100 opdrachten. voor de speelclub

Transcriptie

1

2 100 opdrachten voor de speelclub

3 Legende: opdrachten in 1 groep individuele opdrachten opdrachten tegen elkaar creatieve opdrachten actieve opdrachten opdrachten waarbij je iets zoekt of verzamelt opdrachten waarbij je moet nadenken opdrachten waarbij je moet zoeken -4-

4 100 opdrachten voor de speelclub 1 Maak een bestektoren van 30 cm hoog, die nergens tegen steunt. 2 3 Zet alle speelclubbers op een lijn (getekend op de grond) en geef ze de opdracht om in een bepaalde volgorde te gaan staan zonder van de lijn te komen (bv. volgens huisnummer, verjaardag, grootte, enz.). Variatie: ze mogen hierbij niet spreken. Verzin een woord voor elke letter van het alfabet (eventueel binnen een bepaald thema).

5 4 Verzamel schoenveters in tien verschillende kleuren. 5 Ga met zoveel mogelijk speelclubbers op één open krantenpagina staan. 6 Volg iemand van een andere afdeling gedurende 5 min en doe hem of haar na, zonder hierbij een woord te zeggen. Je mag dus ook geen uitleg geven. 7 Zoek vijf opgegeven woorden in een strip of krant. 8 Zing tien liedjes over een bepaald thema (bv. liefde, eten, kleuren, dieren, meisjesnamen, enz.). 9 Loop een parcours zo snel mogelijk achteruit. -6-

6 10 12 Leg 200 lucifers naast elkaar, waarbij het kopje afwisselend boven- en onderaan ligt. 11 Kijk elkaar in de ogen. De eerste die lacht, heeft verloren. Bekken trekken mag! Hou een bal in je hand en probeer hem een halve minuut te balanceren zonder hem vast te houden en zonder dat hij valt. 13 Vertel drie goeie moppen. 14 Maak een rijmpje van tien regels over een verdwaalde Eskimo. 15 Sta stil als een standbeeld. De eerste die beweegt of met de ogen knippert, heeft verloren! 16 Zoek tien woorden die eindigen op -aar.

7 17 Stel een afschuwelijk menu samen van tien gangen. Het mag niet eetbaar zijn. 18 Maak een zin van tien woorden die allemaal met dezelfde letter beginnen. 19 Gooi om beurten een bal in een emmer vanop 3 meter afstand. De eerste die dat drie keer kan doen, wint. 20 Maak om het snelst drie knopen in een rietje Chinees transport: geef met twee stokjes een papiertje door in een kring. Als het valt, moet je opnieuw beginnen. Geef het papiertje om het snelst tien keer door. Zeg het alfabet achterstevoren op. -8-

8 23 Zeg om het eerst vijf namen die beginnen met een g. 24 Bekijk gedurende een minuut tien voorwerpen. Probeer ze daarna allemaal op te noemen, zonder te kijken. 25 Teken elk een kruisje ergens op je lichaam, zonder dat de ander het ziet. Probeer om het snelst het kruisje van de ander te vinden Teken per speler een vakje van 50 bij 50 cm. Alle speelclubbers beschermen hun vak en proberen om het eerst een kruisje in het vakje van de anderen te tekenen. Zoek uit een kaartspel de ontbrekende kaart. 28 Verzamel om het eerst vijf stukken vuilnis die je op de grond vindt.

9 29 De groep doet de oorlelprocessie: de linkerhand aan de rechterenkel en de rechterhand onder de linkerarm aan het linkeroor. Zo loop je zonder te lossen rond het gebouw Breng iemand zonder te praten bij de leiding. 31 Ieder zoekt om beurten een voorwerp in de buurt en zet dat op het vorige voorwerp. Degene bij wie de toren omvalt, verliest. Geef iemand twee minuten lang superlieve complimentjes Vertel twee volle minuten iets over een trefwoord zonder euh te zeggen en zonder stilte. Komt er toch een stilte of euh, dan is de tegenspeler aan de beurt. Wie na twee minuten aan het woord is, wint. Teken geblinddoekt een bloem, een hartje, en een mannetje op een blad papier -10-

10 35 Vind van elke kleur (paars, geel, groen, rood, blauw en oranje) een kledingstuk en trek dat aan. 36 Blijf om het langst op een been staan. 37 Doe in een minuut zoveel mogelijk verkleedkleren aan. 38 Maak de langste klerenketting met de kleren die je aanhebt. 39 Noem zoveel mogelijk groenten/fruit op. 40 Ontcijfer een zin in geheimtaal (bv. 1=A, 2=B, 3=C, enz. of A=C, B=D, C=E, enz.). 41 Knikker je knikker zo dicht mogelijk bij de centrale knikker.

11 42 Laat de speelclubbers zoveel mogelijk zaken uit een voeldoos raden. 43 Probeer zoveel mogelijk keren een zeepbel door een hoepel te blazen. 44 Speld zoveel mogelijk wasknijpers op je kleren in één minuut. 45 Gooi zo snel mogelijk zes met een dobbelsteen. 46 Schrijf je naam met een balpen in je mond/ tussen je tenen. 47 Verkleed een meisje in een jongen en omgekeerd. 48 Breng met een rietje water over van het ene glas naar een ander. -12-

12 49 Vervang de naam van een sprookjesfiguur door de naam van je leiding en vertel zo het sprookje. 50 Probeer de fluitkoord van een andere afdeling te pakken te krijgen. 51 Sla in zo weinig mogelijk pogingen een nagel in een dik stuk hout. 52 Pomp een fietsband zo snel mogelijk op. 53 Knip met een schaar een vierkante meter gras kort. 54 Leg met je tenen een knoop in een touw.

13 55 Zoek voor iedereen een bijnaam Lak de nagels van een andere speler, maar hou borsteltje in je mond. Neem een stift tussen lip en neus en probeer ze vervolgens recht te zetten op de tafel. Neem een leeg blikje en steek er een spaghettistokje door. Ga dan met z n tweeën elk aan een kant staan, neem allebei het stokje in de mond en breng het blikje over van A naar B. 59 Verkleed je onherkenbaar. 60 Draai tien toertjes rond je as en probeer een frisbee door een hoepel te werpen. 61 Maak een constructie van Legoblokjes. De speelclubbers die ze het snelst correct nabouwen, winnen. -14-

14 62 Maak een huisje van takjes en modder. 63 Breng water over met een plasticzak met gaatjes in. 64 Doe een trein na Draai zoveel mogelijk toertjes rond je as zonder te vallen. Draai vijf toertjes en open dan een deur met de sleutel Zoek tien voorwerpen in een donkere kamer. Vul een bekertje met speeksel. 69 Verzamel vijf verschillende plukjes haar.

15 70 Probeer ongezien een wasknijper op elke speelclubber te steken. 71 Zoek in een halfuurtje tijd de oudste persoon die je kunt vinden. 72 Zoek iemand met een roze elastiekje in het haar. 73 Maak tien vlechtjes in het haar van een jongen. 74 Zoek een oude vrouw of man en vraag of hij/zij een oud kinderliedje zingt. 75 Sta op de foto met vijf verschillende mensen die niet van de Chiro zijn. 76 Maak een bootje van papier en laat het zover mogelijk varen op een beek of rivier. -16-

16 77 Doe een foto na die je leiding je geeft. 78 Doe gedurende vijf minuten de leiding na. 79 Beeld de tekst van een liedje uit terwijl het afspeelt. 80 Breng de leiding aan het lachen door zot te doen. 81 Dans het kampdansje op een plaats waar veel volk passeert. 82 Kleur op de grond een vierkante meter in met geel stoepkrijt.

17 83 Maak een eigen toneeltje dat gaat over een papegaai, een banaan en een vis. 84 Verzamel 50 verschillende namen, geschreven door 50 verschillende mensen. 85 Zeg om het kwartier hoe laat het is Schrijf een balpen leeg. 87 Roep heel luid op het marktplein: C-H C-H-I C-H-I- R-O, we zijn een toffe bende we zijn van de Chiro! Blaas tien eieren uit. -18-

18 89 Laat drie echte luide boertjes. 90 Zoek een spin en kom ze tonen. 91 Maak een papieren vlieger die tien meter ver kan vliegen. 92 Kleur alle bolletjes van de letters van een pagina uit de krant in (de e, o, b, d, enz.). 93 Kleur alle bolletjes van de letters van een pagina uit de krant in (de e, o, b, d, enz.).

19 94 Trek in totaal 25 kledingstukken aan. Degene die je al aan had, tellen mee! 95 Plooi 25 hoedjes van papier. 96 Verzamel vijf gele voorwerpen Stift je lippen met lippenstift en schrijf het woord speelclub op een blad door te kussen. Zeg vijf keer zonder haperen na elkaar de volgende zin: De speelse speelclubbers spelen op een speeltuig het spel van de speelclubleidster. -20-

20 99 Gorgel het jaarthemalied. 100 Probeer een dartspijltje zo hoog mogelijk in een boom te steken. De hoogste wint!