Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer"

Transcriptie

1 Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer 2005: van premie naar toeslagrecht December 2006 V. Campens, L. Bas, S. Lenders, V. Samborski, K. Carels Vlaamse Overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Leuvenseplein Brussel

2 Met speciale dank aan: Johan Heyman en Peter Jan Carlier van ALVB, Jos De Smedt en Anja Bockstal van ALV en Dirk Van Gijseghem van AMS van het Beleidsdomein Landbouw en Visserij 1

3 Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer 2005: van premie naar toeslagrecht Lijst met gebruikte afkortingen...4 Samenvatting Situering De MTR en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid De MTR algemeen De invulling van de MTR door Vlaanderen Invoering van de toeslagrechten in naburige lidstaten Aansluitend de melk- en suikerhervorming Het ontstaan van Toeslagrechten en de Bedrijfstoeslag De soorten toeslagrechten Het verwerven van toeslagrechten en hun waarde Werkwijze Monitoring van de rechtstreekse steun uit Pijler I Totaal aan uitbetaalde premies Verdeling over de verschillende soorten premies Ruimtelijke voorstelling van de bestemming van alle premies uit Pijler I Combinaties van premies Totaal aan toeslagrechten Aangegeven toeslagrechten Verdeling volgens diverse gewasgroepen Toegekende rechten en uitbetaalde toeslagrechten Combinaties van uitbetaalde toeslagrechten Gewone toeslagrechten Verdeling volgens het aantal GTR Verdeling volgens de totale waarde van de GTR Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider Verdeling volgens provincie Ruimtelijke voorstelling van de GTR Braakleggingstoeslagrechten Verdeling volgens het aantal BTR Verdeling volgens de totale waarde van de BTR Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider Verdeling volgens provincie Ruimtelijke voorstelling van de BTR Speciale Toeslagrechten Verdeling over het aantal STR Verdeling over de totale waarde van de STR Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider Verdeling volgens provincie Ruimtelijke voorstelling van de STR Melkpremie Verdeling volgens het aantal liter quotum Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider Verdeling volgens provincie Ruimtelijke voorstelling van de melkpremie Zoogkoeienpremie

4 3.6.1 Verdeling volgens de totale waarde van de zoogkoeienpremie Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider Verdeling volgens provincie Ruimtelijke voorstelling van de zoogkoeienpremie Slachtpremie kalveren Verdeling volgens de waarde Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider Verdeling volgens provincie Ruimtelijke voorstelling van de slachtpremie voor kalveren Overige gekoppelde premies Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider Verdeling volgens provincie Verhandeling van toeslagrechten Een blik vooruit Schatting van de waarde van de TR in 2006 na ontkoppeling van de melkpremie en de tabakspremie en de integratie van de compensatiesteun voor suikerbieten en cichorei Alles ontkoppeld Berekening van een eenvoudige flat rate Berekening van een flat rate inclusief niet-subsidiabel areaal Conclusies Literatuurlijst Bijlage I

5 Lijst met gebruikte afkortingen A : percelen met bestemming A worden in rekening gebracht voor de activering van gewone toeslagrechten ALV : Agentschap voor Landbouw en Visserij ALVB : Administratie Landbouw- en Visserijbeleid AMS : Administratie Monitoring en Studie BTR : braakleggingstoeslagrechten GLB : Gemeenschappelijk Landbouwbeleid GMO : Gemeenschappelijke Marktordening GTR : gewone toeslagrechten I : percelen met bestemming I worden niet in rekening gebracht voor de activering van toeslagrechten MTR : Mid Term Review NIS : Nationaal Instituut voor de Statistiek NV : Naamloze Vennootschap NR : nationale reserve STR : speciale toeslagrechten TR : toeslagrechten X : percelen met bestemming X worden in rekening gebracht voor de activering van braakleggingstoeslagrechten 4

6 Samenvatting Het Europese landbouwbeleid kende een laatste grote hervorming die in 2005 in werking trad. De steun werd ontkoppeld van de productie en er ontstonden toeslagrechten. AMS heeft in 2006 een monitoringssysteem opgestart, zodat de beleidsmakers tijdig kunnen inspelen op de evoluties in de landbouwsector. De analyses werden uitgevoerd op basis van de gegevens van het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV), afkomstig van de verzamelaanvraag van 2005 en de hiermee overeenstemmende steun die uitbetaald werd in de loop van 2005 en In 2005 werd er in totaal 225,7 miljoen euro besteed aan de Vlaamse landbouwsector in het kader van de Pijler I-steun of de rechtstreekse inkomenssteun aan de boeren. Algemeen kan men stellen dat de gewone toeslagrechten de grootste hap uit het Pijler I-budget nemen, nl. 63% en dat de waarde van de toeslagrechten nog zal toenemen bij verdere ontkoppeling (melkpremie, de premie voor tabak, integratie van suiker en cichorei e.d.). In totaal is 74% van het landbouwareaal of ha in Vlaanderen verbonden aan een toeslagrecht. Een gewoon toeslagrecht bedraagt gemiddeld 308 euro/ha en een braakleggingstoeslagrecht 361 euro/ha. Een speciaal toeslagrecht bedraagt gemiddeld euro, hiervan zijn er slechts 415. De melkveehouders ontvangen gemiddeld een melkpremie van euro per bedrijf. De zoogkoeienpremie bedraagt gemiddeld euro en wordt aan bijna bedrijven uitbetaald. Er zijn bijna 300 kalvermesters die gemiddeld een premie van euro ontvangen voor het slachten van de kalveren. De premies die in de akkerbouwsector gekoppeld zijn gebleven, worden toegewezen aan enkele duizenden hectaren. De tabakspremie is hiervan de grootste in totaal bedrag. In 2006 konden voor het eerst toeslagrechten verhandeld worden. Er werd 6% van de GTR verhandeld, hoofdzakelijk via verkoop zonder grond. Van de BTR werd er 7% verhandeld, namelijk verkocht zonder grond. Van de STR werd er 4% verhandeld. Er is in totaal aan toeslagrechten vrijwillig aan de nationale reserve overgedragen. In 2006 worden ook de melkpremie, de tabakspremie en de compensaties voor suiker en cichorei opgenomen in de bedrijfstoeslag. Er werd reeds berekend wat het effect hiervan zal zijn. In het kader van de komende onderhandelingen op EU-niveau in verband met het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, werd er ook reeds nagegaan wat een volledige ontkoppeling en een flat rate op de sector teweeg zouden brengen. De integratie van premies in de bedrijfstoeslag betekent dat op termijn dit geld uit bepaalde sectoren zal verdwijnen door verhandeling van toeslagrechten. Een flat rate betekent dat een toeslagrecht voor alle landbouwers 366 euro per ha of 416 euro per ha bedraagt, afhankelijk van het al dan niet toevoegen van de niet-subsidiabele arealen. Hoe meer ontkoppeld wordt, hoe meer de bedrijfsleiders onder 50 jaar aan steun zullen winnen. Bij de invoering van een flat rate, verliest deze bevolkingsgroep aan aandeel tegenover de 60+-ers en de bedrijfsleiders jonger dan 30 jaar. Hoe meer er ontkoppeld wordt, hoe meer Antwerpen en Oost-Vlaanderen zullen winnen in aandeel van de totale waarde van de toeslagrechten. De andere provincies verliezen. Een flat rate bevoordeelt dan weer de akkerbouwgebieden in Vlaams-Brabant en Limburg. In 2007 zullen de data van de verzamelaanvraag van 2006 worden geanalyseerd in een tweede monitoringsrapport. Er wordt verwacht dat er zich dan langzaamaan trends zullen manifesteren, als gevolg van de marktgerichtere beleidskoers. 5

7 0 Situering Het gemeenschappelijke landbouwbeleid is sinds zijn ontstaan in de jaren zestig al aan heel wat veranderingen onderhevig geweest. De laatste, grote hervorming is die van juni 2003, de Mid Term Review of MTR. Deze hervorming is een zoveelste stap in de heroriëntering van het GLB van een markt- en prijsondersteunend beleid naar een inkomensbeleid. Het voornaamste kenmerk van deze laatste hervorming is de ontkoppeling van steun en productie en hierdoor het ontstaan van toeslagrechten die vanaf 2006 verhandeld kunnen worden op de vrije markt. Over de invloed van de invoering van deze toeslagrechten op de landbouwsector in Europa en de verschillende lidstaten is er reeds veel gepubliceerd door experten en beleidsmakers. In Vlaanderen heeft er echter nog geen enkele analyse op plaats gevonden. De bedoeling van dit rapport is een beter zicht te krijgen op de Vlaamse situatie aan de hand van de cijfers van het eerste jaar ontkoppeling, afkomstig van de verzamelaanvraag 2005 (ALV). Deze analyse moet de basis vormen voor een jaarlijkse rapportering. Door een jaarlijkse opvolging uit te voeren, kunnen trends en verschuivingen in de sector sneller worden gedetecteerd en de oorzaken worden onderzocht. Het beleid kan deze monitoring vervolgens hanteren om gefundeerde beslissingen of standpunten in te nemen. In hoofdstuk 1 wordt het nieuwe landbouwbeleid sinds de MTR bondig uitgelegd en in hoofdstuk 2 wordt de werkwijze van de analyse uitgelegd. Hoofdstuk 3 vat de resultaten van de analyse samen aan de hand van grafieken en tabellen. Na een analyse van de bestaande situatie en een overzicht van de verhandelde toeslagrechten in 2006 (hfdst. 4), wordt er tevens een blik vooruit geworpen in hoofdstuk 5, waar de situatie in 2006 wordt berekend, wanneer de melkpremie, de tabakspremie en de compensatiesteun voor cichoreiwortelen en voor suikerbieten worden opgenomen in de bedrijfstoeslag. Er wordt ook nagegaan wat de effecten van een volledige ontkoppeling en van een flat rate kunnen zijn. Ten slotte worden in hoofdstuk 6 de conclusies geformuleerd. 6

8 1 De MTR en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1.1 De MTR algemeen De Raad van landbouwministers van de Europese Unie bereikte in juni 2003 een akkoord over een ingrijpende hervorming van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid. De nieuwe maatregelen werden ingevoerd in België vanaf Door deze hervorming wordt het overgrote deel van de subsidies losgekoppeld van de omvang en keuze van de productie. Om te voorkomen dat productie in bepaalde gebieden verdwijnt, kunnen lidstaten ervoor kiezen om een productiepremie te handhaven. De lossere band tussen productie en premies maakt dat de landbouwers in de EU meer kunnen concurreren en marktgerichter handelen. Tegelijk draagt het bij tot een zekere inkomensstabiliteit. Het nieuwe GLB ziet er in hoofdlijnen als volgt uit: Steunverlening die marktgerichter, eenvoudiger en minder handelsverstorend is (inkomenssteun of steun uit Pijler I): voor de landbouwers wordt er één enkele bedrijfstoeslag ingevoerd; beperkte gekoppelde steunelementen mogen worden gehandhaafd om te voorkomen dat productie wordt opgegeven; om die bedrijfstoeslag en de andere rechtstreekse steun te ontvangen, moeten normen op het gebied van het milieu, de voedselveiligheid, de gezondheid van dieren en planten en het dierenwelzijn worden nageleefd en moet de landbouwgrond uit landbouw- en milieuoogpunt in goede staat worden gehouden ( randvoorwaarden ). Een krachtiger plattelandsbeleid (steun uit Pijler II): een krachtiger beleid voor plattelandsontwikkeling met nieuwe maatregelen om milieuzorg, kwaliteit en het dierenwelzijn te bevorderen en om de landbouwers helpen te voldoen aan EU-normen op productiegebied; een verlaging van de uit te keren rechtstreekse betalingen ('modulatie') uit Pijler I aan landbouwbedrijven die meer dan euro rechtstreekse betalingen ontvangen om het nieuwe beleid voor plattelandsontwikkeling te kunnen financieren. Herziening van de marktondersteuning in het kader van het GLB: een mechanisme voor financiële discipline om ervoor te zorgen dat vanaf het begrotingsjaar 2007 tot 2013 de vastgestelde landbouwbegroting niet wordt overschreden. Indien dat toch gebeurt, wordt er een lineaire vermindering toegepast; herziening van het GLB-marktbeleid in bepaalde sectoren: o asymmetrische prijsverlagingen in de zuivelsector: de interventieprijs voor boter wordt over 4 jaar met 25% verlaagd, gecompenseerd door een melkpremie; o de maandelijkse verhogingen van de interventieprijs in de sector granen worden gehalveerd en de huidige interventieprijs wordt gehandhaafd; o er zijn gerelateerde hervormingen in de sectoren rijst, durumtarwe, noten, hop, zetmeelaardappelen en gedroogde voedergewassen. De verschillende elementen van de hervorming werden in 2004 en 2005 van kracht. De bedrijfstoeslag werd ingevoerd in Lidstaten die door specifieke 7

9 landbouwomstandigheden een overgangsperiode nodig hebben, kunnen de invoering uitstellen tot niet later dan In 2008 zal de Europese Commissie een evaluatie maken van het nieuwe beleid, de zogenaamde health check. Mogelijke aanpassingen aan het beleid kunnen bijgevolg ten vroegste ingang vinden in Er moet immers minstens een jaar gerekend worden om de wetgeving aan te passen en deze te laten van start gaan in het begin van een boekhoudjaar. 1.2 De invulling van de MTR door Vlaanderen De landbouwhervorming biedt de lidstaten en de regio s een aantal mogelijkheden om een eigen beleid uit te stippelen. Zo heeft de Vlaamse regering, in overleg met de landbouworganisaties en met Wallonië, gekozen voor de volgende toepassingsmodaliteiten: De ontkoppeling De ontkoppelde steun wordt opgenomen in een unieke bedrijfstoeslag die aan de landbouwers wordt toegekend op basis van de gemiddelde steun die de individuele landbouwer ontvangen heeft in de referentieperiode De hectarepremies in de akkerbouwsector worden volledig ontkoppeld, wat betekent dat de areaalbetalingen voor maïs, granen, oliehoudende zaden, vlas en braaklegging worden opgenomen in de unieke bedrijfstoeslag; In de zaaigoedsector blijft de premie voor lijnzaad en speltzaad gekoppeld aan de productie; In de dierlijke sector blijven de premies voor zoogkoeien (gedeeltelijk) en de slachtpremie voor kalveren gekoppeld. De andere premies worden opgenomen in de unieke bedrijfstoeslag; In de melksector wordt de aanvullende steun ter compensatie van de melkprijsdaling geïntegreerd in de unieke bedrijfstoeslag met ingang van Vlaanderen heeft hiermee gekozen voor een grote mate van ontkoppeling. Het behoud van enkele gekoppelde premies houdt verband met de concurrentiele positie voor slachtkalveren ten opzichte van Nederland en voor lijnzaad waar Vlaanderen deel uitmaakt van een vlasgebied van Noord-Frankrijk tot Nederland. Nederland en Frankrijk houden hun lijnzaadproductie en hun slachtpremie voor kalveren ook gekoppeld. Het lineaire afhoudingspercentage dat wordt toegepast op de toeslagrechten om de nationale reserve te vullen, werd door Vlaanderen in samenspraak met Wallonië op 1,65% gebracht. De nationale reserve (NR) is een fonds waar niet geactiveerde toeslagrechten worden opgenomen en waaruit nieuwe toeslagrechten kunnen verkregen worden voor landbouwers onder bepaalde specifieke omstandigheden. Vlaanderen en ook Wallonië hebben verder beslist om geen percentage af te houden op de verhandeling van toeslagrechten die vanaf 2006 van start gaat. De randvoorwaarden Vanaf 2005 moet de landbouwer voldoen aan een aantal specifieke voorwaarden om rechtstreekse Europese steun te verkrijgen. Dit zijn de randvoorwaarden die enerzijds bestaan uit de beheerseisen die voortvloeien uit 19 Europese richtlijnen en verordeningen en anderzijds uit de vereisten om de landbouwgrond in goede landbouw- en milieuconditie te houden. Dit laatste betekent eveneens dat de totale oppervlakte permanent grasland in Vlaanderen moet behouden blijven en niet meer dan 10% mag dalen onder het aandeel permanent grasland van

10 Voor 2005 was dit alvast geen probleem: in 2005 is de verhouding permanent grasland op de totale landbouwgrond in Vlaanderen met slechts 0,29% gedaald ten opzichte van 2003 (bron ALV). De daling tegenover 2005 is 0,3%. In totaal is de daling in 2006 t.o.v ,59%. Pas bij daling van 5% dient de lidstaat maatregelen te nemen. Het naleven van randvoorwaarden betekent niet noodzakelijk dat de landbouwer aan nieuwe en/of strengere verplichtingen moet voldoen. De Europese regelgeving laat op dit punt ruimte aan de Lidstaten. Strengere verplichtingen zijn mogelijk indien hierover een brede maatschappelijke consensus bestaat, of er een duidelijk toegevoegde waarde is op het vlak van voedselveiligheid of volksgezondheid, of voor het opbouwen van een technologische voorsprong. Het opleggen van dergelijke randvoorwaarden was voor de Commissie een noodzaak om een voldoende maatschappelijk en internationaal draagvlak te behouden voor een sterk financieel ondersteund landbouwbeleid. De implementatie van deze controles was niet eenvoudig omwille van de bevoegdheidsopdeling binnen en tussen de regio s. Uit een evaluatie van de controles uitgevoerd in 2005 blijkt dat de meeste overtredingen vastgesteld werden bij de identificatie en registratie van dieren vooral dan bij schapen, geiten en varkens en bij de verplichte bepaling van het koolstofgehalte en de zuurtegraad voor een bepaald aantal percelen. 1.3 Invoering van de toeslagrechten in naburige lidstaten In de implementatie van de ontkoppeling werd er redelijk wat vrijheid gelaten aan de lidstaten zowel op vlak van timing als op de graad van ontkoppeling. Hieronder een overzicht van de implementatie in onze naburige landen en gewesten. Duitsland Duitsland heeft gekozen voor het combi-model vanaf 2005; daarin wordt gestart met het historische model en geleidelijk aan overgegaan naar een regionaal model of een flat rate per deelstaat. De reden hiervoor is dat zo de extensievere landbouw wordt bevoordeeld, het systeem op de duur eenvoudiger wordt en het een betere rechtvaardiging geeft naar de maatschappij. Deze beleidskeuze is voor Duitsland politiek lastig geweest maar wel moedig omdat zo de toekomst wel gemakkelijk zal worden. Landen met een ontkoppeling gebaseerd op historische cijfers zullen waarschijnlijk ook nog extra inspanningen moeten leveren om op latere datum toch nog over te gaan naar een regionaal model of verdere nivellering van de premies. Frankrijk Frankrijk heeft gekozen voor het behoud van een zo maximaal mogelijke koppeling binnen een historisch model vanaf Er werd in de uitwerking van de regelgeving speciaal rekening gehouden met het ondersteunen van jonge starters. Frankrijk ziet zijn toekomstig beleid in de richting gaan van eerst een verdere ontkoppeling en daarna, wellicht na 2010, een geleidelijke overgang tot een regionaal model. Oostenrijk Oostenrijk kiest voor een historisch model met een aantal behouden koppelingen voor slachtpremies, zoogkoeien en hop. Oostenrijk streeft naar een duurzame, effectieve, familiale landbouw. De overheidssteun is erg belangrijk in Oostenrijk en maakt gemiddeld 93% uit van het landbouwinkomen. Zonder kan deze landbouw niet blijven bestaan. 9

11 In de toekomst zal er verder ontkoppeld worden en toegewerkt worden naar een regionaal model. Nederland Nederland heeft gekozen voor een historisch model met een aantal behouden koppelingen voor de slachtpremies en lijnzaad. Op termijn willen de Nederlanders dat de premies nog verder afnemen en dat de markt meer bepalend gaat zijn. Er wordt reeds gedacht aan een flat rate. Verder wil Nederland inzetten op innovatie en kwaliteit en de invulling van de nieuwe rol van agrariërs in natuurbeheer (groene en blauwe diensten). 10

12 Tabel 1: Overzicht van de invoering van toeslagrechten in onze naburige lidstaten Lidstaten Start Referentie Ontkoppeling Verdere ontkoppeling Verhandeling Toeslagrechten Nederland 2006 Historische referentie Akkerbouw: 100% behalve spelt en lijnzaad Melkpremie in 2007 Geen afhouding bij Veeteelt: 100% behalve slachtpremie runderen verhandeling van en slachtpremie kalveren (volledig gekoppeld) toeslagrechten Frankrijk 2006 Historische referentie Akkerbouw: 100% behalve granen en spelt en lijnzaad Veeteelt: 100% behalve zoogkoeien en slachtpremie kalveren (volledig gekoppeld), slachtpremie kalveren en ooienpremie (deels gekoppeld) Uitzondering voor afgelegen gebieden Duitsland 2005 dynamisch hybried Volledige ontkoppeling behalve hop en tabak naar regionale flatrate (deels gekoppeld) systeem Oostenrijk 2005 Historische referentie Akkerbouw: 100% Veeteelt: 100% behalve zoogkoeien en kalveren (volledig gekoppeld) en slachtpremie runderen (deels gekoppeld) Melkpremie in 2006 Tabak 40% Olijfolie 100% Melkpremie in 2005 Tabak 40% Hop 25% Melkpremie in 2007, tabak ontkoppeld, hop 25% gekoppeld Afhouding verhandeling toeslagrechten grond bij van zonder Geen afhouding bij verhandeling van toeslagrechten 2005 Dynamisch hybride Engeland Volledige ontkoppeling (UK) 1 systeem Ierland (Ir) 2005 Historische referentie Volledige ontkoppeling B - Wallonië 2005 Historische referentie Akkerbouw: 100% behalve spelt en lijnzaad Veeteelt: 100% behalve zoogkoeien Melkpremie in 2006 Tabak ontkoppeld B - Vlaanderen 2005 Historische referentie Akkerbouw: 100% behalve spelt en lijnzaad Melkpremie in 2006 Veeteelt: 100% behalve zoogkoeien en Tabak ontkoppeld slachtpremie kalveren Geen afhouding bij verhandeling van toeslagrechten Geen afhouding bij verhandeling van toeslagrechten 1 Zonder Wales, Noord-Ierland en Schotland

13 1.4 Aansluitend de melk- en suikerhervorming Na de beslissing over de MTR in 2003 worden vervolgens stapsgewijs ook andere sectoren hervormd: melk, suiker en cichorei, tabak. Hieronder de voornaamste hervormingen voor de melk- en suikersector. Melkhervorming De hoofdlijnen van het compromis bereikt in de melkhervorming zijn: Geen bijkomende quotaverhoging bovenop die van Agenda 2000 Daling van interventieprijzen voor boter (-25% over 4 jaar) en magere melkpoeder (-15% in 3 jaar), gecompenseerd door de melkpremie Ontkoppeling en integratie van deze premie en extra betalingen in de bedrijfstoeslag in 2006 verdeeld over de beschikbare toeslagrechten Afschaffing van de richtprijs Limitering van de interventieaankopen van boter. Suiker- en cichoreihervorming In juni 2005 werd een beslissing genomen over de hervorming van de suikersector. Deze hervorming kan opgesplitst worden in drie luiken, nl.: de oprichting van een tijdelijk herstructureringsfonds, een nieuwe gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor suiker en compensaties voor de biet- en cichoreiplanters. De doelstelling van de hervorming is om een sanering van de Europese suikersector door te voeren via een drastische suikerprijsdaling van 36%, weliswaar gefaseerd over 4 jaar. Een fonds voor herstructurering wordt in het leven geroepen voor diezelfde 4 jaar. Dit fonds wordt gespijsd door heffingen die de ondernemingen van de sector dienen te betalen. De ondernemingen die dit wensen, kunnen hun quotum aan dit herstructureringsfonds verkopen en hun suikeractiviteit stopzetten. Verwacht wordt dat ondernemingen in de minder efficiënte lidstaten hiervan gebruik zullen maken. De Commissie beoogt een vermindering van het Europese quotum met 5 à 6 miljoen ton (ongeveer 30%) na 4 jaar. De suikerproductie boven het quotum, die haar afzet niet vindt via overdracht, via industriële toepassingen, via gebruik door perifere gebieden of via beperkte uitvoer binnen WTOlimieten, zal beboet worden met een surplus heffing. Suikerbieten kunnen sinds kort wel geteeld worden voor de productie van energiegewassen voor bio-ethanol op braakgronden met uitbetaling van een braakleggingstoeslagrecht of onder het stelsel van energiegewassen (45 euro/ha, mag gecombineerd worden met een gewoon toeslagrecht). Een productieheffing op de toegekende quota, die voor de helft op de bietplanters verhaald kan worden, vormt een nieuw element. Ook de mogelijkheid van particuliere opslag en van onttrekking van suiker van de markt op korte of lange termijn zijn nieuwe marktmechanismen in de nieuwe marktordening voor suiker. De inkomensdaling waarmee de bietplanter geconfronteerd zal worden, zal voor 60% gecompenseerd worden door een ontkoppelde betaling, die geïntegreerd zal worden in de bedrijfstoeslagregeling.

14 1.5 Het ontstaan van Toeslagrechten en de Bedrijfstoeslag De invoering van de bedrijfstoeslag betekent een verdere stap richting afbouw prijssteun en directe gekoppelde inkomenssteun. De totale bedrijfstoeslag die de landbouwers ontvangen is gebaseerd op een referentiebedrag dat de betrokken betalingen aan hen in de referentieperiode 2000 tot en met 2002 omvat. Per hectare referentieareaal wordt één toeslagrecht toegekend. Door het referentiebedrag te delen door het referentieareaal, wordt de waarde van elk toeslagrecht, toegekend aan één landbouwbedrijf, berekend. De bedrijfstoeslag is de som van de toeslagrechten die worden geactiveerd door middel van hectares met subsidiabele teelten De soorten toeslagrechten Er zijn drie verschillende soorten toeslagrechten (TR): Gewone toeslagrechten (GTR) Dit zijn toeslagrechten gebaseerd op de referentieoppervlakte akkerbouw- en voedergewassen en op de referentieaantallen runderen en schapen. Deze toeslagrechten zijn verbonden aan een oppervlakte subsidiabele grond. De rechten worden uitgedrukt in een bedrag per hectare dat geactiveerd kan worden door de subsidiabele hectaren in gebruik te nemen. Bij de initiële verdeling van de toeslagrechten, hebben alle TR voor een bepaalde eigenaar eenzelfde waarde, tenzij hem rechten via de nationale reserve zijn toegekend of rechten werden overgenomen gelijktijdig met de aankoop of lange termijn huur van grond. Later, bij de vrije verhandeling vanaf 2006, kunnen per bedrijf de waarden van de toeslagrechten verschillen. Speciale toeslagrechten (STR) Wanneer er geen grond is of als het referentieareaal kleiner is dan het referentiebedrag gedeeld door (d.i. de maximale waarde van een speciaal toeslagrecht), is er niet voldoende grond om het toeslagrecht aan te verbinden waardoor dit een speciaal toeslagrecht wordt. Het bijzondere aan speciale toeslagrechten is dat deze benut kunnen worden zonder daarvoor subsidiabele grond in gebruik te hebben. Een voorwaarde voor het gebruik is dat de landbouwer ten minste de helft van het gemiddelde aantal grootveeeenheden (GVE s) moet aanhouden van het aantal dat hij in de referentieperiode had. Speciale toeslagrechten kunnen ook worden omgezet in gewone toeslagrechten wanneer ze geactiveerd worden met subsidiabele grond. Vanaf dat moment blijven ze steeds gewone toeslagrechten. Worden een aantal speciale toeslagrechten met een overeenkomstig aantal hectaren aangegeven, dan wordt het aantal GVE opnieuw berekend naar evenredigheid van de overgebleven toeslagrechten waarvoor de landbouwer om toepassing van de speciale voorwaarden verzoekt. Braakleggingstoeslagrechten (BTR) De hectaren die in de referentieperiode verplicht braak lagen in het kader van de EUbraakverplichting, komen in aanmerking voor het verkrijgen van braakleggingstoeslagrechten (geen vrijwillige braak, omdat die wordt opgenomen in de berekening van de gewone toeslagrechten). Deze toeslagrechten zijn verbonden aan een oppervlakte subsidiabele grond, de rechten worden uitgedrukt in een bedrag per hectare dat geactiveerd kan worden door de subsidiabele hectaren braak te leggen. De BTR dienen geactiveerd te worden alvorens de GTR te activeren. 13

15 De bedrijfstoeslag is de optelsom van de geactiveerde toeslagrechten (GTR, STR, BTR) van een bedrijf. Dit bedrag is dus gebaseerd op de premies ontvangen in de referentieperiode en afhankelijk van de jaarlijkse aanvraag. Daarbij is de bedrijfstoeslag onderhevig aan kortingen als gevolg van het nationale plafond, de modulatie en eventueel de financiële discipline omwille van een dreigende overschrijding van het EU-budget. De lineaire afhouding voor het spijzen van de nationale reserve is gebeurd voor de definitieve toekenning van de toeslagrechten. In figuur 1 wordt de overgang naar de bedrijfstoeslag schematisch weergegeven. De bedragen die weergegeven worden, zijn diegene die gelden na alle afhoudingen. Figuur 1: overgang naar bedrijfstoeslag, situatie 2005 Diverse productspecifieke premies ( 226 mln) Eén Bedrijfstoeslag ( 139 mln) Melkpremie ( 45 mln) Gewone TR ( 136 mln) Braak TR ( 2 mln) Speciale TR ( 0,8 mln) Extra steun ( 2,7 mln) Zoogkoeienpremie ( 30 mln) Slachtpremie kalveren ( 6 mln) Premie tabak ( 2,2 mln) Premie zaaizaadvermeerdering ( 0,6 mln) Overige gekoppelde premies ( 8.600) Bron: ALV Het verwerven van toeslagrechten en hun waarde Naast de toeslagrechten, die op historische basis zijn toegekend, kan een landbouwer ook toeslagrechten kopen, huren of verkrijgen uit de nationale reserve. Een toeslagrecht beschikt bijgevolg over twee soorten waarden, de jaarlijkse uitbetaalwaarde en de verkoopwaarde. Historisch toegekende toeslagrechten In 2005, na de mogelijkheid tot herziening van de berekeningsprocedure, die in de vorige alinea s werd uitgelegd, ligt de definitieve waarde van ieder toeslagrecht vast. Deze waarde kan nog stijgen met de toevoeging van de melkpremie, de premie voor tabak en de integratie van de steun voor suikerbieten en cichorei in Deze premies worden dan immers ontkoppeld en het referentiebedrag dat overeenkomt met deze premies, wordt verdeeld over de bestaande toeslagrechten. Daarmee verandert dus niet het aantal, maar wel de waarde van de toeslagrechten. Met de uitbetaalwaarde van toeslagrechten wordt bedoeld het bedrag of dividend dat jaarlijks uitbetaald wordt aan de houder van het recht. De waarde van de toeslagrechten wordt vastgelegd per hectare. Afhankelijk van de goedgekeurde aanvraag worden deze toeslagrechten jaarlijks uitbetaald aan het desbetreffende bedrijf. De waarde van het toeslagrecht kan daarnaast ook nog verminderen met afhouding om het nationale plafond niet te overstijgen (n.v.t. voor Vlaanderen) 14

16 een bijkomend lineair afhoudingspercentage bij overstijging van het nationale plafond (voor Vlaanderen is dit 0%) de modulatie (in %, % en % die overgaat naar pijler II) de financiële discipline (indien het landbouwbudget overschreden wordt, is er een lineaire afhouding voorzien) de afhouding bij verhandeling. (voor Vlaanderen is dit op 0% gezet) Het lineaire afhoudingspercentage van 1,65% voor België/Vlaanderen is reeds vóór de toekenning van de definitieve toeslagrechten ingehouden. Verkoop of verhuur van toeslagrechten Vanaf 2006 kunnen toeslagrechten verkocht worden met of zonder grond of verhuurd worden met grond. Bij verkoop kan de overdracht met of zonder grond gebeuren, bij verhuur is de overdracht enkel mogelijk met grond. De verkoop/verhuurwaarde van toeslagrechten wordt bepaald door de landbouwers onderling. De prijs van het toeslagrecht dat verkocht/verhuurd wordt, wordt bepaald door vraag en aanbod. De overdracht of verkoop van toeslagrechten kan enkel aan een andere landbouwer uit dezelfde lidstaat (tenzij bij vererving). Men kan stellen dat in de beginperiode de markt voor toeslagrechten erg ondoorzichtig zal zijn, met een erg hoog speculatiegehalte. Sommigen twijfelen zelfs of er eigenlijk wel een echte markt zal ontstaan voor toeslagrechten. Toeslagrechten zijn immers niet nodig om te produceren zoals een melkquotum of nutriëntenhalte, financieel zijn ze soms wel nodig, voornamelijk voor hen die ze initieel gekregen hebben en er op rekenen ze jaarlijks te ontvangen. Ze zijn ook risicovol, want de looptijd is onduidelijk en ze zijn inflatiegevoelig. Een dynamisch bedrijf zal wellicht eerst kiezen om zijn geld te besteden aan productiefactoren eerder dan aan toeslagrechten. De verhandeling van toeslagrechten met of zonder grond is hoe dan ook een belangrijk gegeven en dient opgevolgd te worden. Verkrijgen van toeslagrechten uit de nationale reserve Landbouwers die aan bepaalde voorwaarden voldoen en/of die momenteel nog geen toeslagrechten bezitten, kunnen beroep doen op de nationale reserve om zo toeslagrechten te verkrijgen. De reserve is bedoeld voor landbouwers die zich in een bijzondere situatie bevinden, die gestart zijn na 31 december 2002 dan wel in 2002 zonder in dat jaar rechtstreekse betalingen te ontvangen of voor landbouwers in gebieden met herstructurering of ontwikkelingsprogramma s. Daarnaast kunnen de lidstaten jaarlijks voorwaarden bepalen waaraan voldaan moet worden. Voor België zijn deze voorwaarden voor 2005 de volgende: landbouwers die tijdens of na de referentieperiode hebben geïnvesteerd in gebouwen bestemd voor de rundvee- en/of schapenhouderij (285 aanvragen in Vlaanderen); landbouwers die tijdens of na de referentieperiode landbouwgronden hebben geërfd, gekregen, gekocht of voor tenminste 6 jaar hebben gepacht (446 aanvragen in Vlaanderen); landbouwers die minder hectaren dan toeslagrechten hebben omwille van specifieke nadelen: de landbouwer heeft sinds de referentieperiode ongewild hectaren verloren (door een onteigening voor algemeen nut of ten gevolge van een ruilverkaveling) waardoor hij nu onvoldoende heeft om al zijn toeslagrechten te activeren (96 aanvragen in Vlaanderen). 15

17 De voorwaarden voor 2006 zijn de volgende: Begunstigden van de ontkoppeling van de premie voor tabak, van de compensatiesteun voor cichoreiwortelen voor de inulineproductie of van de compensatiesteun voor suikerbieten, die: o Vlaamse landbouwgrond hebben verkregen door schenking of vererving die tijdens de betreffende referentieperiode verhuurd was en nu in gebruik is door de aanvrager; o Investeren in productiecapaciteit of landbouwgrond aankopen of o langetermijnpacht uitoefenen; Vlaamse landbouwgrond huren of aankopen die tijdens de betreffende referentieperiode verhuurd was en nu in gebruik is door de aanvrager; Landbouwers die uiterlijk op 15 mei 2004 grond hebben geërfd, gekregen of gekocht, die op 2 mei 2005 nog verhuurd was en die pas voor het eerst in de verzamelaanvraag van 2006 door hen aangegeven wordt; Landbouwers die in 2006 minder hectaren hebben dan toeslagrechten omwille van een specifiek nadeel, zoals ruilverkaveling en onteigening voor algemeen nut (aanvraag compressie van toeslagrechten). 16

18 2 Werkwijze De monitoring gebeurt met data uit de gegevensbank van het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV). Het betreft een selectie van gegevens van de verzamelaanvraag van 2005, geëxtraheerd op 19 juni Deze datum is belangrijk, aangezien er nog kleine aanpassingen gebeuren aan de databank. Op dat tijdstip waren alle premies ingegeven in het systeem en uitbetaald, behalve een gedeelte van de vaste premie tabak, de variabele steun tabak, de steun voor zaaizaadvermeerdering en het extra uitbetaalde steunbedrag, afkomstig van de eerste euro die vrijgesteld is van modulatie. De extra betaling na modulatie (afroming met 3%) is het extra uitbetaalde steunbedrag afkomstig van het vrijgestelde deel van de rechtstreekse steun. Immers, voor de eerste euro aan rechtstreekse betaling geldt een vrijstelling van modulatie. Het extra steunbedrag is het bedrag dat met deze vrijstelling overeenstemt en bedraagt maximaal 150 euro per bedrijfsleider. Het wordt terugbetaald op basis van een beschikbaar budget, nl. het nationale plafond (max. 4,7 miljoen euro voor België). Indien dit plafond overschreden wordt, zal op ieder extra steunbedrag een lineaire procentuele verlaging worden toegepast. Dit is het geval voor 2005, het extra steunbedrag werd met 1% verlaagd. De data betreffen dus de rechtstreekse steun aan de landbouwer via Pijler I, uitbetaald in het boekjaar dat loopt van 16/10/2005 tot 15/10/2006 en gebaseerd op de verzamelaanvraag van De uitbetalingen betreffen Vlaamse en Waalse TR betaald aan landbouwers met een productie-eenheid in Vlaanderen en met gronden in Vlaanderen of in Wallonië. De gegevens bevatten de door de landbouwer aangegeven toeslagrechten, de toegekende rechten en de effectief uitbetaalde bedragen. De toegekende zijn lager dan de aangegeven vermits er rekening is gehouden met de sancties voor het niet naleven van de premievoorwaarden, te late indiening van het dossier, onderaangifte, eventuele overschrijding van de nationale enveloppe, modulatie (3%) en het niet naleven van de randvoorwaarden. De uitbetaalde zijn het laagst, aangezien er rekening is gehouden met het al dan niet activeren van de toeslagrechten. Vooreerst wordt, ter situering, een overzicht gegeven van het totaal aan premies uit pijler I (directe inkomenssteun). Nadien worden deze meer in detail geanalyseerd: de toeslagrechten (TR), zijnde de gewone toeslagrechten (GTR), de braakleggingstoeslagrechten (BTR) en de speciale toeslagrechten (STR), de melkpremie, de zoogkoeienpremie, de slachtpremie kalveren en de kleinere premies, zoals de premie voor eiwithoudende gewassen, de premie voor noten, de premie voor energiegewassen, de premie voor zaaizaadvermeerdering en de tabakspremie. Verder in het rapport worden de gegevens verwerkt die op 19 juni 2006 uit de databank zijn gehaald. De extra betaling was toen nog niet gekend en de speciale toeslagrechten, de tabakspremie en de premie voor zaaizaadvermeerdering waren nog niet volledig uitbetaald. Deze nieuwe cijfers zullen echter een minimale wijziging veroorzaken in de hiernavolgende analyses. Ter vervollediging werden ze wel in tabel 2 opgenomen. Het totaalbeeld wordt, daar waar mogelijk en nuttig, verfijnd door de bedrijven op te delen volgens volgende parameters: aantal en waarde van de toeslagrechten; leeftijd van de bedrijfsleider; provincie van de landbouwer. Wat de leeftijd van de bedrijfsleider betreft, dient te worden opgemerkt dat er voor de vennootschappen geen leeftijd gekend is (10,7% van de gevallen). Bovendien zitten er nog onregelmatigheden in het bestand waardoor er een aantal landbouwers een onrealistische

19 lage leeftijd hebben. Voor de geboortedatum werd daar soms de oprichtingsdatum van het bedrijf ingevuld. Deze vergissing wordt zo goed mogelijk weg gefilterd door de bedrijfsleiders jonger dan 18 jaar in een aparte klasse leeftijd niet gekend te zetten. Het gaat om 1,3% van de bedrijven. Deze filter is niet 100% perfect, maar de invloed op de analyse is evenwel beperkt en de fout gelijkmatig verdeeld. ALV zal dit probleem in de toekomst recht zetten door koppeling met het rijksregisternummer. De opdeling per provincie geschiedt via het adres van de beherende instanties (=buitendienst van ALV), waarbij de landbouwer zijn verzamelaanvraag indient en waarbij in de buurt meestal het merendeel van zijn bedrijfseenheden gelegen zijn. Dit maakt een meer correcte benadering mogelijk voor een ruimtelijke analyse van de rechtstreekse steun dan via de postcode van het correspondentieadres van de landbouwer. De uitbetalingen aan Waalse en buitenlandse bedrijven met landbouwgrond in Vlaanderen kunnen op die manier ook geografisch gesitueerd worden. Aangezien er slechts 5 beherende instanties zijn in Vlaanderen en er dus geen fijnere opsplitsing mogelijk is, gebeurt de opmaak van de kaarten op basis van de gemeente waar de landbouwer zijn correspondentieadres heeft. 18

20 3 Monitoring van de rechtstreekse steun uit Pijler I 3.1 Totaal aan uitbetaalde premies Verdeling over de verschillende soorten premies In 2005 werden er in totaal in Vlaanderen iets meer dan 225,7 miljoen euro aan rechtstreekse steun uitgekeerd aan de landbouwers via Pijler I van het landbouwbeleid. De toeslagrechten nemen het grootste aandeel in (63%). De melkpremie is goed voor 20%, de zoogkoeienpremie omvat 13% en de slachtpremie voor kalveren omvat 3% van het totaal. De overige premies omvatten de eiwithoudende gewassen, de premie voor noten, de premie voor energiegewassen, de premie voor zaaizaadvermeerdering en de tabakspremie (1%). In verhouding tot de totale steun aan Pijler II-maatregelen (of 89,9 miljoen euro aan Vlaamse middelen en Europese cofinanciering voor plattelandsontwikkeling) bedraagt de Pijler I-steun 72% van het geheel en de Pijler II-steun 28%. De Pijler II-steun wordt in dit rapport niet verder geanalyseerd. Tabel 2: Totaal overzicht van uitbetaalde rechtstreekse betalingen uit Pijler I in 2005 aantal premie gemiddelde premie bedrijven (euro) premie/bedrijf (euro) 2005 situatie situatie (euro) situatie * premie (%) situatie Pijler I ,0 toeslagrecht ,8 gewone toeslagrechten ,3 braakleggingstoeslagrechten ,9 speciale toeslagrechten ,4 melkpremie ,9 zoogkoeienpremie ,3 slachtpremie kalveren ,7 overige gekoppelde premies ,2 extra betaling na modulatie ,2 Bron: databank ALV. *: verder in het rapport is gewerkt met de data van Ruimtelijke voorstelling van de bestemming van alle premies uit Pijler I Figuur 2 geeft de gemiddelde inkomsten uit Pijler I per landbouwer weer voor elke gemeente. Deze kaart is gebaseerd op de postcode van het correspondentieadres van de landbouwer. 19

21 Figuur 2: gemiddelde waarde aan Pijler-I-inkomsten per gemeente in 2005 (in euro/landbouwer) Combinaties van premies Tabel 3 geeft een overzicht van het aantal bedrijven en de totale hoeveelheid steun die ze krijgen, opgesplitst per combinaties van premies. Bijna 99% van alle steuntrekkende bedrijven ontvangt toeslagrechten, deze bedrijven ontvangen 78% van de steun. 48% van de bedrijven ontvangt louter en alleen toeslagrechten en 21% van alle steun. De melkpremie wordt meestal in combinatie met TR ontvangen (22% van alle bedrijven), alsook de zoogkoeienpremie (19% van alle bedrijven). 8% van de bedrijven ontvangt én TR én een melkpremie én een zoogkoeienpremie. De overige combinaties van steun komen slechts zelden voor. Combinaties die niet in de tabel zijn opgenomen, komen niet voor in de databank. 20

22 Tabel 3: combinaties Pijler I-steunmaatregelen op bedrijfsniveau TR melkpremie zoogkoeien slachtpremie overige aantal bedrijven waarde -premie kalveren gekoppelde absoluut aandeel absoluut (euro) aandeel premies (%) (%) x , ,0 x x , ,1 x x , ,6 x x x , ,3 x 234 0, ,5 x x 198 0, ,0 x 71 0, ,1 x x 47 0, ,2 x x x 46 0, ,4 x 37 0, ,4 x x x 35 0, ,7 x x x 27 0, ,2 x x x x 23 0, ,2 x x x 21 0, ,3 x 6 0, ,0 x x 2 0, ,0 x x x x 2 0, ,0 totaal Totaal aan toeslagrechten Aangegeven toeslagrechten Op de verzamelaanvraag dienen de landbouwers alle oppervlaktes van alle teelten weer te geven, ook al wordt er geen premie voor aangevraagd of is er geen premie op die teelt van toepassing. Op deze manier werden door boeren in totaal ha geregistreerd. Naast teelt en oppervlakte moet ook de bestemming opgegeven worden. Toeslagrechten worden immers pas uitbetaald als ze worden geactiveerd. Dit kan doordat de landbouwer de teelt bestemming A of bestemming X (voor braak) meegeeft in de verzamelaanvraag. Hieraan zijn echter bepaalde voorwaarden verbonden. Zo dient de teelt een toeslaggerechtigde of subsidiabele teelt te zijn en moet het perceel 10 maanden in eigen gebruik zijn. De A-percelen dienen allen tevens ingezaaid te zijn vóór 31 mei. Indien hieraan niet voldaan is, kunnen percelen van bestemming A overgaan naar bestemming I. Bovendien mag de aangegeven oppervlakte niet groter zijn de geconstateerde oppervlakte. Groenten en fruit, andere aardappelen dan voor zetmeelproductie bestemde aardappelen en blijvende teelten zijn niet subsidiabel en komen dus niet in aanmerking voor het activeren van toeslagrechten (I). Permanent grasland is geen blijvende teelt en kan gebruikt worden voor het activeren van toeslagrechten, hop is wel een blijvende teelt, maar komt toch in aanmerking voor het activeren van toeslagrechten (A). Zo wordt 82% van het areaal, zijnde bijna ha, aangegeven voor de activatie van gewone toeslagrechten (bestemming A). Slechts 1% van het aangegeven areaal beschikt over een braakleggingstoeslagrecht (bestemming X). Heel wat teelten zijn niet toeslaggerechtigd (bv groenten en fruit). Deze 3 de groep neemt 17% van het totale areaal voor zijn rekening (bestemming I). 21

23 Tabel 4: bestemming van de aangegeven percelen bestemming toeslagrecht aangegeven oppervlakte (ha) aandeel in totale oppervlakte(%) gewone toeslagrechten (A) ,6 braakleggings toeslagrechten (X) ,1 percelen zonder toeslagrechten (I) ,3 totaal , Verdeling volgens diverse gewasgroepen De 98 gewascodes uit de databank van ALV werden gegroepeerd naar 11 gewasgroepen en 2 groepen niet cultuurgrond. In bijlage I wordt de inhoud van de gewasgroepen weergegeven. Tabel 5 geeft een overzicht van de oppervlakten per gewas en ook van de bestemming. Het areaal maïs bedraagt 26% van het totaal aangegeven areaal. Het areaal permanent grasland bedraagt 24% of ha. Dit is het areaal dat volgens de randvoorwaarden behouden moet blijven. Het is voornamelijk A-areaal, 5% is I-areaal. Bijna 35% van het permanent grasland bevindt zich in West-Vlaanderen, 33% in Oost-Vlaanderen en 13% in Vlaams-Brabant, 11% in Limburg en 8% in Antwerpen. Het areaal permanent grasland is iets hoger dan de vastgelegde ha die niet mag onderschreden worden met meer dan 10%. Het areaal hier is hoger, omdat hier wordt gerekend met Vlaamse landbouwers en niet op basis van het Vlaamse landbouwareaal. Bovendien werd er geen rekening gehouden met de controlevaststellingen. Ten opzichte van 2003 is er een daling geregistreerd van permanent grasland van slechts 0,29%. Verder nemen granen en overig grasland respectievelijk 15 en 12% van het areaal in. Nijverheidsgewassen, aardappelen, suikerbieten, tuinbouwgewassen, teelt op braak en voedergewassen nemen samen 23% van het areaal in. Ongeveer 99% van het NIS-cultuurareaal wordt bedekt met de ALV-databank, anders gezegd, er is een tekort van ha in de ALV-databank. Er werd getracht het NIS-areaal en het ALV-areaal op te delen in gelijkaardige klassen, zodat het tekort kan gelokaliseerd worden. Dit is een zeer moeilijke oefening, aangezien bij de twee databanken de doelgroep verschillend is. Zo telt het NIS boeren, terwijl ALV van landbouwers een verzamelaanvraag ontvangt. De doelgroep van het NIS betreft de landbouwbedrijven, de doelgroep van ALV zijn alle bedrijven die onder de MTR-regeling vallen en die dus steun ontvangen. Intensieve varkens- en pluimveebedrijven en tuinders zonder milieumaatregelen of premies bevinden zich bijgevolg niet in de ALV-databank. Ten tweede is het niet steeds duidelijk welke teelt tot welke categorie behoort. Voor de grote teelten is dit geen probleem en komen de arealen goed overeen. Dit is het geval bij maïs, granen, aardappelen, grasland en suikerbieten. Er is echter ha meer nijverheidsgewassen aangegeven dan in de NIS-tellingen. Het verschil is voornamelijk te vinden bij vezelvlas. In de ALV-databank wordt er een veel groter areaal aangegeven. Vezelvlas wordt meestal geteeld door Vlaamse pachters die over heel Vlaanderen en Wallonië percelen pachten. De pachter moet de aangifte doen en ontvangt de premie. Hoogst waarschijnlijk is het verschil dus te verklaren door Waalse pachtgronden, die in de verzamelaanvraag zijn opgenomen. Anderzijds registreert het NIS bijna ha meer tuinbouwareaal, wat kan verklaard worden aangezien vele tuinbouwbedrijven geen verzamelaanvraag moeten indienen en dus niet opgenomen zijn in de ALV-databank. Gedroogde peulvruchten bedekken dan weer slechts een derde van het NIS-areaal. De voedergewassen bij ALV bevatten ook het areaal grasklaver dat bij het NIS waarschijnlijk 22

24 deels bij het areaal grasland wordt gerekend. Het areaal klaver en luzerne bedraagt bij ALV immers een peulenschil van het areaal bij het NIS. Tabel 5: overzicht van het areaal gewassen en vergelijking met de NIS-telling in hectare gewasgroep GTR (A) (ha) BTR (X) (ha) geen TR (I) (ha) Totaal (ha) aandeel (%) NIS-areaal (ha) verschil (ha) maïs graan nijverheidsgewassen droge peulvruchten permanent grasland overig gras voedergewassen teelt op braak aardappelen suikerbieten tuinbouw totaal gebouwen & onbekend Bron: databank ALV op en NIS. Over de generaties heen is er geen echte teeltverschuiving merkbaar (fig. 2). Toch is er een lichte tendens dat hoe jonger de landbouwer is, hoe meer maïs, aardappelen, tijdelijk grasland en tuinbouwgewassen hij teelt en hoe minder permanent grasland of granen. Vennootschappen produceren in verhouding meer nijverheidsgewassen. Figuur 3: gewaskeuze volgens leeftijd 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% j j j j j 65-plus lftd nt gek. vennootsch. maïs graan nijverheidsgew assen droge peulvruchten permanent grasland overig gras voedergew assen teelt op braak aardappelen suikerbieten tuinbouw In Antwerpen is 38% van de akkers met maïs bezaaid, 33% met tijdelijk gras en 3% met voedergewassen, slechts 4% met granen, 14% met permanent grasland, 3% met aardappelen en 1% met suikerbieten. In deze regio bevinden zich veel runderen, vandaar dat er veel percelen worden voorzien voor voederproductie. Het is de enige provincie waar er meer tijdelijk dan permanent grasland is. In de andere provincies is er 2 tot 6 keer zoveel 23

25 permanent grasland dan tijdelijk grasland. Vlaams-Brabant is dan weer de enige provincie waar meer granen (30%) dan maïs (20%) geteeld wordt. Verder is er in Vlaams-Brabant 24% permanent grasland en slechts 4% overig gras, wel 9% suikerbieten en toch ook 5% aardappelen en 3% teelt op braak. West-Vlaanderen heeft 21% maïs, 15% granen, 25% permanent grasland en 9% tijdelijk grasland, 9% aardappelen en 6% suikerbieten. Veel aardappelen dus, maar ook nijverheidsgewassen en tuinbouw. In Oost-Vlaanderen is er 31% maïs, 11% granen, 32% permanent en 8% tijdelijk grasland. Limburg bevat 7% suikerbieten en 3% aardappelen, wat net het omgekeerde is van Oost-Vlaanderen. Verder is er 28% maïs en 17% granen, 21% permanent en 12% tijdelijk grasland in Limburg. Figuur 4: gewaskeuze volgens provincie 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Antw erpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg maïs graan nijverheidsgew assen droge peulvruchten permanent grasland overig gras voedergew assen teelt op braak aardappelen suikerbieten tuinbouw Toegekende rechten en uitbetaalde toeslagrechten De door de landbouwer aangegeven arealen worden gecontroleerd en steekproefsgewijs nagemeten. Zo komt men tot de arealen in onderstaande tabel die recht hebben op een GTR of een BTR. Naast de gewone toeslagrechten (GTR) en de braakleggingstoeslagrechten (BTR) zijn er ook speciale toeslagrechten (STR). Deze zijn, in tegenstelling tot de twee eerste niet verbonden aan een perceel. In totaal zijn er bedrijven die toeslagrechten bezitten. De gewone toeslagrechten nemen 98 % van dit bedrag in. Braakleggings- en speciale toeslagrechten zijn van een veel kleinere grootteorde. In vergelijking met de aangegeven toeslagrechten (tabel 4) bevatten de toegekende gewone toeslagrechten 90% van het A-areaal en de toegekende braakleggingstoeslagrechten 87% van het braakareaal (X). Landbouwers geven meer A- areaal aan dan dat ze toeslagrechten bezitten om veilig te spelen. 24

26 Tabel 6: Toegekende toeslagrechten rechten GTR BTR STR alle TR aantal bedrijven totaal aantal TR totale waarde TR (euro) aandeel in waarde TR (%) gemiddeld aantal TR per bedrijf 17,5 2,9 1,3 17,5 gemiddelde waarde (euro per TR) Landbouwers bezitten soms meer toeslagrechten dan dat ze kunnen activeren door gebrek aan areaal of aan grootvee-eenheden. Daarom zijn de rechten hoger dan de werkelijk uitbetaalde bedragen. Van de bedrijven zijn er bedrijven die hun TR hebben kunnen activeren, dit komt overeen met bijna 139 miljoen euro of 94 % van het bedrag waar men recht op heeft. Ongeveer GTR en BTR zijn niet geactiveerd geweest. Wanneer TR niet binnen de 3 jaar geactiveerd kunnen worden, vervallen zij. BTR zijn niet danig gegeerd, aangezien braaklegging niet past in de bedrijfsvoering, de kosten voor pacht, inzaai en onderhoud de premie overstijgen, er grondschaarste is, de administratie voor de non food regeling te complex is,.... De sanctieberekening zorgt ervoor dat BTR desondanks geactiveerd worden. Voornamelijk bij de speciale toeslagrechten is het verschil tussen toegekende en uitbetaalde TR frappant. Aangezien een veehouder sinds 2005 over een heel jaar minstens 50% van zijn referentie-aantal aan grootvee-eenheden moet hebben staan om zijn STR te kunnen activeren en dat vroeger maar minimum 2 maanden was, zijn er een aantal landbouwers die niet aan die voorwaarden kunnen voldoen en hun STR zullen verliezen, wanneer zij dit 3 jaar na elkaar voorhebben. De uitbetaalde STR zijn tussen het ontvangen van de data en het einde van de uitbetaling op 19 oktober 2006 nog gestegen naar ,50 euro of 70% van de rechten. Tabel 7: Uitbetaalde toeslagrechten uitbetaald GTR BTR STR* alle TR aantal bedrijven totaal aantal TR totale waarde TR (euro) aandeel in waarde TR (%) 98 1,5 0,5 100 gemiddeld aantal TR per bedrijf 17,3 2,8 1,2 17,3 gemiddelde waarde (euro per TR) * Op bedraagt de totale uitbetaalde waarde ,50 euro, waardoor de gemiddelde waarde stijgt naar euro/str. 25

27 3.2.4 Combinaties van uitbetaalde toeslagrechten De meeste bedrijven hebben enkel gewone toeslagrechten (91%). Eén bedrijf heeft enkel een braakleggingstoeslagrecht. Bijna 8% heeft GTR en BTR. Geen enkel bedrijf heeft de 3 soorten TR. Tabel 8: Combinaties van uitbetaalde toeslagrechten GTR BTR STR aantal bedrijven waarde absoluut aandeel (%) absoluut (eur) aandeel (%) x , ,8 x x , ,6 x 327 1, ,3 x x 26 0, ,3 x 1 0, ,0 totaal , ,0 De in dit hoofdstuk volgende berekeningen gebeuren allen aan de hand van de uitbetaalde rechten en niet aan de hand van toegekende of aangegeven rechten. 26

28 3.3 Gewone toeslagrechten Op bedrijfsniveau worden de variaties in beeld gebracht door de bedrijven te verdelen in een aantal klassen op basis van het aantal TR (ha/bedrijf), de waarde van het TR (euro/bedrijf), de leeftijd van de bedrijfsleider en de provincie waar de bedrijfszetel is gelegen. Om 1 volledig GTR te kunnen activeren is er 1 ha subsidiabele grond nodig. De gewone toeslagrechten worden geactiveerd door de landbouwgrond te gebruiken voor om het even welke landbouwactiviteit mits de grond in goede landbouw- en milieucondities wordt gehouden met of zonder productie van subsidiabele gewassen. Een perceel moet minstens 30 are groot en 20 m breed zijn. Een uitzondering wordt gemaakt voor percelen met een milieumaatregel, deze moeten maar 5 are groot en 5 meter breed zijn. Daarnaast moet de grond waarop de toeslagrechten geactiveerd wordt minstens 10 maanden in eigen gebruik blijven Verdeling volgens het aantal GTR Er zijn bedrijven die samen 136 mln euro aan GTR ontvangen. Per bedrijf komt dit op gemiddeld euro. Er zijn GTR, bijna een vierde van de bedrijven heeft tussen de 10 en 20 GTR. Het meeste gesubsidieerde areaal bevindt zich bij bedrijven met TR per bedrijf. Gemiddeld is de waarde van een GTR 308 euro/ha. Tabel 9: verdeling van de bedrijven volgens het aantal GTR per bedrijf aantal GTR aantal bedrijven aantal GTR (ha) premie (euro) premie per bedrijf premie per ha* 1 GTR GTR GTR GTR GTR GTR GTR meer dan 50 GTR totaal *: bij volledige activering Verdeling volgens de totale waarde van de GTR Bijna één vierde van de bedrijven ontvangt tussen en euro aan GTR en een kleine 24% ontvangt tussen de en euro aan GTR, in deze klasse zit 36% van het totale areaal met GTR en 31% van de totale waarde aan GTR. Slechts 0,3% van de bedrijven ontvangt meer dan euro aan GTR. Eén vijfde van de bedrijven ontvangt 1 tot euro aan GTR. 27

29 Figuur 5: verdeling van de bedrijven volgens de totale waarde aan GTR op het bedrijf ,8 30,9 29,7 25 % 20 18,2 20,9 24,4 20,5 16,9 23,8 25, ,9 8,3 6,6 2,5 1,8 1,4 4,6 8, euro ,6 3,1 0,3 >50000 bedrijven oppervlakte premie Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider De meeste bedrijven die GTR ontvangen, hebben een bedrijfsleider tussen 40 en 59 jaar. De landbouwers in de categorie jaar (25%) beschikken in verhouding over meer GTR (29%) en meer areaal (29%) dan andere leeftijdscategorieën. Ook vennootschappen (NV) beschikken over relatief meer GTR en areaal. De aanzienlijke groep 65-plussers (17%) krijgt 7% van de premies toebedeeld. Het betreft waarschijnlijk vaak uitbollende, meestal kleinere, boeren. Figuur 6: verdeling van de bedrijven volgens de leeftijd van de bedrijfsleiders met GTR ,728, ,9 20 % 15 12,9 15,3 14,8 20,320,2 20,1 16,6 17,8 16, ,2 8,3 8,1 6,7 6,8 10, ,3 2,9 2,9 1,3 1,0 0, jaar jaar jaar jaar jaar 65-plussers leeftijd niet gekend* NV bedrijven oppervlakte premie *: zie hfdst 2. 28

30 3.3.4 Verdeling volgens provincie De provincie West-Vlaanderen neemt het grootste aandeel van de premies voor zijn rekening (35%). Daar zijn dan ook de meeste landbouwers en de toeslaggerechtigde oppervlakten. Oost-Vlaanderen komt op de tweede plaats (27%). De 3 overige provincies zijn aan elkaar gewaagd. In Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant zijn de bedrijven gemiddeld groter (meer areaal) dan in de westelijke provincies. In Vlaams-Brabant beschikt men gemiddeld over de grootste premie per bedrijf. Figuur 7: verdeling van de bedrijven met GTR volgens provincie ,0 32,7 34, ,5 26,4 26,6 % ,9 15,5 13,5 13,2 13,7 12,1 11,5 12,2 11, Antwerpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg bedrijven oppervlakte premie 29

31 3.3.5 Ruimtelijke voorstelling van de GTR De traditionele akkerbouwgebieden ontvangen het meest aan GTR per landbouwer. Figuur 8: Gemiddelde inkomsten aan GTR per gemeente (in euro/landbouwer) 3.4 Braakleggingstoeslagrechten Om 1 volledig BTR te kunnen activeren is er 1 ha subsidiabel grond nodig. De braakleggingstoeslagrechten worden geactiveerd met braakgelegde grond of met non-foodgewassen. Braakleggingstoeslagrechten kunnen niet geactiveerd worden op gronden die in 2003 in de oppervlakteaangifte waren aangegeven als permanent grasland, blijvende teelten, bosgrond of voor niet-landbouwactiviteiten. De braakverplichtingen die voorgaande jaren van toepassing waren, blijven gelden. Deze braakgelegde grond moet tevens in goede landbouw- en milieuconditie worden gehouden. Deze grond mag niet voor de teelt van voedings- of voedergewassen worden gebruikt, de teelt van non-foodgewassen volgens contract is toegelaten. Het kan bij deze braakgelegde grond gaan om roterende braak Verdeling volgens het aantal BTR Er zijn BTR met een totale waarde van 2 mln euro. Gemiddeld ontvangt een bedrijf euro aan BTR. Bijna 28 % van de bedrijven beschikt over 2 tot 3 BTR. Het meeste areaal dat beschikbaar is voor BTR bevindt zich bij bedrijven met 3 tot 5 BTR. Gemiddeld bedraagt een BTR 361 eur/ha. 30

32 Tabel 10: verdeling van de bedrijven volgens het aantal BTR per bedrijf aantal TR aantal bedrijven aantal BTR (ha) premie (euro) premie per bedrijf (euro/bedrijf) premie per ha (euro/ha)* 0,01-0,50 TR ,51-1 TR ,01-2 TR ,01-3 TR ,01-5 TR ,01-10 TR >10 TR totaal *: bij volledige activering Verdeling volgens de totale waarde van de BTR Bijna 28% van de bedrijven ontvangt een totale waarde aan BTR van 400 tot 800 euro. De meest BTR hebben een waarde van 1200 tot 1400 euro. Er is 1,4% van de bedrijven met BTR die BTR ontvangen voor een waarde van meer dan euro. Het gaat hier om 13% van het areaal. Figuur 9: verdeling van de bedrijven volgens de totale waarde van de BTR op het bedrijf 35 31,2 31, ,6 27,0 26,2 25,9 21,0 20 % 15 16,6 16,8 16,3 13,0 13,4 10 7,7 7, ,8 0,7 0,6 4,5 4, >4800 euro bedrijven oppervlakte premie 2,5 1, Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider 31% van de bedrijven die BTR ontvangen, worden geleid door een landbouwer tussen 40 en 49 jaar. De vennootschappen beschikken over het meeste areaal en ontvangen de meeste premie per bedrijf. Van alle bedrijfsleiders die BTR ontvangen is 3% ouder dan 65 jaar. Deze groep ontvangt 4% van de totale waarde aan BTR. 31

33 Figuur 10: verdeling van de bedrijven volgens leeftijd van de bedrijfsleides met BTRr ,7 27,227,4 31,3 30, ,8 20 % 15 15,7 13,2 13,3 16,9 15,1 15, ,8 2,4 2,3 7,1 5,6 5,6 3,4 3,5 3,6 1,8 1,7 1, jaar jaar jaar jaar jaar 65-plussers leeftijd niet gekend NV bedrijven oppervlakte premie Verdeling volgens provincie De bedrijven die een hoger braakleggingstoeslagrecht per ha en per bedrijf ontvangen, zijn gelegen in West-Vlaanderen. Daar bevindt zich 31% van de bedrijven met BTR. Ook Vlaams- Brabant bezit veel braakleggingstoeslagrechten, hier liggen immers de betere landbouwgronden waar traditioneel aan graanteelt wordt gedaan. In Antwerpen bevinden zich de minste BTR en ontvangt men ook de laagste premie per ha en per bedrijf. Figuur 11: verdeling van de bedrijven met BTR volgens provincie ,1 29,6 30,0 31,0 32,7 34,9 25 % ,9 15,1 15,6 14,9 14,8 13, ,6 7,8 6,4 0 Antwerpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg bedrijven oppervlakte premie 32

34 3.4.5 Ruimtelijke voorstelling van de BTR Figuur 12 toont welke gemeenten veel of weinig BTR ontvangen. Voornamelijk in de traditionele akkerbouwgebieden, waar vóór 2003 de braakleggingsverplichting gold, ontvangen de landbouwers veel BTR. Opgelet, het is niet noodzakelijk in die gebieden dat er dan ook effectief braak ligt, dit geldt dan voornamelijk voor West-Vlaanderen, waar de vlassers vaak beschikken over areaal in Wallonië en geneigd zullen zijn om daar braak te leggen. Figuur 12: gemiddelde inkomsten aan BTR per gemeente (in euro/landbouwer) Speciale Toeslagrechten De speciale toeslagrechten zijn in tegenstelling met de vorige TR niet gebonden aan een subsidiabele oppervlakte. In dit geval wordt een maximum van euro gelijk gesteld met 1 STR. De speciale toeslagrechten kunnen geactiveerd worden: door minstens 50% GVE van de referentiejaren aan te houden. door gronden aan te geven waarop de eigenaar speciale toeslagrechten wenst te activeren. Het speciaal toeslagrecht wordt dan voor altijd een gewoon toeslagrecht (met alle modaliteiten daaraan verbonden). Op het moment dat de gegevens geëxtraheerd werden, was de steun nog maar gedeeltelijk uitbetaald. De bedragen die hier weergegeven zijn, zijn bijgevolg onderschat. 33

35 3.4.7 Verdeling over het aantal STR Er zijn 353 bedrijven die samen over 415 STR beschikken. Het totale bedrag aan STR op bedraagt (tussentijds bedrag op = ). Het gaat hier om grootvee-eenheden (runderen, schapen, geiten). Meer dan 90 % van de bedrijven beschikt over slechts 1 STR. Slechts 1 bedrijf beschikt over meer dan 5 STR. Gemiddeld bedraagt een STR euro. Een bedrijf ontvangt gemiddeld euro aan STR. Er wordt verwacht dat het aantal STR zal afnemen de komende jaren, aangezien het voor vele bedrijven moeilijk is om een heel jaar lang 50% van de referentie grootvee-eenheden aan te houden. Tabel 11: verdeling van de bedrijven volgens het aantal STR per bedrijf aantal TR aantal bedrijven aantal TR aantal GVE premie (euro) premie per bedrijf premie per TR 1 TR TR TR TR TR > 5 TR totaal Verdeling over de totale waarde van de STR 47% van de bedrijven ontvangt 250 tot euro aan STR, 19% ontvangt minder dan 250 euro. Er zijn echter ook enkele bedrijven die bijna euro aan STR ontvangen. Figuur 13: verdeling van de bedrijven volgens de totale waarde aan STR op een bedrijf , % ,2 7,0 11,0 9,4 0,3 1,0 23,8 23,2 20,2 19,8 4,7 8,8 18,4 15,7 14, >5000 euro bedrijven aantal TR premie 6,2 5,3 11,4 9,1 22, Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider 34

36 Meer dan 30% van de bedrijfsleiders die STR ontvangen is ouder dan 65 jaar. Zij ontvangen 27% van de STR, maar slechts 14% van het totale bedrag aan STR. De bedrijfsleiders tussen 30 en 39 jaar ontvangen het meeste per bedrijf, naast vennootschappen. Vennootschappen en jarigen bezitten elk een kwart van de totale waarde aan STR. Figuur 14: verdeling van de bedrijven volgens de leeftijd van de bedrijfsleiders met STR ,3 26,7 28, % ,8 11,5 8,5 9,2 24,5 21,6 21,8 20,420,5 18,418,1 18,6 9,1 8,2 14,4 12,1 14,0 9,3 24, ,4 2,9 1,1 1, jaar jaar jaar jaar 5,4 3, jaar 65- plussers bedrijven aantal TR aantal GVE premie 0,6 0,5 0,1 0,2 leeftijd niet gekend NV Verdeling volgens provincie West-Vlaanderen beschikt over het meeste aantal bedrijven met STR, het grootste aantal GVE en neemt de grootste hap uit het budget van de STR. In Antwerpen is de premie per bedrijf echter een stuk hoger dan in de andere provincies. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de kalverhouders. Kalverhouderij is een niet-grondgebonden sector met concentratie in het noorden van de provincie Antwerpen. 35

37 Figuur 15: verdeling van de bedrijven met STR volgens provincie ,4 35,7 36, ,5 29, ,1 25,8 % ,1 16,9 10 9,1 8,7 6,4 9,9 9,6 8,9 5 0 Antwerpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg bedrijven aantal TR premie 36

38 Ruimtelijke voorstelling van de STR De landbouwers die het meeste aan speciale toeslagrechten ontvangen, zijn gelegen in de Noorderkempen en in West-Vlaanderen. Figuur 16: gemiddelde inkomsten aan STR per gemeente (in euro/landbouwer) 37

39 3.5 Melkpremie De melkpremie en de extra betaling aan de melkveehouders bedragen afgerond 0,024 euro per liter in De melkpremie is een vast bedrag en de extra betaling wordt als aanvullende steun boven op de melkpremie uitbetaald en verdeeld onder alle deelnemende landbouwers. De melkpremie en extra betaling bedragen in 2005 in totaal 45 mln euro, hiervan is 14,051 mln euro extra betaling. Beiden werden in 2004 ingevoerd als compensatie voor de verwachte inkomensdaling door daling van de melkprijs. De melkpremie zal in 2006 ontkoppeld worden en geïntegreerd in de gewone en speciale toeslagrechten aan een prijs van 0,036 euro per liter Verdeling volgens het aantal liter quotum De melkveebedrijven werden opgedeeld in 8 klassen op basis van de grootte van het melkquotum per bedrijf. Het totale melkquotum in Vlaanderen bedraagt miljoen liter en wordt verdeeld over melkveebedrijven. Meer dan 21% van de bedrijven beschikt over een melkquotum gelegen tussen en liter. Het kleinste quotum is nog geen 250 liter, het grootste iets meer dan 2 miljoen liter. Een bedrijf ontvangt gemiddeld euro melkpremie. Tabel 12: verdeling van het aantal melkveebedrijven volgens bedrijfsgrootte bedrijfsgrootte aantal bedrijven hoeveelheid (liters) premie (euro) premie per bedrijf liters per bedrijf liter liter liter liter liter liter liter > liter totaal Verdeling volgens de leeftijd van de bedrijfsleider Ook hier zijn de meeste bedrijfsleiders tussen de 40 en de 49 jaar oud. Er zijn nog 4% 65-plussers of 14% melkveehouders ouder dan 60 jaar. Zij ontvangen de kleinste premie per bedrijf, nl à euro. Vennootschappen beschikken over 20% van de melkpremie. 38

40 Figuur 17: verdeling van de bedrijven volgens de leeftijd van de bedrijfsleiders met een melkpremie ,0 30, ,7 20 % 15 17,0 19,6 17,8 12,8 20, ,0 3, jaar jaar jaar jaar jaar 65- plussers 9,7 5,8 4,0 1,6 0,8 1,2 leeftijd niet gekend NV bedrijven premie (euro) Verdeling volgens provincie In West-Vlaanderen bevinden zich 37% van de melkveebedrijven, in Oost-Vlaanderen 29% en in Antwerpen 18%. Antwerpse en Limburgse bedrijven zijn gemiddeld groter dan in andere provincies. Dit komt omdat er naast enkele grote ook zeer veel kleine bedrijven voorkomen in West- en Oost-Vlaanderen. Figuur 18: verdeling van de bedrijven met een melkpremie volgens provincie 40 37, ,0 30,6 29,1 25,4 % 20 18, , ,6 5,6 9,2 0 Antw erpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg bedrijven premie (euro) Ruimtelijke voorstelling van de melkpremie 39

41 De kaart toont aan dat de grootste melkveebedrijven in de Kempen liggen. Figuur 19: gemiddelde inkomsten aan melkpremie per gemeente (in euro/landbouwer) 40

Onderbenutting toeslagrechten: campagne

Onderbenutting toeslagrechten: campagne Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 Joeri Deuninck Februari

Nadere informatie

Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien: campagne 2007

Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien: campagne 2007 Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien: campagne 27 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien:

Nadere informatie

Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer: campagne 2007

Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer: campagne 2007 Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer: campagne 2007 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler

Nadere informatie

Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer: campagne 2008

Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer: campagne 2008 Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer: campagne 28 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler

Nadere informatie

Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer: campagne 2006

Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer: campagne 2006 Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler I aan de landbouwer: campagne 2006 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Deuninck Joeri Analyse van de rechtstreekse steun uit Pijler

Nadere informatie

In deze rubriek vindt u per aanvraagde premie een prognose van het bedrag waarop u recht heeft.

In deze rubriek vindt u per aanvraagde premie een prognose van het bedrag waarop u recht heeft. TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE RECHTSTREEKSE INKOMENSSTEUN (bedrijfstoeslag, specifieke steun voor de inzaai van groenbedekkers en specifieke steun voor de instandhouding van het Piétrainras) campagne

Nadere informatie

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020 Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid 2 Omvorming + nieuwe opzet directe betalingen Overgangsjaar Toegang tot nglb Basispremie Vergroening en

Nadere informatie

INTERREGIONALE LANDBOUWERS

INTERREGIONALE LANDBOUWERS DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ INTERREGIONALE LANDBOUWERS Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van november 2008, de bijeenkomst van alle ministers van Landbouw van de Europese Unie,

Nadere informatie

Effectrapportage hervorming GLB vanaf 2015

Effectrapportage hervorming GLB vanaf 2015 Effectrapportage hervorming GLB vanaf 2015 A.K. Kerbouwer 1e Kruisweg 1a 3262 LK Oud-Beijerland 29 oktober 2014 Versie: 2014.13 Versie: 2014.13 pag 1 van 12 INHOUDSOPGAVE pag. Inhoudsopgave 2 A. Algemene

Nadere informatie

over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen

over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen stuk ingediend op 1880 (2012-2013) Nr. 1 21 januari 2013 (2012-2013) Gedachtewisseling over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen Verslag

Nadere informatie

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020 Omvorming + nieuwe opzet directe betalingen Overgangsjaar Toegang tot nglb Basispremie Vergroening en de eisen Communicatie 2 Het nieuwe GLB, nog

Nadere informatie

GLB richting december 2011 Studiedag Verbond Vlaamse Suikerbietplanters

GLB richting december 2011 Studiedag Verbond Vlaamse Suikerbietplanters GLB richting 2020 15 december 2011 Studiedag Verbond Vlaamse Suikerbietplanters 1 Wetgevende voorstellen Overzicht Meerjarig financieel kader 2014-2020, 29 juni 2011 GLB tot 2020: wetgevende voorstellen,

Nadere informatie

Analyse van de steun aan de landbouwer: 2009

Analyse van de steun aan de landbouwer: 2009 Analyse van de steun aan de landbouwer: 2009 Juli 2011 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Eline de Regt Joeri Deuninck Analyse van de steun aan de landbouwer: 2009 Eline de

Nadere informatie

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland Inleiding De hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) begint steeds meer vorm te krijgen. Op 12 oktober 2011

Nadere informatie

Nieuwe GLB in relatie tot de Toeslagrechten. Jan Moggré ZLTO advies

Nieuwe GLB in relatie tot de Toeslagrechten. Jan Moggré ZLTO advies Nieuwe GLB in relatie tot de Toeslagrechten Jan Moggré ZLTO advies Ontwikkeling GLB 1960 1980 Markt- en prijsbeleid 1980-1990 2000; Produktiebeperking, afbouw markt- en prijsbeleid, gekoppelde inkomenssteun

Nadere informatie

Voorstellen voor Afhoudingspercentages bij verhandeling van Toeslagrechten

Voorstellen voor Afhoudingspercentages bij verhandeling van Toeslagrechten Voorstellen voor Afhoudingspercentages bij verhandeling van Toeslagrechten September 2005 Leen Bas, Veerle Campens, Dirk Van Gijseghem Afdeling Monitoring en Studie (AM&S) Administratie Land- en Tuinbouw

Nadere informatie

Hoofdlijnen en nationale keuzes GLB

Hoofdlijnen en nationale keuzes GLB Hoofdlijnen en nationale keuzes GLB 2014-2020 Herman Snijders Gemeenschappelijk landbouwbeleid Eerste pijler, Markt en inkomensondersteuning Tweede pijler, Plattelands- Ontwikkeling o.a. Producenten organisaties

Nadere informatie

Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019

Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019 Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019 Rijnsburg, 13 oktober 2014 Inhoud in vogelvlucht Omvorming + nieuwe opzet directe betalingen Toegang tot nglb Basispremie + vergroening op hoofdlijnen Voorbereiding

Nadere informatie

Herverdeling van de rechtstreekse steun binnen Vlaanderen. Ex-ante evaluatie van de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie

Herverdeling van de rechtstreekse steun binnen Vlaanderen. Ex-ante evaluatie van de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie Herverdeling van de rechtstreekse steun binnen Vlaanderen Ex-ante evaluatie van de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri

Nadere informatie

Beleidsdomein Landbouw en Visserij

Beleidsdomein Landbouw en Visserij Beleidsdomein Landbouw en Visserij COLOFON Redactie Landbouwrapport 2005: Jonathan Platteau (red), Leen Bas, Els Bernaerts, Veerle Campens, Koen Carels, Els Demuynck, Maarten Hens, Stijn Overloop, Vincent

Nadere informatie

Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)

Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Ontstaan Jaren vijftig: Voedselzekerheid Deviezen sparen

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE AFREKENING RECHTSTREEKSE INKOMENSSTEUN campagne 2014

TOELICHTING BIJ DE AFREKENING RECHTSTREEKSE INKOMENSSTEUN campagne 2014 TOELICHTING BIJ DE AFREKENING RECHTSTREEKSE INKOMENSSTEUN campagne 2014 Deze toelichting heeft geen rechtswaarde en kan niet als dusdanig ingeroepen worden. A. Overzicht uitbetaalde bedragen per steunregeling

Nadere informatie

Bedrijfstoeslag Overzicht maatregelen en sancties

Bedrijfstoeslag Overzicht maatregelen en sancties Bedrijfstoeslag Overzicht maatregelen en sancties In deze tabel leest u de maatregelen of sancties die wij kunnen toepassen bij de bedrijfstoeslagregeling. In de laatste kolom ziet u waar u dit kunt vinden

Nadere informatie

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij advies over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli

Nadere informatie

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS Update : Februari 2014 Opmerking Om redenen van administratieve vereenvoudiging berust de enquête van 2011 niet meer op de landbouwers die hebben deelgenomen aan de landbouwtelling

Nadere informatie

Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Wat betekent GLB voor U? Gemeenschappelijk Landbouwbeleid! Nieuwe betalingsrechten! Huur verhuur in 2014 en 2015 Historisch wordt regionaal Directe betalingen per

Nadere informatie

IEUWSBR. Fiscale behandeling UWS. van toeslagrechten. Task Force Economie IEUWS S NIEUWSBRIE

IEUWSBR. Fiscale behandeling UWS. van toeslagrechten. Task Force Economie IEUWS S NIEUWSBRIE UWS Fiscale behandeling S UWSBR S BR UWS IEUWS IEUWSBR BR van toeslagrechten Task Force Economie S IEUWSBR BR IEUWS NIEUWSBRIE NIEUWS BRIE S NIEUWSBRIE Fiscale behandeling van toeslagrechten De ministers

Nadere informatie

GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013

GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013 GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013 Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid, Herman Snijders Ontwikkelingen en structuur GLB 2 Ontwikkeling van het GLB van start tot nu 1960 ca 1980: Markt-

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7

Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7 15.11.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7 VERORDENING (EG) Nr. 1679/2006 VAN DE COMMISSIE van 14 november 2006 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 1973/2004 houdende uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2017 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

Het GLB Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid

Het GLB Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid Het GLB 2014-2020 Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari 2012 Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid GLB-uitgaven in constante prijzen 2007 70 miljard euro % van

Nadere informatie

DIRECTE STEUN ALGEMEEN

DIRECTE STEUN ALGEMEEN DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ DIRECTE STEUN ALGEMEEN Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE BETALINGEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID IN 2008

TOELICHTING OP DE BETALINGEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID IN 2008 TOELICHTING OP DE BETALINGEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID IN 2008 1. Het Europees landbouwbeleid Succesverhaal met schaduwzijden Toen in 1957 de doelstellingen van het Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Begeleidende nota minimale MTR-advisering

Begeleidende nota minimale MTR-advisering 1. Inleidend kader Begeleidende nota minimale MTR-advisering Met ingang van 1 januari 2015 is een volgende hervorming van het GLB in werking getreden. Deze hervorming bouwt verder op de eerder ingeslagen

Nadere informatie

pagina 1 van 8 Landbouw en Visserij Vlaamse overheid - www.vlaanderen.be/landbouw U bent hier: Vlaanderen.be > Landbouw en Visserij > Home > Nieuws > Nieuws landbouw > Premies & subsidies > Aanvraag voor

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2015 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

Peter van Giersbergen Rob Verhees CROSS COMPLIANCE. Voordat je het weet heb je ermee te maken. Inspecteurs Toezichtontwikkeling

Peter van Giersbergen Rob Verhees CROSS COMPLIANCE. Voordat je het weet heb je ermee te maken. Inspecteurs Toezichtontwikkeling 1 CROSS COMPLIANCE Voordat je het weet heb je ermee te maken Peter van Giersbergen Rob Verhees Inspecteurs Toezichtontwikkeling Onderwerpen voor vandaag Controle Coördinatie Autoriteit Terug in de tijd:

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2016 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

Impact van rechtstreekse steun op het bedrijfsinkomen

Impact van rechtstreekse steun op het bedrijfsinkomen Impact van rechtstreekse steun op het bedrijfsinkomen Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Impact van rechtstreekse steun op het bedrijfsinkomen Joeri Deuninck

Nadere informatie

HET NIEUWE GLB BETALINGSRECHTEN EN BETALING VOOR JONGE LANDBOUWERS. Oostmalle 9 september 2014 Tine Van Eylen

HET NIEUWE GLB BETALINGSRECHTEN EN BETALING VOOR JONGE LANDBOUWERS. Oostmalle 9 september 2014 Tine Van Eylen HET NIEUWE GLB BETALINGSRECHTEN EN BETALING VOOR JONGE LANDBOUWERS Oostmalle 9 september 2014 Tine Van Eylen Overzicht 1. Nieuwe structuur vanaf 2015 2. Basisbetalingsregeling 3. Aanvraag tot de reserve

Nadere informatie

Voorlopige resultaten van de perceelsaangiftes

Voorlopige resultaten van de perceelsaangiftes PERSMEDEDELING Dinsdag 26 mei 2015 DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ Voorlopige resultaten van de perceelsaangiftes De resultaten van een eerste verwerking van de perceelsaangifte zijn bekend. Landbouwers

Nadere informatie

EU Programma s GLB

EU Programma s GLB EU Programma s 2014-2020 GLB 2014-2020 Carlo Vromans Programma Ontwikkeling GLB tot 2014 GLB 1 e pijler: inkomenssteun met maatschappelijke verplichtingen GLB 2 e pijler: plattelandsontwikkelingenprogramma

Nadere informatie

Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015

Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015 Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015 Bijeenkomst 26 januari P.G. Kusters land- en tuinbouwbenodigdheden B.V, Dreumel Optimus advies Gestart in 2014 als samenwerkingsverband

Nadere informatie

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR

Nadere informatie

Bedrijfstoeslag voor paardenhouderijen

Bedrijfstoeslag voor paardenhouderijen Bedrijfstoeslag voor paardenhouderijen Indien u nog nooit gehoord heeft van de term bedrijfstoeslag, klinken begrippen als rechtstreekse inkomenssteun, MTR-rechten, toeslagrechten, rechtstreekse EU-steun

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. over de uitgaven uit het ELGF. Systeem voor vroegtijdige waarschuwing nr.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. over de uitgaven uit het ELGF. Systeem voor vroegtijdige waarschuwing nr. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.2.2018 COM(2018) 70 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitgaven uit het ELGF Systeem voor vroegtijdige waarschuwing nr. 11-12/2017

Nadere informatie

HET VLAAMSE HET VLAAMSE LANDBOUWBELEID EURO TOTALE BEDRIJFSINKOMEN PIJLER LANDBOUWBELEID TGAVEN PDPO DOSSIERS SLACHTPREMIE RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

HET VLAAMSE HET VLAAMSE LANDBOUWBELEID EURO TOTALE BEDRIJFSINKOMEN PIJLER LANDBOUWBELEID TGAVEN PDPO DOSSIERS SLACHTPREMIE RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN Joeri Deuninck, Tom Van Bogaert, Michael Van Zeebroeck HOOFDLIJNEN TGAVEN AATREGELEN KT GST TOTALE BEDRIJFSINKOMEN GOEDGEKEURD BEDRIJVEN INVESTERINGEN PDPO DOSSIERS HET VLAAMSE LANDBOUWBELEID HET VLAAMSE

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7566 12 maart 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 maart 2014, nr. WJZ/14033092, houdende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7854 25 maart 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 22 maart 2013, nr. WJZ / 13038391, tot wijziging

Nadere informatie

Ex-ante evaluatie van de hervorming van de rechtstreekse steun

Ex-ante evaluatie van de hervorming van de rechtstreekse steun Studie Ex-ante evaluatie van de hervorming van de rechtstreekse steun 2013 Bart Van der Straeten, Goedele Vrints, Joeri Deuninck Afdeling Monitoring en Studie Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE AGROMILIEUMAAT- REGELEN EN ANDERE PLATTELANDSMAATREGELEN

TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE AGROMILIEUMAAT- REGELEN EN ANDERE PLATTELANDSMAATREGELEN TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE AGROMILIEUMAAT- REGELEN EN ANDERE PLATTELANDSMAATREGELEN beheerd door het Agentschap voor Landbouw en Visserij campagne 2014 Deze toelichting heeft geen rechtswaarde

Nadere informatie

INDIENEN EN WIJZIGEN VAN DE VERZAMELAANVRAAG

INDIENEN EN WIJZIGEN VAN DE VERZAMELAANVRAAG DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ INDIENEN EN WIJZIGEN VAN DE VERZAMELAANVRAAG Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2018 Productiefactoren - 2016* 1990 2000 2010 2016 Aantal bedrijven 29.083 20.720 14.502 12.870 Totale oppervlakte (ha) Gemiddelde oppervlakte per bedrijf (ha) Werkkrachten

Nadere informatie

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2 VANGGEWASSEN INHOUD 1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2 1.1 Wat bedoelen we met vanggewassen? 2 1.2 Hoeveel vanggewassen moet u inzaaien? 1.3 Hoelang moet u het vanggewas laten staan? 3 4 1.4 Geef

Nadere informatie

Actualiteiten en Ervaringen met. Ninove 10/01/2017

Actualiteiten en Ervaringen met. Ninove 10/01/2017 Actualiteiten en Ervaringen met het nieuwe GLB Ninove 10/01/2017 Betalingen Reeds uitgevoerd en nog te verwachten Bedrijfstoeslag en crisissteun Bedrijfstoeslag Alle landbouwers met betalingsrechten: Basisbetaling

Nadere informatie

'H &RPPLVVLH VWHOW HHQ ODQGERXZKHUYRUPLQJ YRRU RP GH ODQGERXZHUV HHQ ODQJHWHUPLMQSHUVSHFWLHI RS GXXU]DPHODQGERXZWHELHGHQ

'H &RPPLVVLH VWHOW HHQ ODQGERXZKHUYRUPLQJ YRRU RP GH ODQGERXZHUV HHQ ODQJHWHUPLMQSHUVSHFWLHI RS GXXU]DPHODQGERXZWHELHGHQ ,3 Brussels, 22 januari 2003 'H &RPPLVVLH VWHOW HHQ ODQGERXZKHUYRUPLQJ YRRU RP GH ODQGERXZHUV HHQ ODQJHWHUPLMQSHUVSHFWLHI RS GXXU]DPHODQGERXZWHELHGHQ 'H (XURSHVH &RPPLVVLH KHHIW YDQGDDJ HHQ SDNNHW YRRUVWHOOHQ

Nadere informatie

NAAM: MARC HANSEN LEEFTIJD: 49 PLAATS: ZICHEN-ZUSSEN- BOLDER TEELT: CHAMPIGNONS

NAAM: MARC HANSEN LEEFTIJD: 49 PLAATS: ZICHEN-ZUSSEN- BOLDER TEELT: CHAMPIGNONS NAAM: MARC HANSEN LEEFTIJD: 49 PLAATS: ZICHEN-ZUSSEN- BOLDER TEELT: CHAMPIGNONS De vader van Willy, Ronny en Marc Hansen begon veertig jaar geleden met een champignonkwekerij. De drie namen het bedrijf

Nadere informatie

Effecten van het nieuwe GLB. Vlas en Hennep.NL. Erik Beumer Beumer Agro Service

Effecten van het nieuwe GLB. Vlas en Hennep.NL. Erik Beumer Beumer Agro Service Effecten van het nieuwe GLB Vlas en Hennep.NL Erik Beumer Beumer Agro Service 30 oktober 2014 1 Programma Introductie; Van bedrijfstoeslag naar betalingsrechten; Huren van land en betalingsrechten; Vergroening;

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.9.2007 COM(2007) 544 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem

Nadere informatie

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Herman Snijders Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Herman Snijders Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020 Herman Snijders Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid Ontwikkeling van het GLB van start tot nu Start (1960): gebrek aan voedsel, geld en arbeid verhoging

Nadere informatie

Impact vernieuwde GLB voor de sierteelt

Impact vernieuwde GLB voor de sierteelt Impact vernieuwde GLB voor de sierteelt Pascal Braekman Departement Landbouw & Visserij Johan & Kris Aelterman Doelstelling Gemeenschappelijk LandbouwBELEID (GLB) Sturen WAT er geproduceerd wordt! GEkoppeld

Nadere informatie

BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE

BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen

Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen Rapport Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen Ex ante evaluatie van de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie 2012 Ellen Maertens, Goedele Vrints Afdeling

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Geachte Voorzitter, Directie Landbouw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DL. 2005/3457 13 december 2005 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

GLB-akkoord en nationale invulling. Reutum, 26 november 2013

GLB-akkoord en nationale invulling. Reutum, 26 november 2013 GLB-akkoord en nationale invulling Reutum, 26 november 2013 Gerbrand van t Klooster Coordinator beleidsteam omgeving LTO Nederland Natuur : Water: Ruimte: Flora en fauna: Schaderegelingen: GLB EHS, Natura

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2011;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2011; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het verlenen van subsidies voor boslandbouwsystemen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de programmeringsperiode 2007-2013

Nadere informatie

Wat met de zoogkoeienpremie na 2013?

Wat met de zoogkoeienpremie na 2013? Studie Wat met de premie na 2013? Oktober 2012 Goedele Vrints, Joeri Deuninck Afdeling Monitoring en Studie Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij WAT MET DE ZOOGKOEIENPREMIE NA 2013? Entiteit:

Nadere informatie

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Roald Lapperre directeur Europees Landbouwbeleid ministerie van LNV

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Roald Lapperre directeur Europees Landbouwbeleid ministerie van LNV Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2010-2020 Roald Lapperre directeur Europees Landbouwbeleid ministerie van LNV Opzet presentatie 1.Terugblik op ontwikkeling GLB tot op heden 2.Waar staan we anno 2010?

Nadere informatie

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE Omschakeling naar biologische schapen en geitenhouderij www.vlaanderen.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Omschakeling naar biologische schapen- en geitenhouderij in

Nadere informatie

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ v.u. Jules Van Liefferinge depotnr. D/2015/3241/316 www.vlaanderen.be/landbouw DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ PRODUCTIEWAARDE, MILJOEN EURO, 2014 overige 167 223 325 512 602 1.460 844 712 355 179 102

Nadere informatie

GLB en Vergroening. Goed boeren, goed beheren

GLB en Vergroening. Goed boeren, goed beheren GLB en Vergroening Goed boeren, goed beheren Per 2014 start de Europese Unie (EU) een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Voor Nederland is het nieuwe beleid erop gericht om bedrijven meer concurrerend

Nadere informatie

landbouwbeleid markt en InKomensBeleId

landbouwbeleid markt en InKomensBeleId Landbouwbeleid Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie heeft sinds zijn ontstaan al heel wat veranderingen ondergaan. Momenteel kunnen binnen het GLB twee pijlers onderscheiden

Nadere informatie

Statistisch Product. Raming van de oogst en pachten in de landbouw

Statistisch Product. Raming van de oogst en pachten in de landbouw Metadata Statistisch Product Raming van de oogst en pachten in de landbouw De enquête naar de raming van de oogst gecombineerd met de schatting van de oppervlaktes via de landbouwenquête van mei laat toe

Nadere informatie

Agrarische grondprijzen in de EU in 2016

Agrarische grondprijzen in de EU in 2016 Agrarische grondprijzen in de EU in 2016 Huib Silvis en Martien Voskuilen De gemiddelde agrarische grondprijzen in de landen van de Europese Unie (EU) lopen sterk uiteen, zowel tussen als binnen de lidstaten.

Nadere informatie

Het nieuwe Gemeenschapelijke Landbouwbeleid (GLB) 2015-2019 voor de Boomkwekerij

Het nieuwe Gemeenschapelijke Landbouwbeleid (GLB) 2015-2019 voor de Boomkwekerij Het nieuwe Gemeenschapelijke Landbouwbeleid (GLB) 2015-2019 voor de Boomkwekerij Treeport café Zundert 22 januari 2015 John Bal, ZLTO Arie de Jong, Van Oers Agro Programma ZLTO: Wat heeft (Z)LTO voor u

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal t.a.v. de Fractievoorzitters en Landbouwwoordvoerders Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

Tweede Kamer der Staten Generaal t.a.v. de Fractievoorzitters en Landbouwwoordvoerders Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Geachte dames en heren, Tweede Kamer der Staten Generaal t.a.v. de Fractievoorzitters en Landbouwwoordvoerders Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Land- en Tuinbouworganisatie Nederland Postbus 29773, 2502 LT Den Haag Bezoekadres

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7659 17 februari 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 9 februari 2016, nr. WJZ/15186005, houdende

Nadere informatie

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019 15 mei 2019 Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019 Landbouwfondsen Voor de belangrijkste bevindingen van de Algemene Rekenkamer verwijzen wij naar ons Rapport bij de Nationale Verklaring

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

14. De effecten van de beleidsopties

14. De effecten van de beleidsopties 14. De effecten van de beleidsopties Op basis van de resultaten van de effectstudies en de simulatiemodellen is in tabel 1 voor elk van de vier beleidsopties een overzicht uitgewerkt (cijfers bij benadering)

Nadere informatie

2 De voorstellen van de Europese Commissie op hoofdlijnen

2 De voorstellen van de Europese Commissie op hoofdlijnen 2 De voorstellen van de Europese Commissie op hoofdlijnen 2.1 Inleiding In het kader van de besluitvorming over Agenda 2000 is afgesproken dat de Europese Commissie na verloop van tijd met een tussentijdse

Nadere informatie

Infosessies nieuw GLB: Vergroening

Infosessies nieuw GLB: Vergroening Infosessies nieuw GLB: Vergroening 9 september 2014 Deze presentaties zijn door het Vlaams Gewest met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld op basis van de meest actuele beschikbare informatie. Er

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.11.2006 COM(2006) 677 definitief 2006/0226 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende aanpassing van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot

Nadere informatie

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020 Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020 Even voorstellen Aanpak, vragen etc. Een nieuwe naam: RVO.nl Waar staan we nu? Brief staatssecretaris Omvorming + nieuwe opzet directe betalingen

Nadere informatie

Persbericht Verzamelaanvraag 2010: aandachtspunten & nieuwigheden Aandachtspunten 1. Wie moet een verzamelvraag indienen?

Persbericht Verzamelaanvraag 2010: aandachtspunten & nieuwigheden Aandachtspunten 1. Wie moet een verzamelvraag indienen? Persbericht Verzamelaanvraag 2010: aandachtspunten & nieuwigheden Het Agentschap voor Landbouw en Visserij, afdeling Markt- en Inkomensbeheer, de Vlaamse Landmaatschappij, afdeling Mestbank en afdeling

Nadere informatie

AGRO. actueel. Special: Nieuwe Bedrijfstoeslagregeling. Woord vooraf

AGRO. actueel. Special: Nieuwe Bedrijfstoeslagregeling. Woord vooraf AGRO actueel o k t o b e r 2 0 1 3 Special: Nieuwe Bedrijfstoeslagregeling Woord vooraf Deze editie van de Agro Actueel is in zijn geheel gewijd aan de nieuwe bedrijfstoeslagregeling, zoals die vanaf 2015

Nadere informatie

GLB GEKOPPELDE STEUN

GLB GEKOPPELDE STEUN GLB 2015 - GEKOPPELDE STEUN 9 september 2014 Deze presentaties zijn door het Vlaams Gewest met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld op basis van de meest actuele beschikbare informatie. Er wordt

Nadere informatie

Productierekening 2005

Productierekening 2005 Productierekening 2005 December 2006 Els Demuynck Els Bernaerts Jonathan Platteau Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Leuvenseplein 4 1000 Brussel De productierekening

Nadere informatie

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS. Foto : DGARNE DDV

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS. Foto : DGARNE DDV NL DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS Foto : DGARNE DDV 2010 2 Produktiefactoren* Aantal bedrijven 15.500 waarvan 73% voltijds Tewerkstelling 25.839 personen in de landbouwsector, namelijk 18.846 arbeidseenheden

Nadere informatie

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van collectieven

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van collectieven GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van collectieven GLB: stand van zaken In juni akkoord tussen Europese Commissie, Landbouwraad en Europees Parlement Op enkele punten nog onenigheid Nog veel keuzen

Nadere informatie

Biologische landbouw: arealen en veestapels,

Biologische landbouw: arealen en veestapels, Indicator 21 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2017 telt Nederland 56 duizend

Nadere informatie

Betalingsrechten, reserve, jonge landbouwers

Betalingsrechten, reserve, jonge landbouwers Betalingsrechten, reserve, jonge landbouwers Inleiding Aanvullend op toelichting 28/8/2014 Wijzigingen en nieuwe elementen Aandachtspunten FAQ s Ondertussen: brief overzicht referentiegegevens ontvangen

Nadere informatie

Kan een bedrijf dat geen toegangsticket heeft dit "vrij" aankopen zonder enige voorwaarde inzake overname van bedrijf of grond?

Kan een bedrijf dat geen toegangsticket heeft dit vrij aankopen zonder enige voorwaarde inzake overname van bedrijf of grond? Veelgestelde vragen: Betalingsrechten Inhoud 1 Toegangsticket en Berekening Betalingsrechten... 1 2 Convergentie... 7 3 Overname referentiegegevens... 12 4 Vlaamse Reserve... 8 5 Betaling jonge landbouwers...

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS 214 DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 214 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

1 Toegangsticket en Berekening Betalingsrechten

1 Toegangsticket en Berekening Betalingsrechten Veelgestelde vragen: Betalingsrechten Inhoud 1 Toegangsticket en Berekening betalingsrechten... 1 2 Convergentie... 6 3 Vlaamse reserve... 7 4 Overname referentiegegevens... 9 5 Betaling jonge landbouwers...

Nadere informatie

Biologische landbouw: arealen en veestapels,

Biologische landbouw: arealen en veestapels, Indicator 11 juni 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2018 telt Nederland 58 duizend

Nadere informatie