Samenvatting Biologie DNA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Biologie DNA"

Transcriptie

1 Samenvatting Biologie DNA Samenvatting door een scholier 2995 woorden 8 december keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 3 DNA: het management van je cellen 3.1 DNA: geheimtaal (De bouw van DNA en chromosomen) -hoe erfelijke informatie is opgeslagen in DNA. -de bouw van DNA en een chromosoom. -wat het verband is tussen DNA en chromosomen. Elke cel bevat DNA. DNA bevindt zich in de chromosomen. De chromosomen bestaan uit een DNA-molecuul en een groot aantal eiwitten. In het DNA ligt in codevorm de erfelijke informatie opgeslagen. Het DNA-molecuul heeft de vorm van een wenteltrap; een dubbele helix van twee om elkaar gewonden ketens. De ketens zijn opgebouwd uit nucleotiden. Elk nucleotide bestaat uit een fosfaatgroep, een suikermolecuul (deoxyribose) en een stikstofbase. In het DNA vier verschillende stikstofbasen voor: adenine (A), cytosine (C), guanine (G) en thymine (T). De twee ketens zijn met elkaar verbonden door basenparen. Tegenover de T in de ene keten zit altijd een A in de andere keten (en om gekeerd); evenzo vormen C en G basenparen. De ene keten is een soort spiegelbeeld van de andere keten; de ketens zijn complementair. 3.2 ' en we noemen hem Hugo' (Chromosomen, genen en genoom) - het verband tussen allel, gen, DNA, chromosoom en genoom - dat een gen de code bevat voor een eiwit - het doel van het humaan genoom project Het DNA in een cel is verdeeld over een aantal afzonderlijke chromosomen, die verschillen in vorm en lengte. Elk type chromosoom komt in elke lichaamscel twee keer voor; samen vormen die tweetallen een Pagina 1 van 9

2 chromosomenpaar. Van elk chromosomenpaar is er één afkomstig van de vader en één afkomstig van de moeder. Geslachtscellen bezitten van elk paar een chromosoom. In elk chromosoom bevindt zich een groot aantal genen. Elk gen levert de informatie voor één eiwit. Meestal bepalen meerdere genen samen een eigenschap, bijv. bloedgroep of haarkleur. Omdat chromosomen in lichaamscellen in paren voorkomen, komt elk gen in lichaamscellen in tweevoud voor. De informatie van de chromosomen van een paar is niet altijd geheel hetzelfde. De varianten van een gen noemt men allelen (enkelvoud allel). Het humaan genoomproject (HUGO) heeft alle menselijk genen (het genoom) in kaart gebracht. 3.3 DNA vertaald (Van DNA-code naar eiwit) - de relatie tussen DNA in de kern en bouw van eiwitten. - dat stukjes DNA via een RNA afdruk worden vertaald in eiwitten. Bij elk proces in het lichaam zijn eiwitten betrokken. Eiwitten zijn lange ketens van aminozuren. Er zijn zo'n 20 verschillende aminozuren. Eiwitten verschillen in aantal, soort en volgorde van de aminozuren in de keten en bovendien in de manier waarop ze in een ruimte gevouwen zijn. Er zijn oneindig veel verschillende eiwitten mogelijk. De bouw van een eiwit (de volgorde, het aantal en de soort aminozuren) wordt bepaald door de volgorde van de nucleotiden in het DNA. Het DNA is een soort kookboek vol eiwitrecepten. Een gen bevat de code (AATCGGCACG ) voor een eiwit. De erfelijke code is een tripletcode. Drie stikstofbasen (een triplet, bijv. CGA) coderen voor één aminozuur. De code wordt via de RNA-boodschap (een afdruk van een deel van het DNA) naar de ribosomen gebracht. Daar wordt de code 'vertaald' in een eiwit. Drie DNA-tripletten, coderen voor geen enkel aminozuur. Komt zo'n triplet in een stuk DNA voor dan betekent het dat de eiwitaanmaak daar stopt. Zo'n triplet heet daarom een stopcodon. Het menselijk DNA bevat behalve de genen ook grote stukken DNA, die niet voor een eiwit coderen: het 'nonsens-dna'. Over de functie daarvan wordt druk gespeculeerd. 3.4 Stabiliteit van DNA (Punt-en chromosoommutaties) - typen mutaties, oorzaken en gevolgen van mutaties. - oorzaken van tumoren. Mutaties zijn veranderingen in het DNA. Er zijn verschillende typen mutaties. Bij een puntmutatie is één nucleotide in de keten veranderd; bij een chromosoommutatie is een deel van het chromosoom met meerdere genen veranderd. Door puntmutaties kunnen verschillende allelen ontstaan. Een verandering in het DNA kan zonder gevolgen blijven. Treedt een mutatie op in een geslachtscel, dan komt de mutatie in een volgende generatie terecht. Mutaties treden spontaan op. Er zijn milieufactoren (bijv. straling) die mutaties in de hand werken, maar er Pagina 2 van 9

3 zijn in de cel reparatiemechanismen die de DNA-schade kunnen herstellen. Bij grote DNA-schade vernietigt de cel zichzelf. Daarmee verdwijnt de mutatie. Het aantal mutaties dat blijft bestaan, is door deze oorzaken niet groot. Wanneer er blijvende mutaties zijn in de regelgenen van de celdeling, kan de celdeling ontsporen. Er treedt ongecontroleerde celdeling op waardoor goedaardige of kwaadaardige tumoren kunnen ontstaan. 3.5 Goochelen met genen en mensen (DNA-gebruik bij identificatie en gentherapie) - diverse DNA-technieken. - voor- en nadelen van een genenpaspoort. - de keuzemogelijkheden bij erfelijke aandoeningen. Door middel van moderne technieken kan iemands unieke DNA-patroon vastgesteld worden (DNAfingerprint) en vastgelegd in een genenpaspoort. Zo'n fingerprint maakt het mogelijk om erfelijke aandoeningen op te sporen. De wetenschap van je DNA-patroon kan gunstig zijn als je bijvoorbeeld door aanpassing van je leefgewoonten de kans op ziekten verkleint. Het kan ook nadelig zijn omdat het in de toekomst wellicht een reden kan zijn om je niet te verzekeren of aan te nemen bij sollicitaties. Met een 'DNA-fingerprint' is het ook mogelijk vaderschap vast te stellen of de dader van een misdrijf op te sporen. Door middel van DNA-onderzoek bij embryo's kan vastgesteld worden of er sprake is van een erfelijke aandoening. Deze wetenschap stelt de aanstaande ouders voor moeilijke keuzen: de zwangerschap afbreken (abortus) of in een later stadium gentherapie toepassen. Bij gentherapie worden genen die een ziekte of afwijking veroorzaken vervangen of aangevuld door gezonde genen. Gentherapie is nog grotendeels toekomstmuziek. Het overbrengen van genetisch materiaal van het ene individu naar het andere is aan regels (normen) gebonden. Ook het gebruik van embryo's is niet voor alle doeleinden toegestaan. Bij het gebruik van de kennis van DNA is een ethische discussie over waarden en normen aan de orde ('Wat kan, mag dat ook?'). 4 Groei 4.1 Dooreten, daar word je oud van (Voeding, groei en verouderen) - de invloed van voedsel op groei en ontwikkeling van het individu. - een aantal oorzaken van veroudering. - de functie van telomeren (DNA-uiteinden). De samenstelling van het voedsel is belangrijk voor de groei en ontwikkeling, maar heeft ook invloed op de snelheid waarmee veroudering optreedt. Je groeit doordat je cellen delen. Celdeling is niet alleen nodig voor de groei maar ook voor het vervangen Pagina 3 van 9

4 van versleten cellen. Lichaamscellen delen niet eindeloos, doordat bij elke deling het eindstuk van een chromosoom, het telomeer, korter wordt. Als het telomeer 'op' is houdt de celdeling op. Er zijn cellen die beschikken over het enzym telomerase. Telomerase maakt het telomeer langer. Een cel met telomerase kan langer delen dan een cel zonder telomerase. Cellen raken in de loop van de tijd beschadigd door stofwisselingsprocessen: het DNA verandert en belangrijke stoffen functioneren niet meer. Dat leidt tot verouderingskenmerken, grijs haar, rimpels, slechter werkende zintuigen en stramme spieren. Bij grote beschadigingen treedt celdood in werking. Bij veroudering neemt aantal afgestorven en beschadigde cellen toe. 4.2 Giraffen en olifanten (Groeien) -de invloed van hormonen en groeifactoren op de groei. -de relatie tussen lengtegroei en groei in pijpbeenderen. -voor- en nadelen van een grotere massa ten opzichte van lengte. Lengtegroei komt door de groei van de pijpbeenderen doordat de kraakbeencellen in de groeischijf van deze beenderen reageren op signalen om te delen en te verbenen. In de puberteit maken jongens en meisjes een groeispurt door. Hormonen uit de hypofyse (geslachtshormonen en groeihormoon) stimuleren de groei. Alleen cellen met receptoren voor deze hormonen reageren op het signaal van de hormonen. De cel maakt dan een groei-eiwit, (een groeifactor) waardoor de celdeling, bijvoorbeeld in de groeischijf van een pijpbeen op gang komt. Wanneer het gen voor dit groei-eiwit gemuteerd is, treedt er geen celdeling en dus geen groei op. Bij groei neemt de massa in verhouding sterker toe dan het oppervlak, daardoor wordt de invloed van de zwaartekracht op het lichaam groter. Grote organismen hebben relatief stevige poten om hun lichaam te kunnen dragen. Groter worden heeft ook een voordeel, want doordat relatief meer cellen in het inwendige van het lichaam zitten is het warmteverlies minder. 4.3 Jong blijven? Vernieuw je cellen! (Mitose en celdeling) -de fasen van de celcyclus. -de verdubbeling van DNA en chromosomen. -in een tekening of foto stadia van de mitose herkennen. Bij een celdeling ontstaan twee dochtercellen uit één moedercel. Celdelingen verlopen volgens een vast patroon: de celcyclus. Een pas ontstane dochtercel maakt eerst voldoende nieuwe celorganellen en cytoplasma (G1-fase). Daarna volgt de verdubbeling van het DNA (DNA-synthese). Tijdens een DNA- Pagina 4 van 9

5 verdubbeling in de S - fase gaan de twee strengen van een DNA-molecuul uit elkaar. Tegenover elke base komt een nieuwe base, waarbij A en T combineren, en C en G. De twee nieuwe DNA dubbelstrengen die hiervan het resultaat zijn, heten chromatiden. Ze zitten nog op één plek aan elkaar vast: het centromeer. Om deze chromatiden goed te kunnen verdelen over de nieuwe dochtercellen ontstaan speciale eiwitten tijdens de G2 - fase. Tevens wordt het verdubbelde DNA gecontroleerd op foutjes en verdubbelen celorganellen zich. G1, S en G2 vormen samen de interfase, de periode tussen twee delingen. Dan volgt de kerndeling, mitose. De DNA-moleculen rollen in elkaar. Ze vormen samen met eiwitten korte dikke structuren die je met een lichtmicroscoop ziet als chromosomen. De speciale eiwitten van de spoelfiguur trekken de chromatiden zodanig uit elkaar, dat elke nieuwe kern identiek DNA krijgt. Hier eindigt de mitose. Pas daarna deelt de cel zelf in tweeën (celdeling). 4.4 Beter een goede buur... (Determinatie, specialisatie en ontwikkeling) -het effect van celdeterminatie op celdifferentiatie. -de rol van (master)genen bij ontwikkeling van organen. -de beïnvloeding van cellen door inductie. Elke mens is ontstaan uit één cel, de bevruchte eicel (zygote). Na de bevruchting deelt de zygote vele malen; er ontstaan miljarden cellen. De cellen lijken in het begin nog veel op elkaar, maar tijdens de embryonale ontwikkeling ontstaan er verschillen in bouw en functie tussen de cellen. De cellen differentieren zich. Deze celdifferentiatie begint doordat groepen genen in een cel aan- of uitgeschakeld worden. In een bepaald type cel wordt een andere combinatie van genen actief dan in een ander type. De cellen krijgen hierdoor een bestemming, determinatie, en gaan zich in een bepaalde richting ontwikkelen. Mastergenen sturen dit proces. Het contact met buurcellen beïnvloedt ook de richting waarin een cel zich ontwikkelt. Deze beïnvloeding heet inductie. Bij inductie kunnen ook cellen verdwijnen door voorgeprogrammeerde celdood. Zo ontstaan bijvoorbeeld aparte vingers uit handklompjes. 4.5 Wildgroei (Ongeremde celdeling) -oorzaken voor het ontstaan van tumoren. -de rol van regelgenen bij de celcyclus. -de opeenvolging van veranderingen bij kanker. De celdeling wordt geregeld door stoffen die de celdeling stimuleren of remmen. Een cel heeft receptoren voor deze stoffen. Door die stoffen worden regelgenen voor de celdeling aan- of uitgeschakeld.. Er zijn twee soorten regelgenen: proto-oncogenen, die de celdeling stimuleren en suppressorgenen, die de celdeling remmen. Als de aanvoer van stimulerende of remmende stoffen niet goed is of als de receptor Pagina 5 van 9

6 niet werkt, kan de celdeling ontregeld worden. Ook kan de celdeling ontregeld worden doordat de regelgenen gemuteerd zijn. Door mutaties in deze genen kunnen kan de celdeling zo van slag raken dat er uiteindelijk tumoren (gezwellen) ontstaan. Vaak komt het niet zover. Cellen met onherstelbare DNAbeschadigingen schakelen dan een zelfmoordgen aan waardoor zo'n cel sterft. Een tumor is goedaardig als hij op zijn plaats blijft (bijv. een wrat). Een kwaadaardige tumor kan zich uitzaaien (metastase), doordat cellen losraken van de tumor, zich verspreiden via bloed en lymfe en op een andere plaats in het lichaam een nieuwe tumor vormen. Een kwaadaardige tumor heet kanker. Carcinogene stoffen en straling kunnen kanker veroorzaken. Men is voortdurend op zoek naar nieuwe behandelmethoden voor kanker. 6.2 Zaadcel / eicel (Vorming van de geslachtscellen bij de mens) - hoe geslachtscellen gevormd worden. Geslachtscellen ontstaan door meiose. Een meiose bestaat uit twee delingen: meiose I waarbij de homologe chromosomen verdeeld worden over twee cellen en meiose II waarbij de chromosomen gedeeld worden in twee chromatiden. Er ontstaan uiteindelijk vier haploïde geslachtscellen, met in elke cel de helft van het aantal chromosomen van een diploïde lichaamscel. Tijdens profase I treedt crossing-over op. Hierdoor kunnen homologe chromosomen stukjes met elkaar uitwisselen. Bij vrouwen begint de meiose al in het foetale stadium. Onder invloed van hormonen voltooit tijdens elke menstruatiecyclus meestal één follikel de meiose. Pas als er bevruchting optreedt, wordt meiose II afgemaakt. Dan zijn er uiteindelijk drie poollichaampjes en één eicel gevormd. 7 Erfelijkheid 7.1 Je bent uniek ( Oorzaken van variatie) - hoe het komt dat mensen verschillend zijn. De erfelijke eigenschappen liggen vast in genen. Ieder mens is uniek. De oorzaak is recombinatie van chromosomen tijdens meiose en bevruchting (H6). Ook crossing-over (het uitwisselen van stukjes chromosomen) en mutaties (veranderingen in het erfelijk materiaal, DNA) dragen bij aan de variatie. 7.2 Wat je chromosomen 'vertellen' (Erfelijke afwijkingen) - welke chromosomen het geslacht bepalen. Pagina 6 van 9

7 - dat je in een chromosomenportret bepaalde chromosomale afwijkingen kunt herkennen. In een chromosomenportret of karyogram hebben onderzoekers de chromosomen (behalve het 23e paar) op lengte gerangschikt. Karyogrammen van mannen en vrouwen zijn verschillend. Vrouwen hebben in hun karyogram twee gelijke geslachtschromosomen (XX), mannen twee verschillende (XY). In vrouwelijke cellen is meestal één van de X-chromosomen inactief. Dit inactieve X-chromosoom is met een microscoop zichtbaar als een klein korreltje in de kern, het lichaampje van Barr. Op het Y-chromosoom ligt het SRYgen. Dit gen speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de geslachtsorganen van de man. Door karyogrammen zijn bepaalde chromosomale afwijkingen te ontdekken. Bij het Down syndroom zie je in het karyogram in plaats van twee, drie exemplaren van het 21e chromosoom. Bij een translocatie is een stukje van een chromosoom losgeraakt en terechtgekomen op een ander chromosoom. 7.3 Een mens is meer dan zijn genen (Invloed genotype en milieu op het fenotype) - dat genen en het milieu samen je fenotype bepalen. - dat uit tweelingonderzoek de invloed van het milieu en genotype op een eigenschap af te leiden is. Het fenotype of verschijningsvorm wordt bepaald door het genotype en het milieu. Een aangeboren eigenschap hoeft niet erfelijk te zijn. Het is voor veel eigenschappen, met name bij gedrag, onduidelijk of ze vastliggen in de genen of dat omgevingsfactoren (milieu) bepalend zijn. Gegevens hierover komen vooral uit tweelingonderzoek. 7.4 Je genen geef je door (Verschillende vormen van overerving) - verschillende vormen van overerving. - met kruisingsschema's de kans op mogelijke genotypen en fenotypen te bepalen. Allelen zijn variaties van genen op overeenkomstige plaatsen op een homoloog chromosomenpaar. Deze allelen kunnen ongelijk zijn. Het ene allel overheerst dan het andere. Het overheersende allel heet het dominante allel; het ondergeschikte allel het recessieve allel. Een drager of draagster van het recessieve allel is heterozygoot; het dominante allel bepaalt het fenotype. Je waarneembare eigenschappen, je fenotype komen tot stand door je genen en het milieu. Een organisme is homozygoot voor een bepaalde eigenschap als beide allelen van een paar gelijk zijn. Verschillen de allelen voor een bepaalde eigenschap dan is het organisme heterozygoot. Als bij een heterozygoot genotype beide allelen tot uiting komen, is een intermediair fenotype het gevolg. Bij de overerving van bloedgroepen is sprake van co-dominatie: er is sprake van meer dan één dominant allel voor deze eigenschap. Via stambomen en kruisingsschema's kun je voorspellingen doen over de eigenschappen van de nakomelingen.kruisingen waarbij gelet wordt op een kenmerk heten monohybride kruisingen. Kleurenblindheid en hemofilie (bloederziekte) zijn Pagina 7 van 9

8 aandoeningen die X-chromosomaal overerven. 7.5 Als genen afwijken (Prenatale diagnostiek) - hoe artsen eventuele afwijkingen bij een embryo opsporen. - de kans op erfelijke afwijkingen te berekenen. - de problemen rond prenataal onderzoek onderkennen. Door middel van erfelijkheidsonderzoek (bijv. een vruchtwaterpunctie of vlokkentest) kunnen artsen al ver voor de geboorte vaststellen of een embryo erfelijke afwijkingen heeft. Ook uit het bloed van de moeder zijn embryonale cellen (afkomstig van de placenta) voor deze zogenaamde prenatale diagnostiek te halen. Soms kiezen ouders bij ernstige afwijkingen van hun ongeboren kind voor het afbreken van de zwangerschap (abortus). 8 Werken met genen 8.1 Melk, melk en nog eens melk (Veredelen van rassen) - hoe door steeds de beste ouderdieren te selecteren een ras verbetert. Een ras is door selectie te verbeteren. Door alleen de organismen met de bepaalde gewenste erfelijke eigenschappen te gebruiken bij de geslachtelijke voortplanting kunnen gewenste veredelde nakomelingen ontstaan. Dergelijke combinaties van erfelijke eigenschappen komen alleen onder gunstige milieuomstandigheden optimaal tot uiting. 8.2 Mientje en Adelheid (Kruisingsschema's en kansberekening) - hoe je een kruising kunt oplossen. - hoe inteelt soms leidt tot het tot uiting komen van recessieve allelen. Door kruisingsschema's te maken krijg je inzicht in de overerving van eigenschappen. Bij dihybride kruisingen, dat zijn kruisingen waarbij je op twee genen tegelijk let, kun je de kans op een bepaald type nakomeling aflezen in een kruisingsschema. Je kunt deze kans ook berekenen door de dihybride kruising te splitsen in twee monohybride kruisingen en de kansen van de afzonderlijke monohybride kruisingen met elkaar te vermenigvuldigen. Bij kruising van nauw verwante individuen (inteelt) is de kans groter dat in de nakomelingen Pagina 8 van 9

9 eigenschappen tot uiting komen die horen bij de recessieve allelen dan bij kruisingen van niet verwante individuen. 8.3 Runderen uit glas (Kloneren van dieren) - wat kloneren is. - hoe onderzoekers dieren klonen. Een kloon is door ongeslachtelijke voortplanting uit één voorouder ontstaan. Schimmels, bacteriën en gisten klonen gemakkelijk door celdeling. Dieren kunnen door embryosplitsing gekloond worden. Bij biotechnologische voortplanting gebruiken onderzoekers technieken als superovulatie, kunstmatige inseminatie, embryo-en kerntransplantatie en overbrengen van embryo's in draagmoederdieren. 8.4 Runderen met een menselijk trekje (Recombinant-DNA- technieken) - hoe onderzoekers de erfelijke eigenschappen van organismen kunnen veranderen. Onderzoekers kunnen met recombinant-dna technieken stukjes DNA met de erfelijke informatie voor een gewenste eigenschap inbouwen in het DNA van een ander organisme. Dit organisme is dan transgeen. Andere technieken om een organisme transgeen te maken zijn: micro-injectie (het inspuiten van vreemd DNA in de kern van een bevruchte eicel), infectie met retrovirussen (in het RNA van deze virussen is een stukje vreemd erfelijk materiaal ingebouwd dat na infectie omgezet wordt in DNA en terechtkomt in het DNA van een gastheercel) en embryocellen (in ongedetermineerde embryonale cellen wordt het DNA veranderd; deze cellen worden vervolgens in een embryo ingebracht). Deze gemodificeerde cellen worden een onderdeel van het embryo. Bij celfusie laten onderzoekers twee cellen samensmelten. De dan gevormde cel krijgt alle eigenschappen van beide cellen. Dit is het geval bij de productie van monoklonale antistoffen. 8.5 Biotechnologie ter discussie (Mag alles wat kan?) - keuzes maken over het veranderen van de erfelijke eigenschappen van organismen. Bij biotechnologische technieken speelt vaak de volgende ethische vraag: Mag alles wat kan? Sommige mensen maken zich grote zorgen over de veiligheid en welzijn van mens, dier en milieu. De risico's bij biotechnologische technieken dienen zorgvuldig in kaart te worden gebracht. Pagina 9 van 9

Begrippenlijst Biologie DNA

Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen: Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o

Nadere informatie

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke

Nadere informatie

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA. Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke

Nadere informatie

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen). Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3 en 4

Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2927 woorden 4 april 2011 7,2 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie: Samenvatting hoofdstuk 3 Samenvatting

Nadere informatie

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.

Nadere informatie

Een modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype.

Een modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype. Samenvatting door A. 2698 woorden 16 mei 2013 7,8 1 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting 3.1 De chromosomen bevatten de informatie voor de erfelijke eigenschappen, dit is vastgelegd in het DNA. De

Nadere informatie

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting door een scholier 2251 woorden 18 maart 2004 7,3 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Hoewel mensen

Nadere informatie

4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1

4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1 Boekverslag door N. 1802 woorden 11 april 2013 4.5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BS1 Pigment wordt veroorzaakt door enzymen, oftewel: eiwitten, bestaande uit een groot aantal

Nadere informatie

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren :

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren : Samenvatting door een scholier 1923 woorden 10 maart 2002 7,6 81 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1: Eiwitmolecuul bestaan uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren. In het lichaam zijn

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8 Samenvatting door een scholier 1255 woorden 18 maart 2009 3,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Samenvatting H.1,7,8 Hoofdstuk 1 gedrag 1.1

Nadere informatie

Voortplanting en celdeling

Voortplanting en celdeling Voortplanting en celdeling Inleiding Kenmerkend voor de levende natuur is het streven om de soort in stand te houden. Voor de groene plant als groep komt daar nog bij het vastleggen en beschikbaar maken

Nadere informatie

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1

Nadere informatie

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn. Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen

Nadere informatie

BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6

BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6 BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6 Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai DOELSTELLINGEN:

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Erfelijkheid

Samenvatting Biologie Erfelijkheid Samenvatting Biologie Erfelijkheid Samenvatting door een scholier 3283 woorden 20 november 2002 6,9 200 keer beoordeeld Vak Biologie.1 wanneer zijn eigenschappen erfelijk? - Zichtbare eigenschappen van

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4

Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor

Nadere informatie

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd. Biologie SE4 Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Tijdens de ovulatie komt een eicel vrij uit een van de beide ovaria. Deze eicel komt terecht in een eileider. Een van de zaadcellen die de tocht van de vagina naar

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting Biologie Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting door een scholier 1888 woorden 16 juni 2016 6,5 5 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 De zichtbare eigenschappen (het uiterlijk) van een

Nadere informatie

6.9. Boekverslag door S woorden 24 maart keer beoordeeld. Thema 4 DNA

6.9. Boekverslag door S woorden 24 maart keer beoordeeld. Thema 4 DNA Boekverslag door S. 2580 woorden 24 maart 2003 6.9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Thema 4 DNA Basisstof 1: chromosomen bevindt zich de informatie voor de erfelijke eigenschappen. Via enzymen kunnen erfelijke

Nadere informatie

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose?

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? In welke cellen vindt mitose plaats? Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? Hoeveel centromeren bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? Een cel ondergaat

Nadere informatie

Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA

Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Lesstof PW9 Toets 9.1 Boek: Biologie voor het MLO (zesde druk) Hoofdstuk 5 Biomoleculen blz. 89 t/m 106 Hoofdstuk 11 Klassieke genetica blz. 224 t/m 227 Hoofdstuk

Nadere informatie

genen die op de autosomen liggen, in tegenstelling tot X-chromosomale genen.

genen die op de autosomen liggen, in tegenstelling tot X-chromosomale genen. Begrippenlijst door een scholier 3446 woorden 20 september 2009 7,7 10 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Aangeboren eigenschappen eigenschappen die bij de geboorte aanwezig zijn. Voor een deel

Nadere informatie

Biologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer

Nadere informatie

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke

Nadere informatie

Biologie (jaartal onbekend)

Biologie (jaartal onbekend) Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren

Nadere informatie

Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9

Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9 Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9 Begrippenlijst door een scholier 2843 woorden 2 april 2007 7,2 74 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie thema 4, DNA, samenvatting

Nadere informatie

Basisstof 7 Genetische variatie

Basisstof 7 Genetische variatie Afbeelding 33. RNA-interferentie.1 RNA bevat 2 complementaire sequenties die aan elkaar plakken, zodat er een haarspeld structuur ontstaat (1 van afbeelding 33). Het enzym Dicer knipt het dubbele RNA in

Nadere informatie

Newsletter April 2013

Newsletter April 2013 1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien

Nadere informatie

28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

GENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.)

GENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.) GENETICA EN EVOLUTIE Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.) VAN DNA NAAR EIWIT GENETICA EN EVOLUTIE DNA Alle erfelijke informatie ligt opgeslagen in DNA in de vorm van genen.

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Een zichtbare eigenschap maakt deel uit van het fenotype van

Nadere informatie

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie

Nadere informatie

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting

Nadere informatie

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november 2005 4,4 5 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Het leven, wat heeft er allemaal met het leven te maken. Het leven is erg ingewikkeld, een goede

Nadere informatie

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 24 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62534 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Samenvatting ANW Synthese - het genenpaspoort - DNA als persoonskenmerk

Samenvatting ANW Synthese - het genenpaspoort - DNA als persoonskenmerk Samenvatting ANW Synthese - het genenpaspoort - DNA als persoonskenmerk Samenvatting door een scholier 1983 woorden 21 maart 2002 5,8 52 keer beoordeeld Vak Methode ANW ViaDELTA Paragraaf 5.1: Van uniek

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 t/m 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 t/m 4 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 t/m 4 Samenvatting door een scholier 4468 woorden 7 december 2003 6,9 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 2: Cellen in werking Par. 2.1 Bouwstenen

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid

Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden door een scholier 1762 woorden 24 januari 2003 7,2 298 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie

Nadere informatie

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1 BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.10.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Examenreader Erfelijkheid BIOLOGIE

Examenreader Erfelijkheid BIOLOGIE Examenreader ERFELIJKHEID Inhoud 1 Introductie 2 2 Eindtermen erfelijkheid... 3 3 Begrippenlijst erfelijkheid... 4 4 Oefening Jongen of een meisje?... 6 5 Algemeen geldende regels rond kruisingsvraagstukken...

Nadere informatie

Oplossingen Biologie van 2000

Oplossingen Biologie van 2000 www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag

Nadere informatie

Examen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016. 2016 JasperOut.nl. Thema 2 DNA

Examen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016. 2016 JasperOut.nl. Thema 2 DNA Examen Voorbereiding DNA Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 DNA Begrippenlijst: Begrip mtdna kerndna Plasmiden Genoom DNA-replicatie DNA-polymerase Eiwitsynthese RNA-molecuul Codon Genregulatie

Nadere informatie

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington Erfelijkheid van de ziekte van Huntington In de kern van iedere cel van het menselijk lichaam is uniek erfelijk materiaal opgeslagen. Dit erfelijk materiaal wordt ook wel DNA (Desoxyribonucleïnezuur) genoemd.

Nadere informatie

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns Genetische Selectie Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar Sabine Spiltijns 2010-2011 0 We kunnen aan de hand van een genetische selectie ongeveer voorspellen hoe de puppy s van onze hondjes er gaan uitzien.

Nadere informatie

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni 2004 6 78 keer beoordeeld Vak Biologie Genetica A. Inleiding Ouders en nakomelingen bezitten gelijke kenmerken, maar toch vertonen ze verschillen. Wat

Nadere informatie

S e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e

S e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e 76 Voortplanting S e k s u e l e v o o r t p l a n t i n g De seksuele voortplanting of reproductie van de mens houdt in dat man en vrouw elk de helft van hun erfelijke aanleg, dus één van elk van de 22

Nadere informatie

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-GL en TL Erfelijkheid biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 30 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst 12 Verklarende woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Januari 2008 Gesteund door EuroGentest, NoE

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Erfelijkheid

Examen Voorbereiding Erfelijkheid Examen Voorbereiding Erfelijkheid Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 4 Erfelijkheid Begrippenlijst: Begrip DNA-sequentie Genexpressie Epigenetica Homozygoot Heterozygoot Intermediair Monohybride

Nadere informatie

Biologie 1997 Augustus

Biologie 1997 Augustus www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een

Nadere informatie

Juli blauw Biologie Vraag 1

Juli blauw Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Juli geel Biologie Vraag 1

Juli geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine

Nadere informatie

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine

Nadere informatie

6,3. Proef door een scholier 2004 woorden 19 april keer beoordeeld. Wat is het Down Syndroom?

6,3. Proef door een scholier 2004 woorden 19 april keer beoordeeld. Wat is het Down Syndroom? Proef door een scholier 2004 woorden 19 april 2002 6,3 48 keer beoordeeld Vak Biologie Wat is het Down Syndroom? Elke cel bestaat uit 2 delen: de kern en het cytoplasma. In de kern bevinden zich de chromosomen.

Nadere informatie

Erfelijkheid en evolutie. Hoofdstuk 5

Erfelijkheid en evolutie. Hoofdstuk 5 Erfelijkheid en evolutie Hoofdstuk 5 Leerdoelen 5.3 Geslachtelijke voortplanting Je kunt de kenmerken van geslachtelijke voortplanting noemen Je kunt eschrijven hoe een twee-eiige tweeling en hoe een eeneiige

Nadere informatie

3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?

3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu? Genetica Vragen bij hoofdstuk 13, 14 en 15 van 'Biology', Campbell, 7e druk Versie 2006 2007 Theorie 1. Hoe noemt men een plant die raszuiver is voor een bepaalde eigenschap? 2. Hoe noemt men planten met

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 t/m 7

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 t/m 7 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 t/m 7 Samenvatting door een scholier 1236 woorden 27 mei 2006 7,8 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting [HS1] - Motivatie: inwendige prikkel

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari 2005 6 511 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 5 Opdracht 1 1. Het uiterlijk is een fenotype van een organisme. 2. Alle erfelijke informatie

Nadere informatie

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Bij uw bezoek aan de polikliniek Klinische Genetica heeft de klinisch geneticus of een genetisch consulent

Nadere informatie

Celdeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Celdeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 14 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62460 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie

Nadere informatie

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11 1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief Dialogen voor conceptcartoons Verband genotype/fenotype, dominant/recessief 1 Is dit ons kind? (Zie conceptcartoon Horst Wolter op deze site.) Leermoeilijkheid (misconcept): Uiterlijke eigenschappen weerspiegelen

Nadere informatie

Op de foto: Karyogram: chromosomenportret -> chromosomen tijdens metafase van mitose.

Op de foto: Karyogram: chromosomenportret -> chromosomen tijdens metafase van mitose. Samenvatting door een scholier 1727 woorden 29 januari 2005 6 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 7 Erfelijkheid 7.1 Je bent uniek Overeenkomsten en verschillen: Genetica: - hoe overeenkomsten

Nadere informatie

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica U of uw kind is doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de afspraak legt een klinisch geneticus of een genetisch

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW Biotechnologie

Praktische opdracht ANW Biotechnologie Praktische opdracht ANW Biotechnologie Praktische-opdracht door een scholier 2871 woorden 4 december 2003 6,3 20 keer beoordeeld Vak ANW *~ Biotechnologie~* Deelvragen DNA Wie heeft DNA ontdekt, en hoe

Nadere informatie

Verklarende Woordenlijst

Verklarende Woordenlijst 12 Verklarende Woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en

Nadere informatie

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens! Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor

Nadere informatie

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Microvilli Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2

Nadere informatie

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microvilli Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie Afsluitende les Leerlingenhandleiding DNA-onderzoek en gentherapie Inleiding In de afsluitende les DNA-onderzoek en gentherapie zul je aan de hand van een aantal vragen een persoonlijke en kritische blik

Nadere informatie

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen Samenvatting Biologie Hoofdstuk : Cellen Samenvatting door Anna 1714 woorden 12 november 2017 8,1 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk : Cellen Paragraaf 1: Celonderdelen Om het overzicht

Nadere informatie

Genetische aspecten. Inleiding

Genetische aspecten. Inleiding Hoofdstuk 2 Genetische aspecten Inleiding De ontwikkeling van één enkele bevruchte eicel tot een uiterst complex menselijk organisme staat onder voortdurende invloed van erfelijke factoren, van het interne

Nadere informatie

Spierziekten en genetica

Spierziekten en genetica Susan Peters, MSc Spierziekten en genetica Chromosomen en genen Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. Zij ontstaan door celdeling. Eerst is er alleen een bevruchte eicel. Deze deelt zich in tweeën,

Nadere informatie

Begrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met

Begrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met Begrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met uracil (U) in RNA. Adenine komt ook voor in AMP, ADP,

Nadere informatie

PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID

PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID over houden van huisdieren Heel wat ziekten en aandoeningen bij dieren zijn (helemaal

Nadere informatie

Vragen bij paragraaf 5.1 en 5.2

Vragen bij paragraaf 5.1 en 5.2 Vragen bij paragraaf 5.1 en 5.2 1. Geef van onderstaande begrippen een omschrijving. celdifferentiatie overgang van stamcellen in specifieke cellen (specialisatie) katalysator een stof die een bepaalde

Nadere informatie

4,5. Praktische-opdracht door een scholier 1995 woorden 25 juni keer beoordeeld DNA

4,5. Praktische-opdracht door een scholier 1995 woorden 25 juni keer beoordeeld DNA Praktische-opdracht door een scholier 1995 woorden 25 juni 2004 4,5 23 keer beoordeeld Vak ANW DNA Vrijwel iedereen heeft het woord DNA wel eens gehoord of gelezen en de meesten weten dan ook wel te vertellen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 t/m 8

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 t/m 8 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 t/m 8 Samenvatting door een scholier 3148 woorden 24 april 2007 8,4 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H6 Voortplanting 6.1 Het begin is er Wanneer een eicel

Nadere informatie

9, Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven

9, Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november 2009 9,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven 2.1 Het doel van natuurwetenschappelijk werk is: iets te weten

Nadere informatie

4, Geprikkeld gedrag. 1.2 De zweep voor het publiek. 1.3 Seks: vechten, vluchten of vriendjes worden?

4, Geprikkeld gedrag. 1.2 De zweep voor het publiek. 1.3 Seks: vechten, vluchten of vriendjes worden? Samenvatting door Een scholier 1638 woorden 5 juni 2003 4,2 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H1 1.1 Geprikkeld gedrag Inwendige prikkel: hormonen Gemotiveerd: door de dalende temperatuur

Nadere informatie