BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb)

Transcriptie

1 Assen, 2 mei 2017 Ons kenmerk BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb) Vergunninghouder : namens Stichting AA s Adres : Activiteit : plaats laten vinden van FestiValderAa Aangevraagde activiteit:, hebben namens Stichting AA s een aanvraag voor een vergunning op basis van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming ingediend. De aanvraag is door ons ontvangen op 21 januari U hebt de volgende documenten meegestuurd, die geacht worden onlosmakelijk met uw aanvraag te zijn verbonden: - Aanbiedingsbrief (vergunningaanvraag) van 21 januari 2017; - Omgangsregelingen festivalterrein 2017; - Rapport ecologisch onderzoek Bureau Molenaar september 2015 en 15 februari 2016 De activiteit Het FestiValderAa is een theater-, kunst- en muziekfestival nabij het dorp Schipborg. Tijdens het festival zijn diverse podia aanwezig waar theater- en muziekactiviteiten plaats vinden. Daarnaast zijn er verschillende tenten en kleinschalige eetgelegenheden aanwezig op het festivalterrein. Het festivalterrein Heidesteeg is gelegen in het Natura 2000-gebied Drentsche Aa (zie afbeelding 1). Het festival wordt in 2017 gehouden vanaf vrijdag 7 juli 17:00 tot zondag 9 juli 22:30. Daarnaast wordt de locatie opgebouwd en weer afgebroken, waarmee de werkelijk activiteiten plaats vinden in de periode van maandag 3 juli tot en met woensdag 12 juli De daaropvolgende jaargangen waarvoor de vergunning wordt aangevraagd vinden plaats op de volgende perioden: - maandag 2 juli t/m woensdag 11 juli maandag 1 juli t/m woensdag 10 juli maandag 29 juni t/m woensdag 8 juli maandag 28 juni t/m woensdag 7 juli maandag 27 juni t/m woensdag 6 juli 2022 Besluit Gedeputeerde Staten van Drenthe hebben besloten op basis van bijgevoegde stukken een Wnbvergunning voor het onderdeel Natura 2000 te verlenen aan onder de volgende voorschriften, geldend voor elke jaargang: Bij correspondentie verzoeken wij u het zaaknummer te vermelden.

2 2 1. Beschermde habitattypen gelegen buiten het festivalterrein worden afgeschermd met behulp van een afrastering in de vorm van schapenhekken en/of linten en draden; 2. Het aanwezige habitattype stuifzanden met struikheide op het festivalterrein zelf wordt afgeschermd door middel van vlonders conform de in de bijlage opgenomen kaart. 3. Bij de opbouw van de vlonders is een ecoloog aanwezig die toeziet op juiste plaatsing van de steunpunten tijdens de opbouw. De ecoloog ziet toe dat de aanwezige struikheide en overige stukjes habitattype van de beste kwaliteit bij de plaatsing van de steunpunten wordt ontzien. Binnen twee maanden na de laatste dag van het festival wordt een rapportage van deze ecoloog naar de Provincie Drenthe toegestuurd. Dit kan worden verstuurd naar 4. Zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen één maand na de laatste dag van het festival wordt het deel van het habitattype waarop de steunpunten hebben gestaan naar inzicht van een ecoloog geharkt of kleinschalig geplagd. Wanneer deze maatregelen zijn uitgevoerd wordt dit telefonisch doorgegeven aan van de Provincie Drenthe op. 5. De ontwikkeling van deelgebied 1 dient door een ecoloog te worden gemonitord. De monitoring dient om vast te kunnen stellen dat verslechtering van het habitattype niet optreedt. Hierbij wordt een vergelijk gemaakt tussen de staat van instandhouding ten opzichte van het voorgaande jaar. Binnen twee maanden na de laatste dag van het festival dient dit onderzoek te worden verstuurd aan de Provincie Drenthe. Dit kan worden verstuurd naar wnb@drenthe.nl. 6. U ziet toe op het schoonhouden van festivalterrein door het plaatsen van meerdere afvalbakken, grote oud papier- en afvalcontainers en door een verbod voor het uitdelen van flyers om verder zwerfafval te voorkomen. Na afloop verwijderd u al het resterend afval wat nog aanwezig is op het festivalterrein en de directe omgeving. 7. Locaties voor eventuele theatervoorstelling en overige activiteiten die buiten het aangevraagde festivalterrein worden georganiseerd zullen niet plaatsvinden op enig aangewezen habitattype. Deze locatie(s) zullen in afstemming met Staatsbosbeheer worden bepaald. 8. Het terras zal worden aangelegd en afgebroken conform het in bijlage 1 opgenomen document FVA17Hoeomtegaanmethetterrein. 9. Het bezoekersaantal zal over de drie festivaldagen het aantal van 9500 (terrein en locaties)niet te boven gaan, het aantal bezoekers op enig moment op het festivalterrein zal nooit meer dan 3000 bedragen. Hierop wordt gestuurd middels maximale aantallen kaarten. Indien niet aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan of uit de monitoring blijkt dat er sprake is van een verslechtering van het habitattype als gevolg van het festival kan dit leiden tot het intrekken van de vergunning. Beroep Dit besluit wordt voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Van 28 februari 2017 tot en met 11 april 2017 heeft het ontwerpbesluit ter inzage gelegen. Daarop zijn geen zienswijzen binnengekomen.

3 3 Belanghebbenden die het niet eens zijn met dit besluit kunnen binnen zes weken na publicatie van deze beschikking beroep indienen bij Rechtbank Noord-Nederland. Voor meer informatie over de beroepsprocedure zie Gedeputeerde Staten voornoemd, namens dezen, mevrouw drs. J.R.M. Tolsma, Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling Afschrift aan: - Staatsbosbeheer, t.a.v, Leonard Springerlaan 23, 9727 KB Groningen - het college van Burgemeester en Wethouders van Aa en Hunze (digitaal)

4 4 BIJLAGE 1: MOTIVERING BIJ BESLUIT 1. Aanvraag en procesverloop Wij hebben de aanvraag ontvangen op 21 januari De aanvraag maakt deel uit van deze beschikking. De volgende documenten zijn onlosmakelijk met de aanvraag verbonden: - Aanbiedingsbrief (vergunningaanvraag) van 21 januari 2017; - Omgangsregeling festivalterrein 2017; - Rapporten ecologisch onderzoek Bureau Molenaar september 2015 en 15 februari Wettelijke bepalingen Voor het realiseren van projecten of verrichten van andere handelingen welke gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor een Natura 2000-gebied de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben, moet het bevoegd gezag beoordelen of toestemming kan worden verleend op grond van artikel 2.7, tweede lid en artikel 2.8, van de Wnb. De aangevraagde vergunning wordt verleend op basis van de artikelen 2.7 en 2.8 van de Wnb. 3. Bevoegd gezag In de Wnb is vastgelegd dat er voor besluiten met effecten op Natura 2000-gebieden altijd sprake is van één bevoegd gezag (1.3 Wnb). Dit zijn de Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of andere handeling (in hoofdzaak) wordt gerealiseerd of wordt verricht. Omdat de activiteit in dit geval plaatsvindt op het grondgebied van de provincie Drenthe zijn wij bevoegd te beslissen. 4. Is er sprake van significant effect? 4.1. Is er sprake van een verslechtering? Het festivalterrein is voor een groot deel gelegen binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Drentsche Aa. Het festivalterrein overlapt gedeeltelijk (zie afbeelding 1) met oppervlak van het aangewezen habitattype stuifzanden met struikheide (H2310). Voor dit habitattype is er een doelstelling voor het behoud van het areaal en verbetering van de kwaliteit. De landelijke staat van instandhouding van dit habitattype is matig ongunstig. In het Drentsche Aa gebied varieert de kwaliteit van goed tot matig. Overige beschermde habitattypen zijn niet gelegen op het festivalterrein of de directe omgeving. Aangewezen habitatrichtlijnsoorten komen niet voor op het festivalterrein.

5

6 6 bestaande kwaliteit en afname van het oppervlakte van het habitattype stuifzanden en struikheide te voorkomen, waarmee wordt voorzien in het voorkomen van een verslechtering van het habitattype stuifzanden en struikheide. a. Het bezoekersaantal zal over de drie festivaldagen het aantal van 9500 (terrein en locaties) niet te boven gaan, het aantal bezoekers op enig moment op het festivalterrein zal nooit meer dan 3000 bedragen. b. Zij zal waarborgen dat het festivalterrein schoon van afval wordt gehouden en na afloop schoon van afval zal worden opgeleverd c. Zij zal het gedeelte van het festivalterrein wat onder het habitattype valt, zodanig afdekken dat het niet door enig persoon betreden zal worden tijdens het festival d. Zij zal alleen gebruik maken van het terrein zoals aangegeven op de bijgevoegde plattegrond e. Zij zal zoveel mogelijk het gebied en de natuur waar het festival plaatsvindt respecteren f. Zij zal de habitatgebieden die rondom het festivalterrein zijn gelegen afhekken zodat deze niet betreden zullen worden. g. Zij zal in het kader van de mitigerende maatregelen deelgebied I gedurende het festival afdekken en afhekken zodat het niet betreden zal worden. Na afloop van het festival zullen de plekken waar de steunpunten van het terras hebben gestaan worden geharkt. Dit om achteruitgang van het deelgebied te voorkomen. Afbeelding 2: Deelgebieden Effectbeoordeling In 2015 heeft een onderzoek plaats gevonden om duidelijkheid te verkrijgen over de effecten van het festival op het voorkomende habitattype H2310 (Bureau Molenaar, 2015). Het onderzoek heeft aangetoond dat op het festivalterrein op beperkte schaal het habitattype H2310 voorkomt. In het grootste deel van het terrein is het habitattype verdwenen en er komt nu een schrale graslandvegetatie voor dat niet gerekend kan worden tot een habitattype. Voorts zijn de voor de aanvraag van 2016 voorgestelde maatregelen wederom getoetst (Bureau Molenaar, 15 februari 2016)

7 7 en van aanbevelingen voorzien, welke eveneens zijn meegenomen in de maatregelen. De voorgestelde mitigerende maatregelen zijn als volgt door ons beoordeeld: a. Per dag wordt een maximaal aantal kaarten verkocht van 3000 stuks, waarmee de organisatie kan sturen op het aantal bezoekers waarmee een te grote toestroom kan worden voorkomen. b. Door het schoon houden van het terrein na afloop van het festival wordt gewaarborgd dat er geen organisch materiaal achterblijft. Hiermee wordt voorkomen dat de bodem voedselrijker wordt en daarmee minder geschikt voor ontwikkeling van het habitattype H2310. c. Door gebruik van het terrein op de aangegeven manier wordt gewaarborgd dat er geen betreding plaats zal vinden van het aanwezige of omliggende habitattypen. d. Door gebruik van het terrein op de aangegeven manier (bijlage omgangsregelingen) wordt voorkomen dat tijdens de opbouw- en afbraakfase schade optreedt aan de vegetatie op het festivalterrein. e. Op basis van de zorgplicht is dit reeds geborgd. Om deze reden zullen wij hiervoor geen voorschrift opnemen. f. Door gebruik van het terrein op de aangegeven manier wordt gewaarborgd dat er geen betreding plaats zal vinden van het aanwezige of omliggende habitattypen. g. Doordat het deelgebied 1 geheel zal worden afgedekt is betreding en daarmee verdichting van de bodem uitgesloten. De verdichting die middels de steunpunten op kan treden zal na afloop van het festival worden hersteld middels plaggen of harken, afhankelijk van de noodzaak. Harken zal hier in de meeste gevallen volstaan. Het gaat hier om een oppervlak van 5 m2 waarvan de kwaliteit reeds slecht is en waarbij het niet aannemelijk is dat H2310 hierop zal ontwikkelen zonder ingrepen. Omdat de plekken van de steunpunten onder supervisie van een ecoloog worden bepaald zal verder het minimaal aanwezige habitattype worden ontzien evenals de meeste geschikte stukken voor wat betreft de ontwikkeling van het habitattype. Vanwege de kleinschalige herstelwerkzaamheden zal de kwaliteitsverbetering van het deelgebied 1 langzaam zijn. Dit zal verder worden beïnvloed door het dagelijks gebruik van het gebied buiten het festival om. De kans dat het gebied binnen zes jaar dusdanig is verbeterd dat het niet meer mogelijk is om steunpunten te plaatsen achten wij hierdoor als zeer gering. Met inachtneming van de voorgestelde maatregelen zullen de gevolgen van het houden van een festival voor de instandhoudingsdoelstelling (het habitattype Stuifzanden met struikheide ) er met zekerheid niet toe leiden dat de doelstelling voor behoud van het oppervlak en verbetering van de kwaliteit niet gehaald wordt. Hiermee is voldoende gewaarborgd dat de betreding niet resulteert in een verslechtering van de kwaliteit en oppervlakte van het habitattype stuifzanden en struikheide Is er sprake van verslechtering dan wel (significante) verstoring? Er kan gesteld worden dat er in de zin van het bepaalde in de Wnb geen sprake is van verslechtering of significante verstoring van soorten. Want: - er is geen sprake van verslechtering dan wel (significante) verstoring van habitatrichtlijnsoorten omdat deze niet voorkomen in het plangebied en de directe omgeving; - er is geen sprake van verslechtering dan wel (significante) verstoring van typische vogelsoorten van het habitattype stuifzanden met struikheide omdat het festivalterrein geen geschikt leefgebied vormt voor deze soorten (duinpieper (A255), korhoen (A107), nachtzwaluw (A224), draaihals (A233) en tapuit (A277).