Technische beoordeling van een longsimulator en draagbare office spirometers

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Technische beoordeling van een longsimulator en draagbare office spirometers"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Faculteit Ingenieurswetenschappen Vakgroep Cardiovascular Mechanics and Biofluid Dynamics Research Unit, IBiTech Voorzitter: Prof. dr. ir. P. Verdonck Technische beoordeling van een longsimulator en draagbare office spirometers door Promotoren: Prof. dr. ir. P. Verdonck Prof. dr. E. Derom Scriptie ingediend tot het behalen van de academische graad van burgerlijk werktuigkundig elektrotechnisch ingenieur optie biomedische ingenieurstechnieken Academiejaar

2 Voorwoord De opleiding burgerlijk ingenieur wordt traditioneel afgesloten door een masterscriptie. Een werk van zoeken, meten, verklaren en samenvatten wordt gesynthetiseerd in dit finaal document. Vanuit ons interessegebied kozen wij een biomedisch gericht onderwerp. De combinatie van onderzoek in verband met het menselijk lichaam, het technische aspect van de longsimulator en de interdisciplinaire samenwerking maakten van deze scriptie een aantrekkelijk geheel. Graag zouden wij onze promotoren prof. dr. ir. P. Verdonck en prof. dr. E. Derom bedanken voor de voortdurende stimulans gedurende het hele proces gaande van literatuurstudie over effectieve metingen tot de verwerking van de resultaten. De begeleiding was een gezonde mix van grote interesse in het onderzoeksdomein en het streven naar duidelijkheid en overzicht. Ook richten wij speciaal een woord van dank tot prof. dr. G. Liistro van de UCL voor de uitgebreide ondersteuning, het delen van zijn expertise in het onderzoeksdomein en het aanreiken van de office spirometers. Daarnaast verdient ook Clara Ionescu een speciale vermelding voor de immer kritische noot. Wij bedanken ook graag Robert Moens van Medical Electronic Construction en zijn werknemers voor het ter beschikking stellen van de longsimulator en de overige meetapparatuur. We stellen hun geduld, gastvrijheid en meedenken tijdens de vele meetsessies erg op prijs, in het bijzonder de zeer gewaardeerde assistentie van Jean-Yves Moens. Een laatste dankwoord gaat uit naar iedereen die op één of andere manier heeft bijgedragen tot de voltooiing van deze scriptie: onze familie, medestudenten, vrienden en vriendinnen, lectoren van de tekst, kortom iedereen die ons is blijven steunen door het scriptielabeur heen! Dank U! Met de resultaten van deel I van deze scriptie (beoordeling van de longsimulator) werden abstracts ingediend bij de Belgische Vereniging voor Pneumologie en de European Respiratory Society. Beide abstracts werden aanvaard en op 5 mei 2007 presenteerden we een deel van ons werk op de GSK award. Onze poster kan teruggevonden worden in bijlage D. i

3 Toelating tot bruikleen De auteurs geven de toelating deze scriptie voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van de scriptie te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie. Op datum van 26 juni Yannick Lips Bart Vanclooster ii

4 Technische beoordeling van een longsimulator en draagbare office spirometers door Scriptie ingediend tot het behalen van de academische graad van burgerlijk werktuigkundig elektrotechnisch ingenieur optie biomedische ingenieurstechnieken. Academiejaar Promotoren: Prof. dr. ir. P. Verdonck IBiTech Faculteit Ingenieurswetenschappen Universiteit Gent Prof. dr. E. Derom Inwendige ziekten, pneumologie Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Universiteit Gent Samenvatting Spirometrietesten werden traditioneel enkel uitgevoerd in ziekenhuizen. Daar de toestellen steeds kleiner werden met de ontwikkeling van draagbare office spirometers tot gevolg, wordt een longfunctieonderzoek bij de huisarts mogelijk. In dit afstudeerwerk wordt de nauwkeurigheid van zeven dergelijke toestellen onderzocht. Om deze beoordeling uit te voeren, wordt gebruik gemaakt van een longsimulator. In deel I van deze scriptie wordt gestart met een kort overzicht van de longfunctie en de meest courante technieken in de spirometrie. Daarna wordt de ijking van de meettoestellen bekeken en de longsimulator beoordeeld. Er wordt aangetoond dat dit toestel heel reproduceerbaar, maar niet altijd nauwkeurig is. Deel II van dit afstudeerwerk beoordeelt de zeven draagbare office spirometers door de longsimulator ademhalingspatronen te laten genereren. De parameters van deze patronen worden berekend uit metingen met geijkte Fleisch pneumotachografen en de resultaten worden vergeleken met de metingen van de office spirometers. De testen worden uitgevoerd met warme verzadigde lucht. Geen enkele spirometer slaagt erin alle parameters nauwkeurig te meten. Trefwoorden: longsimulator, draagbare office spirometer, Fleisch pneumotachograaf, nauwkeurigheid, reproduceerbaarheid iii

5 Extended abstract iv

6 v

7 Inhoudstafel Voorwoord...i Toelating tot bruikleen... ii Extended abstract... iv Inhoudstafel... vi Tabel met afkortingen...1 Inleiding...2 I. Beoordeling van een longsimulator De longen Het ademhalingsstelsel De structuur Het bloed Het lymfatisch stelsel De ademhaling De werking van de longen De longventilatie De gasuitwisseling Longvolumes Spirometrie Doel Het Forced Vital Capacity manoeuvre De test Standaardisatie van spirometrie Technische vereisten van een spirometer Vereisten voor de weergave Kwaliteitscontrole van een spirometer Richtlijnen voor het uitvoeren van een FVC-manoeuvre Evaluatie van het FVC-manoeuvre...16 a. De start van de test...16 b. Het einde van de test Evaluatie tussen verschillende FVC-manoeuvres Peak Expiratory Flow ATS curven: testsignalen...18 a. Forced Vital Capacity (FVC)...18 b. Peak Expiratory Flow (PEF) Foute testen Interpretatie van de metingen Benodigde eigenschappen van een longsimulator...24 vi

8 4. De Hans Rudolph longsimulator (1120 series) Bouw Software Andere functies WILAmed: PMC R De meetapparatuur De Fleisch pneumotachografen Het meetprincipe Toestelbeschrijving De ijking en nauwkeurigheid van de pneumotachografen IJking door de fabrikant IJking door het von Karman Instituut...33 a. Het meetprincipe...33 b. Vergelijking ijking door de fabrikant en door het von Karman Instituut IJking door middel van referentiespuiten IJking door volumecontrole...36 a. Het meetprincipe...36 b. Vergelijking ijking door de fabrikant en door het von Karman Instituut IJking door het von Karman Instituut (deel 2)...38 a. Het meetprincipe...39 b. Finale ijkwaarden...42 c. Extra elementen Lineariteit van de pneumotachografen Druktransducer Beoordeling van de Hans Rudolph longsimulator Beoordelingswijze Constante debieten Nauwkeurigheid Reproduceerbaarheid PEF van ATS curven Nauwkeurigheid Reproduceerbaarheid PEF van patiëntspecifieke curven Nauwkeurigheid Reproduceerbaarheid ATS volume-tijd curven Forced Vital Capacity (FVC) Forced Expiratory Volume after one second (FEV 1 ) Peak Expiratory Flow (PEF) Forced Expiratory Flow (FEF ) Temperatuurscontrole en de bevochtigingsfunctie Het verwarmingselement rond de cilinder Het bevochtigen van de lucht...78 a. Koude lucht + ultrasone bevochtiger...78 b. Externe bevochtiger Metingen en conclusie Conclusie...80 vii

9 II. Beoordeling van draagbare office spirometers Evolutie van de spirometrie Geschiedenis Volume spirometers...83 a. Waterklok...83 b. Rolling seal spirometer Debiet spirometers...83 a. Kleine turbine...84 b. Hete draad anemometer...84 c. Ultrasoon...85 d. Pneumotachograaf: type Fleisch...85 e. Pneumotachograaf: type Lilly Spirometrie in de praktijk Reglementering en normen voor medische elektrische apparatuur CE-markering ISO 9001: ISO 13485: IEC Geteste draagbare office spirometers One Flow FVC Bouw en werking Functionaliteiten Gebruikswijze Hygiëne One Flow FEV Bouw en werking Functionaliteiten Gebruikswijze Hygiëne Spirobank II Bouw en werking Functionaliteiten Gebruikswijze Hygiëne SpiroCard Bouw en werking Functionaliteiten Gebruikswijze Hygiëne Pocket-Spiro BT Bouw en werking Functionaliteiten Gebruikswijze Hygiëne Pneumotrac Bouw en werking Functionaliteiten Gebruikswijze Hygiëne...99 viii

10 2.7. SpiroUSB Bouw en werking Functionaliteiten Gebruikswijze Hygiëne De testprocedure Een volume opmeten Meting van 3 liter geleverd met een referentiespuit Interpretatie van gemeten volumes: BTPS-correcties FVC-manoeuvres opmeten Interpretatie van de metingen De referentiemetingen Toleranties van de spirometerfabrikanten Absolute afwijking van de spirometer Resultaten van de geteste draagbare office spirometers One Flow FVC Meting van 3 liter geleverd met een referentiespuit Voldoet de One Flow FVC aan de eigen toleranties? One Flow FEV Meting van 3 liter geleverd met een referentiespuit Voldoet de One Flow FEV 6 aan de eigen toleranties? Spirobank II Meting van 3 liter geleverd met een referentiespuit Voldoet de Spirobank II aan de eigen toleranties? SpiroCard Meting van 3 liter geleverd met een referentiespuit Voldoet de SpiroCard aan de eigen toleranties? Pocket-Spiro BT Meting van 3 liter geleverd met een referentiespuit Voldoet de Pocket-Spiro BT100 aan de eigen toleranties? Pneumotrac Meting van 3 liter geleverd met een referentiespuit Voldoet de Pneumotrac aan de eigen toleranties? SpiroUSB Meting van 3 liter geleverd met een referentiespuit Voldoet de SpiroUSB aan de eigen toleranties? De spirometers onderling vergeleken Discussie Conclusie One Flow FVC One Flow FEV Spirobank II SpiroCard Pocket-Spiro BT Pneumotrac SpiroUSB Rangschikking ix

11 Nawoord Tot zover het studeren Terugblik op het T-woord Afbeeldingen-, grafieken- en tabellenlijst Referenties Bijlagen x

12 Tabel met afkortingen Afkorting ATP ATPS ATS BTPS COPD ERS FEF 25 FEF 50 FEF 75 FEF FEV 1 FEV 6 FVC IEC ISO PEF Ambient Temperature and Pressure Omgevingstemperatuur en omgevingsdruk. Beschrijving Ambient Temperature and Pressure, Saturated with water vapour Omgevingstemperatuur en druk, verzadigd met waterdamp. American Thoracic Society. Body Temperature, ambient Pressure and Saturated with water vapour Lichaamstemperatuur en omgevingsdruk, verzadigd met waterdamp. Chronic obstructive pulmonary disease. European Respiratory Society. Het debiet wanneer 25% van de totale FVC is uitgeademd. Het debiet wanneer 50% van de totale FVC is uitgeademd. Het debiet wanneer 75% van de totale FVC is uitgeademd. Het gemiddelde debiet tussen 25% en 75% van de FVC; wordt ook wel MMEF, maximaal mid-expiratoir debiet, genoemd. Forced Expiratory Volume after 1 second. Geforceerd expiratoir volume in 1 seconde. Dit is de maximale hoeveelheid gas die na maximale inspiratie kan worden uitgeademd in de eerste seconde na het begin van de uitademing. Forced Expiratory Volume after 6 seconds. Geforceerd expiratoir volume in 6 seconden. Dit is de maximale hoeveelheid gas die na maximale inspiratie kan worden uitgeademd in de eerste zes seconden na het begin van de uitademing. Forced Vital Capacity. Geforceerd expiratoir volume: de maximale hoeveelheid gas die na maximale inspiratie kan worden uitgeademd. International Electrotechnical Commision. International Organization for Standardization. Peak Expiratory Flow Expiratoire piekstroom: het maximale debiet dat tijdens een maximaal geforceerde expiratie bereikt wordt. 1

13 Inleiding Chronic obstructive pulmonary disease (COPD) is een verzamelnaam voor een aantal obstructieve longaandoeningen waaronder chronische bronchitis en longemfyseem. Deze longziekte is één van de belangrijkste doodsoorzaken in de eerste wereld en wordt voornamelijk waargenomen bij rokers 7. Volgens cijfers van de World Health Organization (WHO) 28 lijden 80 miljoen mensen aan een gemiddeld tot ernstige vorm van COPD en in 2005 stierven 3 miljoen mensen ten gevolge van COPD. In 2002 was het de vijfde doodsoorzaak in de wereld en verwacht wordt dat het totaal aantal slachtoffers zal toenemen met 30% in de komende 10 jaar. Hierdoor zou COPD in 2030 de vierde plaats innemen op de lijst van belangrijkste doodsoorzaken wereldwijd. Onderstaande afbeelding 1-1 geeft een overzicht van het aantal slachtoffers ten gevolgde van COPD in Europa. passief) 7 Afbeelding 1-1: Mortaliteit ten gevolge van COPD in Europa. bron: De hoofdoorzaken van deze aandoening liggen voornamelijk bij het roken (zowel actief als maar ook luchtvervuiling, blootstelling aan stof en chemicaliën worden aangewezen als oorzaken 28,29. Tot nu toe werd bewezen dat stoppen met roken de enige behandeling is die verlies aan longfunctie kan tegenhouden 8. Het grootste probleem bij de detectie van COPD blijft dat rokers zelden klagen, zelfs wanneer zij lijden aan kortademigheid 7. Desondanks kunnen longfunctiewijzigingen reeds meer dan 10 jaar voor het optreden van kortademigheid gedetecteerd worden 8. Een studie uitgevoerd door Halbert et al. 9 wijst op een prevalentie voor COPD van 9 à 10% bij volwassenen ouder dan 40 jaar. 2

14 Een studie van Buffels et al. 10 wijst op een mogelijke verdubbeling van het aantal gekende COPD patiënten wanneer huisartsen gaan screenen met behulp van draagbare office spirometers. Ook een studie uitgevoerd door Walker et al. 11 wijst op een toename in het aantal COPD diagnoses bij gebruik van office spirometers. Verschillende instanties zijn zich bewust van deze studies en de nood aan sensibilisering en case finding bij de bevolking. Op 18 mei 2007 werd een koninklijk besluit gepubliceerd in het staatsblad met betrekking tot de terugbetaling van spirometrie-onderzoeken uitgevoerd door de huisarts 30. Hieraan worden een aantal voorwaarden gekoppeld: de debiet-volume curve en de volume-tijd curve moeten bijgehouden worden en het toestel moet meetwaarden geven voor FVC, FEV 1 en FVC/FEV 1 (Tiffeneau-index). In Nederland bestaat al langer een tussenkomst door de sociale zekerheid 31. Daarnaast werd dit jaar reeds de derde nationale spirometriedag georganiseerd door de Belgische vereniging voor pneumologie 32 in samenwerking met privé-partners. Er bestaat ook een internationale spirometriedag 33 om de problematiek onder de aandacht te brengen. Opdat deze vroege diagnose mogelijk zou zijn, dienen de huisartsen te beschikken over afdoende apparatuur ter ondersteuning, de zogenaamde draagbare office spirometers. Reeds vele producenten brengen dergelijke toestellen op de markt terwijl slechts enkele studies verricht werden naar de kwaliteit ervan. Gewoonlijk steunen deze studies op een vergelijking van de draagbare office spirometer met een standaard spirometer zoals die voor handen is in een ziekenhuis Daarnaast is er een recent verschenen studie in Chest, uitgevoerd door Liistro et al. 7 waarbij 10 draagbare spirometers met elkaar en met een standaard spirometer vergeleken werden. Hierbij werden de technische en functionele eigenschappen van deze toestellen bekeken. Men besluit dat sommige draagbare office spirometers in staat zijn om COPD te detecteren hoewel sommige apparaten aanleiding kunnen geven tot een misclassificatie. Belangrijk is dat deze studie tot stand is gekomen door de toestellen te gebruiken bij patiënten die allen een intrinsieke variabiliteit bezitten in hun ademhaling en FVC-manoeuvres. Idealiter wordt gebruik gemaakt van een toestel dat deze variabiliteit opheft door ademhalingspatronen nauwkeurig en reproduceerbaar te genereren, een longsimulator. De Amerikaanse firma Hans Rudolph Inc. ontwierp zo een toestel. In dit afstudeerwerk worden de prestaties van de Hans Rudolph Flow/Volume Simulator Series 1120 beoordeeld naar nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid. In een tweede luik van deze scriptie wordt een beoordeling gemaakt van zeven draagbare office spirometers door gebruik te maken van deze longsimulator. 3

15 I. B e o o r d e l i n g v a n e e n l o n g s i m u l a t o r 1. D E L O N G E N 1.1. Het ademhalingsstelsel De structuur De ademhaling is één van de meest cruciale functies van het menselijk lichaam. Overleven zonder zuurstof is slechts enkele minuten mogelijk. Deze essentiële taak wordt uitgevoerd door het ademhalingsstelsel met als belangrijkste orgaan de longen, ondersteund door de ademhalingsspieren. De lucht bereikt de longen niet onmiddellijk. We nemen de lucht binnen via de neus of de mond die verbonden zijn met de keelholte. In deze delen wordt de lucht verwarmd en bevochtigd om dan zijn weg te vervolgen door de larynx (strottenhoofd) en de trachea (luchtpijp). De luchtpijp splitst zich op in twee hoofdluchtpijptakken. De linkerhoofdluchtpijptak splitst in twee secundaire bronchi en de rechterhoofdluchtpijptak splitst in drie secundaire bronchi. Op basis van deze secundaire bronchi kan men de long onderverdelen in vijf lobben (twee links, drie rechts). Door verdere vertakkingen ontstaan acht tertiaire bronchi in de linkerlong en tien tertiaire bronchi in de rechterlong. Elk van deze tertiaire bronchi is verantwoordelijk voor de luchtvoorziening van een segment van de longen. Er zijn dus acht segmenten in de linkerlong en tien in de rechterlong, deze segmenten zijn van elkaar gescheiden door een laag bindweefsel. Door deze structuur kan een segment chirurgisch weggenomen worden zonder de overige segmenten te beïnvloeden. De tertiaire bronchi vertakken vele malen tot primaire bronchioli die op hun beurt opsplitsen in verscheidene terminale bronchioli. De terminale bronchioli vertakken dan nog verder tot ademhalingsbronchioli. Deze laatste voorzien dan de alveolaire buisjes van lucht. Met elk alveolair buisje zijn dan nog vijf tot zes alveoli (longblaasjes) verbonden. De trachea en de bronchi bevatten kraakbeen om de kanalen van een stevige structuur te voorzien. Vanaf de bronchioli vermindert het gehalte kraakbeen sterk en het is zelfs volledig verdwenen in de kleinste terminale bronchioli. Daarnaast gaat een toename van gladde spiercellen gepaard met de daling in het gehalte kraakbeen. In het totaal splitst de trachea 23 maal op waarbij de eerste 16 verdelingen een transportzone vormen voor de ademhalingsgassen. De overblijvende zeven verdelingen vormen een overgangs- en ademhalingszone waar gasuitwisseling plaatsvindt. Dit gebeurt in de ademhalingsbronchioli, de alveolaire buisjes en de alveoli. Een gevolg van deze vele opsplitsingen is dat het totale beschikbare oppervlak voor gasuitwisseling sterk vergroot, en dat de snelheid van de lucht in de alveoli heel laag is. Afbeelding 1-1 geeft een overzicht van de afgelegde weg van de ademhalingsgassen. 4

16 Afbeelding 1-1: Het ademhalingsstelsel. bron: The Mc Graw-Hill Companies In tabel 1-1 worden de verschillende diameters weergegeven van de vertakkingen van de trachea tot de alveoli. De totale oppervlakte van de doorsnede van de luchtwegen stijgt zeer snel. In de trachea bedraagt deze 2,5 cm² en vergroot door de vele opsplitsingen tot een totaal van ongeveer cm² in de alveoli. Afbeelding 1-2 toont deze sterke stijging in oppervlakte in functie van het aantal opsplitsingen van de luchtwegen. Tabel 1-1: De longvertakkingen 34. 5

17 Afbeelding 1-2: Oppervlakte van luchtwegendoorsnede 2. In de alveoli gebeurt de gasuitwisseling met het bloed door middel van diffusie doorheen het alveolair epitheelweefsel dat op sommige plaatsen slechts 0,5 µm dik is. Dit erg dunne weefsel en het grote contactoppervlak (ongeveer 1 m² per kg lichaamsgewicht) zorgen voor een optimale gasuitwisseling tussen de lucht in de alveoli en de rode bloedcellen in de longcapillairen Het bloed Het merendeel van het bloed dat in de longen aanwezig is, wordt aangevoerd via de longslagaders. Deze slagaders vertakken tot een netwerk van kleine capillairen die rond de alveoli liggen. Wanneer het bloed verrijkt is met zuurstof, vloeit het terug via de longaders naar het linker atrium van het hart. Net zoals elke cel in het lichaam hebben ook de longen bloed nodig om te functioneren. Dit bloed wordt aangevoerd door de bronchiënslagader waar het met behulp van vertakkingen de bronchiën van bloed voorziet Het lymfatisch stelsel Door het gehele lichaam bestaat een uitgebreid netwerk van lymfevaten en -klieren. De vaten ontstaan uit een netwerk van minuscule vaatjes die gelegen zijn in het interstitium en rond de capillairen. Deze initiële lymfevaten versmelten tot grotere die dan op hun beurt onderbroken worden door lymfeklieren. Al deze vaten eindigen uiteindelijk in een tweetal verzamelplaatsen: de ductus lymfaticus dexter en de ductus lymfaticus thoracicus. Deze deponeren de lymfe in de bloedbaan, respectievelijk in de vena brachiochephalica sinister en de vena cava superior. Lymfe is het ultrafiltraat van bloedplasma en bevat water, elektrolyten en eiwitten. Het bestaat uit cellulaire elementen, voornamelijk lymfocyten, maar ook rode bloedcellen en macrofagen komen voor. De belangrijkste functie van het lymfesysteem is de afvoer van vocht, eiwitten en cellulaire elementen uit weefsels naar de bloedcirculatie. Zo wordt er dagelijks van de twintig liter interstitieel vocht achttien liter afgevoerd via het veneus systeem en twee liter via het lymfatisch systeem. Ongeveer de helft van 6

18 alle plasma-eiwitten wordt zo iedere dag gerecirculeerd. Een andere belangrijke taak is het aanmaken van antistoffen door de lymfocyten, die bacteriën of andere schadelijke lichaamsvreemde stoffen bestrijden. Ze worden in de lymfeklieren die fungeren als filterstation, gevangen en door fagocytose vernietigd. Lymfecapillairen hebben een diameter van 10 tot 50 µm en bestaan uit een enkele laag van endotheelcellen met een discontinue basaalmembraan. Dankzij dit membraan is er uitwisseling mogelijk van bloedcellen, andere bloedproducten en lichaamsvreemde stoffen tussen de verschillende capillairen (lymfe en bloed) en het interstitium. Er zijn ook gedeeltes in de capillairen waar de endotheelcellen elkaar overlappen en zo kleppen vormen. Deze kleppen hebben openingen van 10 tot 25 nm groot in een normale fysiologische situatie, zodat instroom van kleine partikeltjes mogelijk is. De vulling van de lymfecapillairen kan worden verklaard door de osmotische gradiënt en door fluctuerende intraluminale druk. Lymfeformatie, actieve contracties en externe druk genereren lymfestroom. De lymfe stroomt slechts in één richting door de aanwezigheid van kleppen in de verzamellymfevaten. Peristaltiek treedt op door contracties van longitudinale en circulaire lagen van glad spierweefsel in de media van verzamellymfevaten met een frequentie van 10 tot 15 keer per minuut. De peristaltiek wordt gereguleerd door vullingsdruk, humorale mediatoren en neurale mechanismen. Aanhoudende externe druk vermindert de lymfestroom maar intermitterende externe druk heeft een stimulerend effect. Een overzicht van de lymfekanalen in de longen wordt gegeven in afbeelding 1-3. Afbeelding 1-3: Structuur van de long 2. TB: terminale bronchiolus RB: ademhalingsbronchiolus AD: alveolair buisje A: alveolus 7

19 1.2. De ademhaling De longen zorgen ervoor dat de cellen in ons lichaam voortdurend van zuurstof voorzien worden om hun functies uit te voeren. Naast het leveren van zuurstof zorgen de longen ook voor de diffusie van koolstofdioxide, een afvalproduct van ons lichaam. Ademhaling is de verzamelnaam voor een geheel van vier processen (zie afbeelding 1-4). Deze vier processen zijn: Longventilatie: dit proces zorgt voor een voortdurende verversing van de lucht in de luchtzakjes van de longen; de alveoli. Externe ademhaling: de gasuitwisseling in de alveoli waarbij zuurstof uit de ingeademde lucht opgenomen wordt door het bloed. Dit verloopt via een diffusieproces. Transport van ademhalingsgassen: zowel de opgenomen zuurstof als de uitgescheiden CO 2 worden getransporteerd tussen de longen en de lichaamscellen door het bloed. Interne ademhaling: in deze laatste fase is er dan een nieuwe gasuitwisseling, ditmaal tussen het bloed en de lichaamscellen. Longventilatie Externe ademhaling Transport van ademhalingsgassen Interne ademhaling Afbeelding 1-4: De ademhalingsprocessen geïllustreerd a.d.h.v. de gasuitwisseling 2. (bijhorende partieeldrukken in mmhg) Het is hier niet de bedoeling om de volledige werking van de longen te bespreken, toch is het interessant om enkele basisprincipes van ons ademhalingssysteem onder de loep te nemen. In de volgende paragraaf wordt vooral de longventilatie bekeken. 8

20 1.3. De werking van de longen De longventilatie Een longventilatiecyclus bestaat uit 2 fasen: een in- en uitademing. Gedurende de inademing vloeit lucht naar de longen, terwijl gedurende de uitademing gassen de longen verlaten. De inademing is het actieve deel van de longventilatie. De drijvende factor is het middenrif dat samentrekt, waardoor het naar beneden beweegt en op die manier de borstholte vergroot. Dit wordt nog versterkt door de uitwendige tussenribspieren die de ribbenkast opwaarts en zijwaarts doen bewegen. Aangezien de longen en de wand van de borstholte slechts door een dun laagje pleuraal vocht gescheiden zijn, glijdt de long gemakkelijk over de wand van de borstholte zonder dat het contact verloren gaat. Wanneer dan de borstholte vergroot, vergroot ook het volume in de longen. Een vergroot longvolume genereert een lichte onderdruk waardoor lucht wordt aangezogen. Deze aanzuiging blijft duren tot de druk in de longen gelijk wordt aan de atmosferische druk wat meteen ook het einde van de inademing aanduidt. De uitademing is het passieve deel van de longventilatie omdat geen enkele spier die de borstholte verkleint, samentrekt. Wanneer het middenrif ontspant, beweegt dit omhoog naar de oorspronkelijke positie waardoor de borstholte verkleint. Dit wordt ondersteund door het ontspannen van de uitwendige tussenribspieren, waardoor de ribbenkast terug naar haar oorspronkelijke positie zakt onder invloed van de zwaartekracht. Deze beide bewegingen zorgen voor een verkleining van de borstholte en bijgevolg stijgt de druk in de longen waardoor we uitademen. Het is echter ook mogelijk geforceerd actief uit te ademen. Hierbij trekken de spieren in de buikwand samen waardoor het diafragma omhoog beweegt en dus de borstholte verkleint. Dit kan eventueel nog versterkt worden door de interne tussenribspieren en de elastische retractiekracht van de long die de borstkast naar beneden trekken De gasuitwisseling Het bloed stroomt via de longslagaders naar de longen en keert terug naar het hart via de longaders. Hierbij heeft het ongeveer 0,75 seconden nodig om door de longcapillairen te stromen. In die korte tijd moet ook de gasuitwisseling plaatsvinden. Deze uitwisseling gebeurt door diffusie. Dit is een passief proces waarbij twee ongelijksoortige vloeistoffen, gassen of warmte met elkaar mengen onder invloed van een concentratieverschil. Het bloed afkomstig van de longslagader (zuurstofarm) bevat meer CO 2 dan de verse lucht in de longen. CO 2 diffundeert vanuit het bloed naar de ingeademde lucht in de alveoli. Tegelijkertijd worden zuurstofmoleculen opgenomen in het bloed. Hoe groter het concentratieverschil, hoe sneller de diffusie verloopt. Of gassen een evenwicht bereiken met het stromend bloed in de alveoli hangt volledig af van de reactietijd van het gas met bloed. Het gas N 2 O bereikt een evenwicht met bloed in 0,1 s en de hoeveelheid opgenomen N 2 O is dus niet afhankelijk van de diffusie maar van de hoeveelheid bloed 9

21 die door de alveoli stroomt. Dit noemt men stromingsgelimiteerde diffusie. Wanneer er echter nog geen evenwicht bereikt wordt in die 0,75 seconden, wordt de interactie volledig bepaald door de diffusie. Men noemt dit diffusiegelimiteerde diffusie. Een voorbeeld hiervan is CO. Zuurstof ligt qua reactiesnelheid tussen deze twee gassen en wordt opgenomen door hemoglobine. Het heeft ongeveer 0,3 seconden nodig om een evenwicht met het capillaire bloed te bereiken en is dus ook stromingsgelimiteerd Longvolumes De ademhaling is niet altijd gelijk. Wanneer we slapen hebben we een rustige ademhaling terwijl bij het sporten de ademhaling heel wat intensiever is. De volumes lucht die in- en uitgeademd worden zijn dan uiteraard verschillend. Er wordt daarom een fundamentele opdeling van het maximale longvolume gemaakt in verschillende longvolumes en capaciteiten. Tijdens een ademhaling wordt nooit het volledige volume lucht in de longen uitgeademd. Zelfs bij een geforceerde uitademing is er steeds een volume lucht dat in de longen achterblijft. Dit volume noemt men het residueel volume. Uiteraard is het zo dat het volume lucht dat achterblijft in de longen bij een gewone ademhaling groter is dan bij een geforceerde uitademing. Dit groter volume noemt men de functionele residuele capaciteit. Deze capaciteit is de som van het residueel volume en het expiratoire reservevolume waarbij dit laatste volume het volume is dat extra kan uitgeademd worden na een gewone uitademing. Het teugvolume is dan het gasvolume dat in- en uitgeademd wordt bij een normale ademhaling. Analoog aan het expiratoire reservevolume is het inspiratoire reservevolume; het maximale gasvolume dat nog kan worden ingeademd na een normale inademing in rust. Aansluitend is er de inspiratoire capaciteit. Dit is het maximaal gasvolume dat een individu kan inademen vanaf het niveau van de expiratoire rusttoestand die volgt op een normale uitademing. Als laatste is er nog de vitale capaciteit. Dit is het maximale gasvolume dat men kan uitademen na een volledige inademing. Dit is dan meteen ook de som van de inspiratoire capaciteit en het expiratoire reservevolume. Afbeelding 1-5 stelt deze verschillende longvolumes grafisch voor. Residueel volume Expiratoire reservevolume Teugvolume Inspiratoire reservevolume Functionele residuele capaciteit Vitale capaciteit Inspiratoire capaciteit Referenties: 1-3, 16, 17, 34 Afbeelding 1-5: De longvolumes en capaciteiten. 10

22 2. S P I R O M E T R I E 2.1. Doel Een hele reeks testen werden ontwikkeld om meer informatie te krijgen over de longfunctie van een patiënt. Belangrijk zijn de efficiëntie bij de gasuitwisseling met het bloed en natuurlijk het proces van in- en uitademen. Spirometrie vormt een onderdeel binnen de groep longfunctietesten en concentreert zich vooral op ademhaling. Zowel het volume dat in- en uitgeademd wordt als de snelheid waarmee dit gebeurt zijn belangrijke parameters bij een diagnosestelling. Vroeger maakte men gebruik van een test die de naam Maximum Voluntary Ventilation (maximale vrijwillige ventilatie) draagt. Hierbij moet de patiënt gedurende 12 seconden volledig en heel snel in- en uitademen in de spirometer. Deze test is echter zeer vermoeiend voor de patiënt en soms zelfs gevaarlijk. Daarom wordt deze test nog zelden uitgevoerd. Een tweede test wordt benoemd als de Trage Vitale Capaciteit. Hierbij wordt de patiënt gevraagd een aantal normale ademcycli te doen alvorens de longen volledig te vullen. Vervolgens blaast de patiënt langzaam uit tot maximale uitademing. Het verschil tussen het hoogste en het laagste opgemeten volume is de vitale capaciteit. Dit wordt in onderstaande afbeelding 2-1 aangeduid met de letters VC. De Y-as geeft het volume dat in- en uitgeademd wordt weer. Afbeelding 2-1: Verloop van een trage vitale capaciteitstest. Een derde spirometertest en de belangrijkste is het Forced Vital Capacity manoeuvre. Vanwege zijn belang wordt deze test apart besproken in de volgende paragraaf Het Forced Vital Capacity manoeuvre De test Bij deze test wordt de patiënt gevraagd om rustig in en uit te ademen in de spirometer. Daarna ademt de patiënt maximaal diep in vanaf zijn functionele reservecapaciteit, om vervolgens zo krachtig mogelijk alle aangezogen lucht uit te blazen. Belangrijk hierbij is dat de patiënt zijn krachtige 11

23 uitademing zo lang mogelijk blijft doorzetten. De forced vital capacity (geforceerde vitale capaciteit; FVC) is dan de volumeverandering van de long tussen de maximale inademing en uitademing. Het verloop van het volume in de longen over de tijd bij deze test wordt in onderstaande afbeelding 2-2 weergegeven. De afkortingen staan voor: TLC FRC RV TV IRV ERV IC FVC Totale longcapaciteit Functionele reservecapaciteit Restvolume Teugvolume Inadem reserve volume Uitadem reserve volume Inademcapaciteit Geforceerde vitale capaciteit Afbeelding 2-2: Verloop van een FVC-manoeuvre. Tijdens de test wordt ofwel het volume (eenheid liter) ofwel het debiet (eenheid liter per seconde) gemeten. Deze metingen worden grafisch weergegeven in drie grafieken, een volume-tijd curve, een debiet-volume curve en een minder frequent gebruikte debiet-tijd curve. De grafieken laten toe verschillende parameters af te leiden. Zo kan in een volume-tijd curve eenvoudig het Forced Expiratory Volume na één seconde (FEV 1 ) gevonden worden. Deze waarde geeft de hoeveelheid uitgeademde lucht in de eerste seconde van de longfunctietest. Typisch bedraagt dit voor een normale patiënt tussen 70% en 90% van de FVC. Deze waarde wordt verder gebruikt om de Tiffeneau-index te berekenen. Dit is de verhouding van FEV 1 ten opzichte van FVC. Afbeelding 2-3: Volume-tijd curve van een FVC-manoeuvre. Uit een debiet-volume curve kunnen ook verschillende parameters gedistilleerd worden. De meest voor de hand liggende is de Peak Expiratory Flow (PEF) die het grootste debiet aangeeft dat de patiënt kan bereiken. Deze waarde geldt als maatstaf voor het volume in de grootste luchtwegen. Na het bereiken van een maximaal debiet kent de curve een min of meer lineair dalend verloop tot de patiënt de volledige FVC uitgeblazen heeft. Op dit verloop liggen nog enkele punten van weliswaar 12

24 kleiner belang, namelijk de FEF 25, FEF 50 en FEF 75. Deze waarden geven de debieten weer na respectievelijk 25%, 50% en 75% van de totale FVC. Men berekent dan ook de FEF als het gemiddelde van FEF 25 en FEF 75. Het onderste deel van de curve met negatieve debieten stelt de inademing van de patiënt voor. Op die manier ontstaat een gesloten debiet-volume curve. De oorsprong van de debiet-volume curve ligt bij de start van de uitademing van de patiënt. Dit alles kan afgelezen worden op onderstaande afbeelding 2-4. Afbeelding 2-4: Debiet-volume curve van een FVC-manoeuvre Standaardisatie van spirometrie In 2005 publiceerde de American Thoracic Society (ATS) in samenwerking met de European Respiratory Society (ERS) een serie van vijf documenten in verband met longfunctietesten. Vroeger publiceerden ATS en ERS apart van elkaar, maar met deze publicaties probeert men een duidelijke standaard te definiëren die uniform is en gemakkelijk te hanteren. De hoger genoemde publicaties zijn de volgende: 1. General considerations for lung function testing 2. Standardisation of spirometry 3. Standardisation of the measurement of lung volumes 4. Standardisation of the single breath determination of carbon monoxide uptake in the lung 5. Interpretative strategies for lung function tests De belangrijkste tekst voor deze scriptie is Standardisation of spirometry, want hierin worden de minimum voorwaarden beschreven waaraan een toestel moet voldoen. Het is de bedoeling dat een apparaat voor longfunctietesten aan alle aanbevelingen van de ATS/ERS voldoet. Indien dit niet het geval is, moet de fabrikant duidelijk melden welke voorwaarden niet voldaan zijn. De rol van de fabrikant hierin is een zo accuraat mogelijk toestel te maken, het is daarentegen de taak van de gebruiker te controleren of de metingen correct blijven over langere tijd. Daarnaast moet de gebruiker ook rekening houden met de lokale wetten en regels, die extra voorwaarden kunnen opleggen. 13

25 Technische vereisten van een spirometer Het FVC-manoeuvre werd reeds hoger uitgelegd. De spirometer die voor de meting gebruikt wordt, moet in staat zijn om meer dan 15 seconden lang volume te accumuleren. Het totaal meetbaar volume moet 8 L of meer bedragen met een nauwkeurigheid van ± 3% van de meetwaarde of ± 0,050 L (afhankelijk van welke de grootste afwijking geeft). De debieten moeten kunnen variëren tussen 0 en 14 L/s. De totale weerstand (met buizen, kleppen inbegrepen) bij een debiet van 14 L/s moet kleiner zijn dan 1,5 cmh 2 O. Al deze voorwaarden moeten voldaan zijn bij BTPS-condities (lucht bij omgevingsdruk, 37 C en 100% relatieve vochtigheid) voor acht FVC-manoeuvres binnen een periode van 10 minuten (zonder inademen langs het toestel) Vereisten voor de weergave De volume-tijd curve moet meer dan 0,25 seconden starten vooraleer de patiënt het manoeuvre uitvoert. Deze tijdspanne (waarin geen volumeverandering mag optreden) is nodig om de inspanning gedurende de eerste periode van het manoeuvre te evalueren, daarnaast wordt het ook gebruikt om het back extrapolated volume (zie 2.3.5) te berekenen. De laatste twee seconden van het manoeuvre moeten ook getoond worden. Ook voor de schaalverdeling moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden (zie tabel 2-1). Tabel 2-1: Voorwaarden voor de schaalverdeling op het display van een spirometer. Parameter Display Resolutie Schalingsfactor Printout Resolutie Schalingsfactor Volume 0,050 L 5 mm/l 0,025 L 10 mm/l Debiet 0,200 L/s 2,5 mm/(l.s) 0,100 L/s 5 mm/(l.s) Tijd 0,2 s 10 mm/s 0,2 s 20 mm/s Bij het plotten van het debiet in functie van het volume, moeten per eenheid van volume twee eenheden debiet voorzien worden Kwaliteitscontrole van een spirometer IJkresultaten moeten altijd bewaard blijven in een opvolgingsdossier. Daarnaast moeten wijzigingen, herstellingen, software-updates en verplaatsingen bijgehouden worden. Om voortdurend accurate metingen te garanderen zijn ijkcontroles van groot belang. Een ijkcontrole is niet hetzelfde als een ijking, bij een controle wordt enkel nagegaan of het toestel zich nog binnen de limieten van de ijking bevindt (± 3%). De spuit waarmee geijkt wordt, moet een nauwkeurigheid hebben van ± 15 ml of ± 0,5% van het totaal volume. De hierna volgende tabel 2-2 geeft de periode voor de verschillende ijkcontroles weer. 14

26 Tabel 2-2: Overzicht van de verschillende ijkcontroles. Parameter Minimum interval Actie Volume Dagelijks Controle aan de hand van een 3L-spuit Lek Lineariteit van het volume Dagelijks 3-maandelijks Kunnen weerstaan aan 3 cmh 2 O constante druk gedurende 1 minuut (een verlies van > 30mL moet gecorrigeerd worden) 1L increment met ijkspuit (over het volledige bereik van het volume) Lineariteit van het debiet Wekelijks Op zijn minst 3 verschillende debiet spanwijdtes Tijd Software 3-maandelijks Nieuwe versies Mechanische recorder met stopwatch (er moet een nauwkeurigheid van 2% gehaald worden) Installatiedatum bijhouden en testen uitvoeren met een gekend proefpersoon Ook spirometers op basis van debietmetingen moeten dagelijks gecontroleerd worden op de juistheid van het gemeten volume. Hierbij moet een 3L-spuit minstens driemaal geïnjecteerd worden in de spirometer, om op die manier een groot gebied van verschillende debieten te dekken (tussen 0,5 en 12 L/s). Het volume bij elk debiet moet een accuraatheid hebben van ± 3,5%. Om de lineariteit te testen moet wekelijks een controle uitgevoerd worden met een 3L-spuit waarbij 3 relatief constante debieten gegenereerd moeten worden in de zone van lage debieten, 3 in de middenzone en 3 bij hoge debieten. De volumes die hierbij gemeten worden, moeten correct zijn tot op ± 3,5% Richtlijnen voor het uitvoeren van een FVC-manoeuvre. Het is van cruciaal belang dat de patiënt goed voorbereid wordt op de test en dat deze verloopt onder toezicht van een ervaren begeleider. Er moet duidelijk uitgelegd worden wat van de patiënt verwacht wordt. In een FVC-manoeuvre onderscheidt de ATS drie fasen. Het manoeuvre begint met een maximale inspiratie gevolgd door een geforceerd explosief uitblazen en tot slot een verdere volledige uitademing tot het einde van de test. Gedurende deze fasen is de houding van de patiënt van groot belang. Deze moet bij voorkeur rechtop zitten (of rechtop staan) gedurende het hele manoeuvre met het hoofd licht omhoog gekanteld. Een rechte rug moet daarbij behouden blijven waarbij de patiënt niet voorover mag buigen. Verder moeten de lippen van de patiënt het mondstuk goed omsluiten zodat geen lek ontstaat tussen het mondstuk en de mond van de patiënt. De tong mag de doorgang van lucht niet belemmeren. Om het FVC-manoeuvre zo goed mogelijk uit te voeren, moet het individu snel en volledig inademen vanaf de functionele residuele capaciteit en dit zonder de minste aarzeling. De pauze na volledige inademing moet zo klein mogelijk gehouden worden (maximaal 1 à 2 seconden) omdat dit leidt tot een lagere waarde van de PEF en FEV 1. Tot slot moet het belang van het aansporen van de patiënt onderstreept worden. Dit gebeurt zowel door middel van mondelinge instructies als met behulp van lichaamstaal en het drijft de patiënt tot betere prestaties. Wanneer de patiënt duizelingen ondervindt moet de test onmiddellijk afgebroken worden. 15

27 De te volgen stappen om tot een goed FVC-manoeuvre te komen zijn rigoureus neergeschreven in een procedure die nauwkeurig gevolgd moet worden. Er wordt verder nog een onderscheid gemaakt tussen een open circuit methode en een gesloten circuit methode. Het verschil ligt hier in het al dan niet vooraf in de mond nemen van het mondstuk. In tabel 2-3 worden de aangehaalde instructies, zoals die opgesteld werden door de ERS en de ATS, weergegeven. Tabel 2-3: Procedures voor het meten van de FVC. 1. Controleer de ijking van de spirometer. 2. Leg de test en procedure uit aan de patiënt. 3. Bereid de proefpersoon voor op de test. Vragen over rookgedrag, recente ziektes, medicatie 4. Was de handen en wijs de patiënt op het belang van een correcte houding, het snel en volledig inademen, de positie van het mondstuk en het zo snel mogelijk uitademen. 5. Uitvoeren van het manoeuvre (gesloten circuit), let op: correcte houding, neusklem mondstuk in de mond, goed afgesloten door de lippen volledig inademen en niet langer dan 1s wachten bij totale longcapaciteit volledig uitademen terwijl de patiënt toch rechtop blijft zitten aanmoedigen, minimaal 3 manoeuvres laten uitvoeren 6. Uitvoeren van het manoeuvre (open circuit), let op: correcte houding, neusklem volledig inademen en niet langer dan 1s wachten bij totale longcapaciteit mondstuk in de mond, goed afgesloten door de lippen volledig uitademen terwijl de patiënt toch rechtop blijft zitten aanmoedigen, minimaal 3 manoeuvres laten uitvoeren Evaluatie van het FVC-manoeuvre a. De start van de test Om het begintijdstip van het manoeuvre te bepalen, wordt gebruik gemaakt van terugextrapolatie. Dit tijdstip dient dan als start voor alle metingen. Bij handmatige berekening trekt men een lijn langs de steilste helling van een volume-tijd curve en het snijpunt met de X-as bepaalt dan de start van het manoeuvre (zie afbeelding 2-5). Bij gedigitaliseerde berekeningen is het aangeraden de steilste helling te nemen uitgemiddeld over een periode van 80ms. 16

28 Uit de berekening van het begintijdstip volgt dan het geëxtrapoleerd volume (EV) of het eerder aangehaalde back extrapolated volume. Het EV moet kleiner zijn dan 0,05*FVC of 0,150 L, afhankelijk van welke het grootst is. Als de patiënt aarzelt bij het begin van het manoeuvre dan zal het EV te groot zijn en moet het manoeuvre opnieuw uitgevoerd worden. De meetapparatuur moet in staat zijn om bij de volume-tijd curve minimum 0,25 s voor het begintijdstip te starten (liefst 1 s of meer ervoor), waarbij het EV weergegeven wordt. Het spreekt voor zich dat hoesten het uitgevoerde FVC-manoeuvre ongeldig maakt. Afbeelding 2-5: het geëxtrapoleerd volume. b. Het einde van de test Het is belangrijk dat de patiënt aangemoedigd wordt om zo volledig mogelijk uit te ademen. Voorwaarden voor het einde van de test zijn belangrijk bij het bepalen of de patiënt zich voldoende heeft ingespannen. Er zijn twee criteria: 1) De patiënt kan niet verder uitademen of mag niet verder uitademen. De inspanning moet zo volledig mogelijk zijn, maar mag de patiënt geen ongemak bezorgen. Motivatie is belangrijk, maar de patiënt moet steeds in staat zijn om zelf te beslissen het manoeuvre te beëindigen. 2) De volume-tijd curve toont geen verandering in volume (< 0,025 L) gedurende meer dan één seconde. En de patiënt heeft langer dan drie seconden geprobeerd om verder uit te ademen voor kinderen jonger dan tien jaar of langer dan zes seconden voor personen ouder dan tien jaar Evaluatie tussen verschillende FVC-manoeuvres Zoals eerder vermeld, moet een volledige test minimaal drie aanvaardbare FVC-manoeuvres bevatten. Aanvaardbare herhaalbaarheid wordt bereikt als het verschil tussen de grootste en de tweede grootste waarde voor de FVC minder dan 0,150 L bedraagt. Daarnaast mag ook het verschil tussen de grootste en de tweede grootste FEV 1 waarde niet groter zijn dan 0,150 L. Als de FVC slechts 1 L bedraagt of minder, dan mogen de verschillen slechts 0,1 L bedragen. 17

29 Peak Expiratory Flow De peak expiratory flow (PEF; expiratoire piekdebiet) kan afgelezen worden zowel op een debietvolume curve als op een debiet-tijd curve. Bij deze laatste vormt ze zelfs een basis voor een aantal andere parameters. De rise time (RT) is de tijdspanne waarin het debiet stijgt van 10% tot 90% van de PEF. De dwell time (DT) is de periode dat het debiet groter blijft dan 90% van de PEF. Om piekdebieten te kunnen meten, heeft men een instrument nodig met een frequentieantwoord tot 15 Hz. De PEF moet gemeten worden met een nauwkeurigheid van ± 10% of, ± 0,3 L/s afhankelijk van welke de grootste is. De PEF is gevoelig voor de weerstand van het meettoestel, een weerstand van bijvoorbeeld 250 kpa/(ls) doet de PEF dalen met 8% ten opzichte van de meting met een lage weerstand pneumotachograaf. Bij het testen van de reproduceerbaarheid voor hetzelfde toestel moet het verschil tussen de metingen kleiner zijn dan 5% of 0,150 L/s, afhankelijk van welke de grootste is. Dit verschil voor de reproduceerbaarheid tussen verschillende toestellen moet kleiner zijn dan 10% of 0,3 L, afhankelijk van welke de grootste is ATS curven: testsignalen a. Forced Vital Capacity (FVC) Spirometers worden in de praktijk geconfronteerd met een grote groep verschillende FVCmanoeuvres. Om dergelijke toestellen te kunnen testen, hebben de ATS (o.l.v. Hankinson en Gardner) 24 standaard volume-tijd curven opgesteld (zie tabel 2-4). Deze curven zijn elektronisch beschikbaar en kunnen gebruikt worden om een mechanische spuit aan te sturen (aan de hand van een computer) die zo een patiënt simuleert. Dergelijke systemen moeten nauwkeurig zijn tot ± 50 ml voor de FVC en FEV 1. Tabel 2-4: 24 standaard ATS volume-tijd curven. Curve FVC (L) FEV 1 (L) PEF (L/s) FEF (L/s) 1 6,000 4,262 6,497 3,41 2 4,999 5,574 9,873 5, ,498 1,188 1,380 0, ,498 1,371 2,952 1, ,132 3,868 7,535 3, ,011 3,027 5,063 2, ,169 2,519 4,750 2, ,993 1,615 3,450 1, ,854 3,772 7,778 3, ,843 3,031 4,650 2, ,735 1,811 3,708 1, ,002 1,621 3,807 1,780 18

30 13 4,896 3,834 5,207 3, ,786 3,053 4,368 3, ,937 5,304 12,132 6, ,458 3,896 7,395 2, ,833 2,597 5,257 1, ,343 3,155 7,523 2, ,935 2,512 5,408 1, ,881 2,563 5,822 2, ,477 3,549 9,398 3, ,857 2,813 5,055 2, ,419 1,360 2,868 0, ,237 0,922 2,095 0,709 Bij het testen van de spirometer moet de mechanische spuit, net zoals dat bij een patiënt zou zijn, aangesloten worden op het toestel. Alle 24 curven worden dan vijfmaal opgewekt door de spuit en doorheen de spirometer geblazen. Deze 120 metingen vinden plaats met omgevingslucht (geen opwarming of bevochtiging). Het gemiddelde over een set van vijf testen wordt dan vergeleken met de standaardwaarde (absoluut: afwijking = gemiddelde standaard of relatief: procentuele afwijking = 100 x (gemiddeldestandaard)/standaard). De nauwkeurigheidslimieten voor volumes bedragen ± 3,5% van de meetwaarde of ± 0,1 L, afhankelijk van welke de grootste is. Concreet treedt er een fout op als de afwijking (voor volumes < 2,857 L) of de procentuele afwijking (voor volumes > 2,857 L) deze limieten overschrijdt. Deze limieten houden rekening met de afwijking van het pompsysteem. Aanvaardbare spirometers mogen slechts tweemaal de limieten overschrijden bij het testen van alle 24 ATS curven. Na de 120 experimenten met omgevingslucht, worden twaalf experimenten uitgevoerd (curve 1 tot en met curve 4 telkens driemaal) met opgewarmde (37 C), bevochtigde lucht (100% relatieve vochtigheid) om een effectieve patiënt te simuleren. De tijdspanne tussen twee opeenvolgende testen moet minder zijn dan 2 minuten. Een aanvaardbare nauwkeurigheid wordt bereikt als de procentuele afwijking kleiner is dan ± 4,5% of de afwijking kleiner is dan 0,2 L, afhankelijk van welke de grootste is. Ook deze limieten houden reeds rekening met de afwijking van de pomp. Een spirometer voldoet aan de voorschriften als voor alle vier de ATS curven de limieten gerespecteerd worden. Daarnaast wordt ook de herhaalbaarheid getest op basis van de waarden voor FVC en FEV 1. De span (het bereik) wordt gedefinieerd als het verschil tussen de maximale en de minimale waarde. Het procentueel bereik = 100 x bereik/gemiddelde. Bij omgevingsomstandigheden gelden de limieten ± 3,5% of ± 0,1 L, de grootste afwijking telt. Voor BTPS-condities bedragen de limieten ± 4,5% of ± 0,2 L. Opnieuw telt de grootste. Er treedt dus een fout op als het bereik (voor volumes < 2,857 L in omgevingscondities of 4,444 L in BTPS-condities) of het procentueel bereik (voor dezelfde volumes als hierboven) deze limieten overschrijdt. 19

HET ADEMHALINGSSTELSEL

HET ADEMHALINGSSTELSEL HET ADEMHALINGSSTELSEL ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Functies van het ademhalingsstelsel De functies van het ademhalings-stelsel Gasuitwisseling tussen bloed en lucht Verplaatsen van lucht van en naar de uitwisselingsoppervlakken

Nadere informatie

Longvolumes en capaciteit

Longvolumes en capaciteit Longvolumes en capaciteit Meten van het longvolume is een instrument om de functie van de longen te controleren en onderzoek bij longziekten te doen. De ademhalingscyclus begint bij het uitzetten van de

Nadere informatie

SPIROMETER BT82i GEBRUIKERSHANDLEIDING

SPIROMETER BT82i GEBRUIKERSHANDLEIDING SPIROMETER BT82i GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Korte beschrijving De CMA Spirometer BT82i meet de luchtstroomsnelheid tijdens het ademen binnen

Nadere informatie

vwo gaswisseling en ademhaling 2010

vwo gaswisseling en ademhaling 2010 vwo gaswisseling en ademhaling 2010 Machinale kunstmatige beademing Machinale kunstmatige beademing wordt toegepast als een patiënt, bijvoorbeeld tijdens of na narcose, niet zelf kan ademhalen. De principes

Nadere informatie

Spirometrie; dynamische longvolumes

Spirometrie; dynamische longvolumes Spirometrie; dynamische longvolumes 1 Y. Heijdra 1.1 Inleiding Het meten van dynamische longvolumes is een vorm van spirometrisch onderzoek waarbij de hoeveelheid lucht die een persoon binnen een bepaalde

Nadere informatie

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03 Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Faculteit Biomedische Technologie BSc opleiding Medische Wetenschappen en Technologie Verantwoordelijk docent: C. Bouten Coördinator

Nadere informatie

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem Take-home toets Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem 1. Welke van de onderstaande spieren speelt (spelen) een rol bij de ademhaling? a. diafragmaspieren b.

Nadere informatie

Najaar 2008. Rookstopcursus CM Leuven najaar

Najaar 2008. Rookstopcursus CM Leuven najaar Stoppen met roken en volhouden Najaar 2008 1 Kennismaking 1. Inleiding Groepsbegeleider: Geert Celis Prive: GSM: 0477/76 63 15 geert.celis2@telenet.be Werk: 016/34 03 70 geert.celis@uzleuven.be Relaxatietherapeute:

Nadere informatie

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk K. Cové BDM Ventilation & Respiratory Care Agenda COPD in het kort MyAivo

Nadere informatie

Spirometrie. Introductie en praktijkcursus

Spirometrie. Introductie en praktijkcursus Spirometrie Introductie en praktijkcursus De Welch Allyn Spirometer Pneumotachograaf principe met barometerdruk als referentie Mondstuk en weerstand in één (disposable) (bacteriologisch schoon en veilig)

Nadere informatie

Spirometrie uitvoering

Spirometrie uitvoering Spirometrie uitvoering Daniël Schuermans Longfunctielaborant Biomedical research unit Vrije Universiteit Brussel Z 0 1 2 3 4 5 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Het principe van longfunctie Non-invasive longstructuren

Nadere informatie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie Werkwijze Interpretatie van spirometrie Document ID NVLA 160620 ww IntSpir Document titel Interpretatie van spirometrie Publicatiedatum Juni 2016 Versie 1.0 Herzieningsdatum Juni 2021 Doel Het standaardiseren

Nadere informatie

PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING

PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING Als je sport ga je sneller ademhalen. Je begint te zweten en je hartslag gaat omhoog. Kortom, bij treden er allerlei veranderingen

Nadere informatie

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden 1 gaswisseling bij dieren Ademhaling: opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide. Een ander woord voor ademhaling is gaswisseling. Zuurstof is nodig voor de verbranding. Koolstofdioxide komt bij

Nadere informatie

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? Bij een patiënt kunnen verschillende longfunctie testen worden gedaan om te kijken of er sprake is van COPD. Je kunt met de testen de ernst van de COPD bepalen.

Nadere informatie

programma longfunctie cursus natte spirometers natte spirometers natte spirometers natte spirometers spirometrie heliumverdunning

programma longfunctie cursus natte spirometers natte spirometers natte spirometers natte spirometers spirometrie heliumverdunning programma longfunctie cursus methoden van volume- en weerstandsmetingen spirometrie soorten spirometers ATS/BTS correctie heliumverdunning multiple/single breath plethysmografie stikstofuitwas 1 natte

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Wat kan de fysiotherapeut voor u betekenen? Fysiotherapie kan u helpen uw conditie op peil te brengen door inspanningstraining

Nadere informatie

ERS European Spirometry Driving Licence Werkgroep

ERS European Spirometry Driving Licence Werkgroep ERS European Spirometry Driving Licence Werkgroep Uitnodiging om deel te nemen aan een online enquäte naar spirometrie training Geachte medewerker in de gezondheidszorg die betrokken is bij spirometrie-onderzoek:

Nadere informatie

Oefeningen en adviezen bij COPD

Oefeningen en adviezen bij COPD Oefeningen en adviezen bij COPD U bent opgenomen bij Rijnstate omdat u COPD heeft. COPD is de Engelse afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease oftewel chronische obstructieve longziekte. U

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting door Y. 1221 woorden 23 oktober 2014 5,9 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Doelstelling 1 De verbranding van een kaars Brandstof: stof

Nadere informatie

COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? De lengte en het gewicht vragen aan de patiënt is voldoende. Iedereen weet toch hoe lang en zwaar hij/zij is. Juist/Onjuist Bij een patiënt kunnen verschillende

Nadere informatie

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen.

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen. Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 Het uitwisselingsproces van O 2 en CO 2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder

Nadere informatie

Spirometrie uitvoering

Spirometrie uitvoering Z 1 2 3 4 5 14 15 16 17 18 19 2 21 22 23 27/3/218 Spirometrie uitvoering Daniël Schuermans Longfunctielaborant Biomedical research unit Vrije Universiteit Brussel Het principe van longfunctie Wat willen

Nadere informatie

METEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012

METEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 METEN VAN LONGVOLUMES klinisch belang Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 LONGVOLUMES IC TLC VC VT ERV FRC RV FLOW-VOLUME LOOP: Normaal TLC IC VC VT ERV FRC Flow RV Sec. 0 Volume

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3 Verbranding en ademhaling

Samenvatting Biologie Thema 3 Verbranding en ademhaling Samenvatting Biologie Thema 3 Verbranding en ademhaling Samenvatting door een scholier 1370 woorden 8 juni 2011 5,6 79 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H3.1 Wat is verbranding? Bij

Nadere informatie

Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari 2005 6 79 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 practicum 1 de vlam die gaat uit als ik het potje over de kaars heen zet

Nadere informatie

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof Biologie Samenvatting Hoofdstuk 1 1. Wat is verbranding? Brandstof: Stof die verbrandt Energie: Komt vrij tijdens verbranding --> Beweging, Warmte, Licht Verbrandingsproducten: De stoffen die ontstaan

Nadere informatie

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken

Nadere informatie

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten Hoofdstuk 1 Meerkeuzevraag 1.1 Meerkeuzevraag 1.2 Meerkeuzevraag 1.3 Meerkeuzevraag 1.4 Meerkeuzevraag 1.5 Meerkeuzevraag 1.6 Meerkeuzevraag 1.7 Waar ligt de lever in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven

Nadere informatie

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets Gaswisseling Samenvatting voor de toets Inhoudsopgave Gaswisseling bij verschillende diergroepen Ademhalingsstelsel Route van ingeademde lucht Longblaasjes en haarvaten Huig en strotklepje Ribademhaling

Nadere informatie

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling Gaswisseling Ademhaling Het lichaam heeft energie nodig, die door de aerobe dissimilatie wordt geleverd. Voor verbranding hebben de cellen zuurstof nodig. Na de verbranding geven de cellen koolstofdioxide

Nadere informatie

Ademhalingsorganen/luchtwegen. Ademhaling. De neus. De neus. De keelholte. De keelholte 16-9-2014. Bouw algemeen Van binnen naar buiten

Ademhalingsorganen/luchtwegen. Ademhaling. De neus. De neus. De keelholte. De keelholte 16-9-2014. Bouw algemeen Van binnen naar buiten Ademhaling Lesstof Beauty Level Basics 2 Blz. 132-141 Ademhalingsorganen/luchtwegen algemeen Van binnen naar buiten Slijmvlies en trilhaarepitheel Circulair verlopend glad spierweefsel Bindweefsel De neus

Nadere informatie

PATIËNTENBROCHURE. Kinesitherapie bij COPD

PATIËNTENBROCHURE. Kinesitherapie bij COPD PATIËNTENBROCHURE Kinesitherapie bij COPD INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Ademhalingsoefeningen 4 Ademen met geperste lippen. 4 Buikademhaling.. 4 Hoesten en verwijderen van slijmen. 6 3. Houdingen

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek op de polikliniek kindergeneeskunde. Informatie voor ouders en/of verzorgers

Longfunctieonderzoek op de polikliniek kindergeneeskunde. Informatie voor ouders en/of verzorgers Longfunctieonderzoek op de polikliniek kindergeneeskunde Informatie voor ouders en/of verzorgers Inhoudsopgave Inleiding... 1 Voorbereiding thuis... 1 Longfunctieonderzoek... 2 Onderzoeken... 2 Spirometrie

Nadere informatie

Röntgenonderzoek Er zal een foto gemaakt worden van uw longen en eventueel van de neusbijholten. Voor uitleg zie hoofdstuk 2.

Röntgenonderzoek Er zal een foto gemaakt worden van uw longen en eventueel van de neusbijholten. Voor uitleg zie hoofdstuk 2. 1/5 Longgeneeskunde 1. Zorgpad COPD Uw (huis)arts heeft u doorverwezen naar de longarts met verdenking voor COPD of aanvullende diagnostiek omdat u kortademig bent, benauwdheidklachten en/of hoestklachten

Nadere informatie

bodyplethysmografie lichaamsvolumeveranderingsregistratie C.M. Roos arts/pathofysioloog Amsterdam

bodyplethysmografie lichaamsvolumeveranderingsregistratie C.M. Roos arts/pathofysioloog Amsterdam bodyplethysmografie lichaamsvolumeveranderingsregistratie πλεθειν toenemen C.M. Roos arts/pathofysioloog Amsterdam - determinanten van de ademteug shiftvolume - meten van het shiftvolume lichaamsvolume

Nadere informatie

Longfunctieonderzoeken. Sophia Kinderziekenhuis

Longfunctieonderzoeken. Sophia Kinderziekenhuis Longfunctieonderzoeken Sophia Kinderziekenhuis Uw kind komt binnenkort om één of meer van de in deze folder beschreven longfunctieonderzoeken uit te voeren. De onderzoeken helpen de arts een beter beeld

Nadere informatie

Werkwijze Spirometrie/Flowvolume meting

Werkwijze Spirometrie/Flowvolume meting Werkwijze Spirometrie/Flowvolume meting Document ID NVLA 160412 ww S/FV lf Document titel Spirometrie/Flowvolume meting Publicatiedatum April 2016 Versie 2.0 Herzieningsdatum Januari 2020 Doel Het meten

Nadere informatie

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? De lever is gelegen in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven links C. Onder rechts D. Onder links Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? A. De aorta B. De holle

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek op de longfunctieafdeling. Informatie voor ouders en/of verzorgers

Longfunctieonderzoek op de longfunctieafdeling. Informatie voor ouders en/of verzorgers Longfunctieonderzoek op de longfunctieafdeling Informatie voor ouders en/of verzorgers Inhoudsopgave Informatie voor ouders... 1 1. Inleiding... 1 2. Longfunctieonderzoek... 1 3. Voorbereiding... 1 4.

Nadere informatie

Hart anatomie en fysiologie

Hart anatomie en fysiologie Hart anatomie en fysiologie Anatomie van het hart Het hart is omgeven door een effen vlies, het hartzakje of pericard(3). Het hart ligt in de borstholte, tussen de longen (1), bijna in het midden met de

Nadere informatie

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens Longziekten en respiratoire revalidatie Prof Dr W. Janssens Definitie Respiratoire revalidatie is gericht op patienten met chronische longaandoeningen met klachten en gereduceerde activiteiten van het

Nadere informatie

1. We ademen om te leven

1. We ademen om te leven 1. We ademen om te leven Net als alle levende wezens hebben wij energie nodig om te leven. De spijsvertering zorgt ervoor dat ons lichaam de voedingsstoffen opneemt. De bloedsomloop brengt die stoffen

Nadere informatie

Verbranding bij een kaars: kaarsvet + zuurstof --> water+ koolstofdioxide (+ energie)

Verbranding bij een kaars: kaarsvet + zuurstof --> water+ koolstofdioxide (+ energie) Samenvatting door S. 894 woorden 27 januari 2014 9,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Zie bijlage (rechts) voor de afbeeldingen. Biologie Samenvatting Hoofdstuk 1 1. Wat is verbranding?

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Longfunctieonderzoek longfunctie onderzoek hj.indd 1

Patiënteninformatie. Longfunctieonderzoek longfunctie onderzoek hj.indd 1 Patiënteninformatie Longfunctieonderzoek 749869 longfunctie onderzoek hj.indd 1 11-02-13 11:31 Longfunctieonderzoek Afdeling Longfunctie, route 1.5 Telefoon (050) 524 5392 Algemeen Neemt u bij ieder bezoek

Nadere informatie

8 Longfunctieonderzoeken

8 Longfunctieonderzoeken Patiënteninformatie 8 Longfunctieonderzoeken Inleiding Binnenkort verwachten wij u op de longfunctieafdeling van Amphia voor één of meerdere longfunctieonderzoeken. Op iedere locatie van ons ziekenhuis

Nadere informatie

Wat is COPD? 1 van

Wat is COPD? 1 van Wat is COPD? COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een verzamelnaam voor de ziektes chronische bronchitis en longemfyseem. Artsen maken tegenwoordig geen onderscheid meer tussen

Nadere informatie

Herhalen anatomie art Cubiti: Elleboog

Herhalen anatomie art Cubiti: Elleboog Herhalen anatomie art Cubiti: Elleboog -Art Humero-ulnaris: scharnier Flexie-extensie -Art Humero-radialis: anatomische kogel Flexie-extensie, rotatie, ab-ad niet door ulna -Art Radio-ulnaris proximalis:

Nadere informatie

COPD en longproblematiek. Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning

COPD en longproblematiek. Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning COPD en longproblematiek Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning De luchtwegen Hogere luchtwegen (Mond, keel, neus) Slijmvlies zorgt voor bevochtiging v/d lucht en het binden van stofdeeltjes Lagere

Nadere informatie

Astma / COPD-dienst Geldrop

Astma / COPD-dienst Geldrop Astma / COPD-dienst Geldrop Wat is astma en COPD Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. De luchtwegen reageren overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels door het samentrekken van luchtwegspiertjes,

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek bij kinderen

Longfunctieonderzoek bij kinderen Longfunctieonderzoek bij kinderen Uw zoon of dochter wordt binnenkort verwacht voor een longfunctieonderzoek. In deze informatiefolder kunt u lezen wat dit onderzoek inhoudt en hoe de gang van zaken is

Nadere informatie

Uitgebreid longfunctieonderzoek

Uitgebreid longfunctieonderzoek Uitgebreid longfunctieonderzoek 2 Het onderzoek vindt plaats op: dag, datum, om uur O Locatie Delfzicht Melden bij: O Locatie Lucas Melden bij: de aanmeldzuil nr.8 functieafdeling (route H, locatie H.06)

Nadere informatie

Astma/COPD Dienst Geldrop

Astma/COPD Dienst Geldrop Astma/COPD Dienst Geldrop Wat is astma en COPD? Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. Wanneer de luchtwegen overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels reageren door het samentrekken

Nadere informatie

hart longen Werkboekje van...

hart longen Werkboekje van... & hart longen Werkboekje van... Woordveld woordveld Hart & Longen adem in, adem uit adem in, adem uit Om goed te kunnen werken heeft het lichaam zuurstof nodig. De ademhaling zorgt dat je lichaam zuurstof

Nadere informatie

Les 14 Ademhaling 1. Functie luchtwegen / neus. Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina

Les 14 Ademhaling 1. Functie luchtwegen / neus. Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina Les 14 Ademhaling 1 Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina ANZN 1e leerjaar - Les 14 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 1 cavum nasi (neusholte)

Nadere informatie

Frequentie Voor de frequentie van spirometrie bij de monitoring fase: zie hoofdstuk 12 en 13.

Frequentie Voor de frequentie van spirometrie bij de monitoring fase: zie hoofdstuk 12 en 13. Protocol Spirometrie Gebruik van dit protocol Gebruik dit protocol om een spirometrie bij een patiënt uit te voeren om: de diagnose astma of COPD te stellen of om deze diagnose(s) minder waarschijnlijk

Nadere informatie

Fysiologie les 7. Herhalen Lymfestelsel:

Fysiologie les 7. Herhalen Lymfestelsel: Herhalen Lymfestelsel: Fysiologie les 7 Lymfe ontstaat in het weefsel, weefselvocht (plasma zonder plasmaeiwitten) lekt de lymfecapillairen in. Deze komen samen in grotere lymfe vaten. Meerdere lymfevaten

Nadere informatie

Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers

Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers USB-aansluiting voor de pc, printer en laadstation van de MicroLoop Eenvoudig uit te voeren Spirometrie De uiterst veelzijdige, intelligente en prachtig

Nadere informatie

THEMA 6 Gaswisseling EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 4 VMBO-bk

THEMA 6 Gaswisseling EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 4 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Uitademing meten Bij een onderzoek naar de conditie van een aantal leerlingen wordt gemeten hoeveel lucht ze kunnen uitademen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een spirometer.

Nadere informatie

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli 2001 5,9 68 keer beoordeeld Vak Biologie Dit biologiewerkstuk gaat over longziekten en speciaal over taaislijmziekte. Dit is naar aanleiding van de video

Nadere informatie

Astma / COPD-dienst Geldrop

Astma / COPD-dienst Geldrop Astma / COPD-dienst Geldrop Wat is astma en COPD Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. De luchtwegen reageren overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels door het samentrekken van luchtwegspiertjes,

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD

FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD Wat is COPD? COPD is een ongeneeslijke chronische aandoening aan de luchtwegen (Chronic Obstructive Pulmonary Diseases). Deze longaandoening kan

Nadere informatie

Uitgebreid longfunctieonderzoek

Uitgebreid longfunctieonderzoek Uitgebreid longfunctieonderzoek Uitgebreid longfunctieonderzoek Het onderzoek vindt plaats op: dag, datum, om uur U moet zich melden bij: O locatie Delfzicht, de balie van de functieafdeling (route H,

Nadere informatie

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN BASISSTOF 1 HET BLOED Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en bloedplaatjes. 55% is bloedplasma. 45% bloedcellen en bloedplaatjes. Er zijn twee soort bloedcellen: rode bloedcellen en witte bloedcellen.

Nadere informatie

pneumologie informatiebrochure Piekstroommeting

pneumologie informatiebrochure Piekstroommeting pneumologie informatiebrochure Piekstroommeting Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. De piekstroommeter 4 3. Beperkingen piekstroommeting 5 4. Uitvoering piekstroommeting 6 5. Contactgegevens bij vragen 6 6.

Nadere informatie

voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST

voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST Bloeddruk De bloeddruk wordt gemeten met een elektronische bloeddrukmeter. Bij het meten van een te hoge bloeddruk volgens de norm, werden de

Nadere informatie

Fysiotherapie bij COPD

Fysiotherapie bij COPD FYSIOTHERAPIE Fysiotherapie bij COPD het longrevalidatieprogramma ADVIES Fysiotherapie bij COPD het longrevalidatieprogramma Bij u is COPD vastgesteld. Uw longarts heeft u verwezen naar de afdeling Fysiotherapie

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Longfunctieonderzoek bij volwassenen

Patiënteninformatie. Longfunctieonderzoek bij volwassenen Longfunctieonderzoek bij volwassenen U bent verwezen naar de polikliniek Longgeneeskunde voor een longfunctieonderzoek. Met longfunctieonderzoek wordt het functioneren van de longen vastgesteld. Met een

Nadere informatie

Thuisbeademing. Beademing die plaats vindt buiten het ziekenhuis. Thuisbeademing

Thuisbeademing. Beademing die plaats vindt buiten het ziekenhuis. Thuisbeademing Thuisbeademing Beademing die plaats vindt buiten het ziekenhuis Thuisbeademing Inleiding 3 Ademhaling 3 Ademhalingsproblemen 5 Thuisbeademing 6 neus-, mond-, maskerbeademing 6 endotracheale beademing 7

Nadere informatie

longfunctietest patiënteninformatie Waarom dit onderzoek? Het onderzoek

longfunctietest patiënteninformatie Waarom dit onderzoek? Het onderzoek patiënteninformatie longfunctietest Omdat u longen (tijdelijk) niet goed werken, krijgt u binnenkort een onderzoek van uw longfunctie. Welke soorten onderzoeken zijn er? En wanneer krijgt u de uitslag?

Nadere informatie

5,2. bs.1 Verbranding. bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht. Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november keer beoordeeld

5,2. bs.1 Verbranding. bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht. Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november 2009 5,2 25 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Hoofdstuk 2 Verbranding en ademhaling bs.1 Verbranding Wat is verbranding?

Nadere informatie

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist Respiratie NExCOB scholing 15 16 december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist Ton.Haans@radboudumc.nl Inhoud Bouw en functie van de longen; Diffusie Ventilatie Perfusie Doderuimte ventilatie en shunting

Nadere informatie

adviezen na een hernia-operatie HYPERVENTILATIE ZorgSaam

adviezen na een hernia-operatie HYPERVENTILATIE ZorgSaam adviezen na een hernia-operatie HYPERVENTILATIE ZorgSaam 1 2 Hyperventileren Ventileren = luchten Om uw huis te luchten zet u een raam en een deur open, er waait frisse lucht door uw huis. Hyper-ventileren

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek

Longfunctieonderzoek Longfunctieonderzoek Een longfunctieonderzoek is een onderzoek waarbij wordt gemeten wat de inhoud, de doorgankelijkheid, de elasticiteit en de gevoeligheid van de luchtwegen zijn. Ook kan worden vastgesteld

Nadere informatie

1. Temperatuurregeling

1. Temperatuurregeling 1. Temperatuurregeling Afb. 1 Als je het warm hebt, wordt je gezicht rood. Dit komt doordat de bloedvaatjes net onder je huid wijder worden doordat bepaalde spieren zich samentrekken. Zo staat je lichaam

Nadere informatie

Onderzoeken van de longfunctie

Onderzoeken van de longfunctie Onderzoeken van de longfunctie Functieafdeling Hart-Long-Sport U heeft op verzoek van uw specialist een afspraak om uw longfunctie te laten meten. Het onderzoek van de longfunctie vindt plaats op: Datum:

Nadere informatie

Longrevalidatie kan ook zinvol zijn voor patiënten die zich voorbereiden op een longoperatie of daarvan herstellen.

Longrevalidatie kan ook zinvol zijn voor patiënten die zich voorbereiden op een longoperatie of daarvan herstellen. Longrevalidatie Ongeveer één miljoen Nederlanders krijgen te maken met een longziekte. Bij patiënten met een longaandoening is vaak meer aan de hand dan alleen een longziekte. De aandoening beïnvloedt

Nadere informatie

Uw longfunctie-onderzoek

Uw longfunctie-onderzoek Uw longfunctie-onderzoek U krijgt een onderzoek naar het functioneren van de longen. Het onderzoek bestaat meestal uit verschillende blaastestjes. Hierbij ademt u door een mondstuk verbonden aan een meetapparaat.

Nadere informatie

Allergeen-provocatietest

Allergeen-provocatietest Allergeen-provocatietest 2 In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een longfunctie-onderzoek in Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ). Longfunctie-onderzoeken vinden plaats op de longfunctie-afdeling

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe

Anatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe Anatomie / fysiologie Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Taken circulatiestelsel Voedingsstoffen, nadat ze verteerd (in stukken gedeeld) zijn, opnemen

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen

Ademhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen Ademhalingsoefeningen bij neuromusculaire aandoeningen In overleg met uw behandelend fysiotherapeut en/of revalidatiearts komt u in aanmerking voor ademhalingsoefeningen. Zoals u weet kan dit bij Neuromusculaire

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek bij kinderen

Longfunctieonderzoek bij kinderen Longfunctieonderzoek bij kinderen Afdeling kindergeneeskunde Locatie Veldhoven Inleiding Deze folder geeft u informatie over longfunctieonderzoeken. De kinderarts heeft met u besproken dat bij uw kind

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek

Longfunctieonderzoek Longfunctieonderzoek Spiro Spiro met medicatie Let op: bij deze test mag bepaalde longmedicatie niet gebruikt worden, zie folder. NO meting Diffusie Whole Body Plethysmografie Functionele Residuale Capaciteit

Nadere informatie

Longfunctie onderzoek

Longfunctie onderzoek Longfunctie onderzoek Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Wat is een longfunctieonderzoek... 1 3. Voorbereiding... 1 4. Longfunctieonderzoek... 2 Spirometrie... 2 Diffusiemeting... 2 Bodybox... 2 Heliumresidubepaling...

Nadere informatie

Fysiotherapie en ademhaling

Fysiotherapie en ademhaling Paramedische afdeling Fysiotherapie en ademhaling Inleiding Het is voor u erg belangrijk om ademhalingsoefeningen te doen. Dit is omdat u het risico loopt op het krijgen van longproblemen of omdat u longproblemen

Nadere informatie

Spirometrie-onderzoek

Spirometrie-onderzoek Spirometrie-onderzoek Prof. Ellie Oostveen, longfysioloog Dienst Longziekten Universitair Ziekenhuis Antwerpen ellie.oostveen@uza.be Ademhalingssysteem Longfunctietests Luchtwegvernauwing of beperkte ademreserves:

Nadere informatie

Longfunctie- onderzoek Radboud universitair medisch centrum

Longfunctie- onderzoek Radboud universitair medisch centrum Longfunctieonderzoek In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot het ondergaan van een longfunctieonderzoek in het Radboudumc. Dit onderzoek vindt plaats op de Longfunctieafdeling. Een longfunctieonderzoek

Nadere informatie

Longaandoeningen. Sportief bewegen met een chronische longaandoening

Longaandoeningen. Sportief bewegen met een chronische longaandoening Longaandoeningen Sportief bewegen met een chronische longaandoening Sportief bewegen met een chronische longaandoening...................................... Bewegen: gezond en nog leuk ook! Regelmatig

Nadere informatie

HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL Docent: A. Sewsahai HAVO

HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL Docent: A. Sewsahai HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL Docent: A. Sewsahai HAVO Doelsstellingen De student moet de verschillen kunnen noemen tussen gaswisseling in de lucht en gaswisseling in het water

Nadere informatie

Spirometrie uitvoering

Spirometrie uitvoering Z 1 2 3 4 5 14 15 16 17 18 19 2 21 22 23 4/4/219 Wat willen we meten? Hoeveel lucht kan iemand in- en uitademen? Spirometrie uitvoering Hoe verloopt het transport van de lucht? Hoe verdeelt de lucht zich

Nadere informatie

Longfunctieonderzoeken

Longfunctieonderzoeken Longfunctieonderzoeken Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Longziekten augustus 2014 pavo 0370 Inleiding In deze folder geven wij u informatie over een longfunctieonderzoek. Een longfunctieonderzoek

Nadere informatie

Peri-operatieve fysiotherapie. ademhalingsoefeningen en bewegingsactiviteiten

Peri-operatieve fysiotherapie. ademhalingsoefeningen en bewegingsactiviteiten Peri-operatieve fysiotherapie ademhalingsoefeningen en bewegingsactiviteiten Inleiding Binnenkort ondergaat u een buik- of longoperatie in Orbis Medisch Centrum. Afhankelijk van de soort operatie verblijft

Nadere informatie

Chapter. De Longcirculatie in Pulmonale Hypertensie. Nieuwe inzichten in Rechter Ventrikel- & Longfysiologie. Nederlandse samenvatting

Chapter. De Longcirculatie in Pulmonale Hypertensie. Nieuwe inzichten in Rechter Ventrikel- & Longfysiologie. Nederlandse samenvatting Chapter 9 Nederlandse samenvatting De Longcirculatie in Pulmonale Hypertensie Nieuwe inzichten in Rechter Ventrikel- & Longfysiologie Samenvatting Pulmonale arteriële hypertensie is een ziekte van de longvaten,

Nadere informatie

Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers

Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers Eenvoudig uit te voeren Spirometrie De uiterst veelzijdige, intelligente en prachtig vormgegeven MicroLab en MicroLoop zijn uitgerust met de allernieuwste

Nadere informatie

Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1

Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1 Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1 Dyspnoe bij inspanning is één van de belangrijkste klachten van patiënten met een longziekte. Het inspanningsonderzoek kan dan ook een belangrijke rol spelen

Nadere informatie

Luchtwegen en. ademhaling: hoe zit het ook alweer?

Luchtwegen en. ademhaling: hoe zit het ook alweer? Luchtwegen en En bij het kind? ademhaling: hoe zit het ook alweer? Drs. Corine Vollbehr Docent anatomie/fysiologie bij de UMCUtrecht Academie 1 Aan de orde komen: Korte herhaling van - anatomie van luchtwegen

Nadere informatie

Met welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd?

Met welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd? Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met idiopathische pulmonale fibrose, een zeldzaam type longaandoening. De samenvatting is geschreven voor de doorsneelezer en is opgesteld

Nadere informatie

Ademhalingsstelsel vmbo-b34

Ademhalingsstelsel vmbo-b34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 12 july 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/73603 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

SPIROMETRIE. Dr. Geert Tits Dr. Valérie Van Damme. 24 mei 2016

SPIROMETRIE. Dr. Geert Tits Dr. Valérie Van Damme. 24 mei 2016 SPIROMETRIE Dr. Geert Tits Dr. Valérie Van Damme 24 mei 2016 Spirometrie: Theorie Belang van spirometrie Vroegtijdige detectie van obstructieve longaandoeningen (vroegere CARA) Spirometrie is gevoeliger

Nadere informatie

Longfunctie onderzoek

Longfunctie onderzoek Longfunctie onderzoek Longgeneeskunde 2 U heeft een afspraak voor een longfunctie-onderzoek. In deze folder leest u wat u kunt verwachten. Wat is een longfunctie onderzoek? Een longfunctieonderzoek geeft

Nadere informatie