Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe"

Transcriptie

1 Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe Wat kan deze op het algemeen psychologische en neurowetenschappelijk onderzoek gebaseerde wijze van kijken naar therapie betekenen voor de cliëntgerichte theorie en therapie? Willem Dreesmann * Samenvatting In dit artikel wordt een samenvatting gegeven van de therapietheorie van Grawe (1998; 2004). Zijn theorie beoogt een metatheorie te zijn. Er volgt een kritische vergelijking tussen zijn kernopvattingen en de opvattingen die aan het cliëntgerichte gedachtegoed ten grondslag liggen. Getracht wordt aannemelijk te maken dat de theorie van Grawe als metatheorie een verheldering, betere fundering en uitbreiding van onze cliëntgerichte theorie en therapie zou kunnen zijn, waarbij er voldoende ruimte is om de eigen signatuur te behouden. Trefwoorden: neuropsychotherapie, cliëntgerichte psychotherapie Inleiding Neuropsychotherapie is de enigszins misleidende titel van het in 2004 verschenen boek van de inmiddels overleden psycholoog Klaus Grawe. In 2007 verscheen de Engelse vertaling. De titel van dat boek Neuropsychotherapy: how the neurosciences inform effective psychotherapy is duidelijker. Grawe wordt in brede kring erkend als iemand die de betekenis van de neurowetenschappen voor de praktijk van de psychotherapie helder en op een overtuigende wijze neergezet heeft (Gauggel, 2006). Hij tracht de werking van psychotherapie primair op neurowetenschappelijke wijze te verklaren. Dat wil echter niet zeggen dat de psychotherapeut in de uitoefening van zijn praktijk zich nu vooral zou moeten richten op het rechtstreeks beïnvloeden van neuronale systemen. De therapeut blijft zich primair bezighouden met de therapeutische relatie en het van uit die relatie beïnvloeden van het beleven, denken en handelen van de cliënt. Het hoe, wat en waarom tracht Grawe echter te funderen in de empirische psychologie en in toenemende mate ook in de neurowetenschappen. Grawe, van oorsprong gedragstherapeut, ziet zijn theorie als een metatheorie. Het is zijn overtuiging dat de typerende concepten waarop de diverse therapiescholen zich baseren en zich van elkaar onderscheiden geen passende grondslag meer bieden voor de psychotherapie. Grawe opent zijn boek met een hoofdstuk onder de titel: Wat psychotherapeu- Willem Dreesmann is als psycholoog/psychotherapeut werkzaam bij de afdeling volwassenen van de GGZ Midden-Holland en supervisor/leertherapeut van de VCgP. 24 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1

2 Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe ten over de hersenen moeten weten. Het is een heldere, uitgebreide en voor psychotherapeuten relevante tekst over het functioneren van de hersenen. Hierna gaat hij in op het neurologische onderzoek van specifieke stoornissen. Het lijkt waarschijnlijk, aldus Grawe, dat de effectiviteit van een stoornisspecifieke behandeling vergroot kan worden wanneer interventies gedaan worden met kennis van de neuronale grondslagen van die stoornis. Hij is van mening dat bij een aantal psychische stoornissen reeds zoveel kennis over neuronale correlaties is verzameld, dat het zinvol is therapeuten daarover te informeren. Grawe doelt hier vooral op de depressieve stoornis, maar ook op de posttraumatische stressstoornis, de gegeneraliseerde angststoornis, de paniekstoornis en de dwangstoornis. Hij verwacht dat binnen afzienbare tijd een neurologisch onderzoek deel zal uitmaken van de voorbereiding op de therapie. De kern van zijn boek Grawe besteedt hier ook de meeste aandacht aan is echter vooral een herhaling en nadere vormgeving van zijn in 1998 verschenen boek Psychologische therapie. De hierin geformuleerde theorie was al stevig gefundeerd in het algemeen psychologische onderzoek en is nu voorzien van een neurowetenschappelijke verankering. Een verankering die zijn theorie sterk lijkt te ondersteunen, verder verheldert en aan zijn therapeutische aanwijzingen een meer dwingend karakter verleent. Alhoewel de kracht van Grawe s theorie ligt in deze wetenschappelijke fundering, is het voor de cliëntgerichte therapeut minstens zo interessant dat hierin het beleven centraal gesteld wordt en niet het denken of het gedrag. Echter, die aandacht voor het beleven is bij Grawe niet zozeer procesgericht als wel doelgericht. Bij hem gaat het vooral om de vraag op welke aspecten van het beleven van de cliënt de aandacht van de therapeut gericht moet worden. Vanuit de algemeen psychologische theorievorming en toenemend ondersteund door de neurowetenschappen is bij Grawe de beleving van de zogenaamde basisbehoeftes centraal komen te staan. Deze zijn: de behoefte aan verbondenheid, controle, zelfwaardering en lust. Het is opvallend dat in veel therapietheorieën steeds maar aan een van deze behoeftes een centrale rol wordt toegekend. Zo is dat bij Freud (1922a) lust, bij Bowlby (1969) verbondenheid, bij Kelly (1955) controle en bij Rogers (1959) zelfwaardering (positive self-regard). In het hiernavolgende zal ik eerst de hoofdlijnen van Grawe s theorie weergeven. Vervolgens zal ik nader ingaan op zijn belangrijkste begrippen. Tot slot worden de cliëntgerichte theorie en die van Grawe op enkele hoofdpunten met elkaar vergeleken. Hoofdlijnen van Grawe s theorie Grawe vraagt zich af of er behalve biologische basisbehoeftes specifieke psychische basisbehoeftes zijn die alle mensen gemeen hebben. Grawe omschrijft basisbehoeftes als behoeftes die bij langdurige niet-bevrediging leiden tot een zich niet goed voelen en schade aan de psychische gezondheid. Na vele jaren zoeken naar overtuigende concepten en theorieën over basisbehoeftes kwam Grawe uit bij de zogenaamde Cognitive-Experiential Self-Theory (CEST) van Seymour Epstein (1990). Deze theorie sprak hem aan, niet alleen wegens de vier basisbehoeftes die Epstein voorstelde. Belangrijk voor Grawe was ook dat deze theorie goed aansloot bij de controletheorie van Powers (1973) en uitging van de volgende twee concepten: motivationele schemata en de aan- Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1 25

3 Willem Dreesmann name van twee wijzen van psychisch functioneren, te weten toenaderen en vermijden. Aanvankelijk vond Grawe de door Epstein voorgestelde basisbehoeftes, namelijk verbondenheid, controle, zelfwaardering en lust, niet echt dwingend. Dat veranderde echter vooral door recent neurobiologisch onderzoek. Minstens drie van de door Epstein voorgestelde basisbehoeftes bleken diep in de hersenstructuur verankerd te zijn, en als zodanig herkenbaar. Met betrekking tot de basisbehoefte zelfwaardering is dat volgens Grawe nog niet zo duidelijk. Zelfwaardering verwijst naar het hoogste niveau van de hiërarchische informatieverwerking en dat lijkt nu nog te complex voor echt succesvol neurowetenschappelijk onderzoek. Onderzoek naar zelfwaardering wordt verder ook beperkt door het gegeven dat onderzoek bij dieren en zeer kleine kinderen niet mogelijk is. Immers, het hiervoor noodzakelijke zelfbeeld is niet aanwezig of nog niet gevormd. Bij de overige basisbehoeftes is onderzoek bij zeer kleine kinderen en dieren wel mogelijk en belangrijk. Algemeen geaccepteerd, aldus Grawe, is de opvatting dat psychische activiteit doelgericht is en hiërarchisch georganiseerd. Verder, dat zich in de loop van de psychische ontwikkeling zogenaamde schema s of schemata vormen die in zekere mate beschouwd kunnen worden als de patroonmatige ordening van de psychische activiteit. Daarbij zijn er toenaderings- en vermijdingsschemata. Groeit iemand op in een omgeving die ingesteld is op de bevrediging van zijn behoeftes, dan zal hij vooral motivationele doelen ontwikkelen met een toenaderingskarakter en krijgt hij ervaring met de positieve bevrediging daarvan. Daarbij horen bijpassende verwachtingen en een gedifferentieerd gedragsrepertoire. Groeit iemand echter op in een omgeving waar zijn basisbehoeftes steeds maar weer gefrustreerd worden, dan zal hij vermijdingsschema s ontwikkelen om zich tegen mogelijk verdere kwetsingen te beschermen. Minder geaccepteerd is Grawe s opvatting dat de doelen die iemand zich stelt uiteindelijk dienen om bepaalde basisbehoeftes te bevredigen of om te voorkomen dat hij in die behoeftes gefrustreerd wordt. Grawe vormt een deel van een van de vier basisbehoeftes van Epstein om tot een begrip van een hogere orde: consistentieregulatie. Bij het psychische functioneren is sprake van zeer vele parallel lopende neuronale/psychische processen, waarbij de vraag aan de orde is in hoeverre deze met elkaar verenigbaar zijn. Er is veel empirisch bewijs voor het belang van consistentieregulatie bij het psychisch functioneren, de psychische gezondheid en de psychotherapie (2004, p. 311/290 1 ). Inconsistentie is een toestand die sterk door het organisme vermeden wordt. Het menselijke psychische systeem heeft veel mechanismen voortgebracht om inconsistentie te vermijden of te beëindigen. Denk bijvoorbeeld aan selectieve aandacht, wil, concentratie, verdringing, dissociatie, coping, emotieen stressregulatie. Consistentieregulatie vindt zeer overwegend onbewust plaats en doortrekt het psychisch functioneren dermate dat volgens Grawe gesproken kan worden van de eigenlijke bewegende kracht. Grawe noemt zijn theorie dan ook wel consistentietheorie. Het hiërarchisch bovengeschikt zijn van het streven naar consistentie lijkt sterk in het belang van overleven, waardoor er eenduidig gereageerd kan worden op gevaar. De twee belangrijkste vormen van problematische consistentie, van inconsistentie dus, zijn discordantie en incongruentie. Discordantie (2004, p.189/171) is de onverenigbaarheid van twee of meer gelijktijdig geactiveerde motivationele tendensen. Incongruentie is het niet overeenstemmen van werkelijke ervaringen met geactiveerde motivationele doelen. Het begrip incongruentie is ontleend aan de controletheorie van de eerder genoemde 26 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1

4 Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe Powers (1973). Dit begrip is bij Grawe niet alleen inhoudelijk van groot belang. Even belangrijk is dat het meten van incongruentie, het meten dus van de spanning tussen wat een persoon ervaart en de doelen die hij heeft, heel goed mogelijk is. Dit is bij inconsistentie niet het geval. Echter, de correlatie tussen incongruentie en inconsistentie is zeer hoog. Daarmee is volgens Grawe de mate van incongruentie, dus de mate van een van de vormen van inconsistentie, tevens een goed bruikbare indicatie voor de mate van de totale inconsistentie. Consistentieregulatie kan volgens Grawe niet als een vijfde basisbehoefte gezien worden, omdat anders dan bij werkelijke basisbehoeftes het organisme/de psyche geen directe waarnemingen kan doen die bevredigend zijn voor consistentieregulatie. De kernbegrippen in Grawe s theorie De mens (zijn psyche, zijn organisme) is er op gericht zoveel mogelijk waarnemingen te doen die bevredigend zijn voor zijn basisbehoeftes. Hieronder wordt nader op deze behoeftes ingegaan. Vervolgens komen de begrippen inconsistentie en incongruentie aan de orde. Ook wordt kort ingegaan op de therapieaanbevelingen van Grawe. De behoefte aan verbondenheid Directe waarneming van het gevoel van verbondenheid is voor bijna alle mensen een vanzelfsprekende en dagelijkse ervaring. In de freudiaanse traditie is deze behoefte jarenlang gezien als niet zelfstandig en van de lustbehoefte afgeleid. Tegenwoordig wordt de behoefte aan verbondenheid als de best empirisch verankerde basisbehoefte beschouwd. En dat met name ook vanuit neuronale optiek. Ervaringen van verbondenheid worden op neuronaal niveau onder meer mogelijk gemaakt door ingeslepen productiepatronen van de hormonen vasopressine (herkenning van vertrouwde/veilige gezichten) en oxytocine (komt vrij bij liefdevolle aanrakingen). Meer dan een halve eeuw geleden wees Sullivan (1953) met zijn interpersoonlijke theorie al op het grote belang van het interpersoonlijke als mogelijke oorzaak van psychische stoornissen. Het was echter Bowlby (1969) die met zijn publicaties over hechting de behoefte aan verbondenheid definitief positioneerde als een basale behoefte. Over de neurologische grondslag van deze basale behoefte is inmiddels veel duidelijk geworden. Al vanaf de geboorte of wellicht al eerder, worden alle emotionele, fysieke en andere sensorische interacties met ouders en andere verzorgers bijzonder goed in het (impliciete) geheugen opgeslagen en geconsolideerd. Volgens Grawe komt dit vooral omdat bij de bevrediging van deze en andere basisbehoeftes en ook het verlangen daarnaar de neurotransmitters dopamine en adrenaline (epinefrine) vrijkomen, waardoor de neurale circuits van de betrokken geheugensystemen verstevigd worden. Deze (impliciete) geheugensystemen worden daardoor via visuele waarnemingen, aanrakingen, lichaamssensaties, geuren en geluiden later gemakkelijker geactiveerd. Iemand die als kind is opgegroeid met vooral positieve ervaringen van verbondenheid, heeft ook ervaren dat hij bij angst en verdriet en andere emoties, getroost en daarmee rustig kan worden. Neurologisch gezien houdt dit in dat een reactiepatroon is ontwikkeld waarin gemakkelijker onder andere oxytocine en endorfines vrij komen. Dit patroon remt het eerder door angst en verdriet geactiveerde Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1 27

5 Willem Dreesmann patroon. Bij onveilige hechting zijn deze remmende neuronale patronen niet of onvoldoende tot ontwikkeling gekomen. Angst en verdriet kunnen niet goed gereguleerd worden. Meer in het algemeen gezegd heeft de emotie- en stressregulatie zich niet goed kunnen ontwikkelen. Als gevolg daarvan zijn negatieve verwachtingspatronen en vermijdende, ambivalente en gedesoriënteerde gedragstendenties ontstaan. De behoefte aan controle en oriëntering Grawe geeft aan dat er een zeer omvangrijke theoretische en empirische literatuur is met betrekking tot controle. Het gaat hier onder meer om het uitoefenen van controle over de actuele situatie, het overzicht dat je hebt over de situatie, de vraag of dat wat gebeurt in overeenstemming is met de eigen verwachtingen, hoe deze wel of niet overeenstemming uitwerkt op de eigen beleving en het verkrijgen van een zo groot mogelijke toekomstige speelruimte. Al deze aspecten verwijzen naar de vraag in hoeverre iemand zijn eigen doelen kan bereiken. Psychische stoornissen worden per definitie beleefd als buiten het bereik van het controleerbare en zijn daarom altijd frustrerend. Wanneer een en ander overeenkomstig de verwachtingen verloopt, correspondeert de psychische activiteit met een daarbij passende specifieke neurale activatie. Is er sprake van een nieuwe, onverwachte, veeleisende of bedreigende situatie, dan treedt er een niet-specifiek arousal op in grote delen van de associatieve cortex en het limbisch systeem. Dit leidt tot het vrijkomen van adrenaline, waardoor bijna alle hersengebieden geactiveerd worden. Wanneer het geheel van arousal en activering een bepaalde grens overschrijdt, wordt via een aantal stappen de HHB-as (hypothalamus-hypofysebijnierschors-as) geactiveerd, wat uiteindelijk leidt tot het vrijkomen van cortisol. Een overmatige excretie daarvan leidt op den duur tot aantasting van het gehele stressregulatie systeem. Wordt daarentegen een nieuwe of bedreigende situatie na verloop van tijd als controleerbaar beleefd, dan bevordert deze niet-specifieke arousal die neurale activatiepatronen die bijdragen aan de beleving van controle. Beleving van controle ofwel beheersbare incongruentie kan zo tot nieuw leren leiden. Grawe stelt dat men, redenerend vanuit het neurobiologisch onderzoek, tot de conclusie kan komen dat beheersbare incongruentie leidt tot de ontwikkeling van de inherente mogelijkheden van een persoon; geheel in termen van de humanistische psychologie. De behoefte aan zelfwaardering De behoefte aan zelfwaardering is de enige van de vier basisbehoeftes, waarvan wordt aangenomen dat de mens zich van het dier onderscheidt. Zelfwaardering veronderstelt zelfbewustzijn en het vermogen tot reflectie. Het bestaande onderzoek hierover is vooral van sociaalpsychologische aard, waarin met name de volgende vragen aan de orde komen: waarom zijn er zoveel mensen met een lage zelfwaardering die zichzelf daarbij ook nog eens omlaag halen? waarom trekken zij partners aan die negatief over hen denken en trekken zij zich terug uit relaties met partners die positief over hen oordelen? hoe is het mogelijk dat een negatieve zelfwaardering ontstaat? De behoefte aan zelfwaardering is niet de enige behoefte die bevredigd wil worden. Meestal spelen meerdere behoeftes tegelijkertijd. Wanneer deze strijdig met elkaar zijn, wanneer dus sprake is van discordantie, gaat het belang van consistentie voor. Zonodig wordt de behoefte aan zelfwaardering of een andere basisbehoefte opgeofferd aan het bevredigen van een of meer overige 28 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1

6 Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe basisbehoeftes. Zo is het te begrijpen waarom soms alles gedaan wordt om een negatief zelfgevoel overeind te houden, als daarmee bereikt wordt dat bijvoorbeeld het gevoel van verbondenheid of controle behouden blijft. De behoefte aan lust en onlustvermijding De behoefte aan lust en onlustvermijding is alles doordringend en tevens voor de beleving het meest toegankelijk. Een belangrijk aspect hiervan is een automatische en niet bewust verlopende evaluatie van alle stimuli op een innerlijke schaal van goed en slecht. Een positieve evaluatie activeert het toenaderingssysteem en de met dit systeem verbonden positieve emoties, een negatieve het vermijdingssysteem en negatieve emoties. Voor het bestaan van deze twee reactiesystemen haalt Grawe uitgebreid neurologisch en ander onderzoek aan (Grawe, 2004, p. 269/249). De werking van het toenaderings- en vermijdingssysteem wordt in belangrijke mate beïnvloed door wat motivationele priming genoemd wordt: een prettige of juist onprettige voorafgaande gebeurtenis leidt ertoe dat het desbetreffende systeem al voorbereid is. Priming kan veroorzaakt worden door geuren, geluiden, beelden of aanrakingen. Wanneer in een therapie de activiteit van het vermijdings systeem overheerst, ziet Grawe niet goed hoe positieve doelen bereikt kunnen worden. In Grawe s opvatting is het van centraal belang dat de therapeut er voor zorgt dat het toenaderingssysteem geactiveerd wordt, zo vaak en intensief als bij het behandelen van de problemen mogelijk is. Consistentie en consistentieregulatie In de hersenen speelt zich een groot aantal gelijktijdig aflopende processen af. Zijn meerdere van die processen met elkaar onverenigbaar, dan treedt een zodanige remming op dat ten minste een van die processen ongestoord kan functioneren. Functioneert zo n remming niet, dan ontstaat er een conflict, waarbij de processen elkaar wederzijds afremmen en waardoor de bij die processen betrokken doelen niet bereikt worden. De inconsistenties die hierbij ontstaan gaan onder andere gepaard met negatieve emoties en het vrijkomen van stresshormonen. Psychische stoornissen ontstaan uit mislukte regulatie van inconsistentie en zij ontstaan alleen wanneer het verhoogde inconsistentieniveau gedurende langere tijd aanhoudt. Incongruentie Incongruentie is het niet overeenstemmen van actuele waarnemingen en ervaringen met geactiveerde doelen. Belangrijke bronnen van incongruentie zijn moeilijke levensomstandigheden zoals armoede, werkloosheid, ziekte/ lichamelijke beperkingen, een slechte sociale omgeving, geringe ondersteuningsmogelijkheden, of problematische relaties. Daarnaast zijn er innerlijke bronnen van incongruentie zoals ongunstige cognities, extreme vermijdingsschema s, zwakke toenaderingsschema s en motivationele conflicten. En, last but not least, ongunstig ontwikkelde mechanismen ter handhaving van de innerlijke consistentie: gebrekkige stresstolerantie, emotieregulatie, probleemoplossend vermogen en overmatige verdringing. Uit onderzoek van Grawe (2004, p. 343/321) blijkt dat afname van incongruentie sterk gecorreleerd is met afname van depressie, van psychopathologische symptomen in het algemeen en een toename van constructief denken en het realiseren van hulpbronnen. In iets mindere mate is afname gecorreleerd met afname van interpersoonlijke problemen en vermijdingsdoelen en een toename van het gevoel van competentie. Het gevoel van welbevinden hangt zelfs bijna Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1 29

7 Willem Dreesmann geheel af van de vraag in hoeverre het lukt de eigen motivationele doelen te realiseren. Uit het onderzoek blijkt verder, dat vermindering van incongruentie effectiever bereikt wordt door middel van het bevorderen van de met de basale behoeftes samenhangende positieve doelen, dan door het aanpakken van de klachten en het vermijdingsgedrag. Welke mogelijkheden zijn er om de spanning tussen actuele ervaringen en de motivationele doelen die afgeleid zijn van de basisbehoeftes, te verminderen? Het zijn volgens Grawe vooral ervaringen van controle en ervaringen die de zelfwaardering verhogen die hiervoor geschikt blijken. Deze ervaringen kunnen vooral worden opgedaan door gebruik te maken van de specifieke eigenschappen, mogelijkheden en hulpbronnen van de cliënt. Grawe noemt dit resourceactivering, het activeren van hulpbronnen. Wat kunnen hulpbronnen zijn? In feite kan ieder aspect van het mentale functioneren en nog breder, de gehele levenssituatie van de cliënt als hulpbron gezien worden. Grawe (2004, p. 401/377) onderstreept het belang van hulpbronnenactivering nog door het volgende. Uit onderzoek blijkt dat positieve en negatieve therapiezittingen zich niet van elkaar onderscheiden door de mate van intensiteit van probleembewerking, echter wel en bovendien zeer sterk door de mate waarin tegelijk met de probleembewerking positieve hulpbronnen geactiveerd zijn. Grawe s richtlijnen voor het therapieproces Verandering in therapeutische zin kan volgens Grawe alleen bereikt worden door steeds herhaalde correctieve ervaringen, waardoor nieuwe neuronale activatiepatronen gevormd kunnen worden en oude diep ingeslepen patronen geremd. Het is daarbij belangrijk dat de neurotransmitters dopamine en adrenaline vrijkomen. Deze komen vrij wanneer in therapie belangrijke toenaderingsdoelen geactiveerd zijn. Voor het bereiken van langdurige veranderingen is echter meer nodig. Er moeten dan ook zogenaamde second messengers geactiveerd worden. Dit zijn een soort transmitters die anders dan neurotransmitters niet tussen neuronen actief zijn maar intracellulair. Activering van deze transmitters vindt echter pas plaats wanneer voldoende intensief en langdurig aan een thema vastgehouden wordt. Veel neuronale processen, waarvan de veranderingen volgens Grawe uiteindelijk afhangen, blijven principieel onbewust. Toch kunnen deze processen doelgericht door de therapeut beïnvloed worden. Alle waarnemingen die de cliënt gedurende het therapieproces heeft, ook de impliciete, beïnvloeden hem. Een deel van die waarnemingen is van bewust stuurbaar gedrag van de therapeut afhankelijk, een deel is maar beperkt beïnvloedbaar. Grawe werkt zijn aanbevelingen voor de therapeut uit in een groot aantal concrete richtlijnen. Wat kan de theorie van Grawe betekenen voor de cliëntgerichte theorie en therapie: enkele voorafgaande opmerkingen Grawe heeft afstand genomen van zijn gedragstherapeutische achtergrond, omdat hij zijn theorie ziet als een metatheorie, die zou moeten gelden voor alle vormen van psychotherapie en dus ook voor de cliëntgerichte therapie. Hij baseert zijn theorie nadrukkelijk niet op schoolspecifieke uitgangspun- 30 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1

8 Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe ten, maar op wetenschappelijk onderzoek, met een accent op psychologische en neurowetenschappelijke disciplines. Een en ander maakt een degelijke en consistente indruk. Gauggel (2006, p. 134) prijst, zoals eerder aangegeven, Grawe voor de brug die hij geslagen heeft tussen de neurowetenschappen en de psychotherapie. Ook Gauggel is van mening dat de vraag naar de werking van psychologische interventies op de hersenen niet langer door psychotherapeuten genegeerd kan worden. Werkzame psychologische interventies veroorzaken significante veranderingen op het neurobiologisch vlak. Gauggel heeft echter wel bedenkingen bij wat hij noemt de neuropsychotherapie-euforie. Hij is bang dat biologische mechanismen en principes bij het ontstaan, voortduren en behandelen van psychische stoornissen, maar ook ter verklaring van het menselijk gedrag een te groot gewicht krijgen, waardoor de complexe interactie tussen aanleg en omgeving uit het zicht dreigt te raken. Simplificaties en overinterpretaties zouden uiteindelijk tot een neurobiologische hermeneutiek kunnen leiden. Gauggel is van mening dat ook Grawe (2004) hier niet vrij van is gebleven. Een belangrijke opvatting van Grawe waarop mijn inziens wel concrete kritiek mogelijk is, betreft het volgende: Een van de wezenlijke kwaliteiten van ons bewustzijn is dat ons bewuste ik zich de auteur voelt van wat we denken, beslissen en bewust doen. Echter, juist dat is vanuit een objectief perspectief een illusie. Wat we denken, beslissen en doen wordt niet door onze bewuste processen bepaald, maar door processen die zich voorafgaand zonder bewustzijn afspelen (Grawe, 2004, p. 121/103). Hier zou gesteld kunnen worden dat er sprake is van een voortijdige conclusie, simplificatie en neurobiologische hermeneutiek. Maar ook kan het gezien worden als een (impliciete) filosofische positie. Vrij recent bracht Glas (2004, p. 18) nog eens de opvatting naar voren, dat het menselijk gedrag op basis van neurobiologische theorieën niet volledig verklaard kan worden en pleit voor een wetenschappelijke terughoudendheid. Over vrijheid, zelf beslissen en verantwoordelijkheid is het laatste woord nog niet gesproken. Ook al verwijzen deze begrippen volgens Grawe objectief gezien naar een illusie, toch blijkt in zijn opvatting over therapie de beleving van vrijheid, zelf beslissen en verantwoordelijkheid een belangrijke rol te spelen. Ook Rogers zou een zachte determinist genoemd kunnen worden. Hij deed althans een poging zijn deterministische wetenschapsopvatting met vrijheid te verzoenen. Bijvoorbeeld, toen hij het volgende zei over de persoon, althans de fully functioning person: deze ervaart de grootst mogelijke vrijheid en maakt daar gebruik van, wanneer hij spontaan, vrij en vrijwillig kiest datgene wat tevens absoluut bepaald is (Rogers, 1961). Hoe dan ook, de beleving van vrije wil, het gevoel daardoor de eigen toekomst te kunnen beïnvloeden, lijkt in de praktijk van de psychotherapie een onmisbaar aspect. Zoals eerder opgemerkt, legde Grawe zijn theorie reeds in hoofdzaak neer in zijn publicatie van Typerend voor dit boek is de vorm waarin het geschreven is: een dialoog of eigenlijk een trialoog tussen een therapeut, een therapieonderzoeker en een algemeen onderzoekspsycholoog. Zijn publicaties van 1998 en 2004 maakten in Duitsland veel discussie los, vooral bij psychoanalytici. Wat niet vreemd is, want de psychoanalytische theorie komt er bij Grawe minder goed van af. Hij besteedt veel aandacht aan de cliëntgerichte therapie. De cliëntgerichte theorie en therapie lijken meer in lijn met Grawe s opvattingen. Hij heeft zich duidelijk verdiept in cliëntgerichte en aanverwante literatuur, waarbij hij een voorkeur heeft voor de experiëntiële richting. Met name de procesgerichte variant van Greenberg, Rice en Elliott harmonieert volgens hem in grote mate met zijn eigen theorie 2. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1 31

9 Willem Dreesmann De theorie van Grawe en de cliëntgerichte theorie vergeleken: hoofdlijnen Vrije wil en therapie Grawe legt zich nadrukkelijk niet vast op bepaalde schooltheoretische uitgangspunten. A priori uitgaan van leertheoretische, psychoanalytische, cliëntgerichte of andere opvattingen beperken zijns inziens de mogelijkheid een cliënt optimaal te helpen. Hij wil zijn theorie zoveel mogelijk funderen op wetenschappelijk onderzoek en staat daarmee ook open voor nieuwe empirische inzichten. Hoe is het gesteld met de basisaannames in de cliëntgerichte theorie? Volgens Eisenga en Wijngaarden (1991, p. 262) is er binnen de cliëntgerichte therapie niet echt sprake van eenduidige opvattingen. Toch menen zij dat er twee duidelijk gemeenschappelijke accenten te bespeuren vallen. Een eerste accent betreft het vertrouwen of geloof dat aan de mens op zijn minst een marge van vrijheid toekomt. Volgens hen is het indeterministische uitgangspunt een gemeenschappelijk kenmerk van alle cliëntgerichte therapieën. Ik vraag me af of dat zo is. Verder, zoals hiervoor aangegeven, is alleen al Rogers bepaald geen duidelijk voorbeeld van een indeterminist. Misschien zou met een lichte wijziging van de tekst van Eisenga en Wijngaarden het volgende gezegd kunnen worden: een gemeenschappelijk kenmerk van alle cliëntgerichte therapieën is het vertrouwen of geloof dat de beleving van een zekere mate van vrijheid een onmisbaar aspect is. Dit zou dan aansluiten bij Rogers (1964, p. 135): de ervaring (mijn cursivering) van keuze, van vrijheid van keuze is niet alleen een diepe waarheid, maar ook een erg belangrijk element in therapie. Op deze wijze kan de vraag of en in hoeverre achter die beleving van vrijheid een werkelijke vrijheid aanwezig is en of alle cliëntgerichte therapeuten daar hetzelfde over denken, voorlopig nog even onbeantwoord blijven. Grawe gelooft in objectief wetenschappelijke zin niet in vrije keuze, maar in therapeutische zin is in zijn theorie de beleving van vrije keuze van groot belang. Beleving en relationele condities Het tweede gemeenschappelijke accent binnen de cliëntgerichte therapie betreft het experiëntiële. Ook bij Grawe staat de beleving van de cliënt centraal. Echter op een wat andere manier. Hij maakt onderscheid tussen de probleembewerking en het scheppen van optimale condities. Wat de wijze van de probleembewerking betreft heeft hij geen voorkeur. Zijn enige vraag is hier: is deze probleemaanpak effectief? Hij is van mening dat de psychoanalytische werkwijze niet effectief is en de cliëntgerichte en cognitief gedragsmatige wel. Ook al maakt de cliëntgerichte theorie niet zo n duidelijk onderscheid tussen probleembewerking en relationele condities, voor de typische (experiëntiële) cliëntgerichte probleembewerking biedt Grawe s theorie alle ruimte. Grawe laat er geen twijfel over bestaan dat hij het scheppen van optimale condities en dan met name optimale relationele condities als de belangrijkste taak van de therapeut ziet. 3 Dit centraal stellen van beleving en relationele condities, kan mijns inziens gezien worden als een gemeenschappelijk fundament dat de cliëntgerichte theorie en de theorie van Grawe met elkaar verbindt. Toch zijn hier (ogenschijnlijk?) grote verschillen. Bij Grawe staat niet het bevorderen van de beleving van de cliënt in ruime zin centraal, maar het bevorderen van de beleving in de zin van bevrediging van de basisbehoeftes. Zijn therapieaanbevelingen en met name de toon daarvan, verwijzen mijns 32 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1

10 Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe inziens naar zijn gedragtherapeutische achtergrond. Het accent lijkt daarbij niet te liggen op een innerlijke houding van empathie, de poging de cliënt werkelijk te begrijpen en het van daar uit bevorderen van een uniek ervaringsproces. Gedetailleerd wordt beschreven hoe de cliënt zodanig te beïnvloeden dat hij een optimale bevrediging van zijn basale behoeftes kan ervaren. En te bewerkstelligen, dat door een dergelijke bevrediging en het zo goed mogelijk benutten van zijn hulpbronnen, de cliënt in een toenaderingsmodus blijft of komt. De vraag is in hoeverre deze gedetailleerde richtlijnen passend zijn in een cliëntgerichte therapie. Kan het gezegd worden dat het werken vanuit de therapieopvatting van Grawe met zich meebrengt dat de therapeut minder congruent is, minder accepterend en empathisch naar de cliënt? Binnen de cliëntgerichte therapie is het belangrijk contact te krijgen met de wijze waarop de cliënt zichzelf als uniek persoon ervaart. Het gaat hierbij vooral om de poging contact te krijgen met de persoon als geheel, het wezen van de persoon en de opvatting dat dit ook therapeutisch heilzaam is. Een voorwaarde daarvoor is dat de therapeut zelf zoveel mogelijk een geheel persoon is, congruent van binnen en congruent, transparant naar de cliënt toe. Een cliëntgerichte therapeut moet dus blijvend aan zijn eigen congruentie werken. Het trachten contact te maken met de persoon als geheel en het werken aan de eigen congruentie zijn geen eisen die gesteld worden aan een therapeut die zich alleen baseert op de theorie van Grawe. Maar deze eisen zijn ook niet in strijd met deze theorie. Tenminste, zolang de therapeutische werkzaamheid en het belang van de cliënt zoals bezien vanuit de theorie van Grawe voorop staan. Iedere therapeut en ook de therapeut bij Grawe moet een empathisch vermogen hebben. Vanuit de cliëntgerichte theorie kan gezegd worden dat de congruentie van de therapeut het vermogen tot empathie bevordert. Zelfs, dat een minimum aan congruentie een voorwaarde is voor het vermogen tot werkelijke empathie en acceptatie. En ten slotte, dat congruentie een belangrijk instrument is bij het kunnen nagaan wat er speelt, wanneer er iets wringt met empathie of de acceptatie van de cliënt. De empathie en het vermogen tot acceptatie van de cliënt lijken bij Grawe zo een belangrijk referentiepunt te missen. Anderzijds lijkt de cliëntgerichte therapie iets te missen, juist door de nadruk op de uniciteit van de persoon van de cliënt en de relatie die hij met de therapeut heeft. Volgens Langs (1999, p. 36) leggen vele therapeuten een te grote nadruk op het individuele en kan gesteld worden, dat in de natuur individualiteit een altijd aanwezig complement is van universaliteit. Ook in de cliëntgerichte therapie krijgt het individuele van de mens wellicht een te grote nadruk. Swildens (2005, p. 98) stelt dat persoonsgerichtheid niet iets heiligs zou moeten zijn. Hij en anderen stellen daar procesdifferentiatie tegenover en trachten dat in evenwicht te brengen met het unieke van de persoon. Het in Grawe s theorie ontbreken van het accent op de uniciteit van de persoon, wordt gecompenseerd door een accent op zijn universaliteit. De therapeut is vanuit zijn theorie gericht op het creëren van een situatie waarin het langer vasthouden aan een thema, het actualiseren van de hulpbronnen van de cliënt en bovenal de bevrediging van de universele basisbehoeftes verbondenheid, controle, zelfwaardering en lust centraal staan. De therapeut heeft hiermee een universele en praktische richtlijn met betrekking tot de vraag op welke inhoud hij een essentieel deel van zijn aandacht en empathie moet richten. Basisbehoeftes kunnen pas bevredigd worden wanneer deze zich geconcretiseerd hebben in motivationele doelen. Concrete motivationele doelen zien er bij iedere cliënt weer anders uit. De therapeut mag dan Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1 33

11 Willem Dreesmann vanuit Grawe s theorie niet gericht zijn op het unieke van de persoon in meer existentiële zin, het helder krijgen van de specifieke doelen en hulpbronnen van de cliënt veronderstelt een wezenlijke interesse in concrete zin; een interesse in wie hij is, wat hij kan en wat hij doet, een interesse in wat en hoe hij verlangt, hoopt, verwacht, droomt en vermijdt. En dit zowel verbaal als non-verbaal. Uit onderzoek van Grawe blijkt dat therapeuten snel denken dat zij zich in therapie al bezighouden met het opsporen, bevorderen en verder ontwikkelen van specifieke doelen en hulpbronnen, maar dat dit in werkelijkheid onvoldoende het geval is. Incongruentie Incongruentie is zowel in de theorie van Grawe als in de cliëntgerichte theorie een centraal begrip. In hoeverre zijn beide vergelijkbaar? Incongruentie is in de theorie van Grawe een veel ruimer begrip. Immers, iedere vorm van inconsistentie, ofwel iedere vorm van onverenigbaarheid van gelijk aflopende psychische/neuronale processen leidt in zijn theorie tot incongruentie tussen basisbehoeften en de beleving of waarneming daarvan; ernstige incongruentie leidt tot psychische problemen. Incongruentie in cliëntgerichte zin, incongruentie dus tussen zelfconcept en beleving kan gezien worden als een van de vormen van spanning tussen basisbehoeften en beleving en daarmee als een van de bronnen van psychische problemen. Interessant is dat het incongruentiebegrip van Speierer een sterke overeenkomst vertoont met dat van Grawe. Speierer (1998, p. 416) spreekt niet alleen van incongruentie wanneer de oorzaak vooral ligt bij een interactionele beïnvloeding, maar ook wanneer er sprake is van een niet of een niet in hoofdzaak interactioneel veroorzaakt disfunctioneren van traumatische, genetische of bioneuropsychologische aard. Evenals in de theorie van Grawe, is ook in de theorie van Speierer het begrip beheersbare incongruentie van belang (1998, p. 412). Beiden onderstrepen het belang van het in zekere mate kunnen tolereren van incongruentie en de betekenis daarvan voor inherente creatieve mogelijkheden. De actualisatietendens en inherente mogelijkheden De in de cliëntgerichte theorie belangrijke begrippen actualisatietendens en inherente mogelijkheden hebben bepaald iets aansprekends, maar ook hoogdravends. Wellicht daarmee verbonden hebben deze begrippen altijd ook een zekere vaagheid gehad. In de opvatting van Rogers (1959) heeft ieder mens inherente potenties; dit zijn iemands aangeboren mogelijkheden die in aanleg altijd positief zijn, zowel voor de persoon zelf als voor de gemeenschap. Deze tendens is in Rogers visie de enige algemene drijfveer en wordt uitgedrukt door het organisme als geheel. Wexler (1974, p. 50) stelt dat Rogers onduidelijk is over de aard van inherente potenties en niet aangeeft hoe deze dan bepaald zouden moeten worden. De Haas (1984, p. 75) geeft aan dat Rogers noch zijn volgelingen uitgewerkt hebben welke de aangeboren mogelijkheden zijn en hoe zij zich ontwikkelen. Wat de actualisatietendens betreft, Rice en Wexler (Van Balen, 1991, p. 159) komen tot een formulering die enigszins afwijkt van de wijze waarop Rogers deze beschrijft. Zij zien deze tendens niet als een soort innerlijke en wijze stuwkracht, maar als een uiting van de basisbehoefte aan nieuwe ervaringen. Waarbij Butler en Rice (Van Balen, 1991, p. 159) ook nog spreken van een fundamentele stimulushonger van het organisme. Recent stelt Kriz (2007) dat de onderbouwing van het concept actualisatietendens te wensen overlaat. Voor zover ik weet bestaat er binnen de cliëntgerichte theorie nog geen 34 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1

12 Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe min of meer algemeen geaccepteerde, meer concrete uitwerking van de begrippen inherente potenties en actualisatietendens. Het voorstel dat ik ter overdenking wil geven is, deze begrippen een meer concrete inhoud te geven met behulp van Grawe s theorie. Een inhoud die enerzijds aan de opvatting van Rogers tegemoet komt, maar anderzijds een meer concrete invulling geeft aan de opvatting van onder meer Rice (Van Balen, 1991, p. 159), die spreekt van een basisbehoefte aan nieuwe ervaringen en Butler en Rice (Van Balen, 1991, p. 159) die spreken van een fundamentele stimulushonger van het organisme. De actualisatietendens zou dan gezien kunnen worden als een tendens voortgestuwd door de basale behoeftes aan verbondenheid, controle, lust, zelfwaardering en de noodzaak tot consistentie; inherente mogelijkheden als in aanleg aanwezige mogelijkheden, die tot nadere vormgeving geprikkeld worden door deze actualisatietendens. Waarbij in een eerste fase de basisbehoeftes zelf middels het ervaren geconcretiseerd worden in expliciete of impliciete motivationele doelen en in een tweede fase de inherente mogelijkheden in het proces van ervaren door deze doelen geprikkeld worden tot een samenhangende concretisering in menselijk functioneren als denken, beleven en gedrag. De voorgeschiedenis van de cliënt Welke rol speelt de voorgeschiedenis van een cliënt bij Grawe? Zijns inziens moet bij de behandeling rekening gehouden worden met het gegeven dat de neurowetenschappelijke analyse van psychische stoornissen leidt tot een enigszins paradoxale conclusie. De belangrijkste oorzaken van psychische stoornissen liggen ook volgens die analyse in de eerste levensjaren. Terugkijken naar die jaren levert volgens Grawe echter niet veel op, omdat onder andere de hippocampus nog niet volgroeid is en daarmee het expliciet geheugen nog niet beschikbaar is. Maar ook na die eerste jaren zijn veel van de grondslagen van psychische stoornissen ontoegankelijk voor introspectie en inzicht. Introspectie en inzicht hebben zijns inziens alleen zin, wanneer een cliënt een grote behoefte heeft in zichzelf naar oorzaken te zoeken; immers dan wordt in zekere mate voldaan aan de basisbehoefte aan oriëntering en controle. In de cliëntgerichte theorie is het belang van de voorgeschiedenis en dan vooral de vroege voorgeschiedenis lang onderbelicht geweest. Zelf denk ik dat kennis en begrip hiervan niet alleen zinvol is wanneer de cliënt daarin een speciale interesse heeft of daar min of meer toevallig in de loop van een therapiegesprek terechtkomt. Voor de therapeut is kennis en begrip van de ontwikkelingsgeschiedenis van de cliënt waardevol om de cliënt beter te kunnen begrijpen en accepteren. Door deze kennis empathisch en op goed gedoseerde momenten in het therapieproces weer naar voren te halen, kan de therapeut het vermogen van de cliënt bevorderen om tot een grotere zelfempathie en zelfacceptatie te komen. Verder kan de hechtingsrelatie, die de cliënt met de therapeut aangaat, aanwijzingen geven met betrekking tot de vraag, bij welk aspect van de (vroege) ontwikkeling van de cliënt mogelijk de grootste pijn ligt. In het ontbreken van een eigen cliëntgerichte ontwikkelingstheorie lijkt de theorie van Daniël Stern (1985) voor een deel te hebben voorzien. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1 35

13 Willem Dreesmann Tot slot In de theorie van Grawe en de daaruit voortvloeiende richtlijnen komen veel zaken aan de orde die interessant lijken voor de cliëntgerichte theorie en therapie. Ik heb daarin een uitnodiging gezien om onze eigen uitgangspunten en basisideeën nog eens nader te bekijken en daar tegenover te zetten. Ik heb mij in de vergelijking van beide theorieën beperkt tot enkele hoofdpunten. In hoeverre zou zijn theorie geschikt zijn als metatheorie voor de cliëntgerichte theorie en therapie? Misschien is het langzamerhand tijd voor een therapietheorie die nadrukkelijker aansluiting zoekt bij de neurowetenschappen en de algemeen psychologische theorievorming en daarmee een schoolonafhankelijke grondslag legt. De metatheorie van Grawe is daarvoor wellicht een geschikte kandidaat. Wat de cliëntgerichte theorie betreft, opvallend is hoeveel overeenkomsten en raakvlakken beide theorieën hebben. Maar ook hoeveel ruimte er binnen de theorie van Grawe is om daar een geheel eigen cliëntgerichte invulling aan te geven. Inpassing van de cliëntgerichte theorie binnen het raamwerk van de Grawiaanse begrippen inconsistentie, incongruentie, basisbehoeftes en motivationele doelen levert mijns inziens verheldering en verrijking op van onze theorie, waarbij cliëntgerichte begrippen als inherente mogelijkheden, actualisatietendens en het cliëntgerichte incongruentiebegrip aan duidelijkheid winnen. Dit vooral omdat deze ingepast worden in een beter gefundeerd en duidelijker samenhangend begrippenapparaat, waarvan de afzonderlijke begrippen bovendien anders of beter dan deze cliëntgerichte begrippen rechtstreeks verwijzen naar wat beleefd wordt of beleefd kan worden. Grawe s theorie biedt alle ruimte voor die zaken die bij de cliëntgerichte theorie en therapie van overwegend belang zijn: de basishoudingen empathie, acceptatie en congruentie, de omvangrijke literatuur en ervaring op het gebied van belevingsgericht werken en het accent op het unieke van de mens. Grawe s wat meer nuchtere, concrete en specifiek gerichte kijk op het belang van empathie en het accepteren van de cliënt, lijkt hierop een goede aanvulling. Zijn gedetailleerde richtlijnen voor de planning van therapie en andere zaken leveren interessante gezichtspunten op. Een belangrijke vraag hierbij is of en in hoeverre de aard en het aantal van zijn richtlijnen de cliëntgerichte therapeut te zeer beperken in zijn basishouding; en anderzijds, of en in hoeverre er sprake is van een niet geheel gefundeerde afkeer van meer gedetailleerde richtlijnen. Een probleem met het inpassen van inzichten en werkwijzen die van buiten de cliëntgerichte therapie komen en daarmee ook met de theorie van Grawe is vaak, dat deze duidelijker bedoeld zijn de cliënt op een specifieke wijze te beïnvloeden. Dit staat in wankel evenwicht met een werkelijk persoonsgerichte benadering. Maar in therapie gaat het nu eenmaal vaak om het subtiele evenwicht. Een dergelijk evenwicht met het persoonsgerichte speelt overigens ook een rol bij veel vormen van procesdifferentiatie die inmiddels al binnen de cliëntgericht oriëntatie gebruikelijk zijn. Correspondentieadres Willem Dreesmann Amstelkade MD Woerdense Verlaat w.dreesmann@planet.nl 36 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1

14 Neuropsychotherapie, de theorie van Grawe Noten 1 De eerste pagina-aanduiding verwijst naar de oorspronkelijke Duitse tekst van 2004, de tweede naar de Engelse vertaling van Grawe (1998, p. 278 en verder) spreekt over motivationele schemata, Greenberg over emotionele schemata. Deze begrippen zijn zijns inziens goed uitwisselbaar, behalve op een drietal punten. Het gebruik van het begrip emotionele schemata leidt zijns inziens tot een te eenzijdige nadruk op emoties, tot het buiten beschouwing laten van therapeutische activiteit gericht op het verstevigen van nieuwe schema s in de realiteit en tot het ontbreken van de mogelijkheid binnen Greenbergs theorie om zicht te krijgen op wat de cliënt vermijdt. 3 Grawe s standpunt over de betekenis van de relationele condities roept het meningsverschil hierover tussen Rogers en Gendlin op. Rogers gaf het waarnemen van het veilige klimaat door de cliënt als verklaring voor het veranderingsproces. Volgens Gendlin zijn de basisattitudes van de therapeut niet belangrijk omdat ze door de cliënt gepercipieerd worden, maar omdat ze de therapeut oriënteren naar een gepast interactieaanbod. De opvatting van Grawe dat verandering in therapie vooral het gevolg is van de (niet bewuste) waarneming van door de therapeut bevorderde bevrediging van behoeftes aan verbondenheid, controle, lust en zelfwaardering, komt dicht in de buurt van het standpunt van Rogers. Zie Van Balen (1995). Literatuur Bowlby, J. (1969). Attachment and Loss. Volume 1: Attachment. New York: Basic Books. Eisenga, R., & Wijngaarden, H. (1991). Het mensbeeld van de cliëntgerichte therapie. In J.C.A.G. Swildens, O.P. de Haas, G. Lietaer, R. Van Balen (Red.), Leerboek gesprekstherapie. De cliëntgerichte benadering. Amersfoort/Leuven: Acco. Epstein, S. (1990). Cognitive-experiential self-theory. In L.A. Pervin (Ed.), Handbook of personality: Theory and Research ( ). New York: Guilford. Freud, S. (1922a). Beyond the pleasure principle. London: International Psychoanalytic Press. Gauggel, S. (2006). Neuropsychotherapie: Anmerkungen eines Neuropsychologen. Verhaltenstherapie, 16, Grawe, K. (1998). Psychological Psychotherapy. Göttingen/Cambridge (USA): Hogrefe & Huber. Grawe, K. (2004). Neuropsychotherapie. Göttingen/Oxford: Hogrefe. Grawe, K. (2007). Neuropsychotherapy. How the Neurosciences Inform Effective Psychotherapy (vertaling). Mahwah, New Yersey/London: Lawrence Erlbaum Associates. Greenberg, L.S., Rice, L.N., & Elliott, R.K. (1993). Facilitating emotional change: the moment-by-moment process. New York: Guilford Press. Glas, G. (2004). Emotie, neurobiologie en de toekomst van de psychotherapie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 30(1), Kelly, G.A. (1955). The psychology of personal constructs. New York: Norton. Kriz, J. (2007). Actualizing Tendency: The link between person-centered en experiential psychotherapy and interdisciplinairy systems theory. PCEP, 6, Langs, R. (1999). Psychotherapy and science. London: Sage Publications. Ledoux, J. (2003). Synaptic Self. How our brains become who we are. New York: Penguin Books. Libet, B., Gleason, C.A., Wright, E.W., & Pearl, D.K. (1983). Time of conscious intention to act in relation to the onset of cerebral activity (readiness-potential). Brain, 106, Haggard, P., & Libet, B. (2001). Concious intentions and brain activity. Journal of Concious Studies, 11, Haas, O. de (1984). Enkele begrippen uit de Rogeriaanse theorie opnieuw bekeken. In G. Lietaer, Ph.H. van Praag, & J.C.A.G. Swildens (Red.), Cliënt- centered psychotherapie in beweging. Leuven/Amersfoort: Acco. Panksepp, J. (2003). The neural nature of the core self. In T. Kircher, & A. David (Eds.), The self in neuroscience and psychiatry ( ). Cambridge: Cambridge University Press. Powers, W.T. (1973). Behavior.and the control of perception. New York: Aldine. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1 37

15 Willem Dreesmann Rossi, E.L. (2002). The psychobiology of gene expression. New York: Norton & Company. Rogers, C.R. (1959). A theory of therapy, personality an interpersonal relationship as developed in the cliënt -centered framework. In S. Koch (Ed.), Psychology: A study of a science. Volume 3 ( ). New York: McGraw-Hill. Rogers, C.R. (1963). The acualizing tendency in relation to motives and conciousness. In M.R. Jones (Ed.), Nebraska symposium on motivation (pp. 1-24). Nebraska: University of Nebraska Press. Rogers, C.R. (1964). Towards a science of a person. In T.W. Wann (Ed.), Behaviorism and Phenomenology. Chicago/London: The University of Chicago Press. Speierer, G.-W. (1998). Psychopathology according to the differential incongruence model. In L.S. Greenberg, J.C. Watson, & G. Lietaer (Eds.), Handbook of experiental psychotherapy. New York: The Guilford Press. Stern, D.N. (1985). The interpersonal world of the infant. New York: Basic Books. Sullivan, H.S. (1953). The interpersonal theory of psychiatry. New York: Norton Press. Swildens, J.A.C.G. (2005). Zelfpathologie en de moderne mens. Uitdagingen voor de persoonsgerichte gesprekstherapeut: een inleiding. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 43(2), Van Balen, R. (1991). Theorie van de persoonlijkheidsverandering. In J.C.A.G. Swildens, O.P. de Haas, G. Lietaer, & R. Van Balen (Red.), Leerboek gesprekstherapie. De cliëntgerichte benadering. Amersfoort/Leuven: Acco. Van Balen, R. (1995). De theorie van persoonlijkheidsverandering. Een vergelijking tussen Rogers, Gendlin en Greenberg. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 33(2), Wexler, D.A., & Rice, L.N. (Eds.) (1974). Innovations in client-centered therapy. New York: J. Wiley and Sons. 38 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 1

Een niet biologisch verklarings- en behandelmodel voor hardnekkige psychiatrische klachten

Een niet biologisch verklarings- en behandelmodel voor hardnekkige psychiatrische klachten Een niet biologisch verklarings- en behandelmodel voor hardnekkige psychiatrische klachten Maureen Oliver Lezing gehouden tijdens het symposium van de Vereniging voor Transpersoonlijke Psychiatrie op 20

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Veilig gehechte kinderen ontwikkelen steeds rijkere verbindingen, krijgen meer integratie en adequate prefrontale functies

Veilig gehechte kinderen ontwikkelen steeds rijkere verbindingen, krijgen meer integratie en adequate prefrontale functies BLOK III LIEFDE Veilig gehechte kinderen ontwikkelen steeds rijkere verbindingen, krijgen meer integratie en adequate prefrontale functies Met opgroeien van veilige hechtingsrelaties ontwikkelen kinderen

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Empathie in de forensische zorg anno 2019: een aspiratie voor therapeuten én cliënten? Ellen Gunst - Studiedag ITER - 31 januari 2019

Empathie in de forensische zorg anno 2019: een aspiratie voor therapeuten én cliënten? Ellen Gunst - Studiedag ITER - 31 januari 2019 : een aspiratie voor therapeuten én cliënten? Ellen Gunst - Studiedag ITER - 31 januari 2019 Inhoud Controversieel begrip Cliënt-zijde Therapeut-zijde Therapiefragment Empathie (in de forensische zorg):

Nadere informatie

EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring

EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring Wat is EMDR Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen

Nadere informatie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Proudy Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Wat is psychomotorische kindertherapie? Pmkt is een vorm van kindertherapie bedoeld voor kinderen die vast lopen in hun ontwikkeling en dat in hun gedrag

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

De hooggevoelige ondernemer

De hooggevoelige ondernemer De hooggevoelige ondernemer Vraag en antwoordboek Drs. Bas van Vugt 1 Ten geleide: Aan de hand van praktische lezersvragen legt Bas uit wat hooggevoeligheid en de hooggevoelige ondernemer is. Tevens komen

Nadere informatie

E E N S E L E C T I E U I T D E P U B L I C A T I E S V A N MARTIN VAN KALMTHOUT

E E N S E L E C T I E U I T D E P U B L I C A T I E S V A N MARTIN VAN KALMTHOUT E E N S E L E C T I E U I T D E P U B L I C A T I E S V A N MARTIN VAN KALMTHOUT Kalmthout, M.A. van (1977). Biofeedbacktherapie. Gedrag 5/6, 332-351. Kalmthout, M.A. van, & Ven, A.H.G.S. van der (1982).

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

Waarom een samenvatting maken?

Waarom een samenvatting maken? Waarom een samenvatting maken? Er zijn verschillende manieren om actief bezig te zijn met de leerstof. Het maken van huiswerk is een begin. De leerstof is al eens doorgenomen; de stof is gelezen en opdrachten

Nadere informatie

Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie?

Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie? Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie? door Nathan Wennegers Trefwoord: zelfkennis / meditatie 2015 Non2.nl Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever mag niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor

Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor Modules Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor 1. Psychologie en Psychopathologie 2. Sociale psychologie

Nadere informatie

Komt u mij leren mijn ziekte te aanvaarden? : over psychologische ondersteuning van patiënten met darmkanker

Komt u mij leren mijn ziekte te aanvaarden? : over psychologische ondersteuning van patiënten met darmkanker Komt u mij leren mijn ziekte te aanvaarden? : over psychologische ondersteuning van patiënten met darmkanker An Lievrouw psycholoog Oncologisch Centrum UZ Gent 26 maart 2015 Uiteindelijk is het belangrijk

Nadere informatie

Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening

Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening Auteur: Jos van Erp j.v.erp@hartstichting.nl Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening Maakbaarheid en kwetsbaarheid Dood gaan we allemaal. Deze realiteit komt soms sterk naar

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Persoonlijk meesterschap

Persoonlijk meesterschap Persoonlijk meesterschap Het creëren van je eigen toekomst "A learner learns when a learner wants to learn" (Peter Senge) Jan Jutten www.natuurlijkleren.org 1. Inleiding De drijvende kracht in de school

Nadere informatie

EMDR. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie

EMDR. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie EMDR Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is EMDR? Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van

Nadere informatie

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening Over een relatie met een (ex-)zorgvrager Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening 1 Inleiding In 2011 heeft de V&VN Commissie Ethiek de notitie Omgaan met aspecten

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer Wat is een psychische stoornis? Als we de populaire media en sommige stromingen in de gedragswetenschappen

Nadere informatie

De lat, de bril en de ander

De lat, de bril en de ander De lat, de bril en de ander Over laat-adolescentie en jongvolwassenheid Summer University Psychoanalyse 2018 Jaap van der Staal Kenmerken van laat-adolescentie (18-21) en jong volwassenheid (21-25) Ontwikkelingstaken:

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 3 Cognitieve gedragstherapie Een effectieve psychotherapie In deze brochure kunt u lezen

Nadere informatie

NVAB-richtlijn blijkt effectief

NVAB-richtlijn blijkt effectief NVAB-richtlijn blijkt effectief Nieuwenhuijsen onderzocht de kwaliteit van de sociaal-medische begeleiding door bedrijfsartsen van werknemers die verzuimen vanwege overspannenheid, burn-out, depressies

Nadere informatie

Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders

Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders Leony Coppens Carina van Kregten Symposium Pleegzorg 2014 Waar blijft het kind? 11 maart 2014 Wat gaan we vandaag doen? Wie zijn wij?

Nadere informatie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Beeldende therapie voor LVB kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Liesbeth Bosgraaf MAth Dr. Kim Pattiselanno Dr. Marinus Spreen

Nadere informatie

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol Angststoornissen Verzekeringsgeneeskundig protocol Epidemiologie I De jaarprevalentie voor psychische stoornissen onder de beroepsbevolking in Nederland wordt geschat op: 1. 5-10% 2. 10-15% 15% 3. 15-20%

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

Gefeliciteerd! Een kennismaking met de bijzondere techniek EFT.

Gefeliciteerd! Een kennismaking met de bijzondere techniek EFT. Je bent zwanger! Gefeliciteerd! Een bijzondere tijd. Vol verwachting kijk je uit naar het moment dat je je kind in je armen kan sluiten. Alleen nog even bevallen. Tja, en dat is nu precies waar je misschien

Nadere informatie

paardencoach Frederieke van der Lijn Buitenpost www.equinama.nl

paardencoach Frederieke van der Lijn Buitenpost www.equinama.nl Loop je steeds tegen dezelfde valkuilen aan? Ben je toe aan veranderingen of aan een volgende stap in je ontwikkeling? Wil je persoonlijke inzichten? Graag begeleiden mijn paarden Gio, Stanley en ikzelf

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Basiscursus Cliëntgerichte Psychotherapie

Basiscursus Cliëntgerichte Psychotherapie Basiscursus Cliëntgerichte Psychotherapie Februari 2014 Basiscursus in het kader van de opleiding Psychotherapeut CgP Docent: mw. drs. W.J.H.P. Schapendonk Locatie: de Plank 101 te Veldhoven - Inhoudsopgave

Nadere informatie

Wat is niet aangeboren hersenletsel?

Wat is niet aangeboren hersenletsel? Wat is niet aangeboren hersenletsel? Als hersenen beschadigd raken op latere leeftijd spreken we van (NAH) Niet aangeboren hersenletsel Niet-aangeboren hersenletsel is blijvende schade aan de hersenen

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

De IMS-cirkel. Themamiddag Reflectie, 24 november 2015 Cathy Ververda & Tess van der Hulst

De IMS-cirkel. Themamiddag Reflectie, 24 november 2015 Cathy Ververda & Tess van der Hulst De IMS-cirkel Themamiddag Reflectie, 24 november 2015 Cathy Ververda & Tess van der Hulst Typering gezinshuizen De aanpak van gezinshuizen is gericht op: Versterken van talenten en mogelijkheden van kinderen

Nadere informatie

Mindfulness. Aandacht voor de waarde van mindfulness binnen de c.g.t. en positieve psychologie

Mindfulness. Aandacht voor de waarde van mindfulness binnen de c.g.t. en positieve psychologie Mindfulness Aandacht voor de waarde van mindfulness binnen de c.g.t. en positieve psychologie Jos de Munnink. Preventiefunctionaris, praktijkondersteuner huisartsen in de GGZ, mindfulnesstrainer en gespreksleider

Nadere informatie

Luisteren naar de Heilige Geest

Luisteren naar de Heilige Geest Luisteren naar de Heilige Geest Johannes 14:16-17 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen,

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

MIRARI Van kritiek naar dialoog. MIRARI Van kritiek naar dialoog. Door Tomas Serrien Verwondering is het begin van alle wijsheid. (Aristoteles) Mirari - 1 HET WAT en HET WAAROM: Het grondidee van Mirari. Het is tijd voor een filosofisch

Nadere informatie

Boek Slapende honden? Wakker maken!

Boek Slapende honden? Wakker maken! Boek Slapende honden? Wakker maken! A.Struik, ontwikkelingspsycholoog/ systeemtherapeut Joany Spierings Drie testen Weinig theorie en veel praktijk CD-Rom/ werkbladen Formulier zes testen Geen protocol

Nadere informatie

Procesdiagnose in 4 perspectieven

Procesdiagnose in 4 perspectieven Procesdiagnose in 4 perspectieven Árpi Süle Literatuur: Á. Süle, (2013) Procesdiagnose in vier perspectieven Een integratieve kijk op therapeutische verandering, Tijdschrift voor psychotherapie 39(2),

Nadere informatie

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Dr. Franck L.B. Meijboom Ethiek Instituut & Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Welzijn We zijn niet de eerste! Welzijn

Nadere informatie

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose.

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose. Ukunternatuurlijkuitciteren,graagzelfs,maardanwel metbronvermelding.u magditartikelookruimhartig verspreidenmitshetnietvoorcommerciëledoeleindenis. Indiegevalen pasnaonzeschriftelijketoestemming. Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan,

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering Leiding geven aan verandering Mijn moeder is 85 en rijdt nog auto. Afgelopen jaar kwam ze enkele keren om assistentie vragen, omdat haar auto in het verkeer wat krassen en deuken had opgelopen. Ik besefte

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think. Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,

Nadere informatie

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress.

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Vraag 1 (10 punten) A. Wat is het Circuit van Papez en welke hersenstructuren maken hier deel van uit? (5 punten) B. Welke extra hersenstructuren zijn

Nadere informatie

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014)

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Inleiding De kern van (autisme)vriendelijke communicatie is echt contact, gebaseerd op

Nadere informatie

EMOTIONELE INTELLIGENTIE

EMOTIONELE INTELLIGENTIE EMOTIONELE INTELLIGENTIE drs. S. van den Eshof 1 SITUATIE Wat zijn emoties en welke invloed hebben ze op ons leven? Sommige mensen worden bestempeld als over-emotioneel, terwijl anderen van zichzelf vinden

Nadere informatie

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Informatie voor cliënten en hun verwijzers Mentaliseren Bevorderende Therapie voor cliënten met een borderline

Nadere informatie

De beleving van ruimte in de omgeving

De beleving van ruimte in de omgeving De beleving van ruimte in de omgeving Ronald Hamel Introductie De individuele beleving van de omgeving is uiterst complex. De omgevingspsycholoog probeert dit desondanks in kaart te brengen. Ronald Hamel

Nadere informatie

Summer University Psychoanalyse 2017

Summer University Psychoanalyse 2017 Summer University Psychoanalyse 2017 Sacha de Reuver 3 juli t/m 7 juli 2017 UvA Wat is psychoanalyse? Mensbeeld Verzameling theorieën over psychisch functioneren Therapeutisch proces Klassieke Psychoanalyse

Nadere informatie

VAN ZORG NAAR PREVENTIE

VAN ZORG NAAR PREVENTIE VAN ZORG NAAR PREVENTIE Jaap van der Stel Jaap van der Stel Lector GGz Hogeschool Leiden Brijder-Parnassia GGZ ingeest Legitimatie psychische gezondheidszorg Legitimiteit van de psychische gezondheidszorg

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 Psychotrauma en stressorgerelateerde stoornissen Marloes de Kok, GZ-psycholoog Marthe Schneijderberg, orthopedagoog Psychotrauma

Nadere informatie

Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns

Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns Impact afhankelijk van aantal factoren: Eigenschappen van trauma zelf Eigenschappen van het kind Eigenschappen van omgeving Eigenschappen

Nadere informatie

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1 Hoogbegaafdheid en Emotionele Intelligentie WUR 23-04-2018 Inhoud Wat is emotionele intelligentie? Relatie met IQ Waarom speciaal voor HB? Het EQi-2.0 model De vaardigheden www.riannevdven.nl Quotes over

Nadere informatie

Focus Group Seminar Versterk je persoonlijke balans en effectiviteit Zaterdag 23 Januari 2016

Focus Group Seminar Versterk je persoonlijke balans en effectiviteit Zaterdag 23 Januari 2016 Focus Group Seminar Versterk je persoonlijke balans en effectiviteit Zaterdag 23 Januari 2016 olv Annemieke Meurs en Saskia van Wijngaarden Focus Group Seminar Focus Group is een workshop gefocust op creatieve

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

Heleen Schoots-Wilke

Heleen Schoots-Wilke Heleen Schoots-Wilke Principe 7 Principe 7 Leerlingen: Heb vertrouwen in je zelf Maak het jezelf niet te gemakkelijk Docenten: Geef vertrouwen Zorg voor voldoende uitdaging Stress. 100 biljoen neuronen

Nadere informatie

23 WELBEVINDEN AFNAME VAN NEGATIEF AFFECT. Fredrike Bannink

23 WELBEVINDEN AFNAME VAN NEGATIEF AFFECT. Fredrike Bannink 198 23 WELBEVINDEN Fredrike Bannink Vaak voelen cliënten zich machteloos als ze voor het eerst bij ons komen en is er sprake van algehele malaise en verminderde eigenwaarde. Vaak ook zijn ze gedemoraliseerd

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Colin van der Heiden

Colin van der Heiden Workshop: Metacognitieve therapie voor de Gegeneraliseerde Angst Stoornis Colin van der Heiden PG-Dag van de Inhoud Complexiteit vraagt maatwerk Rotterdam, 5 oktober 2017 PROGRAMMA inleiding metacognitieve

Nadere informatie

Counseling opleiding, lesmaand 6

Counseling opleiding, lesmaand 6 Counseling opleiding, lesmaand 6 Inhoudsopgave Les 6a Doordringen tot de kern Socrates Les 6b Functioneren Functioneringsschema De filosoof De machine als metafoor In beweging zijn Het bewuste functioneren

Nadere informatie

Voorkómen van huiselijk geweld

Voorkómen van huiselijk geweld Voorkómen van huiselijk geweld hoe profiteren we van wetenschappelijke kennis? Nico van Oosten senior adviseur Huiselijk en Seksueel Geweld Movisie There is nothing more practical than a good theory (Kurt

Nadere informatie

Module Docent contact uren Zelfstudie. Psychologie en psychopathologie 11 44 uur Chakrapsychologie 11 72 uur

Module Docent contact uren Zelfstudie. Psychologie en psychopathologie 11 44 uur Chakrapsychologie 11 72 uur Deelopleiding Healing en Energiewerk Mogelijkheden Je kunt deze opleiding en de modules van de opleiding op verschillende manieren benutten. Onderstaand vind je een overzicht van de mogelijkheden. 1. Je

Nadere informatie

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand.

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Theoretische achtergrond: - Miller en Rollnick De motivering van cliënten en het verminderen van weerstand zijn centrale thema's.

Nadere informatie

"Bidden, meditatie en mindfulness: over vorm, inhoud en iets "meer" Introductie: - aanleidingen en achtergronden - vraagstelling

Bidden, meditatie en mindfulness: over vorm, inhoud en iets meer Introductie: - aanleidingen en achtergronden - vraagstelling 1 "Bidden, meditatie en mindfulness: over vorm, inhoud en iets "meer" Introductie: - aanleidingen en achtergronden - vraagstelling 2 Aanleidingen en achtergronden 1 Aanleidingen en achtergronden 2 Aanleidingen

Nadere informatie

Luisteren: Elke taaluiting is relevant

Luisteren: Elke taaluiting is relevant Emma van Bijnen ADR Instituut 1 Luisteren: Elke taaluiting is relevant Niet de directe betekening van de bijdrage, maar de intentie van de spreker Er zijn ontelbaar veel verschillende dingen die partijen

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Schokbrekers in de communicatie met patiënten en hun naasten

Schokbrekers in de communicatie met patiënten en hun naasten Schokbrekers in de communicatie met patiënten en hun naasten Christien de Jong, psychotherapeut / trainer Amsterdams Instituut voor Gezins- en Relatietherapie christiendejong@hetnet.nl Koos van der Knaap,

Nadere informatie

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Beter Oud Worden in Amsterdam - 31 maart 2015 Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Dr. Machteld Huber, arts, senior-onderzoeker Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl

Nadere informatie

Affirmaties, welke passen bij mij?

Affirmaties, welke passen bij mij? Affirmaties, welke passen bij mij? Veel mensen maken gebruik van affirmaties, om hun gevoel, zelfbeeld en gedachten positief te beïnvloeden. Regelmatig hoor ik van cliënten, dat hoe vaak ze ook affirmeren,

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

Dokter, ik heb kanker..

Dokter, ik heb kanker.. Dokter, ik heb kanker.. huisartsen-duodagen noordwest utrecht november 2006 Anette Pet Klinisch psycholoog-psychotherapeut Hoofd Patiëntenzorg Welmet Hudig Theoloog Therapeut Het Helen Dowling Instituut

Nadere informatie

De terugkeer naar het ware zelf! Leven en werken vanuit innerlijke kracht en verantwoordelijkheid!

De terugkeer naar het ware zelf! Leven en werken vanuit innerlijke kracht en verantwoordelijkheid! De terugkeer naar het ware zelf! Leven en werken vanuit innerlijke kracht en verantwoordelijkheid! Door: Nathalie van Spall De onzichtbare werkelijkheid wacht om door onze geest binnengelaten te worden.

Nadere informatie

Paranormaal of psychisch gestoord? Wat te doen als er problemen zijn?

Paranormaal of psychisch gestoord? Wat te doen als er problemen zijn? Paranormaal of psychisch gestoord? Wat te doen als er problemen zijn? door Kees Aaldijk transpersoonlijk coach en therapeut 06-142 742 93 www.transpersoonlijk.nl gepubliceerd in Spiegelbeeld januari 2010

Nadere informatie

HIC, specialisatie kinderen

HIC, specialisatie kinderen HIC, specialisatie kinderen Module Docent contact uren Zelfstudie Psychologie en psychopathologie 11 44 uur Ontwikkelingspsychologie 11 22 uur Inleiding in de Chakrapsychologie 11 36 uur Jungiaanse psychologie,

Nadere informatie

Transactionele Analyse. Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Transactionele Analyse. Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Transactionele analyse of TA is de term die gebruikt wordt voor de persoonlijkheidstheorie en tevens psychotherapeutische behandelmethode zoals

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij autisme

Cognitieve gedragstherapie bij autisme Cognitieve gedragstherapie bij autisme Caroline Schuurman, gz-psycholoog Centrum Autisme Rivierduinen Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van autisme bij volwassenen Utrecht, 14 juni 2011 CGT bij autisme

Nadere informatie

De Energetische Essenties van Persoonlijkheid

De Energetische Essenties van Persoonlijkheid De Energetische Essenties van Persoonlijkheid Maak kennis met de oorsprong van jouw gedrag en hoe je het leven ervaart Je dagelijkse gedrag en ervaringen komen voort uit 7 verschillende energetische essenties

Nadere informatie

Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven

Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven Wat is een trauma? Trauma kan cultuurafhankelijk zijn Cultuur bepaalt reactie Cultuur aspecten:

Nadere informatie

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.

Nadere informatie

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Voor wie? Waarom? Wat? Hoe? Voor Omdat leiding Ervaringsgerichte Door middel van leidinggevenden, geven, adviseren en coaching en werkvormen waarbij het adviseurs

Nadere informatie

4D organisatieontwikkeling & opleiding presenteert. Alumnidagen 2014. datum thema leiding

4D organisatieontwikkeling & opleiding presenteert. Alumnidagen 2014. datum thema leiding 4D organisatieontwikkeling & opleiding presenteert Alumnidagen 2014 TGI-verdieping aan de hand van vijf thema s De alumnidagen zijn bedoeld voor iedereen die in de afgelopen jaren een TGI-basisopleiding

Nadere informatie

Naar slimmere MM-maatregelen met het 9-stappenplan

Naar slimmere MM-maatregelen met het 9-stappenplan Naar slimmere MM-maatregelen met het 9-stappenplan Uitgangspunt en doel van het stappenplan Uitgangspunt van ons stappenplan is niet de plannen zijn niet goed, maar wel vanuit gedragsperspectief kan het

Nadere informatie

Ego, Schaduw, Zelf volgens Jung Bram Moerland

Ego, Schaduw, Zelf volgens Jung Bram Moerland Ego, Schaduw, Zelf volgens Jung Bram Moerland Carl Jung was degeen die het begrip 'schaduw' in de psychologie introduceerde. Hij gaf daaraan een bijzondere betekenis: het verborgen ware zelf. Dat ware

Nadere informatie

Wat heeft dit kind nodig?

Wat heeft dit kind nodig? ADHD PDD-NOS Leerstoornis Gedragsstoornis Team Wat heeft dit kind nodig? Lynn leest in haar leesboek. Tegelijkertijd tikt ze constant met haar pen op haar tafel. Dat doet ze wel vaker. De kinderen van

Nadere informatie

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

Meer informatie MRS 0610-2

Meer informatie MRS 0610-2 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie