Preoperatieve chemoradiotherapie voor carcinoom van slokdarm of slokdarm-maagovergang*

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Preoperatieve chemoradiotherapie voor carcinoom van slokdarm of slokdarm-maagovergang*"

Transcriptie

1 Preoperatieve chemoradiotherapie voor carcinoom van slokdarm of slokdarm-maagovergang* Pieter van Hagen, Maarten C.C.M. Hulshof, J.J.B. (Jan) van Lanschot, Ewout W. Steyerberg, Mark I. van Berge Henegouwen, Bas P.L. Wijnhoven, Dick J. Richel, Janny G. Reinders, Hugo W. Tilanus en Ate van der Gaast Doel Opzet Methoden Resultaten Conclusie Het vergelijken van preoperatieve chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie met primaire chirurgie bij patiënten met een potentieel chirurgisch curabel carcinoom van de slokdarm of slokdarm-maagovergang. Multicentrisch, gerandomiseerd, gecontroleerd, fase-3-onderzoek. Patiënten met een potentieel curabel carcinoom werden gerandomiseerd tussen preoperatieve chemoradiotherapie (CRT) gevolgd door chirurgie (n = 178) en primaire chirurgie (n = 188). Patiënten in de CRT-arm ondergingen voorafgaand aan de operatie 5 wekelijkse kuren carboplatine en paclitaxel in combinatie met gelijktijdige uitwendige radiotherapie (41,4 Gy). Postoperatief werden patiënten gevolgd, waarbij overleving, recidieven en complicaties werden bijgehouden. De hazardratio (HR) voor de primaire uitkomstmaat (totale overleving) werd geschat met Cox-regressieanalyse. In de periode maart 2004-december 2008 werden 366 patiënten geïncludeerd en geanalyseerd. Drie kwart van hen had een adenocarcinoom. Ruim 90% van de patiënten in de CRT-arm kregen de volledige, geplande chemotherapie en radiotherapie. Er was geen significant verschil in postoperatieve complicaties of postoperatieve mortaliteit tussen beide groepen. Bij 92% van de patiënten in de CRT-arm was de resectie op microscopisch niveau radicaal (R0) versus bij 69% van de patiënten in de primaire-chirurgie-arm (p < 0,001). Het percentage patiënten met een pathologisch complete respons in de CRT-arm was 29%. De geschatte 5-jaarsoverleving in de CRT-arm was significant beter dan die in de arm met alleen chirurgie (respectievelijk 47% en 34%; p = 0,003; HR: 0,657). Preoperatieve chemoradiotherapie gevolgd door resectie leidt tot een significante verbetering van de overleving van patiënten met een carcinoom van de slokdarm of slokdarm-maagovergang. * Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in The New England Journal of Medicine (2012;366: ) met als titel Preoperative chemoradiotherapy for esophageal or junctional cancer. Afgedrukt met toestemming.erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Afd. Chirurgie: drs. P. van Hagen, arts-onderzoeker (thans: aios, IJsselland Ziekenhuis, Capelle a/d IJssel); prof.dr. J.J.B. van Lanschot (tevens AMC, afd. Chirurgie), dr. B.P.L. Wijnhoven en prof.dr. H.W. Tilanus, chirurgen. Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg: prof.dr. E.W. Steyerberg, klinisch besliskundige. Afd. Medische Oncologie: dr. A. van der Gaast, medisch oncoloog. Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. Afd. Radiotherapie: dr. M.C.C.M. Hulshof, radiotherapeut. Afd. Chirurgie: dr. M.I. van Berge Henegouwen, chirurg. Afd. Medische Oncologie: prof.dr. D.J. Richel, medisch oncoloog. Arnhems Radiotherapeutisch Instituut ARTI. Dr. J.G. Reinders, radiotherapeut. Contactpersoon: Drs. P. van Hagen (p.vanhagen@erasmusmc.nl). Namens de CROSS-studiegroep. De volledige auteurslijst staat vermeld onderaan dit artikel. Met nieuwe patiënten per jaar, is het oesofaguscarcinoom wereldwijd nummer 8 op de lijst van meest voorkomende maligniteiten. 1 De incidentie van met name het adenocarcinoom stijgt sterk, terwijl die van het plaveiselcelcarcinoom gelijk blijft. 2 Bij circa 25% van de patiënten die geopereerd worden zonder voorbehandeling, kan geen radicale resectie worden uitgevoerd. De 5-jaarsoverleving na primaire chirurgie is zelden hoger dan 40%. 3 Het voorbehandelen van patiënten met preoperatieve chemoradiotherapie (CRT) is al decennia onderwerp van discussie. Hoewel de meeste gerandomiseerde onderzoeken geen significant verschil hebben laten zien in overleving op lange termijn, wordt er in verschillende metaanalyses wel een voordeel gerapporteerd van preoperatieve behandeling van patiënten met CRT. 4-5 De kwaliteit van de beschikbare onderzoeken laat echter te wensen over. 6 Eerder rapporteerde onze groep de resultaten van een fase-2-onderzoek waarbij patiënten met een oesofaguscarcinoom CRT kregen gevolgd door resectie. 7 Het gebruikte schema van 5 wekelijkse kuren carboplatine en paclitaxel in combinatie met gelijktijdige radiotherapie van 41,4 Gy ging gepaard met een lage toxiciteit. Na deze NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5682 1

2 voorbehandeling kon bij alle patiënten die een resectie ondergingen een microscopisch radicale resectie (R0) worden uitgevoerd. Deze resultaten leidden tot de initiatie van een multicentrisch, gerandomiseerd, gecontroleerd fase-3-onderzoek waarin preoperatieve CRT gevolgd door chirurgie werd vergeleken met primaire chirurgie bij patiënten met een carcinoom van de slokdarm of slokdarm-maagovergang. 8 Patiënten en methoden Patiënten met een histopathologisch bewezen adeno-, of plaveiselcelcarcinoom- of ongedifferentieerd grootcellig carcinoom van de slokdarm of slokdarm-maagovergang kwamen in aanmerking voor inclusie. Tumoren die zich zowel in de cardia als in de distale slokdarm bevonden werden geclassificeerd als overgangscarcinomen; patiënten met proximale maagcarcinomen met slechts minimale invasie van de distale slokdarm werden geëxcludeerd. Patiënten met proximale slokdarmcarcinomen dichter dan 3 cm bij de bovenste slokdarmsfincter kwamen evenmin in aanmerking voor deelname aan het onderzoek. De maximaal toegestane tumorlengte bedroeg 8 cm, de maximaal toegestane breedte 5 cm. Alleen patiënten met een TNM-stadium T1N1 of T2-3N0-1 (Union Internationale Contre le Cancer (UICC), 6e editie), 9 zonder aanwijzingen voor metastasering op afstand kwamen in aanmerking voor inclusie. De maximale leeftijd bij inclusie bedroeg 75 jaar en patiënten dienden, naast een WHO- performance -status van 2 of minder, niet meer dan 10% van hun gewicht te hebben verloren. Nier- en leverfuncties en hematologische en pulmonale functies moesten adequaat zijn bij inclusie. Van alle patiënten werd vóór randomisatie een vrijwillige, geïnformeerde toestemmingsverklaring verkregen. Het onderzoeksprotocol werd goedgekeurd door de medisch-ethische commissies van alle participerende centra. 8 Alle patiënten ondergingen voor randomisatie uitgebreide stadiëringsonderzoeken, waaronder een gastroduodenoscopie met het afnemen van histologische biopten, een endo-ultrasonografie, een CT-scan van de hals, de thorax en het abdomen, en een echografie van de hals met cytologische punctie van eventueel voor metastase verdachte lymfklieren. Behandeling De chemotherapie bestond uit 5 wekelijkse kuren carboplatine ( area under the curve (AUC) 2 mg/ml/min) en paclitaxel (50 mg/m 2 lichaamsoppervlak) in dagbehandeling op dag 1, 8, 15, 22, en 29. Bestraling vond 5 dagen per week plaats, vanaf de eerste dag van het CRT-schema. Er werden 23 fracties toegediend van 1,8 Gy uitwendige radiotherapie tot een totale dosis van 41,4 Gy. Patiënten werden gecontroleerd op toxiciteit van therapie op basis van de National Cancer Institute s Common Toxicity Criteria, versie Patiënten in de CRT-arm werden bij voorkeur 4 tot 6 weken na het volbrengen van de CRT geopereerd. Patiënten die primaire chirurgie kregen werden zo snel mogelijk na randomisatie geopereerd. Er werd voor een transthoracale of transhiatale benadering gekozen op basis van tumorlocatie, patiëntkenmerken en voorkeur in het betreffende centrum. Bij beide benaderingen behoorde een peritruncale lymfklierdissectie te worden uitgevoerd. Continuïteitsherstel door middel van een buismaagreconstructie met cervicale anastomose had de voorkeur. Bij histopathologisch onderzoek werd tumorregressie door CRT beschreven volgens de volgende categorieën: (a) graad 1: geen vitale tumorcellen (pathologisch complete respons); (b) graad 2: minder dan 10% vitale tumorcellen; (c) graad 3: 10%-50% vitale tumorcellen en (d) graad 4: meer dan 50% vitale tumorcellen Indien er sprake was van vitale tumorcellen binnen 1 mm van 1 van de resectievlakken (proximaal, distaal of circumferentieel), werd dit beschouwd als microscopisch irradicaal (R1). Follow-up vond poliklinisch plaats: in het 1e jaar na resectie elke 3 maanden, in het 2e jaar elke 6 maanden, en vanaf het 3e jaar jaarlijks tot 5 jaar na operatie. Eventuele recidieven werden gescoord op het moment van het 1e manifeste recidief. Aanvullend diagnostisch onderzoek werd tijdens follow-up slechts op indicatie verricht. Statistische analyse Om een statistisch significant verschil in mediane totale overleving aan te kunnen tonen, werd berekend dat per arm 175 patiënten dienden te worden geïncludeerd (tweezijdige test; α = 0,05, ß = 0,80). Patiënten werden vóór randomisatie gestratificeerd voor histopathologisch tumortype, behandelcentrum, klinisch N-stadium en WHO-performance-status. Alle data werden geanalyseerd op basis van het intention-to-treat -principe. De duur van overleving werd berekend vanaf de datum van inclusie. Voor het schatten van de overleving werd gebruik gemaakt van de Kaplan- Meiermethode, waarbij de log-ranktest werd gebruikt voor het bepalen van statistische significantie. Om te corrigeren voor andere prognostische factoren en om eventuele interacties op het behandeleffect tussen subgroepen te bepalen werd gebruik gemaakt van een Coxregressiemodel. Alle gegevens werden geanalyseerd met SPSS-software (versie 17.0). 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5682

3 837 patiënten geopereerd vanwege een slokdarm- of slokdarm-maagovergangcarcinoom 368 gerandomiseerd 469 geëxcludeerd TABEL 1 Kenmerken van 366 patiënten met een resectabel carcinoom van de slokdarm of slokdarm-maagovergang, die meededen aam een onderzoek waarin preoperatieve chemoradiotherapie (CRT) gevolgd door chirurgie werd vergeleken met primaire chirurgie. kenmerk CRT + chirurgie (n = 178)* primaire chirurgie (n = 188)* mediane leeftijd in jaren (uitersten) 60 (37-79) 60 (36-73) 180 gerandomiseerd voor CRT+chirurgie 2 informed consent ingetrokken 7 ontvingen geen CRT 168 ondergingen chirurgie 161 ondergingen resectie FIGUUR 1 Stroomdiagram van een onderzoek waarin preoperatieve chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie vergeleken werd met primaire chirurgie bij patiënten met een carcinoom van de slokdarm- of slokdarmmaagovergang. Resultaten 188 gerandomiseerd voor primaire chirurgie 0 informed consent ingetrokken 186 ondergingen chirurgie 161 ondergingen resectie 178 geanalyseerd 188 geanalyseerd In de periode maart 2004-december 2008 werden 368 patiënten geïncludeerd, van wie er 180 werden gerandomiseerd voor preoperatieve CRT gevolgd door chirurgie en 188 voor primaire chirurgie. 2 patiënten in de CRTarm die hun toestemming introkken, konden niet verder worden geanalyseerd (figuur 1). De uitgangskenmerken van de geïncludeerde patiënten zijn samengevat in tabel 1. De mediane leeftijd van patiënten in beide groepen bedroeg 60 jaar. Het percentage patiënten met een adenocarcinoom was in beide groepen gelijk (75%). In de CRT-arm ondergingen 7 patiënten (4%) geen CRT; 5 omdat zij progressie van ziekte bleken te hebben voor de aanvang van de behandeling en 2 omdat zij dit zelf weigerden. Bij 162 patiënten (91%) werden alle 5 cycli chemotherapie doorlopen, en bij 164 patiënten (92%) werd de volledige dosis radiotherapie gegeven. Graad 3 hematologische toxiciteit werd geobserveerd bij 12 van de 171 (7%) patiënten die CRT ondergingen. 1 patiënt ontwikkelde neutropene koorts (graad 4 toxiciteit), en 1 patiënt overleed in de wachttijd tussen CRT en operatie, waarschijnlijk als gevolg van een bloeding bij een perforatie van de oesofagus. ; % histologisch tumor type; % adenocarcinoon plaveiselcelcarcinoom anders 2 2 mediane tumorlengte in cm (p25-p75) 4 (3-6) 4 (3-6) locatie ; % proximaal 1/3 2 2 midden 1/ distaal 1/ overgang niet bekend 4 2 ct-stadium ; % ct1 1 1 ct ct ct4 0 1 onbekend (niet te passeren) 1 2 cn-stadium ; % N N onbekend (niet te passeren) 2 5 WHO-performance p25-p75 = interkwartiele uitersten * Opgetelde percentages kunnen afwijken van 100% vanwege afronding. Zoals bepaald tijdens oesofagogastroduodenoscopie. ct-stadium: klinisch T-stadium zoals bepaald door endo-ultrasonografie en/ of CT-scan volgens UICC TNM Cancer Staging, 6de editie. cn-stadium: klinisch N-stadium zoals bepaald door endo-ultrasonografie en/of CT-scan en/of FDG- PET volgens UICC TNM Cancer Staging, 6de editie. Niet te passeren: tumor was niet te passeren met de endoultrasonografietransducer. In de CRT-arm ondergingen 168 (94%) patiënten een operatie versus 186 (99%) in de primaire-chirurgie-arm (p = 0,01). De redenen voor het niet ondergaan van een operatie waren het weigeren van een operatie door de patiënt NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5682 3

4 (2 in de CRT-arm), progressie van ziekte (7 in de CRTarm en 1 in de primaire-chirurgie-arm), de diagnose van een 2e primaire maligniteit (1 in de primaire-chirurgiearm) en overlijden in de wachttijd tussen chemoradiotherapie en operatie (1). 7 van de 168 patiënten (4%) in de CRT-arm bleken een irresectabele tumor of lymfklieren te hebben versus 25 van de 186 patiënten (13%) in de primaire-chirurgie-arm (p = 0,002). Er werden geen significante verschillen gevonden tussen het aantal complicaties in de 2 behandelarmen. In de CRT-arm overleden 6 patiënten (4%) in het ziekenhuis versus 8 patiënten (4%) in de primaire-chirurgiearm (p = 0,70). Een samenvatting van de geobserveerde toxiciteit en postoperatieve complicaties staat vermeld in tabel 2. Bij 148 van de 161 (92%) patiënten in de CRT-arm kon een radicale resectie worden verricht; in de primaire-chirurgie-arm was dat slechts het geval bij 111 van de 161 (69%) patiënten (p 0,001). Bij 47 patiënten (29%) in de CRTarm werd een pathologisch complete respons in het resectiepreparaat gevonden. Bij 23% van de patiënten met een adenocarcinoom werd een pathologisch complete TABEL 2 Toxiciteit tijdens preoperatieve chemoradiotherapie (CRT) bij 171 patiënten en postoperatieve morbiditeit en mortaliteit bij in totaal 354 patiënten die meededen aan een onderzoek waarin CRT gevolgd door chirurgie werd vergeleken met primaire chirurgie. CRT+chirurgie (n = 171) primaire chirurgie CRT+chirurgie (n = 171) primaire chirurgie toxiciteit; % (vervolg toxiciteit; %) alle graden* graad 3 anorexie 30 oesofagusperforatie 1 alopecia 15 oesofagitis 1 obstipatie 27 moeheid 3 diarree 18 misselijkheid 1 oesofagusperforatie 1 braken 1 oesofagitis 19 leukocytopenie 6 moeheid 67 neutropenie 2 misselijkheid 53 trombocytopenie 1 neurotoxiciteit 15 postoperatieve complicaties; % n = 168 n = 186 braken 25 pulmonale complicaties leukocytopenie 60 cardiale complicaties neutropenie 9 chylothorax 10 6 trombocytopenie 54 mediastinitis 3 7 graad 3 naadlekkage anorexie 5 mortaliteit obstipatie 1 - ziekenhuismortaliteit 4 4 diarree 1-30-dagen postop. mortaliteit 2 3 * Toxiciteiten en complicaties werden gescoord volgens de National Cancer Institute-Common Terminology Criteria voor Adverse Events (CTCAE versie 3.0). Pulmonale complicaties werden gedefinieerd als: pneumonie (isolatie van een pathogeen uit sputumkweek en een nieuw of progressief infiltraat op X-thorax), significante atelectase (gecollabeerde longkwab op X-thorax), pneumothorax (luchtcollectie tussen de viscerale en pariëtale pleurae die drainage behoefde), pleuravocht (vochtcollectie tussen de viscerale en parietale pleurae die drainage behoefde), longembolie (embolie gezien op spiraal-ct-scan of ventilatie-perfusie mismatch op ventilatie/perfusiescan), acute respiratoire insufficiëntie (PaO2 < 60 mmhg) Cardiale complicaties omvatten: aritmieën (alle elektrocardiografische ritmestoornissen die behandeling behoefden), myocardinfarct (2 of 3 van de volgende factoren: myocardinfarct in de voorgeschiedenis, ecg veranderingen, en/of enzymafwijkingen suggestief voor myocardinfarct), linker ventrikelfalen (significant pulmonaal oedeem op X-thorax). Chylothorax werd gescoord wanneer er een verhoogde triglyceridenwaarde werd gedetecteerd in pleuravocht (i.e. >1 mmol/l). Mediastinitis werd gescoord door de lokale onderzoeker. Naadlekkages werden alleen gescoord bij patiënten die resectie ondergingen (n=161), wanneer deze werden gediagnosticeerd tijdens lichamelijk of radiologisch onderzoek. Subklinische naadlekkage werd gescoord wanneer de naadlekkage alleen werd gediagnosticeerd tijdens radiologisch onderzoek en/of tijdens endoscopie, terwijl een klinisch manifeste naadlekkage werd gescoord wanneer er sprake was van een slijmfistel. 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5682

5 cumulatieve overleving (%) cumulatieve overleving (%) a follow-up in maanden b follow-up in maanden patiënten at risk CRT + chirurgie primaire chirurgie totaal patiënten at risk AC, CRT + chirurgie AC, primaire chirurgie PCC, CRT + chirurgie PCC, primaire chirurgie totaal FIGUUR 2 (a) Geschatte 5 jaarsoverleving, gebaseerd op het intention-to-treat -principe, voor patiënten met een carcinoom van de slokdarm- of slokdarmmaagovergang die werden behandeld met preoperatieve chemoradiotherapie (CRT) gevolgd door chirurgie (n = 178) ( ) of met chirurgie alleen (n = 188) ( ); (b) geschatte 5-jaarsoverleving, gebaseerd op het intention-to-treat - principe, voor patiënten met een carcinoom van de slokdarm- of slokdarm-maagovergang, uitgesplitst naar histologisch tumortype (adenocarcinoom (AC) of plaveiselcelcarcinoom (PCC)), die werden behandeld met CRT gevolgd door chirurgie (AC, n = 134, ( ); PCC, n = 41, ( )) of met chirurgie alleen (AC, n + 134, (--); PCC, n = 41, (--)) respons vastgesteld vergeleken met 49% van de patiënten met een plaveiselcelcarcinoom (p = 0,008). Bij 50 patiënten (31%) in de CRT-arm werden positieve lymfklieren gevonden in het resectiepreparaat, dit was in de primairechirurgie-arm bij 120 patiënten (75%) het geval (p < 0,001). De mediane follow-upduur van de overlevende patiënten was 45,4 maanden (spreiding: 25,5-80,9 maanden). De mediane ziektevrije overleving (het aantal maanden waarop 50% van de patiënten nog in leven is) voor patiënten die een resectie ondergingen na CRT werd niet bereikt; voor patiënten die primaire resectie ondergingen lag deze op 24,4 maanden (hazardratio (HR): 0,495; 95%- BI: 0,357-0,693; p < 0,001). Een intention-to-treat-analyse liet een mediane totale overleving zien van 49,4 maanden in de CRT-arm versus 24,0 maanden in de primaire-chirurgie-arm (p = 0,003 met log-ranktest; HR: 0,657; 95%-BI: 0,495-0,871) (figuur 2a). De totale overlevingspercentages na 1, 2, 3 en 5 jaar lagen respectievelijk op 82, 67, 58 en 47% in de CRT-arm, en op 70, 50, 44, en 34% in de primaire-chirurgie-arm. Eenzelfde effectschatting werd gezien na correctie voor uitgangskenmerken (HR: 0,665; 95%-BI: 0,500-0,884). De verschillende Kaplan-Meiercurven voor patiënten met adeno- en plaveiselcelcarcinomen zijn afgebeeld in figuur 2b. Het positieve effect van CRT op de overleving werd gezien in alle subgroepen, waarbij geen significante interacties konden worden aangetoond. Hazardratio s voor de subgroepen worden weergegeven in tabel 3. Beschouwing In dit gerandomiseerde onderzoek werd een significante verbetering van de totale en de ziektevrije overleving gevonden bij patiënten die werden behandeld met preoperatieve chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie vergeleken met patiënten met primaire chirurgie, vanwege een carcinoom van de slokdarm of slokdarm-maagovergang. Het op carboplatine en paclitaxel gebaseerde chemoradiotherapieschema kon poliklinisch worden toegediend en ging gepaard met een lage toxiciteit. Bovendien werd er in de CRT-arm geen toename van NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5682 5

6 TABEL 3 Forestplot van hazardratio s (HR) voor overleving (n) met 95%-BI ( ) voor 366 patiënten met een carcinoom van de slokdarm of slokdarmmaagovergang uitgesplitst naar uitgangskenmerken. univariabele HR (95%-BI) gecorrigeerde HR* (95%-BI) alle patiënten 0,66 (0,495-0,871) 0,67 (0,500-0,884) 0,005 geslacht 0,91 (0,482-1,729) 0,93 (0,487-1,766) 0,819 0,61 (0,446-0,841) 0,61 (0,447-0,845) 0,003 histologisch subtype anders 0,62 (0,056-6,970) adenocarcinoom 0,73 (0,524-0,998) 0,74 (0,536-1,024) 0,069 plaveiselcelcarcinoom 0,45 (0,243-0,844) 0,42 (0,226-0,788) 0,007 klinisch N-stadium 0 0,41 (0,234-0,732) 0,42 (0,239-0,747) 0, ,79 (0,567-1,108) 0,80 (0,576-1,130) 0,212 x 0,55 (0,066-4,602) WHO- performance -status 0 0,62 (0,452-0,844) 0,63 (0,456-0,857) 0, ,86 (0,433-1,726) 0,90 (0,753-1,631) 0,765 p-waarde voor gecorrigeerde HR 0,0 1,0 2,0 3,0 voordeel CRT+chirurgie voordeel primaire chirurgie * gecorrigeerd voor uitgangskenmerken significante p-waarden zijn weergegeven in rood postoperatieve morbiditeit of mortaliteit waargenomen ten opzichte van de primaire-chirurgie-arm. Patiënten die met chemoradiotherapie werden behandeld gevolgd door chirurgie, hadden 34% minder kans op overlijden tijdens follow-up. De mediane overleving was 45,4 maanden in de CRT-arm versus 24,0 maanden in de primaire-chirurgie-arm. De overleving was in beide groepen beter dan de verwachte overleving op basis van eerdere gerandomiseerde onderzoeken. 5,13-17 De gunstige overleving van patiënten die werden behandeld met primaire chirurgie alleen is waarschijnlijk een gevolg van een betere patiëntselectie en verbeterde chirurgische techniek en perioperatieve zorg gedurende de afgelopen decennia Het gevonden voordeel in langetermijnoverleving in de CRT-arm kan dan ook niet worden verklaard als een compensatie voor slechte chirurgie, maar wijst op een onafhankelijke toegevoegde waarde van de chemoradiotherapie. In de CRT-arm onderging 90% van de patiënten een resectie, vergeleken met 86% van patiënten in de primaire-chirurgie-arm. Deze percentages laten zien dat het ondergaan van preoperatieve CRT geen negatieve invloed heeft op de individuele kans op een resectie ,16 Hoewel er geen significante verschillen konden worden aangetoond in het aantal postoperatieve complicaties tussen beide groepen, waren deze percentages wel hoger dan verwacht op basis van eerdere onderzoeken. 20 Er kon hiervoor geen andere reden worden aangewezen dan dat de complicaties in het huidige onderzoek zeer zorgvuldig werden genoteerd. Het percentage patiënten met een pathologisch complete respons (29%) is vergelijkbaar met de percentages die werden gevonden in andere onderzoeken. 7,13,17,18,21 Het verkleinen van de tumoren, ofwel de downstaging van tumoren, als gevolg van CRT is terug te zien in het significant hogere percentage radicale (R0)-resecties in de CRT-arm. Hoewel het percentage patiënten met een plaveiselcelcarcinoom dat een pathologisch complete respons had na CRT hoger was dan bij het percentage patiënten met een adenocarcinoom (49 vs. 23% ), kon voor beide histologische subtypen een significant voordeel van preoperatieve chemoradiotherapie worden aangetoond. 6 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5682

7 Andere trials Er blijft discussie bestaan over de optimale behandeling van patiënten met een carcinoom van de slokdarmmaagovergang. De MAGIC-trial en ACCORD-07-trial stellen beide dat bij deze entiteit met perioperatieve chemotherapie een overlevingswinst wordt behaald. 22,23 In beide onderzoeken werden echter ook patiënten met een maagcarcinoom geïncludeerd, terwijl deze patiënten in het huidige onderzoek werden uitgesloten. In de POETtrial werden vrijwel alleen patiënten met een overgangscarcinoom gerandomiseerd tussen preoperatieve chemotherapie en preoperatieve chemoradiotherapie. 24 Dit onderzoek liet een voordeel zien ten faveure van preoperatieve chemoradiotherapie, maar dit verschil was niet significant. Omdat in het huidige onderzoek een substantieel deel van de patiënten in de CRT-arm een overgangscarcinoom had (22%), is het ook onze voorkeur om deze patiënten te behandelen met preoperatieve chemoradiotherapie, zoals ook werd voorgesteld na de POETtrial. Conclusie Preoperatieve chemoradiotherapie (5 wekelijkse kuren carboplatine en paclitaxel in combinatie met 41,4 Gy concurrente radiotherapie) is een veilig behandelschema en leidt tot een significante verbetering van de langetermijnoverleving van patiënten met een carcinoom van de slokdarm of de slokdarm-maagovergang. De auteurs die bijdroegen aan het oorspronkelijk artikel in The New England Journal of Medicine zijn naast de bovenvermelde auteurs : G.A.P. Nieuwenhuijzen (afd. Chirurgie, Catharina Ziekenhuis Eindhoven), G.A.P. Hospers (afd. Medische Oncologie, Universitair Medisch Centrum Groningen), J.J. Bonenkamp (afd. Chirurgie, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen), M.A. Cuesta (afd. Chirurgie, VU Medisch Centrum, Amsterdam), R.J.B. Blaisse (afd. Medische Oncologie, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem), O.R.C. Busch (afd. Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam), F.J.W. ten Kate (afd. Pathologie, Erasmus MC Rotterdam en afd. Pathologie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam) G. J.Creemers (afd. Medische Oncologie, Catharina Ziekenhuis Eindhoven), C.J.A. Punt (afd. Medische Oncologie, Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen), J.Th.M. Plukker (afd. Chirurgie, Universitair Medisch Centrum Groningen), H.M.W. Verheul (afd. Medische Oncologie, VU Medisch Centrum, Amsterdam), E.J. Spillenaar Bilgen (afd. Chirurgie, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem), H. van Dekken (afd. Pathologie, Erasmus MC Rotterdam en afd. Pathologie, St. Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam), M.J.C. van der Sangen (afd. Radiotherapie, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven), T. Rozema (afd. Radiotherapie, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen en Verbeeten Instituut Tilburg), K. Biermann (afd. Pathologie, Erasmus MC Rotterdam), J.C. Beukema (afd. Radiotherapie, Universitair Medisch Centrum Groningen), A.M.H. Piet (afd. Radiotherapie, VU Medisch Centrum Amsterdam) en C.M. van Rij (afd. Radiotherapie, Erasmus MC, Rotterdam). Belangenconflict: er zijn belangen gemeld (zie zoeken op A5682; klik op Belangenverstrengeling ). Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 21 november 2012 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5682 > Kijk ook op Leerpunten De incidentie van oesofaguscarcinoom neemt wereldwijd toe; in de westerse wereld komt dit voornamelijk door een toename van het aantal patiënten met een adenocarcinoom. Chemoradiotherapie met carboplatine en paclitaxel gecombineerd met radiotherapie (41,4 Gy in 23 fracties) veroorzaakt relatief weinig toxiciteit, en kan poliklinisch worden toegepast. Patiënten die chemoradiotherapie kregen voorafgaand aan resectie van de tumor hadden een significant langere overleving dan patiënten die direct werden behandeld met chirurgie. Literatuur 1 Ferlay J, Shin HR, Bray F, Forman D, Mathers C, Parkin DM. Estimates of worldwide burden of cancer in 2008: GLOBOCAN Int J Cancer. 2010;127: Devesa SS, Blot WJ, Fraumeni JF Jr. Changing patterns in the incidence of esophageal and gastric carcinoma in the United States. Cancer. 1998;83: Kelsen DP, Ginsberg R, Pajak TF, et al. Chemotherapy followed by surgery compared with surgery alone for localized esophageal cancer. N Engl J Med. 1998;339: Malthaner R, Fenlon D. Preoperative chemotherapy for resectable thoracic esophageal cancer. Cochrane Database Syst Rev. 2001;CD Urba SG, Orringer MB, Turrisi A, Iannettoni M, Forastiere A, Strawderman M. Randomized trial of preoperative chemoradiation versus surgery alone in patients with locoregional esophageal carcinoma. J Clin Oncol. 2001;19: Wijnhoven BP, van Lanschot JJ, Tilanus HW, Steyerberg EW, van der Gaast A. Neoadjuvant chemoradiotherapy for esophageal cancer: a review of meta-analyses. World J Surg. 2009;33: Van Meerten E, Muller K, Tilanus HW, et al. Neoadjuvant concurrent chemoradiation with weekly paclitaxel and carboplatin for patients with oesophageal cancer: a phase II study. Br J Cancer. 2006;94: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5682 7

8 8 Van Heijl M, van Lanschot JJ, Koppert LB, et al. Neoadjuvant chemoradiation followed by surgery versus surgery alone for patients with adenocarcinoma or squamous cell carcinoma of the esophagus (CROSS). BMC Surg. 2008;8:21. 9 Sobin LH, Wittekind C. International Union against Cancer. TNM : classification of malignant tumours. 6th ed. New York: Wiley-Liss; Trotti A, Colevas AD, Setser A, et al. CTCAE v3.0: development of a comprehensive grading system for the adverse effects of cancer treatment. Semin Radiat Oncol. 2003;13: Mandard AM, Dalibard F, Mandard JC, et al. Pathologic assessment of tumor regression after preoperative chemoradiotherapy of esophageal carcinoma. Clinicopathologic correlations. Cancer. 1994;73: Chirieac LR, Swisher SG, Ajani JA, et al. Posttherapy pathologic stage predicts survival in patients with esophageal carcinoma receiving preoperative chemoradiation. Cancer. 2005;103: Bosset JF, Gignoux M, Triboulet JP, et al. Chemoradiotherapy followed by surgery compared with surgery alone in squamous-cell cancer of the esophagus. N Engl J Med. 1997;337: Burmeister BH, Smithers BM, Gebski V, et al. Surgery alone versus chemoradiotherapy followed by surgery for resectable cancer of the oesophagus: a randomised controlled phase III trial. Lancet Oncol. 2005;6: Lin CC, Hsu CH, Cheng JC, et al. Concurrent chemoradiotherapy with twice weekly paclitaxel and cisplatin followed by esophagectomy for locally advanced esophageal cancer. Ann Oncol. 2007;18: Tepper J, Krasna MJ, Niedzwiecki D, et al. Phase III trial of trimodality therapy with cisplatin, fluorouracil, radiotherapy, and surgery compared with surgery alone for esophageal cancer: CALGB J Clin Oncol. 2008;26: Walsh TN, Noonan N, Hollywood D, Kelly A, Keeling N, Hennessy TP. A comparison of multimodal therapy and surgery for esophageal adenocarcinoma. N Engl J Med. 1996;335: Lee JL, Park SI, Kim SB, et al. A single institutional phase III trial of preoperative chemotherapy with hyperfractionation radiotherapy plus surgery versus surgery alone for resectable esophageal squamous cell carcinoma. Ann Oncol. 2004;15: Portale G, Hagen JA, Peters JH, et al. Modern 5-year survival of resectable esophageal adenocarcinoma: single institution experience with 263 patients. J Am Coll Surg. 2006;202:588-96, discussion Fiorica F, Di Bona D, Schepis F, et al. Preoperative chemoradiotherapy for oesophageal cancer: a systematic review and meta-analysis. Gut. 2004;53: Gannett DE, Wolf RF, Takahashi GW, et al. Neoadjuvant chemoradiotherapy for esophageal cancer using weekly Paclitaxel and Carboplatin plus infusional 5-Fluorouracil. Gastrointest Cancer Res. 2007;1: Cunningham D, Allum WH, Stenning SP, et al. Perioperative chemotherapy versus surgery alone for resectable gastroesophageal cancer. N Engl J Med. 2006;355: Ychou M, Boige V, Pignon JP, et al. Perioperative chemotherapy compared with surgery alone for resectable gastroesophageal adenocarcinoma: an FNCLCC and FFCD multicenter phase III trial. J Clin Oncol. 2011;29: Stahl M, Walz MK, Stuschke M, et al. Phase III comparison of preoperative chemotherapy compared with chemoradiotherapy in patients with locally advanced adenocarcinoma of the esophagogastric junction. J Clin Oncol. 2009;27: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5682

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij

Nadere informatie

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Centraal in dit proefschrift staat de minimaal invasieve slokdarmresectie als behandeloptie voor het slokdarmcarcinoom. In hoofdstuk 2 en 3 belichten wij in twee overzichtsartikelen de in de literatuur

Nadere informatie

Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker

Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Prof. dr. Mark van Berge Henegouwen, chirurg Dr. W.J. Eshuis, chirurg L. Noteboom, verpleegkundig specialist Amsterdam UMC, locatie AMC 8 e Inhoud Presentatie

Nadere informatie

Slokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht

Slokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht Slokdarmresectie - Fit aan de Start Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht Slokdarmkanker Slokdarmkanker zit vrijwel altijd in de thoracale slokdarm Jaarlijks aantal nieuwe gevallen per 100.000

Nadere informatie

Defini&eve chemoradia&e versus chirurgie: Meer of minder complica&es?

Defini&eve chemoradia&e versus chirurgie: Meer of minder complica&es? Defini&eve chemoradia&e versus chirurgie: Meer of minder complica&es? Mark I. van Berge Henegouwen upper GI chirurg Maarten Hulshof radiotherapeut Academisch Medisch Centrum Amsterdam GE oncologisch congres

Nadere informatie

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Maagcarcinoom Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Inhoud Therapie Systemisch Gericht op klachten Nieuwe ontwikkelingen/toekomst Epidemiologie Verschil Europa en Noord-Amerika vs Azië,

Nadere informatie

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)

Nadere informatie

Cover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date:

Cover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19858 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical

Nadere informatie

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019

Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019 Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019 Anatomie oesophagus/ maag Symptomen oesophaguscarcinoom Diagnostiek Behandeling oesophaguscarcinoom Postoperatieve

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam (Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Maagkanker Multimodale behandeling anno 2014. Henk Boot, MDL-arts 10 januari 2014

Maagkanker Multimodale behandeling anno 2014. Henk Boot, MDL-arts 10 januari 2014 Maagkanker Multimodale behandeling anno 2014 Henk Boot, MDL-arts 10 januari 2014 Prognose bij maagkanker Prognose maagkanker : TNM 7 (2010) Marelli 2012 In: de Manzoni et al. Surgery in the multimodal

Nadere informatie

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst 18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten

Nadere informatie

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom Richard P. Meijer, Uroloog DUOS 4-12-2015 Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met

Nadere informatie

Datum ontvangst aanvraag. Aanvraag op website. DOI/Notities/reden niet akkoord. Nummer Ziekenhuis Titel aanvraag GOEDGEKEURD

Datum ontvangst aanvraag. Aanvraag op website. DOI/Notities/reden niet akkoord. Nummer Ziekenhuis Titel aanvraag GOEDGEKEURD GOEDGEKEURD DUCA201501 LUMC/ De toepassing van (neo)adjuvante behandeling bij patiënten die geopereerd worden vanwege een maagcarcinoom: inzicht in de verschillen tussen ziekenhuizen en in de besluitvorming

Nadere informatie

Slokdarmcarcinoom

Slokdarmcarcinoom 7.1.1. Slokdarmcarcinoom 1. Inleiding 1.1. Algemeen Kanker van de slokdarm betreft vnl. het plaveiselcelcarcinoom en het adenocarcinoom, in minder dan vijf procent is er sprake van andere histologie. Hoewel

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Inclusie & exclusie criteria DUCA Inclusie Primaire tumoren (slokdarm, slokdarm-maagovergang, maag) Recidief tumoren (slokdarm,

Nadere informatie

PLASTIC Study Evaluation of PET and Laparoscopy in STagIng advanced gastric Cancer

PLASTIC Study Evaluation of PET and Laparoscopy in STagIng advanced gastric Cancer PLASTIC Study Evaluation of PET and Laparoscopy in STagIng advanced gastric Cancer Hylke Brenkman, Erik Vegt, Peter Siersema, Jelle Ruurda h.j.f.brenkman@umcutrecht.nl / arts-onderzoeker Gereviseerde richtlijn

Nadere informatie

Stage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery

Stage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery Clin staging Stage Tumour Early Node Loc advanced Metastasis Advanced Treatment Surgery Diagnosis Evaluation pulmonary Chemotherapy Radiotherapy Combinations Prognosis cardiac general Univ Hospital Leuven

Nadere informatie

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Gynaecologisch-oncologische Studies Gynaecongres 11 november 2010 Focus Radiotherapie R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Overzicht: Focus Radiotherapie Cervix Lopend EORTC Embrace Nieuw Outback

Nadere informatie

Slokdarm resectie. MDL onderwijs, M. de Maat, chirurg

Slokdarm resectie. MDL onderwijs, M. de Maat, chirurg Slokdarm resectie MDL onderwijs, 11-03-2019 M. de Maat, chirurg Incidentie NL: 2850 patiënten per jaar ongeveer 50% operabel. Jaarlijks aantal nieuwe gevallen per 100.000 Nederlanders: 1990: ~5 2016: ~10

Nadere informatie

Uitkomsten van 16 jaar oesofaguschirurgie: lage postoperatieve mortaliteit en verbeterde langetermijnoverleving

Uitkomsten van 16 jaar oesofaguschirurgie: lage postoperatieve mortaliteit en verbeterde langetermijnoverleving Onderzoek Uitkomsten van 16 jaar oesofaguschirurgie: lage postoperatieve mortaliteit en verbeterde langetermijnoverleving Mark van Heijl, J.J.B. (Jan) van Lanschot, Rachel L.G.M. Blom, Jacques J.G.H.M.

Nadere informatie

Richtlijnen Digestieve Oncologie Oesophagus

Richtlijnen Digestieve Oncologie Oesophagus Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen Digestieve Oncologie Oesophagus V3.15 Slokdarm inclusief gastro-oesofagale overgang overgang ICD-O C15 - C16.0 Volgende subregio s worden

Nadere informatie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt

Nadere informatie

Wel of Niet starten?

Wel of Niet starten? Chemotherapie in de palliatieve setting van het pancreascarcinoom Wel of Niet starten? Dick Richel AMC / MST 3 e Verpleegkundig Congres 10 januari 2014 Pancreascarcinoom feiten Incidentie in Nederland

Nadere informatie

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte

Nadere informatie

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De

Nadere informatie

Inclusie criteria Ja Nee

Inclusie criteria Ja Nee In- en exclusie criteria Visite datum: 2 0 In- en exclusie criteria Inclusie criteria Ja Nee 1. Naadlekkage na LAR tot maximaal 5 cm vanaf de anus. O O 2. Naadlekkage bevestigd op CT-scan OF endoscopie.

Nadere informatie

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA)

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Inclusie en exclusie criteria DLSA Inclusie Alle chirurgische thoracale (thoraxwand, pleurale, long en mediastinale) ingrepen, in te delen in: Resecties bij

Nadere informatie

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,

Nadere informatie

OLIJFdag 3 oktober 2015

OLIJFdag 3 oktober 2015 OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Registratie gestart: 2011

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Registratie gestart: 2011 Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) 2016 Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom. Structuur 2016*

Nadere informatie

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

longcarcinoom: stadiëring en behandeling Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM. 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken

ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM. 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken GEEN DISCLOSURES NEOADJUVANT CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUS [TEKST] [tekst] 5y OS 33% vs 47%

Nadere informatie

Als er vragen zijn over een specifieke studie neem gerust contact op met de desbetreffende contactpersoon.

Als er vragen zijn over een specifieke studie neem gerust contact op met de desbetreffende contactpersoon. Beste collega s, Mede op verzoek van een aantal verwijzende centra sturen we jullie een overzicht van onze lopende studies op slokdarm/maag gebied. Zo zijn jullie op de hoogte van de belangrijkste studies

Nadere informatie

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Frederieke van Duijnhoven, chirurg-oncoloog Marie-Jeanne Vrancken Peeters, principal investigator MICRA studie 1 GEEN DISCLOSURES 2 NEOADJUVANTE SYSTEMISCHE

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

Oplegger indicatorenset Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) verslagjaar 2017

Oplegger indicatorenset Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) verslagjaar 2017 Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset

Nadere informatie

Zorg voor Uitkomst. Analyse en Rapportage. Dr. ir.w.f. (Wim) van den Bosch 7 februari Disclosure belangen van spreker

Zorg voor Uitkomst. Analyse en Rapportage. Dr. ir.w.f. (Wim) van den Bosch 7 februari Disclosure belangen van spreker Zorg voor Uitkomst Analyse en Rapportage Disclosure belangen van spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Dr. ir.w.f. (Wim) van den Bosch 7 februari 2014 Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek

Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Registratie waarvan gegevens worden opgevraagd: DSCA Contactpersoon: Naam: Mw. Drs. J. t Lam - Boer Centrum/ziekenhuis: Radboud umc Adres: Postbus

Nadere informatie

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische

Nadere informatie

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Wat is de stand van zaken Frank Jacobs sept 2017 Disclosures Frank Jacobs (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 (n=112) Kleincellig versus Niet-kleincellig kleincellig 18% niet-kleincellig

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.

Nadere informatie

Hoewel de incidentie van maagkanker daalt, staat het wereldwijd nog immer op de

Hoewel de incidentie van maagkanker daalt, staat het wereldwijd nog immer op de Samenvatting Hoewel de incidentie van maagkanker daalt, staat het wereldwijd nog immer op de tweede plaats als meest frequente doodsoorzaak aan kanker. Chirurgische series uit Europa en Noord-Amerika laten

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017 PORTEC 4a studie Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017 L Opzet presentatie Studie design In- en exclusie criteria Randomisatie Moleculair profiel bepaling Logistiek 2 Randomized phase III trial

Nadere informatie

Targeted Therapy Casus Oesofaguscarcinoom. Dokter, dit is mijn tumor. Marion Stevense AIOS Interne Oncologie 31-3-2015

Targeted Therapy Casus Oesofaguscarcinoom. Dokter, dit is mijn tumor. Marion Stevense AIOS Interne Oncologie 31-3-2015 Targeted Therapy Casus Oesofaguscarcinoom Dokter, dit is mijn tumor Marion Stevense AIOS Interne Oncologie 31-3-2015 Disclosure Belangen (Potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief 9. Follow-up Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6- postoperatief Is de patient opgenomen geweest

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Een prospectief gerandomiseerd onderzoek N.M.A. Krekel M.H. Haloua M.P. van den Tol S. Meijer Chirurgische oncologie VU Universitair Medisch Centrum Incidentie

Nadere informatie

Chirurgische aspecten bij het colorectaal carcinoom en (on)mogelijkheden bij voortgeschreden ziekte

Chirurgische aspecten bij het colorectaal carcinoom en (on)mogelijkheden bij voortgeschreden ziekte Chirurgische aspecten bij het colorectaal carcinoom en (on)mogelijkheden bij voortgeschreden ziekte Ernst Jan Spillenaar Bilgen, Gastro-intestinaal chirurg Ontwikkeling (colo)rectalechirurgie Kwaliteit

Nadere informatie

Saffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom

Saffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit

Nadere informatie

Landelijk Contactdag 2017

Landelijk Contactdag 2017 Landelijk Contactdag 2017 Radiotherapie voor Blaaskanker Bradley Pieters Academisch Medisch Centrum/ Universiteit van Amsterdam 2 Typen Blaaskanker Niet-spierinvasief Spierinvasief Behandelingen Verwijderen

Nadere informatie

INTRA-ARTERIËLE CHEMOTHERAPIE VOOR COLORECTALE LEVER METASTASEN

INTRA-ARTERIËLE CHEMOTHERAPIE VOOR COLORECTALE LEVER METASTASEN INTRA-ARTERIËLE CHEMOTHERAPIE VOOR COLORECTALE LEVER METASTASEN Bas Groot Koerkamp, MD PhD Chirurg-Oncoloog en Epidemioloog Erasmus MC Afdeling Heelkunde Sector HPB en Transplantatie DISCLOSURES Gratis

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen 85% via de axilla Mammaria interna alleen aantasting is zeldzaam

Nadere informatie

Aanvraag gegevens bij de DSCA (dd.08-11-2012)

Aanvraag gegevens bij de DSCA (dd.08-11-2012) Aanvraag gegevens bij de DSCA (dd.08-11-2012) Gegevens Aanvragers: Drs. Verena N.N.Kornmann (Heelkunde; St.Antoniusziekenhuis, Nieuwegein) Dr. Anke B. Smits (Heelkunde; St.Antoniusziekenhuis, Nieuwegein)

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen

Nadere informatie

Less is More, More is Better?

Less is More, More is Better? Less is More, More is Better? Concentratie en Regionalisatie van zorg voor de patiënt met slokdarm- en maagkanker: Chirurgisch Perspectief Grard Nieuwenhuijzen, Chirurg PP-ON-NL-0011 Disclosures Medtronic:

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting en conclusies

Chapter 11. Nederlandse samenvatting en conclusies Chapter 11 Nederlandse samenvatting en conclusies Nederlandse samenvatting en conclusies De incidentie van het melanoom stijgt wereldwijd. 1 Door de onvoorspelbare en onregelmatige disseminatie van het

Nadere informatie

Behandelmogelijkheden bij Gastrointestinale kanker. Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum

Behandelmogelijkheden bij Gastrointestinale kanker. Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Behandelmogelijkheden bij Gastrointestinale kanker Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum pidemiology: Estimated New Cancer Cases,* United States, 1999 Prostate

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Prognostication in esophageal cancer Lagarde, S.M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Prognostication in esophageal cancer Lagarde, S.M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Prognostication in esophageal cancer Lagarde, S.M. Link to publication Citation for published version (APA): Lagarde, S. M. (2008). Prognostication in esophageal

Nadere informatie

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden 157 Introductie In de Westerse wereld is het aantal mensen dat slokdarmkanker krijgt de laatste jaren sterk toegenomen. In 1989 werd de diagnose

Nadere informatie

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister 6. Kankerregistratie 1. Formulieren Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister Zie bijlage 3 en 4 Handleiding voor het invullen van de formulieren van de Stichting

Nadere informatie

TP Indicatorenrapportage 2016 Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2016

TP Indicatorenrapportage 2016 Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2016 De nummering van de indicatoren is gebaseerd op de documenten te vinden op: DICA/Transparantieportaal TP Indicatorenrapportage 2016 Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2016 Structuurindicatoren 1. patiënten

Nadere informatie

chemoradiatie en chemotherapie bij het rectumcarcinoom

chemoradiatie en chemotherapie bij het rectumcarcinoom Pre-operatieve chemoradiatie en chemotherapie bij het rectumcarcinoom Marie-Cecile Legdeur Relevante vragen 1. Hoe werkt chemoradiotherapie (CRT)? 2. Voegt chemotherapie iets toe aan pre-operatieve radiotherapie?

Nadere informatie

Indicatorenrapportage Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2018 Totaal aantal ingevoerde patiënten

Indicatorenrapportage Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2018 Totaal aantal ingevoerde patiënten De inhoud van de basis- en indicatorenrapportages is onderhevig aan updates en aanpassingen. In dit logboek kunt u per registratie de wijzigingen in de rapportages terugvinden tot en met het vorige kalenderjaar.

Nadere informatie

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie

Nadere informatie

Hoofd-Halstumoren 12

Hoofd-Halstumoren 12 Boukje van Dijk, Otto Visser, Katja Aben en Sabine Siesling namens de Nederlandse Kankerregistratie. Vereniging van Integrale Kankercentra. www.ikcnet.nl Hoofd-halstumoren: ontwikkelingen in Nederland

Nadere informatie

Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)

Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA.

Nadere informatie

Surgery after neoadjuvant treatment for non-small cell lung cancer: Decision making and patient outcome Kappers, I.

Surgery after neoadjuvant treatment for non-small cell lung cancer: Decision making and patient outcome Kappers, I. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Surgery after neoadjuvant treatment for non-small cell lung cancer: Decision making and patient outcome Kappers, I. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling

Nadere informatie

Zie de bijlage Maagresectietechniek (bijlage 2) voor een beschrijving van de techniek van een maagresectie met adequate lymfeklierdissectie.

Zie de bijlage Maagresectietechniek (bijlage 2) voor een beschrijving van de techniek van een maagresectie met adequate lymfeklierdissectie. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 Richtlijn maagcarcinoom - submodule Lymfadenectomie

Nadere informatie

Beleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO

Beleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO Beleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO Opgesteld en Beoordeeld: EMBRAZE, NTG colorectaal carcinoom Datum vaststelling: 12 april 2017 Datum laatste wijziging: 12 april 2017 Categorieën

Nadere informatie

Resectabel maagcarcinoom: neoadjuvante en adjuvante behandeling

Resectabel maagcarcinoom: neoadjuvante en adjuvante behandeling 1 Resectabel maagcarcinoom: neoadjuvante en adjuvante behandeling Resectable stomach cancer: neoadjuvant and adjuvant treatment J.L. Dikken, C.J.H. van de Velde, M. Verheij, E.P.M. Jansen en A. Cats Samenvatting

Nadere informatie

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-

Nadere informatie