B. Baert, L. Belmans, K. Demasure, J. De Tavernier, B. Doyle, J. Goossens, L. Leijssen, B. Lemmelijn, E. Platti, G. Van Belle, T. Wintmolders.

Transcriptie

1 FACULTEIT GODGELEERDHEID SINT-MICHIELSSTRAAT 6 BE-3000 LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN LEUVEN VERSLAG Permanente onderwijscommissie Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen Nr /POC04 16 februari u Conferentiezaal pauscollege Leden Aanwezig E. Agten, L. Boeve, B. Broeckaert, R. Burggraeve, S. Deltour, A. Dillen (verslaggever), E. Dumon, J. Geldhof, L. Gevers, F. Glorieux, S. Goyvaerts, M. Habraken, J. Haers, A. Liégeois, H. Mannaerts, M. Meeussen, G. Miseur, A. Moons, D. Pollefeyt (programmadirecteur), T. Smeyers, M. Van Aerschot, P. Van Hecke, H. Van Nyen, E. Verbeke. Aanwezig voor een gedeelte van de vergadering: L. De Saeger, S. Van Huffel. Afwezig m.k. B. Baert, L. Belmans, K. Demasure, J. De Tavernier, B. Doyle, J. Goossens, L. Leijssen, B. Lemmelijn, E. Platti, G. Van Belle, T. Wintmolders. Verslag 1. Goedkeuring verslag POC 8 december 2006 Het verslag wordt goedgekeurd. 2. Mededelingen Er wordt op 19 februari 2007 om uur in MTC een infosessie georganiseerd over de nieuwe vorm van de Academische Lerarenopleiding voor studenten uit eerste, tweede en verkorte bachelor. In opvolging van de vorige POC-vergadering werd op de vergadering van het Faculteitsbestuur de vraag naar een verruiming van de keuzevakken in de master besproken. Het Faculteitsbestuur kwam tot de conclusie dat deze discussie en de voorstellen eraan gekoppeld nog niet rijp waren, maar dat wel aan de onderzoekseenheden zou gevraagd worden welke opleidingsonderdelen en/of domeinen werden aanbevolen binnen elke major. De antwoorden op deze vraag zullen tijdens de volgende vergadering van het Faculteitsbestuur besproken worden. Daarna zal er opnieuw teruggekoppeld worden naar de POC. Met opmaak: opsommingstekens en nummering Met opmaak: opsommingstekens en nummering

2 3. Gelijke kansen en diversiteit in het onderwijs (uitgenodigd: prof. dr. S. Van Huffel) Prof. Sabine Van Huffel, rectoraal adviseur gelijke kansen en diversiteit, geeft toelichting bij de nota in verband met gelijke kansen en diversiteit in het onderwijs. Op 31 mei 2006 ondertekende de K.U.Leuven de engagementsverklaring in verband met Diversiteit in het Hoger onderwijs. S. Van Huffel heeft naar aanleiding van de nota Gelijke kansen en diversiteit in onderwijsbeleid aan de K.U.Leuven, voorgesteld in de onderwijsraad (21/9/2006), contact gehad met verschillende POC s en is dankbaar dat ze ook op deze POC-vergadering aanwezig kan zijn. De bedoeling van het gesprek is om het bewustzijn voor gelijke kansen en diversiteit te vergroten en om professoren te stimuleren om na te denken hoe ze zelf kunnen bijdragen tot een grotere aandacht voor gelijke kansen en diversiteit, onder andere in de lessen, en om aan verschillende betrokkenen bij de universiteit en de opleidingen vaardigheden aan te leren om met diversiteit om te gaan. De thematiek van gelijke kansen en diversiteit kan aan bod komen in colleges, in de curricula van de studenten door uitdrukkelijk opleidingsonderdelen rond deze thematiek aan te bieden (bijvoorbeeld op interfacultair niveau het opleidingsonderdeel Genderstudies, maar mogelijk in de toekomst ook opleidingsonderdelen rond interculturele of interreligieuze dialoog), in ervaringen binnen stages en eindwerk, en in de aandacht voor gelijke kansen en diversiteit binnen de studentenpopulatie. S. Van Huffel geeft een overzicht van een aantal opleidingsoverschrijdende voorstellen om de aandacht voor gelijke kansen en diversiteit te bevorderen. Ze verwijst naar bestaande cursussen (zoals Genderstudies, Interculturele communicatie in K.H.Mechelen), netwerking en deelname aan studiedagen in verband met diversiteit in het onderwijs (zie bijvoorbeeld: 8 maart, over studeren met een functiebeperking), het uitwisselen van good practices en gemeenschappelijke initiatieven die meer niet-traditionele studenten kunnen laten instromen/doorstromen in het onderwijs, de vorming van docenten in functie van het omgaan met diversiteit. Daarnaast kan in de lerarenopleiding aandacht besteed worden aan diversiteit in het secundair onderwijs, door stages in concentratiescholen, bijlessen aan jongeren geconfronteerd met kansarmoede of door gastcolleges rond diversiteit. De vzw Ahlan Leuven (o.l.v. Mohammed Ridouani) biedt hiertoe ondersteuning. Hierover werden reeds gesprekken gevoerd met de programmadirecteurs voor de ALO-opleidingen. M. Meeussen merkt tijdens het gesprek op dat studenten tijdens hun stages voor het vak godsdienst in beperktere mate met diversiteit geconfronteerd worden, omdat in gemeenschapsscholen leerlingen voor het vak godsdienst gescheiden zitten. Binnen de dienst studentenvoorzieningen van de K.U.Leuven is Hilâl Yalçin vrijgesteld voor de ondersteuning van allochtone studenten. S. Van Nuffel stelt aan de hand van enkele voorbeelden uit andere faculteiten een aantal opleidingsspecifieke mogelijkheden voor om in faculteiten aandacht te besteden aan gelijke kansen en diversiteit. Daarna wordt in het gesprek aangegeven wat er in de Faculteit Godgeleerdheid reeds gebeurt op dit vlak en waar verdere uitdagingen liggen. Er bestaat een werkgroep Gelijke kansen. Daarnaast is er het Centrum Vrouwenstudies, waaraan ook studenten participeren, en waarbinnen de thematiek van gelijke kansen en diversiteit uitdrukkelijk ter sprake komt. Er is ook een opleidingsonderdeel Vrouwenstudies, religie en theologie (keuzevak in de masteropleidingen), en het interfacultair college Genderstudies (keuzevak in de masteropleidingen). Daarnaast is er het Interdisciplinair Centrum voor Religiestudie en Interlevensbeschouwelijke Dialoog, en het aanbod van een master in de wereldgodsdiensten, interreligieuze dialoog en religiestudie en een major religiestudie (master in godsdienstwetenschappen en godgeleerdheid, en master in de gespecialiseerde studies in de godsdienstwetenschappen en godgeleerdheid), naast heel wat opleidingsonderdelen wereldgodsdiensten, interreligieuze dialoog en religiestudie in de bachelor- en masteropleiding (met onder andere ook de mogelijkheid van een studiereis naar India). De opleidingsonderdelen Inleiding wereldgodsdiensten, Inleiding islam en Christendom en islam, evenals opleidingsonderdelen in verband met sociale ethiek en vredesethiek, worden door vele studenten van buiten de Faculteit Godgeleerdheid gevolgd. Vanuit het Centrum voor Bevrijdingstheologieën is er ook veel aandacht voor gelijke kansen en diversiteit, en worden maandelijks lezingen ingericht, waarmee heel wat studenten (voornamelijk uit de internationale programma s) bereikt worden. In verschillende opleidingsonderdelen wordt aandacht besteed aan de thematiek van gelijke kansen en diversiteit, bijvoorbeeld via het thema feministische ethiek in het inleidingsvak Geloof en ethiek of via aandacht voor armoede, onderdrukking en bevrijding in verschillende opleidingsonderdelen systematische theologie. Daarnaast zijn er binnen de major Pastoraaltheologie opleidingsonderdelen die de pastorale zorg voor mensen met functiebeperkingen thematiseren (Ethische praxis van de pastor in de psychiatrie en gehandicaptenzorg; Pastoraal bij doven en slechthorenden; Pastoral Work in Care Services: Fundamental Issues; Pastoral Work in Care Services: Practical Issues). In de Faculteit Godgeleerdheid wordt door de studietrajectbegeleider uitdrukkelijk aandacht geschonken aan diversiteit en gelijke kansen, zowel binnen de internationale als binnen de Nederlandstalige programma s. Heel wat studenten hebben het artikel 49-statuut, waardoor studenten met verschillende achtergronden de kans krijgen om te studeren. Binnen de lerarenopleiding wordt uitdrukkelijk stilgestaan bij het leerplan roomskatholieke godsdienst, dat de diversiteit onder de leerlingen als uitgangspunt neemt. Het Thomas-project ( schenkt ook veel aandacht aan diversiteit, onder andere ook door het aanbieden Met opmaak: opsommingstekens en nummering 2/6

3 van een aantal in de kijkers omtrent multiculturaliteit, homoseksualiteit, feminisme, globalisering, interreligieuze dialoog, Er zijn ook heel wat aandachtspunten voor de Faculteit Godgeleerdheid wat betreft gelijke kansen en diversiteit, bijvoorbeeld in verband met het statuut van wetenschappelijke medewerkers. Het is belangrijk oog te hebben voor studenten met een functiebeperking (onder andere ook wat betreft de toegankelijkheid van de leslokalen, in het bijzonder in het Maria Theresiacollege op de eerste en tweede verdieping). In de plannen voor de verbouwingen zou hieraan aandacht besteed worden. Verder is er de nood aan een blijvende bezorgdheid voor studenten die beperkte financiële mogelijkheden hebben. Aan de Faculteit Godgeleerdheid studeren meer studenten voor wie de studies vanuit financieel oogpunt zwaar wegen dan aan andere Faculteiten. De Faculteit voorziet in beurzen voor zeer veel studenten uit de internationale sectie en voor vijfdejaarsstudenten. S. Van Nuffel vermeldt de mogelijkheid van het Fonds Roger Dillemans, maar E. Verbeke merkt op dat dit enkel mogelijk is indien men het jaar voordien reeds beursstudent was. Iemand die het jaar ervoor bijna-beursstudent was, komt niet in aanmerking voor een dergelijke financiële ondersteuning. Bij de studenten leeft een grote gevoeligheid omtrent beperkte financiële mogelijkheden. De contacten tussen Vlaamse en internationale studenten kunnen verder aangemoedigd worden. Hiertoe werden reeds heel wat stappen gezet. Er studeren ook moslimstudenten aan de Faculteit Godgeleerdheid in het kader van Erasmusuitwisselingen. Er wordt nagedacht over de mogelijkheid van het aanbieden van een lerarenopleiding voor islamitische godsdienst aan de Faculteit Godgeleerdheid. De Erasmusstudenten hebben voornamelijk contact met de internationale studenten, en minder met de Vlaamse groep studenten. Diversiteit aan de Faculteit Godgeleerdheid betekent ook verschil in leeftijd (zeker onder de internationale studenten zijn de leeftijden van de studenten uiteenlopend), en verschil tussen religieuzen en niet-religieuzen. Verschillende studenten merken op dat er binnen de universiteit meer aandacht zou mogen zijn voor begeleiding van studenten met ontwikkelingsstoornissen, zoals autisme-spectrum-stoornissen. Aan de universiteit valt Gonbegeleiding weg, en is de ondersteuning aan studenten met deze beperkingen vaak versnipperd, en moeten familieleden vaak heel veel zelf uitzoeken. Daarnaast wordt opgemerkt dat de ondersteuning van studenten met een studiebeperking dit academiejaar al verbeterd is tegenover vroeger, en dat vanuit de universiteit zelf soms ook contact wordt opgenomen met deze studenten om het aanbod voor te stellen en uit te leggen. S. Van Nuffel verzamelt deze initiatieven, en eventueel komt er in de toekomst ook een lijst van opleidingsonderdelen van verschillende faculteiten, die inspelen op gelijke kansen en diversiteit. 4. Tussentijds ombudsverslag & examenresultaten eerste bachelor (uitgenodigd: dr. L. De Saeger) De programmadirecteur legt uit dat Annekatrien Depoorter tijdens haar zwangerschapsverlof vervangen wordt door Anne Vandenhoeck. Luc De Saeger nam in de januarizittijd de ombudsdienst op zich. Het tussentijds ombudsverslag wordt als bijlage bij dit verslag gevoegd. L. De Saeger drukt zijn dank uit aan de professoren die mee zochten naar alternatieven, en in het bijzonder ook aan het secretariaat. De eerste examenzittijd is sereen en vlot verlopen, waarvoor ook dank aan de studenten. Verschillende professoren en heel wat (voornamelijk werk-)studenten vroegen een herprogrammering aan. Dit leidde tot zeer veel wijzigingen in het examenrooster, die niet automatisch werden toegekend. In andere faculteiten zijn examenroosters vaak pas laat gekend, en is er vaak weinig geregeld voor Erasmusstudenten maar deze studenten volgen vaak ook heel wat vakken aan onze Faculteit, waardoor de druk op de eigen ombudsdienst toeneemt. Er is meer overleg met andere faculteiten nodig. Deze thematiek kan op de vergadering van de administratieve secretarissen verder besproken worden. Sommige werkstudenten wachten zeer lang om zich in te schrijven, en schrijven zich daarna weer uit. In functie van de beperking van de examenlast tijdens het jaar, werden verschillende artikel 49-studenten toch toegelaten om in de januarizittijd, ondanks hun laattijdige inschrijving, examen af te leggen. Er is nu een elektronische module voor inschrijving voor de examens gedurende het academiejaar ontwikkeld (voor artikel 49-studenten). Inschrijven voor een examen kan tot twee weken voor het examen. Indien men ingeschreven is, kan men zich nadien niet meer uitschrijven, tenzij via melding aan de ombudsdienst. Indien er geen geldige reden tot uitschrijving is, is daarmee de eerste examenkans voorbij, en kan men later opnieuw inschrijven, maar gaat het reeds om een tweede kans (dit moet gebeuren na melding aan mevr. Evers en/of de ombuds). Er zal nog verder gezocht worden naar manieren om de examens die reeds in de januarizittijd werden afgelegd, verder in de elektronische module te integreren. Inschrijven voor examens buiten de reeks gebeurt via de internetmodule ten laatste twee weken voor het examen plaatsvindt. De student die zich eerst inschrijft, komt op het aangegeven uur. Het volgende examen staat een kwartier later gepland. Professoren kunnen twee weken op voorhand zien hoeveel studenten op de geplande dag aan het examen zullen deelnemen. Indien de student niet opdaagt voor 3/6

4 het examen, wordt er geen punt ingediend, en tenzij er een geldige reden was en de ombuds verwittigd werd, is daarmee de eerste kans voorbij. Professoren geven best zo snel mogelijk na het examen de punten door aan het secretariaat (op termijn kan dit misschien ook via de internetmodule). Studenten houden via het examenblad de handtekening van de professoren bij, nadat ze een examen hebben afgelegd. Zeer belangrijk in het nieuwe elektronische systeem om in te tekenen voor examens (voor artikel 49-studenten) is dat professoren in geen geval met studenten individuele afspraken mogen maken. Sommige professoren hebben soms pas zeer laat gezien dat het examenrooster hen niet helemaal past, en vroegen dan een wijziging. Er is in de gevallen dat het ging om groepen studenten steeds gezorgd dat de betrokken studenten toch nog minstens 24 uur tijd hadden tussen een vorig en een volgend examen. De ombuds heeft een aantal mensen doorverwezen naar het psychotherapeutisch centrum voor studenten, en is tevreden dat spoedafspraken mogelijk waren. De studenten vragen om de data voor examens buiten de zittijd reeds in december bekend te maken, met het oog op planning. De studenten danken L. De Saeger als ombuds en het secretariaat voor de examenregelingen. Ze drukken wel uit dat het veelvuldig verplaatsen van examens, het laattijdig arriveren van professoren en het uitlopen van examens leidt tot frustraties bij de studenten. Voor studenten is een examen zeer belangrijk, en de studenten vinden het dan ook spijtig dat voor sommige professoren examens niet altijd een prioriteit lijken te zijn. De studenten melden moeilijkheden omtrent twee opleidingsonderdelen/examens, met name Christelijk Latijn en Hebreeuws Ia. De studenten ervaren het opleidingsonderdeel Christelijk Latijn als niet helemaal afgestemd op hun beginsituatie en hebben het gevoel dat je eigenlijk al Latijn moet kennen voor je het vak kan volgen. Bij het examen van Hebreeuws Ia werden geen notities genomen, en werd geen schriftelijke voorbereiding opgevraagd. De studenten vragen zich af hoe de docent feedback kan geven op hun examen. Zeer veel studenten hebben het opleidingsonderdeel Hebreeuws Ib dat ze oorspronkelijk opgenomen hadden in hun programma, vervangen door een ander opleidingsonderdeel. De moeilijkheden in verband met de colleges die naar het einde toe bijna opgelost waren en het tegenvallen van het examen hebben hiertoe bijgedragen, zo stellen de studenten. L. De Saeger overloopt de examenresultaten van de studenten van eerste bachelor. 64 studenten zijn ingeschreven, waarvan er 5 geen enkel examen hebben afgelegd. Van de 59 resterende studenten, hebben er 21 geen enkel tekort dat is ruim één derde. Onder hen zijn er een aantal studenten met zeer mooie cijfers. Daarnaast zijn er 14 mensen met één tekort. Ongeveer 60% maakt nog een grote kans om in de eerste zittijd geslaagd te zijn. Ongeveer 40% heeft twee of meerdere tekorten. Dit zijn voor de Faculteit Godgeleerdheid normale uitslagen. L. De Saeger heeft met de studenten individueel de resultaten besproken, en heeft hen indien nodig doorverwezen en/of mogelijkheden ter remediëring aangereikt. 5. Studietijdmeting De studenten van de bachelor zullen in de week van 19 februari 2007 een mail krijgen vanwege Duo met de vraag om online aan te geven hoeveel tijd ze gespendeerd hebben aan het studeren van de gevolgde opleidingsonderdelen. Ook van de zelfstudiestudenten wordt verwacht dat ze deelnemen aan deze studietijdmeting. Later zullen de resultaten op de POC besproken worden. 6. Vragenlijst evaluatie opleidingsonderdelen De vragen werden besproken aan de hand van de vragenlijst, opgemaakt vanuit de onderwijscel en de herwerkte versie hiervan na de vergadering van de didactische teams op 16 februari Hieronder wordt de vragenlijst weergegeven, die na de besprekingen op de POC als wenselijk wordt beschouwd. Vraag 1 (Thema: Doelstelling) - De docent heeft duidelijk gemaakt welke kennis, vaardigheden en houdingen ik moet verwerven tijdens dit opleidingsonderdeel. Vraag 2 (Thema: Studentenkenmerken) De docent houdt rekening met de voorkennis van de studentengroep. Vraag 3 (Thema: Begeleiding) - De docent heeft mij duidelijk gemaakt waar ik met vragen terecht kan en/of hoe ik extra informatie kan vinden. Vraag 4 (Thema: Evaluatie/examen) - De docent heeft tijdig duidelijk gemaakt wat hij/zij verwacht voor een evaluatie/examen. 4/6

5 Vraag 5 (Thema: Studiemateriaal) - Het aangeboden studiemateriaal (cursus, handboek, toledo, slides, ) hielp me bij de verwerking van de leerstof. Vraag 6 (Thema: Werkvormen & leeractiviteiten) - De activiteiten (leesopdracht, schrijfopdracht, zoekopdracht) en werkvorm(en) (hoor- of werkcollege, multimedia, interactievormen, ) waarvoor de docent opteerde hielpen mij bij het verwerven van de verwachte kennis, vaardigheden en houdingen. Vraag 7 (Thema: Context) - De tijd die ik aan dit opleidingsonderdeel heb besteed (studiebelasting), stond in verhouding tot zijn aandeel in het programma (studiepunten). Vraag 8 (Thema: Motivatie) - De docent heeft mijn interesse voor de thematiek van dit vak doen toenemen. Vraag 9 (Thema: Communicatie) - De docent heeft praktische afspraken goed gecommuniceerd. Vraag 10 (Thema: Activiteit) - De docent heeft mij tijdens de contacturen gestimuleerd om tot een beter inzicht in de leerstof te komen. Vraag 11 (Thema: timing) - Alle studiemateriaal is tijdig beschikbaar. Vraag 12 (Thema: onderwijskwaliteit) - De docent heeft goed onderwijs verzorgd. De vragen 6 en 7 werden hier samengenomen, om ruimte te creëren voor vraag 11. De studenten beschouwen het als zeer belangrijk dat het studiemateriaal tijdig beschikbaar is, en dat afspraken duidelijk en op tijd gecommuniceerd worden (vandaar de toevoeging bij vraag 4). De programmadirecteur legt uit dat de universiteit beslist heeft dat enkel geslaagde studenten deze vragenlijst zullen mogen invullen. G. Miseur merkt op dat de universiteit dan nog een hele weg heeft af te leggen, want dat het mogelijk juist ook de niet-geslaagde studenten zijn die een interessante boodschap te brengen hebben. J. Haers merkt op dat de vragenlijst eerder bedreigend overkomt, en weinig nieuwe inzichten bijbrengt. Interessanter zou zijn om aan de studenten te vragen: wat en hoe kan ik de cursus verbeteren? Het is niet helemaal duidelijk hoe de anonimiteit gegarandeerd kan zijn, omdat er bijvoorbeeld ook opleidingsonderdelen zijn waar er maar één student aan deelneemt. Verder wordt het risico gesignaleerd dat studenten na een tijd gedemotiveerd zullen zijn om de vragenlijsten in te vullen. 7. Didactische teams Op 16 februari 2007 vond de tweede vergadering van de didactische teams plaats. Er waren 12 professoren en AAP-BAP-leden aanwezig. De lijst met taken voor eerste bachelor werd overlopen en aangevuld (zie bijlage). Daarnaast werden de resultaten van de eerste bachelor besproken (cf. supra) en werd stilgestaan bij de vragenlijst voor docentenevaluatie en bij de thematiek van spiritualiteit bij de studenten. 8. Werkstudenten en zelfstudiepakketten M. Habraken wijst op het belang van proportionaliteit in de zelfstudiepakketten. D. Pollefeyt legt uit dat de studietrajectbegeleider contact zal opnemen met de verschillende docenten en hen vragen om een lees- /leerwijzer op te stellen bij elk zelfstudiepakket, waarin vermeld wordt op welke manier de cursus te kennen is, waar het cursusmateriaal te verkrijgen is, en dergelijke. Deze info zal samen met de cursussen in de mate van het mogelijke centraal verzameld worden en op cd-rom en/of toledo geplaatst worden. Vanuit de werkstudenten komt de vraag of de bibliotheek ook niet zaterdagnamiddag open kan zijn. Daarnaast wordt verwezen naar de moeilijke tewerkstellingsmogelijkheden voor studenten die het volledige programma aan de faculteit doorlopen in verhouding tot die van studenten die het certificaat gevolgd hebben. D. Pollefeyt legt uit dat de faculteit zich genoodzaakt ziet om het certificaat voor het godsdienstonderwijs te blijven uitreiken na 60 studiepunten (specifiek programma), omwille van de verhouding tot de hogere instituten voor godsdienstwetenschappen (ook 60 studiepunten), omwille van eerder gemaakte afspraken en regelgeving vanuit de Erkende Instantie en omwille van de schaarste aan onderwijskrachten. Tegelijk beklemtoont D. Pollefeyt dat vaak de klacht wordt gehoord dat 1 jaar te weinig is om kwaliteitsvolle godsdienstleerkrachten te vormen. 5/6

6 Bovendien geldt de mogelijkheid om met 60 studiepunten bijkomende onderwijsbevoegdheid te krijgen niet voor studenten godsdienstwetenschappen en godgeleerdheid die een bijkomende lesbevoegdheid in een ander vak dan godsdienst willen verwerven, omdat aan andere faculteiten de vereisten voor de verkorte bachelor hoger liggen en het certificaat niet bestaat. De Faculteit volgt verder ook tewerkstellingsmogelijkheden van afgestudeerde studenten in de pastoraal op, onder andere door tijdens de Ronde van Vlaanderen ook samen te zitten met de vicarissen voor caritas. Studenten die de opleiding Praktische Theologie gevolgd hebben, zouden geen extra stage of opleiding moeten volgen via de bisdommen. 9. Studenteninitiatieven en vragen, varia en rondvraag E. Verbeke vraagt of het mogelijk is om op de computers in de bibliotheek het programma unicode te voorzien, zodat makkelijk Hebreeuws en Grieks getypt kan worden binnen het lettertype Times New Roman. T. Smeyers nodigt iedereen uit op de Katechetikafuif op 28 februari 2007 in de Blauwe Kater. In maart is er professorenavond, en dan hopen de studenten op een ruime opkomst. M. Meeussen vraagt of het vorderingsplan flexibeler kan worden opgevat met het oog op BSO leerkrachten. D. Pollefeyt legt uit dat er een volledig nieuwe versie van het vorderingsplan gemaakt wordt, waarin vele nieuwe mogelijkheden voorzien zullen worden. B. Broeckaert deelt mee dat op 28 maart 2007 in de voormiddag een excursie in verband met Scientology voorzien is naar Brussel (voor het opleidingsonderdeel Nieuwe Religieuze Bewegingen). Voor de studenten van tweede en derde bachelor zouden er op dat moment geen lessen gegeven mogen worden dit wordt verder afgesproken met prof. L. Kenis, die op dat moment lesgeeft. Bijlage: Tussentijds ombudsverslag Overzicht afspraken didactische teams Annemie Dillen, secretaris POC Didier Pollefeyt programmadirecteur 6/6