Evaluatie - Globaal Preventieplan

Transcriptie

1 Interne Dienst voor preventie en bescherming op het werk Evaluatie - Globaal Preventieplan Deel 1: acties inzake welzijn op het werk, interne milieuzorg en duurzaamheid 1. ORGANISATIE Doelstelling 1. Geleidelijke implementatie van de procedures en instructies - in alle provinciale diensten - die de naleving van de wettelijke bepalingen ondersteunen. Via de jaarlijkse actieplannen is deze doelstelling reeds deels verwezenlijkt. Via het JAP is het de bedoeling om te komen tot een volledige implementatie van alle processen, exclusief directiebeoordeling en audit. Met implementatie wordt hier bedoeld de toelichting van de processen. De concrete toepassing is een verantwoordelijkheid van de hiërarchische lijn. Doelstelling 2. Volledige implementatie WMD-zorgsysteem op volgende locaties (eventueel inclusief certificatie). De volledige implementatie, inclusief certificatie is een feit voor het domein Het Leen. Het PCVO Waas en Durme locatie Lokeren had zich ook geëngageerd, maar dit project is voorlopig stopgezet. Op termijn is het de bedoeling dat alle processen geïntegreerd worden in de normale werking van alle provinciale diensten en instellingen. De implementatie van het WMD-zorgsysteem wordt als doelstelling herhaald in het GPP Doelstelling 3. Beheer van belangrijke WMD-documenten; deze documenten moeten onmiddellijk beschikbaar zijn voor de eigen diensten en de toezichthoudende ambtenaren. Op de sites worden de documenten geklasseerd en bijgehouden door de preventiemedewerkers. Centraal is er ook heel wat geregeld. Via de database dossierbeheer, die gekoppeld werd aan het intranet/extranet, zijn alle keuringsverslagen online raadpleegbaar. Het is de bedoeling om nog meer documenten digitaal aan te bieden. Evaluatie GPP p 1/ 11

2 2. MOTIVATIE, SENSIBILISATIE EN COMMUNICATIE Doelstelling 4. Vorming met betrekking tot het WMD-zorgsysteem voor al diegenen die er bij betrokken worden. Zie ook doelstelling 1. De toelichting van de procesbeschrijvingen op de verschillende sites (JAP ) kan aangezien worden als vorming m.b.t. het WMD-zorgsysteem. Doelstelling 5. Ontwikkelen van een basispakket met algemene informatie over welzijn, milieu en duurzaamheid dat kan gebruikt worden voor het voltallige personeel en van specifieke pakketten voor bepaalde functies of groepen van functies. VCA wordt inmiddels als algemene vorming inzake welzijn op het werk aangeboden. Voor interne milieuzorg en duurzaamheid moet nog een pakket worden samengesteld. De toelichtingen op de locaties van de verschillende procesbeschrijvingen uit het managementsysteem voor WMD kunnen ook als algemeen vormend beschouwd worden. Doelstelling 6. Organiseren van algemene en specifieke vorming voor personeel aan de hand van de ontwikkelde vormingspakketten Nieuwe werknemers krijgen bij hun onthaal een beperkte toelichting m.b.t. welzijn op het werk. Heel wat info is terug te vinden op de webpagina van de idpbw (intranet/extranet). Organisatie van vorming gebeurt via de cel vorming (dienst werving en loopbaan) en via de dienst materiële uitrusting (onderwijs) of de scholen zelf. De leerkrachten van het provinciaal onderwijs verwerken de cursus VCA via zelfstudie; voor het personeel behorende tot de administratie worden cursussen aangeboden. Het vormingspakket van de administratie omvat heel wat specifieke vorming m.b.t. WMD (preventie van rugklachten, BA4, BA5, schakelen hoogspanning, omgaan met stress, veiligheid en hygiëne, VCA) waarop werknemers kunnen inschrijven. Vorming blijft een belangrijk aandachtspunt, het is in vele gevallen ook een wettelijke vereiste. Een algemene doelstelling m.b.t. vorming wordt ook herhaald in het GPP Doelstelling 7. Personeelsleden van de dienst informatica die beeldschermwerkposten installeren, moeten opgeleid worden m.b.t. een ergonomische installatie ervan. Deze doelstelling is bereikt na een specifieke actie. Doelstelling 8. Communicatie top-down en bottum-up verbeteren. Deze doelstelling is deels gerealiseerd. Er zijn twee officiële kanalen voor WMD-communicatie in het provinciebestuur, met name het managementteam en de stuurgroep WMD-onderwijs. Er zijn nog heel wat communicatiekanalen die nog moeten benut worden. Deze zijn beschreven in de procedure communicatie (WMD-zorgsysteem). De implementatie ervan is een verantwoordelijkheid van de hiërarchische lijn. WMD moet een vast agendapunt worden op algemene personeelsvergaderingen, binnen GPP p 2/ 11

3 directie- en dienstoverleg,.. Hetzelfde geldt voor de specifieke kanalen binnen het provinciaal onderwijs zoals de vakwerkgroepen, de klassenraad, de leerlingenraad,.. betreft Communicatie is een sleutelelement om de WMD-werking te integreren in de organisatie. Mogelijks zijn er al initiatieven waarover de idpbw nog geen feedback kreeg. 3. IDENTIFICATIE VAN RISICO'S EN MILIEUASPECTEN Doelstelling 9. Identificatie en evaluatie van de WMD-aspecten via participatieve risicoanalyse (PRA). Dit project werd enkel volledig gerealiseerd in het provinciaal domein Het Leen. Op meerdere plaatsen zijn er projecten opgestart, maar deze vallen stil als de idpbw het proces niet faciliteert. De uitvoering van pra's wordt opgenomen in het GPP Er zullen extra middelen moeten vrijgemaakt worden voor de begeleiding van de pra-sessies door externe deskundigen. Ook voor de bepaling van de milieuaspecten moeten extra inspanningen gebeuren. Doelstelling 10. Doorlichting van gans het machinepark (onderwijs/administratie) door personeelsleden die daartoe worden opgeleid en begeleid door de preventieadviseurs van de idpbw. Bij de opmaak van indienststellingsverslagen maakt de idpbw een risicoanalyse van het nieuwe arbeidsmiddel. Ook alle houtbewerkingsmachines, die toch als de meest gevaarlijke kunnen bestempeld worden werden reeds onderzocht aan de hand van een checklist. Voor het screenen van alle machines zullen extra middelen nodig zijn; uitbesteden zal nodig zijn omdat er intern onvoldoende opgeleide mensen zijn om dit te realiseren. Deel 2 -Welzijn op het werk 1. BRANDVEILIGHEID Doelstelling 11. Alle provinciale gebouwen moeten inzake brandveiligheid voldoen aan de geldende voorschriften en de eisen van de bevoegde brandweer. Deze doelstelling wordt hernomen in het GPP Inmiddels zijn er nog een aantal gebouwen gerenoveerd en zijn er een aantal nieuwbouwprojecten lopende. Op 28 van de 36 locaties is voldaan aan de geldende voorschriften (78%). Op een 7-tal locaties moeten nog belangrijke investeringen gebeuren. Doelstelling 12. Er moeten interne noodplannen zijn die regelmatig ingeoefend worden. De implementatie van de procedure 'noodplanning ' moet de realisatie ondersteunen. Aan de hiërarchisch lijn werd gevraagd om alle noodoefeningen en evacuaties te melden aan de idpbw (inclusief evaluatieverslag) zoals vastgesteld in vermelde procedure. Vanaf 2007 wordt deze informatie bijgehouden in een database en zal er rapportering gebeuren aan het managementteam, de stuurgroep WMD-onderwijs en de deputatie. GPP p 3/ 11

4 Doelstelling 13. Per gebouw moet een interventiedossier beschikbaar zijn voor de brandweer. Omdat er op de gebouwendienst soms geen digitale plannen beschikbaar zijn, werd beslist om de opmaak van de interventieplannen van een 15-tal locaties uit te besteden, samen met de opdracht tot opmeting en de opmaak van digitale plannen voor die locaties. Voor een 15-tal andere sites worden de interventieplannen intern opgemaakt. De tekenopdracht voor een contractueel tekenaar loopt nog tot eind juli Het is belangrijk dat de hulpdiensten (brandweer) snel kan optreden bij een eventuele brand, en daarbij ook beschikt over de noodzakelijke gegevens om gevaarlijke situaties te vermijden. Dit is in het belang van de brandweerlui, maar een snelle interventie kan ook levens redden en de schade aan het patrimonium beperken. 2. INSPECTIE EN PREVENTIEF ONDERHOUD VAN TECHNISCHE INSTALLATIES EN ARBEIDSMIDDELEN Doelstelling 14. Systematische aanpak i.v.m. keuring van alle types toestellen/installaties die moeten gekeurd worden door een erkende dienst voor technische controle op de werkplaats (EDTC) of een erkend milieudeskundige of waarvan beslist wordt om de controle uit te besteden. De systematische aanpak betreft eveneens de opvolging en oplossing van inbreuken en opmerkingen op keuringsverslagen binnen een aanvaardbare termijn. Met uitzondering van de rolpoorten en de geautomatiseerde schuifpoorten zijn alle raamcontracten inzake keuring afgesloten. Voor een aantal installaties werden in 2006 de eerste keuringen uitgevoerd. Er zijn heel wat tekortkomingen vastgesteld, waarvoor de dienst gebouwen thans initiatieven neemt om ze weg te werken. Het keuren en opvolgen van technische installaties en toestellen is een wettelijke verplichting en blijft een belangrijk aandachtspunt. Doelstelling 15. Via periodieke inspecties wordt o.m. nagegaan of installaties/arbeidsmiddelen in goede staat van onderhoud verkeren opdat er geen risico's zouden ontstaan voor de gebruikers. Binnen het domein Het Leen werd dit systeem geïmplementeerd voor het volledige machinepark. Ook een aantal nijverheidsscholen hebben een systeem van inspectie en onderhoud. Voor de grote technische installaties vast aan het gebouw (bv stookinstallaties, liften, pompen, ) zijn contracten afgesloten door de gebouwendienst. Het is thans niet mogelijk om dit gegeven volledig in kaart te brengen; verdere inventarisatie is nodig. GPP p 4/ 11

5 3. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN Doelstelling 16. Ontwikkelen van een catalogus voor PBM's. Er is reeds een catalogus ontwikkeld voor het onderwijs (raamcontract). De bedoeling is om dit uit te breiden naar de administratie. Dit is een opdracht die de CAD op zich zal nemen. Doelstelling 17. Sensibilisatiecampagnes organiseren m.b.t. het gebruik van PBM's De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk zorgt voor een jaarlijkse affichecampagne in de scholen. Voor de nieuwe leerlingen zijn er brochures. Bij het verschijnen de nieuwe wetgeving ' lawaai op de arbeidsplaats' werd een extra toelichting georganiseerd voor het personeel van onderwijs en domeinen. Vorming en sensibilisatie blijven een belangrijk thema. daarom is er ook doelstelling opgenomen in het GPP COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN Doelstelling 18. Bescherming van de werknemers en leerlingen tegen de schadelijke invloed van stof en dampen - afwerken van projecten opgestart tijdens het vorige GPP. Concreet werden volgende projecten gerealiseerd : - PTI Zottegem lasrookafzuiging, stofafzuiging carrosserie en voorbereidingszone - PCVO Waas en Durme lasrookafzuiging Volgende projecten kregen nog geen uitvoering : - PTI Ninove lasrookafzuiging - PIBV Hamme stofafzuiging afdeling houtbewerking. - PTI Zottegem stofafzuiging carrosserie en voorbereidingszone Doelstelling 19. Provinciale gebouwen voorzien van valbeveiliging voor dakwerkers en ramenwassers In het PTI te Ninove werd het platdak voorzien van een beveiliging voor onderhoudswerken of toezicht. : Wegens tijdsgebrek werden geen risicoinventarisaties van provinciale gebouwen op het vlak van valbeveilging uitgevoerd. GPP p 5/ 11

6 5. ARBEIDSGEZONDHEID Doelstelling 20. Vooraleer de nieuwe wetgeving inzake 'roken op het werk' van kracht wordt, moeten op alle locaties afzonderlijke ruimten aanwezig zijn ten behoeve van de rokers. Een voorstel van rookbeleid in functie van de nieuwe wetgeving werd besproken in het managementteam en de stuurgroep WMD-onderwijs. Op basis van de voorstellen, die ook met het personeel werden overlegd in de bevoegde overlegcomités, nam de deputatie de beslissing om in het provinciaal onderwijs alle gebouwen rookvrij te maken; in de administratie mochten de bestaande rooklokalen tijdelijk worden behouden. Bij nieuwe projecten worden geen rooklokalen ingericht; daar mag enkel nog gerookt worden in de open lucht. Doelstelling 21. Beter beheer van gevaarlijke stoffen en preparaten. Van ieder product moet een MSDS-fiche beschikbaar zijn op de locatie van gebruik. Er zijn inventarissen van maximale hoeveelheden beschikbaar via de Emaserverdatabase van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. In de praktijk blijkt dat de inventaris vaak niet volledig overeenstemt met de producten die er op de locaties staan; hier is nog werk aan de winkel. Vrijwel nergens is er een goed stockbeheer van producten. Een aantal diensten/scholen hebben dit wel. Indien de aankoopprocedure voor producten correct wordt gevolgd zal er geleidelijk beterschap komen. Het blijkt in de praktijk een vrij moeilijk punt om aan te pakken. 6. ERGONOMIE Er waren geen specifieke doelstellingen geformuleerd m.b.t. ergonomie. Toch zijn er een paar concrete acties gevoerd. Er was een analyse (bevraging via intranet) over de beeldschermwerkposten. Jaarlijks worden er ook één of meerder vormingen georganiseerd m.b.t. correct tillen. Ergonomisch verantwoord werken zit vervat in de doelstellingen van het GPP ARBEIDSHYGIËNE Doelstelling 22. Verder zetten van de systematische bemonstering van polluenten in de werkplaatsatmosfeer, meer bepaald: houtstof, lasrook, solventen en andere chemische agentia. Deze doelstelling wordt bereikt door de jaarlijkse metingen van houtstof, lasrook, solventen, In het kader van de permanente risicoanalyse is het belangrijk dat deze actie wordt verdergezet. Meten is weten. Doelstelling 23. Blijvende aandacht voor hygiëne bij het bereidingsproces en de bediening van de maaltijden. De grootkeukens/verdeelkeukens werden geaudit door een externe auditor. GPP p 6/ 11

7 Tevens wordt jaarlijks / tweejaarlijks een vorming voorzien voor het keukenpersoneel waar het thema hygiëne steeds één van de onderwerpen is. Dit is trouwens een wettelijke verplichting. 8. VERFRAAIING Er waren geen specifieke doelstellingen geformuleerd m.b.t. verfraaiing. 9. PSYCHOSOCIALE BELASTING OP HET WERK Doelstelling 24. Verder uitvoeren van gedetailleerde stressonderzoeken door de edpbw voor de locaties waar een verhoogde werkstress (t.o.v. het gemiddelde) werd gedetecteerd. Alle vermelde acties werden uitgevoerd. Via de bevraging in 2006 m.b.t. geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, werd ook nog eens een beperkte stressenquête uitgevoerd. Rapportering aan de betrokken directies, het personeel, de deputatie en de bevoegde overlegcomités is eveneens uitgevoerd. Doelstelling 25. Verder opvolgen van de noodzakelijke acties naar aanleiding van de uitgevoerde stressonderzoeken via de werkgroep stress. De werkgroep psychosociale aspecten vergadert regelmatig voor de bespreking en opvolging van de enquêtes en de formele klachten. 10. GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK Doelstelling 26. Risico-identificatie In 2006 gebeurde er een uitgebreid onderzoek zowel in het provinciaal onderwijs als in de administratie. Als methodiek werd de vragenlijst van de Noorse professor dr. Einarsen (universiteit Bergen) gebruikt. De rapportering is grotendeels afgerond. Een belangrijke uitdaging ligt in de opvolging en het destilleren van acties op basis van de bevraging. Doelstelling 27. Vorming van leerkrachten om hen te leren omgaan met ongewenst gedrag op school vanwege leerlingen De vorming (grenzen stellen) werd uitgevoerd. Achtentwintig leerkrachten schreven zich in. Er werd nog geen vormingsaanbod uitgewerkt. In de stuurgroep WMD-onderwijs wordt aangegeven dat dit ook niet noodzakelijk is. Men opteert liever voor infomomenten op pedagogische studiedagen. Voor sommige leerkrachten is er blijkbaar een drempel om aan deze soort vormingen deel te nemen. GPP p 7/ 11

8 Deel 3 - Interne milieuzorg en duurzaamheid 1. RATIONEEL WATERGEBRUIK EN BEHEERSING WATERVERONTREINIGING Doelstelling 28. Verbruiken verder in kaart brengen van het leidingwater, grondwater en het gebruik van hemelwater door maandelijkse opname en registratie van meterstanden. De energiedatabase is een feit. In de loop van 2007 zal het boekhoudingsprogramma Comeet van Eandis in gebruik genomen worden. Op een uitzondering na is er geen registratie van hemelwater door het ontbreken van watertellers. Het registreren van verbruiken wordt thans als reguliere werking beschouwd. Doelstelling 29. Uitvoeren van wateraudits als middel om het waterverbruik te beperken en het gebruik van hemelwater te onderzoeken. Binnen dit GPP werden wateraudits uitgevoerd in het PTI te Eeklo en het PI Heynsdaele te Ronse. De aanbevelingen werden nog niet geïmplementeerd. Doelstelling 30. Bij nieuwe projecten en grote renovatiewerken moet geopteerd worden voor een maximaal gebruik van hemelwater voor laagwaardige toepassingen. Bij nieuwbouw en renovatieprojecten wordt steeds de opslag van hemelwater en/of het gebruik ervan voorzien. Dit wordt steeds geadviseerd door de idpbw en de ontwerpers moeten de aanstiplijst 'duurzaam bouwen' van de dienst gebouwen invullen. Opslag en gebruik van hemelwater wordt ook verplicht (bouwen milieuvergunning). Deze doelstelling wordt ook hernomen in het GPP i.v.m. de lozing van afvalwaters Bij de start van dit GPP zijn er 15 locaties met een volledig gescheiden rioleringsstelsel en 3 locaties met een deels gescheiden stelsel. Op een aantal plaatsen werden ook ingrepen uitgevoerd ter buffering van het hemelwater bij hevige regenval. Doelstelling 31. Het stelselmatig aanpassen van het rioleringsstelsel op de provinciale locaties en streven naar een uitvoering op 60% tegen het einde van dit GPP; dit wil zeggen aanpak van 5 extra locaties. Het belangrijkste project is de scheiding van de riolering van het PTI te Eeklo.; 2 van de 3 fasen zijn afgerond. Momenteel zijn er 17 locaties op een totaal van 35 met een gescheiden rioleringssysteem. Op 4 locaties is er een gedeeltelijke uitvoering; m.a.w. 14 locaties moeten nog worden aangepakt. Bij een aantal zal een scheiding vrijwel onmogelijk zijn gelet op de complexiteit. Deze doelstelling wordt ook hernomen in het GPP GPP p 8/ 11

9 Doelstelling 32. Zuiveren van afvalwater dat niet voldoet aan de karakteristieken (emissiegrenswaarden Vlarem of bijzondere voorwaarden van de milieuvergunning). Er waren twee projecten opgestart, nl. de zuivering van het afvalwater van het domein Heynsdaele en de zuivering van het afvalwater van de afdeling bouw van het PTI te Eeklo. In het PTI is de zuivering recent in gebruik. In principe moet in 2007 ook het zuiveringsstation in Heynsdaele operationeel zijn. 2. BEHEERSING VAN DE LUCHTVERONTREINIGING Doelstelling 33. De emissies van de verwarmings- en verfspuitinstallaties beperken door een optimaal onderhoud. Het contract voor zesmaandelijks onderhoud van de stookinstallaties door een bevoegd deskundig loopt verder. Dit is in feite reguliere werking. Er worden ook emissiemetingen uitgevoerd, zowel voor stookinstallaties als verfspuitcabines, die de goede werking van de installaties moet aantonen. Doelstelling 34. Het solventgebruik moet in kaart gebracht worden (via aankoopbeleid/projecten) om de milieurelevantie ervan voor onze organisatie in te schatten. Deze doelstelling is niet gerealiseerd. Het is veel moeilijker dan gedacht, o.a. omwille van het ontbreken op vele plaatsen van een stockbeheer van de producten. Voor verfspuiten in de provinciale scholen is men wel al deels overgeschakeld op watergedragen producten. 3. BEHEERSEN BODEM- EN GRONDWATERVERONTREINIGING Doelstelling 35. Brandstofhouders laten controleren zoals voorgeschreven in het Vlarem 2. Bij afwijkingen worden zo spoedig mogelijk maatregelen getroffen. Deze maatregelen is uitgevoerd en hoort thans thuis onder de reguliere werking. Doelstelling 36. Afwerken van de beschrijvende bodemonderzoeken, n.a.v. vastgestelde vervuilingen tijdens de uitvoering van de periodiek verplichte oriënterende bodemonderzoeken. De beide BBO's, nl. voor Puyenbroeck en Heynsdaele worden afgewerkt ten laatste in het voorjaar van Doelstelling 37. Inzake pesticiden zal een vervolg gegeven worden aan de opmaak van een reductieprogramma volgens het decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest. Het gebruik van pesticiden wordt opgevolgd door de coördinator en de werkgroep pesticidereductie. GPP p 9/ 11

10 4. BEHEERSING VAN AFVALSTOFFEN Doelstelling 38. Verder gedetailleerd in kaart brengen van de afvalstromen, de afvalhoeveelheden en de afvalkosten. Doorgedreven gescheiden inzameling van afvalstoffen voor gans de organisatie. De bedrijfsafvalstoffen van heel wat locaties worden bijgehouden in een database op de idpbw. De procedure afval is in belangrijke mate geïmplementeerd. Dit betekent dat er een afvalstoffenregister is,een afvalstoffenplan en een afvalverantwoordelijke. De afvalkosten worden eveneens bijgehouden. Jaarlijks wordt er gerapporteerd. Dit is een actie die behoort tot de reguliere werking. Doelstelling 39. Onderzoek uitvoeren naar eigen compostering van groenafval en eventueel inrichten van composteringsplaatsen. Composteringsplaatsen moeten conform zijn aan de sectorale voorwaarden van het Vlarem 2. Dit vergt een vrij aanzienlijke investering. Er zijn tevens organisatorische maatregelen gedefinieerd. Alleen in het domein Het Leen wordt voorlopig gekozen voor het uitbaten van een compostering. 5. RATIONEEL GEBRUIK VAN ENERGIE Doelstelling 40. Het opzetten van een energiezorgsysteem. Hierin kadert het bijhouden van een energieboekhouding, het uitvoeren van energieaudits en het ontwikkelen van referentieverbruikswaarden. Belangrijk is het streven naar een continue verbetering. Zoals hogervermeld wordt in 2007 het boekhoudpakket 'Comeet' van Eandis in gebruik genomen. In 2006 is een energieaudit uitgevoerd op de campus Henleykaai. Deze doelstelling wordt ook hernomen in het GPP Doelstelling 41. Verder opvolgen van de evolutie van het aanbod aan groene stroom (energiemarkt) en de mogelijkheden voor het provinciebestuur om groene stroom te gaan gebruiken. Momenteel koopt het provinciebestuur 100 % groene energie bij Electrabel. Doelstelling 42. Onderzoek van het gebruik van hernieuwbare energie (foto-voltaïsche cellen,..) en opmaken van een actieplan terzake. Momenteel is er alleen een project gerealiseerd in de Kaaihoeve. Het gebruik van hernieuwbare energie blijft een aandachtspunt in het kader van duurzaam bouwen. Deze doelstelling wordt ook hernomen in het GPP GPP p 10/ 11

11 6. RATIONEEL GEBRUIK VAN GRONDSTOFFEN Doelstelling 43. Opvolging van grondstoffen (papier, hout,..) via gebruiksregisters/aankoopregisters of via projectmatige rapportering. Dit moet een inzicht verschaffen in gebruikte hoeveelheden en het percentage ervan dat milieuverantwoord /duurzaam is. Momenteel worden de verbruiken bijgehouden van hout/fsc-hout. Het papierverbruik van de verschillende administratieve diensten kan geconsulteerd worden via het intranet. Doelstelling 44. De kennis die opgedaan wordt op het vlak van het gebruik van duurzame producten moet actueel gehouden worden en moet beschikbaar zijn in de ganse organisatie. Er zijn nog geen stappen ondernomen voor de realisatie van deze doelstelling. De meeste praktische kennis zit op de dienst gebouwen. 7. DUURZAAM BOUWEN Doelstelling 45. Alle infrastructuurprojecten die worden uitgevoerd moeten geëvalueerd worden aan de hand van de aanstiplijst duurzaam bouwen. Deze doelstelling werd verwezenlijkt, er moet evenwel nog wat meer tijd gestopt worden in het controleren en bijsturen van aanstiplijsten. Deze stap is voorzien in de procedure projecten en moet, indien deze wordt gevolgd, uitgevoerd worden door de projectleider (architecten/ingenieurs). Gent, 27 februari 2007 Jan De Tollenaere preventieadviseur-milieucoördinator GPP p 11/ 11