VOCABULAIRE & GRAMMAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 10
|
|
- Floris van Dam
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 VOCABULAIRE ET GRAMMAIRE basiswoordenschat en uitdrukkingen... 2 Het weer... 2 bepaling van tijd... 3 voorzetsels... 4 bezittelijke voornaamwoorden... 4 aanwijzende voornaamwoorden... 4 vraagwoorden... 4 telwoorden... 5 lidwoorden... 5 bijvoeglijke naamwoorden... 6 plaatsnamen... 6 buitenshuis... 6 mensen... 7 het huis... 7 kledij & kleuren... 8 eten en drinken... 8 vrije tijd... 9 onregelmatige werkwoorden regelmatige werkwoorden op -ER werkwoorden op -RE ontkenning
2 BASISWOORDENSCHAT EN UITDRUKKINGEN bonjour goeiedag voilà daarzo salut hallo voici hierzo oui ja aussi ook non nee d accord ok bonne idée goed idee bien sûr heel zeker et en les de merci (bien) bedankt les parents de ouders un / une een des / le / la de / het des enfants kinderen ne pas niet / geen ne jamais nooit Je ne suis pas Ali. Ik ben Ali niet. ne plus niet meer Je n ai pas 12 ans. Ik ben geen 12 jaar. HET WEER Quel temps fait-il? Welk weer is het? Il fait mauvais. Het is slecht weer. Il fait beau. Het is mooi weer. 2ll pleut. Het regent. Il fait chaud. Het is warm. Il fait froid. Het is koud. Il y a des nuages. Er zijn wolken. Il neige. Het sneeuwt. Il fait très Het is heel Il fait dégrés. Het is graden. Il fait moins dégrés. Het is min graden. Il va neiger! Het gaan sneeuwen! Il va pleuvoir. Het gaat regenen. 2
3 BEPALING VAN TIJD l hiver de winter le printemps de lente en hiver in de winter au printemps in de lente l automne de herfst l été de zomer en automone in de herfst en été in de zomer aujourd hui vandaag janvier januari demain morgen février februari maintenant nu mars maart toujours altijd avril april lundi maandag mai mei mardi dinsdag juin juni mercredi woensdag juillet juli jeudi donderdag août augustus vendredi vrijdag septembre september samedi zaterdag octobre oktober dimanche zondag novembre november décembre december après na demain morgen ajourd hui vandaag Quelle est la date aujourd hui? Aujourd hui nous sommes le Wat is de datum vandaag? Quelle heur est-il? Hoe laat is het? Vandaag zijn we Il est 9 heures. Het is 9 uur. Il est midi. Het is middag. Il est minuit. Het is middernacht. 3
4 VOORZETSELS à Berchem in Berchem au revoir tot ziens en Belgique in België à demain tot morgen chez bij pour voor là daar ici hier où waar à la maison thuis dans in sur op sous onder à côté de la table naast de tafel (v.) entre tussen à côté du banc naast de bank (m.) derrière achter devant voor BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN mon / ma / mes mijn notre / nos ons / onze ton / ta / tes jouw votre / vos jullie / uw son / sa / ses zijn / haar leur / leurs hun Je moet kijken naar het geslacht van het woord: à mannelijke woorden met un of le à mon/ton/son à vrouwelijke woorden met une of la à ma/ta/sa ex. Mon chat, omdat het un chat is. ex. Sa soeur, omdat het une soeur is. Je moet kijken of het gaat om één of meer dingen/mensen: à Ex. Mijn ouders = mes parents à Ex. Onze auto s = nos voitures AANWIJZENDE VOORNAAMWOORDEN moi ik / mij toi jij / jou VRAAGWOORDEN comment hoe quel / quelle welk(e) quoi wat où waar qui wie quand wanneer pourquoi waarom combien hoeveel 4
5 TELWOORDEN zéro nul dire zeggen un één onze elf deux twee douze twaalf trois drie treize dertien quatre vier quatorze veertien cinq vijf quinze vijftien six zes seize zestien sept zeven dix-sept zeventien huit acht dix-huit achttien neuf negen dix-neuf negentien dix tien vingt twintig trente dertig quarante veertig cinquante vijftig soixante zestig soixante-dix zeventig quatre-vingts tachtig quatre-vingts-dix negentig cent honderd premier / première eerste deuxième tweede troisième derde quatrième vierde cinquième vijfde sixième zesde LIDWOORDEN un een (mannelijk) une een (vrouwelijk) le / l de / het (mannelijk) la / l de / het (vrouwelijk) des / (meervoud) des élèves leerlingen les de (meervoud) les élèves de leerlingen 5
6 BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN bien goed joyeux / joyeuse gelukkig(e) mal slecht sympa lief / aardig bon / bonne goed beaucoup veel bon anniversaire gelukkige verjaardag grand / grande groot beau / belle mooi petit / petite klein chouette tof / leuk super super formidable geweldig nouveau / nouvelle nieuw très veel content / contente tevreden bête stom marrant / marrante grappig PLAATSNAMEN Bruxelles Brussel la Belgique België Anvers Antwerpen la France Frankrijk Liège Luik Namen Namur les Ardennes de Ardennen le centre het centrum la mer de zee BUITENSHUIS un tour een toer une rue een straat un parc een park une école een school un parasol een parasol une camionette een camionette une voiture un vélo een auto een fiets 6
7 MENSEN un garçon een jongen une fille een meisje un homme een man une femme een vrouw un élève een leerling une élève een leerlinge un enfant een kind une adresse een adres un prof een leraar une année een (leer)jaar un âge een leeftijd une mère een moeder un an een jaar une maman een mama J ai dix ans. Ik ben 10 jaar. une soeur een zus un numéro een nummer une grand-mère een grootmoeder un père een vader une tante een tante un frère een broer une amie een vriendin un grand-père een grootvader une copine een vriendin(netje) un oncle een oom une cousine een nichtje un fils een zoon une famille een familie un dialogue un nom un prénom un parent un cousin un ami un copain een dialoog een naam een voornaam een ouder een neef een vriend een vriend HET HUIS un jeu een spel la télé de televisie le garage de garage les cartes de kaarten le frigo de koelkast l armoire de kast le bureau de bureau la table de tafel une maison een huis 7
8 KLEDIJ & KLEUREN bleu / bleue blauw jaune geel vert / verte groen rouge rood blanc / blanche wit orange oranje brun / brune bruin mauve paars noir / noire zwart rose roze gris / grise grijs un chapeau een hoed des sandales sandalen (v.) ETEN EN DRINKEN des frites frietjes des frites frietjes (v.) un coca een cola une boisson een drankje un chocolat chaud een warme choco une glace een ijsje le ketchup de ketchup la mayonnaise de mayonnaise un sandwich een broodje une sauce een saus un peu een beetje une portion een portie le dîner het avondmaal une eau gazeuse een bruiswatertje une limonade une gauffre een limonade een wafel ça fait 12 euros. Dat maakt 12 euro. Je voudrais un coca. Ik zou graag een cola Ça fait combien? Hoeveel kost het? Bon appétit! hebben. Smakelijk! J ai faim. Ik heb honger. Tu as soif? Heb je dorst? Tu veux boire un coca? Wil je een cola drinken? Nous allons manger. We gaan eten. 8
9 VRIJE TIJD un CD een CD une inscription een inschrijving un anniversaire een verjaardag une fête een feest un cadeau een geschenk la balle de bal deux cadeaux twee geschenken la vidéo de film 9le drap belge de Belgische vlag la télé de televisie le carnaval carnaval la photo de foto un livre een boek J aime danser Ik hou van dansen. Qu est-ce qu on va faire? Wat gaan we doen? Tu veux jouer avec moi? Wil je met me spelen? On va jouer Monopoly? Gaan we Monopoly spelen? Je n ai pas envie. Ik heb er geen zin in. 9
10 ONREGELMATIGE WERKWOORDEN être zijn avoir hebben je suis ik ben j ai ik heb tu es jij bent tu as jij hebt il est hij is il a hij heeft elle est zij is elle a zij heeft on est men is on a men heeft c est het is nous avons wij hebben nous sommes wij zijn vous avez zij hebben / u heeft vous êtes jullie zijn / u bent ils / elles ont zij hebben ils / elles sont zij zijn avoir soif dorst hebben aller gaan avoir faim honger hebben aller je vais ik ga tu vas jij gaat Mes frères ont 12 ans. Mijn broers zijn 12. ça / il / elle va het / hij / ze gaat Vouz avez quel âge? Welke leeftijd hebt u? on va we gaan J ai 10 ans. Ik ben 10 jaar. nous allons wij gaan Sarah a 24 ans. Sarah is 24 jaar. vous allez jullie gaan ils / elles vont zij gaan Il a gagné! Hij heeft gewonnen! faire doen vouloir willen il / elle fait hij / zij doet je veux ik wil tu veux jij wil savoir weten il / elle veut hij / zij wil je (ne) sais (pas) ik weet het (niet) dire zeggen boire drinken on dit (bonjour) we zeggen (goeiedag) venir komen dis zeg (eens) Viens ici! Kom hier! 10
11 REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -ER habiter wonen s appeller heten j habite ik woon je m appelle ik heet tu habites jij woont tu t appelles jij heet il / elle habite hij / zij woont il s appelle hij / zij heet nous habitons wij wonen nous nous appelons wij heten vous habitez jullie wonen vous vous appelez jullie heten ils/ elles habitent zij wonen ils / elles s appellent mijn broers heten écouter luisteren regarder kijken j écoute ik luister je regarde ik kijk tu écoutes jij luistert tu regardes jij kijkt il / elle écoute hij / zij luistert il / elle regarde hij / zij kijkt nous écoutons wij luisteren nous regardons wij kijken vous écoutez jullie luisteren vous regardez jullie kijken ils / elles écoutent zij luisteren ils regardent zij kijken écoute! Luister! Regarde! Kijk! Écoutez! Luister! Regardez! Kijk! laver wassen arriver aankomen je lave ik was j arrive ik kom aan tu laves jij wast tu arrives jij komt aan il / elle lave hij / zij wast il / elle arrive hij / zij komt aan nous lavons wij wassen nous arrivons wij komen aan vous lavez jullie wassen vous arrivez jullie komen aan ils / elles lavent zij wassen ils / elles arrivent zij komen aan commencer beginnen gagner winnen demander vragen chanter zingen 11
12 parler spreken donner geven je parle ik spreek je donne ik geef tu parles jij spreekt tu donnes jij geeft il / elle parle hij / zij spreekt il / elle donne hij / zij geeft nous parlons wij spreken nous donnons wij geven vous parlez jullie spreken vous donnez jullie geven ils / elles parlent zij spreken ils / elles donnent zij geven jouer spelen payer betalen je joue ik speel téléphonér telefoneren tu joues jij speelt s amuser zich amuseren il / elle joue hij / zij speelt écouter luisteren nous jouons wij spelen manger eten vous jouez ils / elles jouent jullie spelen zij spelen WERKWOORDEN OP -RE lire lezen prendre nemen Lisez ensemble! Lees samen! Prends vos livres. Neem jullie boeken. ONTKENNING Je ne sais pas. Ik weet het niet. Il ne gagne jamais! Hij wint nooit! Tu n as pas envie? Heb je geen zin? Je ne veux plus jouer. Ik wil niet meer spelen. 12
VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.
basiswoordenschat en uitdrukkingen bonjour goeiedag voilà daarzo salut hallo voici hierzo oui ja aussi ook non nee d accord ok et en les de merci (bien) bedankt les parents de ouders un / une een des /
Nadere informatieVocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit
Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de
Nadere informatieTalenquest Frans 2thv: Grammatica
Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de
Nadere informatieU21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.
U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton
Nadere informatie4 nummer 1 nummer 2 nummer 3
Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la
Nadere informatieTaalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden
Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,
Nadere informatieUnité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,
Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist
Nadere informatieAantekening Frans les pronoms personnels
Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die
Nadere informatieVendredi le dix-huit de cembre 2015.
2 Vendredi le dix-huit de cembre 205. Aangezien het jullie eerste jaar Frans is, is het belangrijk dat je continu blijft oefenen! (Dus ook in de vakanties ) Om jullie een beetje te verplichten alles bij
Nadere informatieUNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!
UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet
Nadere informatieLe Français des vacances. Niveau
Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat
Nadere informatieExercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.
Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L
Nadere informatieSECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden
SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied
Nadere informatieIk stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR
Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer een halfzus een huisdier (het) een hond een kat een konijn (het) een dwergkonijn (het)
Nadere informatieEn action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.
Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal
Nadere informatie6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )
Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans
Nadere informatie6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld
Aantekening door K. 1880 woorden 15 november 2014 6,1 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord, B.V. un grand magasin = een
Nadere informatieJ' à Amersfoort, Lindenlaan 23.
Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,
Nadere informatieC'est fini les vacances!
Contact 1 C'est fini les vacances! un 1 Écoute les 4 dialogues. ote le numéro de chaque dialogue dans le bon dessin. uister naar de 4 dialogen. oteer het nummer van elke dialoog bij de juiste tekening.
Nadere informatieQuel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk
Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat
Nadere informatieJ aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.
Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d
Nadere informatiebasiszinnen spreekvaardigheid
basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,
Nadere informatie6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?
Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet
Nadere informatieVoornaam: Elena Naam: Raynaud. Voornaam: Thibault
BVL Plein feu De personages in dit boek Voornaam: Camille Naam: Blériot Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Simon Naam: Dubouloz Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Elena Naam: Raynaud Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Karim
Nadere informatieUnité 5 Diagnose Kopieerblad 1
Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet
Nadere informatieBonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)
SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) 1 Lisez la lettre et complétez la fiche. (compréhension écrite) Lees de brief en vul de fiche aan. Bonjour, Je m'appelle Peter Versteene et j'ai treize ans. J'habite à Steenderen
Nadere informatieJaarwerkplan voor En action 5
1 Jaarwerkplan voor En action 5 Vaardighe Naamwoor naamwoor Voornaamwoor Bijwoor Voorzetsels Werkwoor 1 Bonjour! Moi, je suis... - iemand groeten. - mezelf voorstellen. - tot 10 tellen. je tu moi toi bonjour
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie
- Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?
- Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt
Nadere informatieZich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS
Zich voorstellen Se présenter OBJECTIFS Je suis capable de saluer quelqu un. Je me présente avec des formules de base. Je sais dire où j habite. Je communique les langues que je maîtrise. J emploie les
Nadere informatieLES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)
LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) De zéro à quarante Van nul tot veertig 0 zéro 1 un 11 onze 21 vingt et un 31 trente et un 2 deux 12 douze 22 vingt-deux 32 trente-deux 3 trois 13 treize 23 vingt-trois
Nadere informatieLEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL
LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Tamara Buyck Liezelotte De Schryver Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag VOORWOORD Deze Lexique de base is bestemd voor leerkrachten lager onderwijs en
Nadere informatie15 et qui paie le loyer?
g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5
Nadere informatieMogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):
Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): 1. Contact 1 t.e.m. 4 (onthoudboek blz. 20-26) 1.1 Parler des vacances. (spreek over jouw bestaande of gedroomde vakantie) Mogelijke
Nadere informatieSchrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam
1 Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam. 19 (chatter) Amina 1 avec Barry. (danser) Madame Renard, vous 2 avec moi? ité (écouter) Nic et moi,
Nadere informatieEen ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...
Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie
- Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt
Nadere informatieWoordenschat van unité 1 tot en met unité 16
Woordenschat van unité 1 tot en met unité à (Paris) in (Parijs) une adresse een adres Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? un âge een leeftijd Tu as quel âge? Hoe oud ben jij? ah ha, o, och, zo 3
Nadere informatiel'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.
bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!
Nadere informatieWie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...
Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56
Nadere informatieChapitre 4, Ensemble!
ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études
Nadere informatieUnité 6 Diagnose Kopieerblad 1
Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet
Nadere informatieSamenvatting Frans Grammatica
Samenvatting Frans Grammatica Samenvatting door een scholier 3050 woorden 11 oktober 2008 6,2 213 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! Grammatica Frans eerste jaar 1. Het lidwoord: L article défini
Nadere informatieWoordenschat van unité 1 tot en met unité 20
Woordenschat van unité 1 tot en met unité 0 à: (aller) à (Namur) naar (Namen gaan) 1 à (Paris) in (Parijs) 16 une adresse een adres 16 Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? 16 un âge een leeftijd
Nadere informatieIk stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde
Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen se présenter RAPPEL wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer habiter une maison un appartement un frère une soeur un demi-frère
Nadere informatieVocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit
Vocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Studeer de woorden in door af te dekken. Woordjes die je
Nadere informatiebonjour Je suis Ellen. Moi, je suis Ahmed. oui Tu es Camille? Et toi? Tu es Manon! non un deux trois quatre cinq six sept huit neuf dix
Unité 1 bonjour Je suis Ellen. Moi, je suis Ahmed. 1 U1 U1 U1 oui Tu es Camille? Et toi? U1 U1 U1 Tu es Manon! non un U1 U1 U1 deux trois quatre U1 U1 U1 cinq six sept U1 U1 U1 huit neuf dix U1 U1 U1 219
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet
Nadere informatiedag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee
dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Gaat het? Het gaat goed. Dat is tof. Vanwaar ben je? goed dank je, dank u vanwaar?
Nadere informatieQ U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.
35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K
Nadere informatieQui est à l appareil?
Qui est à l appareil? Plein feu Unité 2 Qui est à l appareil? Unité 2 2 Je leert een kort telefoongesprek voeren vragen of iemand er is afspreken met iemand en vragen of iemand al klaarstaat Het gebruik
Nadere informatieGoedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.
Vocabulaire En Action 5 : Nederlans naar Frans Unité 1 Goedendag! Ik ben Ik, ik ben ja Ben jij? En jij? Jij bent! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Unité 2 Gaat het? Het gaat goed.
Nadere informatieMÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.
Unité 1 MÉTRO, BOULOT, DODO Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. 1. Aujourd hui, c est la rentrée. Les enfants a reprennent b rangent c terminent l école
Nadere informatieLe logement. In deze les leert u
Le logement In deze les leert u een woning beschrijven: Ta maison, elle est grande? vragen waar iemand vandaan komt: Je suis de Marseille. Et vous, est-ce que vous êtes d ici? de vormen van het bepaald
Nadere informatieOù vont-ils? Unité 1. Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen
Où vont-ils? Plein feu Unité 1 1 Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen Het gebruik van de intonatievraag de vraagzinnetjes: C est qui? C est
Nadere informatieLes gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen
Werkstuk door een scholier 2812 woorden 7 september 2007 6,9 210 keer beoordeeld Vak Frans Lidwoorden Het bepaald lidwoord In het Nederlands heb je twee bepaalde lidwoorden: de en het. In het Frans heb
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je
Nadere informatieWoordenschat van unité 1 tot en met unité 20
Woordenschat van unité 1 tot en met unité 0 à: (aller) à (Namur) naar (Namen gaan) 1 à (Paris) in (Parijs) 16 une adresse een adres 16 Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? 16 un âge een leeftijd
Nadere informatie1.1 Introduction... 2. 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3. 1.3 Prononciation... 5. 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7. 1.5 Grammaire...
Frans A1 Livret de français 1 Se présenter Sommaire 1.1 Introduction... 2 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3 1.3 Prononciation... 5 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7 1.5 Grammaire... 7 1.6
Nadere informatieVillangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad
Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad dbp Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Auteurs: Els Pieters Diane Olivier Ed de Boer Uitgever: dbp-villangues Ritzema Boskade 7 2101 GL
Nadere informatiek ga naar school e vais à l ecole
Nederlandstalig onderwijs k ga naar school e vais à l ecole Nederlands Français k ga naar school e vais à l école Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 8. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren, beluister
Nadere informatieIII. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé
III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand
Nadere informatieHôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.
CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden
Nadere informatieHuiswerk Frans unité 1: Bonjour, moi je suis
1 Dam: Huiswerk Frans unité 1: Bonjour, moi suis dag, goeiedag ik ben Ellen (ik), ik ben Achmed. ja Ben jij Camle? En jij? Jij bent Manon! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien 2 Naam:
Nadere informatieSamenvatting Frans Hoofdstuk 1
Samenvatting Frans Hoofdstuk 1 Samenvatting door Sam 461 woorden 21 februari 2017 0 keer beoordeeld Vak Frans Imparfait Je - ais Tu - ais Il/elle/on - ait Nous - ions Vous - iez Ils/elles - aient Wanneer
Nadere informatieÉventail-junior. woordkaarten
Éventail-junior En action 6 woordkaarten 2 Unité 21 un oncle une tante l anglais (m.) 21 la mer un pays un village une ville jouer de la guitare jouer du piano parler (anglais) parler à (Sam) travailler
Nadere informatieAntwoorden Frans Étape 8 (Franconville)
Antwoorden Frans Étape 8 (Franconville) Antwoorden door een scholier 860 woorden 22 april 2007 5,4 76 keer beoordeeld Vak Frans Boek: Franconville Étape: 8 Opdracht 2A: Aankruizen: 1, 3, 5 en 6 Opdracht
Nadere informatieSamenvatting Frans Oefeningen en herhaling
Samenvatting Frans Oefeningen en herhaling Samenvatting door een scholier 1577 woorden 19 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Frans LIDWOORDEN Mannelijk enkelvoud Vrouwelijk enkelvoud Klinker/ stomme h enkelvoud
Nadere informatiependant le mieux serait de il vaut mieux
en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon
Nadere informatieSamenvatting Frans Franconville tape 9
Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting door een scholier 709 woorden 18 november 2006 5,7 18 keer beoordeeld Vak Frans Woordjes étape 9 (handboek) La visite Het bezoek Un hôtel Een hotel La
Nadere informatieMijn vriendenboek. Voornaam: Gewicht:
Mijn vriendenboek Voornaam: Naam: Woonplaats: Leeftijd: Verjaardag: Broers of zussen: Kleur van het haar: Kleur van de ogen: Lengte: Gewicht: Klas: Hobby s: Favoriete sport: Lievelingsvak op school: Lievelingseten:
Nadere informatie3.1. Met betrekking tot die communicatieve situaties waarin leerlingen. hoofdzaken begrijpen in korte mededelingen.
Maman, j ai soif! 1. Eindtermen Frans 1.1. Met betrekking tot die communicatieve situaties waarin leerlingen redelijkerwijze kunnen terechtkomen en volgens de verworven basiswoordenschat en taalstructuur,
Nadere informatieBEGINNERSCURSUS DAG 2
1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone
Nadere informatieHerhalingen over grammatica (voor de examens)
1. Modale hulpwerkwoorden Herhalingen over grammatica (voor de examens) Vertaal in het Nederlands. 1. Vous pouvez (avoir la possibilité) manger un plat ou un dessert. 2. Ils doivent aller au magasin de
Nadere informatieÉventail-junior Bien sûr! U1 Éventail-junior Bien sûr! U1 Éventail-junior Bien sûr! U1
Unité 1 Bonjour! Je suis Tom. Moi, je suis Manon. Éventail-junior Bien sûr! U1 Éventail-junior Bien sûr! U1 Éventail-junior Bien sûr! U1 Tu es d où? de Namur C est chouette. Éventail-junior Bien sûr! U1
Nadere informatieVoorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2
Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Niveau: A2 Beheersingsniveau: Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse
Nadere informatiegeen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )
Voorzetsels zijn altijd lastig in een vreemde taal. Wanneer vertaal je op met sur, wanneer met de, wanneer met à? Je moet het maar net weten. Of hier opzoeken natuurlijk :-) voorzetsels prépositions geen
Nadere informatieBilan 4 «À la recherche»
Begeleid zelfstandig leren Bilan 4 «À la recherche» Tijdsduur: 50 minuten Benodigdheden: een blauwe en groene balpen Nom:............ Classe:............................ N :............ Een woordje uitleg:
Nadere informatieJe complète mon profil. Ik vul mijn profiel aan. J arrive à décoder les messages secrets. Ik kan de geheime boodschappen ontcijferen.
Je complète mon profil. Ik vul mijn profiel aan. J arrive à décoder les messages secrets. Ik kan de geheime boodschappen ontcijferen. Ken je Frankrijk? Doe de test. La capitale de la France, c est De hoofdstad
Nadere informatieFrans grammatica hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting door Een scholier 768 woorden 30 september 2015 7,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Regelmatige ww. Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re Présent J habite
Nadere informatiepagina 1 van 5 VAN IN
Éventail-junior En action 6 21 1 Luisteren: basistekst Éventail-junior En action 6 21 2 Luisteren: woordenschat Éventail-junior En action 6 21 3 Luisteren: venir Éventail-junior En action 6 21 4 Woordenschat
Nadere informatievreemde talen Topklassers deel 2 Frans Antwoordenboek Frans Zelfstandig werken Vreemde talen Antwoorden Groep 7-8 Taal Auteur drs. M.E.
9 78906 4007 Zelfstandig werken Vreemde talen Frans Topklassers Taal Groep 7-8 Antwoorden TOP vreemde talen deel Frans Antwoordenboek Auteur drs. M.E. Bouzid Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige
Nadere informatieISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191
5 Leerwerkboek Conform met het Europees Referentiekader en de daarop aansluitende eindtermen en leerplannen van 2010. Auteur : E. Tant Tekeningen : Alexandra Pillaert Herdruk : 2010 234 /2010 ISBN : 978
Nadere informatieIedereen kan Frans leren
ZIEN EN BEGRIJPEN Voor beginners Taalcursus Frans Iedereen kan Frans leren Je vous invite chez moi! Je suis un symbole français. Je suis une grande tour à Paris. Je suis La Tour Eiffel l' escargot vin
Nadere informatieVeilig werken? Da s kinderspel! Travailler en toute sécurité? Un jeu d enfant!
Onze kinderen zijn onze grootste schatten. We proberen ze zo goed mogelijk af te schermen van alle potentiële gevaren. Maar met onze eigen veiligheid springen we vaak minder zorgzaam om. Met als uitgangspunt
Nadere informatieComprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais
Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest
Nadere informatieIn deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt.
Lesbrief Mon Vlog In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt. Je hebt nodig: deze lesbrief met stappenplan de voorbeeldvlog van David (www.thiememeulenhoff.nl/monvlog)
Nadere informatieLivre-cahier. Auteur : E. Tant Illustrations : Alexandra Pillaert. Conform met het Europees Referentiekader en de daarop aansluitende eindtermen en
6 Livre-cahier Auteur : E. Tant Illustrations : Alexandra Pillaert Conform met het Europees Referentiekader en de daarop aansluitende eindtermen en leerplannen van 2010. Copyright by die Keure Niets uit
Nadere informatieSamenvatting Frans Stencil Franse tijden
Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.
Nadere informatieHet enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord: mon/ma ton/ta son/sa
LESVOORBEREIDING A. Identificatiegegevens Student(e): Stageschool: Klas: Stageklas: 5 Stageles nr.: Vaklector: Mentor: Datum stageles: Stagelector: Begin- en einduur: 13u30-13u55 LEERGEBIED: Frans ONDERDEEL:
Nadere informatieUnité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4
Unité 7 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna Nog even oefenen Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,
Nadere informatie2) Hoe zeg je Hoe gaat het? in het Frans? 3) Wie van de twee meisjes is binnenkort jarig? 4) Wat zou ze op die dag graag doen?
La météo Plein feu Unité 1 La météo Unité 1 1 Je leert iemand begroeten en afscheid nemen praten over het weer vragen stellen iets uitdrukken in de nabije toekomst de maanden en de dagen benoemen de seizoenen
Nadere informatie3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord
3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre
Nadere informatieUNITÉ. c est Antoine. Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina!
UNITÉ Bonjour, moi c est Antoine Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina! Activités A. Luister naar de dialogen en zeg of ze in het Frans zijn of in een andere taal. a) Dialogue français
Nadere informatieVocabulaire: Francofan 6 de leerjaar
Vocabulaire: Francofan 6 de leerjaar Naam: à naar (plaats), in (stad) au printemps in de lente à côté de naast Au revoir. Tot ziens. À demain. Tot morgen. aujourd hui vandaag à droite naar rechts aussi
Nadere informatieGebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.
Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands
Nadere informatieBEGINNERSCURSUS DAG 6
1 BEGINNERSCURSUS DAG 6 A. FORCING Tekst: Het telefoongesprek B. GRAMMATICA Vorming van de V.T.T. gebruik Onregelmatige werkwoorden C. CONVERSATIE Telefoneren 2 REEKS I: HET DAGELIJKSE LEVEN Tekst Het
Nadere informatie