Inhoud. De redactie Ten geleide

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoud. De redactie Ten geleide"

Transcriptie

1 Inhoud De redactie Ten geleide VII B.F. Assink en J.M. de Jongh Gedragsnorm, enquêterecht en aandeelhouder 1 1. Inleiding 1 2. Stap 1: een korte schets van de noties gedragsnorm en toetsingsnorm 2 3. Stap 2: de relevantie van het procedurele kader voor de ontwikkeling van gedragsnormen 5 4. Stap 3: de toegang tot het enquêterecht voor de vennootschap 9 5. Stap 4: de ontwikkeling van gedragsnormen voor aandeelhouders Slotakkoord 15 H. Beckman Het groepsregime in communautair/unitair en vergelijkend perspectief en de aansprakelijkstelling Inleiding Nederlandse achtergrond Communautaire/unitaire wetgeving Oorspronkelijke communautaire tekst Herziene communautaire tekst Unitaire tekst Groepsregime buiten Nederland De Luxemburgse regeling De Ierse regeling De Duitse regeling De Nederlandse regeling Heroverweging van de hoofdelijke aansprakelijkstellingsvoorwaarde Tot slot 41 H.E. Boschma De eenpersoons-bv in de 21 e eeuw Inleiding Het verander(en)de landschap en de implicaties voor de eenpersoons-bv 46 XI

2 INHOUD : uitvoering van de twaalfde EG-richtlijn in het Nederlandse recht Het Europese vestigingsrecht van art. 49 en 54 VWEU : wijziging Nederlandse BV-wetgeving : het plan voor een nieuwe EU-richtlijn voor de eenpersoonsvennootschap Is de SUP een goed idee? Is de SUP een bruikbare rechtsvorm? De SUP: paard van Troje? De (ontbrekende) noodzaak voor introductie van de SUP Wordt de eenpersoons-bv in de Nederlandse wetgeving en rechtspraak juist benaderd? Toepassing van wetgeving ter uitvoering van de twaalfde EG-richtlijn Aansprakelijkheid enig aandeelhouder/bestuurder Impliciete besluitvorming Inleiding Aanwijzing vertegenwoordiger in geval van tegenstrijdig belang Decharge Beoordeling De lastige positie van de bestuurder van een dochtervennootschap Tot slot 62 W.J.L. Calkoen Commissarissen actiever bij strategievorming? En hoe? Inleiding Wet, jurisprudentie, CGC en literatuur Definitie strategie Variëteit aan commissarissen bij een variëteit van vennootschappen Externe factoren die dwingen tot meer actieve betrokkenheid van commissarissen bij beleidsbepaling, althans bij betrokkenheid vóór de bepaling door het bestuur Grenzen Indien actiever, hoe wel? Conclusie 71 O. Couwenberg Beperkingen in beperkte aansprakelijkheid en organisatie architectuur van de onderneming Inleiding Organisatie architectuur en een juridisch perspectief Aansprakelijkheid van een moedervennootschap in groepsverband 78 XII

3 INHOUD verklaring Afsluitende opmerkingen over moeder, dochters en beperkte aansprakelijkheid 83 S.H.M.A. Dumoulin Besluitvorming in rechtspersonen Inleiding Wijsmuller Orgaanbegrip Schema Wetgeving Flexibilisering Art. 2:238 BW: preliminaire voorwaarde? Art. 2:238 BW: niet-constitutieve vereisten Art. 2:238 BW: constitutieve vereisten Afsluiting 95 J.P. Franx Effectieve rechtsbescherming van beleggers Inleiding Het beginsel van effectieve rechtsbescherming Effectieve rechtsbescherming in het Europese Unierecht Effectieve rechtsbescherming op de Europese kapitaalmarkt Effectieve rechtsbescherming in het Nederlandse recht Effectieve rechtsbescherming volgens art. 6 Prospectusrichtlijn 2003/ Effectieve rechtsbescherming onder art. 6:193a/194 en art. 6:162 BW? Effectieve rechtsbescherming in de Euronext-praktijk? Formele vs. materiële prospectusverantwoordelijkheid Grammaticale uitleg van art. 6 lid 1 Prospectusrichtlijn; de praktijk van de AFM Het Ntionik en Pikoulas arrest van het Hof van Justitie van de EU Het World Online arrest van de Hoge Raad De visie van Timmerman in the early days Effectieve rechtsbescherming en vernietiging Evaluatie Slotbeschouwing 114 XIII

4 INHOUD J.G.C.M. Galle Door het comply or explain principe een flexibel en faciliterend BW 2? Tegengestelde ontwikkelingen en een onduidelijke toekomst Inleiding Comply or explain principe in Nederlandse corporate governance code Comply or explain principe in Europa Comply or explain principe in Code Banken 2010 en Comply or explain principe in Governance Principes Verzekeraars 2011 en Comply or explain principe voor vrouwenquotum (BW 2) Toekomst en beschouwingen 132 E.E.G. Gepken-Jager Bird s-eye view van de uitvoering van de vertegenwoordigingsregeling in Nederland, Polen, Bulgarije en Roemenië Inleiding Artikel 10 Richtlijn 2009/101/EG Uitvoering van art. 10 lid 1 Richtlijn: wettelijke hoofdregel van vertegenwoordigingsbevoegdheid Uitvoering van art. 10 lid 3 Richtlijn: statutaire afwijking van de hoofdregel van art. 10 lid 1 Richtlijn Uitvoering van art. 10 lid 2 Richtlijn Wettelijke beperkingen Conclusie 156 Th. Groenewald Doeloverschrijding en toenemende zorgplicht van financiële ondernemingen Inleiding De externe werking van doeloverschrijding Renteswaps Gevaren van de renteswap voor MKB-bedrijf Publiekrechtelijke zorgplicht van financiële instellingen Civielrechtelijke zorgplicht Vennootschappelijk belang en doeloverschrijding Samenvatting en conclusie 176 M. Holtzer Het coalitiemodel tussen vennootschap en werknemers bij ABN AMRO Inleiding Een praktijkvoorbeeld van het coalitiemodel: de zaak ABN AMRO Het belang van dit voorbeeld Tot slot 184 XIV

5 INHOUD G.M. ter Huurne Nieuwe regels voor ondernemingsrechtelijke procedures Inleiding Wat houdt het programma KEI in? Algemeen Procederen via elektronische weg Vereenvoudiging en uniformering civiele recht Aanpak van het wetgevingsprogramma Vorderingen en verzoeken Gefaseerde inwerkingtreding Algemeen Fasering en het ondernemingsrecht Toepassing basisprocedure in ondernemingsrecht Afronding 196 G.N.H. Kemperink L exception néerlandaise, of: de toekomst van de beschermingsstichting Inleiding Oorsprong van de beschermingsstichting Het doel van de beschermingsstichting De door de beschermingsstichting te behartigen belangen De governance van de beschermingsstichting Slotoverwegingen: kansen en bedreigingen voor de beschermingsstichting 216 J.B.W.M. Kemperink Beleggingscoöperatie voldoet aan de wettelijke omschrijving van de coöperatie in artikel 2:53 BW Beleggingscoöperatie voldoet aan wettelijke omschrijving van de coöperatie Beleggingscoöperatie stelt zich ten doel een bedrijf uit te (doen) oefenen Beleggingscoöperatie voorziet krachtens overeenkomsten als bedoeld in artikel 2:53 BW in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden 221 W. Khan Private wealth and public health: the delicate balance between profitability and the advancement of public health care in the pharmaceutical industry Who s Gonna Save the World? Efficiency and Fairness: Balancing Profit-Making and the Advancement of Public Health Reputation Matters: The Public View of a Misbalance 230 XV

6 INHOUD 4. Restoring the Balance: A Top-Down and Bottom-Up Perspective Concluding Remarks 242 A.G.H. Klaassen Van sprinkhanen en cowboys: bevoegdheden van de AVA en publieke belangen in de zorgsector Inleiding Aandeelhouders in de zorgsector Publiek belang in de zorgsector Gebondenheid van aandeelhouders aan het publieke belang Bevoegdheden van de AVA Benoeming en ontslag commissarissen Winstuitkering Beloning bestuurders Fusie Splitsing Conclusie Blik op de toekomst 262 H. Koster Naar een uittreedrecht bij nationale juridische fusie en splitsing? Inleiding Bestaande mogelijkheden bij juridische fusie, splitsing en omzetting Uittreedrecht bij grensoverschrijdende juridische fusie (art. 2:334h BW) Uittreedrecht voor winstrechtloze en stemrechtloze aandeelhouders bij nationale juridische fusie en splitsing Uittreedrecht bij nationale omzetting Uittreedrecht bij grensoverschrijdende omzetting Bestaande mogelijkheden bij SCE en SE Europese coöperatieve vennootschap (SCE) en uittreedrecht Europese vennootschap (SE) en uittreedrecht Naar een uittreedrecht bij nationale juridische fusie en splitsing? Vergelijking met bestaande mogelijkheden bij juridische fusie Vergelijking met geschillenregeling Argumenten tegen een uittreedrecht bij nationale juridische fusie en splitsing Toch een uittreedrecht bij nationale juridische fusie en splitsing? Conclusie 280 XVI

7 INHOUD T.E. Lambooy Maatschappelijk ondernemen: begripsbepaling en ontwikkelingen Inleiding MVO: People, Planet, Profit Begripsbepaling MVO-verslaggeving De maatschappelijke onderneming De social enterprise Conclusie 313 M.L. Lennarts De zorgplicht van de moedervennootschap jegens werknemers van de dochter naar Engels recht: do cases make bad law? Inleiding Aansprakelijkheid van een moedervennootschap jegens werknemers van de dochter op grond van de tort of negligence Vereisten voor aansprakelijkheid wegens negligence Chandler v Cape Thompson v Renwick Bijziendheid makes bad law Een Hollands vergezicht Tot slot: case law in de polder: Akpan/Shell 327 X. Li Should China introduce derivative actions to enforce capital contribution duties? 331 I Introduction 331 II Shareholder s action against a breach of the capital contribution duty 338 III Creditor s action against a breach of the capital contribution duty 340 IV Conclusion 348 E.C.H.J. Lokin Een toekomstperspectief op het aanpassen van bonussen van bestuurders Inleiding Woelige tijden voor het pacta sunt servanda beginsel Het aanpassen van de bonus bij een overname Het terugvorderen van een ten onrechte uitgekeerde bonus Toepassing van de claw back-bevoegdheid Een nieuwe bevoegdheid? De toegevoegde waarde van de claw back-bepaling Het achteraf aanpassen van de bezoldigingsovereenkomst Bonussen ten tijde van financiële malaise 357 XVII

8 INHOUD 4.2. Duitsland Het mes snijdt aan één kant Een Duitse wettelijke bepaling Een kleine kans van slagen Een succesvol beroep op art. 2:135 lid 6 BW Aanpassing bij zware verliezen en dreigende massaontslagen? Het aanpassen van bonussen in de toekomst Aanpassen van bonussen vanwege de financiële toestand van de rechtspersoon Contractuele of institutionele benadering Een nieuwe maatstaf voor art. 2:135 lid 6 BW Prestaties van de bestuurder staan niet in verhouding tot de bonus Erratum De leemtes van prestatiegerelateerde bezoldigingsovereenkomsten De zwaktes van prestatiecriteria Rechtmatig manipuleren Handelen naar de geest van de overeenkomst Tot slot 374 F.G.K. Overkleeft Technische oplossingen Inleiding Een landelijke metafoor Een technisch ondernemingsrecht? Regulering en zelfregulering van corporate governance Regulatory competition Afronding 391 S. Parijs Een hernieuwde blik op fairness opinions Inleiding Het jaar Openbare biedingen in Nederland vanaf Regelgeving Rechtspraak Nederland Rechtspraak Verenigde Staten Tot besluit 406 XVIII

9 INHOUD N.T. Pham Bange bestuurders? Een casestudie onder Nederlandse top-level bestuurders Inleiding Literatuur Bestuurdersaansprakelijkheid als corporate governance instrument Defensief gedrag Defensief gedrag in de rechtspraak Defensief gedrag in het bedrijfsleven Defensief gedrag beter begrijpen Het onderzoek Onderzoeksvragen Onderzoeksmethode Data Onderzoeksonderwerpen Onderzoeksresultaten Zijn top level-bestuurders bang voor aansprakelijkheidsrisico s? Is er sprake van defensief gedrag onder top level-bestuurders? Fraude Faillissement Individuele ervaring Is defensief gedrag een probleem? Wat is de invloed van aansprakelijkheidsbeperkende instrumenten? Exoneratie Vrijwaring & D&O verzekering De drempel van ernstig verwijt Discussie Slot 434 B.P.A. Santen en R. van Hoof Het belangenconflict van de faillissementscurator Inleiding Jensen en Meckling (1976) revisited Curator en belangen: een economische analyse Inleiding: belangentegenstelling, belangenconflict en belangenverstrengeling Belangen rond een failliete boedel Agency relatie Curator en belanghebbenden 441 XIX

10 INHOUD 4. De regeling van het belangenconflict van de curator in het Nederlands recht De regeling van het belangenconflict van de curator in het buitenland Duitsland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten De conclusie van de Advocaat-Generaal voor het Bruil-arrest Hoe moet een curator bij een belangenconflict handelen? Conclusie 458 A.J.P. Schild Artikel 2:248 lid 2 BW, quo vadis? Inleiding Wetsgeschiedenis Te laat is te laat of toch niet? Een onbelangrijk verzuim? It wasn t me! Disculpatie op grond van lid De onbehoorlijke taakvervulling, ook voor het overige Brand in de breifabriek Is een boekhouding met onvolkomenheden nog een boekhouding? Tot besluit 471 C.A. Schreuder Doorprivatiseren van stichtingen Inleiding Het begrip overheidsstichting Aandacht voor overheidsstichtingen: groot verschil bij oprichting en opheffing Concrete voorbeelden van aanpassing van twee overheidsstichtingen door de jaren heen Het Rijksopleidingsinstituut De dienst Landbouwvoorlichting Verkenning van vormen van verder gaande privatisering Ontbinden met opheffing van haar organisatie Omvormen tot een vennootschap (met later verkoop van de aandelen) Fusie: samengaan met een andere organisatie: vennootschap of stichting Geen bijzondere overheidsbelangstelling meer Slot 490 XX

11 INHOUD Chr.M. Stokkermans De zelfstandige met beperkte aansprakelijkheid Essentie en context De Franse EIRL in vogelvlucht Inschrijving als EIRL en instelling van het doelvermogen Het functioneren van de onderneming Onbehoorlijk bestuur en faillissement Beëindiging EIRL-vermogen of overdracht onder algemene titel Verzetsprocedure bij overdracht EIRL-vermogen onder algemene titel Inpassing in Nederland Tussen privé en zakelijk Beperkte aansprakelijkheid zonder rechtspersoonlijkheid Overgang EIRL-vermogen onder algemene titel Vergelijking met het fonds de commerce Vergelijking met eenmanszaak en eenpersoonsvennootschap Slot 513 D.A.M.H.W. Strik Most-favoured nation clauses and jurisprudence constante in international investment law Introduction Purpose of MFN clauses in IIAs Legal Nature of MFN standards versus jurisprudence constante MFN standards and jurisprudence constante Examples of MFN clauses Disputed Aspects of the Scope of MFN Clauses Conclusion 535 J.A. Terstegge Mannen en vrouwen van staal Inleiding Van Dokkum naar het IJdok De concernvennootschap, een vennootschap als ieder ander? Relativering van de bestuursautonomie Zelfstandige belangenafweging door het bestuur Terug naar Dokkum Tot slot 546 A.J.S.M. Tervoort Grondslagen van geldend en toekomstig personenvennootschapsrecht Inleiding Vooropstellingen 550 XXI

12 INHOUD 3. Inventarisatie Niet op de personenvennootschap aanwendbare beginselen Uitleiding 564 F. Veenstra en P.G.F.A. Geerts Doorbreking van impasses in de enquêteprocedure Inleiding Inzet van de impasseprocedure De eerste fase van de procedure De tweede fase van de procedure Voorstel tot uitbreiding van art. 2:356 BW Overdracht van aandelen Het starten van een biedingsprocedure Art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM Definitieve doorbreking van de impasse bij wijze van onmiddellijke voorziening? De omvang van de bevoegdheid tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen Overdracht van aandelen en het starten van een biedingsprocedure bij wijze van onmiddellijke voorziening? Nogmaals art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM Conclusie 592 P.P. de Vries Procedures voor prijsbepaling van aandelen in een BV: van lappendeken naar samenhang Inleiding Prijsbepaling bij de uittredingsrechten van art. 2:181, 330a, 333h en 334ee1 BW De prijsbepalingsprocedure van art. 2:343c BW Prijsbepaling bij het uittredingsrecht van art. 2:71 BW en bij het gesneuvelde uittredingsrecht bij omzetting van een BV in een OVR Prijsbepaling bij het voorgestelde uittredingsrecht bij grensoverschrijdende omzetting en bij openbaar bod Prijsbepaling door deskundigen? Naar één procedure voor de prijsvaststelling van aandelen 608 Lijst van promoti en promovendi van Vino Timmerman 611 Lijst van publicaties van Vino Timmerman 615 Auteurs 631 XXII

13 Ten geleide Vino Timmerman, geboren op 24 april 1950 te Rotterdam, bereikt dit jaar de leeftijd van 65 jaren. Wie terugrekent ziet dat de grens van 25 jaar hoogleraarschap door Vino vorig jaar al werd gepasseerd. Na aanstellingen als wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit Utrecht ( ), bedrijfsjurist bij Hoogovens ( ) en universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen ( ) verkreeg Vino een aanstelling als hoogleraar. Eerst op de leerstoel Handelsrecht en ondernemingsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen ( ), in welke periode hij ook decaan was van de juridische faculteit ( ), vervolgens op de leerstoel Ondernemingsrecht aan de Rijkuniversiteit Leiden ( ) en ten slotte op de leerstoel Grondslagen ondernemingsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (2007-heden), de rechtsopvolger van de Handelshogeschool Rotterdam, waar Vino als student zijn juridische opleiding genoot. 1 Deze twee jubilea de 65 ste verjaardag van Vino en zijn 25+ jaar hoogleraarschap vormen de directe aanleiding voor deze bundel met opstellen. Opstellen van auteurs uit de kring van in totaal 42 promoti (35) en promovendi (7) van Vino, waarvan de eerste promotus in 1994 haar proefschrift verdedigde en de laatste promovendus zijn of haar proefschrift nog zal verdedigen. 2 Auteurs die met veel genoegen (terug)denken aan hun samenwerking met Vino, in het bijzonder de onderlinge gedachtewisselingen: dikwijls over het recht, niet zelden ook over andere dingen in het leven, steevast voorzien van humor, relativeringsvermogen, ruimte voor ieders opvattingen en wederzijdse bereidheid tot het verkennen van juridische terra incognita. Het aantal promoti en promovendi van Vino is in de juridische discipline ongeëvenaard. Het illustreert dat voor Vino de begeleiding van onervaren 1. Zie daarover o.a. L. Timmerman, Twee sleutels voor vernieuwing van het ondernemingsrecht, in: Piet Sanders: een honderdjarige vernieuwer, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2012, p en L. Timmerman, The happy lawyer en de toekomst van het ondernemingsrecht, Ondernemingsrecht 2014/5. Wij willen niet onvermeld laten dat Vino sinds 2001 lid is van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afdeling Letterkunde, sectie Rechtswetenschappen. 2. Daarbij past ook vermelding van een andere veelzijdigheid in samenwerkingsverbanden, tot uitdrukking komend in de 29 (van de 42) gevallen waarin Vino kort gezegd samen met een mede-promotor de desbetreffende promovendus heeft begeleid of nog begeleidt. VII

14 TEN GELEIDE onderzoekers één van de kernpunten van zijn hoogleraarschap is. Vino excelleert in die begeleiding. Hij beheerst de kunst van het evenwicht. Een evenwicht tussen afstand houden en bemoeienis. Zijn promoti en promovendi hebben allen de indruk dat zij het proefschrift zelfstandig hebben geschreven of aan het schrijven zijn. Wie het proces met enige objectiviteit beschouwt, ziet dat Vino hen tijdens het schrijven regelmatig, maar bijna onmerkbaar, de juiste richting heeft gewezen. De juiste vraag wordt gesteld, de zwakke plek in een redenering benoemd, een relevant boek uit een aangrenzende discipline geschonken. Vino zegt ideeën niet voor. Hij inspireert tot ideeën. Daarbij betracht hij het geduld van een diamantbewerker, die een ruw product langzaam klooft en slijpt tot een juweel dat voldoende glanst. De opzet van deze bundel sluit aan bij iets wat Vino als rechtswetenschapper en -practicus na aan het hart ligt: een gevarieerde, op brede leest geschoeide beoefening van het ondernemingsrecht vanuit zowel de theorie als de praktijk, waarbij niet alleen aandacht bestaat voor historische beschouwingen (terug kijken) maar ook, juist ook, voor toekomstgerichte en op vernieuwing gerichte bespiegelingen (vooruit kijken). Vino zou zeggen: een eclectische wijze van beoefening van het ondernemingsrecht, waarbij er ruimte is voor uiteenlopende denkwijzen (en inconsistenties uiteraard vermeden dienen te worden). 3 Van die voorliefde voor vooruit kijken heeft Vino meer dan eens blijk gegeven, zoals vorig jaar in een artikel met een veelzeggende titel waarvan een kerncitaat is opgenomen voorin deze bundel. 4 Wie zijn bijgevoegde lijst van publicaties 5 bestudeert, zal zien dat in de toekomst van het ondernemingsrecht (of omgekeerd het ondernemingsrecht van de toekomst, Vino bekijkt bepaalde kwesties doorgaans niet vanuit slechts één perspectief) een thema schuilgaat dat prominent is vertegenwoordigd in het wetenschappelijke oeuvre van Vino. 6 Wij noemen hier ook Vino s installatie op 1 april 2003 als Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, in de kern evenzeer een vorm van vooruit kijken. De gezaghebbende conclusies die hij in deze hoedanigheid neemt, voor een niet onbelangrijk deel inzake ondernemingsrechtelijke problematiek, zijn evenzeer doortrokken van dat thema. De auteurs hebben dat thema ook tot rode draad van deze bundel gesponnen; ieder op eigen wijze, soms in co-productie en veelal gerelateerd aan het eigen 3. Zie L. Timmerman, Gedragsrecht, belangenpluralisme en vereenvoudiging van het vennootschapsrecht (oratie Leiden), Ondernemingsrecht 2005/2: Ik kan niet in het ene juiste geloven. Voor mij is er altijd veelheid. 4. Timmerman Naast zijn dissertatie uit 1988 (promotor: Prof. mr. B. Wachter) ook een veelheid aan redes, preadviezen, boekredacties, artikelen, boekbijdragen, korte stukken, medewerkerschappen aan overzichtswerken, rapporten en commentaren op rechtspraak. 6. Zie, naast Timmerman 2005, bijvoorbeeld L. Timmerman, Over de toekomst van het vennootschapsrecht, RM Themis 1999, p en Timmerman VIII

15 TEN GELEIDE promotieonderzoek, maar uiteindelijk als collectief. De 33 bijdragen die aan deze rode draad zijn opgehangen bieden een deel van de staalkaart van onderwerpen waarmee Vino zich als eminent jurist bij de beoefening van het ondernemingsrecht in de loop der jaren heeft beziggehouden en, naar wij vooruit kijkend graag benadrukken, hopelijk nog vele jaren zal kunnen bezighouden. De redactie IX

16 B.F. Assink en J.M. de Jongh Gedragsnorm, enquêterecht en aandeelhouder Happiness is where you find it, not where you go in search of it Inleiding In dit opstel 2 besteden wij in vier stappen aandacht aan de wisselwerking tussen de noties gedragsnorm en toetsingsnorm in het vennootschapsrecht, de relevantie van het procedurele kader, de nieuwe bevoegdheid van de vennootschap een enquête te verzoeken (art. 2:346 lid 1 aanhef en onder d BW) en de ontwikkeling van gedragsnormen voor aandeelhouders. Valt hiertussen een verbinding te leggen? Wij menen van wel. Het doet ons veel plezier (ook) daarbij op de schouders van Vino Timmerman te kunnen staan J. Kay, Obliquity Why Our Goals Are Best Achieved Indirectly, London: Profile Books 2010, p. 18, een boek dat ieder van ons cadeau kreeg van Vino (een groot liefhebber van het werk van John Kay). 2. Waarin rode draden uit ons beider proefschriften tot op zekere hoogte samenkomen. Zie B.F. Assink, Rechterlijke toetsing van bestuurlijk gedrag. Binnen het vennootschapsrecht van Nederland en Delaware (diss.), Deventer: Kluwer 2007 en J.M. de Jongh, Tussen societas en universitas. De beursvennootschap en haar aandeelhouders in historisch perspectief (diss.), Deventer: Kluwer Wij noemen zijn inspirerende verhandelingen over deze noties in L. Timmerman, Toetsing van ondernemingsbeleid door de rechter, mede in rechtsvergelijkend perspectief, Ondernemingsrecht 2003, p ; L. Timmerman, Impliceert beperkte toetsing door de rechter ook beperkte verantwoordelijkheid?, Ondernemingsrecht 2006/101; L. Timmerman, Pleidooi voor een kloof tussen enquêterecht en bestuurdersaansprakelijkheid, in: Verantwoording aan Hans Beckman, Deventer: Kluwer 2006, p ; L. Timmerman, Grondslagen van geldend ondernemingsrecht (oratie EUR), Ondernemingsrecht 2009/2; L. Timmerman, Structuur en gedragsnorm in de ondernemingsrechtspraak van de Hoge Raad, WPNR 2013, p Een inspiratiebron voor Vino is daarbij geweest M.A. Eisenberg, The Divergence of Standards of Conduct and Standards of Review in Corporate Law, Fordham Law Review 1993, p. 437 e.v. 1

17 B.F. ASSINK EN J.M. DE JONGH 2. Stap 1: een korte schets van de noties gedragsnorm en toetsingsnorm Het vennootschapsrecht kent gedragsnormen die zich richten tot actoren die institutioneel bij de vennootschap zijn betrokken (zoals een bestuurder, commissaris of aandeelhouder) en die hen voorhouden welke gedragslijn van hun wordt verwacht. Veel gedragsnormen zijn positief geformuleerde open normen. Denk aan de verplichting dat betrokken actoren zich dienen te gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd (art. 2:8 lid 1 BW) 4 en de verplichting van bestuurders tot een behoorlijke vervulling van een opgedragen taak (art. 2:9 lid 1 BW). 5 Kenmerkend voor een open norm (zo ook hier) is dat de inhoud ervan in algemene zin slechts generiek valt te verwoorden, omdat in ieder concreet geval het daaraan verder te geven reliëf is ingebed in de telkens wisselende omstandigheden van het geval. Het is althans, zo menen wij zuiver en wenselijk deze gedragsnormen te onderscheiden van beslissingsregels, die tot doel hebben het proces van juridische geschilbeslechting te configureren. Deze beslissingsregels dienen primair door de rechter te worden toegepast. Van die beslissingsregels maken in onze optiek toetsingsnormen deel uit. Toetsingsnormen richten zich tot de rechter en houden de rechter voor hoe hij in rechte dient vast te stellen of bijvoorbeeld een bestuurder, commissaris of aandeelhouder in strijd heeft gehandeld met een voor die actor geldende gedragsnorm. Een toetsingsnorm zegt dus niet zozeer iets over het gedrag dat van een bestuurder, commissaris of aandeelhouder wordt verwacht, als wel iets over de wijze waarop de rechter de gedragingen van een bestuurder, commissaris of aandeelhouder dient te beoordelen. Hieruit volgt mede, dat niet alleen een gedragsnorm maar ook een toetsingsnorm een eigen normadressaat heeft en een eigen functie vervult. Een kenmerk van het onderscheid tussen gedragsnorm en toetsingsnorm is dat deze normen inhoudelijk kunnen samenvallen (convergeren), maar ook kunnen uiteenlopen (divergeren). In het eerste geval toetst de rechter vol aan de gedragsnorm om te bezien of de actor die norm geschonden heeft, in het tweede geval toetst de rechter beperkter (en daarmee terughoudender) 6 aan de gedragsnorm om te bezien of de actor die geschonden heeft. Beperkte toetsing, door aanwijsbare divergentie tussen de gedragsnorm en de dan doorgaans negatief geformuleerde toetsingsnorm, is de uitzondering op de regel van volle toetsing; daarvoor zal aanleiding moeten bestaan. Veelal gaat het dan om 4. Die naast de vennootschap ook geldt voor bijvoorbeeld een bestuurder, commissaris en aandeelhouder van die vennootschap. Wij abstraheren hier van andere verschijningsvormen van redelijkheid en billijkheid, bijvoorbeeld via de verbintenisrechtelijke band van art. 6:2 BW althans art. 6:248 BW. 5. Die geldt voor een bestuurder en een commissaris (art. 2:149/259 BW) van de vennootschap, niet voor een aandeelhouder van die vennootschap of die vennootschap zelf. 6. Of marginaler zo men wil, al zijn wij minder gecharmeerd van die ambigue term. 2

18 GEDRAGSNORM, ENQUÊTERECHT EN AANDEELHOUDER een zekere mate van beleids- en beoordelingsvrijheid die aan een actor toekomt en die de rechter dient te respecteren, hetgeen tot uitdrukking komt in een beperktere toetsing. 7 Wij gaan ervan uit dat divergentie zich normaliter zal voordoen in de sfeer van te betrachten zorgvuldigheid (objectief), niet in de sfeer van te betrachten goede trouw (subjectief); aan dit laatste valt immers niet goed te morrelen in het recht. Dit onderscheid tussen gedragsnorm en toetsingsnorm brengt ook mee, dat een rechter doorgaans pas zal kunnen uitwijden over de inhoud van een gedragsnorm wanneer hem gevraagd wordt het gedrag van een actor te toetsen. Hoe hoger de drempel die de toetsingsnorm daarbij opwerpt (dus: bij divergentie), des te minder zal de rechter dan normaliter in details treden over de inhoud van de gedragsnorm voor zover dat buiten de toetsingsnorm valt. En omgekeerd: naarmate er minder verschil bestaat tussen de gedragsnorm en toetsingsnorm (dus: bij convergentie) zal de rechter dikwijls beter kunnen motiveren hoe de gedragsnorm onder de gegeven omstandigheden moet worden verstaan, waardoor de inhoud van die gedragsnorm gaandeweg meer uitkristalliseert. Het is niet eenvoudig, noch zonder gevaar, om in geval van divergentie aan sterk contextuele en negatief geformuleerde rechterlijke overwegingen bij toepassing van een toetsingsnorm allerlei gevolgtrekkingen te verbinden voor een meer algemene invulling van de voorliggende, positief geformuleerde gedragsnorm. Wij wijzen er daarbij nog op, dat voor ons het onderscheid tussen gedragsnorm en toetsingsnorm niet geheel samenvalt met bijvoorbeeld beantwoording van de vraag of een bestuurder ex art. 2:9 lid 2 BW aansprakelijk is jegens de vennootschap vanwege onbehoorlijk bestuur. Aansprakelijkheid op deze grond vergt dat de bestuurder in de omstandigheden van het geval een ernstig verwijt gemaakt kan worden. 8 Ernstig verwijt is een aansprakelijkheidsmaatstaf die uit meer elementen is opgebouwd dan schending van een gedragsnorm (vast te stellen door toepassing van de bijbehorende toetsingsnorm) alleen. 9 Deze nuancering valt ook buiten het kader van bestuurdersaansprakelijkheid te maken. Iets vergelijkbaars speelt bijvoorbeeld bij de vraag of aanleiding bestaat tot toewijzing van een enquêteverzoek ex art. 2:345 lid 1 BW, hetgeen mede 7. Die bevordert dat de rechter ook dan daadwerkelijk bij alleen onmiskenbare schending van de gedragsnorm tot zo n schending kan concluderen. 8. Zie o.a. HR 10 januari 1997, NJ 1997/360 (Staleman/Van de Ven), waarop art. 2:9 lid 2 BW zoals die bepaling sinds 1 januari 2013 luidt voortborduurt. 9. In het bijzonder ook uit het element toerekenbaarheid van de gedragnormschending aan de bestuurder, in termen van schuld. Zie bijvoorbeeld het mechanisme van art. 6:162 lid 2-3 BW voor het onderscheid tussen schending van een gedragsnorm en toerekening daarvan aan de actor. Zie nader B.F. Assink W.J. Slagter, Compendium Ondernemingsrecht, Deventer: Kluwer 2013, 51.9, 51.10, 51.12,

19 B.F. ASSINK EN J.M. DE JONGH vergt 10 dat gelet op alle omstandigheden van het geval sprake is van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken van de vennootschap ex art. 2:350 lid 1 BW. Dit laatste hangt niet automatisch op de vermoede schending van een gedragsnorm (vast te stellen door toepassing van de bijbehorende toetsingsnorm) alleen, nu deze enquêterechtelijke maatstaf draait om de bredere vraag of een behoorlijke kans bestaat dat uit het onderzoek zal blijken van onjuist beleid of zelfs wanbeleid. Een enkele vermoede gedragsnormschending zal daartoe kunnen volstaan, maar dat is geen wet van Meden en Perzen nu daarbij naast het soortelijk gewicht van de gedragsnorm(schending) bijvoorbeeld ook van belang kan zijn de ernst en/of frequentie van de normschending. 11 Voor het laten divergeren van gedragsnorm en toetsingsnorm kunnen uiteenlopende motieven worden aangevoerd. Divergentie kan mede zijn ingegeven door het maatschappelijk belang dat wordt tegengegaan dat ondernemende bestuurders van vennootschappen hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen vanwege een onjuiste perceptie van de kans op rechterlijke interventie met persoonlijke gevolgen, waardoor zij een gelet op hun taakopdracht te risicomijdende grondhouding aannemen. 12 Naast het tegengaan van een dergelijke negatieve prikkel, kan divergentie bijvoorbeeld ook in meer positieve zin onderstrepen dat een bestuurder in die hoedanigheid vertrouwen wordt geschonken en zo bevorderend werken voor authentieke loyaliteit van de bestuurder 13 bij zijn taakvervulling: het oprecht en gemotiveerd het beste uit zichzelf willen halen ten behoeve van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming (en met inachtneming van de kenbare belangen van daarbij betrokkenen), 14 ook als daarvan afwijkend 10. Wij abstraheren hier van de realiteit dat de Ondernemingskamer ter zake een discretionaire bevoegdheid heeft (art. 2:345 lid 1 BW gaat uit van kan ) en een belangenafweging dient te verrichten, als op zich gebleken is van gegronde redenen te twijfelen aan een juist beleid of juiste gang van zaken ex art. 2:350 lid 1 BW. Zie nader Assink Slagter 2013, Zie nader Assink Slagter 2013, Zie ook Timmerman 2009 (noot 70). 12. Aldus inmiddels HR 5 september 2014, RvdW 2014/1014 (Hezemans Air/X.) en HR 5 september 2014, RvdW 2014/1016 (RCI Financial Services/X.), voortbouwend op HR 20 juni 2008, NJ 2009/21 (Willemsen Beheer/NOM) waarin de Hoge Raad nog aansluiting zoekt bij het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming in kwestie. 13. Te onderscheiden van instrumentele loyaliteit: dat is niet honest by character maar honest by choice, in de woorden van Kay 2010, p Zie daarover o.a. HR 4 april 2014, NJ 2014/286 (Cancun Holding), waarin de Hoge Raad onder meer overwoog dat [i]ndien aan de vennootschap een onderneming is verbonden, het vennootschapsbelang in de regel vooral [wordt] bepaald door het bevorderen van het bestendige succes van deze onderneming. Zie nader A-G Timmerman in nr voor die beschikking, Assink Slagter 2013, 51.5 (p. 945 e.v.) en De Jongh 2014, nr

20 GEDRAGSNORM, ENQUÊTERECHT EN AANDEELHOUDER gedrag persoonlijk voordeel zou kunnen opleveren maar naar verwachting niet direct geraakt zou worden door juridische of buiten-juridische sancties. 15 Wij maken hier de tweede stap in ons betoog: de relevantie van het procedurele kader voor de ontwikkeling van gedragsnormen. 3. Stap 2: de relevantie van het procedurele kader voor de ontwikkeling van gedragsnormen In het vennootschapsrecht kan een (beweerde) schending van één gedragsnorm in verschillende procedures ter discussie worden gesteld. Dit verschijnsel is niet typerend voor het vennootschapsrecht, maar valt ook elders waar te nemen: een feitencomplex en de daarop gebaseerde vordering kan bijvoorbeeld zowel in een kort geding als in een bodemprocedure aan de rechter worden voorgelegd. De beoordeling door de rechter is mede afhankelijk van de gekozen rechtsingang, meer specifiek het daaraan inherente procedurele kader. Kenmerkend voor het vennootschapsrecht is wel de relatief grote verscheidenheid aan rechtsingangen, elk met weer bepaalde mogelijkheden en beperkingen. Zo kan een bepaald feitencomplex, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, door de rechter worden beoordeeld in het kader van een vordering tot vernietiging van een bepaald besluit van een orgaan van de vennootschap maar ook in het kader van een enquêteprocedure. 16 Het toepasselijke procedurele kader blijkt niet zonder belang te zijn voor de ontwikkeling van gedragsnormen. Een mooi praktijkvoorbeeld van dit laatste biedt het geschil over het dividendbeleid van KLM. Een kleine groep aandeelhouders van KLM wilde niet ingaan op het openbaar bod van Air France in Nadat Air France het bod gestand had gedaan en de beursnotering van KLM was beëindigd, bleef een aantal KLM-aandeelhouders achter met een gezamenlijk belang van bijna 4% van de gewone aandelen in het geplaatst kapitaal van KLM. Air France verkreeg ruim 96% van de (overige) gewone aandelen in het geplaatst kapitaal van KLM, alsmede alle prioriteitsaandelen in 15. Dit effect kan worden versterkt door het toepassen van de figuur vrijtekening (exoneratie), waardoor in wezen de toetsingsnorm lichter wordt gemaakt. Keerzijde van de medaille is dat (ook) bij divergentie het vertrouwen in bestuurders zo nu en dan op de proef wordt gesteld, doordat bestuurders in hun gedragslijn de ondergrens van de toetsingsnorm opzoeken (en die overschrijden); dat is nu eenmaal de realiteit. Daarbij valt mede aan te tekenen dat door de contextuele aard van de te verrichten rechterlijke toetsing die ondergrens vooraf veelal niet haarscherp te trekken valt, wat al te calculerend gedrag tegengaat, en dat handelen te kwader trouw in de regel hoe dan ook niet door de beugel van het recht kan. Zie nader Assink 2007, nr. 22.a en Assink Slagter 2013, 51.10, (p ). Ten slotte wijzen wij op de relativering van O. O Neill, A Question of Trust, Cambridge: Cambridge University Press 2002, dat [i]t is happier sometimes to be cheated than not to trust. 16. Waarin welbeschouwd ook een kort geding element is ingebouwd, via art. 2:349a BW. 5

21 B.F. ASSINK EN J.M. DE JONGH het geplaatst kapitaal van KLM. Een uitkoop van de minderheidsaandeelhouders op de voet van art. 2:92a BW behoorde niet tot de mogelijkheden, omdat kort gezegd een gedeelte van de gewone aandelen moest worden gecertificeerd om landingsrechten van KLM te behouden. Enkele minderheidsaandeelhouders van KLM kwamen vervolgens in verzet tegen de in hun ogen te lage dividenduitkeringen door KLM die sindsdien hadden plaatsgevonden. Op een aandeel KLM werd evenveel dividend uitgekeerd als op een aandeel Air France (inmiddels herdoopt tot Air France KLM, afgekort AFKLM), 17 terwijl KLM veel beter presteerde dan haar Franse zuster. De minderheidsaandeelhouders vorderden daarom vernietiging van kort gezegd het dividendbesluit van KLM over het boekjaar 2007/2008, meer in het bijzonder vernietiging (i) van het prioriteit-besluit tot reservering van ruim 90% van de winst en (ii) van het AvA-besluit tot uitkering van het restant. De minderheidsaandeelhouders voerden onder meer aan dat in het statutair vereiste voorafgaande overleg tussen de prioriteit met het bestuur en de RvC van KLM niet was gesproken over de positie van de minderheidsaandeelhouders. Zij benadrukten dat zij sinds het einde van de beursnotering nauwelijks exitmogelijkheden hadden en dat zij voor het rendement op hun aandelen voornamelijk afhankelijk waren van het dividend op hun aandelen. In hoeverre waren de prioriteit, het bestuur en de RvC van KLM gehouden de belangen van de minderheidsaandeelhouders mee te wegen in hun handelwijze ter zake? Wat was, in andere woorden, de gedragsnorm voor deze actoren ter zake? Uit art. 2:8 lid 1 BW vloeit voort dat de vennootschap (KLM) zorgvuldigheid moet betrachten met betrekking tot de belangen van al haar aandeelhouders, zo overwoog de Hoge Raad. 18 De uitwerking van deze zorgvuldigheidsplicht hangt af van de omstandigheden van het geval, waarbij in aanmerking mag worden genomen dat sprake is van minderheidsaandeelhouders en een meerderheidsaandeelhouder. Omdat AFKLM niet alleen alle prioriteitsaandelen in het geplaatst kapitaal van KLM hield, maar ook certificaathouder en grootaandeelhouder van de overige KLM-aandelen was, diende zij de nodige zorgvuldigheid te betrachten met betrekking tot de belangen van de minderheidsaandeelhouders, aldus de Hoge Raad. De door de Hoge Raad in navolging van het hof geformuleerde gedragsnormen zijn betrekkelijk algemeen. De Hoge Raad noch het hof voelde zich geroepen al te veel in detail te treden. Wel wijdde de Hoge Raad een overweging aan de te hanteren toetsingsnorm: de rechter past terughoudendheid bij de beoordeling van de vraag of een orgaan van een rechtspersoon bij het nemen van een besluit alle in aanmerking komende belangen heeft afgewogen en daarbij de nodige zorgvuldigheid heeft betracht. De weinig uitgewerkte 17. Hierna AFKLM. 18. HR 23 juli 2013, NJ 2013/461 (VEB/KLM), onder verwijzing naar HR 1 maart 2002, NJ 2002/296 (Zwagerman Beheer). 6

22 GEDRAGSNORM, ENQUÊTERECHT EN AANDEELHOUDER gedragsnorm en de nadruk op een terughoudende toetsing door de rechter past, zo denken wij, bij het onderhavige procedurele kader: een vordering tot vernietiging van voornoemd dividendbesluit (art. 2:15 lid 1, aanhef en onder b, BW in verbinding met art. 2:8 lid 1 BW). De drempel voor toewijzing van zo n vordering is weliswaar niet zo hoog als de drempel in art. 2:8 lid 2 BW ( naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar ), maar het gaat dan niettemin om in beginsel een forse drempel. 19 Dit laatste brengt naar onze mening mee, dat in het algemeen aan de afwijzing van een dergelijke vordering tot vernietiging van een besluit minder hoge, althans niet hogere motiveringseisen mogen worden gesteld dan aan de toewijzing van zo n vordering. In een tweede zaak betreffende het dividendbeleid van KLM werd aanzienlijk concreter ingegaan op de gedragsnormen die de betrokken actoren in acht moesten nemen. Terwijl de cassatieprocedure inzake VEB/KLM nog liep, dienden Emarcy c.s. een enquêteverzoek in met betrekking tot het dividendbeleid bij KLM over de periode en In haar toewijzende beschikking 20 overwoog de Ondernemingskamer in de kern, dat de zorgvuldigheidsplicht van KLM jegens de minderheidsaandeelhouders wordt bepaald door een clustertje aan omstandigheden van het geval. De minderheidsaandeelhouders zijn, gelet op het ontbreken van een reële exit-mogelijkheid, wat betreft het rendement aangewezen op dividenduitkeringen. Het prospectus bevatte geen concrete norm waaraan besluiten over reservering van winst en uitkering van dividend getoetst kunnen worden. Voor zover AFKLM als prioriteitsaandeelhouder stemt voor een besluit tot reservering, staat de winst in zekere zin toch tot haar beschikking. Het statutaire doel van KLM omvat namelijk mede het dienen van het belang van de groep AFKLM. In zoverre bestaat er een tegenstrijdig belang tussen AFKLM en de minderheidsaandeelhouders die afhankelijk zijn van dividend. Het statutair vereiste overleg tussen de prioriteit en het bestuur en de RvC van KLM waarborgt dat rekening wordt gehouden met de belangen van onder andere de minderheidsaandeelhouders van KLM. Dit laatste geldt te meer in het licht van het ontbreken van een concrete norm waaraan dividendbesluiten getoetst kunnen worden. 19. Zie nader Assink Slagter 2013, 11, 17.5 (p. 326 e.v.). 20. OK 9 januari 2014, JOR 2014/97 (KLM). Tegen deze beschikking is cassatieberoep ingesteld. A-G Timmerman heeft zijn conclusie genomen nadat de kopij voor deze bundel was afgesloten en voordat hij kennis kon nemen van dit opstel (wij namen derhalve evenmin kennis van zijn conclusie voordat voornoemde kopij was afgesloten). 7

23 B.F. ASSINK EN J.M. DE JONGH Vervolgens toetste de Ondernemingskamer vrij uitvoerig de hoogte van de dividenduitkeringen in verhouding tot de winst en vergeleek zij deze met de uitkeringen op aandelen AFKLM. 21 Het gaat ons hier niet om de vraag of al deze overwegingen van de Ondernemingskamer (niet on)juist en (niet on)toereikend gemotiveerd zijn; hierover vindt nog debat in cassatie plaats. Het gaat ons om iets anders: deze vergelijking tussen de vernietigingsprocedure en de enquêteprocedure illustreert de relevantie van het procedurele kader ten aanzien van de beoordeling van (min of meer) hetzelfde feitencomplex, en met name het potentieel van het enquêterecht tot ontwikkeling van gedragsnormen. In de vernietigingsprocedure staat de aantasting van een specifiek besluit van KLM centraal, terwijl de enquêteprocedure waarmee een palet aan doeleinden kan worden nagestreefd, dat zich niet beperkt tot aantasting van besluiten van organen van de vennootschap 22 draait om bepaald beleid van KLM over een bepaalde periode. Dit laatste brengt mee, dat de Ondernemingskamer in een enquêteprocedure doorgaans vanuit een breder blikveld een bepaald feitencomplex kan beoordelen dan een rechtbank of gerechtshof in een vernietigingsprocedure. In vergelijkbare zin schreef A-G Timmerman in zijn conclusie in de eerste cassatieprocedure tussen VEB en KLM: De ondernemingskamer zal haar oordeel over gegronde twijfel aan een juist beleid (wanbeleid) ( ) veelal baseren op een samenstel van omstandigheden. Deze omstandigheden zullen wellicht ieder afzonderlijk niet voldoende gewicht hebben om dit oordeel te rechtvaardigen, maar kunnen in voorkomende gevallen in onderlinge samenhang wél voldoende dragend zijn. Hieruit vloeit voort dat de ondernemingskamer ( ) gehouden kan zijn om afzonderlijke gebeurtenissen betrekkelijk inhoudelijk te beoordelen, ook indien deze afzonderlijk beschouwd niet kunnen leiden tot het oordeel gegronde twijfel aan een juist beleid (wanbeleid). Hoewel het soortelijk gewicht van een afzonderlijke schending van een gedragsnorm betrekkelijk 21. Ook in OK 6 juni 2011, JOR 2011/282 (JeeZet) formuleerde de Ondernemingskamer inzake dividendbeleid aanzienlijk concretere gedragsnormen. De Ondernemingskamer, voortbouwend op HR 1 maart 2002, NJ 2002/296 (Zwagerman Beheer), benadrukte dat daarbij een zorgvuldige belangenafweging dient plaats te vinden. In beginsel dient de winst aan de aandeelhouders te worden uitgekeerd, behoudens voor zover het vennootschapsbelang noopt tot reservering. Het gedurende een onbepaalde tijd handhaven van een beleid waarbij alle winst wordt gereserveerd zal in het algemeen niet gerechtvaardigd zijn. Het dividendbeleid dient bovendien kenbaar te zijn voor de aandeelhouders en te worden gemotiveerd, aldus nog steeds de Ondernemingskamer. 22. Al is dit laatste wel mogelijk. Zie art. 2:356 sub a BW over de mogelijkheid tot schorsing of vernietiging van een besluit van de bestuurders, van commissarissen, van de algemene vergadering of van enig ander orgaan van de rechtspersoon, indien kort gezegd desverzocht wanbeleid ex art. 2:355 lid 1 BW is vastgesteld door de Ondernemingskamer en tevens is verzocht om het treffen van één of meer voorzieningen. 8

24 GEDRAGSNORM, ENQUÊTERECHT EN AANDEELHOUDER licht kan zijn, kan een groot aantal geringe schendingen van gedragsnormen ( ) uiteindelijk optellen tot het oordeel gegronde twijfel aan een juist beleid. 23 Kortom: het procedurele kader beïnvloedt in theorie niet zozeer de juridische inhoud van een gedragsnorm, maar bepaalt in de praktijk veeleer de mate waarin de rechter die gedragsnorm ingekleurd door het feitencomplex zal kunnen concretiseren. Het enquêterecht is in het bijzonder geëigend voor concretisering van gedragsnormen. Het door art. 2:350 lid 1 BW vereiste oordeel is immers afhankelijk van inhoud en strekking van het verzoek beleidsmatig ingebed en kan, zoals hiervoor aangestipt, bijvoorbeeld worden gestut door meerdere gedragsnormschendingen met een relatief lichte signatuur (in termen van zwaarte van de norm en/of schending van de norm) die in onderling verband en samenhang bezien de vereiste redenen tot twijfel ex art. 2:350 lid 1 BW opleveren: in wezen een holistische benadering. Dit laatste heeft weer tot gevolg, dat het antwoord op de vraag of de toegang tot het enquêterecht open staat voor deze of gene partij feitelijk van invloed kan zijn op de ontwikkeling van gedragsnormen in rechte, in het bijzonder door de Ondernemingskamer (en uiteindelijk de Hoge Raad). Een verruiming van die toegang kan uitmonden in versnelde ontwikkeling van die gedragsnormen, bijvoorbeeld ten aanzien van aandeelhouders waarop vooralsnog afgezet tegen bestuurders en commissarissen wat minder de nadruk ligt in de rechtspraak. Een ontwikkeling die toch al zou passen bij de rol van de Ondernemingskamer en het enquêterecht, waarbinnen zij aldus de Hoge Raad 24 betekenis mag toekennen aan het belang van de rechtsvorming en de mogelijke voorbeeldfunctie van haar uitspraak. 25 Wij maken hier de derde stap in ons betoog: de toegang tot het enquêterecht voor de vennootschap. 4. Stap 3: de toegang tot het enquêterecht voor de vennootschap Tegen deze achtergrond zou een per 1 januari 2013 doorgevoerde aanpassing van het enquêterecht die primair ligt in de formele sfeer, namelijk betreffende de geïntroduceerde enquêtebevoegdheid van de vennootschap (de rechtspersoon in de zin van art. 2:345 lid 1 BW), ook materieelrechtelijke gevolgen kunnen hebben. Vóór 1 januari 2013 kon een vennootschap het gedrag van bijvoorbeeld één of meer van haar aandeelhouders weliswaar als verweerder ter discussie stellen nadat één of meer andere betrokkenen binnen de kring van art. 2: BW 23. A-G Timmerman in nr. 3.8 voor HR 23 juli 2013, NJ 2013/461 (VEB/KLM). 24. HR 10 januari 1990, NJ 1990/466 (Ogem Holding). 25. Zie nader Assink Slagter 2013, 90 (p. 1583), 92.2, 93.2, 93.4,

Inhoud. De redactie Ten geleide

Inhoud. De redactie Ten geleide Inhoud De redactie Ten geleide VII B.F. Assink en J.M. de Jongh Gedragsnorm, enquêterecht en aandeelhouder 1 1. Inleiding 1 2. Stap 1: een korte schets van de noties gedragsnorm en toetsingsnorm 2 3. Stap

Nadere informatie

Gedragsnorm, enquêterecht en aandeelhouder

Gedragsnorm, enquêterecht en aandeelhouder B.F. Assink en J.M. de Jongh Gedragsnorm, enquêterecht en aandeelhouder Happiness is where you find it, not where you go in search of it. 1 1. Inleiding In dit opstel 2 besteden wij in vier stappen aandacht

Nadere informatie

IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT. Mr. F. Veenstra

IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT. Mr. F. Veenstra IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT Mr. F. Veenstra Kluwer - Deventer - 2010 Uitgebreide inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 1 1.1 Onderwerp en probleemstelling 1 1.2 Aanleiding

Nadere informatie

COMPENDIUM VAN HET ONDERNEMINGSRECHT

COMPENDIUM VAN HET ONDERNEMINGSRECHT COMPENDIUM VAN HET ONDERNEMINGSRECHT DOOR MR. W.J. SLAGTER Emeritus hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, oud-staatsraad i.b.d. met medewerking van dr. J.C.K.W. Bartel, Staatsraad, prof. mr.

Nadere informatie

DEEL I DE RECHTSMACHT 1

DEEL I DE RECHTSMACHT 1 VOORWOORD V DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 DE GRONDWET 3 1 Waarborg 3 2 Exclusiviteit 4 3 Doorbreking bij de wet 5 4 Het begrip rechterlijke macht 5 5 Burgerlijke rechten 6 6 Conclusie burgerlijke en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen /XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen /XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen /XI HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 1.1 Inleiding / 1 1.1.1 Probleemstelling / 2 1.1.2 Plan van aanpak en verantwoording / 2 1.2 De positie van de bestuurder binnen de vennootschap

Nadere informatie

Afkortingen en verkorte aanduidingen 15 I Afkortingen 15 II Verkorte aanduidingen 18

Afkortingen en verkorte aanduidingen 15 I Afkortingen 15 II Verkorte aanduidingen 18 Afkortingen en verkorte aanduidingen 15 I Afkortingen 15 II Verkorte aanduidingen 18 1 Inleiding 21 1.1 Op het snijvlak van vennootschapsrecht en procesrecht: corporate litigation 21 1.2 Bevoegde rechter

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 1 januari 2016 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de taken

Nadere informatie

Voorwoord Lijst van gebruikte afkortingen. Vijf fundamentele veranderingen in het ondernemingsrecht 1

Voorwoord Lijst van gebruikte afkortingen. Vijf fundamentele veranderingen in het ondernemingsrecht 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Lijst van gebruikte afkortingen V XVII Hoofdstuk 1. Vijf fundamentele veranderingen in het ondernemingsrecht 1 L. Timmerman 1.1 Inleiding 1 1.2 De N.V. en B.V. als potentieel open

Nadere informatie

VEREENIGING PREADVIEZEN. Europa! Europa? De invloed van het Europese vennootschaps- en effectenrecht nu en in de toekomst. Prof. mr. M.L.

VEREENIGING PREADVIEZEN. Europa! Europa? De invloed van het Europese vennootschaps- en effectenrecht nu en in de toekomst. Prof. mr. M.L. VEREENIGING PREADVIEZEN Europa! Europa? De invloed van het Europese vennootschaps- en effectenrecht nu en in de toekomst Prof. mr. M.L. Lennarts Mr. J. Roest Mr. S.F.G. Rammeloo Mr. E. Prof. mr. R.P. Raas

Nadere informatie

Hoofdstuk I Beperkte rechterlijke toetsing van bestuurlijk gedrag binnen het vennootschapsrecht

Hoofdstuk I Beperkte rechterlijke toetsing van bestuurlijk gedrag binnen het vennootschapsrecht Inhoudsopgave Lijst van frequent gebruikte afkortingen XV Ten geleide 1 HET EERSTE LUIK Hoofdstuk I Beperkte rechterlijke toetsing van bestuurlijk gedrag binnen het vennootschapsrecht 1. Inleiding 7 2.

Nadere informatie

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen.

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen. 32 512 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht in verband met de bevoegdheid tot aanpassing en terugvordering van bonussen van bestuurders en dagelijks beleidsbepalers

Nadere informatie

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht Rechtspersonenrecht Deel II De naamloze en besloten vennootschap Derde druk Bewerkt door: Mr. G. van Solinge Hoogleraar aan

Nadere informatie

Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie?

Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie? Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie? Prof. mr. drs. I.S. Wuisman Mr. dr. R.A. Wolf Leiden Revisited, 9 september 2014 Programma Introductie; Statutair instructierecht;

Nadere informatie

Praktijkleergang Ondernemingsrecht

Praktijkleergang Ondernemingsrecht Praktijkleergang Ondernemingsrecht 7-daagse praktijkleergang september 2015 december 2015 *basisniveau Doel van de praktijkleergang Ondernemingsrecht: Opfrissen van de huidige kennis van het ondernemingsrecht

Nadere informatie

Van de BV en de NV DOOR MR. P. VAN SCHILFGAARDE. Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen en Utrecht Advocaat te 's-gravenhage.

Van de BV en de NV DOOR MR. P. VAN SCHILFGAARDE. Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen en Utrecht Advocaat te 's-gravenhage. Van de BV en de NV DOOR MR. P. VAN SCHILFGAARDE Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen en Utrecht Advocaat te 's-gravenhage Negende druk De eerste t/m de vijfde druk van dit boek zijn verschenen

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 1 januari 2014 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de taken

Nadere informatie

Praktijkleergang Ondernemingsrecht

Praktijkleergang Ondernemingsrecht Praktijkleergang Ondernemingsrecht 7-daagse praktijkleergang / september 2014 december 2014 *basisniveau Doel van de praktijkleergang Ondernemingsrecht: Opfrissen van de huidige kennis van het ondernemingsrecht

Nadere informatie

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 14 oktober 2011 Referentie: B2011.51 Betreft:

Nadere informatie

DE KAPITAALVERSCHAFFER ZONDER STEMRECHT IN DE BV

DE KAPITAALVERSCHAFFER ZONDER STEMRECHT IN DE BV DE KAPITAALVERSCHAFFER ZONDER STEMRECHT IN DE BV The provider of capital without voting rights of the Dutch private company with liability PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit

Nadere informatie

INHOUD AFKORTINGEN / 13 VERKORT AANGEHAALDE WERKEN / 15

INHOUD AFKORTINGEN / 13 VERKORT AANGEHAALDE WERKEN / 15 INHOUD AFKORTINGEN / 13 VERKORT AANGEHAALDE WERKEN / 15 1. INLEIDING / 17 1 De vennootschap als rechtspersoon en deelrechtsorde / 17 2 Vennootschap en onderneming / 20 3 Organisatie en doelstelling / 24

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van leidinggevenden

Aansprakelijkheid van leidinggevenden Aansprakelijkheid van leidinggevenden naarprivaatrechtelijke, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatstaven Mr. S.N. devalk Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud Woord vooraf Körte inhoudsopgave Uitgebreide

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Woord vooraf / V. Lijst van gebruikte afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 Enkele begrippen / 1

INHOUDSOPGAVE. Woord vooraf / V. Lijst van gebruikte afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 Enkele begrippen / 1 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf / V Lijst van gebruikte afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Enkele begrippen / 1 1.1 Onderneming / 1 1.2 Juridische organisatie / 3 1.3 Zeggenschap / 5 1.4 Ondernemingsvermogen /

Nadere informatie

De juridische organisatie van de onderneming

De juridische organisatie van de onderneming De juridische organisatie van de onderneming prof. mr. A.F.M. Dorresteijn dr. R.H. van het Kaar Tiende herziene druk Deventer - 2008 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf/v Lijst van gebruikte afkortingen / XI Hoofdstuk

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding en algemene bepalingen

Inhoud. Inleiding en algemene bepalingen Inhoud I 1 2 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 II 17 18 1 20 Inleiding en algemene bepalingen Plaatsbepaling van het rechtspersonenrecht Rechtspersoon en rechtspersoonlijkheid Rechtssubject Gelijkstelling

Nadere informatie

Praktijkleergang Ondernemingsrecht

Praktijkleergang Ondernemingsrecht Praktijkleergang Ondernemingsrecht 7-daagse praktijkleergang maart 2016 juni 2016 *basisniveau Doel van de praktijkleergang Ondernemingsrecht: Opfrissen van de huidige kennis van het ondernemingsrecht

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf. Voorwoord

Inhoudsopgave. Woord vooraf. Voorwoord Inhoudsopgave Woord vooraf Voorwoord V VII Hoofdstuk 1. Inleiding en plan van behandeling 1 1. Inleiding 1 2. Plan van behandeling 2 3. Resultaat van het onderzoek 5 4. Voorstel voor een andere benadering

Nadere informatie

Aansprakelijkheid commissarissen

Aansprakelijkheid commissarissen 1 november 2012 Aansprakelijkheid commissarissen Suzan Winkels-Koerselman Turnaround Advocaten Een klein, modern en gespecialiseerd advocatenkantoor Digitaal dossier Wij bieden de inzet van ervaren onafhankelijke

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

Deponering, publicatie en verzet

Deponering, publicatie en verzet Deponering, publicatie en verzet Een onderzoek naar de procedures rond vereffening, omzetting, kapitaalvermindering, fusie, splitsing en beeindiging van de overblijvende aansprakelijkheid uit een 403-verklaring

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Praktijkleergang Ondernemingsrecht

Praktijkleergang Ondernemingsrecht Praktijkleergang Ondernemingsrecht 7-daagse praktijkleergang maart 2017 juni 2017 *basisniveau Doel van de praktijkleergang Ondernemingsrecht: Opfrissen van de huidige kennis van het ondernemingsrecht

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

OMZETTING ALS RECHTSVORMWIJZIGING. Birgit Snijder-Kuipers

OMZETTING ALS RECHTSVORMWIJZIGING. Birgit Snijder-Kuipers OMZETTING ALS RECHTSVORMWIJZIGING Birgit Snijder-Kuipers Kluwer - Deventer - 2010 Inhoudsopgave Woord vooraf Lijst van gebruikte afkortingen V XV Hoofdstuk 1. Inleiding 1 1.1 Begrip 'omzetting' 1 1.2 Doel

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 1 januari 2018 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de taken

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 11 november 2013 heeft ontvangen.

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 11 november 2013 heeft ontvangen. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-007 d.d. 31 januari 2014 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG, prof. mr. F.R. Salomons, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

NEDERLANDS ONDERNEMINGSRECHT IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF

NEDERLANDS ONDERNEMINGSRECHT IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF NEDERLANDS ONDERNEMINGSRECHT IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF Mr. L.J. Hìjmans van den Bergh Prof. mr. Gerard van Solinge Mr. T. de Waard Prof. mr. Jaap Winter Prof. mr. L. Timmerman Prof. mr. H.J. de

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: De vennootschappelijke verhoudingen

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: De vennootschappelijke verhoudingen INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Inleiding... 1 1. Onderwerp van onderzoek... 1 2. Probleemstelling... 4 3. Verantwoording... 5 4. Werkwijze... 7 5. Afbakening en terminologie... 9 6. Plan van behandeling...

Nadere informatie

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Programma I. Introductie II. Aansprakelijkheid Bestuurders

Nadere informatie

Symposium SCGOP 27 augustus 2003

Symposium SCGOP 27 augustus 2003 Symposium SCGOP 27 augustus 2003 Prof. mr S.R. Schuit steven.schuit@allenovery.com I Het overzicht NL - UK - G - F Wat zijn de grote verschillen? (met name van belang voor institutionele beleggers) II

Nadere informatie

Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij

Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij Prof. PL. Dijk en Mr. T.J. van der Ploeg Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij Vierde herziene druk bewerkt door Mw. mr. C.H.C. Overes Universitair docent aan de Vrije

Nadere informatie

De rechtspersoon als enquêtegerechtigde

De rechtspersoon als enquêtegerechtigde De rechtspersoon als enquêtegerechtigde M r. S. C. v a n G e n d t * Inleiding Het enquêterecht is een belangrijk instrument voor de beslechting van conflicten binnen ondernemingen. De Ondernemingskamer

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 20 februari 2019 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de

Nadere informatie

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate Governance Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate governance Relevante bronnen van regelgeving (in volgorde van belangrijkheid) (Uitgangspunt

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Veel gebruikte afkortingen / XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding en onderzoeksvragen / 1

INHOUDSOPGAVE. Veel gebruikte afkortingen / XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding en onderzoeksvragen / 1 INHOUDSOPGAVE Veel gebruikte afkortingen / XI HOOFDSTUK 1 Inleiding en onderzoeksvragen / 1 1.1 Arbeidsrecht en insolventierecht: een spanningsveld / 1 1.2 Begripsbepaling / 4 1.3 Probleemstelling en onderzoeksvragen

Nadere informatie

De algemene vergadering en de ondernemingsraad: perfect strangers?

De algemene vergadering en de ondernemingsraad: perfect strangers? De algemene vergadering en de ondernemingsraad: perfect strangers? Deze presentatie is beschikbaar op legalbusinessday.nl Marnix Holtzer Johanna Schermer Contact Marnix Holtzer E: marnix.holtzer@dlapiper.com

Nadere informatie

Samenvatting Ondernemingsrecht R10343

Samenvatting Ondernemingsrecht R10343 Samenvatting Ondernemingsrecht R10343 Auteur: Dick Tillema Datum: 18 januari 2016 Opleiding: OU Bachelor Bedrijfskunde Ondernemingsrecht OU DT, januari juni 2016 Pag. 1 Hoofdstuk 1. Inleiding Nav Dorresteijn

Nadere informatie

Sponsoring van verenigingen en stichtingen. Mr. S. G. M. Buys

Sponsoring van verenigingen en stichtingen. Mr. S. G. M. Buys Sponsoring van verenigingen en stichtingen Mr. S. G. M. Buys Kluwer Deventer 1998 Inhoudsopgave Woord vooraf Lijst van afkortingen V VII I Sponsoring, ontwikkeling en definiering 1 1.1 Inleiding 1 Internationale

Nadere informatie

De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus EH Den Haag. Geachte heer Dekker,

De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus EH Den Haag. Geachte heer Dekker, De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH Den Haag doorkiesnummer 088-361 33 17 onderwerp Advies voorontwerp bedenktijd beursvennootschappen Strategie bezoekadres Kneuterdijk

Nadere informatie

GRONDSLAGEN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID

GRONDSLAGEN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID GRONDSLAGEN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID EEN MAATPAK VOOR DE BOARD ROOM D.A.M.H.W. Strik Kluwer - Deventer - 2010 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen XIII Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Ter introductie

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid. Jaap van der Meer advocaat

Bestuurdersaansprakelijkheid. Jaap van der Meer advocaat Bestuurdersaansprakelijkheid Jaap van der Meer advocaat Turnaround Advocaten Turnaround Advocaten is een klein en modern gespecialiseerd advocaten kantoor. Digitaal dossier. Wij bieden de inzet van zeer

Nadere informatie

Onrechtmatige overheidsdaad

Onrechtmatige overheidsdaad s tu diepock et s p r i v a a t r e c h t 28 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter derde druk Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange 2000 W.E.J. Tjeenk Willink

Nadere informatie

5 De zorgvuldige bestuurder of commissaris van een NV of BV

5 De zorgvuldige bestuurder of commissaris van een NV of BV 5 De zorgvuldige bestuurder of commissaris van een NV of BV Y.L.L.A.M. Delfos-Roy 1 INLEIDING Een bestuurder staat tot de vennootschap 1 in een vennootschappelijke betrekking. Deze verhouding is tweeledig:

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

EXTRA- VERPLICHTINGEN VAN LEDEN EN AANDEELHOUDERS

EXTRA- VERPLICHTINGEN VAN LEDEN EN AANDEELHOUDERS EXTRA- VERPLICHTINGEN VAN LEDEN EN AANDEELHOUDERS Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechtsgeleerdheid PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 483 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met kwijting aan bestuurders en commissarissen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

DE ROL VAN NEDERLANDSE WERKNEMERS(VERTEGENWOORDIGERS) BIJ EEN GRENSOVERSCHRIJDENDE JURIDISCHE FUSIE

DE ROL VAN NEDERLANDSE WERKNEMERS(VERTEGENWOORDIGERS) BIJ EEN GRENSOVERSCHRIJDENDE JURIDISCHE FUSIE DE ROL VAN NEDERLANDSE WERKNEMERS(VERTEGENWOORDIGERS) BIJ EEN GRENSOVERSCHRIJDENDE JURIDISCHE FUSIE Een onderzoek naar de vennootschappelijke en ondernemingsrechtelijke medezeggenschapsrechten van de Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting Rapport van bevindingen van de SER-commissie Evenwichtig Ondernemingsbestuur

Samenvatting Rapport van bevindingen van de SER-commissie Evenwichtig Ondernemingsbestuur 3 Samenvatting Rapport van bevindingen van de SER-commissie Evenwichtig Ondernemingsbestuur Dit rapport gaat over de positie van werknemers bij Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen. Het is opgesteld

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: 19 oktober 2010 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, Graag doe ik u het standpunt van de Commissie vennootschapsrecht

Nadere informatie

ONDERNEMINGSRECHT EN ZORG

ONDERNEMINGSRECHT EN ZORG ONDERNEMINGSRECHT EN ZORG Nieuwe regels voor bestuurders en toezichthouders 27/11/2014 1 Problemen in semi-publieke sector, ook in de zorg Vergoedingen staan onder druk Bezuinigingen en dreigende ontslagen

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

HET PENSIOENFONDS ALS VERMOGENSBEHEERDER

HET PENSIOENFONDS ALS VERMOGENSBEHEERDER HET PENSIOENFONDS ALS VERMOGENSBEHEERDER EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen

Nadere informatie

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht 11 e Handelsmissie Zaken doen met de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht Vrijdag 7 mei 2010 Avila Hotel, Curaçao Mr. K. Frielink 14.50 15.15 uur Er zal op

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates (On)gelijkheid van aandeelhouders Updates TvOB- symposium 13 maart 2015 mr. dr. R.A. (Rogier) Wolf Steins Bisschop & Schepel Universiteit Leiden Universiteit Maastricht (ICGI) Wat gaan we doen? 1. Update

Nadere informatie

Highlights van de Flex BV

Highlights van de Flex BV Highlights van de Flex BV Dag van de Limburgse Financial 26 september 2012 Peter Brouns en Remco Rosbeek Waarom nieuwe BV-wetgeving? Vereenvoudiging van het BV-recht Afschaffing van als nodeloos ervaren

Nadere informatie

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Advies inzake het Ambtelijk Voorontwerp aanpassing en terugvordering bonussen

Nadere informatie

Uw nummer (letter): 2016/ Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: Willemstad, 20 juli 2016

Uw nummer (letter): 2016/ Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: Willemstad, 20 juli 2016 Aan De Minister van Economische Ontwikkeling De heer E. Rhuggenaath AmiDos Building, Pletterijweg 43 Curaçao Uw nummer (letter): 2016/018577 Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: 20072016.01 Willemstad,

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Restricties voor beloningen en bonusverbod: de arbeidsrechtelijke gevolgen. Eugenie Nunes Boekel De Nerée N.V. 22 maart 2012

Restricties voor beloningen en bonusverbod: de arbeidsrechtelijke gevolgen. Eugenie Nunes Boekel De Nerée N.V. 22 maart 2012 Restricties voor beloningen en bonusverbod: de arbeidsrechtelijke gevolgen Eugenie Nunes Boekel De Nerée N.V. 22 maart 2012 Overzicht relevante wet- en regelgeving / algemeen Corporate Governance Code

Nadere informatie

VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN

VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN Inhoudsopgave VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN V XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Van géén naar een diversiteit aan juridische kaders voor grensoverschrijdende fusies 1 1.2 De verhouding tussen de verschillende

Nadere informatie

Inleiding Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen (WBTR) mr drs. J.J. Kramer

Inleiding Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen (WBTR) mr drs. J.J. Kramer Inleiding Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen (WBTR) mr drs. J.J. Kramer rechtsbeginselen rechtspraak Verdrag rechtsnormen INTERNE RECHTSORDE WET GEWOONTE 1. Burgerlijk Wetboek (BW2) 2. WFT, WTZi, WHW,

Nadere informatie

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT Notariaat M&A - oktober 2012 WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT In het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

Nadere informatie

De nieuwe Flex-BV. September 2012

De nieuwe Flex-BV. September 2012 De nieuwe Flex-BV September 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten aansprakelijk

Nadere informatie

Analyse proceskansen. Geachte heer R

Analyse proceskansen. Geachte heer R te Per e-mail Ministerie van Financiën uw ref. - inzake Analyse proceskansen 10 juli 2015 Geachte heer R 1 Inleiding 1.1 Vandaag, op 10 juli 2015, heeft de tweede aandeelhoudersvergadering van de N.V.

Nadere informatie

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009 Het juridische lot van de Commissaris Mr. David Dronkers 26 november 2009 Amerikaanse toestanden? Rechtspersoon houder van rechten en plichten mythe van bestuurdersaansprakelijkheid Kentering: deep pocket-beginsel

Nadere informatie

Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK).

Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK). Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK). mr. dr. R.W.F. Hendriks, Willem II stadion te Tilburg 20 juni 2012 De STAK Certificering van aandelen is een in Nederland veel voorkomende

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

RJ-Uiting 2014-2 ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen

RJ-Uiting 2014-2 ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen RJ-Uiting 2014-2 ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen Algemeen Op 1 januari 2014 is de Wet tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

Voordracht P. van Schilfgaarde, Congres Spigt Dutch Caribbean, 22 oktober 2012. Boek 2 Curaçao per 1-1-2012. Overzicht belangrijkste wijzigingen

Voordracht P. van Schilfgaarde, Congres Spigt Dutch Caribbean, 22 oktober 2012. Boek 2 Curaçao per 1-1-2012. Overzicht belangrijkste wijzigingen Voordracht P. van Schilfgaarde, Congres Spigt Dutch Caribbean, 22 oktober 2012 Boek 2 Curaçao per 1-1-2012. Overzicht belangrijkste wijzigingen 1. Redenen voor wijziging tekst 2004: vooral Nederlandse

Nadere informatie

Overeenkomst van (ver)koop van aandelen. [naam vennootschap]

Overeenkomst van (ver)koop van aandelen. [naam vennootschap] Overeenkomst van (ver)koop van aandelen in [naam vennootschap] Tussen: 1. [Statutaire naam], statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaatsnaam] aan de [adres], hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen)

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen) Advies van de Commissie Vennootschapsrecht inzake de vraagpunten in verband met de voorbereiding van een wetsontwerp over de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht Inleiding 1. De Minister

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 8 september 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Onderwerpen Faillietverklaring versus Turboliquidatie Uitspraken HR personenvennootschappen Uitspraken Rechtbank wettelijke geschillenregeling

Nadere informatie

EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG. In het faillissement van. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMBERVILLE HOLDING B.V.

EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG. In het faillissement van. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMBERVILLE HOLDING B.V. EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG In het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMBERVILLE HOLDING B.V. Statutair gevestigd te Werkendam, kantoorhoudende aan de Prinses Christinaweg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord /V. Lijst van gebruikte afkortingen /XV. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1. HOOFDSTUK 2 Kapitaalvennootschappen /7

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord /V. Lijst van gebruikte afkortingen /XV. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1. HOOFDSTUK 2 Kapitaalvennootschappen /7 INHOUDSOPGAVE Voorwoord /V Lijst van gebruikte afkortingen /XV HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 HOOFDSTUK 2 Kapitaalvennootschappen /7 2.1 Inleiding / 7 2.2 De positie van werknemers in het vennootschapsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:2338, Bekrachtiging/bevestiging

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:2338, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:HR:2014:1651 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-07-2014 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 13/04531 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293,

Nadere informatie

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven'

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' 1 Toezicht op bestuur Op 31 mei 2011 is het wetsvoorstel bestuur en toezicht (het "Wetsvoorstel")

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid

Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid Dr. H.J.M. Nieuwenhuizen Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid Een onderzoek naar de betekenis van drie spanningsvelden bij het bepalen van defiscalewerkelijkheid Qp Kluwer Deventer - 2010 a Wolters Kluwer

Nadere informatie

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Onderzoek door mr. J.M. Blanco Fernández en prof. mr. M. van Olffen (Van der Heijden Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen) in opdracht van het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Vereniging voor Pensioenrecht civiele cassatie; wat kan en hoe?

Vereniging voor Pensioenrecht civiele cassatie; wat kan en hoe? 20 juni 2018 Vereniging voor Pensioenrecht civiele cassatie; wat kan en hoe? Prof. mr. S.F. Sagel 24 november 2017 Ook met pensioen. 2 20 juni 2018 En nu een frisse start om de hoek 3 4 24 november 2017

Nadere informatie