Binnen de minuut. Binnen de minuut. SPEL 1: Gaan vissen. SPEL 2: Blazen maar. Probeer enkel met een rietje jouw beker als eerste

Transcriptie

1 SPEL 1: Gaan vissen SPEL 2: Blazen maar Maak beide eerst een vis uit papieren zakdoekjes. Leg je papieren visjes op de startlijn. Probeer enkel met een rietje jouw beker als eerste van de andere kant van de tafel te blazen. Probeer je visje over de finish te krijgen door te zwaaien met hard karton.

2 SPEL 3: Neusduiken SPEL 4: Smarties party Verplaats watjes van het ene naar het andere bord door alleen je neus te gebruiken. Je mag wel wat Niveazalf op je neus smeren, zodat de watjes beter blijven hangen. Verplaats Smarties van het ene naar het andere bord door alleen een rietje te gebruiken. Zuig de hele tijd aan het rietje terwijl je de Smarties verplaatst. Wanneer je stopt met zuigen, zullen je Smarties vallen en moet je opnieuw beginnen.

3 SPEL 5: Puzzelontbijt SPEL 6: Macaroni ketting Probeer als eerste de puzzel van ontbijtgranen af te krijgen! Steek een spaghettistokje in je mond. Probeer op dit stokje drie macaroni buisjes te steken, zonder handen te gebruiken.

4 SPEL 7: Cookiemonster SPEL 8: Blikkentoren Leg een koekje op je voorhoofd. Probeer door je gezichtsspieren te bewegen het koekje in jouw mond te krijgen. Een hele klus! Maak een blikkentoren van vijf blikken. De toren moet minstens drie tellen blijven staan zonder vallen. Let op want het wordt moeilijk: Je stapelt de blikken op een deksel dat drijft in het water!

5 SPEL 9: Toren bouwen SPEL 10: Zak eens lekker door Maak een zo hoog mogelijke toren met bekers. Je mag kiezen hoe je de bekers stapelt, maar de hoogste toren wint. Er staan vier zakken met verschillende hoogte op de grond. Verplaats de zakken naar de hoepel zodat ze er mooi in passen. Je mag enkel je mond gebruiken.

6 SPEL 11: Blaas de joker niet omver! SPEL 12: Zeg eens AAA Leg een volledig spel kaarten omgekeerd op een flesje. De joker moet helemaal onderaan liggen. Blaas de kaarten voorzichtig van de fles, maar de laatste joker Steek een friscostokje in de mond. Stapel zoveel mogelijk dobbelstenen op het uiteinde van het stokje. moet blijven liggen!

7 SPEL 13: Snoepjes op een stokje SPEL 14: Goal! Probeer de marshmallow snoepen met Chinese stokjes van het ene bord naar het andere te brengen. Gooi vijf marshmallow snoepen in het bekertje van de leerling tegenover je. Daarna wissel je van plaats. De tweede leerling gooit ook vijf keer.

8 SPEL 15: Recht in de roos! SPEL 16: Lucht uit ballonnen Steek een oorstaafje in een rietje. Blaas daarna hard richting de roos. Er staan tien bekers op tafel. Probeer alle tien deze bekers omver te blazen. Dit doe je door lucht te laten ontsnappen uit een ballon.

9 SPEL 17: Zwevende ballonnen SPEL 18: Mummy Laat drie ballonnen in de lucht. Probeer de drie ballonnen gedurende één minuut in de lucht Wikkel een volledige rol wc-papier rond een andere leerling. Let op: Het wc-papier mag niet breken! te houden.

10 SPEL 19: Lepelrace SPEL 20: Emmerhoofd Je bent met twee. Leg een watje op een lepel en stop de lepel in je mond. Je partner doet hetzelfde zonder watje. Probeer het watje van de ene in de andere lepel te krijgen Je bent met twee. De ene leerling houdt een emmer op zijn/haar hoofd. De andere leerling gooit drie keer met een zachte bal en probeert deze in de emmer te krijgen. zonder handen te gebruiken.

11 SPEL 21: Verhuizen Er zijn dertig bekers op elkaar gestapeld. Helemaal onderaan zit een beker in een andere kleur. Probeer de eerste dertig bekers allemaal onder de gekleurde beker te krijgen.