Didactische stage. bij de jongere kleuter. stagevademecum. 2 BaKO

Transcriptie

1 stagevademecum Didactische stage bij de jongere kleuter 2 BaKO academiejaar:

2 INHOUD 1 Praktijk in het tweede jaar opleiding tot kleuteronderwijzer Overzicht van het jaarprogramma Integratie theorie en praktijk Begeleiding tijdens de oefenmomenten en stages Afspraken tijdens de oefenmomenten en stages Stagemap en agenda 2 Oefenmomenten en stage Doelen van de stage Concrete opdrachten Inhoud van de stagemap Inhoud van de agenda Overzicht van de basiscompetenties 3 Bijlagen Bijlage 1: vaststellen van de beginsituatie: mogelijke hulpvragen Bijlage2: overzicht van reeds gekende activiteiten en milieuverrijking

3 1 PRAKTIJK IN HET TWEEDE JAAR OPLEIDING TOT KLEUTERONDERWIJZER Overzicht van het jaarprogramma K2.1. Muzische en culturele vaardigheden K2.1.1 Expressieve vaardigheden 2 SP K2.1.2 Muzikale vaardigheden 1 SP K2.1.3 Culturele vorming 1 SP K2.2 Deskundigheid binnen leerdomeinen K2.2.1 Godsdienst en Nederlands 2 SP K2.2.2 Wiskunde - 1 SP K2.2.3 W.O. 2 SP K2.2.4 Beeld 1 SP SP Opleidingsonderdelen SP SP K2.3 Wie is de jongere kleuter? 3 4 K2.4 Het spel van de jongere kleuter 4 K2.13 PRAKTIJK 16 6 K2.5 Het fysiek welzijn van de kleuter 3 K2.6 Verbondenheid 4 K2.7 Muzische grondhouding 4 K2.8 Spelkwaliteit bevorderen 3 K2.9 Belangstellingcentra uitwerken - 3 deel 2 K2.10 Interessesporen zien en uitwerken 3 K2.11 Schoolrijpheidsvoorwaarden 4 Stage Leergroep Didactisch atelier K2.12 Een ontwikkelingsgericht aanbod uitwerken 3 In het eerste deel van het eerste semester wordt de nadruk gelegd op de jongere kleuter. In semester 2 verschuift het accent naar de oudere kleuter.

4 Integratie theorie en praktijk Tijdens de 3 opleidingsonderdelen K2.3 5 komen het ontwikkelingsbeeld, het welbevinden en de betrokkenheid van de jongere kleuter aan bod vanuit de verschillende vakdomeinen. Deze inhouden zullen je contact met en je observaties van de jonge kleuter beïnvloeden. Omgekeerd zullen de contactmomenten in de praktijk de theoretische inhouden concreter maken. Vanuit al deze opgedane kennis kan je, onder begeleiding, werken aan een agenda waarin je de gegevens van jouw kleuters en stageklas opvolgt en die de basis vormt voor je uiteindelijke aanbod tijdens de stage. In de leergroep/didactische ateliers wordt je praktijk indirect begeleid en word je geholpen met het verhelderen van inhouden en worden noodzakelijke vaardigheden getraind. Begeleiding binnen de oefenmomenten en stage De begeleiding die je gedurende de stage zowel van de kant van de stagementor als van de kant van de opleidingsdocenten zal ontvangen, zal bijdragen tot een verdere groei op weg naar een competent leraar kleuteronderwijs. In het eerste opleidingsjaar was deze begeleiding vrij sturend. We kunnen het eerste jaar typeren als inwijdingsleren. In het tweede jaar van je opleiding gaat het om toepassingsleren. Van je opleidingsdocenten krijg je hierbij indirecte begeleiding in de leergroep en het didactisch atelier. Directe begeleiding krijg je door het nabespreken van een stagebezoek. Je stagementor van je stageklas helpt je bij het uitzoeken van geschikte leersituaties, ondersteunt je bij het reconstrueren van de ervaring, stimuleert tot kritisch denken en onderzoek, geeft feedback en geeft adviezen. Veel belang hechten wij hierbij aan jouw eigen verantwoordelijkheid. Je bent in grote mate zelf verantwoordelijk voor de begeleiding die je zal ontvangen. Wij verwachten dat je je openstelt voor begeleiding, dat je zelf met leervragen komt zowel in de stage als in het opleidingsinstituut. Vanzelfsprekend is er ruimte voor groei naar deze zelfverantwoordelijkheid. Een andere belangrijke attitude is flexibiliteit. We verwachten dat je bereid bent je aan te passen aan wijzigende omstandigheden. Afspraken tijdens de oefenmomenten en stages Bij het eerste oefenmoment meld je je aan bij de directie. Zorg dat je tijdig aanwezig bent: 10 à 15 minuten op voorhand. Verlaat pas de school als je klas terug op orde staat. Orde in het klaslokaal is immers ook een taak van een toekomstige kleuteronderwijzer(es). Houd je ook aan de specifieke regels van de praktijkschool. Maak afspraken rond toezichten. Wie 's middags in de school blijft eten, spreekt best af met de stagementor waar dit kan. De voorbereidingen moeten persoonlijk uitgewerkt zijn. Het materiaal dat op de voorbereiding staat, moet je ook bij hebben. Breng zelf je materiaal mee, geef niet de stagementor de opdracht om voor materiaal te zorgen. Het spreekt vanzelf dat je voor activiteiten zoals schilderen, tekenen,... het materiaal van de klas mag gebruiken. Probeer dus met de stagementor duidelijk op voorhand af te spreken wat je mag gebruiken en wat niet.

5 De deelname aan de oefenmomenten en stages is een verplicht onderdeel van de opleiding. Afwezigheid is dan ook enkel gewettigd in bijzondere omstandigheden: ziekte, overlijden van familielid... Examen afleggen voor je rijbewijs is geen geldige reden om afwezig te zijn. Gemiste oefen- of stagedagen worden ingehaald. Je bent als student zelf verantwoordelijk om initiatief te nemen op dit af te spreken met je stagementor en groepsbegeleider. Bij ziekte/afwezigheid verwittig je zo vlug mogelijk: o de directie van de kleuterschool en indien mogelijk je stagementor; o de docent die op bezoek komt. Je bezorgt de stagementor een beoordelingsformulier en een stagevademecum. Stagemap en agenda Voor de concrete inhoud, zie verder. De volledige stagemap en de agenda zijn steeds aanwezig in de stageklas tijdens de oefenmomenten/ stage. Bij het stagebezoek worden deze spontaan aangeboden aan de bezoekende docent. Bij de start van de stage wordt het stagerooster, de voorbereidingen en de voorziene milieuverrijking van minstens de eerste week aan de stagementor voorgelegd ter inzage. Je spreekt af met de stagementor wanneer dit best kan gebeuren. Van alle observatieopdrachten wordt een schriftelijk verslag verwacht. De agenda wordt onmiddellijk ingediend na de stage.

6 2 OEFENMOMENTEN EN STAGE Doelen voor de stage van 5 november t.e.m. 16 november Je beperkt het aantal geplande en geleide activiteiten zodat je ruimte kan voorzien voor verdieping in de speelruimtes en je aandacht kan besteden aan verzorgingsmomenten. Je kan het gedrag en het functioneren van een 2.5- en 3 jarige kleuter verklaren en kan hier gepast op reageren a.d.h.v. inzichten uit de ontwikkelingspsychologie. Je bent in staat om zorg te dragen voor het welbevinden van een 2.5- en 3-jarige kleuter en dit te stimuleren: inspelen op de morele, sociale, fysische en emotionele behoeften. Je kan de betrokkenheid en de ontwikkeling van het jonge kind stimuleren door het begeleiden van vrij spel: het aanbieden van spelmaterialen, het inrichten van speelruimtes en het geven van stimulerende tussenkomsten. Je bent in staat om de betrokkenheid van een 2.5- en 3-jarige kleuters te stimuleren door een geleid aanbod van activiteiten. Je kan de klasdag van de kleuters muzisch verrijken (bewegingsliedjes, achtergrondmuziek, versjes, dramamomenten, liedjes tussendoor, enzovoort). Je kan een huiselijke sfeer creëren (klasinrichting). Je houdt rekening met de levensbeschouwelijke en religieuze groei. Je geeft bij alle activiteiten/ momenten aandacht aan taalstimulering en het al handelend laten verwerven van wiskundige inzichten. Je neemt alle bewegingslessen over en zorgt voor een gevarieerde invulling. Je vertelt een beperkt aantal verhalen, maar wel op verschillende manieren. Tijdens verzorgingsmomenten laat je de zes leerdomeinen actief aan bod komen binnen je begeleiding. Praktijkmomenten voorafgaand aan de stage dienen om je voor te bereiden op het realiseren van de doelen tijdens de stage. We willen je hierbij helpen door een aantal observatieopdrachten mee te geven. Tijdens deze praktijkperiode moeten ook een aantal methodieken geoefend worden. We geven hieronder een overzicht van de concrete opdrachten. Concrete opdrachten: Verzamelen van praktische info De school: administratieve gegevens en organisatie Schrijf dit uit. De school: verwachtingen van de stagementor en de directie. Schrijf dit uit. De klas: klasinrichting (grondplan + materialen), bewegingsmogelijkheden, bewegingsruimte Je mag zelf kiezen onder welke vorm je de beginsituatie weergeeft. De klas: klasgewoontes Schrijf dit uit. Indien je het moeilijk vindt om aan bovenstaande vragen een concrete invulling te geven dan kan je in bijlage 1 mogelijke hulpvragen vinden.

7 Vrijdag 21 september observatiedag Observeer de jonge kleuter en toon hierbij aandacht voor de typische kenmerken en basisbehoeften (Wat kunnen de kleuters al? Waar zijn ze vooral mee bezig in de verschillende hoeken?). Observeer in functie van je agenda een concrete spelsituatie in jouw klas (Welk materiaal is aanwezig? Wat doen de kleuters? Wat doet de leidster?...). Observatieopdracht taalstimulering (zie cursus Nederlands: taalstimulering). Observatiegegevens noteren in verband met alle verzorgingsmomenten (zie werkbundel Fysiek welzijn ). Observeer hoe de klas is ingericht en maak een grondplan. Wat vind je van deze inrichting? Wat wil ik nog...: Vrijdag 28 september oefenactiviteit De kans bestaat dat je vandaag alleen staat in de klas. Neem het klashouden volledig over en heb oog voor welbevinden. Zorg voor een zinvol dagprogramma. Observeer een speelruimte. (Welke hoeken zijn er nu in je klas? Hoe zit het met spelkwaliteit? In welke hoeken verloopt het spel vlot/in welke niet? Waaraan ligt dat?) Speel mee tijdens vrije spelmomenten en maak een neerslag van de spelevolutie (Hoe heb je het spel kunnen verrijken? Wat deden de kleuters?) Zing op minstens twee verschillende momenten voor/ met de kleuters. Doe minstens een muzisch bewegingsmoment De verzorgingsmomenten vanaf nu actief begeleiden binnen de zes leerdomeinen. Ontwikkelingskansen zien en benutten. Wat wil ik nog.: Woensdag 3 oktober oefenactiviteit Neem het klashouden volledig over en heb oog voor welbevinden. Zorg voor een zinvol dagprogramma.

8 Observeer conflicten bij kleuters. Hoe ontstaat conflict? Wat doen de kleuters? Wat doet de leidster? Bied je auditieve doos aan als MV en begeleid minstens 1 gehoorspel met het materiaal uit je doos Zingeving-verwondering bij de kleuters Noteer concreet: - Zijn er kleuters verwonderd? Waarover? - Welk soort vragen stellen ze? Noteer enkele gestelde vragen. Wat valt je op? - Komen de componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei tot uiting in je stageklas (zie 1BaKO)? Geef een aantal voorbeelden. Breng je nota s mee naar de les. Wat wil ik nog.: Dinsdag 9 oktober oefenactiviteit Neem het klashouden volledig over en heb oog voor welbevinden. Zorg voor een zinvol dagprogramma. Minstens 1 een moment (opruimmoment/ eetmoment/ jasjes aandoen/ moment dat kleuters de klas inkomen.) verrijken met passende achtergrondmuziek. Een liedje/versje gebruiken als ondersteuning van organisatorische momenten (opruimen/jasjes aandoen/eetmoment/toiletmoment) of activiteiten (stempelen, scheuren, ). Twee nieuwe initiatieven nemen tijdens de verzorgingsmomenten en deze weergeven in de werkbundel van W.O.. Wat wil ik nog.: Maandag 15 oktober oefenactiviteit Bespreek met je mentor waar je zeker aan wil werken tijdens de stage(-voorbereiding) Materiaal van de experimenteerbak aanbrengen bij klein groepje. Laatste oefenactiviteit in de week van 22 oktober- 26 oktober inplannen Neem het klashouden volledig over en heb oog voor welbevinden. Zorg voor een zinvol dagprogramma. Observeer. Formuleer hiervoor je eigen aandachtspunten.

9 Oefen een expressieactiviteit (wordt voorbereid tijdens de lessen expressie). Begin met het inrichten van je gekozen speelruimte. Wat wil ik nog.: STAGE VAN 5 NOVEMBER T.E.M. 16 NOVEMBER 2012 Inhoud van de stagemap 1. Stagevademecum 2. Praktische info (zie pagina 6) 3. Een uitgebreide verantwoording van gemaakte keuzes en de concrete uitwerking ervan vanuit de observaties (verhaal van mijn klas, klasinrichting ). 4. Een weekrooster (flexibel: in functie van noden en behoeften van de kleuters) Een aantal activiteiten en milieuverrijking zijn al geprogrammeerd. Tevens is er ruimte voorzien voor een onverwacht aanbod of voor het begeleiden van het vrij spel. 5. Voorbereidingen: - Lesvoorbereidingen geleide activiteiten (een verhaal, een bewegingsles, een exploreeractiviteit, aanbod auditieve doos, ). Vermeld telkens je taalaanbod. - Voorbereidingen van de speelruimtes die jij voorziet en begeleid vrij spel, aangepast aan de situatie van jouw praktijkklas. Noteer de materialen, de opdrachten, de spelimpulsen(!) en gradaties en variaties die je hierbij voorziet. Ook de aangepaste organisatie en afspraken die nodig zijn. Plan het aanbod zodat je het geleidelijk gespreid over de opeenvolgende dagen kan aanbieden. - Een aantal muzikale en bewegingstussendoortjes (partituren), kringspelletjes, versjes zodat je deze steeds kan inzetten indien nodig. - Gebruik verschillende vertelvormen om hetzelfde verhaal (prentenboek) te vertellen doorheen je stage. 6. Elke dag voorzie je een tips van de mentor -blad. 7. Godsdienstwerkplan 8. Werkbundel rond gezondheidseducatie. Na de stage wordt de bundel verder aangevuld met evaluatiegegevens.

10 Aandachtspunten: Zorg dat je stagemap overzichtelijk is: gebruik tabbladen en orden je voorbereidingen chronologisch. De stagemap is steeds aanwezig in de kleuterklas. Liever kwaliteit dan kwantiteit. Dure materialen zijn geen garantie voor kwaliteit. Inhoud van de agenda De agenda met de dagplanning en OIP s van de dag zijn een persoonlijke ondersteuning om je klaspraktijk te optimaliseren. Het is een persoonlijk werkboek voor jezelf, dat groeit vanuit je observaties. Dagplanning: De uren en de tijdsindeling Het aanbod: soort activiteit, activiteiten en milieuverrijking Kerndoelstellingen en observatieaandachtspunt(en) Een observatieaandachtspunt is een vraag die een gerichte observatie moet uitlokken. Belangrijk is dat de vraag iets is met betrekking tot datgene wat je echt bezig houdt tijdens deze stageperiode. De aandacht dient vooral te gaan naar de kleuters en de eigen aanpak. OIP s: Deze reflecties geven een antwoord op je observatieaandachtspunt(en) in dagplanning en daarnaast kan je ook reflecteren over een andere zinvolle observatie/zorg van die dag waar je verder over wil nadenken. Vanuit deze gegevens pas je indien nodig je dagplanning voor de volgende dag aan. Blijf het effect dat je opgemerkt hebt na het uitvoeren van je planning opvolgen.

11 Overzicht van de basiscompetenties Hieronder worden de decretale basiscompetenties concreet ingevuld voor deze stageperiode bij de jongere kleuters. 1. LERAAR ALS BEGELEIDER VAN LEER-EN ONTWIKKELINGSPROCESSEN Oog voor ontwikkeling van kleuters, kan ontwikkeling (betrokkenheid) stimuleren, doelgerichtheid in aanpak, probleemstellende opbouw van geleide activiteiten met ruimte voor de inbreng van kleuters, taalstimulering, kan kleuters boeien. a) Heeft oog voor de ontwikkeling van de kleuters; zien van interessesporen en ontwikkelingsbehoeften. b) Neemt initiatief om de ontwikkeling van kleuters te stimuleren: door in te spelen op interesses en ontwikkelingsbehoeften (niveau) via: - begeleiden van vrij spel/spelkwaliteit in de hoeken (gepast aanbod en geven van spelimpulsen); - geleid aanbod van activiteiten (met inhoudelijke verdieping) door een rijk en gevarieerd taalaanbod te doen (aangepast aan het niveau) en door initiatief te nemen om de handelingen van kleuters tijdens een activiteit te laten verwoorden/zelf te verwoorden (taalstimulering). c) Werkt doelgericht: dit uit zich in het duidelijk formuleren van opdrachten en het stimuleren van het handelen van de kleuter in functie van het vooropgestelde doel. d) Werkt probleemstellend: stimuleert actief leren door kleuters zelf te laten handelen, laat ruimte voor de inbreng van kleuters. e) Expressie: kan kleuters boeien door een enthousiast en dynamisch optreden in houding en spreken. 2. LERAAR ALS OPVOEDER Contact leggen, zichzelf durven zijn, ervaringsgerichte houding en dialoog (kwaliteit van interacties), inspelen op beleving van kleuters, stimuleren van welbevinden en verbondenheid, omgaan met gevoelens, initiatieven om sociale vaardigheden en zelfredzaamheid te stimuleren. a) Kan contact leggen met kleuters, betrokken aanwezigheid en zichzelf durven zijn. b) Hanteert een ervaringsgerichte houding en dialoog: geeft kleuters het gevoel dat ze begrepen worden en kan dit verbaal en non-verbaal tonen, kan actief luisteren, heeft inlevingsvermogen, kan eigen ervaringen en gevoelens verwoorden, heeft aandacht voor de kwaliteit van interacties. c) Kan het welbevinden en de verbondenheid stimuleren door: - het bieden van geborgenheid (huiselijke sfeer creëren, aandacht voor rust en gezelligheid); - het bieden van veiligheid en structuur (door een overzichtelijke klas, gestructureerd dagverloop, waar neembare regels en afspraken); - initiatief te nemen om sociale vaardigheden bij kleuters te stimuleren (conflicthantering door ervaringen en gevoelens te verwoorden, verbondenheid creëren). d) Neemt initiatief om de zelfredzaamheid bij kleuters te bevorderen.

12 3. LERAAR ALS INHOUDELIJK EXPERT Thema/aanbod uitwerken en uitdiepen, specifieke inhoud/methodiek in lesvoorbereidingen toepassen, zich inhoudelijk kunnen verantwoorden. a) Kan een thema/aanbod creatief uitwerken en uitdiepen vanuit de specifieke behoeften van 2,5 en 3-jarigen (ideeën voor activiteiten, zinvolle keuze van materiaal, gepaste milieuverrijking, klasinrichting, een evenwichtig stagerooster, installeren van specifieke hoeken, zinvol gebruik van bronnen). b) Kan specifieke inhoud/methodiek toepassen in de voorbereiding (met variatie en verdieping). Neemt initiatief om in de voorbereiding een evenwichtig aanbod te realiseren en aan te sluiten bij het klasniveau en individuele verschillen. c) Kan zich inhoudelijk verantwoorden over de aanpak. 4. LERAAR ALS ORGANISATOR Klasmanagement: overzicht houden, organisatie (overgangen en opruimen), consequent handelen, timing, begeleiding van het keuzeproces en het totale klashouden. a) Kan overzicht houden, neemt initiatief, durft leiding nemen. b) Kan de organisatie van een activiteit en organisatorische momenten (overgangen, opruimen) begeleiden. c) Durft kordaat optreden; grenzen stellen /afspraken maken en hier consequent in blijven. d) Neemt initiatief om de timing van het klasverloop in het oog houden. e) Neemt initiatief om het keuzeproces bij kleuters te begeleiden. f) Neemt initiatief om het totale klashouden in handen te nemen (problemen zien en er adequaat mee omgaan op vlak van organisatie en omgang). 5. LERAAR ALS INNOVATOR EN ONDERZOEKER Kan zowel schriftelijk als mondeling reflecteren over de praktijk (probleemsituaties en kansen die zich voordoen) en kan hiermee actief omgaan. 6. LERAAR ALS LID VAN EEN SCHOOLTEAM Kan overleggen met de stagementor, durft eigen mening en visie bespreekbaar maken, maakt de mentor wegwijs in stageopdrachten, neemt initiatieven om contact te leggen met ouders en schoolteam. 7. SCHRIFTELIJKE EN MONDELINGE TAALVAARDIGHEID a) Mondelinge taalvaardigheid: - het taalaanbod is groot en gevarieerd; - het taalaanbod is correct, zuiver qua klanken en de articulatie is duidelijk. b) Schriftelijke taalvaardigheid (stagemap) - correcte taal qua zinsbouw, woordenschat, spelling en leestekens; - duidelijke tekstopbouw. ATTITUDE: Beslissingsvermogen relationele gerichtheid kritische ingesteldheid leergierigheid organisatievermogen zin voor samenwerking verantwoordelijkheidszin creatieve gerichtheid flexibiliteit gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en communicatie zelfsturing ervaringsgerichte basishouding

13 3. BIJLAGEN Bijlage 1: praktische info: mogelijke hulpvragen 1. De school: administratieve gegevens en organisatie Administratieve gegevens van de school, de stagementor, de kleuters: namenlijst, geboortedata (verjaardagen) en bijzondere gegevens van kleuters die belangrijk zijn voor je stage. Anderstaligen? De schoolkalender tijdens je stage (en OA): sociaal-culturele of extrascolaire gebeurtenissen (vb. CLB, medisch schooltoezicht, toneel, allerlei feesten of schoolprojecten, conferentie ). Uurregeling (overloop de indeling van de dag met de tijdstippen). Verzamel de gegevens i.v.m. de accommodatie wat betreft de bewegingsmogelijkheden van de kleuters: is er ruimte in de klas, op de speelplaats, beschikbare uren en materialen in de turnzaal Vergeet niet contact op te nemen met de bijzondere leermeester bewegingsopvoeding en maak de nodige afspraken i.v.m. jouw lesjes bewegingsopvoeding. 2. De school: verwachtingen van de stagementor en de directie Aanwezigheid voor en na de schooltijd. Besprekingsmomenten (vooraf plannen met de mentor). Klasorde, opruimen, poetsen, enzovoort. toezicht houden. Andere De klas: klasinrichting (grondplan + materialen) Maak een grondplan en teken de hoeken van de klas (onderlinge afstanden respecteren). Maak een inventaris van de belangrijkste beschikbare materialen in de klas (per hoek). 4. De klas: klasgewoonten In welke zone van vrij kleuterinitiatief (VKI) wordt er gewerkt gedurende de dag? Wat gebeurt klassikaal/in groep? Onthaalrituelen? Waar? Aanwezigheden? Kringmomenten? Overgangen? Aandacht vragen? Verzorgings- en eetmomenten: wanneer, waar, hoe? Begeleiding van vrij spel: Welk keuzeaanbod, wanneer? Wat moet vooraf klaar staan? Wat nemen ze zelfstandig? Hoe aankondigen? Verdeling kleuters? Begeleiding van de aanvang van het vrij spel? Wat vergt extra aandacht? Wie extra begeleiden? Wisselen van activiteiten? Hoe? Mag dat? Regels en afspraken: welke regels gelden er (algemeen / per hoek) en waarom? Opruimen: op welke momenten? Hoe vaak? Hoeveel tijd voorzien? Hoe begeleiden? Wat mag ik van de kleuters verwachten?

14 Bijlage 2: overzicht van reeds gekende activiteiten en milieuverrijking De geleide activiteiten en milieuverrijking die tot nu toe al behandeld zijn: 1 BaKO - Vertellen met boek - Klassikaal vertellen met prenten, dia s, losse figuren - Dramatiserend vertellen - Taalspelletje - Versje - Gezelschapsspel - Kringspel - Waarneming - Kringgesprek - Sorteerspel - Bewegings- of gebarenliedje aanbrengen - Speelplaatslied - Gehoorspel - Muziekactiviteit met klein slagwerk - Muzikaal onthaal - Muzikale tussendoortjes - Nieuw lied aanleren - Fundamenteel omgaan met teken- en boetseermateriaal - Specifiek omgaan met materialen (afdruktechnieken, verftechnieken) - Beeldende expressie (tekenen, schilderen, boetseren) na een impressie - Beeldenmap (beschouwen) - Huishoudelijke activiteit - Brugverhaal en verwerking - Bijbelverhaal + lege stoel + dramatisatie - Filosofisch gesprek - Vieren, gebed, godsdiensthoek, rituelendoos - Bewegingsactiviteiten (spelletjes en vaardigheden met klein of groot materiaal) - Bewegingstussendoortjes - Aanbreng en waarneming van het klasdier - Zaaiopdrachtjes - Activiteiten rond gezonde voeding waarnemen van proefjes rond het weer - Gezonde tandjes - Waarnemen van natuurmaterialen - Gebedsdobbelsteen -. 2 BaKO stage jonge kleuter - Auditieve spelletjes + aanbod geluidendoos op niveau van jarige kleuters - Spontaan zingen met kleuters (liedjes bij overgangsmomenten, liedjes met vingerpopjes, sfeermuziek ). - Begeleiden van vrij spel en taalstimulering - Klasinrichting en begeleiding van: de bewegingshoek, de snoezelhoek, de zandtafel, een experimenteerbak, een auditieve tafel of hoek, de verzorgingshoek - Kleutergedrag observeren, interpreteren en tussenkomsten plannen - Drama-activiteit - Onthaalpop - Bewegingsverhaal -