Ondersteuningsarrangementen Wmo

Transcriptie

1 Ondersteuningsarrangementen Wmo Waarom gebruiken we ze en hoe werken ze? Beschrijving gedachtegoed, proces, rollen, arrangementen en pakketten Korte instructie werken in het WIZportaal

2 Inhoud 1. Ondersteuningsarrangementen: wat en waarom? Voorbeeld van een fictieve cliënt Het werkproces Het keukentafelgesprek Het eerste deel van het persoonlijk ondersteuningsplan De toeleiding naar een aanbieder Het tweede deel van het ondersteuningsplan Het vaststellen en indienen van de beschikking De start van de ondersteuning Evaluatie van de ondersteuning Wat betekenen de arrangementen voor ieders rol? De cliënt De wijkwerker met een ander specialisme dan indiceren De wijkwerker met het specialisme indiceren (de Wmo-consulent) De aanbieder Vragen en antwoorden De arrangementen Arrangement 1: psychische en psychosociale problemen Arrangement 2: lichte verstandelijke beperking Arrangement 3: cognitieve achteruitgang en/of dementie Arrangement 4: lichamelijke achteruitgang Werken in het WIZportaal Wie doet wat? Rollen en mogelijkheden Filteren en zoeken Handelingen bij samenwerkingstrajecten Handelingen bij taken Waar kunnen aanbieders terecht met vragen? Vragen over specifieke cliënten Vragen over contracten Vragen over werkproces en werkwijze

3 1. Ondersteuningsarrangementen: wat en waarom? De gemeente Almere werkt met ondersteuningsarrangementen voor individuele begeleiding, dagbesteding en huishoudelijke hulp binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De arrangementen bieden de mogelijkheid om ondersteuning integraal en afgestemd vorm te geven en bieden veel ruimte voor maatwerk. Definitie: ondersteuningsarrangementen zijn bedoeld voor cliënten met overeenkomsten in hun ondersteuningsvraag. De arrangementen hebben een resultaatgericht karakter. Dit betekent dat in de werkwijze de nadruk ligt op het bereiken van doelstellingen op één of meer resultaatgebieden en op het benutten van de mogelijkheden van de betreffende cliënt. Globale werkwijze: de wijkwerker bepaalt in het keukentafelgesprek welk arrangement en bijbehorend pakket het beste past bij de ondersteuningsvraag van de cliënt. Aan ieder arrangement en pakket hangt een tarief. De aanbieder biedt de ondersteuning voor dit vaste tarief. De cliënt bepaalt samen met de aanbieder welke inzet van begeleiding, dagbesteding en/of huishoudelijke hulp wenselijk is. De aanbieder waarborgt dat de ondersteuning integraal is en meebeweegt met de ondersteuningsbehoefte van de cliënt. Zie hoofdstuk 4 voor een meer uitgebreide toelichting. Waarom we op deze manier werken: bij andere vormen van ondersteuning heeft een cliënt vaak te maken met meerdere aanbieders (zoals in het fictieve voorbeeld van Ben in hoofdstuk 2). Er is in dat geval geen prikkel voor samenwerking tussen die aanbieders. Bovendien is er weinig tot geen ruimte om in te spelen op de fluctuerende ondersteuningsbehoefte van de klanten. Een aanbieder kan niet vrijuit meer of minder ondersteuning inzetten of variëren in vormen van ondersteuning. De gemeente kiest voor het werken met arrangementen, omdat deze de mogelijkheid bieden om integrale ondersteuning te bieden die wel meebeweegt met de actuele ondersteuningsbehoefte van een cliënt. Op dit moment gelden den arrangementen voor drie vormen van ondersteuning voor volwassenen die vaak in combinatie met elkaar nodig zijn. Wat we willen bereiken: Meer eigen regie voor de cliënt en meer flexibiliteit en ruimte voor de aanbieder: cliënt en aanbieder bepalen samen welke ondersteuning wanneer wenselijk is. Meer samenhang tussen de verschillende vormen van ondersteuning: de aanbieder zorgt voor de afstemming tussen de ondersteuningsvormen. Een minder intensieve toegangsfunctie: het wijkteam stelt met de cliënt het arrangement, het bijbehorende pakket en de doelen vast. De aanbieder werkt samen met de cliënt de beoogde resultaten en de gewenste inzet van ondersteuning verder uit. Meer gebruik van voorzieningen in het voorliggende veld: de aanbieder heeft de prikkel om waar het de cliënt baat gebruik te maken van algemene voorzieningen. Het stimuleren van preventie en samenwerking: aanbieders werken samen om integrale ondersteuning te bieden en stemmen intensief af. 3

4 Hokjes en vakjes? Alle generalisaties zijn onjuist, zo ook deze. - Mark Twain - Ondersteuningsarrangementen zijn geen vastomlijnde kaders en bieden juist ruimte voor maatwerk passend bij de behoeften en situatie van de cliënt. Onderstaande uitgangspunten onderstrepen dit. Uitgangspunten van de ondersteuningsarrangementen: Ondersteuningsarrangementen schetsen een beeld van de ondersteuningsvraag. Er is geen diagnose nodig. De beschrijvingen van de arrangementen zijn geen vinklijstje. De arrangementen zijn ook niet één-op-één op inwoners te leggen. Het gaat om de best passend match om vervolgens tot een concrete invulling van de ondersteuning te komen op basis van maatwerk. Niet voor iedere inwoner zijn de arrangementen geschikt. Voor uitzonderingen zijn aparte afspraken mogelijk (bijvoorbeeld inzet van losse producten). De manier van organiseren verandert, de rechten op basis van de Wmo blijven gelijk. Situatie bij eerdere/andere producten Een indicatie per product De inzet van ondersteuning is statisch Er is geen prikkel tot samenwerking Meer producten betekent meer aanbieders en contactpersonen bij aanbieders voor de cliënt Meer producten betekent meer aanbieders en contactpersonen bij aanbieders voor de gemeente Situatie binnen de arrangementen Een indicatie (waar nodig) voor een combinatie van producten De inzet van ondersteuning beweegt mee met de ondersteuningsbehoefte De aanbieder waarborgt de samenhang tussen de drie vormen van ondersteuning De cliënt heeft één aanspreekpunt voor de drie vormen van ondersteuning De gemeente heeft per cliënt één aanspreekpunt voor de drie vormen van ondersteuning Let op: de documenten die zijn gebruikt bij de sessies voor deskundigheidsbevordering rond de arrangementen voor wijkwerkers en aanbieders zijn online te raadplegen. 4

5 2. Voorbeeld van een fictieve cliënt Om je een beeld te geven hoe het werken met de ondersteuningsarrangementen uitpakt in de praktijk, nemen we je mee in het fictieve verhaal van Ben Kortweg. Ben is 28 jaar en woont zelfstandig. Hij heeft de middelbare school doorlopen. Ondanks veel uitval heeft hij uiteindelijk (met veel moeite) zijn vmbo-diploma gehaald. Hij werkt in wisselende diensten als productiemedewerker in een fabriek. Door de onregelmatige uren komt hij niet tot rust. Ben slaapt slecht en heeft moeite met opstaan. Hij ervaart daarnaast problemen bij het organiseren van zijn huishouden en bij het structureren van de week. Ben heeft wel veel plezier in zijn werk. Hoe hielpen we Ben eerder? Voorheen kreeg Ben via het wijkteam een indicatie voor anderhalf uur huishoudelijke hulp en drie uur individuele begeleiding per week (inspanningsgerichte indicaties voor losse producten). Hij was hier blij mee. Hij merkte wel dat de ondersteuning niet altijd aansloot bij zijn behoefte. Met name in de weken dat hij veel late diensten had, merkte hij dat hij de regie over zijn leven en dagritme verloor. Op die momenten had hij graag meer intensieve ondersteuning gekregen. Zijn begeleider herkende deze behoefte, maar gaf aan dat zij de indicatie niet zomaar kon wijzigen. Door zijn wisselende diensten heeft Ben daarnaast moeite om tijdige en heldere afspraken te maken met zowel zijn begeleider als zijn aanbieder van huishoudelijke hulp. Hoe helpen we Ben nu? Ben krijgt via het wijkteam een arrangement (outputgerichte indicatie) dat past bij mensen met een lichte verstandelijke beperking. Hij vindt het prettig dat hij snel is verwezen naar een aanbieder die hem zowel de individuele begeleiding als de huishoudelijke hulp kan bieden. Samen met zijn begeleider heeft hij nagedacht over wanneer hij welke ondersteuning nodig heeft en hij heeft met haar een persoonlijk ondersteuningsplan opgesteld. Ze hebben daarbij rekening gehouden met zijn wisselende diensten. Wanneer er iets verandert in zijn diensten, geeft hij dit door. Zijn begeleider stemt dit vervolgens af met de huishoudelijke hulp. Ben is blij dat hij dit niet zelf hoeft te doen. 5

6 3. Het werkproces Het werkproces rond de ondersteuningsarrangementen ziet er als volgt uit: 1. Een cliënt meldt zich met een ondersteuningsvraag. 2. Er volgt een keukentafelgesprek met een wijkwerker en eventueel een onafhankelijke cliëntondersteuner. 3. Uit het gesprek volgt het meest passende arrangement en pakket en een globaal persoonlijk ondersteuningsplan. 4. De cliënt kiest een aanbieder met de juiste expertise. Tot en met deze stap duurt het proces maximaal vier weken. 5. Cliënt en aanbieder werken het persoonlijk ondersteuningsplan verder uit. Tot en met deze stap duurt het proces maximaal zes weken. 6. De wijkwerker stelt het persoonlijk ondersteuningsplan vast en maakt een beschikking. 7. De aanbieder start met het leveren van ondersteuning. Tot en met deze stap duurt het proces maximaal acht weken. 8. De ondersteuning beweegt flexibel mee met de behoeften van de cliënt. 9. Is de cliënt niet tevreden over (de afspraken met) zijn aanbieder? Dan kan hij altijd terug naar het wijkteam. 6

7 De stappen in het werkproces diepen we nu verder uit. Het gaat om: het keukentafelgesprek; het eerste deel van het persoonlijk ondersteuningsplan; de toeleiding naar een aanbieder; het tweede deel van het persoonlijk ondersteuningsplan; het vaststellen en indienen van de beschikking; de start van de ondersteuning; evaluatie van de ondersteuning Het keukentafelgesprek De cliënt meldt zich bij het wijkteam of via een ander kanaal. Een screening wijst uit of een keukentafelgesprek nodig is. Zo ja, dan vindt er een keukentafelgesprek plaats met de wijkwerker, de cliënt en eventueel een onafhankelijke cliëntondersteuner om de ondersteuningsvraag nader te onderzoeken. Tijdens het gesprek sluit de wijkwerker in woordkeuze aan bij de cliënt. Blijkt dat individuele begeleiding, dagbesteding en/of huishoudelijke hulp nodig is? Dan licht de wijkwerker de werkwijze van de arrangementen toe. De wijkwerker rapporteert de bevindingen van het keukentafelgesprek in het WIZportaal Het eerste deel van het persoonlijk ondersteuningsplan De Wmo-consulent bekijkt de informatie in het WIZportaal, waaronder de ingevulde zelfredzaamheidsmatrix, de doelen en eventuele notities per leefgebied en waar van toepassing het zelf ingevulde persoonlijk plan van de cliënt. Waar nodig vraagt hij of zij medisch advies op. Op basis hiervan vult de Wmo-consulent het eerste deel van het persoonlijk ondersteuningsplan in via het WIZportaal. Hierbij geeft hij of zij ook aan welk arrangement en pakket het meest passend zijn. Uitgangspunten op inhoud De grondslag van de problemen van de cliënt is bepalend in de keuze voor een arrangement. Gebruik aanwezige diagnostiek in de afweging. Er hoeft geen diagnostiek voorhanden te zijn. Kijk als de grondslag niet duidelijk is naar de levensloop van de cliënt en zijn of haan ondersteuningsvraag om tot de keuze voor een arrangement te komen. Uitgangspunten op proces Het is niet mogelijk om arrangementen te stapelen. Selecteer het meest passende arrangement. Consulteer bij twijfel een collega, het expertteam of (een) aanbieder(s) binnen het arrangement. 7

8 3.3. De toeleiding naar een aanbieder De Wmo-consulent belt de cliënt. Hij of zij wijst de cliënt op het online overzicht van aanbieders binnen het geselecteerde arrangement. Als de cliënt geen keuze kan maken, verwijst de Wmo-consulent de cliënt door naar de onafhankelijk cliëntondersteuning van MEE. De cliënt ondertekent het persoonlijk ondersteuningsplan waarin het arrangement, het pakket en de gekozen aanbieder benoemd staan. Hij of zij geeft hiermee akkoord om het persoonlijk ondersteuningsplan (of onderdelen ervan) te delen met de aanbieder. De Wmo-consulent informeert de aanbieder via het WIZportaal. Let op: de tijdsspanne vanaf de melding van een ondersteuningsvraag tot aan de toeleiding naar een aanbieder mag maximaal vier weken duren Het tweede deel van het ondersteuningsplan Vanaf hier gaat de aanbieder aan de slag. Deze vult samen met de cliënt deel twee van het persoonlijk ondersteuningsplan in. Hierin staat de verwachte gemiddelde inzet van ondersteuning om de beoogde resultaten te halen. Dit baseert de aanbieder op een inschatting van (fluctuaties in) de ondersteuningsvraag van de cliënt. Aanbieder en cliënt kunnen tijdens de indicatieduur in gezamenlijk overleg afwijken van de gemiddelde inzet. De klant ondertekent het volledige persoonlijk ondersteuningsplan voor gezien of akkoord. De aanbieder stelt het persoonlijk ondersteuningsplan beschikbaar aan de Wmo-consulent via het WIZportaal. Let op: de aanbieder heeft maximaal twee weken de tijd voor bovenstaande activiteiten. De Wmo-consulent neemt telefonisch contact op met de aanbieder als de termijn van twee weken dreigt te verstrijken of is verstreken Het vaststellen en indienen van de beschikking De Wmo-consulent toetst het persoonlijk ondersteuningsplan op de ondersteuningsbehoefte en doelen van de cliënt, de kaders van het gekozen arrangement en de uitgangspunten op de volgende pagina. Bij akkoord stelt de Wmo-consulent de beschikking op. Het eerste en tweede deel van het persoonlijk ondersteuningsplan maken hier integraal onderdeel van uit. De Wmo-consulent indiceert ook vervoer als: dagbesteding mogelijk is binnen het arrangement van de cliënt. Dit geldt voor alle arrangementen, behalve arrangement 4A. zowel de cliënt zelf als zijn netwerk geen vervoer van en naar de dagbesteding kunnen organiseren. 8

9 Uitgangspunten toetsen persoonlijk ondersteuningsplan Valt de invulling van de ondersteuning binnen het vastgestelde arrangement en pakket? Komen de gestelde resultaten overeen met de doelen van de cliënt (en de gemeente)? Zijn de eventueel extra gestelde doelen realistisch en wenselijk? Is de gestelde inzet van algemene voorzieningen begrijpelijk en beargumenteerd? Is de gestelde inzet van individuele begeleiding en dagbesteding begrijpelijk en beargumenteerd? Is de gestelde inzet van huishoudelijke hulp helder en compleet uitgewerkt in het normenkader? Is de cliënt akkoord met de invulling van de ondersteuning? Een collega-wmo-consulent voert een collegiale toets uit volgens het vierogenprincipe. Bij akkoord maakt de Wmo-consulent de beschikking definitief. Hij of zij stuurt de beschikking per post naar de cliënt. Na akkoord van de cliënt op het gehele persoonlijk ondersteuningsplan maakt de Wmo-consulent de beschikking aan in het MO-platform (waar nodig ook voor vervoer). Bij geen akkoord beargumenteert de Wmo-consulent dit in de notities in het WIZportaal. Als deel twee van het persoonlijk ondersteuningsplan aanpassing behoeft, stuurt de participatieadviseur deze terug naar de aanbieder. De aanbieder opnieuw in gesprek met de cliënt. Let op: de Wmo-consulent heeft maximaal twee weken voor bovenstaande activiteiten. Het is mogelijk om deze termijn te verlengen als de aanbieder in gesprek met de cliënt nog aanpassingen moet doen in deel twee van het persoonlijk ondersteuningsplan De start van de ondersteuning De aanbieder start binnen vijf werkdagen na het ontvangen van het zorgtoewijzingsbericht met het leveren van de ondersteuning. Bij fluctuaties in de ondersteuningsbehoefte (bijvoorbeeld door veranderende omstandigheden) past de aanbieder de ondersteuning aan in overleg met de cliënt. De gemeente neemt na drie maanden contact op met de cliënt om te toetsen of de ondersteuning op tijd is gestart, of deze past binnen de kaders van het arrangement en of de cliënt tevreden is. Als de cliënt niet tevreden is, heeft de gemeente contact met de aanbieder Evaluatie van de ondersteuning Als de ondersteuning stopt of de indicatie afloopt, voert de aanbieder uiterlijk acht weken van tevoren een evaluatie uit met de cliënt. Dat leidt tot een ingevuld evaluatieformat en een vervolgadvies (geen verdere ondersteuning, ongewijzigde verlenging of herindicatie in een lichter of zwaarder pakket of een ander arrangement. De Wmo-consulent toetst of de doelen van de cliënt zijn behaald, geeft een advies voor het vervolg en meldt eventuele knelpunten rondom de aanbieder bij de contractmanager. De klant doet zelf een melding voor het aanvragen van een nieuw keukentafelgesprek. 9

10 4. Wat betekenen de arrangementen voor ieders rol? We zetten nog even kort op een rij wat de ondersteuningsarrangementen betekenen voor de rol van: de cliënt; de wijkwerker met een ander specialisme dan indiceren; de wijkwerker met het specialisme indiceren (de Wmo-consulent); de aanbieder De cliënt De cliënt krijgt een snelle toeleiding naar een professional die kan aansluiten bij zijn of haar specifieke ondersteuningsbehoefte. Deze professional met een specifieke expertise werkt deel twee van het persoonlijk ondersteuningsplan uit samen met de cliënt. De cliënt heeft één aanspreekpunt voor de individuele begeleiding, dagbesteding en huishoudelijke hulp die hij of zij krijgt. De ondersteuning beweegt mee met de actuele ondersteuningsbehoefte. De eigen bijdrage is een vast bedrag per vier weken. Het bedrag is inkomensafhankelijk en is gebaseerd op de laagst mogelijke inzet binnen het arrangement en pakket De wijkwerker met een ander specialisme dan indiceren De wijkwerker geeft Almeerders uitleg over de werkwijze van de arrangementen. De wijkwerker rapporteert de bevindingen van het keukentafelgesprek in het WIZportaal. Is er individuele begeleiding, dagbesteding en/of huishoudelijke hulp nodig? Dan staat er voldoende informatie in het WIZportaal voor de Wmo-consulent om het meest passende arrangement en pakket te bepalen en om de ondersteuningsbehoefte en doelen te formuleren. Praktisch: De wijkwerker werkt in het WIZportaal De wijkwerker met het specialisme indiceren (de Wmo-consulent) De Wmo-consulent bepaalt het arrangement en beschrijft de ondersteuningsbehoefte en de doelen van de cliënt in het eerste deel van het persoonlijk ondersteuningsplan. Hij of zij maakt niet de vertaling naar resultaten en concrete inzet van de ondersteuning. Dit doet de aanbieder samen met de cliënt in het tweede deel van het persoonlijk ondersteuningsplan. De Wmo-consulent heeft wel een toetsende rol op de concretisering van de inzet. Praktisch: De Wmo-consulent werkt in het WIZportaal. Hij of zij gebruikt een specifiek format voor het persoonlijk ondersteuningsplan van de cliënt. 10

11 4.4. De aanbieder De aanbieder concretiseert de ondersteuningsbehoefte en doelen samen met de cliënt naar resultaten en concrete inzet in het tweede deel van het persoonlijk ondersteuningsplan. De aanbieder waarborgt één aanspreekpunt voor de cliënt. De aanbieder ontvangt geen indicatie voor uren en dagdelen, maar voor een arrangement. De aanbieder is verantwoordelijk voor het leveren van de individuele begeleiding, dagbesteding en huishoudelijke hulp en de integraliteit ertussen. Praktisch: De aanbieder werkt in het WIZportaal. De aanbieder gebruikt een specifiek format voor het persoonlijk ondersteuningsplan. De aanbieder declareert geen uren of dagdelen, maar een vast bedrag per vier weken (CAK-periode). 11

12 5. Vragen en antwoorden Hieronder zie je een selectie van veelgestelde vragen over de werkwijze van de ondersteuningsarrangementen. Een meer uitgebreid overzicht is online te vinden. Welke ondersteuning valt binnen de scope van de arrangementen? Individuele begeleiding, (niet-)arbeidsmatige dagbesteding en huishoudelijke hulp. Kortdurend verblijf, beschut werk en vervoer vallen niet binnen de scope, maar krijgen waar nodig wel expliciete aandacht in het keukentafelgesprek. Zijn unieke inwoners wel in een arrangement en pakket te passen? De ondersteuningsvraag van de cliënt is leidend. De vraag en de kenmerken van de cliënt leiden tot het meest passende arrangement en pakket. Heeft iemand meer ondersteuningsvragen en uiteenlopende kenmerken? Dan blijkt in het keukentafelgesprek welke vraag het zwaarst weegt en welke specifieke expertise nodig is om iemand zo goed mogelijk te helpen. Deskundigheidsbevordering en intervisie dragen bij aan het maken van de juiste afwegingen hierin. Wat betekenen de ondersteuningsarrangementen voor de keuzevrijheid van cliënten? Er zijn ruim dertig hoofdaanbieders actief binnen de arrangementen. Zij zijn op hun beurt vaak ook samenwerkingspartner van andere aanbieders. Verder zijn er zo'n vijftig samenwerkingspartners die geen hoofdaanbieder zijn. Dit maakt dat er veel keuzevrijheid is voor cliënten. De gemeente heeft de mogelijkheid gecreëerd om ook nu nog contracten aan te gaan op initiatief van de gemeente of van aanbieders als: de nieuwe aanbieder bijdraagt bij aan de keuzevrijheid van inwoners en/of; het aanbod van de nieuwe aanbieder aanvullend en van toegevoegde waarde is. Bestaande aanbieders kunnen ook nieuwe samenwerkingspartners aandragen. De procedure hiervoor staat in het administratieprotocol. Wat gebeurt er als twee personen in een huishouden ondersteuning nodig hebben? Bijvoorbeeld een echtpaar bij wie één persoon dementie heeft en de andere persoon een fysieke beperking? De arrangementen zijn gebaseerd op de ondersteuningsbehoefte van individuen. In dit geval krijgt dit huishouden dus twee beschikkingen. Bij het bepalen van de behoefte is wel oog voor de situatie binnen het huishouden en het sociale netwerk als geheel. Is er een diagnose nodig om een passend arrangement te kiezen? De cliënt heeft geen diagnose nodig om in een bepaald arrangement te passen. De ondersteuningsvraag die de cliënt heeft, is leidend bij het bepalen van het arrangement. Een diagnose kan hier wel bij helpen. Is het nodig om veranderingen in de inzet van ondersteuning door te geven aan de Wmo-consulent? Nee, aanbieder en cliënt kunnen binnen de bandbreedte van het arrangement en pakket flexibel omgaan met de inzet van ondersteuning. De inzet mag per maand of zelfs per week verschillen. Het is niet nodig om dit door te geven aan de gemeente. Is de ondersteuningsbehoefte structureel groter dan het arrangement en pakket toelaten? Dan is het wel nodig om dit door te geven aan de Wmo-consulent. De procedure hiervoor staat beschreven in het administratieprotocol. 12

13 Voorheen bepaalde de gemeente het type huishoudelijke hulp (onderscheid tussen wel en geen eigen regie: HH1 en HH2). Bepaalt de aanbieder dat nu, al dan niet in overleg? Binnen de ondersteuningsarrangementen is er geen onderscheid meer tussen HH1 en HH2. De Wmoconsulent beschrijft de ondersteunings-behoefte en doelen, rekening houdend met de eigen kracht van de cliënt en het netwerk. De aanbieder werkt de concrete invulling van de ondersteuning vervolgens uit samen met de cliënt. Dit is maatwerk op basis van iemands persoonlijke situatie. Is het aanspreekpunt voor de cliënt werkzaam bij de hoofaanbieder, of kan het ook een medewerker zijn van een samenwerkingspartner? In principe is het aanspreekpunt voor de cliënt een medewerker van de hoofdaanbieder. Het is mogelijk om te kiezen voor een aanspreekpunt vanuit een samenwerkingspartner. Dit gebeurt wanneer dit zorginhoudelijk wenselijk is en is afhankelijk van hoe de aanbieder dit organiseert in de samenwerking. Is het mogelijk om iets te veranderen in de verdeling van termijnen (vier weken voor de gemeente, twee voor de aanbieder en vervolgens weer twee voor de gemeente)? Het is niet mogelijk om iets te veranderen aan de verdeling van termijnen. De gemeente doet wel haar uiterste best om vaart te maken in de eerste termijn van vier weken. De aanbieder heeft dan over het algemeen meer ruimte dan twee weken heeft om het eigen deel in te vullen. In het administratieprotocol staat beschreven onder welke voorwaarden de aanbieder kan afwijken van de termijn van twee weken. Hoeveel ruimte is er binnen de arrangementen om met een pgb te werken? De ondersteuningsarrangementen hebben de vorm van zorg in natura. Een combinatie met een pgb is niet mogelijk. Cliënten kunnen individuele begeleiding, dagbesteding of huishoudelijke hulp wel als los product inkopen met een pgb. Dit komt aan de orde tijdens het keukentafelgesprek. Welke privacywaarborgen zijn er bij de toegang van aanbieders tot het WIZportaal? (Hoofd)aanbieders hebben toegang tot een beperkt deel van het WIZportaal. De cliënt geeft toestemming om (een deel van) zijn of haar gegevens te delen met de aanbieder. Wat zijn de verschillen tussen de rol van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker? Wanneer je bijvoorbeeld je administratie uitbesteedt, ben jij de verwerkingsverantwoordelijke en degene aan wie je het uitbesteedt de verwerker. In dat geval ben je verplicht een verwerkersovereenkomst aan te bieden en te zorgen dat alle daarin opgenomen regels worden nageleefd. Het afsluiten van een verwerkersovereenkomst is een verplichting voor zowel de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker. 13

14 6. De arrangementen Dit hoofdstuk biedt een algemene beschrijving van de verschillende arrangementen, inclusief een meer specifieke beschrijving van de bijbehorende pakketten. Arrangement 5 (zintuiglijke beperking) is buiten beschouwing gelaten, omdat cliënten binnen dit arrangement gebruik kunnen maken van landelijk georganiseerde ondersteuning Arrangement 1: psychische en psychosociale problemen Algemene beschrijving Algemene kenmerken Algemene eisen Volwassenen in deze groep hebben acute of chronische psychosociale problemen. De oorzaak van deze problemen ligt niet altijd in een (gediagnosticeerde) psychiatrische aandoening. De problemen kunnen voortkomen uit belemmeringen op meerdere levensgebieden (bijvoorbeeld op het gebied van relaties, opvoeding, ingrijpende gebeurtenissen, schulden, werk, huisvesting, eenzaamheid, zin in het leven of zin van het leven). De beperking manifesteert zich vooral in de complexiteit van de problemen. Deze groep heeft geen 24-uurs toezicht nodig. Er is sprake van: milde tot complexe meervoudige (chronische) problemen; mogelijke multiproblematiek (een combinatie met gezinsproblemen een lichte verstandelijke beperking, hoogbegaafdheid of verslaving); mogelijke traumatisering en/of sociaal economische terugval (bijvoorbeeld bij verlies van huis, inkomen, et cetera); problemen die zich vaak uiten in sociaal isolement door uitsluiting (non-acceptatie en probleemgedrag); psychisch functioneren dat kan worden belemmerd door een samenspel van emotionele, sombere of ongeremde stemmingen, chaotische gedachten, wanen, depressiviteit, manie, psychose of autisme. mogelijke verwardheid, passiviteit, angst, naar buiten gericht grensoverschrijdend gedrag of zorgmijdend gedrag; een intensieve, kort- of langdurige ondersteuningsbehoefte; een dynamische ondersteuningsbehoefte, fluctuerend qua inzet; mogelijke niet-planbare ondersteuning buiten kantooruren. Dagbesteding vindt binnen dit arrangement naar vermogen plaats. Er is zo veel mogelijk ingezet op arbeidsmatige activiteiten en waar mogelijk doorstroom naar beschut werk. 14

15 Pakket 1A: licht Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Over het algemeen geldt dat deze personen: in hoge mate zelfregie hebben; een sociaal netwerk hebben, maar enige ondersteuning behoeven; met lichte hulp ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op enkele levensgebieden hebben; zelfstandig het huishouden doen en een stabiele daginvulling hebben. geen beperkingen van functionele aard ervaren; enige belemmeringen hebben rond sociale en psychische zelfredzaamheid; open staan voor ondersteuning, ondanks mogelijk verminderd zelfinzicht. Tijdelijke belemmering Ontwikkeling gericht op zelfredzaamheid Kort Maximaal één jaar Pakket 1B: midden Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Specifieke eis Over het algemeen geldt dat deze personen: in beperkte mate zelfregie hebben; een beperkt of negatief sociaal netwerk hebben en ondersteuning behoeven; met hulp ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op meerdere levensgebieden hebben; deels zelf het huishouden doen en een beperkte daginvulling hebben; lichte beperkingen van functionele aard ervaren; belemmeringen hebben rond sociale en psychische zelfredzaamheid; minder open staan voor ondersteuning door verminderd zelfinzicht. Blijvende belemmering Waar mogelijk ontwikkeling gericht op verbetering Variabel Maximaal drie jaar Gemiddelde groepsgrootte dagbesteding: acht cliënten per professional Pakket 1C: zwaar Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Specifieke eis Over het algemeen geldt dat deze personen: weinig tot geen eigen regie hebben; geen of een negatief sociaal netwerk hebben en ondersteuning behoeven; niet zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op nagenoeg alle levensgebieden hebben; niet zelf het huishouden doen en geen daginvulling hebben; beperkingen van functionele aard ervaren; zware belemmeringen hebben rond sociale en psychische zelfredzaamheid; minder/niet open staan voor ondersteuning door verminderd zelfinzicht. Blijvende belemmering Ontwikkeling gericht op consolidatie Langdurig Maximaal vijf jaar Gemiddelde groepsgrootte dagbesteding: vier cliënten per professional 15

16 6.2. Arrangement 2: lichte verstandelijke beperking Algemene beschrijving Algemene kenmerken Algemene eisen Volwassenen in deze groep hebben een verstandelijke beperking en maken geen gebruik van 24-uurstoezicht. Bij deze groep speelt zelfoverschatting en daarmee overvraging een rol. Ze zijn beperkt in hun sociale redzaamheid. Men is in staat een dagactiviteitencentrum te bezoeken of werkzaamheden uit te voeren op locatie van een aanbieder. Ook detachering naar een reguliere bedrijfsomgeving met eenvoudig werk is soms haalbaar. De hoeveelheid druk die men aan kan is sterk wisselend. Er is sprake van: een waarschijnlijk IQ-score tussen de 50 en 85, wat leidt tot een beperkt begrip van wat anderen zeggen; beperkte vaardigheden op het gebied van lezen, schrijven, rekenen, het oplossen van problemen, concentratie, geheugen en informatieverwerking; het vaak niet kunnen overzien van de gevolgen van het eigen handelen; mogelijk probleemgedrag en dwangmatig en manipulatief gedrag; mogelijke oriëntatiestoornissen, waarbij iemand ernstige problemen heeft met het herkennen van personen uit de eigen omgeving; verhoogde inzet (proactief en preventief) op jonge leeftijd (18-35 jaar); mogelijke multiproblematiek (combinatie met psychiatrie, verslaving); mogelijke bijkomende problemen door overvraging/zelfoverschatting; een langdurige ondersteuningsbehoefte, fluctuerend qua inzet. Dagbesteding vindt binnen dit arrangement naar vermogen plaats. Er is zo veel mogelijk ingezet op arbeidsmatige activiteiten en waar mogelijk doorstroom naar beschut werk. 16

17 Pakket 2A: licht Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Over het algemeen geldt dat deze personen: in hoge mate zelfregie hebben en open staan voor ondersteuning; een sociaal netwerk hebben; zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op (een) enkel(e) levensgebied(en) hebben; zelfstandig het huishouden doen en een stabiele daginvulling hebben. geen beperkingen van functionele aard ervaren; lichte belemmeringen hebben rond sociale zelfredzaamheid; geen belemmeringen hebben rond psychische zelfredzaamheid. De ontwikkeling is gericht op herstel en op het organiseren van een vangnet (waar mogelijk door het eigen netwerk). Na het aanleren van vaardigheden kan de cliënt zelfstandig verder samen met zijn of haar netwerk. Langdurig Maximaal één jaar Pakket 2B: midden Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Specifieke eis Over het algemeen geldt dat deze personen: in beperkte mate zelfregie hebben en soms minder open staan voor ondersteuning door beperkt zelf- en probleeminzicht; geen of een negatief sociaal netwerk hebben; beperkt zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op meerdere levensgebieden hebben; deels zelf het huishouden doen en een beperkte daginvulling hebben; mogelijk beperkingen van functionele aard ervaren; belemmeringen hebben rond sociale en psychische zelfredzaamheid. Blijvende belemmering Waar mogelijk ontwikkeling gericht op verbetering en vervolgens consolidatie Langdurig Minimaal één en maximaal drie jaar Gemiddelde groepsgrootte dagbesteding: acht cliënten per professional Pakket 2C: zwaar Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Specifieke eis Over het algemeen geldt dat deze personen: weinig tot geen eigen regie hebben en soms minder of niet open staan voor ondersteuning door beperkt of geen zelf- en probleeminzicht; geen of een negatief sociaal netwerk hebben; niet zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op nagenoeg alle levensgebieden hebben; niet zelf het huishouden doen en geen daginvulling hebben; mogelijk beperkingen van functionele aard ervaren; ernstige belemmeringen hebben rond sociale en psychische zelfredzaamheid. Blijvende belemmering Ontwikkeling gericht op stabilisatie en consolidatie Langdurig Maximaal vijf jaar Gemiddelde groepsgrootte dagbesteding: zes cliënten per professional 17

18 6.3. Arrangement 3: cognitieve achteruitgang en/of dementie Algemene beschrijving Algemene kenmerken Algemene eisen Volwassenen in deze groep ondervinden problemen door cognitieve achteruitgang en eventuele lichamelijke problemen, maar hebben geen 24-uurstoezicht nodig. De problemen worden veelal veroorzaakt door het ouder worden, maar het kan ook gaan om jongdementerenden. Deze groep inwoners ervaart vaak een beperking in het begrijpen van anderen en het zich uitdrukken. Daarnaast zijn er problemen op het gebied van het organiseren van dagelijkse routine en zinvolle dagbesteding, het bijhouden van de administratie, het aangaan en onderhouden van sociale contacten, het zelfstandig uitvoeren van het huishouden en het bewegen en verplaatsen in en rondom het huis. Bij deze groep is sprake van een progressief ziektebeeld. Er is sprake van: een mogelijk toenemende ondersteuningsvraag en verlies van eigen regie naarmate iemand ouder wordt; mogelijk toenemende psychosociale problemen; mogelijk toenemende somatische problemen, waardoor iemand in zijn of haar bewegen wordt beperkt; mogelijk beperkt zelfinzicht in de problemen; mogelijke vereenzaming die zich kan uiten in vormen van vervuiling, verwaarlozing en ontreddering. een ondersteuningsbehoefte die fluctueert qua inzet. Geen 18

19 Pakket 3A: licht Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Over het algemeen geldt dat deze personen: zelfregie hebben en open staan voor ondersteuning; een sociaal netwerk en een stabiele daginvulling hebben; zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op (een) enkel(e) levensgebied(en) hebben; lichte beperkingen van functionele aard ervaren; geen tot lichte belemmeringen hebben rond sociale zelfredzaamheid; lichte belemmeringen hebben rond psychische zelfredzaamheid. Progressieve belemmering Ontwikkeling om langer zelfstandig te blijven wonen en te anticiperen op mogelijke problemen waar nodig (eigen regie versterken, netwerk ontlasten) Langdurig Zes maanden, met een evaluatie na drie maanden Pakket 3B: midden Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Specifieke eis Over het algemeen geldt dat deze personen: in beperkte mate zelfregie hebben en open staan voor ondersteuning, maar de neiging kunnen hebben om zich beter voor te doen dan ze zijn; een beperkt sociaal netwerk en een beperkte daginvulling hebben; beperkt zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op meerdere levensgebieden hebben; beperkingen van functionele aard ervaren; belemmeringen hebben rond sociale zelfredzaamheid; lichte belemmeringen hebben rond psychische zelfredzaamheid. Progressieve belemmering Stabilisatie en consolidatie om langer zelfstandig te blijven wonen en te anticiperen op mogelijke problemen waar nodig (eigen regie versterken, netwerk ontlasten, uitstel van zwaardere ondersteuning bewerkstelligen) Langdurig Maximaal twee jaar Gemiddelde groepsgrootte dagbesteding: zes cliënten per professional Pakket 3C: zwaar Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Specifieke eis Over het algemeen geldt dat deze personen: zeer beperkt en in afnemende mate eigen regie hebben en open staan voor ondersteuning, maar mogelijk een beperkt zelf- en probleeminzicht hebben; een beperkt of geen sociaal netwerk en daginvulling hebben; niet zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op meerdere levensgebieden hebben; beperkingen van functionele aard ervaren; ernstige belemmeringen hebben rond sociale zelfredzaamheid; belemmeringen hebben rond psychische zelfredzaamheid. Progressieve belemmering Stabilisatie en consolidatie om langer zelfstandig te blijven wonen en te anticiperen op mogelijke problemen waar nodig (eigen regie versterken, netwerk ontlasten, uitstel van zwaardere ondersteuning bewerkstelligen) Langdurig Maximaal één jaar Gemiddelde groepsgrootte dagbesteding: vijf cliënten per professional 19

20 6.4. Arrangement 4: lichamelijke achteruitgang Algemene beschrijving Volwassenen in deze groep hebben (een) lichamelijke/motorische beperking(en), waardoor ze bepaalde (huishoudelijke) taken niet meer zelf kunnen uitvoeren. Er zijn ook geen volwassen huisgenoten die deze taken kunnen overnemen. Pakket 4A: licht (enkelvoudige huishoudelijke hulp) Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Specifieke eis Over het algemeen geldt dat deze personen: In hoge mate zelfregie hebben en open staan voor ondersteuning; een stabiele daginvulling hebben; zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; een ondersteuningsvraag op één levensgebied hebben: het voeren van het huishouden; beperkingen van functionele aard ervaren; (nog) geen belemmeringen hebben rond sociale zelfredzaamheid. Progressieve belemmering Stabilisatie en consolidatie om langer zelfstandig te blijven wonen en te anticiperen op mogelijke problemen waar nodig (eigen regie versterken, netwerk ontlasten, uitstel van zwaardere ondersteuning bewerkstelligen) Langdurig Maximaal vijf jaar De betrokken professional: kan het dossier van de cliënt bijhouden; beschikt over schoonmaakvaardigheden; kan ordelijk en hygiënisch werken; beschikt over alertheid rond wijzigingen in de situatie van de cliënt en meldt deze tijdig binnen de eigen organisatie; kan advies, instructie en voorlichting geven, gericht op de uit te voeren huishoudelijke taken en kan de regie op deze taken waar nodig samen met de cliënt uitvoeren. De aanbieder is verantwoordelijk om wijzigingen in onder andere de gezondheidssituatie, de leefomstandigheden, de sociale omgeving en de huiselijke situatie van de cliënt (bijvoorbeeld vervuiling, maatschappelijk isolement, eerste stadia van dementie etc.) te melden aan de gemeente. Het gaat hierbij om een actieve signalerende functie. 20

21 Pakket 4B: midden (toeslag mogelijk voor niet-aangeboren hersenletsel) Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Specifieke eis Over het algemeen geldt dat deze personen: in beperkte mate zelfregie hebben en beperkt open staan voor ondersteuning; een eigen sociaal netwerk en een mogelijk afnemende daginvulling hebben; beperkt zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op één of meerdere levensgebieden hebben; lichte beperkingen van functionele, sociale of psychische aard ervaren; lichte belemmeringen hebben rond sociale zelfredzaamheid; een progressieve aandoening hebben die zich niet agressief ontwikkelt. Blijvende of progressieve belemmering Ontwikkeling waar mogelijk en anders consolidatie Variabel, afhankelijk van de situatie Maximaal drie jaar Dagbesteding vindt binnen dit arrangement naar vermogen plaats. Er is zo veel mogelijk ingezet op arbeidsmatige activiteiten en waar mogelijk doorstroom naar beschut werk. Gemiddelde groepsgrootte dagbesteding: acht cliënten per professional. Pakket 4C: zwaar (toeslag mogelijk voor niet-aangeboren hersenletsel) Beschrijving Toestand Perspectief/doel Duur ondersteuningsvraag Looptijd beschikking Specifieke eis Over het algemeen geldt dat deze personen: weinig tot geen eigen regie hebben en mogelijk beperkt open staan voor ondersteuning door zorgmijdend gedrag of beperkt/geen ziekte-inzicht; een beperkt of geen sociaal netwerk en daginvulling hebben; niet/beperkt zelf ondersteuning kunnen aangeven, initiëren en organiseren; ondersteuningsvragen op meerdere levensgebieden hebben; ernstige beperkingen van functionele, sociale of psychische aard ervaren; belemmeringen hebben rond sociale zelfredzaamheid; een progressieve aandoening hebben die zich mogelijk agressief ontwikkelt. Blijvende of progressieve belemmering Consolidatie en anticipatie Langdurig Maximaal vijf jaar Dagbesteding vindt binnen dit arrangement naar vermogen plaats. Er is zo veel mogelijk ingezet op arbeidsmatige activiteiten en waar mogelijk doorstroom naar beschut werk. Gemiddelde groepsgrootte dagbesteding: zes cliënten per professional. 21

22 7. Werken in het WIZportaal De Wmo-consulent en de hoofdaanbieder die een cliënt kiest, gaan een samenwerkingstraject aan in het WIZportaal. Dit hoofdstuk geeft stapsgewijze uitleg over de handelingen die de aanbieder uit dient te voeren. De procedure om toegang te krijgen tot het WIZportaal of om bestaande accounts te wijzigen, staat beschreven in het administratieprotocol Wie doet wat? Samenwerkingstrajecten beslaan activiteiten voor enerzijds de Wmo-consulent en anderzijds de aanbieders. Onderstaande overzicht geeft boven de acties aan van de Wmo-consulenten en onder die van de aanbieders. Voeren keukentafelgesprek; Aanmaken dossier cliënt; Aanmaken eerste deel persoonlijk ondersteuningsplan; Aanmaken samenwerkingstraject; Koppelen aanbieder en eerste deel persoonlijk ondersteuningsplan; Uitzetten opdracht (taak); Aanmaken beschikking. Inloggen in WIZportaal; Toewijzen traject; Concreet invullen ondersteuningsbehoefte cliënt (resultaten en inzet); Opstellen en koppelen tweede deel persoonlijk ondersteuningsplan; Afronden taak Rollen en mogelijkheden Er zijn twee rollen in het WIZportaal, die tot drie verschillende rechten kunnen leiden, namelijk: zorgverlener, werkverdeler of zorgverlener én werkverdeler. Na het inloggen in het WIZportaal geeft het hoofdscherm afhankelijk van je rol, het volgende aan: Weergave zorgverlener Je ziet het totale aantal actieve samenwerkingstrajecten en taken waarvoor jij bent geautoriseerd. Via de blauwe knoppen of het menu aan de linkerkant navigeer je naar de lijst met de beschikbare trajecten of taken. De samenwerkingstrajecten staan in het overzicht gesorteerd op cliëntnaam. De taken staan gesorteerd op status. 22

23 Weergave werkverdeler De werkverdelersrol zorgt dat de Wmo-consulenten een samenwerkingstraject kunnen toewijzen op organisatieniveau. De werkverdeler kan het traject vervolgens toewijzen aan de juiste zorgverlener binnen zijn of haar organisatie. Per organisatie zijn er twee tot vijf medewerkers met deze rol. Wanneer je klikt op werk verdelen in de blauwe kolom links op het scherm, krijg je onderstaande overzicht in beeld. Je ziet de naam van de cliënt, het onderwerp, de start- en einddatum en de status van het samenwerkingstraject en of aan de cliënt al aan een zorgverlener is toegekend. Wanneer je een traject opent krijg je onder in beeld toegang externen zie onderstaand. Via de functie beheren kunt u zorgverleners toevoegen of verwijderen aan het traject. Pas een filter toe (die ook de volgende paragraaf) om nog te verdelen trajecten gemakkelijk vindbaar te maken. Klik hiervoor op de blauwe knop in het vak Werk verdelen om het betreffende tabblad te openen. Verwijder bestaande filters via de knop Zoekprofiel verwijderen en klik vervolgens op Zoeken en filteren. Kies in het veld Persoon toegekend de optie Nee en klik vervolgens op Opslaan. Hierna toont het systeem alle nog te verdelen trajecten. 23

24 7.3. Filteren en zoeken Zowel bij de trajecten als de taken is er een zoek- en filterfunctie die vanuit elke rol te gebruiken is: Hieronder is een overzicht te zien van de verschillende zoek- en filtermogelijkheden. Wanneer je een zoek- of filteropdracht opslaat, start deze weer op wanneer je het WIZportaal opnieuw opent. 24

25 Zodra een zoekopdracht is ingevoerd, is er ook een mogelijkheid om deze weer te verwijderen. 25

26 7.4. Handelingen bij samenwerkingstrajecten Let op: Is een samenwerkingstraject niet zichtbaar in jouw lijst? Dan ben je niet geautoriseerd om deze in te zien. De Wmo-consulent van de gemeente kunnen personen koppelen aan specifieke samenwerkingstrajecten. Trajecten hebben automatisch de status inactief als de startdatum nog niet is aangebroken of als de einddatum van het traject is bereikt. Je kunt het traject dan niet meer inzien. Het samenwerkingstraject bestaat uit de volgende delen: Algemene informatie van de cliënt en de Wmo-consulent (de eerste dossierhouder); Een overzicht van de gekoppelde doelen en acties (inzet gekozen arrangement); Een overzicht van alle personen die toegang hebben tot dit specifieke traject; De toegevoegde documenten; De toegevoegde taken. Onder de kop Documenten kun je gekoppelde documenten openen en opslaan. Klik op en voeg een document toe door deze te selecteren. Geef een duidelijke omschrijving mee en selecteer (optioneel) een persoon die je middels een notificatie op de hoogte wilt brengen van het nieuwe document. Documenten die je zelf toevoegt kan jij (of een andere aan het traject gekoppelde persoon) waar nodig verwijderen door op het afvalemmertje te klikken. 26

27 7.5. Handelingen bij taken Via een taak wordt bijgehouden wat de status is van de actie om het tweede deel van het persoonlijk ondersteuningsplan op te leveren. Let op: Het format voor het tweede deel van het persoonlijk ondersteuningsplan is online beschikbaar. Het format is vrij in te richten (denk aan de eigen huisstijl of standaard templates uit de eigen systemen), zolang de minimale verplichte inhoud kwalitatief is uitgewerkt. Alle in het samenwerkingstraject genoemde doelen moeten SMART worden uitgewerkt in het tweede deel van het persoonlijk ondersteuningsplan. Bij een wijziging in de status van een taak krijgt de Wmo-consulent een notificatie. De taakstatussen die beschikbaar zijn voor de aanbieder zijn afgehandeld en uitgesteld. De statussen afgehandeld en akkoord en afhandeling niet akkoord zijn voor de participatieadviseur. Bel bij onduidelijkheid over de status met de Wmo-consulent. Opschorting gebeurt altijd in overleg met de gekoppelde Wmo-consulent. De gemeente Almere blijft verantwoordelijk voor de officiële communicatie met de cliënt. De volgende velden zijn beschikbaar in de taak nadat je hierop hebt geklikt: Taak: omschrijving van de taak; Bestemd voor gebruiker: actiehouder van de taak; Einddatum: twee weken na de startdatum van het traject; Prioriteit: wordt niet gebruikt; Status van de taak: openstaand (in behandeling), afgerond (het tweede deel van het persoonlijk ondersteuningsplan is toegevoegd) of opgeschort (de deadline is niet haalbaar); Omschrijving: optioneel om extra informatie toe te voegen bij een statuswijziging. 27

28 8. Waar kunnen aanbieders terecht met vragen? Online is veel informatie te vinden over de werkwijze van de ondersteuningsarrangementen. Hieronder staat via welk kanaal specifieke vragen te stellen zijn Vragen over specifieke cliënten Vragen die inhoudelijk of organisatorisch over een specifieke cliënt gaan, kun je rechtstreeks stellen aan de betrokken Wmo-consulent (eerste dossierhouder in het WIZportaal). Het adres van deze participatieadviseur staat in het opgevoerde samenwerkingstraject van de cliënt in het WIZportaal. Wil je liever telefonisch contact? Bel dan naar telefoonnummer of vraag de Wmo-consulent via om je te bellen Vragen over contracten Voor vragen op het gebied van contracten, inkoop/aanbesteding en aanverwante procedures kun je terecht bij de contractmanager van jouw organisatie. Dit kan per mail of telefonisch Vragen over werkproces en werkwijze Ook alle vragen op het gebied van het werkproces en de werkwijze rond de ondersteuningsarrangementen (inclusief het administratieprotocol) kun je stellen via de contractmanager van jouw organisatie. Dit kan per mail of telefonisch. 28