Verwijdering van geneesmiddelen en hormonen uit afvalwater met (vervuilde) nanofiltratiemembranen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verwijdering van geneesmiddelen en hormonen uit afvalwater met (vervuilde) nanofiltratiemembranen"

Transcriptie

1 Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar Verwijdering van geneesmiddelen en hormonen uit afvalwater met (vervuilde) nanofiltratiemembranen Maxime Schiettekat Promotor: Prof. dr. ir. Arne Verliefde Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de bio-ingenieurswetenschappen: Milieutechnologie

2 ii

3 De auteur en de promotor geven de toelating deze scriptie voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie. The author and the promotor give the permission to use this thesis for consultation and to copy parts of it for personal use. Every other use is subjected to the copyright laws, more specifically the source must be extensively specified when using results from this thesis. Gent, 23 augustus 2013 De promotor, De auteur, Prof. Dr. ir. Arne Verliefde Maxime Schiettekat iii

4 iv

5 WOORD VOORAF Een studie in de bio-ingenieurswetenschappen voltooien kan je nooit alleen. Zonder de hulp van familie, vrienden, assistenten,... zou dit nooit gelukt zijn. Daarom wens ik mijn ouders te bedanken voor de mogelijkheid tot studeren en hun steun gedurende de afgelopen vijf jaar. Ook mijn vrienden en mijn vriendin wens ik te bedanken, want zonder hen zou het niet hetzelfde geweest zijn. Zij zorgden voor zowel ontspanning als hulp en gaven me een fantastische studententijd. Het afgelopen jaar, waarbij deze masterproef centraal stond, was zowel slopend als aangenaam en zou niet gelukt zijn indien bepaalde personen er niet geweest waren. Eerst en vooral bedank ik mijn promotor Arne, die altijd wel een oplossing vond, bij wie ik steeds terecht kon voor advies en richtlijnen en die een goede en enthousiaste (werk)sfeer creëerde op het labo. Ook Quenten wens ik te bedanken, hij stond altijd klaar om te helpen. Samen hebben we veel (frustrerende) uren doorgebracht in het labo. Verder bedank ik Klaas en Arnout voor hun hulp bij de analyses van de stalen. Last, but not least, bedank ik alle studenten die het afgelopen jaar op het labo hun masterproef hebben afgewerkt, met in het bijzonder Stef, Evelyn en Maxime. Dankzij hen was de sfeer in het labo en het kotje top! v

6 vi

7 SAMENVATTING Door de steeds groeiende bevolking neemt de vraag naar drinkbaar water toe. Met deze groeiende bevolking stijgen echter ook de concentraties van geneesmiddelen, pesticiden, en hormonen in de grond- en oppervlaktewateren. Hierdoor is er nood aan een efficiënte verwijdering van deze organische micropolluenten. Membraanfiltratie als waterzuiveringsmethode wordt reeds veelvuldig toegepast, maar toch blijken er nog steeds sporen van de organische micropolluenten in het drinkwater te zitten. In het eerste deel van deze masterproef werd nagegaan wat de invloed is van verschillende types vervuiling op de prestaties van een nanofiltratie-membraan inzake verwijdering van organische micropolluenten (OMPs), door de vergelijking te maken met de prestaties van een schoon membraan. In het tweede deel werd getracht om a.d.h.v. modellen de verwijdering van verschillende OMPs, enkel op basis van hun fysisch-chemische eigenschappen, te voorspellen. Uit het eerste deel van de masterproef blijkt dat membraanvervuiling de oppervlakte-eigenschappen van de membranen verandert en dat dit een duidelijke invloed heeft op de verwijdering van zouten en OMPs. Echter, door enkel naar de verwijdering van de zouten te kijken en dit te gebruiken om de invloed van vervuiling op de retentie van OMPS te voorspellen, wordt de invloed van hydrofobehydrofobe en polaire interacties tussen membraan en OMPs onderschat. Deze blijken een zeer belangrijke rol te spelen in de retentie van de OMPs en doen het optredende effect van cakeenhanced concentration polarization (i.e. de concentratie van OMPs aan het membraanoppervlak zal toenemen door gehinderde terugdiffusie, geïnduceerd door de vervuilingslaag, en dit zal de retentie doen afnemen) op de retentie teniet. Uit het tweede deel van de masterproef kan geconcludeerd worden dat de experimenteel bepaalde retentiewaarden van de OMPs globaal gezien goed overeenkomen met de gemodelleerde retentiewaarden en dat de opgestelde modellen de werkelijkheid goed benaderen. Deze modellen kunnen dus gebruikt worden om de retentie van eender welke stof, enkel en alleen op basis van zijn chemische structuur te voorspellen. Fine-tuning van de modellen is echter nog mogelijk, vooral naar het bepalen van OMP-membraan interactie-energie toe. vii

8 viii

9 LIJST MET GEBRUIKTE FIGUREN FIGUUR 1 : DE BELANGRIJKSTE FILTRATIEMETHODEN EN HUN KENMERKEN FIGUUR 2: Ϛ-POTENTIAAL ALS FUNCTIE VAN DE PH VAN HET VOEDINGSWATER [VERLIEFDE ET AL., 2008] FIGUUR 3: EXPERIMENTELE (VIERKANTJES) EN GEFITTE RETENTIEWAARDEN (LIJNEN) VOOR GLYCEROL OP EEN TRISEP TS80-MEMBRAAN [VERLIEFDE ET AL., 2009] FIGUUR 4: HET FILM-THEORIE MODEL [VERLIEFDE ET AL., 2013] FIGUUR 5: CONCENTRATIEPROFIEL VOOR POSITIEF (+), NEGATIEF (-) EN ONGELADEN (0) OPGELOSTE STOFFEN IN DE BUURT VAN EEN NEGATIEF GELADEN MEMBRAANOPPERVLAK (DE HYDRODYNAMISCHE CONCENTRATIE POLARISATIE WERD VOOR DE DUIDELIJKHEID WEGGELATEN). [VERLIEFDE, 2008] FIGUUR 6: GENORMALISEERDE FLUX EN MASSA VAN DE AFGEZETTE COLLOÏDEN IN FUNCTIE VAN DE TIJD. [NG ET AL., 2004] FIGUUR 7: ILLUSTRATIE VAN EEN IDEAAL VERVUILD MEMBRAAN (CONTINUE EN UNIFORME VERVUILINGSLAAG) EN DE EXTRA HYDRAULISCHE WEERSTAND DIE DEZE MET ZICH MEEBRENGT [SAGLE ET AL. 2009] FIGUUR 8: SET-UP VAN DE MEMBRAANFILTRATIE-EXPERIMENTEN FIGUUR 9: PROTOCOL VOOR DE VERWIJDERINGSTESTEN (IDEM VOOR VERVUILINGSEXPERIMENTEN) FIGUUR 10: SPECIAAL ONTWORPEN METALEN GIETVORM VOOR HET MAKEN VAN DE OMP-PLAATJES FIGUUR 11: DE GEBRUIKTE PLAAT MET 96 'WELLS' FIGUUR 12: GENORMALISEERDE FLUXEN VOOR DE VERSCHILLENDE MEMBRAANFILTRATIE-EXPERIMENTEN FIGUUR 13: ZOUTVERWIJDERING VOOR DE VERSCHILLENDE MEMBRAANFILTRATIE-EXPERIMENTEN FIGUUR 14: RETENTIE VAN ENKELE OMPS IN FUNCTIE VAN DE PARTIKELDIAMETER VOOR EEN SCHOON NF270- MEMBRAAN OP HET EINDE VAN DE FILTRATIE-EXPERIMENTEN FIGUUR 15: RETENTIE VAN ENKELE OMPS IN FUNCTIE VAN DE HYDROFOBICITEIT VOOR EEN SCHOON NF270- MEMBRAAN OP HET EINDE VAN DE FILTRATIE-EXPERIMENTEN FIGUUR 16: RETENTIE VAN DE OMPS OP EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN OP HET EINDE VAN DE FILTRATIE- EXPERIMENTEN FIGUUR 17: INVLOED VAN DE PARTIKELDIAMETER VAN DE VERVUILING OP RETENTIE (R), FLUX (J W ), DIKTE VAN DE VERVUILINGSLAAG ( ) EN CONCENTRATIE POLARISATIE (CP). [WANG ET AL., 2013] ix

10 FIGUUR 18: RETENTIE VAN DE OMPS OP EEN VERVUILD NF270-MEMBRAAN (20L) OP HET EINDE VAN DE FILTRATIE-EXPERIMENTEN FIGUUR 19: : RETENTIE VAN DE GESELECTEERDE OMPS OP EEN VERVUILD NF270-MEMBRAAN (SA) OP HET EINDE VAN DE FILTRATIE-EXPERIMENTEN FIGUUR 20: RETENTIE VAN DE GESELECTEERDE OMPS OP EEN VERVUILD NF270-MEMBRAAN (LATEX) OP HET EINDE VAN DE FILTRATIE-EXPERIMENTEN FIGUUR 21: INVLOED VAN DE VERSCHILLENDE VERVUILINGEN OP DE RETENTIE (T.O.V. DE RETENTIES VOOR EEN SCHOON MEMBRAAN) FIGUUR 22: RETENTIE VOOR DE NEUTRALE OMPS VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN FIGUUR 23: RETENTIE VOOR DE POSITIEF GELADEN OMPS VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN FIGUUR 24: RETENTIE VOOR DE NEGATIEF GELADEN OMPS VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN FIGUUR 25: RETENTIE VOOR DE NEUTRALE OMPS VOOR EEN VERVUILD (20L) NF270-MEMBRAAN FIGUUR 26: RETENTIE VOOR DE POSITIEF GELADEN OMPS VOOR EEN VERVUILD (20L) NF270-MEMBRAAN FIGUUR 27: RETENTIE VOOR DE NEGATIEF GELADEN OMPS VOOR EEN VERVUILD (20L) NF270-MEMBRAAN FIGUUR 28: RETENTIE VOOR DE NEUTRALE OMPS VOOR EEN VERVUILD (SA) NF270-MEMBRAAN FIGUUR 29: RETENTIE VOOR DE POSITIEF GELADEN OMPS VOOR EEN VERVUILD (SA) NF270-MEMBRAAN FIGUUR 30: RETENTIEVOOR DE NEGATIEF GELADEN OMPS VOOR EEN VERVUILD (SA) NF270-MEMBRAAN FIGUUR 31: RETENTIE VOOR DE NEUTRALE OMPS VOOR EEN VERVUILD (LATEX) NF270-MEMBRAAN FIGUUR 32: RETENTIE VOOR DE POSITIEF GELADEN OMPS VOOR EEN VERVUILD (LATEX) NF270-MEMBRAAN. 62 FIGUUR 33: RETENTIE WAARDEN VOOR DE NEGATIEF GELADEN OMPS VOOR EEN VERVUILD (LATEX) NF270- MEMBRAAN FIGUUR 34: EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BESTE FIT VOOR HET SOLUTION-DIFFUSION MODEL VOOR GLYCEROL VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN FIGUUR 35: VERGELIJKING TUSSEN EXPERIMENTELE EN GEMODELLEERDE RETENTIEWAARDEN VOOR DE OMPS OP EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN x

11 FIGUUR 36: VOORBEELD VAN DE MECHANISCHE PROBLEMEN GEDURENDE DE RETENTIE-EXPERIMENTEN MET GLYCEROL FIGUUR 37: EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BESTE FIT VOOR HET SERIES-RESISTANCE MODEL VOOR GLYCEROL VOOR EEN VERVUILD (LATEX) NF270-MEMBRAAN FIGUUR 38: VERGELIJKING TUSSEN EXPERIMENTELE EN GEMODELLEERDE DATA VOOR DE OMPS OP EEN VERVUILD (LATEX) NF270-MEMBRAAN FIGUUR 39: EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BIJHORENDE FIT VOOR HET SOLUION-DIFFUSION MODEL VOOR CARBAMAZEPINE VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN (MET R P = 8,63E-10) FIGUUR 40: EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BIJHORENDE FIT VOOR HET SOLUION-DIFFUSION MODEL VOOR SULFAMETOXAZOLE VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN (MET R P = 8,63E-10) FIGUUR 41: EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BESTE FIT VOOR HET SOLUION-DIFFUSION MODEL VOOR CARBAMAZEPINE VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN (MET R P = 7E-10) FIGUUR 42: EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BESTE FIT VOOR HET SOLUION-DIFFUSION MODEL VOOR SULFAMETHOXAZOLE VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN (MET R P = 7E-10) FIGUUR 43: EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BIJHORENDE FIT VOOR HET SOLUION-DIFFUSION MODEL VOOR GLYCEROL VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN (MET RP = 7E-10) FIGUUR 44: EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BIJHORENDE FIT VOOR HET SOLUION-DIFFUSION MODEL VOOR GLYCEROL VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN (MET RP = 7,8E-10) FIGUUR 45: EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BIJHORENDE FIT VOOR HET SOLUION-DIFFUSION MODEL VOOR CARBAMAZEPINE VOOR EEN SCHOON NF270-MEMBRAAN (MET RP = 7,8E-10) FIGUUR 46:EXPERIMENTELE RETENTIEWAARDEN EN BIJHORENDE FIT VOOR HET SOLUION-DIFFUSION MODEL VOOR xi

12 LIJST MET GEBRUIKTE TABELLEN TABEL 1: EIGENSCHAPPEN VAN HET GEBRUIKTE NF270-MEMBRAAN TABEL 2: PHYSICO-CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN VAN DE 30 GESELECTEERDE OMPS (N.V.T. = NIET VAN TOEPASSING) TABEL 3: DEELTJESGROOTTE EN LADING (ZETA-POTENTIAAL) VAN DE MODELVERVUILINGEN TABEL 4: DE 3 SONDE-VLOEISTOFFEN EN HUN OPPERVLAKTESPANNINGSCOMPONENTEN (IN MJ/M² [VAN OSS, 2002]) TABEL 5: PARTIKELDIAMETERS EN LOG KOW-WAARDEN VOOR ENKELE OMPS TABEL 6: CONTACTHOEKEN (RADIALEN) EN DE OPPERVLAKTESPANNINGSCOMPONENTEN VOOR DE GESELECTEERDE OMPS TABEL 7: : CONTACTHOEKEN (IN RADIALEN) EN DE OPPERVLAKTESPANNINGSCOMPONENTEN VOOR ZOWEL HET SCHONE NF270-MEMBRAAN ALS DE VERVUILDE NF270-MEMBRANEN xii

13 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf... v Samenvatting... vii Lijst met gebruikte figuren... ix Lijst met gebruikte tabellen... xii Inhoudsopgave... xiii Inleiding... 1 A. Literatuurstudie Omgekeerde Osmose/Reverse Osmosis Factoren die de membraan-stof interacties beïnvloeden ALGEMEEN EIGENSCHAPPEN VAN HET MEMBRAAN MOLECULAR WEIGHT CUT-OFF (MWCO) POROSITEIT EN PORIEGROOTTE OPPERVLAKTELADING EIGENSCHAPPEN VAN DE OPGELOSTE STOFFEN MOLECULAIR GEWICHT (MW) GROOTTE EN GEOMETRIE LADING HYDROFOBE-HYDROFOBE/ADSORPTIEVE INTERACTIES TUSSEN MEMBRAAN EN OPGELOSTE STOFFEN Massatransport doorheen membranen MODELLEN SOLUTION-DIFFUSION MODEL CONVECTION-DIFFUSION MODEL PARTITIECOËFFICIËNT, OPPERVLAKTESPANNING EN INTERACTIE-ENERGIE Concentratie polarisatie HYDRODYNAMISCHE CONCENTRATIE POLARISATIE LADINGSCONCENTRATIE POLARISATIE Membraanvervuiling ALGEMEEN EFFECT VAN MEMBRAANVERVUILING EFFECT OP DE EIGENSCHAPPEN VAN HET MEMBRAANOPPERVLAK EFFECT OP PERMEAATFLUX xiii

14 5.2.3 EFFECT OP DE ZOUTVERWIJDERING CAKE-ENHANCED CONCENTRATION POLARIZATION (CECP) BEPALEN VAN DE CAKE-ENHANCED OSMOTIC PRESSURE CECP-MODEL [HOEK ET AL., 2003] SERIES-RESISTANCE MODEL [SAGLE ET AL., 2009] B. Materiaal & Methoden Filtratie set-up en protocol SET-UP FILTRATIEPROTOCOL PARACETAMOL COCKTAIL Membraan Organische micro-polluenten (OMPs) ANALYSE VAN DE STALEN TOC-ANALYZER U-HPLC-HRMS Modelvervuilingscomponenten Model OPPERVLAKTESPANNING EN INTERACTIE-ENERGIE MEMBRAANFILTRATIE-EXPERIMENTEN MET GLYCEROL BEPALING VAN DE PORIEGROOTTE EN DIKTE VAN HET MEMBRAAN BEPALING VAN DE PORIEGROOTTE EN DIKTE VAN DE VERVUILINGSLAAG BEPALEN VAN DE RETENTIES VAN DE GESELECTEERDE OMPS IN FUNCTIE VAN DE FLUX C. Resultaten & discussie flux en zoutverwijdering op verschillende tijdstippen VERANDERING IN PERMEAATFLUX ZOUTVERWIJDERING Retentie van de geselecteerde OMPs RETENTIE VAN GESELECTEERDE OMPS VOOR SCHOON MEMBRAAN RETENTIE VAN DE GESELECTEERDE OMPS OP VERVUILDE MEMBRANEN RETENTIE VAN GESELECTEERDE OMPS OP VERSCHILLENDE TIJDSTIPPEN SCHOON MEMBRAAN L SILICA SA xiv

15 2.3.4 LATEX Modelleren/Voorspellen van retentie CONTACTHOEKMETINGEN EN OPPERVLAKTESPANNINGSCOMPONENTEN HET SOLUTION-DIFFUSION MODEL HET SERIES-RESISTANCE MODEL VALIDATIE VAN HET SOLUTION-DIFFUSION MODEL D. Conclusies E. Suggesties voor verder onderzoek Referentielijst xv

16

17 INLEIDING De laatste jaren heeft het (onderzoek naar het) voorkomen van organische micropolluenten (zoals pesticiden, geneesmiddelen en hormonen) in grond- en oppervlaktewateren (in steeds hogere concentraties) sterk aan interesse en belang gewonnen. De term micropolluenten verwijst naar de lage concentraties waarin deze stoffen voorkomen, nl. ng/l tot µg/l. De reden voor de groeiende belangstelling voor deze micropolluenten is dat de gevolgen op de menselijke gezondheid, door het drinken van water verontreinigd met een cocktail van deze organische micropolluenten (OMPs), onvoldoende gekend en moeilijk voorspelbaar zijn. Het is dus noodzakelijk dat deze micropolluenten tijdens de drinkwaterbehandeling verwijderd worden. Eén van de opkomende technieken inzake drinkwaterbehandeling is membraanfiltratie. Hogedrukmembranen zoals nanofiltratie en omgekeerde osmose zijn idealiter ondoorlaatbaar voor organische stoffen in de voedingsoplossing (het te zuiveren water) en ideaal doorlaatbaar voor water zelf. Welke stoffen verwijderd worden, is onder andere afhankelijk van de poriegrootte van het gebruikte membraan en wanneer deze poriegrootte voldoende klein is, zou niets de membranen mogen passeren. Toch blijkt nog vaak dat membraanfiltratie niet alle organische micropolluenten verwijdert en dat de gezuiverde stroom dus vaak nog sporen van deze micropolluenten bevat. Bovendien blijkt dat membraanvervuiling, inherent aan zowat alle membraanprocessen, de interacties die optreden tussen organische micropolluent en membraan beïnvloedt, waardoor ook de verwijdering van deze micropolluenten beïnvloed wordt. In het eerste deel van deze masterproef wordt onderzocht wat de effecten van membraanvervuiling op de prestaties van het membraan (flux en retentie) zijn. Door verschillende types modelvervuilingenscomponenten te gebruiken, zal de vervuiling op het membraan, en dus de vervuilingslaag, telkens anders zijn. De invloed van deze verschillende types vervuilingslagen op de verwijdering van bepaalde organische micropolluenten wordt onderzocht door de retentie van de OMPs op vervuilde membranen te vergelijken met de verwijdering van deze micropolluenten op onvervuilde membranen. Het zou echter ideaal zijn, moest de verwijdering van eender welke gegeven micropolluent voorspeld kunnen worden, enkel en alleen op basis van zijn fysisch- chemische eigenschappen. Aangezien er drie belangrijke interacties optreden tussen micropolluent en membraan (sterische hindering, ladingsinteracties en hydrofobe-hydrofobe/polaire interacties), en deze interacties de verwijdering van de micropolluenten grotendeels bepalen, is het belangrijk de effecten van deze interacties te analyseren en te incorporeren in modellen die de verwijdering van micropolluenten trachten te 1

18 voorspellen. De voorspellingen in retentiewaarden die deze modellen opleveren, kunnen dan gebruikt worden om de huidige waterzuiveringsmethode te optimaliseren en efficiënter te maken. Het tweede deel van deze masterproef zal zich daarom toespitsen op het analyseren en verbeteren van bestaande modellen die de verwijdering van o.a. micropolluenten proberen te voorspellen. De grootste aanpassing zit in het aanpassen van de modellen voor vervuilde membranen. De modellen worden geanalyseerd en gevalideerd op basis van de experimentele resultaten van het eerste deel van deze masterproef. 2

19 A. LITERATUURSTUDIE 3

20 1. OMGEKEERDE OSMOSE/REVERSE OSMOSIS Osmose is het passieve transport van water doorheen een selectief permeabel membraan om een concentratieverschil van opgeloste stoffen tussen de vloeistoffen aan beide zijden van het membraan te neutraliseren. Omgekeerde osmose (RO, Reverse Osmosis) doet het omgekeerde: een oplossing wordt onder druk doorheen een membraan gedwongen. Het membraan is idealiter ondoorlaatbaar voor de stoffen in oplossing en ideaal doorlaatbaar voor water. Dit resulteert in het scheiden van de voedingsstroom in een concentraat (de geconcentreerde oplossing waar de opgeloste stoffen in achterblijven aan de ene kant van het membraan) en een permeaat dat doorheen het membraan gaat (met een zo laag mogelijke concentratie aan opgeloste stoffen). Figuur 1 duidt de verschillende commerciële drukgedreven filtratiemethoden en hun karakteristieken aan. Nanofiltratie (NF) bevindt zich tussen RO en ultrafiltratie (UF) qua poriegrootte van de membranen en de grootte van de te verwijderen stoffen en wordt gebruikt wanneer de hoge stoffenverwijdering, die bij RO plaatsvindt, niet noodzakelijk is. NF-membranen houden enkel tweewaardige ionen zo goed als volledig tegen, terwijl RO-membranen zowel één- als tweewaardige ionen kunnen tegenhouden (zie Figuur 1). In se is er geen duidelijk verschil tussen NF- en RO-membranen. Zo worden NF-membranen geclassificeerd als LPRO-membranen (Low pressure RO-membranen) indien ze een hoge verwijdering aan zouten bewerkstelligen, als lage ontzoutingsmembranen indien ze een hoge Molecular Weight Cut-Off (zie Paragraaf 2.2.1) hebben en slechts een verwaarloosbaar aantal zouten verwijderen,... Het belangrijkste verschil tussen NF- en RO-membranen is vooral dat de NF-membranen zo ontworpen zijn dat ze selectief componenten zoals multivalente ionen of organische contaminanten verwijderen en tegelijkertijd andere componenten wel doorlaten. Bovendien dragen NF-membranen vaak meer negatieve lading en hebben ze een dunnere scheidende laag met iets grotere poriën. Daardoor worden geladen stoffen wel door ladingsinteracties verwijderd, maar is de sterische hinder minder. Ze functioneren ook onder lagere drukken dan RO-membranen hetgeen de economische kosten drukt.[bellona et al., 2004] 2. FACTOREN DIE DE MEMBRAAN-STOF INTERACTIES BEÏNVLOEDEN 2.1 ALGEMEEN Het inzicht in de verwijderingsmechanismen van organische polluenten met NF/RO-membranen is de laatste jaren sterk vergroot. Algemeen kunnen drie grote interacties tussen opgeloste stoffen en 4

21 FIGUUR 1 : DE BELANGRIJKSTE FILTRATIEMETHODEN EN HUN KENMERKEN membraan onderscheiden worden: i) sterische hindering (te vergelijken met een zeef-effect); ii) elektrostatische interacties; iii) hydrofobe-hydrofobe/adsorptieve interacties (i.e. nietelektrostatische affiniteit tussen stof en membraan). De interacties tussen opgeloste organische stoffen en membraan worden bepaald door de eigenschappen van het membraan (bvb. de Molecular Weight Cut-Off, oppervlaktelading, poriegrootte en hydrofobiciteit ), door eigenschappen van de opgeloste stoffen (bvb. moleculair gewicht/grootte, lading en hydrofobiciteit), de operationele condities (bvb. druk, flux) en de samenstelling van de voedingsoplossing (bvb. ph, ionenbalans, temperatuur). Bovendien kan vervuiling van het membraan (bvb. met natuurlijk organisch materiaal of particulair materiaal, zie Paragraaf 5) de oppervlakte-eigenschappen van het membraan sterk beïnvloeden en dus ook de bovenvernoemde interacties.[verliefde, 2008] De mogelijke factoren die membraan-stof interacties kunnen beïnvloeden worden hier besproken. 2.2 EIGENSCHAPPEN VAN HET MEMBRAAN MOLECULAR WEIGHT CUT-OFF (MWCO) De MWCO van een membraan wordt doorgaans gedefinieerd als het moleculair gewicht van de kleinste stof die voor 90% tegengehouden wordt door het membraan. De definitie is gebaseerd op het principe dat moleculen (meestal) toenemen in diameter wanneer hun massa toeneemt. Omdat membranen een bepaalde gedefinieerde poriegrootte hebben, zal het zeef-effect van de membranen toenemen wanneer de stoffen in grootte toenemen (i.e. sterische hindering). Als gevolg hiervan wordt een grotere molecule meestal beter tegengehouden door het membraan dan een kleinere. Er bestaat dus een correlatie tussen de retentie van stoffen van verschillende grootte en de MWCO van membranen, maar deze correlatie geeft in de praktijk vaak eerder een ruwe schatting van dit zeefeffect. Dit is te wijten aan een aantal zaken: zo kent het membraan een poriegrootte-distributie, geeft de MWCO geen informatie over stoffen met een moleculair gewicht lager dan de MWCO en 5

22 spelen bovendien, naast zeefeffecten, ook andere effecten zoals lading en affiniteit een belangrijke rol. Daarom dienen ook andere parameters dan de MWCO gebruikt te worden om de retentie van organische stoffen te kunnen modelleren.[van der Bruggen et al., 1999] POROSITEIT EN PORIEGROOTTE De porositeit van een membraan wordt meestal uitgedrukt als de gemiddelde grootte van de poriën, een ditributie (PSD - Pore Size Distribution) of als het effectief aantal poriën (N). Een porie wordt meestal gedefinieerd als een polymeer-vrije holte waardoorheen, onder invloed van een drijvende kracht, transport van een vloeistof plaats kan vinden. Kosutic et al. (2000) stelden vast dat de poreuze structuur van membranen de dominante parameter inzake het bepalen van de prestaties van een membraan is en dat de retentie van stoffen gelinkt kan worden aan porositeitsparameters zoals de PSD en N. Volgens Kosutic et al. (2002) zal ook de drukgevoeligheid van het membraan een belangrijke rol spelen. Zo geeft een hogere druk een groter aantal actieve poriën (N) en leidt dit ook tot kleinere poriën en wordt er een hogere verwijdering bekomen. Deze drukgevoeligheid is verschillend van membraan tot membraan.[kosutic et al., 2002] Bovendien bepaalt de porositeit van de toplaag van een membraan in welke mate bvb. vervuilingen de porie kunnen binnendringen en deze blokkeren of vervuilen.[boussu, 2007] OPPERVLAKTELADING De oppervlaktelading van membranen wordt vaak gekwantificeerd d.m.v. de zèta-potentiaal (zie Figuur 2). Deze zèta-potentiaal (ϛ-potentiaal) is eigenlijk een kwalitatieve benadering van de werkelijke lading op het membraan, gemeten op een bepaalde afstand van het membraanoppervlak. De meeste NF/RO-membranen bezitten ioniseerbare functionele groepen, vnl. carboxyl- (R-COO - ) en amine(r-nh:), op het membraanoppervlak en dus is de oppervlaktelading van deze membranen afhankelijk van de dissociatie van deze functionele groepen (en dus van de ph van het voedingswater). Bij lage ph-waarden kunnen de aminogroepen het membraanoppervlak licht positief maken, maar meestal zal de negatieve oppervlaktelading (voornamelijk bij neutrale ph-waarden - door dissociatie van carboxyl-groepen) overheersen.[elimelech et al. 1994] Elektrostatische interacties tussen geladen opgeloste (organische) stoffen en het geladen membraanoppervlak zullen de retentie beïnvloeden. De meeste studies omtrent deze elektrostatische interacties stelden een toename in retentie van negatief geladen moleculen vast, door elektrostatische repulsies tussen het negatief geladen membraan en de negatief geladen opgeloste stoffen. Bovendien zal de retentie van positief geladen moleculen afnemen, omdat zij aangetrokken worden tot de negatief geladen membranen. Dit begrip waar geladen moleculen aan- 6

23 FIGUUR 2: Ϛ-POTENTIAAL ALS FUNCTIE VAN DE PH VAN HET VOEDINGSWATER [VERLIEFDE ET AL., 2008] getrokken of afgestoten worden van het geladen membraanoppervlak, wordt ook ladingsconcentratie polarisatie genoemd en wordt verder uitgelegd in Paragraaf 4. Zowel de lading van het membraan als deze van de opgeloste stoffen zijn afhankelijk van de ph van het voedingswater.[verliefde et al., 2008] Deze ladingsconcentratie polarisatie geldt enkel voor organische moleculen, voor anorganische moleculen is er Donnan-evenwicht of Donnan-exclusie: als het co-ion van een zout (het ion met een lading gelijk aan die van het membraan) het membraan niet kan passeren ten gevolge van elektrostatische repulsies met de oppervlaktelading van het membraan, dan wordt het tegen-ion ook tegengehouden om ladingsneutraliteit over het membraan te bewaren (en dus het anders optredende potentiaalverschil niet te laten optreden).[verliefde, 2008] 2.3 EIGENSCHAPPEN VAN DE OPGELOSTE STOFFEN MOLECULAIR GEWICHT (MW) Ozaki et al. (2002) rapporteerden dat voor ongeladen en apolaire stoffen het MW gebruikt kan worden als parameter voor kwalitatieve voorspelling van de retentie van deze stoffen, althans voor ULPRO-membranen (Ultra-Low Pressure RO-membranen). Van der Bruggen et al. (2002 en 1999) en Schutte (2003) rapporteerden dat het gebruik van het MW, als parameter voor het bepalen van retentie van opgeloste stoffen door membranen, enkel nuttig is indien het gaat om ongeladen moleculen en dat het MW minder effectief is dan de grootte om de retentie te voorspellen (zie Paragraaf 2.3.2). Kosutic et al. (2002) vonden dat RO-membranen, waarbij de voornaamste piek van de PSD zich bij lage waarden voor de poriegrootte bevindt, goed zouten tegenhielden, maar hydrofobe organische stoffen minder goed verwijderden dan ULPRO-membranen, waarbij de voornaamste piek van de PSD zich situeerde bij grotere waarden voor de poriegrootte. Hier werd wel enkel rekening gehouden met sterische interacties en geen andere stof-membraan interacties waardoor ze dus afleiden dat het misschien nuttiger is om te gaan kijken naar de geometrie of de 7

24 grootte van de te verwijderen moleculen in plaats van het molecuulgewicht (net zoals Van der Bruggen et al. (2002 en 1999) en Schutte (2003)) en dit te koppelen met de PSD van membranen om zo retentiewaarden beter te kunnen modelleren. Een probleem hierbij is dat het bepalen van het MW van een molecule een stuk eenvoudiger is dan het bepalen van de grootte of de geometrie van die molecule en dat er tussen beide parameters (MW en geometrie) geen direct verband bestaat. Hierdoor is er dus, om het effect van sterische hindering op de retentie van bepaalde stoffen in oplossing door membranen eenvoudig te kunnen bepalen/voorspellen, nood aan een eenvoudige manier om de moleculaire eigenschappen, zoals bvb. grootte, van een molecule te bepalen.[bellona et al., 2004] GROOTTE EN GEOMETRIE Berg et al. (1997) vonden dat ongeladen moleculen met een hoger aantal methyl-groepen, dus grotere moleculen, een hogere retentie hadden dan moleculen met een lager aantal methylgroepen. Ook andere studies (o.a. Van der Bruggen et al., 1999 en Kiso et al., 1992) kwamen tot de conclusie dat parameters zoals bvb. de gemiddelde moleculaire grootte en de Stokes-diameter, betere indicatoren zijn voor het voorspellen van retenties van stoffen d.m.v. NF-membranen dan het MW. De Stokes-diameter van stoffen kan gemakkelijk afgeleid worden uit hun diffussiecoëfficiënt, volgens de volgende vergelijking (in de veronderstellingg dat de moleculen perfecte sferen zijn): (Vgl. 1) met η de viscositeit van het solvent (water), de de gehinderde diffusiecoëfficiënt van de opgeloste stof in het membraan (i.e. het product van de vrije diffusiecoëfficiënt door water ( ) en de weerstandsfactor (zie Vgl. 7)), k de Boltzmannconstante en T de absolute temperatuur.[verliefde et al., 2013] LADING Hierboven werd reeds vermeld dat elektrostatische interacties een groot effect hebben op retentie. De meeste modellen die de elektrostatische effecten op de verwijdering van zouten trachten uit te leggen, maken gebruik van het principe van de Donnan-exclusie. Verliefde et al. (2008) rapporteerden echter dat deze Donnan-exclusie niet van toepassing is voor de retentie van organische opgeloste stoffen, omdat het tegen-ion (van bvb. geneesmiddelen) veel kleiner is dan het geneesmiddel zelf (deze tegen-ionen zijn vnl. H + - en OH - -ionen), terwijl voor anorganische stoffen de grootte van het co-ion en tegen-ion vaak vergelijkbaar zijn. Er werd ook vastgesteld dat de verwijdering van positief geladen organische opgeloste stoffen lager was dan voor neutrale organische opgeloste stoffen, die op zijn beurt lager was dan voor negatief geladen organische 8

25 opgeloste stoffen. Er werd gesteld dat ladingsaantrekking (tussen positief geladen organische opgeloste stoffen en het negatief geladen membraan) leidt tot een verhoogde concentratie van positief geladen stoffen aan het membraanoppervlak, terwijl ladingsrepulsies (tussen negatief geladen organische opgeloste stoffen en het negatief geladen membraan) zorgen voor een verlaagde concentratie van deze stoffen aan het membraanoppervlak (dit is opnieuw de eerder vermelde ladingsconcentratie polarisatie - zie Paragraaf 4). Dit leidt ertoe dat de waargenomen verwijdering van stoffen lager of hoger is, doordat hun concentraties aan het membraanoppervlak veranderen.[verliefde et al., 2008] Zoals eerder vermeld zijn zowel de lading van het membraan als deze van de opgeloste stoffen afhankelijk van de ph van het voedingswater. 2.4 HYDROFOBE-HYDROFOBE/ADSORPTIEVE INTERACTIES TUSSEN MEMBRAAN EN OPGELOSTE STOFFEN Voor zeer veel micropolluenten bieden NF/RO-membranen een zeer goede verwijdering. Dit komt doordat het moleculair gewicht van vele organische micropolluenten vaak tussen 200 en 300 g/mol ligt (zie Tabel 2, Materiaal en methoden). Deze moleculaire gewichten liggen in de buurt of zijn groter dan de MWCO van vele NF- en (vooral) RO-membranen, waardoor ze technisch gezien inderdaad efficiënt verwijderd zouden moeten worden, op basis van het zeef-effect. Desalniettemin worden in het permeaat van vele installaties toch nog sporen van deze micropolluenten gevonden.[verliefde et al., 2008] Hydrofobe interacties tussen het membraan en de opgeloste stoffen kunnen deze sterische hinderingen beïnvloeden, zodat de verwijdering van een bepaalde stof minder is dan verwacht wordt wanneer men enkel naar dit zeef-effect kijkt. De meeste membranen zijn hydrofoob. Het meten van de hydrofobiciteit van membranen gebeurt a.d.h.v. contacthoekmetingen. Wanneer een vloeistofdruppel op een membraan aangebracht wordt, zal deze druppel een specifieke vorm aannemen, hetgeen resulteert in een specifieke contacthoek van de druppel met het membraan. Deze hoek kan gaan van 0 tot 180 en hoe groter de contacthoek, hoe hydrofober het membraan.[boussu, 2007] Kimura et al. (2003) hebben aangetoond dat membranen met grotere contacthoeken meer massa van organische componenten per oppervlakteeenheid kunnen adsorberen dan membranen met lagere contacthoeken, en dat hydrofobe moleculen meer geadsorbeerd worden dan hydrofiele moleculen. Volgens de theorie van het solution-diffusion model (zie Paragraaf 3.1.1), zullen stoffen die beter geadsorbeerd worden, naar alle waarschijnlijkheid ook beter getransporteerd worden doorheen de membranen (partitie, gevolgd door diffusie). 9

26 Tussen hydrofobe membranen en hydrofobe opgeloste stoffen kunnen hydrofobe-hydrofobe interacties (Van der Waals-interacties) optreden die, naast de sterische hindering, ook een invloed kunnen hebben op de verwijdering van deze stoffen: hydrofobe opgeloste stoffen kunnen namelijk makkelijker in de membraanmatrix partitioneren en bijgevolg makkelijker naar de permeaatzijde diffunderen.[matsuura et al., 1971] Bovendien kunnen hydrofobe opgeloste stoffen ook aan de hydrofobe membranen en in de membraanporiën adsorberen. Dit kan opnieuw de verwijdering van deze stoffen beïnvloeden: adsorptie van hydrofobe componenten aan hydrofobe membranen kan leiden tot een tijdelijke overschatting van de geobserveerde verwijdering. Om dus een goede schatting te verkrijgen van de verwijdering van opgeloste stoffen, moet het membraan eerst verzadigd zijn met de te verwijderen stof(fen). Initiële waarden voor verwijdering zullen namelijk hoger liggen door adsorptie, maar deze nemen opnieuw af tot een evenwichtswaarde wanneer het membraan verzadigd is. Na deze verzadiging is de lagere verwijdering van hydrofobe opgeloste stoffen t.o.v. hydrofiele opgeloste stoffen te wijten aan de eerder vernoemde hydrofobe-hydrofobe interacties.[verliefde et al., 2008] Kiso et al. (2001) vonden dat de verwijdering van alkylftalaten met hoge K ow -waarden (K ow > 4.7, i.e. de octanol-water partitiecoëfficiënt) meer dan 99% bedroeg voor alle NFmembranen in hun studie. Dit bevestigt het voorgaande dus, nl. dat niet alleen de sterische hindering, maar ook hydrofobe-hydrofobe interacties tussen opgeloste stoffen en membraan een belangrijke rol spelen bij de uiteindelijke verwijdering ervan. Tal van studies veronderstellen dat niet-elektrostatische interacties tussen opgeloste organische stoffen en het membraan enkel bestaan uit sterische en hydrofobe-hydrofobe interacties. De interactie-energie tussen opgeloste stof en het membraan (i.e. G i, zie Paragraaf 3.2) bevat echter niet enkel hydrofobe-hydrofobe interacties, maar ook H-brugvormingen en polaire interacties, die de retentie kunnen beïnvloeden. Hydrofobe-hydrofobe interacties leiden namelijk tot aantrekking tussen opgeloste stoffen en het membraan, hetgeen dus kan leiden tot lagere retenties dan verwacht. Polaire interacties kunnen echter ook leiden tot afstoting en dus hogere retenties dan verwacht. 3. MASSATRANSPORT DOORHEEN MEMBRANEN Voor anorganische stoffen zijn reeds vele modellen voorgesteld om hun verwijdering met behulp van membranen te modelleren en te voorspellen. Voor organische stoffen is dit echter niet zo makkelijk aangezien de fysisch-chemische eigenschappen van de organische stoffen en de interacties met de membraaneigenschappen de massatransfer van de stoffen aanzienlijk beïnvloeden.[bellona et al., 2004] Het zou ideaal zijn de verwijdering van eender welke polluent via NF/RO te kunnen voorspellen via 10

27 modellen. Hierdoor zou de invloed van de NF/RO-behandeling op waterzuivering kunnen bepaald worden en zou men deze bevindingen kunnen opnemen in de huidige waterzuiveringen om deze zo efficiënt mogelijk te maken. De verwijdering van opgeloste stoffen d.m.v. NF/RO wordt als volgt gedefinieerd [Verliefde et al., 2008]: (Vgl. 2) met de verwijdering van de opgeloste stof i (in %), de concentratie van de opgeloste stof in het permeaat en de concentratie van de opgeloste stof in de voeding. De modellen die gebruikt worden in deze masterproef worden in wat volgt besproken. 3.1 MODELLEN SOLUTION-DIFFUSION MODEL Dit model is gebaseerd op de veronderstelling dat de permeatie van een stof door het membraan het resultaat is van sorptie van die stof op het membraan en de daarop volgende diffusie door dat membraan (richting de permeaatzijde). De scheiding tussen verschillende stoffen gebeurt dan op basis van verschillen in het sorptiegedrag en verschillen in de diffusiesnelheden doorheen het membraan. De uitwerking van dit model levert volgende vergelijking, die de flux van een stof i doorheen een RO-membraan voorstelt [Verliefde et al., 2013]: [ ( ( ) )] (Vgl. 3) met de diffusiecoëfficiënt van species i in het membraan, de partitiecoëfficiënt van species i, de concentratie van species i buiten het membraan aan de voedingszijde, de concentratie van species i buiten het membraan aan de permeaatzijde, het molaire volume van species i, de druk aan de voedingszijde, de druk aan de permeaatzijde, R de universele gasconstante en de dikte van het membraan. Vgl. 3 kan verder vereenvoudigd worden tot vergelijkingen 4 en 5, door ze te herschrijven voor respectievelijk de water- en stoffenflux: (Vgl. 4) (Vgl. 5) met de waterflux, de stoffenflux, de waterpermeabiliteitsconstante (gegeven door -met hierin de gehinderde diffusiecoëfficiënt van water in het membraan, de 11

28 partitiecoëfficiënt van water van de bulk (voeding-of permeaatzijde) in het membraan, de waterconcentratie in de bulk van de voeding en het molair volume van water), het drukverschil over het membraan en het osmotische drukverschil tussen tussen voedings- en permeaatzijde. De stoffenpermeabiliteit, B uit Vgl. 5, kan geschreven worden in functie van (de partitiecoëfficiënt van de opgeloste stof van de bulk (voeding-of permeaatzijde) in het membraan), (de gehinderde diffusiecoëfficiënt van de opgeloste stof in het membraan) en de dikte van het membraan x, als volgt: (Vgl. 6) Hierin kan geschreven worden als het product van de vrije diffusiecoëfficiënt van de stof in water ( ) en K d, een weerstandsfactor (o.a. door interne wrijving, maar geen diffusie) die op zijn beurt functie is van λ, de ratio van de stof- en poriegrootte van het membraan (i.e. r s /r p ) en altijd kleiner dan 1, anders is er 100% retentie van de opgeloste stof) via volgende vergelijking [Verliefde et al., 2013]: Zo is Vgl. 6 enkel afhankelijk van de onbekenden (of dus de onbekende r p ), en. (Vgl. 7) Zowel Vgl. 4 als Vgl. 5 tonen aan dat volgens het solution-diffusion model de waterflux doorheen een membraan lineair toeneemt met een toenemende aangelegde druk (zolang ) en dat de stoffenpermeabiliteit, B, constant is en onafhankelijk van druk en concentratie. Dit wil niet zeggen dat de stoffenflux,, constant is, aangezien (i.e. de concentratie van opgeloste stof aan de permeaatzijde) varieert met variërende flux.[verliefde et al., 2013]. Door Vgl. 2 om te vormen, m.b.v. Vgl. 4 en Vgl. 5, bekomt men uiteindelijk de volgende vergelijking voor de retentie van een stof door een membraan a.d.h.v. het solution-diffusion model: (Vgl. 8) Volgens deze vergelijking geldt: hoe hoger de druk, en dus hoe hoger de flux, hoe hoger de verwijdering. Dit geeft aan dat de retentie van opgeloste stoffen tot (boven de) 100% zal gaan bij hoge aangelegde drukken (en dus fluxen). Daarom zijn Vgl. 4 en Vgl. 5 enkel geldig bij normale ROdrukken (tot 60bar).[Verliefde et al., 2013] 12

29 In onderstaande figuur wordt een voorbeeld van de retentie van een organische stof, glycerol, getoond met een model NF-membraan, Trisep TS80, in functie van de flux. Zoals opvalt, en zoals verwacht uit Vgl. 8, zal de retentie toenemen indien de flux toeneemt en vice versa. FIGUUR 3: EXPERIMENTELE (VIERKANTJES) EN GEFITTE RETENTIEWAARDEN (LIJNEN) VOOR GLYCEROL OP EEN TRISEP TS80-MEMBRAAN [VERLIEFDE ET AL., 2009] Doordat het membraan de opgeloste stoffen tegenhoudt, zal de concentratie hiervan aan het membraanoppervlak toenemen, ook wel de hydrodynamische concentratie polarisatie genoemd, ofwel β (zie Paragraaf 4)[Bai et al., 2002]. Deze zorgt voor een verandering van de flux en een verandering in de gemeten retentie en dient dus in rekening gebracht te worden in Vgl. 8 (zie Paragraaf 4 voor meer uitleg): (Vgl. 9) CONVECTION-DIFFUSION MODEL Aangezien de scheiding tussen stoffen bij het solution-diffusion model enkel gebaseerd is op verschillen in het sorptiegedrag en verschillen in de diffusiesnelheden doorheen het membraan (en er dus geen rekening gehouden wordt met convectie, door een verschil in druk aan beide kanten van het membraan), werd het convection-diffusion model opgesteld. Hierin wordt de stoffenflux beschreven als een combinatie van diffusieve én convectieve bijdragen: (Vgl. 10) 13

30 met ε de porositeit van het membraan, C s de stofconcentratie in de membraanmatrix en de weerstandsfactor tegen convectief transport doorheen de membraanporiën, gegeven door [Verliefde et al., 2013] : [ ] (Vgl. 11) De differentiaalvergelijking in Vgl. 10 dient opgelost te worden m.b.v. volgende randvoorwaarden: Dit geeft uiteindelijk volgende vergelijking voor de retentie van een stof m.b.v. een membraan: [( ) ] (Vgl. 12) Met Pe het Peclet-getal (gegeven door hierin is de weerstandsfactor tegen diffusief transport doorheen het membraan). Wegens de complexe aard van dit model wordt het convection-diffusion model in deze masterproef niet verder behandeld. 3.2 PARTITIECOËFFICIËNT, OPPERVLAKTESPANNING EN INTERACTIE-ENERGIE De partitiecoëfficiënt φ s, die de ratio tussen de stofconcentratie in het membraan en de concentratie in de bulk beschrijft, is zoals reeds eerder aangehaald één van de drie onbekenden in Vgl. 5. Deze partitiecoëfficiënt bepaalt of de concentratie in het membraan hoger ligt dan die in de bulk (indien de stof klein genoeg is om het membraan binnen te gaan en een zekere affiniteit vertoont met het membraan) of lager ligt dan die in de bulk (indien de stof groter is dan de membraanporiegrootte en/of geen affiniteit toont met het membraan). Eens de stof de membraanfase is binnengetreden, beweegt deze zich in dit membraan door intern massatransport, gedreven door convectie en diffusie en dus door de sterische weerstandsfactoren en. Vooraleer de partitiecoëfficiënt berekend kan worden, wordt eerst een kleine samenvatting gegeven van de achterliggende theoretische principes (de details hieromtrent worden in deze masterproef niet verder behandeld): de oppervlaktespanning van een medium wordt gedefinieerd als de verandering in vrije energie wanneer de oppervlakte van dit medium verhoogd wordt met één oppervlakte-eenheid, ofwel de arbeid die nodig is om één oppervlakte-eenheid van een bepaalde oppervlakte te vormen. Minder abstract: de oppervlaktespanning is een eigenschap van het 14

31 oppervlak van een medium dat het medium toelaat weerstand te bieden aan een externe kracht.[israelachvili et al., 1992] Van Oss et al. (1988) deelt de totale oppervlaktespanning op in drie oppervlaktespanningscomponenten: een dispersieve, apolaire component γ LW (ook de Lifschitz-Van der Waals component genoemd), een elektron-acceptor component γ + en een elektron-donor component γ -. Deze drie verschillende oppervlaktespanningscomponenten bestaan voor alle drie de gebruikte media: opgeloste stof (S), membraan (M) en water als solvent (W). De combinatie van elektron-donor en elektron-acceptor componenten kunnen via de relatie uitgedrukt worden als AB, ofwel de polaire (of zuur/base) component van de oppervlaktespanning. De som van deze polaire oppervlaktespanningscomponent en γ LW vormt de totale oppervlaktespanning.[van Oss, 2007] De apolaire Lifschitz-Van der Waals component stelt de interacties door dipool-dipool en geïnduceerde dipool interacties voor, terwijl de polaire oppervlaktespanningscomponent interacties zoals H-brugvorming en dielektrische interacties voorstelt. De drie oppervlaktespanningscomponenten van het membraan (M), van de opgeloste stoffen (S) en water (W) kunnen gebruikt worden om de Gibbs vrije energie van interactie tussen deze drie fasen te berekenen, G i. Deze G i is het verschil in vrije energie tussen de stoffen vrij in oplossing, en de stoffen in de membraanmatrix, en dit verschil wordt verklaard door verschillen in interacties van de stof tussen de bulk van de waterfase (voeding en permeaat) enerzijds en het membraan anderzijds, m.a.w. de interactie-energie tussen opgeloste stof en het membraan in een waterfase.[verliefde et al., 2013] Het bepalen van de partitiecoëfficiënt gebeurt op basis van de interactie-energie tussen membraan en opgeloste stof in de waterfase. Deze interactie-energie kan bepaald worden via volgende vergelijking [Van Oss et al., 2002]: [ ( ) ( ) ] (Vgl. 13) met G SMW de intermoleculaire vrije interactie-energie per oppervlakte-eenheid, tussen de stof (S) en het membraan (M) in een waterfase (W) en, en de drie oppervlaktespanningscomponenten voor dezelfde drie componenten (Water, Stof en Membraan). 15

32 Door bovenstaande G SMW te vermenigvuldigen met de mogelijke contactoppervlakte tussen stof en membraan, bekomt men de G i. Met behulp van deze Gibbs vrije interactie-energie kan dan de partitiecoëfficiënt, φ s, voor elke stof bepaald worden, via volgende vergelijking [Verliefde et al., 2013]: (Vgl. 14) met k, T en respectievelijk de eerder vermelde Boltzmannconstante, de absolute temperatuur en de ratio van de stof- en poriegrootte van het membraan (i.e. r s /r p ). 4. CONCENTRATIE POLARISATIE 4.1 HYDRODYNAMISCHE CONCENTRATIE POLARISATIE Dit type concentratie polarisatie vindt plaats indien, door de waterflux, de concentratie van opgeloste stoffen aan het membraanoppervlak toeneemt. Het water passeert door het membraan en de stoffen blijven achter. Hierdoor verhoogt de concentratie aan opgeloste stoffen aan het membraanoppervlak, wat kan gezien worden als een laagje dat gevormd wordt aan het membraanoppervlak met een verhoogde concentratie. Deze extra laag zorgt voor een extra weerstand voor het voedingswater, omdat het effectieve osmotische drukverschil over het membraan toeneemt. Het meest algemeen gebruikte model om concentratie polarisatie te beschrijven is het film-theorie model. In dit model wordt de stroming van water in de grenslaag, met dikte δ, van het membraan opgesplitst in twee termen: een stroming parallel (voedingsstroom, Feed) aan het membraan en een stroming loodrecht (flux, J v ) op het membraan (zie Figuur 4). Indien de loodrechte stroming (flux, J v ) het membraan nadert, zal het solvent doorgelaten worden en zal de opgeloste stof, afhankelijk van de retentie, volledig of gedeeltelijk tegengehouden worden. Hierdoor loopt de concentratie van de stof aan het membraanoppervlak (C m ) op, waardoor er een concentratiegradiënt ( terugdiffusie ( ) ontstaat tussen bulk (C f ) en membraanoppervlak (C m ), resulterend in een ) van de stoffen richting bulk. Deze diffusie is trager dan de convectie van de stoffen richting membraan en zal de convectie enkel compenseren indien de concentratie van stoffen aan het membraanoppervlak hoog genoeg is (i.e. in evenwichtstoestand - de convectie van opgeloste stoffen richting membraan is gelijk aan de permeatie door het membraan (J v *C p ) en de terugdiffusie richting de bulk). De ratio van de concentratie van de opgeloste stof aan het membraanoppervlak en die in de bulk ( ) wordt ook wel de (hydrodynamische) concentratie polarisatie, β, genoemd. Naast 16

33 FIGUUR 4: HET FILM-THEORIE MODEL [VERLIEFDE ET AL., 2013] een afname in flux die β veroorzaakt, kan deze ook leiden tot een afname van de retentie van de stoffen, nl. in Vgl. 2 is de werkelijke concentratie aan het membraanoppervlak ( ) eigenlijk groter dan die in de bulk (, die als benadering gebruikt wordt.[verliefde et al., 2013] De concentratie polarisate kan berekend worden via Vgl. 15: ( ) (Vgl. 15) met J v de permeaatflux en k f de massatransfercoëfficiënt van de stof. k f kan berekend worden a.d.h.v. het Sherwood-getal: (Vgl. 16) Met Sh het Sherwood-getal, d h de hydraulische diameter van het voedingskanaal, de vrije diffusiecoëfficiënt van de stof in water, Re en Sc respectievelijk het Reynolds-getal en het Schmidtgetal.[Verliefde et al., 2013] 4.2 LADINGSCONCENTRATIE POLARISATIE Zoals reeds eerder vermeld hebben de meeste, commercieel gebruikte membranen een negatieve oppervlaktelading over een breed ph-bereik en deze oppervlaktelading wordt negatiever naarmate de ph toeneemt (zie Paragraaf 2.2.3). Hierdoor treden dus de eerder vermelde elektrostatische interacties op tussen membraan enerzijds en geladen stoffen anderzijds (i.e. aantrekking en afstoting van respectievelijk positief en negatief geladen moleculen door het negatievef geladen 17

Samenvatting. Membraan filtratie principe

Samenvatting. Membraan filtratie principe Deze Nederlandse samenvatting is uitgebreider dan de voorgaande Engelse versie. Begonnen wordt met een algemene inleiding over wat membraanfiltratie is, hoe dit proces in het algemeen uitgevoerd wordt

Nadere informatie

Samenvatting. Het gebruik van ultrafiltratie (UF) membranen als oppervlakte water zuiveringstechnologie

Samenvatting. Het gebruik van ultrafiltratie (UF) membranen als oppervlakte water zuiveringstechnologie Samenvatting Het gebruik van ultrafiltratie (UF) membranen als oppervlakte water zuiveringstechnologie is in de laatste vijftien jaar enorm toe genomen. Ultrafiltratie membranen zijn gemakkelijk op te

Nadere informatie

Tentamen Statistische Thermodynamica MS&T 27/6/08

Tentamen Statistische Thermodynamica MS&T 27/6/08 Tentamen Statistische Thermodynamica MS&T 27/6/08 Vraag 1. Toestandssom De toestandssom van een systeem is in het algemeen gegeven door de volgende uitdrukking: Z(T, V, N) = e E i/k B T. i a. Hoe is de

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Inleiding Zowel door natuurlijke processen (vulkanische activiteit, bosbranden en biologische processen) als menselijke activiteiten (industrie, landbouw en verkeer) zijn verscheidene organische stoffen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Het tablet is om vele redenen een populaire toedieningsvorm van geneesmiddelen. Het gebruikersgemak en het gemak waarmee ze grootschalig kunnen worden geproduceerd zijn slechts twee van de

Nadere informatie

ESTAB - EMERGING SUBSTANCES, TOWARDS AN ABSOLUTE BARRIER. Arne Verliefde

ESTAB - EMERGING SUBSTANCES, TOWARDS AN ABSOLUTE BARRIER. Arne Verliefde ESTAB - EMERGING SUBSTANCES, TOWARDS AN ABSOLUTE BARRIER Arne Verliefde 1. Het ESTAB-idee Organische microverontreinigingen Toenemend probleem, stijgende concentraties Lange-termijn gezondheidseffecten

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie a) Bereken de potentiaal van een uniform geladen ring met straal R voor een punt dat gelegen is op een afstand x van het centrum van de ring op de as loodrecht op het vlak

Nadere informatie

XIII. Samenvatting. Samenvatting

XIII. Samenvatting. Samenvatting XIII In dit werk wordt de invloed van dimethyldisulfide (DMDS) en van zeven potentiële additieven op het stoomkraken van n-hexaan onderzocht aan de hand van experimenten in een continu volkomen gemengde

Nadere informatie

5 Water, het begrip ph

5 Water, het begrip ph 5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke

Nadere informatie

TECHNIEKBLAD 17. Zeoliet adsorptie

TECHNIEKBLAD 17. Zeoliet adsorptie 89 TECHNIEKBLAD 17 Zeoliet adsorptie Synoniemen, afkortingen en/of procesnamen n.v.t. Verwijderde componenten - KWS - Solventen - NH 3 Principeschema 90 Procesbeschrijving Zeoliet is een aluminiumsilicaat

Nadere informatie

Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/2014

Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/2014 Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/214 Vraag 1. Soortelijke warmte ( heat capacity or specific heat ) De soortelijke warmte geeft het vermogen weer van een systeem om warmte op te nemen. Dit

Nadere informatie

Samenvatting Zure gassen zijn veelvuldig aanwezig in verschillende concentraties in industriële gassen. Deze moeten vaak verwijderd worden vanwege corrosie preventie, operationele, economische en/of milieu

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

Uitwerkingen Bio-organische Chemie Werkcollege 1. 1. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen:

Uitwerkingen Bio-organische Chemie Werkcollege 1. 1. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen: Uitwerkingen Bio-organische hemie Werkcollege 1 1. oeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen: a. 39 K 19 c. 13 6 b. 32 S 16 d. 200 g 80 a. 19 protonen, 19 elektronen, 20 neutronen.

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie (a) Arbeid om de condensator op te laden Bij het opladen van een condensator moet arbeid geleverd worden om lading te verplaatsen van de ene plaat naar de andere. Als er nog

Nadere informatie

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid Bepaling van de elektrische geleidbaarheid april 2006 Pagina 1 van 8 WAC/III/A/004 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 DEFINITIES... 3 2.1 SPECIFIEKE GELEIDBAARHEID, ELEKTRISCHE GELEIDBAARHEID (γ)... 3 2.2

Nadere informatie

Convectiecoëfficiënten en ladingsverliezen bij éénfasige

Convectiecoëfficiënten en ladingsverliezen bij éénfasige Hoofdstuk 3 Convectiecoëfficiënten en ladingsverliezen bij éénfasige stroming 3.1 Inleiding Eén-fasige stroming is de meest voorkomende stroming in een warmtewisselaar. Zelfs bij een condensor of een verdamper

Nadere informatie

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Vlaanderen is milieu Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Eindrapport VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be V Management samenvatting Deze studie geeft een overzicht van de effectieve

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/36998 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/36998 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/36998 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dunnen, Angela den Title: Surface-structure dependencies in catalytic reactions

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19049 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19049 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19049 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lindenburg, Petrus Wilhelmus Title: New electromigration-driven enrichment techniques

Nadere informatie

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes. Cursus Chemie 4-1 Hoofdstuk 4: CHEMISCH EVENWICHT 1. DE STERKTE VAN ZUREN EN BASEN Als HCl in water opgelost wordt dan bekomen we een oplossing die bijna geen enkele covalente HCl meer bevat. In de reactievergelijking

Nadere informatie

QUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1

QUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1 QUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1 THEMA 1: elektrische kracht Elektriciteit Elektrische lading Lading van een voorwerp Fenomeen: Sommige voorwerpen krijgen een lading door wrijving. Je kan aan

Nadere informatie

ANORGANISCHE ANALYSEMETHODEN/WATER GELEIDBAARHEID

ANORGANISCHE ANALYSEMETHODEN/WATER GELEIDBAARHEID 1 TOEPASSINGSGEBIED GELEIDBAARHEID Deze procedure beschrijft de bepaling van de elektrische geleidbaarheid in water (bijvoorbeeld grondwater, eluaten, ). De beschreven methode is bruikbaar voor alle types

Nadere informatie

Totale verwerking van mest en/of digestaat

Totale verwerking van mest en/of digestaat Totale verwerking van mest en/of digestaat Verwerking van slib, mest en/of digestaat is geen eenvoudige zaak. Zeker niet wanneer het doel is deze te verwerken tot loosbaar water en fracties die een toegevoegde

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

Figuur 3 Totale druk bij aanvalshoek 4 Figuur 4 Totale druk bij aanvalshoek 4

Figuur 3 Totale druk bij aanvalshoek 4 Figuur 4 Totale druk bij aanvalshoek 4 Practicum Flowlab Lien Crombé & Mathias Peirlinck 2 de bachelor Ingenieurswetenschappen: bouwkunde 12/11/2009 Opgave 1: Stroming over Clark-Y profiel Invloed van aanvalshoek op fluïdumeigenschappen Druk

Nadere informatie

Onzichtbare voice-over in beeld

Onzichtbare voice-over in beeld Onzichtbare voice-over in beeld Een explorerend onderzoek naar de vormgeving van de documentaire in afstemming op het publiek met betrekking tot de onzichtbare voice-over in tekst en beeld Masterscriptie

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 0.1 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel.. 2

Inhoudsopgave. 0.1 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel.. 2 Inhoudsopgave 01 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel 2 1 01 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel I Figuur 1: Schematische voorstelling van een deel van een axon Elk

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M? Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 580 woorden 27 januari 2014 5,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Rep Hfst. 2 Water is bijzonder, dat komt door

Nadere informatie

Wiskunde Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4 21/12/2008

Wiskunde Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4 21/12/2008 Wiskunde 007- //008 Vraag Veronderstel dat de concentraties in het bloed van stof A en van stof B omgekeerd evenredig zijn en positief. Als de concentratie van stof A met p % toeneemt, dan zal de concentratie

Nadere informatie

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi. Lotos-Euros v1.7: validatierapport voor 10 en bias-correctie Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.nl Conclusies Bias-correctie:

Nadere informatie

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.

Nadere informatie

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Zwevende stof vormt een complex mengsel van allerlei verschillende deeltjes, en speelt een belangrijke rol

Nadere informatie

Samenvatting S AMENVATTING

Samenvatting S AMENVATTING S AMENVATTING De beschikbaarheid van voldoende drinkwater kan een probleem zijn in dichtbevolkte of industriële gebieden, zodat waterzuiveringsinstallaties noodzakelijk zijn. Adsorptie technologie kan

Nadere informatie

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit Hoofdstuk 2 Elektrostatica Doelstellingen 1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit 2.1 Het elektrisch

Nadere informatie

Overgangsverschijnselen

Overgangsverschijnselen Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of

Nadere informatie

MILIEUCHEMIE: OEFENINGEN

MILIEUCHEMIE: OEFENINGEN MILIEUCHEMIE: OEFENINGEN OEFENZITTING 1 1. De reactie tussen calciet (vaste stof; alkalisch) en (gas; zuur) is: Waarvoor bij en totale druk; is de in de atmosfeer die in evenwicht staat met de oplossing,

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst?

Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst? Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst? Milieu is een hot topic. En terecht. Het is nu dat er moet gediscussieerd worden om onze huidige levenskwaliteit

Nadere informatie

KOELTORENS: BEHANDELING SUPPLETIEWATER DOET WERKINGSKOSTEN DALEN

KOELTORENS: BEHANDELING SUPPLETIEWATER DOET WERKINGSKOSTEN DALEN Nieuwsbrief MilieuTechnologie, februari 2008 (Kluwer, jaargang 15, nummer 2) Jan Gruwez & Stefaan Deboosere, Trevi nv jgruwez@trevi-env.com www.trevi-env.com KOELTORENS: BEHANDELING SUPPLETIEWATER DOET

Nadere informatie

Three-Dimensional Visualization of Contact Networks in Granular Material C.E. Carpentier

Three-Dimensional Visualization of Contact Networks in Granular Material C.E. Carpentier Three-Dimensional Visualization of Contact Networks in Granular Material C.E. Carpentier Samenvatting 10 190 Hoofdstuk 10 Driedimensionale visualisatie van contactnetwerken in granulair materiaal Het onderzoek

Nadere informatie

Scheikunde SE2. Hoofdstuk 8

Scheikunde SE2. Hoofdstuk 8 Scheikunde SE2 Hoofdstuk 8 Paragraaf 2 Indicatoren: stoffen waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur of basisch is. Zuur: als een oplossing een ph heeft van minder dan 7. Basisch: als een oplossing

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting - voor niet ingewijden

Nederlandse samenvatting - voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting - voor niet ingewijden Blootstelling aan contaminanten kan gebeuren door het inslikken van verontreinigde grond. Grond kan samen met voedsel ingenomen worden. Daarnaast krijgen

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Naam (in drukletters): Studentennummer: Langere vraag over de theorie (a) Bereken de elektrische potentiaal voor een uniform geladen ring en dit voor een punt dat ligt op de as die loodrecht staat op de

Nadere informatie

Electric double layer interactions in bacterial adhesion and detachment Poortinga, Albert Thijs

Electric double layer interactions in bacterial adhesion and detachment Poortinga, Albert Thijs University of Groningen Electric double layer interactions in bacterial adhesion and detachment Poortinga, Albert Thijs IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF)

Nadere informatie

Vandaag. Uur 1: Differentiaalvergelijkingen Uur 2: Modellen

Vandaag. Uur 1: Differentiaalvergelijkingen Uur 2: Modellen Vandaag Uur 1: Differentiaalvergelijkingen Uur 2: Modellen Diferentiaalvergelijkingen Wiskundige beschrijving van dynamische processen Vergelijking voor y(t): grootheid die in de tijd varieert Voorbeelden:

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

De logica van bacteriele groei

De logica van bacteriele groei The dream of every cell is to become two cells (Francois Jacob, 1971) De logica van bacteriele groei Bij ideale condities: dubbeling binnen 20 min een top-downbenadering Na 24 uur: 1021 cellen Hoe krijgt

Nadere informatie

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn Datum: 18 september 2017 Windsafe Projects B.V. Science Park 5080 5692 EA Son Nederland Project Titel Prestatie Gevellamel versus luchtgordijn Document

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS Tentamen Polymeerverwerking (4K550) vrijdag 2 juli 2004, 14:00-17:00. Bij het tentamen mag

Nadere informatie

Computationele studie van vaste stoffen. oefeningen practica verslag. Student: Niels Verellen

Computationele studie van vaste stoffen. oefeningen practica verslag. Student: Niels Verellen Computationele studie van vaste stoffen oefeningen practica verslag Student: Niels Verellen Prof. Dr. L. Chibotaru Juni 2007 Inhoudsopgave 1 Computationele studie van natrium chloride (NaCl) 3 1.1 Literatuurstudie:

Nadere informatie

Non Diffuse Point Based Global Illumination

Non Diffuse Point Based Global Illumination Non Diffuse Point Based Global Illumination Karsten Daemen Thesis voorgedragen tot het behalen van de graad van Master of Science in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Promotor: Prof. dr.

Nadere informatie

Phydrostatisch = gh (6)

Phydrostatisch = gh (6) Proefopstellingen: Bernoulli-opstelling De Bernoulli-vergelijking (2) kan goed worden bestudeerd met een opstelling zoals in figuur 4. In de figuur staat de luchtdruk aangegeven met P0. Uiterst links staat

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Grondwater- en contaminantenstroming

Grondwater- en contaminantenstroming Grondwater- en contaminantenstroming Prof. Dr. Ir. H. Peiffer Oefening 7 : Doorstroming door dijklichaam met damwand Academiejaar 2006-2007 Bart Hoet Christophe Landuyt Jan Goethals Inhoudopgave Inleiding...

Nadere informatie

Love and Fear of Water: Water Dynamics around Charges and Apolar Solutes S.T. van der Post

Love and Fear of Water: Water Dynamics around Charges and Apolar Solutes S.T. van der Post Love and Fear of Water: Water Dynamics around Charges and Apolar Solutes S.T. van der Post Samenvatting Water is meer dan een oplosmiddel Het leven op aarde is gebaseerd op water: vrijwel alle organismen,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

Tentamen x 3

Tentamen x 3 Tentamen 28.06.2011 Gebruik de meegeleverde vellen papier voor het schrijven van de oplossingen van de opgaven. Schrijf je naam, studentnummer en studierichting op de eerste pagina. Nummer alle volgende

Nadere informatie

/14 /28 /28 /30 /100. Naam:.. Studentnr.:.. Resultaten: Totaal: Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4

/14 /28 /28 /30 /100. Naam:.. Studentnr.:.. Resultaten: Totaal: Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Tentamen: Fysische Chemie en Kinetiek (4052FYSCK-1415FWN) Datum: 17-4-2015 Tijd/tijdsduur: 9:00-12:00; 3 uur Plaats: Grote en Kleine Pastizaal, ChemE, Delft Docent(en) en/of tweede lezer: Prof. dr. M.T.M.

Nadere informatie

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss 7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische

Nadere informatie

De twee snelheidsconstanten hangen op niet identieke wijze af van de temperatuur.

De twee snelheidsconstanten hangen op niet identieke wijze af van de temperatuur. In tegenstelling tot een verandering van druk of concentratie zal een verandering in temperatuur wel degelijk de evenwichtsconstante wijzigen, want C k / k L De twee snelheidsconstanten hangen op niet

Nadere informatie

Berekening van de saturatie-index

Berekening van de saturatie-index Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Berekening van de saturatieindex Versie november 2018 WAC/III/A/011 Inhoud INHOUD 1 Doel 3 2 Toepassingsgebied 3 3 Werkwijze 3 3.1 Doel van

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Stoffen, structuur en bindingen

Stoffen, structuur en bindingen Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

Uitwerkingen toets emv

Uitwerkingen toets emv Uitwerkingen toets emv 24 april 2012 1 (a) Bij aanwezigheid van een statische ladingsverdeling ρ(r) wordt het elektrische veld bepaald door E = 1 ρ(r ) 4π r 2 ˆrˆrˆr dτ, V waarin V het volume van de ladingsverdeling,

Nadere informatie

EEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX

EEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX EEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX Universiteit Gent Faculteit economie en bedrijfskunde Student X Tussentijds Rapport Promotor: prof. dr. M. Vanhoucke Begeleider: Y Academiejaar 20XX-20XX

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA Tentamen Stroming & Diffusie (3D030) op donderdag 7 augustus 2008, 14.00-17.00 uur. 1. Beantwoord de volgende vragen

Nadere informatie

Samenvatting EEN MID INFRAROOD ELLIPSOMETER

Samenvatting EEN MID INFRAROOD ELLIPSOMETER SAMENVATTING In het begin van de vorige eeuw werd het fenomeen supergeleiding ontdekt. Als bepaalde materialen worden afgekoeld tot onder een kritische temperatuur geleiden ze stroom zonder weerstand.

Nadere informatie

Welk Filter Past Bij Welke Filtertechniek Met Welk Rendement

Welk Filter Past Bij Welke Filtertechniek Met Welk Rendement Welk Filter Past Bij Welke Filtertechniek Met Welk Rendement Datum: 6 oktober 2005 Gerrit Wijbenga Filtrair B.V. Naam Functie Filtrair Lid Introductie : Gerrit Wijbenga : Product Manager Filtrair B.V.

Nadere informatie

Safe DRINKING WATER production from SURFACE WATER through MEMBRANE FILTRATION. Bart De Gusseme and Dirk De Vos

Safe DRINKING WATER production from SURFACE WATER through MEMBRANE FILTRATION. Bart De Gusseme and Dirk De Vos Safe DRINKING WATER production from SURFACE WATER through MEMBRANE FILTRATION Bart De Gusseme and Dirk De Vos Uitdagingen kanaalwater 3 Grove delen (> 1 mm) Bladeren Afval Kleine deeltjes (1 mm 0,1 µm)

Nadere informatie

Elektrische stroomnetwerken

Elektrische stroomnetwerken ntroductieweek Faculteit Bewegings- en evalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Elektrische stroomnetwerken Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Opgave 11.1 Definitie Definitie van een molecuul Een molecuul is het kleinste deeltje van een moleculaire stof dat nog alle chemische eigenschappen

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)

Nadere informatie

In-Depth Study of the Surface of Water S. Strazdaitė

In-Depth Study of the Surface of Water S. Strazdaitė In-Depth Study of the Surface of Water S. Strazdaitė 2 Summary Water is zonder enige twijfel van groot belang voor zeer veel biologische processen. Het vouwen van eiwitten, zelf-assemblage, moleculaire

Nadere informatie

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten dit vakgebied

Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten dit vakgebied Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten dit vakgebied Modellen Lego voor het leven Wij mensen houden van modellen. Als kinderen beginnen wij de opbouw van dingen te begrijpen door ze met

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen

Nadere informatie

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Renema, Jelmer Jan Title: The physics of nanowire superconducting single-photon

Nadere informatie

Onderzoek naar het potentieel van biochar als adsorbens voor de verwijdering van organische polluenten bij end-of-pipe waterzuivering

Onderzoek naar het potentieel van biochar als adsorbens voor de verwijdering van organische polluenten bij end-of-pipe waterzuivering Onderzoek naar het potentieel van biochar als adsorbens voor de verwijdering van organische polluenten bij end-of-pipe waterzuivering LAB 4 U (Bio)chemical process technology Ing. Rick Segers Promotor

Nadere informatie

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel. Tentamen Elektriciteit en Magnetisme 1 Woensdag 20 juni 2012 09:00-12:00 Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar. Maak elke opgave

Nadere informatie

Micellaire katalyse in epoxidatieprocessen van alkenen N. Braaksma, M. Kind, G. van Dijk, M. Hidding

Micellaire katalyse in epoxidatieprocessen van alkenen N. Braaksma, M. Kind, G. van Dijk, M. Hidding Micellaire katalyse in epoxidatieprocessen van alkenen N. Braaksma, M. Kind, G. van Dijk, M. Hidding Januari 2009 Inleiding Prilezhaev-reacties behoren tot de meest gebruikelijke methodes om epoxides te

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1 Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer

Nadere informatie

Polymeren zijn grote moleculen die zijn opgebouwd uit een beperkt aantal soorten bouwblokken waarvan er een groot aantal in een molecuul zijn verwerkt. Meestal bestaat een polymeermolecuul uit een lange

Nadere informatie

Geleidbaarheid. Ministerieel besluit van 29 jan Belgisch Staatsblad van 18 feb 2015

Geleidbaarheid.  Ministerieel besluit van 29 jan Belgisch Staatsblad van 18 feb 2015 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie april 2006 CMA/2/I/A.2 Inhoud INHOUD 1 Toepassingsgebied 3 2 Definities 3 2.1 Specifieke geleidbaarheid,

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift gaat over Monte Carlo simulatie van polymeersystemen. Polymeren zijn grote moleculen die opgebouwd zijn uit kleinere chemische eenheden die monomeren genoemd worden. Bekende

Nadere informatie

Molecular aggregation in water Buwalda, Rixt Tietje

Molecular aggregation in water Buwalda, Rixt Tietje Molecular aggregation in water Buwalda, Rixt Tietje IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Uitgewerkte oefeningen

Uitgewerkte oefeningen Uitgewerkte oefeningen Rekenen met procenten en evenredigheden Oefening Een patiënt had vorig jaar een cholesterol van 60 mg/dl. Een jaar later is zijn cholesterol met 5% toegenomen. Wat is zijn cholesterol

Nadere informatie

Ijkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, september 2015

Ijkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, september 2015 IJkingstoets 4 september 05 - reeks - p. /0 Ijkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, september 05 Oefening De evolutie van een bepaalde radioactieve stof in de tijd volgt het wiskundig model N (t)

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

7.4.3 - de ph-schaal van 0 tot 14 in verband brengen met zure, neutrale en basische oplossingen en met de concentratie van H+-ionen en OH--ionen;

7.4.3 - de ph-schaal van 0 tot 14 in verband brengen met zure, neutrale en basische oplossingen en met de concentratie van H+-ionen en OH--ionen; Leergebied: concentratie Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 5.5.2 - de massaconcentratie van een oplossing definiëren als het aantal gram opgeloste stof per 100 ml oplossing; de oplosbaarheid van een stof

Nadere informatie

Structuur, vorm en dynamica van biologische membranen

Structuur, vorm en dynamica van biologische membranen SAMENVATTING Structuur, vorm en dynamica van biologische membranen Biofysica is de studie van de natuurkunde achter biologische processen. Haar werkterrein is voornamelijk de individuele cel. Cellen zijn

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen

Nadere informatie

Extra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008

Extra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008 Extra oefenopgaven Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008 1. Geef van de volgende stoffen de chemische formule; geef ook aan tot welke categorie

Nadere informatie