Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Slaagkansenmonitor 2003

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Slaagkansenmonitor 2003"

Transcriptie

1 Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties

2 2

3 Inhoud Inleiding 5 Aanleiding 5 5 Leeswijzer 7 Deel De vraagkant op de Amsterdamse woningmarkt Omvang van groep verhuisgeneigde huishoudens Kenmerken beslist verhuisgeneigden met voorkeur Amsterdam Woonwensen van verhuisgeneigden met voorkeur Amsterdam Het Amsterdamse woningaanbod tot Omvang van het aanbod Kenmerken van het woningaanbod De recent geslaagden nader beschouwd Kenmerken recent geslaagden Vorige woonsituatie Doorstroming Recent geslaagden naar eigendomsvorm woning Slaagkansen Vraag versus aanbod Geslaagden versus zoekenden Kort samengevat 29 Deel Slaagkansen in de sociale huursector Woningzoekenden op de sociale huurmarkt Actief Woningzoekenden Actief Woningzoekenden naar starters en doorstromers Actief woningzoekenden naar inkomensgroep Actief woningzoekenden naar leeftijdsklasse Actief woningzoekenden naar huishoudenstype Aanbod op de sociale huurmarkt Aanbod en nieuwbouw Aanbod naar huurklasse Aanbod naar kamertal Aanbod naar vierkante meters Reacties, woonduur bij acceptatie en rangordepositie Gemiddeld aantal reacties en rangordepositie per woning Gemiddeld aantal reacties en rangordepositie per woning per stadsdeel Woon- en inschrijfduur van starters en doorstromers bij acceptatie van de woning Woon- en inschrijfduur per stadsdeel Woningmarktpositie in vier typen Koppeling van vraag en aanbod: Slaagkansen Kanttekeningen bij het begrip slaagkans Relatieve slaagkans van starters en doorstromers 48 3

4 9.3 Relatieve slaagkans naar inkomensgroep Relatieve slaagkans naar leeftijd Relatieve slaagkans naar huishoudenstype Resultaten halfjaarlijkse beleidsrapportage verhuringen Slotbeschouwing: slaagkansen in de sociale huursector Samenvatting en conclusies 54 4

5 Inleiding Aanleiding In de Beleidsovereenkomst Wonen Amsterdam en de verlenging tot 2006 hebben de Gemeente Amsterdam, de stadsdelen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de Huurdersvereniging Amsterdam samen kwantitatieve doelstellingen geformuleerd voor de ontwikkeling van de woningvoorraad teneinde eigendomsverhouding, prijscategorie, grootte en kwaliteit van de woningen meer aan te laten sluiten bij de woningbehoeften van de Amsterdamse huishoudens. Deze doelstellingen luiden als volgt: - toename van het aantal koopwoningen naar woningen (van 17 naar 35%); - binnen het koop- en duurdere huursegment een aanbod van woningen voor middeninkomens; - een aanbod van huurwoningen (van 64 naar 42%) die bereikbaar zijn voor huishoudens met een laag inkomen (kernvoorraad+), waarvan in bezit van corporaties (nu ); - toename van het aandeel woningen met tenminste 60 m 2 woonoppervlak naar 50% van de totale voorraad en toename van het aandeel woningen met tenminste 80 m 2 naar 20%; - toename van het aanbod voor ouderen geschikte woningen in alle prijs- en eigendomscategorieën; - toename van de mogelijkheden om wonen en werken te combineren. Als Amsterdam erin slaagt om deze doelstellingen te bereiken, zullen de keuzemogelijkheden voor woningzoekenden aanmerkelijk worden verruimd. De slaagkansen voor verschillende groepen bewoners in de woningmarkt zullen daardoor naar verwachting verbeteren. Om nauwlettend te volgen of dat ook daadwerkelijk gebeurt, is overeengekomen dat jaarlijks gerapporteerd zal worden over de slaagkansen op de woningmarkt. De gegevens waarop de slaagkansenmonitor is gebaseerd kennen een aantal beperkingen (zie onder). Om die reden kunnen de resultaten alleen indicatief worden gebruikt. De slaagkansenmonitor leent zich dan ook niet als beleidsmatig sturingsinstrument. De is de vierde in de serie. De eerste Slaagkansenmonitor rapporteerde over het jaar In de Slaagkansenmonitor wordt bekeken wat de slaagkansen voor verschillende groepen bewoners op de Amsterdamse woningmarkt zijn. Hierbij gaat het om inzicht te krijgen wie er op zoek zijn naar een andere woning (wat betreft leeftijd, huishoudenstype en inkomenscategorie), naar wat voor soort woningen deze huishoudens zoeken, en in hoeverre zij daarin succesvol zijn. Gegevens uit WiA2003 en Woningnet De bestaat uit twee delen: Deel 1 geeft een beschrijving van het woningaanbod op de hele woningmarkt (de corporatiehuur, particuliere huur en koop) in de periode 1 januari 2002 tot 1 mei 2003 en de groepen die in die periode geslaagd zijn op de 5

6 woningmarkt. Dit wordt afgezet tegen de woonwensen van verhuisgeneigde Amsterdammers. De gegevens uit deel 1 komen uit het onderzoek Wonen in Amsterdam Wonen in Amsterdam (WiA) is een steekproefonderzoek dat om de twee jaar wordt uitgevoerd, in opdracht van de Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de stadsdelen. Het onderzoek wordt gehouden onder Amsterdamse huishoudens die in zelfstandige woningen wonen. Aan het onderzoek Wonen in Amsterdam 2003 hebben ongeveer Amsterdamse huishoudens meegewerkt. Deel 2 richt zich alleen op de sociale huursector, dat wil zeggen alle woningen in eigendom van woningcorporaties. Hiervoor zijn gegevens uit Woningnet beschikbaar. Sinds mei 2001 worden bijna alle sociale huurwoningen in de regio Amsterdam aangeboden via WoningNet. Woningzoekenden hebben hierdoor een beter inzicht gekregen in het aanbod in de regio. De gegevens van WoningNet maken het ook mogelijk om in deel 2 dieper in te gaan op de verschillen tussen stadsdelen. Bij de sociale huursector moeten we in het achterhoofd houden dat de resultaten van het aanbodstelsel sterk worden beïnvloed door regelgeving. Van een vrije markt met vrij opererende woningzoekenden is geen sprake. Goedkope huurwoningen worden met voorrang toegewezen aan huishoudens met lage inkomens en grote woningen aan grote huishoudens. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de slaagkansen van verschillende groepen woningzoekenden. In deel 2 wordt ook aandacht besteed aan de resultaten van de halfjaarlijkse beleidsrapportage verhuringen. Deze rapportage wordt gemaakt vanaf 2003 in opdracht van het AVO. Daarbij worden ook gegevens gepresenteerd over Slaagkansen Zowel in deel 1 als in deel 2 worden slaagkansen berekend. In deel 1 is de slaagkans berekend door het aantal huishoudens dat volgens het WiA-onderzoek recent geslaagd is te delen door het aantal huishoudens dat in het onderzoek aangeeft beslist te willen verhuizen. De slaagkans van woningzoekenden in de sociale huursector wordt over het algemeen berekend door het aantal geslaagde nieuwe huurders te delen door het aantal actief woningzoekenden. Actief woningzoekenden zijn woningzoekenden die in een bepaalde periode 1 maal of vaker hebben gereageerd op een vrijkomende woning in de krant. We moeten de berekende slaagkansen niet te absoluut opvatten. De slaagkans is afhankelijk van vele factoren. Zo is in deel 2 het aantal actief zoekenden bepaald door alle woningzoekenden mee te tellen die in een bepaalde periode één maal of vaker hebben gereageerd. Als je woningzoekenden pas actief noemt, als ze minimaal vijf reacties hebben ingestuurd, kom je op minder actief zoekenden en dus hogere slaagkansen. Verder is de herkomst en bestemming van de actief zoekenden van belang. Tellen we een woningzoekende mee als hij afkomstig is uit Amsterdam (herkomst) of reageert op een woning in Amsterdam (bestemming)? Verder is van belang welke periode wij in ogenschouw nemen. De slaagkans die over een geheel jaar wordt berekend is bijvoorbeeld niet twee maal zo groot als de slaagkans over een half jaar. Het aantal actief zoekenden in een jaar is namelijk niet tweemaal zo groot als in een half jaar. Bij de slaagkansen in deel 1 gelden andere kanttekeningen, onder andere het feit dat het steekproefonderzoek Wonen in Amsterdam alleen onder zelfstandige Amsterdamse huishoudens wordt gehouden. De vraag van onzelfstandige huishoudens en mensen van buiten Amsterdam weten we met dit onderzoek niet. Tot slot gaat het bij slaagkansen niet alleen om het enge begrip slaagkans (het aantal geslaagden in een jaar als percentage van de actief woningzoekenden). Ook andere indicatoren, zoals woonduur, aantal reacties en het aanbod op de woningmarkt dienen in de beschouwing te worden betrokken. 6

7 Gezien bovenstaande overwegingen is het dus essentieel het begrip slaagkans niet te absoluut op te vatten. Zoals eerder aangegeven kunnen de cijfers alleen als indicatie worden gebruikt. Verschillen tussen cijfers deel 1 en 2 De gegevens uit Wonen in Amsterdam en WoningNet komen door een aantal oorzaken niet overeen. Zo kennen de twee bronnen een andere tijdspanne. Het WiA-onderzoek bestrijkt de periode januari mei 2003, de cijfers van WoningNet zijn van 1 mei 2001 tot en met heel 2003 en Verder worden er andere huurgrenzen aangehouden: WiA2003 gaat uit van kale huren waarbij de grenzen van 1 juli 2002 t/m 30 juni 2003 aangehouden worden. Bij de WoningNetgegevens gaat het om rekenhuren, en worden de grenzen per 1 juli 2003 gehanteerd. Dit betekent dat de cijfers uit WiA en WoningNet niet goed vergelijkbaar zijn. Hierdoor komen de slaagkansen uit deel 1 niet overeen met de slaagkansen die in deel 2 berekend zijn. Het onderzoek voor de slaagkansenmonitor 2003 is ondersteund door een begeleidingscommissie, waarin Rachel van Rooijen (Huurdersvereniging Amsterdam), Minke Kolstein (de Dageraad), Eef Meijerman (Amsterdams Steunpunt Wonen), Willem Teune (Dienst Wonen) en de schrijvers van dit rapport, Ineke Jeurissen (Dienst Wonen) en Jeroen van der Veer (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties) zitting hadden. Leeswijzer De slaagkansenmonitor bestaat uit twee delen waarbij deel 1 een algemene beschrijving is van aanbod en vraag op de gehele woningmarkt. Deel 2 zoomt in op de sociale huursector. In deel 1 staat in hoofdstuk 1 de vraagkant op de Amsterdamse woningmarkt centraal. Wat zijn de kenmerken van de huishoudens die hebben aangegeven binnen twee jaar binnen Amsterdam te willen verhuizen en naar wat voor soort woningen zijn zij op zoek? In hoofdstuk 2 komt het woningaanbod in de periode januari mei 2003 aan de orde. In hoofdstuk 3 worden de huishoudens die recent geslaagd zijn op de woningmarkt nader beschouwd. Welke groepen slagen relatief vaak en welke groepen juist minder vaak? In hoofdstuk 4 worden tenslotte vraag en aanbod op de woningmarkt met elkaar vergeleken. Hoe is de verhouding tussen deze twee? Ook worden de verschillende typen zoekenden en geslaagden tegen elkaar afgezet. Zo kan er een indicatie gegeven worden van een positieve of negatieve slaagkans van verschillende groepen huishoudens op de woningmarkt in de periode Hoofdstuk 4 sluit af met een korte samenvatting. In deel 2 komen na een korte inleiding (hoofdstuk 5) achtereenvolgens aan de orde: woningzoekenden (hoofdstuk 6), het aanbod in de sociale huursector (hoofdstuk 7), reacties, woonduur en acceptatiegraad (hoofdstuk 8), en de koppeling tussen vraag en aanbod (hoofdstuk 9). Daarbij zal voor de jaren 2000 tot en met 2003 worden bekeken in hoeverre de kenmerken van de geslaagden afwijken van de actief woningzoekenden. De slaagkansenmonitor 2003 sluit af met een samenvatting en conclusies in hoofdstuk 10. 7

8 8

9 Deel 1 1. De vraagkant op de Amsterdamse woningmarkt In het onderzoek Wonen in Amsterdam worden aan de respondenten vragen gesteld over verhuisgeneigdheid, waaronder de vraag of respondenten binnen twee jaar willen of moeten verhuizen, zo ja, of ze in Amsterdam willen blijven en naar wat voor soort woning ze dan zouden willen verhuizen. Door huishoudens die verhuisgeneigd zijn nader te bekijken is een goed beeld te vormen van de interne vraagkant op de Amsterdamse woningmarkt. Let wel: er is ook een externe vraagkant, huishoudens van buiten de stad die hier een woning zoeken. Deze externe vraag wordt in dit onderzoek dus buiten beschouwing gelaten. Verder worden in het onderzoek Wonen in Amsterdam alleen zelfstandige huishoudens geënquêteerd. De vraag van onzelfstandig wonende huishoudens, waaronder veel jongeren, is dus niet in dit onderzoek meegenomen. De werkelijke omvang van de vraag op de Amsterdamse woningmarkt zal dus groter zijn dan in dit hoofdstuk is aangegeven. Ten opzichte van de eerdere slaagkansenmonitors waarin gegevens uit WiA1999 en WiA2001 zijn gebruikt is dit keer een iets aangepaste definitie van verhuisgeneigdheid 1 gebruikt. Om de vergelijking met voorgaande jaren te kunnen maken zijn de cijfers voor 1999 en 2001 opnieuw berekend volgens de nieuwe definitie van verhuisgeneigdheid Omvang van groep verhuisgeneigde huishoudens Het totaal aantal Amsterdamse huishoudens dat in het onderzoek Wonen in Amsterdam 2003 aangeeft binnen twee jaar beslist te willen of te moeten verhuizen bedraagt huishoudens. Van deze verhuisgeneigden wil 23% de stad verlaten, dat zijn zo n huishoudens. Daarnaast heeft 6% van de verhuisgeneigden geen voorkeur voor een woning binnen of buiten Amsterdam. Mogelijk zullen deze huishoudens voor Amsterdam kiezen. Als we deze huishoudens beschouwen als huishoudens met een voorkeur voor Amsterdam komen we op een maximale interne vraag op de Amsterdamse woningmarkt van huishoudens (tabel 1). Overigens zijn deze huishoudens niet allemaal actief aan het zoeken naar een nieuwe woning. Van de huishoudens die binnen Amsterdam willen verhuizen geeft 68% aan actief aan het zoeken te zijn via WoningNet, de makelaar of websites zoals Funda.nl. De overige huishoudens geven aan te willen of moeten verhuizen maar ondernemen (nog) geen actie. 1 Tot de verhuisgeneigden worden nu gerekend: 1. de huishoudens die binnen twee jaar willen verhuizen, 2. de huishoudens die hebben aangegeven niet te willen verhuizen maar wel binnen twee jaar denken te moeten verhuizen 3. die respondenten die de wilt-u-verhuizen-vraag weliswaar niet hebben ingevuld, maar die elders (in de vragen op welke termijn verhuizen? en actief op zoek? ) lieten blijken wel actief verhuisgeneigd te zijn. Deze respondenten zijn er dit jaar voor het eerst bij de groep verhuisgeneigden gevoegd. 9

10 Uit de vergelijking tussen de drie peildata blijkt het aantal verhuisgeneigden in 2003 gedaald te zijn ten opzichte van 2001, na een flinke toename in de periode In 2003 ligt het aantal verhuisgeneigden nog wel iets hoger dan in Doordat het totaal aantal huishoudens in Amsterdam in die periode ook toegenomen is, is het aandeel huishoudens dat binnen Amsterdam wil verhuizen praktisch op hetzelfde niveau als in Tabel 1: vaststelling van het aantal verhuisgeneigden op basis van de nieuwe definitie peildatum 1 mei 1999 peildatum 1 mei 2001 peildatum 1 mei 2003 aantal huishoudens totaal aantal beslist verhuisgeneigden max. aantal verhuisgeneigden met voorkeur A dam % van totaal aantal huishoudens dat verhuisgeneigd is met voorkeur Amsterdam 20,5% 22,1% 20,7% Naast de huishoudens die beslist willen of moeten verhuizen binnen 2 jaar zijn er ook huishoudens die hebben aangegeven misschien te willen verhuizen (figuur 1). Deze groep huishoudens is de afgelopen jaren steeds groter geworden en vormt nu 42% van alle Amsterdamse huishoudens in Figuur 1: verhuisgeneigdheid beslist verhuisgeneigd misschien niet verhuisgeneigd % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 1.2 Kenmerken beslist verhuisgeneigden met voorkeur Amsterdam Op basis van het onderzoek Wonen in Amsterdam verschijnt elke twee jaar de rapportage Woonwensen. Hierin worden de kenmerken van de huishoudens die willen verhuizen en hun woonwensen gepresenteerd, zowel van huishoudens die in Amsterdam willen blijven als huishoudens die de stad willen verlaten. In deze slaagkansenmonitor bekijken we alleen de huishoudens die een voorkeur voor Amsterdam hebben, omdat deze groep de interne vraag in Amsterdam vormt en zodoende de basis vormt voor de slaagkansen in hoofdstuk 5. 2 Hiertoe zijn ook gerekend de huishoudens die op de vraag Wilt u buiten Amsterdam gaan wonen of in Amsterdam blijven? hebben geantwoord heb geen voorkeur of weet niet. Hierdoor gaat het om het maximale aantal verhuisgeneigden dat in Amsterdam wil blijven. 10

11 Er zijn in 2003 maximaal zelfstandige wonende huishoudens die beslist binnen 2 jaar willen of moeten verhuizen, liefst binnen Amsterdam. Van deze groep huishoudens behoort het grootste deel tot de primaire doelgroep (44%). Dit is een toename ten opzichte van 2001, terwijl het totale aandeel Amsterdamse huishoudens dat tot de primaire doelgroep behoort in dezelfde periode juist gedaald is van 37% naar 35%. Deze huishoudens zijn dus in 2003 nog sterker vertegenwoordigd onder de verhuisgeneigden dan in Dit heeft onder andere te maken met de Amsterdamse woningvoorraad: er zijn relatief veel goedkope huurwoningen waar huishoudens uit de primaire doelgroep voor in aanmerking komen. Hogere inkomens kiezen er relatief vaker voor om buiten Amsterdam een nieuwe woning te zoeken, waar het aanbod van duurdere woningen groter is: 35% van de hogere inkomens geeft aan naar een woning buiten Amsterdam te willen verhuizen, tegen 17% van de huishoudens uit de primaire doelgroep. Figuur 2: verhuisgeneigden met voorkeur Amsterdam naar inkomensgroep % 50% 40% 30% 20% % 0% primaire doelgroep sec. doelgroep tot zfg. zfg. tot hogere inkomens hogere inkomens Wat betreft huishoudenssamenstelling zijn veruit de meeste huishoudens die binnen Amsterdam willen verhuizen alleenwonend (45%, figuur 3). Stellen met kinderen vormen de tweede groep, dit zijn ongeveer 22% van alle huishoudens die in Amsterdam willen verhuizen. 18% van de huishoudens zijn stellen zonder kinderen. Binnen de groep verhuisgeneigden is het aandeel stellen met kinderen in toegenomen en in 2003 praktisch op hetzelfde niveau gebleven. Toch blijkt bij het vergelijken van stellen met kinderen die binnen Amsterdam willen blijven en zij die Amsterdam willen verlaten, dat de laatste groep steeds groter wordt. Gezinnen met kinderen willen steeds vaker de stad uit. Figuur 3: verhuisgeneigden met voorkeur Amsterdam naar huishoudenstype % 40% 30% 20% % 0% alleenwonend stel zonder kinderen eenoudergezin stel met kinderen overig 11

12 Figuur 4 geeft de leeftijdsverdeling van de verhuisgeneigden. In deze grafiek zijn de leeftijdscategorieën jaar en jaar samengevoegd. De leeftijdsgroep jarigen is namelijk ondervertegenwoordigd in het WiA-onderzoek omdat dit onderzoek alleen onder zelfstandige huishoudens wordt gehouden. Vooral huishoudens in de leeftijd jaar zijn op zoek naar een andere woning in Amsterdam, zij vormen ruim driekwart van de verhuisgeneigden. Bovendien groeit deze leeftijdsgroep. Met name de jarigen vormen een grotere groep binnen de verhuisgeneigden dan twee jaar geleden. Het aandeel 50-plussers is gedaald ten opzichte van 2001, was in 1999 nog 28% van de verhuisgeneigden 50 jaar of ouder, is 2003 is dit 24%. Figuur 4: verhuisgeneigden naar leeftijd % 40% 30% 20% % 0% Woonwensen van verhuisgeneigden met voorkeur Amsterdam De huishoudens die binnen Amsterdam een nieuwe woning zoeken hebben opgegeven of zij een voorkeur hebben voor huur of koop, welke prijsklasse zij bereid zijn te betalen en of zij een voorkeur voor bestaande bouw of nieuwbouw hebben. Figuur 5 geeft de voorkeur voor huur of koop weer. Figuur 5: voorkeur huur of koop in % Voorkeur koop Voorkeur huur Geen voorkeur/w eet niet

13 Het grootste deel van de huishoudens wil verhuizen naar een huurwoning (57%), ruim een derde van de huishoudens heeft een voorkeur voor een koopwoning. In figuur 5 is te zien dat de interesse in koop de laatste jaren licht is toegenomen, ten koste van de voorkeur voor huren. In 1999 wilde 62% van de huishoudens huren en 28,5% kopen. In tabel 2 zijn de koopprijs die huishoudens met een voorkeur voor koop willen betalen en de huurprijs die mensen met een voorkeur voor huur willen betalen onder elkaar gezet. Huishoudens die geen voorkeur hebben zijn buiten beschouwing gebleven. Ruim de helft van de huishoudens heeft een voorkeur voor een huurwoning met een huur tot 440,-. Opvallend is dat de voorkeur voor een huurwoning in de kernvoorraad sterk gedaald is sinds De interesse in duurdere huur en koop is juist toegenomen. Dit is een indicatie dat mensen op zoek zijn naar meer kwaliteit en bereid zijn daarvoor te betalen. Mogelijk geven ze ook een wat hogere huur op omdat ze verwachten dat ze in een krappe woningmarkt bereid moeten zijn meer geld te betalen voor een woning. Overigens moeten we bij deze cijfers wel bedenken dat mensen in de WiA-vragenlijst is gevraagd naar de huur die zij bereid zouden zijn te betalen, zij zullen dus ook vaak interesse hebben in woningen met een lagere huur. De interesse in kernvoorraadwoningen zal dan ook in werkelijkheid wat hoger liggen. Als we kijken naar de verschillen in voorkeur tussen de inkomensgroepen valt op dat 43% van de huishoudens uit de primaire doelgroep een maximale huur heeft opgegeven die onder de kernvoorraadgrens ligt. De overige 57% is bereid een hogere huur te betalen, of is juist geïnteresseerd in een koopwoning (17%). Blijkbaar richt de primaire doelgroep zich niet alleen op de goedkope huurwoningen. Huurwoningen met een huur tot de aftoppingsgrens zijn dan ook bereikbaar voor huishoudens in de primaire doelgroep. Verder geldt: hoe hoger het inkomen, hoe sterker de voorkeur voor koop en duurdere huur. Tabel 2: vraag prijsklasse* nieuwe woning van verhuisgeneigden binnen Amsterdam in % koop < koop koop koop > huur kernvoorraad huur huur huur > totaal * prijsklasse geïndexeerd naar mei

14 Net iets meer huishoudens hebben een voorkeur voor een nieuwbouwwoning (10+ 27= 37%) dan voor een woning in de bestaande bouw (9+ 24 = 33%). Een derde van de huishoudens heeft geen voorkeur of geeft aan het niet te weten. Tabel 3: voorkeur voor nieuw- of bestaande bouw van verhuisgeneigden binnen A dam in % 2003 uitsluitend bestaande bouw 9 uitsluitend nieuwbouw 10 liever bestaande bouw, eventueel nieuwbouw 24 liever nieuwbouw, eventueel bestaande bouw 27 geen voorkeur/weet niet 31 totaal

15 2. Het Amsterdamse woningaanbod tot Omvang van het aanbod In mei 2003, toen de vragenlijsten van het onderzoek Wonen in Amsterdam werden verspreid, woonde 10,4% van de Amsterdamse huishoudens sinds 2002 of 2003 in hun huidige woning. Deze huishoudens kunnen we aanmerken als recent geslaagden op de Amsterdamse woningmarkt. Dit is een stijging ten opzichte van mei 2001 toen 8,3% van de huishoudens recent geslaagd was, maar het is nog steeds wel lager dan in mei 1999 (11,5%). Het totaal aantal woningen dat deze recent geslaagden hebben betrokken vormt het aanbod van vrijgekomen woningen in de 16 maanden van januari 2002 tot mei Dit zijn immers de woningen die in die periode beschikbaar waren. In tabel 4 staat de totale woningvoorraad en het aanbod van vrijgekomen woningen in de verschillende perioden. In absolute aantallen is het beschikbare woningaanbod toegenomen tot in Dit wordt onder andere veroorzaakt door nieuwbouw. Dit leidt tot directe toevoeging van woningen aan het aanbod en tot doorstroming waardoor er meer woningen vrijkomen. Tabel 4: beschikbare woningaanbod in 1998/1999, 2000/2001 en 2002/2003 januari mei 1999 januari mei 2001 januari mei 2003 totale woningvoorraad % recent geslaagden op de Amsterdamse 11,5% 8,3% 10,4% woningmarkt beschikbare woningaanbod (= aantal woningen dat de recent geslaagden hebben betrokken) Kenmerken van het woningaanbod Eigendom en prijsklasse In figuur 6 en 7 op de volgende pagina is het aandeel koopwoningen, particuliere huurwoningen en corporatiewoningen in het totale aanbod vergeleken met het aandeel van deze eigendomsvormen in de totale woningvoorraad. Er zijn ten opzichte van de totale voorraad, maar ook ten opzichte van het aanbod in 1998/1999 en 2000/2001 relatief minder corporatiewoningen vrijgekomen in 2002/2003. Het aandeel koopwoningen in het aanbod neemt juist toe en ligt hoger dan in de totale Amsterdamse voorraad. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het grote aandeel koopwoningen in de nieuwbouw. Ook het aandeel particuliere huurwoningen ligt wat hoger vergeleken met voorgaande jaren en de totale voorraad. 3 Om de lijn met voorgaande jaren gelijk te houden is gerekend met een totale woningvoorraad van woningen. Door administratieve leegstand, mutatie- en frictieleegstand zal het beschikbare woningaanbod eigenlijk berekend moeten worden over een kleiner aantal woningen. Omdat echter niet duidelijk is hoeveel kleiner dit zou moeten zijn, en om de vergelijkbaarheid met voorgaande jaren te houden, is gekozen om te rekenen met

16 Figuur 6: woningaanbod (in de periode januari mei 2003) en woningvoorraad naar eigendom 2002/03 Figuur 7: woningaanbod in 1998/99, 2000/01en % % corporatiehuur particuliere huur koop vrijgekomen woningaanbod 2002/2003 totale woningvoorraad Amsterdam 0 corporatiehuur particuliere huur koop 1998/ / /03 Tabel 5 geeft het woningaanbod in 1998/1999, 2000/2001 en 2002/2003 onderverdeeld naar koop/huur en prijsklasse weer. Net als voorgaande jaren behoort in 2002/2003 het grootste deel van de vrijgekomen woningen tot de kernvoorraad, hoewel de omvang wel is gedaald ten opzichte van eerdere jaren. In de koopsector komen relatief iets vaker dan voorgaande jaren woningen met een marktwaarde 4 vanaf vrij. Tabel 5: woningaanbod naar prijsklasse* in % 1998/ / /2003 koop 4 < ,5 koop koop koop > huur kernvoorraad huur huur huur > totaal * prijsklasse geïndexeerd naar mei het gaat hier om de geschatte marktwaarde van de eigen woning door de huidige bewoner. 16

17 Oppervlak De grootte van een woning bepaalt voor een belangrijk deel de woonkwaliteit ervan. 65% van het woningaanbod bestaat uit woningen met een oppervlakte van minder dan 60 m². Dit komt ongeveer overeen met het aandeel in de totale voorraad. Zoals te verwachten valt een woning in een hogere prijsklasse naar mate de woning groter is. Tabel 6: woningaanbod naar prijsklasse* en oppervlakte woning 5 in % tot 60 m² 60 tot 80 m² 80 m² en totaal meer koop < koop koop koop > huur kernvoorraad huur huur huur > Totaal 65, * prijsklasse geïndexeerd naar mei 2003 Eengezins/meergezinswoning Eengezinswoningen zijn schaars in Amsterdam: zo n 12% van de woningen behoort tot dit woningtype. De overige woningen zijn meergezinswoningen. In het recente woningaanbod zijn eengezinswoningen nog schaarser: slechts 7% van woningen in het aanbod zijn eengezinswoningen. Dit komt doordat bewoners van eengezinswoningen veel minder verhuisgeneigd zijn dan bewoners van meergezinswoningen: 62% van de eengezinswoningbewoners geeft aan niet te willen verhuizen de komende twee jaar, tegen 39% van de meergezinswoningbewoners. Hierdoor komen er minder eengezinswoningen vrij. Nieuwbouw/bestaande bouw In het WiA-onderzoek is niet goed na te gaan hoeveel woningen in het beschikbare aanbod nieuwbouwwoningen betreffen en hoeveel woningen tot de bestaande voorraad behoren. Het gemeentelijke Basisbestand Woningbouwlocaties Amsterdam geeft betere informatie. Volgens dit bestand zijn in de periode 1 januari 2002 tot 1 mei 2003 zo n nieuwbouwwoningen opgeleverd. Dit is 8,3% van het totale aanbod in deze periode. Het aantal bestaande woningen in het aanbod is = woningen. 5 De nettowoonoppervlakte: netto oppervlakte van alle vertrekken inclusief keuken, met daarbij opgeteld het oppervlak van de badkamer. 17

18 18

19 3. De recent geslaagden nader beschouwd 3.1. Kenmerken recent geslaagden 10,4% van de Amsterdamse huishoudens woonde in mei 2003 korter dan 16 maanden in de huidige woning en rekenen we tot de recent geslaagden. De meeste recent geslaagden behoren tot de primaire doelgroep, namelijk 35%. Dit is gelijk aan het aandeel primaire doelgroep onder alle Amsterdamse huishoudens. Ten opzichte van voorgaande jaren is het aandeel geslaagde huishoudens dat tot de primaire doelgroep behoort gedaald, ongeveer gelijke tred houdend met de afname van de primaire doelgroep in Amsterdam. Opvallend is dat het aandeel hogere inkomens onder de geslaagden weer is afgenomen, na een flinke toename tussen 1999 en Tot de secundaire doelgroep behoren juist relatief veel geslaagden vergeleken met voorgaande jaren. Tabel 7: geslaagden naar inkomen* in % aandeel recent geslaagden totaal Amsterdamse huishoudens 2003 primaire doelgroep 44, sec. doelgroep tot zfg. 22, zfg tot hogere inkomens totaal * inkomensgrenzen geïndexeerd naar mei 2003 Net als bij het totaal van de Amsterdamse huishoudens vormen alleenwonenden de grootste groep binnen de recent geslaagden, ruim 52% van de recent geslaagden is alleenwonend. Gezinnen zijn wat ondervertegenwoordigd onder de recent geslaagden: 21% (8%+13%) van de recent geslaagden zijn gezinnen, terwijl er zich onder de Amsterdamse huishoudens ruim 26% gezinnen bevinden. Als we kijken naar de huishoudensgrootte (tabel 9) blijkt dat met name de huishoudens die uit 3 of 4 personen bestaan ondervertegenwoordigd zijn onder de recent geslaagden ten opzichte van de totale Amsterdamse bevolking. Grote huishoudens van 5 of meer personen daarentegen blijken juist redelijk vertegenwoordigd. Tabel 8: geslaagden naar huishoudenstype in % aandeel recent geslaagden totaal Amsterdamse huishoudens 2003 alleenwonend stel zonder kinderen eenoudergezin 9 8,5 8 9 stel met kinderen 14 12, ,5 overig 3, ,5 totaal

20 Tabel 9: geslaagden naar huishoudensgrootte in % aandeel recent geslaagden totaal Amsterdamse huishoudens 2003 huishouden 1 of 2 personen huishouden 3 of 4 personen huishouden 5 of meer pers ,5 totaal De meeste recent geslaagden zijn jong: ruim de helft van hen is jonger dan 34 jaar. Dit is niet verwonderlijk aangezien de Amsterdamse woningvoorraad wat betreft woningtype en huurprijs goed bij deze leeftijdsgroep aansluit. Bovendien zijn jongere huishoudens relatief vaker op zoek naar een nieuwe woning dan oudere huishoudens, die meestal al meer gesetteld en honkvaster zijn. Vergeleken met voorgaande jaren is het aandeel jongere recent geslaagden toegenomen. Opvallend is dat ook het aandeel 65-plussers onder de recent geslaagden de laatste jaren aan het toenemen is, met name tussen 1999 en Tabel 10: geslaagden naar leeftijd in % aandeel recent geslaagden totaal Amsterdamse huishoudens , , , , ,5 totaal Vorige woonsituatie Ruim driekwart van de recent geslaagden (78%) woonde reeds in Amsterdam voordat zij verhuisden naar een andere woning. Dit is iets lager dan in 1999 en 2001 toen 81% van de recent geslaagden al langer in Amsterdam woonde. De instroom van buiten Amsterdam de stad in is dus toegenomen. Onder de huishoudens die van buiten Amsterdam de stad ingekomen zijn bevinden zich relatief veel hogere inkomens (32%) en jonge huishoudens (62% is tussen de jaar oud). Figuur 8 geeft aan wat de vorige woonsituatie was van de recent geslaagden die al in Amsterdam woonden. Ruim 20% van de huishoudens is doorgestroomd van een onzelfstandige in Amsterdam naar een zelfstandige woning: in iets meer dan de helft van deze huishoudens gaat het om doorstroming vanuit een kamer of studentenflat, in de overige gevallen gaat het om jongeren die vanuit hun ouderlijk huis zelfstandig zijn gaan wonen. 57% van de recent geslaagden heeft een zelfstandige huurwoning achtergelaten, vaker een corporatiehuurwoning dan een particuliere huurwoning. Het aandeel huishoudens dat een koopwoning heeft achtergelaten is constant gebleven ten opzichte van

21 Figuur 8: vorige woonsituatie geslaagden 6 op de woningmarkt overig 12% onzelfstandig 21% koop 10% zelfst. part. huur 23% zelfst. corp.huur 34% 3.3 Doorstroming In tabel 11 zijn de oude en de nieuwe situatie van de recent geslaagden naast elkaar gezet. Zodoende kunnen we een indruk krijgen van de doorstroming in de huur- en de koopsector. De doorstroming binnen de koopsector is het grootst (79%). Ook bewoners van corporatiehuurwoningen verhuizen relatief vaak naar andere corporatiehuurwoningen (70%). Vanuit de particuliere huursector wordt juist vaker overgestapt naar een koopwoning en iets minder vaak naar een corporatiehuurwoning. Tabel 11: oude en nieuwe woonsituatie van geslaagden 6 (doorstroming) in % vorige woonsituatie nieuwe woonsituatie totaal koop particuliere huur corporatiehuur op kamers, studentenflat inwonend bij ouders zelfst. part. huur zelfst. corp.huur 19 11, koop 79 12, overig totaal 27 21, geslaagden die al in Amsterdam woonden 21

22 3.4 Recent geslaagden naar eigendomsvorm woning Tussen de recent geslaagden in de koop-, corporatiehuur-, en particuliere huursector bestaan flinke verschillen wat betreft leeftijd, huishoudenstype en inkomen. In de zes tabellen hieronder worden de recent geslaagden in de verschillende sectoren op deze kenmerken vergeleken. Overigens kunnen de cijfers over recent geslaagden in de corporatiehuursector niet goed vergeleken worden met de gegevens in deel 2 van dit rapport: de gegevens in onderstaande tabellen komen uit het WiA-onderzoek, in deel 2 worden gegevens gepresenteerd uit WoningNet. Deze bronnen gaan over verschillende perioden en daarnaast is er sprake van definitieverschillen. Hierdoor zijn de cijfers in deze tabellen en deel 2 niet gelijk. In de inleiding is hierover een toelichting te vinden. De geslaagden in de koopsector behoren relatief vaak tot de leeftijdsgroep jarigen. Dit zijn vaak stellen zonder of met kinderen en zij hebben vaker dan gemiddeld een hoger inkomen. Naar de corporatiewoningen zijn juist relatief vaak 50-plussers verhuisd. In de particuliere sector zijn juist veel jongeren tot 34 jaar geslaagd. Het gaat relatief vaak om alleenwonenden of stellen zonder kinderen, en om huishoudens die meestal een wat hoger inkomen hebben dan de huishoudens die naar een corporatiewoning zijn verhuisd. Tabel 12: geslaagden naar leeftijd en eigendomsvorm woning (hor. %) totaal koopwoning particuliere huur 68, corporatiehuur ,5 100 totaal Tabel 13: geslaagden naar leeftijd en eigendomsvorm woning (vert. %) totaal koopwoning particuliere huur corporatiehuur totaal Tabel 14: geslaagden huishoudenstype en eigendomsvorm woning (hor. %) alleenwonend stel zonder eenouder- stel met overig totaal kinderen gezin kinderen koopwoning particuliere huur 54,5 27 5,5 7,7 5,5 100 corporatiehuur ,5 13, totaal

23 Tabel 15: geslaagden huishoudenstype en eigendomsvorm woning (vert. %) alleenwonend stel eenoudergezin stel met overig totaal zonder kinderen kinderen koopwoning particuliere huur corporatiehuur totaal Tabel 16: geslaagden inkomensgroepen en eigendomsvorm woning (hor. %) primaire doelgroep secundaire doelgroep zfg. tot 2430 hogere inkomens totaal koopwoning particuliere huur corporatiehuur totaal Tabel 17: geslaagden inkomensgroepen en eigendomsvorm woning (vert. %) primaire secundaire zfg. tot hogere totaal doelgroep doelgroep 2430 inkomens koopwoning particuliere huur corporatiehuur totaal

24 24

25 4. Slaagkansen Dit hoofdstuk bestaat uit twee paragrafen. In de eerste staan de woningen centraal, in de tweede de bewoners. In paragraaf 4.1 is het aanbod van woningen in verschillende prijsklassen afgezet tegen de vraag en wordt duidelijk hoe deze twee in verhouding staan. De slaagkans is bepaald door het aanbod te delen door de vraag. Hierdoor wordt duidelijk voor welke prijsklassen de vraag groter is dan het aanbod en andersom. In paragraaf 4.2 worden de huishoudens die zijn geslaagd op de woningmarkt afgezet tegen de zoekenden. Hier wordt de slaagkans berekend door het aantal recent geslaagden te delen door het aantal woningzoekenden. Enkele kanttekeningen zijn hier op zijn plaats. Als eerste is, zoals ook al is aangegeven in hoofdstuk 1, uitgegaan van de maximale interne vraag op de Amsterdamse woningmarkt. Huishoudens die (nog) geen voorkeur konden aangeven voor een woning binnen of buiten Amsterdam zijn hier beschouwd als woningzoekenden met voorkeur Amsterdam. Ook zijn lang niet alle verhuisgeneigde huishoudens daadwerkelijk actief op zoek naar een woning. Hier staat weer tegenover dat de externe vraag, van huishoudens die van buitenaf naar Amsterdam willen komen, niet meegerekend is, net als de vraag van huishoudens die nu onzelfstandig wonen. Ten tweede gaat de vergelijking tussen aanbod/vraag en geslaagd/zoekend over twee verschillende perioden: het woningaanbod in de periode tot en de vraag in de periode mei 2003-mei 2005 (omdat in mei 2003 aan de respondenten is gevraagd of ze de komende twee jaar willen of moeten verhuizen). De berekende slaagkansen moeten dan ook niet te absoluut opgevat worden. De cijfers kunnen alleen ten opzichte van andere jaren en ten opzichte van andere groepen geïnterpreteerd worden. 4.1 Vraag versus aanbod In tabel 18 zijn vraag en aanbod op de Amsterdamse woningmarkt wat betreft prijsklasse tegen elkaar afgezet. Voor de vraagkant zijn de percentages uit tabel 2 omgezet naar (afgeronde) absolute aantallen. Het totaal aantal verhuisgeneigden dat in Amsterdam wil blijven is daarbij als totaal gehanteerd. tabel 18: slaagkans in de voorraad naar prijsklasse vraag aanbod slaagkans koop tot % % % koop % % % koop % % % koop > % % % huur kernvoorraad 26% % % huur % % % huur % % % huur > 550 6% % % totaal 100% % % 25

26 Met name bij koopwoningen tot en huurwoningen met een huur tussen de 440 en 550 is de vraag vele malen groter dan het aanbod. Bij de kernvoorraad geldt juist dat het verschil tussen de vraag en het aanbod relatief het kleinst is. In tabel 19 wordt de slaagkans in de voorraad in 2003 naast die in 1999 en 2001 gezet. Alleen in de koopsector tot en van is de slaagkans in 2003 lager dan in De slaagkansen in de huursector zijn toegenomen of -in het geval van huurwoningen met een huur boven de 550- gelijkgebleven. Opvallend is dat met name in de kernvoorraad de slaagkans behoorlijk is toegenomen ten opzichte van 1999 en Dit komt doordat de vraag naar woningen met een huur tot 346 nog sterker daalt dan het aanbod van deze woningen, zoals bleek uit tabel 2 en 5. Wel moeten we hierbij bedenken dat mensen is gevraagd naar de maximale huur die mensen bereid zijn te betalen. Dat hoeft niet te betekenen dat zij niet ook geinteresseerd zijn in een woning met een lagere huur. Tabel 19: toe- of afname slaagkans woningvoorraad naar prijsklasse t.o.v en 2001 (prijsklasse geïndexeerd naar mei 2003) slaagkans 1999 in % slaagkans 2001 in % slaagkans 2003 in % koop tot koop koop koop > huur kernvoorraad huur huur huur > /- totaal ** + of - is toe- of afgenomen ten opzichte van of -- is toe- of afgenomen ten opzichte van 1999 en 2001 slaagkans toe- (+) of afgenomen (-) * 4.2 Geslaagden versus zoekenden Om inzicht te krijgen in de slaagkans van verschillende type huishoudens op de woningmarkt zijn de zoekenden (de huishoudens die in mei 2003 aangaven beslist binnen twee jaar te willen of moeten verhuizen) en de recent geslaagden (de huishoudens die in de periode tussen januari 2002 en mei 2003 zijn verhuisd naar een andere woning) met elkaar vergeleken. Inkomensgroepen Uit tabel 20 blijkt bij alle inkomensgroepen de verhouding tussen zoekenden en geslaagden scheef is: het aantal zoekenden ligt hoger dan het aantal geslaagden. De slaagkans van de primaire doelgroep is dit keer voor het eerst kleiner dan die van de secundaire doelgroep. Dit is opvallend omdat de slaagkans in de kernvoorraad juist gestegen is. In hoofdstuk 1 bleek al dat de huishoudens in de primaire doelgroep steeds minder een voorkeur hebben voor een woning in de kernvoorraad, steeds meer zijn zij geïnteresseerd in de woningen met een wat hogere huur (waaronder ook het plusdeel van de kernvoorraad+ valt) of in een koopwoning. Er is duidelijk behoefte aan meer kwaliteit. 26

27 Tabel 20: zoekend versus geslaagden naar inkomen zoekend geslaagd slaagkans primaire doelgroep 44% % % secundaire doelgroep tot zfg 23% % % ziekenfondsgrens tot 2430,- 13% % % hogere inkomens 20% % % totaal 100% % % Ten opzichte van 2001 geldt voor alle inkomensgroepen dat de slaagkansen zijn verbeterd. Huishoudens uit de secundaire doelgroep hebben ook ten opzichte van 1999 een groeiende slaagkans op de woningmarkt. Blijkbaar zijn er de afgelopen jaren relatief veel voor deze inkomensgroep geschikte woningen op de markt gekomen. Tabel 21: toe- of afname slaagkans inkomensgroepen ten opzichte van 1999 en 2001 slaagkans 1999 in % slaagkans 2001 in % slaagkans 2003 in % primaire doelgroep sec. doelgroep tot zfg zfg. tot 2430, hogere inkomens totaal ** + of - is toe- of afgenomen ten opzichte van of -- is toe- of afgenomen ten opzichte van 1999 en 2001 slaagkans toegenomen (+) of afgenomen (-) * Huishoudenstype Ook bij de verschillende huishoudenstypen blijkt dat er binnen elke groep meer zoekenden dan geslaagden zijn. Stellen zonder kinderen zitten in de beste situatie: het verschil tussen het aantal zoekenden en geslaagden is bij hen het kleinst. Gezinnen met kinderen hebben duidelijk een veel lagere slaagkans: onder deze gezinnen is het aantal zoekenden ongeveer drie keer groter dan het aantal geslaagden. Tabel 22: zoekend versus geslaagden naar inkomen zoekend geslaagd slaagkans alleenwonend 45% % % stel zonder kind 167% % % eenoudergezin 14% % % stel met kinderen 22% % % overig 2% % % totaal 100% % % 27

28 Tabel 23 geeft de ontwikkeling van de slaagkansen sinds 1999 en Hoewel de slaagkansen sinds 2001 voor alle groepen zijn verbeterd, zijn de stellen zonder kinderen de enige huishoudensgroep die in 2003 een hogere slaagkans dan in 1999 hebben. Binnen deze groep bevinden zich veel tweeverdieners, die bovendien over het algemeen minder eisen zullen stellen aan oppervlakte, aantal kamers en buitenruimte dan gezinnen met kinderen. Het woningaanbod in Amsterdam is daardoor veel groter voor deze groep dan voor alleenwonenden of gezinnen. Uit tabel 23 blijkt hoe meer personen in het huishouden, hoe kleiner de slaagkans. Tabel 23: toe- of afname slaagkans huishoudenstype ten opzichte van 1999 en 2001 slaagkans 1999 slaagkans 2001 slaagkans 2003 alleenwonend stel zonder kind eenoudergezin stel met kinderen overig totaal * + is toegenomen ten opzichte van is toegenomen ten opzichte van 1999 en 2001 Slaagkans toegenomen (+) of afgenomen (-) * Tabel 24: zoekend versus geslaagden naar grote gezinnen zoekend geslaagd slaagkans huishouden 1 of 2 personen 69% % % huishouden 3 of 4 personen 24% % % huishouden 5 of meer personen 7% % % totaal 100% % % Leeftijdsgroep De leeftijdsgroep kent de meest scheve verhouding tussen zoekenden en geslaagden. Er zijn bijna drie keer zoveel zoekenden als geslaagden binnen deze leeftijdsgroep. Bij jongeren tot 34 jaar ligt de slaagkans een stuk hoger. Dit komt waarschijnlijk door de samenstelling van de Amsterdamse woningvoorraad: veel kleine, goedkope woningen, geschikt voor starters op de woningmarkt. Daarnaast is een deel van de jonge woningzoekenden niet in beeld omdat het hier alleen om zelfstandig wonende huishoudens gaat. Tabel 25: zoekend versus geslaagden naar leeftijd zoekend geslaagd slaagkans % % % % % % % % % % % % totaal 100% % % 28

29 Opvallend is dat als we kijken naar de ontwikkeling sinds 1999 juist de 65-plussers een sterk gestegen slaagkans ten opzichte van 1999 hebben. Het aantal zoekenden is weliswaar iets gedaald, maar vooral het aantal geslaagde 65-plussers is flink toegenomen. Tabel 26: toe- of afname slaagkans leeftijdsgroepen ten opzichte van 1999 en 2001 slaagkans 1999 slaagkans 2001 slaagkans totaal * + is toegenomen ten opzichte van is toegenomen ten opzichte van 1999 en 2001 Slaagkans toegenomen (+) of afgenomen (-) * 4.3 Kort samengevat - De slaagkans is bepaald door het aantal recent geslaagden te delen door het aantal woningzoekenden, of het aanbod van een bepaald type woning te delen door de vraag naar diezelfde type woningen. Het is belangrijk om enkele kanttekeningen in het achterhoofd te houden bij het gebruik van de slaagkansen uit dit hoofdstuk: de woningzoekenden betreffen alleen zelfstandige huishoudens die al in Amsterdam wonen. Verder worden twee verschillende periodes met elkaar vergeleken: bij de recent geslaagden wordt teruggekeken, bij de woningzoekenden juist vooruit (willen ze de komende twee jaar verhuizen). - Voor alle groepen huishoudens zijn de slaagkansen in 2003 hoger dan in De belangrijkste reden is dat het woningaanbod in januari mei 2003 is toegenomen, terwijl het aantal verhuisgeneigden juist is afgenomen. - Hoewel alle huishoudenstypen een hogere slaagkans hebben dan in 2001, geldt voor de meeste groepen dat hun slaagkansen nog steeds wel lager zijn dan in Uitzonderingen hierop zijn huishoudens die tot de secundaire doelgroep tot ziekenfondsgrens behoren, stellen zonder kinderen en 65-plussers. - Als we kijken naar vraag en aanbod in de woningvoorraad is de slaagkans met name toegenomen in het segment koopwoningen van en meer. Dit komt door een stijging van het aanbod in dit segment. Ook in de kernvoorraad zijn de slaagkansen hoger dan in 1999 en Hier is juist sprake van een daling van de vraag naar deze woningen. 29

30 30

31 Deel 2 5. Slaagkansen in de sociale huursector Sinds mei 2001 worden bijna alle sociale huurwoningen in de regio Amsterdam aangeboden via WoningNet. Woningzoekenden hebben hierdoor een beter inzicht gekregen in het aanbod in de regio. Bij de sociale huursector moeten we in het achterhoofd houden dat de resultaten van het aanbodstelsel sterk worden beïnvloed door regelgeving. Van een vrije markt met vrij opererende woningzoekenden is geen sprake. Goedkope huurwoningen worden met voorrang toegewezen aan huishoudens met lage inkomens en grote woningen aan grote huishoudens. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de slaagkansen van verschillende groepen woningzoekenden. Bij slaagkansen gaat het niet alleen om het enge begrip slaagkans (het aantal geslaagden in een jaar als percentage van de actief woningzoekenden). Ook andere indicatoren, zoals woonduur, aantal reacties en het aanbod op de woningmarkt dienen in de beschouwing te worden betrokken. Vanwege de vergelijkbaarheid van gegevens richten wij ons vooral op de periode sinds de start van WoningNet in Achtereenvolgens komen aan de orde: woningzoekenden, het aanbod in de sociale huursector, reacties, woonduur en acceptatiegraad, en de koppeling tussen vraag en aanbod. Daarbij zal voor de jaren 2000 tot en met 2003 worden bekeken in hoeverre de kenmerken van de geslaagden afwijken van de actief woningzoekenden. Als laatste punt wordt aandacht besteed aan de resultaten van de halfjaarlijkse beleidsrapportage verhuringen. Deze rapportage wordt gemaakt vanaf 2003 in opdracht van het AVO. Daarbij worden ook gegevens gepresenteerd over Woningzoekenden op de sociale huurmarkt In mei 2001 is WoningNet van start gegaan. WoningNet-magazine is verkrijgbaar bij een groot aantal adressen in de regio. Bovendien is het woningaanbod te raadplegen via Om te kunnen reageren op woningen, moeten woningzoekenden geregistreerd staan bij WoningNet. Bij de start van WoningNet zijn de woningzoekendenbestanden van de zes samenwerkingsverbanden in de regio (Archipel, Spectrum, Woonwerk, Huren in de Zaanstreek, Wonen in Waterland en de Woonwinkel Amstel- Meerlanden) samengevoegd tot één bestand voor de gehele regio. In totaal bedraagt het aantal woningzoekenden bij WoningNet op 31 december waarvan uit Amsterdam. Het aantal woningzoekenden bij WoningNet neemt gestaag toe. Op 31 december 2002 stonden woningzoekenden ingeschreven bij WoningNet waarvan uit Amsterdam. Dat betekent dat per meer dan de helft van de Amsterdamse huishoudens bij WoningNet staat ingeschreven. Het is moeilijk voor te stellen dat al deze mensen actief op zoek zijn naar een sociale huurwoning. Voor veel woningzoekenden is de inschrijving een 31

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015 Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel

Nadere informatie

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige

Nadere informatie

Rapportage Woonruimteverdeling 2012. Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling 2012. Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimteverdeling 2012 Stadsregio Amsterdam 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusie... 5 Kengetallen 2010-2012... 7 1 Voorraad en verhuringen in de sociale huursector... 8 1.1 Media en

Nadere informatie

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek Rapportage WoON 2015 Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030-286

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Diemen in het kort Er wonen 14.000 huishoudens in Diemen. Diemen telt relatief veel alleenwonenden: 41%, vergeleken met 31% in Amstel- Meerlanden en 39% in de Metropoolregio

Nadere informatie

Rapportage Woonruimteverdeling 2010 Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling 2010 Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimteverdeling 2010 Stadsregio Amsterdam 2 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies... 5 1 Kengetallen 2008-2010... 7 2 Voorraad en verhuringen in de sociale huursector... 8 2.1 Verhuringen

Nadere informatie

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2014-1

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2014-1 Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2014-1 AANBODRAPPORTAGE 2014-1 Aanbodrapportage 2014-1 Uitgevoerd in opdracht van Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden Auteurs Roelf-Jan van Til Jacolien

Nadere informatie

Woonruimteverdeling in Breda

Woonruimteverdeling in Breda RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl EINDRAPPORT Woonruimteverdeling in Breda De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Kerncijfers SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* huishoudens (abs. bron: CBS/OIS) 8.79 43.2 4.9.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 78.33 42.93 4.347 47.9 Aantal respondenten enquête..73.77

Nadere informatie

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimteverdeling 2011 Stadsregio Amsterdam 2 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies... 4 1 Kengetallen 2009-2011... 7 2 Voorraad en verhuringen in de sociale huursector... 8 2.1 Verhuringen

Nadere informatie

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep Woonwensen: Jongeren

Nadere informatie

2010-2012 SAMENVATTING

2010-2012 SAMENVATTING 2010-2012 SAMENVATTING Samenvatting De Regionale woningmarktmonitor 2010-2012 beschrijft de ontwikkelingen op de woningmarkt in het gebied binnen de driehoek Waalwijk, Oss en Boxtel. De kredietcrisis

Nadere informatie

Zicht op de wachtlijst; woonruimteverdeling in Zaanstreek- Waterland (RIGO, 2017) - De belangrijkste resultaten

Zicht op de wachtlijst; woonruimteverdeling in Zaanstreek- Waterland (RIGO, 2017) - De belangrijkste resultaten Zicht op de wachtlijst; woonruimteverdeling in Zaanstreek- Waterland (RIGO, 2017) - De belangrijkste resultaten Drie vragen: 1. Welk aanbod is schaars? 2. Hoe is de samenstelling van de groep actief woningzoekenden?

Nadere informatie

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond Notitie -04 > Verhuringen - > via Woonnet Rijnmond Datum 4 juli 2013 Voor Maaskoepel Door Explica Explica > Beukelsdijk 106a > 3022 DK Rotterdam www.explica.nl > e. info@explica.nl > t. 010 2236820 01

Nadere informatie

Dieteren - gemeente Echt-Susteren

Dieteren - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Maria Hoop - gemeente Echt-Susteren

Maria Hoop - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Tabellen en figuren Woningmarkt algemeen. Jaarbericht Jaarbericht 2016 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties

Tabellen en figuren Woningmarkt algemeen. Jaarbericht Jaarbericht 2016 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Tabellen en figuren Jaarbericht 201 1 Jaarbericht 201 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Amsterdam in cijfers 201 Deze tabellen en figuren horen bij het Jaarbericht 201 van de Federatie. De

Nadere informatie

Tungelroy - gemeente Weert

Tungelroy - gemeente Weert - gemeente Weert Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Ouder-Amstel in het kort Er wonen 5.900 huishoudens in Ouder- Amstel. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (32%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Beegden - gemeente Maasgouw

Beegden - gemeente Maasgouw - gemeente Maasgouw Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep

Nadere informatie

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Ospel - gemeente Nederweert

Ospel - gemeente Nederweert - gemeente Nederweert Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep

Nadere informatie

Jaarmonitor en aanbodrapportage Ontwikkelingen sociale huurmarkt Haaglanden. 19 februari 2019 Roelf-Jan van Til

Jaarmonitor en aanbodrapportage Ontwikkelingen sociale huurmarkt Haaglanden. 19 februari 2019 Roelf-Jan van Til Jaarmonitor en aanbodrapportage 2018 Ontwikkelingen sociale huurmarkt Haaglanden 19 februari 2019 Roelf-Jan van Til Rapportages > Jaarmonitor 2018 kerngegevens > Jaarmonitor 2018 tabellen > Aanbodrapportage

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Haarlemmermeer in het kort Er wonen ruim 61.000 huishoudens in Haarlemmermeer. Haarlemmermeer telt relatief veel gezinnen met kinderen: 35%, tegenover 32% in Amstelland-Meerlanden

Nadere informatie

Stand van de sociale huurwoningmarkt gemeente Gooise Meren

Stand van de sociale huurwoningmarkt gemeente Gooise Meren Stand van de sociale huurwoningmarkt gemeente Gooise Meren Woningnet November 2016 Onderzoek naar trends in de woonruimteverdeling 2013-2016 blz. 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 Leeswijzer... 4 2. Samenvatting...

Nadere informatie

Kerncijfers Woningvoorraad 10.2 Woningmarkt 10.3 Huisvesting 10.4 Vastgoed. Amsterdam in cijfers 2014

Kerncijfers Woningvoorraad 10.2 Woningmarkt 10.3 Huisvesting 10.4 Vastgoed. Amsterdam in cijfers 2014 Kerncijfers 307 Stedelijke ontwikkeling en wonen. Woningvoorraad.2 Woningmarkt.3 Huisvesting.4 Vastgoed Amsterdam in cijfers 204 308 Stedelijke ontwikkeling Nieuwbouwproductie blijft hoog De Amsterdamse

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort In wonen 4. huishoudens. is alleenwonend, stel zonder kinderen en stel met kinderen. Vergeleken met de MRA (6) en de regio () heeft relatief veel stellen zonder kinderen.

Nadere informatie

Klik voor Wonen Jaarrapportage BREDA 2013 en 2014 maart 2015

Klik voor Wonen Jaarrapportage BREDA 2013 en 2014 maart 2015 Klik voor Wonen Jaarrapportage BREDA 2013 en 2014 maart 2015 AlleeWonen, Jos Hendrickx Laurentius, Ties Teeuwen WonenBreburg, Bruno Gruijters Klik voor Wonen, Rian Rommens Inhoud 1. Inleiding 3 2. Beschikbaarheid

Nadere informatie

15 Jaarbericht 2015 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties

15 Jaarbericht 2015 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Jaarbericht 2015 15 Jaarbericht 2015 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Amsterdam in cijfers 2015 Deze tabellen horen bij het Jaarbericht 2015 van de Federatie. De tabellen in dit jaarbericht

Nadere informatie

Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Halderberge 2015

Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Halderberge 2015 Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Halderberge 15 Juni 16 Opdrachtgever: Woonkwartier, Karin van Spijk Auteur: Franceline Visser Datum: 24 juni 16 Versie: definitieve versie F r a n c e l i n e V i s

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017 Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017 Amstelveen in het kort Er wonen 4.000 huishoudens in Amstelveen. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam Pagina 4 Samenvatting en conclusie Pagina 7 Inleiding Rapportage woonruimteverdeling

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Fact sheet Wonen in Diemen 17 Diemen in het kort Diemense huishoudens en hun inkomen Afgelopen jaren zijn het aantal huishoudens in Diemen toegenomen. Dit kan onder andere verklaard worden door een toename

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Beemster 2017

Fact sheet Wonen in Beemster 2017 Fact sheet Wonen in Beemster 07 Beemster in het kort Er wonen.800 huishoudens in Beemster. In Beemster wonen iets meer gezinnen met kinderen dan gemiddeld, namelijk van de huishoudens is een stel met kinderen.

Nadere informatie

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Van: college van BenW Aan: commissie RF 1. Inleiding In de op 8 juli 2004 gesloten prestatieafspraken tussen de gemeente Helmond en de Helmondse corporaties

Nadere informatie

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN 14 december 2017 Publieksversie Joost Wegstapel Dave Havermans Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK: 17106411 Aanleiding van

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt 69.000 huishoudens in 07. Er wonen veel gezinnen (9 stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. De leeftijdssamenstelling

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot Bureau Bestuursinformatie & Onderzoek Gemeente Eindhoven Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Juli 2006 Inhoud: Oirschot... 1 Inwoners

Nadere informatie

Woningbehoefte onderzoek

Woningbehoefte onderzoek Woningbehoefte onderzoek Prognose woningbehoefte Amersfoort tot 2015 Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage:

Nadere informatie

Doelgroepen TREND A variant

Doelgroepen TREND A variant Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

Fact sheet Wonen in Weesp 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen ruim 8.00 huishoudens in. De huishoudenssamenstelling wijkt nauwelijks af van die van Gooi en Vechtstreek. In is het aandeel alleenwonenden net wat hoger dan

Nadere informatie

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 RAPPORTAGE WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008 2009 Uitgevoerd in opdracht van Parkstad Limburg Door: Datum: Ikwileenanderewoning.nl, 13 09 2009 Woonplein

Nadere informatie

Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer 2016 2020

Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer 2016 2020 Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer 2016 2020 Bijlage 1: Vraag en Aanbod woningmarkt Aalsmeer Bijlage 2: Kaart Woningbouwprojecten Bijlage 3: Woonfonds Aalsmeer Bijlage 1: Vraag & aanbod woningmarkt Aalsmeer

Nadere informatie

Gemeentes vergeleken

Gemeentes vergeleken Gemeentes vergeleken De cijfers uit het Woningmarktonderzoek Zuidoost-Brabant 2014 nader bezien. 1. Inleiding Naast het algemene regionale woningmarktonderzoek zijn er gemeentelijke rapportages beschikbaar.

Nadere informatie

Page 1 of 6 Kopers van nieuwbouwwoningen in Nesselande januari 2003 In opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) 1 Inleiding In oktober 2002 is in opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam

Nadere informatie

Tabellen en figuren 2018 Nieuwe wooncontracten, aanbiedingsafspraken en kwetsbare groepen

Tabellen en figuren 2018 Nieuwe wooncontracten, aanbiedingsafspraken en kwetsbare groepen Tabellen en figuren 2018 Nieuwe wooncontracten, aanbiedingsafspraken en kwetsbare groepen Jaarbericht 2018 18 Jaarbericht 2018 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Amsterdam in cijfers 2018 Deze

Nadere informatie

CONCEPT GEBIEDSANALYSE PRINCEHAGE/HEUVEL, 2008

CONCEPT GEBIEDSANALYSE PRINCEHAGE/HEUVEL, 2008 CONCEPT GEBIEDSANALYSE PRINCEHAGE/HEUVEL, 2008 Princenhage / Heuvel Huizen Gevarieerd aanbod van huur en koop, eengezins en meergezins, goedkoop en middelduur. 44% van de woningvoorraad behoort tot bereikbare

Nadere informatie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie WoON 2015 Zuid-Holland Berry Blijie 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad 4. Huishoudens in woningen 5. Inkomens en woonuitgaven 6. Verhuizingen en verhuisplannen

Nadere informatie

Verkoop door woningcorporaties

Verkoop door woningcorporaties 34 Afspraken over verkoop van sociale huurwoningen Sinds 1998 worden in Amsterdam sociale huurwoningen verkocht. Aanleiding was de sterk veranderde samenstelling en woningbehoefte van de Amsterdamse bevolking.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Uithoorn in het kort Er wonen 13.000 huishoudens in Uithoorn. Stellen met kinderen vormen de grootste groep, en hun aandeel ligt met 32% hoger dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Dinteloord, 2016 April 2017

Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Dinteloord, 2016 April 2017 Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Dinteloord, 16 April 17 Opdrachtgever: Woonkwartier, Karin van Spijk Auteur: Franceline Visser Datum: 7 april 17 Versie: definitief Inhoud 1. Inleiding 3 4. Verhuringen.1

Nadere informatie

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam MK2015 Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam Inhoudsopgave Inleiding pagina 3 Samenvatting en conclusies pagina 4 1 Verhuringen in de sociale huursector pagina 5

Nadere informatie

16 Jaarbericht 2016 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties

16 Jaarbericht 2016 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Jaarbericht 2016 16 Jaarbericht 2016 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Amsterdam in cijfers 2016 Deze tabellen horen bij het Jaarbericht 2016 van de Federatie. De tabellen in dit jaarbericht

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017 Fact sheet Wonen in Gooise Meren 0 Gooise Meren in het kort In Gooise Meren wonen 6.000 huishoudens. De meeste () zijn alleenwonend, in Gooi en Vechtstreek is dat, in de is dat. De grootste groep is tussen

Nadere informatie

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017 Fact sheet Wonen in Purmerend 0 Purmerend in het kort Purmerend telt.000 huishoudens in 0. Er wonen veel gezinnen ( stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. Ook

Nadere informatie

Naar een woonvisie voor Waterland

Naar een woonvisie voor Waterland Naar een woonvisie voor Waterland Informatieavond Raad 29 oktober 2015 de ruyterkade 112 1011ab amsterdam www.rigo.nl OPZET 1. Welkom en opening door de wethouder 2. Naar een woonvisie voor Waterland 3.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Velsen 2017

Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Velsen in het kort Er wonen 30.400 huishoudens in Velsen. Velsen telt relatief weinig alleenwonenden, 31% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit op 33% in IJmond,

Nadere informatie

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2017 Woningmarkt

Wonen in Amsterdam 2017 Woningmarkt Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 17 Woningmarkt Februari 18 Centraal in het onderzoek Wonen in Amsterdam staat de verhouding tussen woningmarktsegmenten en inkomensgroepen:

Nadere informatie

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017 Fact sheet Wonen in Aalsmeer 0 Aalsmeer in het kort Er wonen 3.000 huishoudens in Aalsmeer. Aalsmeer telt relatief veel gezinnen met kinderen, 3 van de huishoudens is een stel met kinderen. Gemiddeld ligt

Nadere informatie

Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland - Tabellenrapportage

Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland - Tabellenrapportage [Geef tekst op] - Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland - Tabellenrapportage Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van afdeling

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Heemskerk in het kort Er wonen 17.300 huishoudens in Heemskerk. Heemskerk telt relatief veel stellen zonder kinderen, 31% van de huishoudens is een stel zonder kinderen.

Nadere informatie

CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement

CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER 2015 team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Cijferopbrengst woondebat 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2 2. Inleiding 5 3. Ontwikkeling bevolking en woningvoorraad

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Beverwijk in het kort Er wonen 18.800 huishoudens in Beverwijk. Beverwijk telt vergeleken met de Metropoolregio Amsterdam (MRA) iets meer gezinnen met kinderen. Het aandeel

Nadere informatie

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlage 1 Socrates model Het Socrates-model is een kwalitatief woningmarktsimulatiemodel. Dit model bouwt voort op het bekende demografisch

Nadere informatie

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in %

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in % In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

KANSEN OP DE SOCIALE HUURMARKT IN SCHIEDAM

KANSEN OP DE SOCIALE HUURMARKT IN SCHIEDAM KANSEN OP DE SOCIALE HUURMARKT IN SCHIEDAM 2005-2006 drs W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) april 2007 In opdracht van de gemeente Schiedam Centrum voor Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2016-1 AANBODRAPPORTAGE 2016-1 Aanbodrapportage 2016-1 Uitgevoerd in opdracht van Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden Auteurs Roelf-Jan van Til Jacolien

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2011 Eerste resultaten

Wonen in Amsterdam 2011 Eerste resultaten Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2011 Eerste resultaten November 2012 Continuïteit in ontwikkeling woningmarkt, stabilisatie inkomens Centraal in het onderzoek

Nadere informatie

Tabellen en figuren 2018 Amsterdam in cijfers

Tabellen en figuren 2018 Amsterdam in cijfers Tabellen en figuren 2018 Amsterdam in cijfers Jaarbericht 2018 18 Jaarbericht 2018 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Amsterdam in cijfers 2018 Deze tabellen en figuren horen bij het Jaarbericht

Nadere informatie

Meer kansen, keuze en dynamiek?

Meer kansen, keuze en dynamiek? RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl CONCEPT Meer kansen, keuze en dynamiek? Update evaluatie woonruimteverdeling Gooi en Vechtstreek De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Woonruimteverdeling 2015 2 Woningstichting Putten. Opening Schauwplein

Woonruimteverdeling 2015 2 Woningstichting Putten. Opening Schauwplein Samenvatting In 2015 leverden wij 39 appartementen op aan het Schauwplein te Putten. De belangstelling voor de woningen was groot en leidde tot doorstroming. Wij sloten in 2015 inclusief deze nieuwbouw

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel Kerncijfers Ouder- Amstel SRA-Zuid SRA- Noord Amsterdam* totaal huishoudens (abs. bron: CBS/OIS).87 16.19 1.6 9.1 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS).781 16.7 1.9 17.9

Nadere informatie

Rapportage Woonruimtebemiddeling 2009 Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimtebemiddeling 2009 Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimtebemiddeling 2009 Stadsregio Amsterdam 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies... 5 1 Kengetallen 2007-2009... 7 2 Voorraad en verhuringen in de sociale huursector... 8 2.1 Verhuringen

Nadere informatie

HET MIDDENSEGMENT VAN AMSTERDAM PLATFORM AMSTERDAM MIDDENHUUR ONDERZOEK JUNI 2017

HET MIDDENSEGMENT VAN AMSTERDAM PLATFORM AMSTERDAM MIDDENHUUR ONDERZOEK JUNI 2017 HET MIDDENSEGMENT VAN AMSTERDAM PLATFORM AMSTERDAM MIDDENHUUR ONDERZOEK JUNI 2017 1 HET MIDDENSEGMENT VAN AMSTERDAM PLATFORM AMSTERDAM MIDDENHUUR ONDERZOEK JUNI 2017 Contact Platform Amsterdam Middenhuur

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Lelystad in het kort Er wonen 33.400 huishoudens in Lelystad. Lelystad telt relatief veel stellen zonder kinderen (29%). Gemiddeld ligt dit op 26% in zowel Almere/Lelystad

Nadere informatie

Verhuis- en woonwensen van starters

Verhuis- en woonwensen van starters Verhuis- en woonwensen van starters Gemeente Amersfoort Sector Concernmiddelen Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage in opdracht van afdeling Economie en Wonen Onderzoek en Statistiek,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Provincie Gelderland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gemeente Steenbergen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Waterland 2017

Fact sheet Wonen in Waterland 2017 Fact sheet Wonen in 0 in het kort telt ruim 000 huishoudens in 0. Er wonen veel stellen met kinderen (3 versus gemiddeld in de ) en stellen zonder kinderen (3 versus gemiddeld). Dit is ook meer dan gemiddeld

Nadere informatie

Lichte toename jaar en kinderen 0-14

Lichte toename jaar en kinderen 0-14 Tabel 1 Bevolking naar leeftijd 1.1.2013 leeftijd Sliedrecht 2010 Sliedrecht 2013 % 0-14 4424 4526 18,6 15-24 2937 2951 12,1 25-44 6369 6330 26,0 45-64 6174 6137 25,2 65-74 2162 2368 9,7 75 jaar e.o. 1987

Nadere informatie

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2017-1 Bron foto op de kaft: Advertentie op Woonnet Haaglanden; bezit van Arcade Wonen AANBODRAPPORTAGE 2017-1 Aanbodrapportage 2017-1 Uitgevoerd in opdracht

Nadere informatie

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Jaarmonitor 2018 > kerngegevens

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Jaarmonitor 2018 > kerngegevens Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Jaarmonitor 2018 > kerngegevens Jaarmonitor 2018- kerngegevens Uitgevoerd in opdracht van Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden 5 maart 2019 > rapport 2019-02 Analyse

Nadere informatie

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland 1. VOORRAAD Dit onderdeel gaat in op de samenstelling van de woningvoorraad. Wat betreft het aanbod of de voorraad zijn er drie soorten eigendom: koop, particuliere huur en corporatiewoningen. Die laatste

Nadere informatie

Samenvatting 3. Inleiding 5. 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7

Samenvatting 3. Inleiding 5. 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7 INHOUD Samenvatting Inleiding 5 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7 De bewoners van de nieuwbouwwoningen 9.1 Nieuwbouw naar bewonerstype 9. Herkomst vestigers 10. Nieuwbouw naar eigendomsverhouding 11.4

Nadere informatie

Rapportage woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam

Rapportage woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam Rapportage woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam 2014 Stadsregio Amsterdam Inhoudsopgave Pagina 4 Samenvatting en conclusie Interactief schermdocument Pagina 7 Inleiding Pagina 8 1 Pagina 12 1.1 Media

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Noord-Veluwe, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie