bescherming aan ambtenaren die volgens de geldende regels en procedures vermoedens van een misstand melden. Achtergrond In artikel 125quinquies, eerste lid, onder f, van de Ambtenarenwet is de verplichting voor de werkgever opgenomen om procedurevoorschriften vast te stellen voor het melden van vermoedens van misstanden door ambtenaren. In de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Regeling gemeente Emmen is deze verplichting verwerkt in artikel 15:2 Klokkenluiders. Relatie met het algemeen klachtrecht en aangifteplicht Deze regeling doet niet af aan het wettelijk recht van een ieder om een klacht bij een overheidsinstantie in te dienen over de wijze waarop deze instantie zich in een bepaalde aangelegenheid ten aanzien van hem of een ander heeft gedragen (hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht). Die klachtenprocedure is echter van algemene aard en niet toegeschreven op de behandeling van vermoedens van misstanden. Evenmin treedt deze regeling in de plaats van de wettelijke verplichting van iedere burger om aangifte bij de politie/openbaar ministerie te doen van een misstand die een misdrijf is. Amtenaren en politieke ambtsdragers die in de uitoefening van hun functie kennis krijgen van een misdrijf zijn op grond van artikel 162 Wetboek van Strafvordering verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen, met afgifte van de tot de zaak betrekkelijke stukken, aan de officier van justitie. Integriteitschendingen en ongewenste omgangsvormen Ongewenst gedrag werd en wordt in Emmen gelijkgesteld met een integriteitschending, maar de wijze van onderzoek verschilt enigszins. Bij een melding van een integriteitschending ligt de focus op objectieve waarheidsvinding, terwijl bij een klacht inzake ongewenst gedrag de focus daarbij ook ligt op de aannemelijkheid van het gestelde. Voorts moet een onderzoek naar ongewenst gedrag inzicht bieden in de eventuele mogelijkheden om tot een beëindiging van het ongewenste gedrag te komen. Interne procedure en externe procedure Zoals in de introductie reeds vermeld is het van belang dat meldingen en klachten zoveel mogelijk binnen de eigen organisatie plaatsvinden teneinde (verdere) schade te voorkomen. Er kunnen situaties denkbaar zijn waarbij de interne procedure naar het gevoel en oordeel van de melder of klager onvoldoende veilig is. Om die reden is ook voorzien in een externe procedure. Daartoe is de gemeente Emmen voor ongewenste omgangsvormen aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (LKOG). Deze commissie is ingesteld door het College voor Arbeidszaken (CvA) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De LKOG neemt uitsluitend zaken in behandeling als de deelnemende gemeenten de modelverordening ongewijzigd van toepassing hebben verklaard. Om die reden heeft Emmen de Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de decentrale overheid vastgesteld. Voor het extern melden van misstanden was de gemeente Emmen aangesloten bij de landelijke Commissie Klokkenluiden Gemeentelijke Overheid (CKGO), eveneens ingesteld door de VNG. Ook hier gold dat de modelverordening (regeling Melding Vermoeden Misstand) ongewijzigd van toepassing moest worden verklaard. Per 1 januari 2014 is de CKOG gefuseerd met de Onderzoeksraad Integriteit Overheid (OIO). De OIO is de opvolger van de Commissie Integriteit Overheid (CIO) en per genoemde datum zijn alle sectoren (Rijk, Politie, Defensie, Provincies, Gemeenten en Waterschappen) in de OIO vertegenwoordigd. In tegenstelling tot de CKOG schrijft de OIO de van toepassingverklaring van een modelregeling niet voor. Dat betekent dat ruimte is ontstaan om de Emmense te wijzigen regeling Melding Vermoeden Misstand te integreren met de regeling Integriteitmeldingen gemeente Emmen. De Emmense meldstructuur ziet er als volgt uit: 29

30 N.B. Voor de externe klachtprocedure bij de LKOG geldt de Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de decentrale overheid. Voor de overige procedures geldt de regeling integriteitmeldingen gemeente Emmen. Algemene bepalingen (T) Artikel 1 Begripsbepalingen (T) De definitie van het begrip misstand is aangepast. De nieuwe definiëring sluit aan bij de regelingen voor provincies en rijk. Een vermoeden van een misstand valt uiteen in drie brede categorieën: 1 een schending van wettelijke voorschriften. 2 een gevaar voor de gezondheid, de veiligheid of het milieu. 3 een onbehoorlijke wijze van functioneren die een gevaar vormt voor het goed functioneren van de openbare dienst. Een vermoeden van een misstand kan extern worden gemeld bij de OIO, maar ook intern bij de direct leidinggevende of diens leidinggevende of het meldpunt integriteit. Ook de overige integriteitschendingen kunnen intern worden gemeld bij de direct leidinggevende, diens leidinggevende of het meldpunt integriteit. Om dit onderscheid duidelijk te maken is de overlap van de definitie van het begrip misstand met de definitie van het begrip integriteitschending ingegeven. De melder is iedere ambtenaar (of aan een ambtenaar gelijkgestelde) die een melding van een vermoeden van een integriteitschending doet. Het gaat dus niet alleen om ambtenaren, maar ook om stagiaires, vrijwilligers, oproepkrachten etc. Een melding mag worden gedaan tot 12 maanden na uitdiensttreding. De hantering van het begrip klager is ingegeven door het feit dat er onderscheid is in de wijze van afhandeling van een vermoedelijke integriteitschending versus de afhandeling van een klacht inzake een ongewenste gedraging. In tegenstelling tot veel andere organisaties kent Emmen een soort waterscheiding tussen de interne vertrouwenspersonen integriteit en ongewenste omgangsvormen en het interne meldpunt integriteit. Op deze wijze zijn de vertrouwenspersonen in staat zich volledig te focussen op de belangen van de medewerker. Artikel 2 Meld-/klaagplicht (T) De verplichting om een vermoeden van een integriteitschending te melden of om een klacht inzake ongewenst gedrag in te dienen vloeit voort uit de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Regeling (GAR). Daarin is bepaald dat iedere medewerker zich heeft te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt. Potentiële melders/klagers ervaren soms een dilemma tussen het organisatiebelang en het belang van hun collega die verdacht wordt van een integriteitschending of ongewenste gedraging. Om deze potentiële melders/klagers behulpzaam te zijn bij het maken van de juiste keuze (lees: te kiezen voor het organisatiebelang) is de meld-/klaagplicht expliciet opgenomen. Hierdoor kunnen zij zich gevoelsmatig tegenover hun collega wellicht gemakkelijker rechtvaardigen. Artikel 3 Bescherming van de melder/klager (T) De gemeente Emmen wil de openheid en transparantie bij integriteitzaken bevorderen en stelt geen onderzoek in op basis van anonieme (schriftelijke) meldingen of klachten. Men kan persoonlijk melding doen of persoonlijk klagen bij het Meldpunt Integriteit, zodat de betrouwbaarheid en onderzoekswaardigheid kan worden beoordeeld. De mogelijkheid bestaat dat bij de verdere behandeling van de melding of klacht de persoonsgegevens van de melder of klager niet worden gebruikt; dit betekent (verdere) anonimiteit voor de melder of klager. Overigens bestaat de mogelijkheid tot het doen van een anonieme melding wel. De Stichting Meld Misdaad Anoniem (Meldpunt M) biedt een extra meldingsmogelijkheid naast de bestaande meldingsmogelijkheid op grond van de meldprocedure. Bij het meldpunt M kunnen strafbare feiten en integri- 30

PROCEDUREREGELING BEHEER EN BEHOUD FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING HR21

PROCEDUREREGELING BEHEER EN BEHOUD FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING HR21 PROCEDUREREGELING BEHEER EN BEHOUD FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING HR21 GEMEENTE TERSCHELLING Burgemeester en wethouders van de ; Overwegende: dat bij besluit van 7 februari 2012 is vastgelegd

Nadere informatie

PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING. BghU

PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING. BghU PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING BghU Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (BghU); Overwegende: dat bij besluit van 28 oktober 2016 is

Nadere informatie

Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied: Overwegende: dat bij besluit van 27 juni

Nadere informatie

PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE STICHTSE VECHT

PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE STICHTSE VECHT PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE STICHTSE VECHT Secretariaat BPL Partners in BPL ING bank 65.13.65.465 Postbus 1255 T 070-414 27 00 (Leeuwendaal) KVK 54423392 2280 CG

Nadere informatie

Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering gemeente Rheden

Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering gemeente Rheden GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Rheden Nr. 84776 23 april 2018 Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering gemeente Rheden Burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden; overwegende;

Nadere informatie

Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie overwegende dat bij besluit is vastgelegd dat de GR-BAR per 1-1-2014 voor het beschrijven en waarderen van functies aansluiting zoekt

Nadere informatie

Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering SED organisatie

Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering SED organisatie Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering SED organisatie Procedureregeling Functiebeschrijving en functiewaardering SED organisatie De colleges van de gemeenten Stede Broec, Enkhuizen

Nadere informatie

Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Helmond

Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Helmond GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Helmond Nr. 47629 24 maart 2017 Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Helmond Burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond;

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING HR21

FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING HR21 PROCEDUREREGELING INVOERING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING HR21 GEMEENTE TERSCHELLING Burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling; Overwegende: dat bij besluit van 7 februari 2012

Nadere informatie

RUD Utrecht. Procedureregeling functiebeschrijving en waarderingrud Utrecht

RUD Utrecht. Procedureregeling functiebeschrijving en waarderingrud Utrecht RUD Utrecht Procedureregeling functiebeschrijving en waarderingrud Utrecht 1 Regeling functiebeschrijving en -waardering RUD Utrecht Het dagelijks bestuur van de RUD Utrecht Overwegende - dat de RUD Utrecht

Nadere informatie

Voorgesteld besluit 1. In te stemmen met bijgevoegde procedureregeling functiehuis gemeente Hoogeveen.

Voorgesteld besluit 1. In te stemmen met bijgevoegde procedureregeling functiehuis gemeente Hoogeveen. Onderwerp Vaststellen procedureregeling functiehuis gemeente Hoogeveen Voorgesteld besluit 1. In te stemmen met bijgevoegde procedureregeling functiehuis gemeente Hoogeveen. Beoogd resultaat Het beoogd

Nadere informatie

Gemeente Tynaarlo Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente Tynaarlo. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo

Gemeente Tynaarlo Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente Tynaarlo. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Tynaarlo. Nr. 49460 21 april 2016 Gemeente Tynaarlo Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente Tynaarlo Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

REGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN WAARDERING OMGEVINGSDIENST GRONINGEN CONCEPT

REGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN WAARDERING OMGEVINGSDIENST GRONINGEN CONCEPT REGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN WAARDERING OMGEVINGSDIENST GRONINGEN CONCEPT Bijzonder Georganiseerd Overleg Groningen 15 mei 2013 1 Artikel 1. Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. Functiehouder:

Nadere informatie

gelet op de instemming op grond van artikel 27, eerste lid, WOR van de Ondernemingsraad d.d. 8 november 2012;

gelet op de instemming op grond van artikel 27, eerste lid, WOR van de Ondernemingsraad d.d. 8 november 2012; Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel; gelet op artikel 15:1:15 van CAR-UWO gelet op de instemming op grond van artikel 27, eerste lid, WOR van de Ondernemingsraad d.d. 8 november 2012;

Nadere informatie

Regeling Generiek Functieprofiel en Functiewaardering van de Gemeente Schiedam

Regeling Generiek Functieprofiel en Functiewaardering van de Gemeente Schiedam GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Schiedam. Nr. 108990 9 augustus 2016 Regeling Generiek Functieprofiel en Functiewaardering van de Gemeente Schiedam Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

j. volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder k van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

j. volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder k van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling; CVDR Officiële uitgave van Geldermalsen. Nr. CVDR102747_1 8 mei 2018 BEZOLDIGINGSREGELING Burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen, gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en op het bepaalde

Nadere informatie

Regeling bezoldiging gemeente Nieuwkoop 2011

Regeling bezoldiging gemeente Nieuwkoop 2011 CVDR Officiële uitgave van Nieuwkoop. Nr. CVDR365504_1 13 juli 2016 Regeling bezoldiging gemeente Nieuwkoop 2011 Regeling bezoldiging gemeente Nieuwkoop 2011 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Voor de toepassing

Nadere informatie

gelet op de overeenstemming die is bereikt in het Georganiseerd Overleg van 6 december 2018 over het aanvullend, flexibel beloningsbeleid,

gelet op de overeenstemming die is bereikt in het Georganiseerd Overleg van 6 december 2018 over het aanvullend, flexibel beloningsbeleid, Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heumen, gelet op hoofdstuk 3 van de CAR/UWO, gelet op de overeenstemming die is bereikt in het Georganiseerd Overleg van 6 december 2018 over het aanvullend,

Nadere informatie

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd.

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd. III.1 BEZOLDIGINGSREGELING 1997 - Besluit van de gemeenteraad van Voorst 24 maart 1997. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Deze regeling verstaat onder: 1 Ambtenaar: hij, die overeenkomstig de bepalingen van

Nadere informatie

Bezoldigingsverordening gemeente Leeuwarderadeel 2005.

Bezoldigingsverordening gemeente Leeuwarderadeel 2005. Gemeente Leeuwarderadeel Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel; gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarderadeel; gehoord de Commissie voor Georganiseerd

Nadere informatie

Beoordelingsreglement

Beoordelingsreglement Beoordelingsreglement van de gemeente Waalwijk 12-0017715 Beoordelingsreglement gemeente Waalwijk HRMHII/cfw d.d. augustus 2012 1 Beoordelingsreglement Burgemeester en wethouders van gemeente Waalwijk;

Nadere informatie

Bezoldigingsregeling gemeente Hoogeveen I Begripsbepalingen

Bezoldigingsregeling gemeente Hoogeveen I Begripsbepalingen Bezoldigingsregeling Het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Hoogeveen, gelet op artikel 160 van de Gemeentewet; gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Collectieve gehoord de Commissie

Nadere informatie

i. betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder b van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

i. betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder b van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling; CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR111941_1 29 maart 2016 Bezoldigingsregeling Het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Hoogeveen, gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

overwegende dat het aanbeveling verdient om de bezoldigingsverordening te actualiseren;

overwegende dat het aanbeveling verdient om de bezoldigingsverordening te actualiseren; Burgemeester en wethouders van Menaldumadeel; overwegende dat het aanbeveling verdient om de bezoldigingsverordening te actualiseren; Besluit: vast te stellen de navolgende verordening: Verordening tot

Nadere informatie

Rechtspositieregelingen. Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus

Rechtspositieregelingen. Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus Rechtspositieregelingen Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus Inhoud Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad... 3 Regeling Personele

Nadere informatie

Vastgesteld 21 maart 2014. Inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014

Vastgesteld 21 maart 2014. Inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 Onderwerp Vaststelling Regeling ambtseed of belofte Veiligheidsregio Groningen 2014 Vastgesteld 21 maart 2014 Inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 Blad bekendmakingen 2014 nr 14,

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis; gezien de instemming van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg; besluiten: vast te stellen de volgende: VERORDENING,

Nadere informatie

Regeling POP en functioneringsgesprekken van de gemeente Waalwijk

Regeling POP en functioneringsgesprekken van de gemeente Waalwijk Regeling POP en functioneringsgesprekken van de gemeente Waalwijk 12-0016257regeling POP en functioneringsgesprekken gemeente Waalwijk HRMHII/cfw d.d. augustus 2012 1 Regeling POP en functioneringsgesprekken

Nadere informatie

BEZOLDIGINGSREGELING

BEZOLDIGINGSREGELING BEZOLDIGINGSREGELING Algemene bepaling Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. medewerker De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1onder a van de CAR b. werkgever

Nadere informatie

Bijlage II Procedure FuWater

Bijlage II Procedure FuWater Bijlage II Procedure FuWater Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. ambtenaar: degene zoals bedoeld in artikel 1.2.1, van de Sectorale arbeidsvoorwaardenregelingen waterschapspersoneel

Nadere informatie

Regeling beoordelen gemeente Overbetuwe 2013

Regeling beoordelen gemeente Overbetuwe 2013 Onderwerp: Regeling beoordelen gemeente Overbetuwe 2013 Ons kenmerk: 13bwb00060 De burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op het Algemeen mandaatbesluit rechtspositie personeel gemeente

Nadere informatie

Bezoldigingsbesluit gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer Bezoldigingsbesluit van de gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer 2010

Bezoldigingsbesluit gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer Bezoldigingsbesluit van de gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer 2010 Bezoldigingsbesluit van de gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer 2010 Inhoud: Artikel 1 Begripsomschrijving... 3 Artikel 2 Reikwijdte besluit... 4 Artikel 3 Recht op salaris... 4 Artikel 4 Salaris bij deeltijd...

Nadere informatie

REGELING JAARGESPREKKEN EN PERSONEELSBEOORDELING. Vastgesteld door het college van B&W te Vlissingen op 9 december 2014

REGELING JAARGESPREKKEN EN PERSONEELSBEOORDELING. Vastgesteld door het college van B&W te Vlissingen op 9 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Vlissingen. Nr. 787 december 01 REGELING JAARGESPREKKEN EN PERSONEELSBEOORDELING Vastgesteld door het college van B&W te Vlissingen op 9 december 01 Burgemeester

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 56 28 mei 2015 Regeling functioneringsmanagement Veiligheidsregio Midden-en

Nadere informatie

Sociaal Plan LeerWerkbedrijf EmmenN.V.

Sociaal Plan LeerWerkbedrijf EmmenN.V. Sociaal Plan LeerWerkbedrijf EmmenN.V. Het college van burgemeester en wethouders van de ge Gelet op Ii Het advies van de Ondernemingsraad van de gemeente Emmen; ii& Het besluit van het college van 11

Nadere informatie

gelet op het resultaat van het overleg in de commissie van georganiseerd overleg (GO) van 22 november 2000;

gelet op het resultaat van het overleg in de commissie van georganiseerd overleg (GO) van 22 november 2000; De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat VNG een voorbeeld bezoldigingsverordening heeft ontworpen als handreiking voor gemeenten die hun locale verordening willen aanpassen; dat het aanbeveling

Nadere informatie

Verordening regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Leek

Verordening regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Leek CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR61670_2 1 juni 2016 Verordening regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Leek Burgemeester en wethouders van de gemeente Leek; gelet

Nadere informatie

Regeling salaris en vergoedingen medewerkers gemeente Krimpenerwaard

Regeling salaris en vergoedingen medewerkers gemeente Krimpenerwaard GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Krimpenerwaard. Nr. 7429 27 januari 2015 Regeling salaris en vergoedingen medewerkers gemeente Krimpenerwaard 2015 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

overwegende dat het in het kader van een goed personeelsbeleid vereist is een regeling voor de gesprekkencyclus

overwegende dat het in het kader van een goed personeelsbeleid vereist is een regeling voor de gesprekkencyclus CVDR Officiële uitgave van Heusden. Nr. CVDR336150_1 25 juli 2017 Regeling gesprekkencyclus gemeente Heusden 2014 Burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden; overwegende dat het in het kader van

Nadere informatie

Regeling beoordelingsgesprekken O2A5

Regeling beoordelingsgesprekken O2A5 Regeling beoordelingsgesprekken O2A5 Het bestuur van O2A5, gelet op het resultaat van het gevoerde overleg met het personeelsdeel van de (G)MR; besluit: vast te stellen de navolgende Regeling beoordelingsgesprekken

Nadere informatie

gelezen hebbende de voorstellen van het cluster P&O d.d. 19 juli 2007 en 19 augustus 2008;

gelezen hebbende de voorstellen van het cluster P&O d.d. 19 juli 2007 en 19 augustus 2008; h gemeente Hardinxveld-Giessendam Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam gelezen hebbende de voorstellen van het cluster P&O d.d. 19 juli 2007 en 19 augustus 2008; gelet op de overeenstemming

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden; Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden; overwegende dat met betrekking tot de beloningsmogelijkheden voor de medewerkers een regeling dient te worden vastgesteld, waarin een

Nadere informatie

Bezoldigings Regeling. gemeente Oldambt

Bezoldigings Regeling. gemeente Oldambt Bezoldigings Regeling gemeente Oldambt Doel: Deze regeling heeft tot doel regels te stellen om duidelijkheid te verschaffen over de wijze van bezoldiging in de gemeente Oldambt. Datum en nummer ingetrokken

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/69

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/69 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/69 Gedeputeerde Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 27 juni

Nadere informatie

- gelet op het bepaalde in artikel 4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG),

- gelet op het bepaalde in artikel 4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG), Gemeente Den Haag Ons kenmerk BSD/2007.4101 RIS 151951 REGELING AMBTSEED / - BELOFTE HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, - gelet op het bepaalde in artikel 4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling

Nadere informatie

SOCIAAL PLAN INLEIDING

SOCIAAL PLAN INLEIDING SOCIAAL PLAN als bedoeld in artikel 8:3 van de CAR, voor de overgang van personeelsleden van de gemeente Geldrop-Mierlo naar de gemeente Helmond, afdeling Werk en Inkomen op 1 januari 2010. INLEIDING Voor

Nadere informatie

Onder mannelijke naamgevingen worden in deze regeling tevens vrouwelijke naamgevingen begrepen.

Onder mannelijke naamgevingen worden in deze regeling tevens vrouwelijke naamgevingen begrepen. Functiewaardering Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. medewerker : de ambtenaar in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Beloning Delfland

Uitvoeringsregeling Beloning Delfland Uitvoeringsregeling Beloning Delfland Ter tenuitvoerlegging van Hoofdstuk 3, artikelen 3.1.1, 3.1.6, 3.1.8 t/m 3.1.13, en artikel 6.1.8 van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel

Nadere informatie

Uitgangspunt is dat er jaarlijks een gesprek plaats vindt tussen medewerker en leidinggevende(n).

Uitgangspunt is dat er jaarlijks een gesprek plaats vindt tussen medewerker en leidinggevende(n). Kaderregeling gesprekscyclus PRIMAIR Onderwijs en REC stelling. De CAO PO geeft aan (artikel 9.4) dat de werkgever periodiek met elke werknemer gesprekken dient te voeren over het (toekomstig) functioneren.

Nadere informatie

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Overbetuwe. Nr. 26527 13 mei 2014 Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014 Ons kenmerk: 12BB00004 De burgemeester van de

Nadere informatie

24 Personeelsgesprekken- en personeelsbeoordeling

24 Personeelsgesprekken- en personeelsbeoordeling 24 Personeelsgesprekken- en personeelsbeoordeling HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen Artikel 24:1:1:1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. Medewerker: de ambtenaar

Nadere informatie

Eigen Regeling toelage en vergoedingen gemeente Veghel

Eigen Regeling toelage en vergoedingen gemeente Veghel GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Veghel. Nr. 128592 30 december 2015 Eigen Regeling toelage en vergoedingen gemeente Veghel Het college van burgemeester en wethouders en de raadsvoorzitter van

Nadere informatie

GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM

GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem; gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Kaag en Braassem (CAR/UWO); gelet op de bereikte

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Leiderdorp;

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Leiderdorp; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Leiderdorp Nr. 169917 7 augustus 2018 Beloningsbeleid Gemeente Leiderdorp 2016 Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Leiderdorp; gelet op

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Nieuw reglement personeelsbeoordeling. BW-nummer

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Nieuw reglement personeelsbeoordeling. BW-nummer Openbaar Onderwerp Nieuw reglement personeelsbeoordeling Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042 BW-nummer Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting Het huidige reglement systematische personeelsbeoordeling

Nadere informatie

Fietsregeling gemeente Oldambt 2010

Fietsregeling gemeente Oldambt 2010 Fietsregeling gemeente Oldambt 2010 Doel:deze regeling heeft als doel duidelijkheid te verschaffen over de mogelijkheden tot verstrekking van een fiets. Datum en nummer ingetrokken collegebesluiten - Reiderland:

Nadere informatie

Regeling Functiewaardering Gemeente Deventer

Regeling Functiewaardering Gemeente Deventer Regeling Functiewaardering Gemeente Deventer inwerking getreden 1 juli 1999 gewijzigd per datum 1 december 2007 ALGEMEEN Artikel 1 1. Deze regeling is van toepassing op medewerkers van wie de bezoldiging

Nadere informatie

Artikel 5 Bepalen functieschaal In een aparte regeling wordt vastgelegd de wijze waarop de functies worden beschreven en gewaardeerd.

Artikel 5 Bepalen functieschaal In een aparte regeling wordt vastgelegd de wijze waarop de functies worden beschreven en gewaardeerd. Artikel 1 Begripsomschrijvingen De begripsomschrijvingen van de CAR-UWO zijn van toepassing. Verwijzingen naar de belangrijkste omschrijvingen zijn opgenomen in de regeling. Daarnaast gelden aanvullend

Nadere informatie

Regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken 2010

Regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken 2010 CVDR Officiële uitgave van Tubbergen. Nr. CVDR55276_1 13 februari 2018 Regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken 2010 Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen gelet op het bepaalde

Nadere informatie

Beoordelingsgesprek (onderdeel van de gesprekkencyclus) Stichting De Groeiling

Beoordelingsgesprek (onderdeel van de gesprekkencyclus) Stichting De Groeiling Beoordelingsgesprek (onderdeel van de gesprekkencyclus) Stichting De Groeiling De Groeiling, stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs Gouda en omstreken Bestuurskantoor De Groeiling

Nadere informatie

REGELING GESPREKSCYCLUS GEMEENTE APPINGEDAM 2016

REGELING GESPREKSCYCLUS GEMEENTE APPINGEDAM 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Appingedam. Nr. 27426 22 februari 2017 REGELING GESPREKSCYCLUS GEMEENTE APPINGEDAM 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente Appingedam, gelet op de desbetreffende

Nadere informatie

gelet op het verhandelde in de vergadering van de Commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 28 november 2002;

gelet op het verhandelde in de vergadering van de Commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 28 november 2002; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 23199 26 februari 2016 Regeling organieke functiewaardering (2010) Met de invoering van het nieuwe functiehuis is de Regeling organieke functiewaardering

Nadere informatie

CONCEPT BGO - Sociaal Plan (principe akkoord ) Sociaal Plan

CONCEPT BGO - Sociaal Plan (principe akkoord ) Sociaal Plan CONCEPT BGO - Sociaal Plan (principe akkoord 02-09-2013) Sociaal Plan SOCIAAL PLAN Voor de overgang van medewerkers van de gemeenten Son en Breugel, Nuenen c.a. en Geldrop-Mierlo naar de Dienst Dommelvallei

Nadere informatie

Regeling ambtseed of belofte griffie Gemeente Bronckhorst 2019

Regeling ambtseed of belofte griffie Gemeente Bronckhorst 2019 Besluit nr.: Z104768/Raad-00411 De raad van de Gemeente Bronckhorst; gelet op de artikelen 147 Gemeentewet en artikel 107 e lid 1 Gemeentewet: Besluit: 1. vast te stellen: Regeling ambtseed of belofte

Nadere informatie

3A Inschaling, functioneren en beoordelen

3A Inschaling, functioneren en beoordelen 3A Inschaling, functioneren en beoordelen Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 3A:1:1 * Algemene bepalingen 3A:1:2 * Functioneringsgesprek, verslag en advies beoordelingsresultaat

Nadere informatie

Bezoldigingsregeling 2014 Krimpen aan den IJssel

Bezoldigingsregeling 2014 Krimpen aan den IJssel Hoofdstuk I Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In aanvulling op de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) wordt in deze regeling verstaan onder:

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hulst. Nr. 22436 24 februari 2016 Aanvullende regeling arbeidsvoorwaarden gemeente Hulst; treedt de dag na bekendmaking in werking, zulks met terugwerkende kracht

Nadere informatie

BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE HEEMSTEDE 2006

BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE HEEMSTEDE 2006 CVDR Officiële uitgave van Heemstede. Nr. CVDR29990_1 6 juni 2017 BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE HEEMSTEDE 2006 I Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze regeling wordt

Nadere informatie

Formulier beoordelingsgesprek en procedure. Vertrouwelijk

Formulier beoordelingsgesprek en procedure. Vertrouwelijk Formulier beoordelingsgesprek en procedure Vertrouwelijk Naam personeelslid Functie Naam formele beoordelaar Evt. naam derde en functie Functie Datum gesprek Datum laatste functioneringsgesprek Datum vorige

Nadere informatie

Sociaal Statuut voor de samenwerking Gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis

Sociaal Statuut voor de samenwerking Gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis Sociaal Statuut voor de samenwerking Gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1:1 Definities (alfabetisch) In dit Sociaal Statuut wordt verstaan onder: ambtenaar: de ambtenaar

Nadere informatie

Regeling opleiding en ontwikkeling

Regeling opleiding en ontwikkeling Regeling opleiding en ontwikkeling Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel; overwegende dat het gewenst is ter uitvoering van artikel 15:1:26 en hoofdstuk 17 de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling

Nadere informatie

Gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

Gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling; Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee Gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling; Gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg,

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Werk & Inkomen Lekstroom. Nr. 249 12 mei 2016 Regeling gesprekscyclus Werk en Inkomen Lekstroom Het dagelijks bestuur

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling 1Stroom Nr. 242 6 maart 2018 Besluit van de Stuurgroep ambtelijke fusie Duiven en Westervoort houdende regels omtrent

Nadere informatie

BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE HEEMSTEDE 2010

BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE HEEMSTEDE 2010 CVDR Officiële uitgave van Heemstede. Nr. CVDR61103_1 6 juni 2017 BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE HEEMSTEDE 2010 I Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze regeling wordt

Nadere informatie

Wijziging van de CAR-UWO gemeente Waterland. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Wijziging van de CAR-UWO gemeente Waterland. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Waterland. Nr. 120876 17 december 2015 Wijziging van de CAR-UWO gemeente Waterland Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende

Nadere informatie

- 4 e Concept PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE BRUNSSUM

- 4 e Concept PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE BRUNSSUM - 4 e Concept PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE BRUNSSUM Mei 2009 1 Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Brunssum; Overwegende, dat met betrekking

Nadere informatie

CONCEPT. De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie: Besluit:

CONCEPT. De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie: Besluit: directoraat-generaal Veiligheid Personeel & Materieel CONCEPT Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van DGV Politie/Personeel en Materieel, houdende invoering van de Tijdelijke regeling functieonderhoud

Nadere informatie

Sociaal Plan In verband met definitieve instelling Regionaal Bureau Leerplicht. gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Woerden

Sociaal Plan In verband met definitieve instelling Regionaal Bureau Leerplicht. gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Woerden Sociaal Plan In verband met definitieve instelling Regionaal Bureau Leerplicht gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Woerden Inhoud Preambule... 3 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 5 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Onderwerp: Wijziging Procedureregeling Fube & Fuwa gemeente Heusden 2009

Onderwerp: Wijziging Procedureregeling Fube & Fuwa gemeente Heusden 2009 College V20100243 Onderwerp: Wijziging Procedureregeling Fube & Fuwa gemeente Heusden 2009 Collegevoorstel Inleiding: Op 21 juli 2009 heeft uw college de Procedureregeling FuBe & FuWa gemeente Heusden

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

gelet op de op grond van artikel 1, tweede lid van het Convenant OR-GO gemeente Diemen 2009 bereikte overeenstemming met de Ondernemingsraad;

gelet op de op grond van artikel 1, tweede lid van het Convenant OR-GO gemeente Diemen 2009 bereikte overeenstemming met de Ondernemingsraad; CVDR Officiële uitgave van Diemen. Nr. CVDR113680_1 30 oktober 2018 Regeling Functioneringsgesprekken 2011 Burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen; gelet op het bepaalde in de Ambtenarenwet;

Nadere informatie

Regeling melding vermoeden misstand 2017 gemeente Texel

Regeling melding vermoeden misstand 2017 gemeente Texel Gemeenteblad Texel 2017 nr 01 datum 8-mrt-17 Regeling melding vermoeden misstand 2017 gemeente Texel INTREKKEN regeling melding vermoeden misstand 2014 gemeente Texel Regeling melding vermoeden misstand

Nadere informatie

GEMEENTE LANCET. Lbr: 12/101 CvA/LOGA 12/14

GEMEENTE LANCET. Lbr: 12/101 CvA/LOGA 12/14 LOGA College voor A rbciik/.aken/v N (; ABVAKABO Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad GEMEENTE LANCET Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarde] FNV CNV 2 7 NOV 2012 Publieke zaak CMHF

Nadere informatie

Bezoldigingsverordening

Bezoldigingsverordening Bezoldigingsverordening Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. ambtenaar: hij, die overeenkomstig de bepalingen van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) in openbare

Nadere informatie

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010, nr. I , tot vaststelling van de Bezoldigingsverordening 2010

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010, nr. I , tot vaststelling van de Bezoldigingsverordening 2010 Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2010 Nummer: 28 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010, nr. I10.008766, tot vaststelling van

Nadere informatie

95e Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling

95e Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente 's-hertogenbosch Nr. 71792 6 april 2018 95e Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling De arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren zijn vastgelegd in de

Nadere informatie

Reglement Beoordelen en Belonen (incl. 3 e wijziging)

Reglement Beoordelen en Belonen (incl. 3 e wijziging) Artikel 1 Algemene bepalingen Reglement Beoordelen en Belonen 2002. (incl. 3 e wijziging) Deze regeling verstaat onder: 1. Medewerker: De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR. 2.

Nadere informatie

HOOFDSTUK3SALARIS, VERGOEDINGEN, TOELAGEN EN UITKERINGEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN:

HOOFDSTUK3SALARIS, VERGOEDINGEN, TOELAGEN EN UITKERINGEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN: CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR392185_1 21 november 2017 HOOFDSTUK3SALARIS, VERGOEDINGEN, TOELAGEN EN UITKERINGEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN: Gelet op de Algemene

Nadere informatie

Regeling melden vermoeden misstanden gemeente Brummen

Regeling melden vermoeden misstanden gemeente Brummen CVDR Officiële uitgave van Brummen. Nr. CVDR405535_1 17 oktober 2017 Regeling melden vermoeden misstanden gemeente Brummen Burgemeester en wethouders van Brummen hebben besloten om: 1. De regeling melden

Nadere informatie

REGLEMENT BEOORDELINGSGESPREKKEN

REGLEMENT BEOORDELINGSGESPREKKEN REGLEMENT BEOORDELINGSGESPREKKEN 1. Inleiding Dit reglement heeft als doel vast te leggen wat onder beoordeling wordt verstaan, wat in het gesprek aan de orde komt en in welke situatie een beoordelingsgesprek

Nadere informatie

Flexkompaan-medewerker: de werknemer die een arbeidscontract heeft bij Flexkompaan BV en gedetacheerd

Flexkompaan-medewerker: de werknemer die een arbeidscontract heeft bij Flexkompaan BV en gedetacheerd CVDR Officiële uitgave van WVS-groep. Nr. CVDR484578_1 5 juni 2018 Regeling organieke functiewaardering 2018 Regeling organieke functiewaardering 2018 Inhoudsopgave Artikel 1 Definities 3 Artikel 2 Algemeen

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren;

College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 121515 16 december 2015 Bezoldigingsregeling gemeente Haaren College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren; gelet op het bepaalde

Nadere informatie

Regeling Bezwarencommissie Orionis Walcheren Ambtenaren

Regeling Bezwarencommissie Orionis Walcheren Ambtenaren Regeling Bezwarencommissie Orionis Walcheren Ambtenaren Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging 3 Salaris en vergoedingsregelingen Bezoldiging Artikel 3:1 1 Met inachtneming van artikel 1:2:1 wordt aan de ambtenaar binnen het kader van een lokaal vast te stellen bezoldigingsregeling een bezoldiging

Nadere informatie

SOCIAAL STATUUT MEDEWERKERS CENTRUM VOOR MUZIEK EN DANS WAALWIJK - HEUSDEN

SOCIAAL STATUUT MEDEWERKERS CENTRUM VOOR MUZIEK EN DANS WAALWIJK - HEUSDEN SOCIAAL STATUUT MEDEWERKERS CENTRUM VOOR MUZIEK EN DANS WAALWIJK - HEUSDEN Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Centrum voor Muziek en Dans ; overwegende dat besloten is tot opheffing

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

Bezoldigingsregeling gemeente Drimmelen 2006;

Bezoldigingsregeling gemeente Drimmelen 2006; CVDR Officiële uitgave van Drimmelen. Nr. CVDR37513_1 17 oktober 2017 Bezoldigingsregeling gemeente Drimmelen 2006 Burgemeester en Wethouders van de gelet op het bepaalde in artikel 3:1, lid 1 van de Collectieve

Nadere informatie

Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college.

Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college. 2 Aanstelling en arbeidsovereenkomst Aanstelling: het bevoegd gezag Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college. Aanstelling

Nadere informatie