Stagegids Versie december Hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Deeltijd. Documenthouder: George Muishout

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stagegids Versie december Hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Deeltijd. Documenthouder: George Muishout"

Transcriptie

1 Stagegids Versie december Hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Deeltijd Documenthouder: George Muishout 1

2 Voorwoord Voor u ligt de stagegids van de tweejarige hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging van de Islamic University of Applied Sciences Europe. Deze is bedoeld om de student, de instituutsbegeleider en de praktijkbegeleider van de stage-instelling in te lichten en handvatten te geven met betrekking tot het verloop en de praktische invulling van de stage. De stage vindt plaats in het tweede en laatste jaar van de opleiding De opleiding Islamitische Geestelijke Verzorging streeft ernaar in nauwe samenwerking met het werkveld beginnende professionals af te leveren welke over dezelfde professionele standaard beschikken als de geestelijk verzorger van andere levensbeschouwelijke gemeenschappen. De opleiding heeft hierbij professionals voor ogen die gekenmerkt worden door het hebben van diepgaande kennis van de islamitische levensbeschouwing, een heldere verhouding hebben tot deze levensbeschouwing en het vermogen bezitten om deze kennis in praktijk te brengen. Dit doen zij in de vorm van het begeleiden van godsdienstige en levensbeschouwelijke vraagstukken en het leiding geven aan rituelen. Hierbij dient te worden benadrukt dat het hebben van kennis pas zin heeft als dit gepaard gaat met goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden, praktisch psychologisch inzicht en kwaliteiten als geduld, trouw, mildheid, kritische zelfreflectie en onthouding van oordelen over anderen. Hieraan kan worden toegevoegd dat zij goed op te hoogte dienen te zijn van de diversiteit in opvattingen binnen de eigen geloofsgemeenschap. Deze kennis en belangstelling dienen zich niet tot de eigen geloofsgroep te beperken maar kunnen ook worden ingezet ten behoeve van mensen die er een andere godsdienstige of levensbeschouwelijke traditie op na houden. Omdat geestelijke verzorging een beroep is waarin de geestelijke verzorger zelf het instrument is, dient het reflecterend vermogen van de student een centrale plek in de studie in te nemen. Er is daarom sprake van een supervisietraject dat parallel loopt aan de stage. De supervisie komt inhoudelijk in deze gids alleen in grote lijnen aan de orde. Voor de studenten is hiervoor een aparte gids beschikbaar welke dieper op de inhoud ingaat. De stage behoort samen met het afstudeeronderzoek tot de belangrijkste onderdelen van de opleiding Islamitische Geestelijke Verzorging. De mogelijkheid om binnen een organisatie onder professionele begeleiding stage te kunnen lopen is dan ook bijzonder belangrijk. De IUASE dankt daarom deze organisaties voor de mogelijkheid die ze onze studenten bieden om door het leren in de praktijk te kunnen uitgroeien tot beginnende professionals. Tenslotte hopen we dat dit alles plaats vindt in een klimaat waarbij praktijkbegeleider en stagiair niet alleen van elkaar leren maar elkaar ook weten te inspireren. Ik wens iedereen bij dit proces veel succes toe, George Muishout Instituutsbegeleider en stagecoördinator van de hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging 2

3 Inhoudsopgave 1. Stagelopen binnen de masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Visie van de IUASE Leren in de praktijk Leerwerkplan (stageplan) Het vinden van een stageplek De stagecoördinator De instituutsbegeleider De praktijkbegeleider Opbouw van de opleiding De stage Het stagecontract Opstarten supervisietraject Het doel van de stage Het leerwerkplan Begeleiding tijdens de stage De instituutsbegeleider De praktijkbegeleider De supervisor Supervisie De supervisor De kenmerken van supervisie De vorm Het materiaal Het reflectieverslag Werkwijze De beoordelingscriteria van de supervisie Het nakomen van het contract Reflectievaardigheden Inhoud van de inbreng Communicatieve vaardigheden in de supervisie De leereffecten van de supervisie Verlenging De beoordeling Tussentijdse beoordeling Eindbeoordeling Herkansing Bijlage 1: Model stageovereenkomst Bijlage 2: Doelstelling en eindkwalificaties hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Bijlage 3: format leerwerkplan Bijlage 4 : Format stageverslag Bijlage 5: Evaluatieformulier

4 Bijlage 6: Controleformulier stage Bijlage 7: Beoordelingsformulier stage Bijlage 8: Toelichting op het beoordelingsformulier stage

5 1. Stagelopen binnen de masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over a) de bedoeling van de stage b) de manier waarop de stage is georganiseerd en c) de rollen van de instituuts- en de praktijkbegeleider. 1.1 Visie van de IUASE De Islamic University of Applied Sciences Europe (IUASE) wil haar studenten opleiden tot beginnende professionals die, vanuit een islamitische identiteit en de daarbij behorende levensbeschouwelijke achtergrond, kennis en vaardigheden bezitten om in een levensbeschouwelijk gevarieerde context te kunnen functioneren. Om dit te kunnen bereiken is het bezitten van kennis en vaardigheden vanzelfsprekend niet voldoende. Om te kunnen functioneren dienen studenten op de eerste plaats te beschikken over een respectvolle en gelijkwaardige basishouding in het contact met de ander, los van diens levensbeschouwelijke overtuiging of achtergrond. Het beoogde resultaat van de opleiding is dat studenten van de IUASE adequaat kunnen functioneren binnen instellingen en organisaties, wat voor levensbeschouwelijke traditie of achtergrond deze ook hebben. Tijdens de stage worden de studenten geconfronteerd met vraagstukken zoals deze zich voordoen in de praktijk. Omdat Geestelijke Verzorging een praktisch beroep is, beschouwt de IUASE de stage als de aangewezen plek waar de studenten zich de eindkwalificaties van de opleiding IGV (Islamitische Geestelijke Verzorging) eigen kunnen maken. De IUASE gaat ervan dat de studenten op deze plek worden uitgedaagd om zich als beginnend professional te manifesteren. Naast vaardigheden, onder andere op het gebied van samenwerking en communicatie, vereist de aard van het werk als geestelijk verzorger het methodisch ontwikkelen van reflectieve vermogens. Het is daarom dat met ingang van het collegejaar aan de stage een supervisietraject is gekoppeld waarin stagesituaties worden ingebracht. 1.2 Leren in de praktijk In de tweejarige hbo-master wordt in het tweede jaar van de (deeltijd)opleiding stagegelopen. Om in een eerder stadium van de studie een beeld van de beroepscontext te kunnen vormen worden in het eerste jaar werkveldexcursies naar bijvoorbeeld de gevangenis en de ouderenzorg georganiseerd. Aan deze excursies zijn opdrachten verbonden in de vorm van het schrijven van verslagen en het geven van een presentatie. In het tweede jaar vindt voorafgaand aan of tegelijkertijd met het afstudeeronderzoek de stage plaats. Aan het einde van deze stage dienen de studenten het niveau van beginnend professional te hebben bereikt. Het verdient de voorkeur dat het afstudeeronderzoek aan de stage gekoppeld en in opdracht van de stageinstelling wordt uitgevoerd. Dat is echter niet verplicht. Indien het afstudeeronderzoek aan de stage wordt gekoppeld, dienen daarover uiteraard nadere afspraken met de stage verlenende instelling te worden gemaakt, in het bijzonder met betrekking tot het faciliteren van eventueel veldonderzoek binnen die instelling. 1.3 Leerwerkplan (stageplan) De student geeft vorm aan zijn stage door middel van het leerwerkplan. Hierin formuleert hij hoe die leerdoelen zich verhouden tot eindkwalificaties van de opleiding. En hoe student die leerdoelen moet realiseren op haar/zijn werkplek. Dit stageplan wordt overlegd met de praktijkbegeleider en de instituutsbegeleider die allebei vanuit hun discipline akkoord moeten gaan met de conceptversie, welke vervolgens definitief kan worden gemaakt. De rol van de praktijkbegeleider is hierbij belangrijk omdat deze in kan schatten of de leerdoelen op de desbetreffende stageplek kunnen worden gerealiseerd. Het stageplan kan worden beschouwd als de leidraad voor het leerproces van de student gedurende zijn stage. De student, 5

6 de studiebegeleider en de praktijkbegeleider zijn zo alle drie bekend met de leerlijn die gevolgd moet worden en hebben hier consensus over bereikt. 1.4 Het vinden van een stageplek Studenten van de opleiding IGV zijn in principe zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek. Voor advies voor het vinden van een stageadres kan contact worden opgenomen met de stagecoördinator. In de wetenschap dat stageplaatsen niet voor het oprapen liggen, wordt studenten daarom ook dringend geadviseerd zich gedurende het eerste jaar van hun studie te oriënteren op mogelijke stageplekken en tijdig te beginnen met gericht solliciteren naar beschikbare plaatsen. De belangrijkste voorwaarden zijn hierbij dat het a) een stage geestelijke verzorging betreft en b) de stagiair door een geestelijk verzorger kan worden begeleid. 1.5 De stagecoördinator Alle stages bij de hbo-bachelor- en masteropleiding van de IUASE worden gecoördineerd door een stagecoördinator. Deze treedt in principe ook op als de begeleider van alle stagiairs vanuit de onderwijsinstelling, met andere woorden als instituutsbegeleider. 1.6 De instituutsbegeleider De instituutsbegeleider is voor de stageplaats het gezicht van de IUASE. Tijdens de stage betekent dit dat deze tijdens de stage minimaal een keer een bezoek aan het stageadres brengt in de vorm van het tussentijdse beoordelingsgesprek. De taak van de instituutsbegeleider bestaat uit het: - bepalen of de stageplaats geschikt is - het coördineren van de stages - het verzenden van de stagehandleiding naar de praktijkbegeleiders - het houden van toezicht op het afsluiten van het stagecontract - het monitoren en evalueren van het leerproces van de student tijdens de stage - het brengen van een stagebezoek ten behoeve van de tussentijdse beoordeling - het beoordelen van de stage - het onderhouden van contact met de stagiair - het onderhouden van contact met de praktijkbegeleider - het houden van toezicht op de kwaliteit van de begeleiding op de stageplek - het bemiddelen bij eventuele calamiteiten of problemen tijdens de stage. 1.7 De praktijkbegeleider De praktijkbegeleider is naast degene die de student vanuit de stage-instelling begeleidt een belangrijk rolmodel voor de student. De begeleiding van de praktijkbegeleider bestaat uit: - het geven van instructies aan de stagiair - het observeren van en feedback geven aan de stagiair - het regelmatig houden van evaluatiegesprekken - het geven van een beoordelingsadvies over het functioneren van de stagiair - het namens de stage-instelling optreden als het aanspreekpunt naar de IUASE. 6

7 2. Opbouw van de opleiding Om een beeld te schetsen van de bagage die een student van de opleiding IGV meeneemt op het moment dat deze aan de stage begint en wat het eindniveau is waarop deze uiteindelijk afstudeert, wordt in dit korte hoofdstuk de opbouw van de opleiding weergegeven. Figuur 1: De drie pijlers van de masteropleiding IGV In de opbouw van het programma is sprake van een chronologische volgorde waarbij in het eerste jaar het verwerven van kennis en inzicht centraal staan. Voor de pijler Islam ligt de focus hierbij op de Islam zoals die zich in Nederland en Europa manifesteert en het islamitisch recht met de daarbij horende ethiek, met bijzondere aandacht voor de situatie van moslimminderheden (fiqh al-aqaliyyât). Daarnaast wordt in het bijzondere aandacht besteed aan islamitische ethiek die relevant is voor het werkveld. Een voorbeeld hiervan zijn actuele bio-ethische discussies over medische behandeling bij het levenseinde. Bij de pijler Geestelijke Verzorging ligt het zwaartepunt in het eerste jaar bij onderwijseenheden die specifiek gericht zijn op het verwerven van kennis en inzicht. Hierbij komen theorie, oefeningen en casuïstiek aan de orde die nauw aansluiten bij de actuele stand van zaken in het werkveld. Dit is mede het geval omdat het merendeel van de docenten van de opleiding IGV zelf als geestelijk verzorger in het werkveld actief is. Het tweede jaar van de studie staat in het teken van het in de praktijk toepassen van de in het eerste jaar opgedane kennis en inzicht in de vorm van de stage en het schrijven van een scriptie. De in de onderwijseenheden gehanteerde werkvormen bestaan uit hoorcolleges, werkcolleges, het schrijven van een paper (pijler Islam). Daarnaast geven studenten presentaties en voeren werkvormen uit in de praktijkonderdelen (pijler Geestelijke Verzorging). De optelsom van alle individuele onderwijseenheden dient uiteindelijk te leiden tot het profiel van een islamitisch geestelijk verzorger functionerende op het niveau van een beginnend professional. 7

8 3. De stage De stage vindt, zoals reeds eerder aan de orde gekomen, tijdens het tweede jaar van de opleiding plaats. Binnen deze stage krijgen de studenten de mogelijkheid om methodisch ervaring op te doen in het werken als islamitisch geestelijk verzorger. De eerste lichting studenten van de IUASE heeft stages gelopen in de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg en het wijkpastoraat. Andere mogelijke werkvelden waarin een stage kan worden gezocht zijn het ziekenhuis, de psychiatrie, revalidatie en jeugdzorg. Op basis van de ervaringen van de afgelopen twee jaar is gebleken dat het op dit moment niet mogelijk is om stageplaatsen bij justitie en defensie te creëren Het stagecontract Als de student door de stage-instelling is aangenomen wordt deze overeenkomt in de vorm van het stagecontract geformaliseerd (Bijlage 1). De student dient het door hemzelf en de vertegenwoordiger van de stage-instelling ondertekende contract in drievoud bij de studentenadministratie in te leveren. Vervolgens ondertekent de stagecoördinator het contract namens de IUASE. Eén exemplaar van het ondertekende contract wordt bij de IUASE bewaard, één aan de student/stagiair teruggegeven en het derde exemplaar wordt via de student aan de stage-instelling teruggegeven Opstarten supervisietraject Naast het maken van afspraken met de stage-instelling en het zorg dragen voor het stagecontract dient de stagiair na aanname de opleidingscoördinator hiervan op de hoogte stellen. Deze zorgt er dan voor dat de supervisor en de stagiair met elkaar in contact worden gebracht in verband met het opstarten van de supervisie, een traject dat parallel aan de stage verloop en er een integraal deel van uitmaakt Het doel van de stage Aan het eind van de opleiding dient de student voldoende bekwaam te zijn om als beginnend professional te kunnen functioneren. Omdat het om een masteropleiding gaat, wordt daarbij verwacht dat de student na afronding van de opleiding ook in onbekende en complexe situaties op kan treden en coördinerende of leidinggevende functies kan vervullen. Om dit stadium te kunnen bereiken dienen de studenten naast de te volgen leermodules binnen de muren van de onderwijsinstelling praktijkervaring op te doen om hiermee met name de in de loop van de opleiding opgedane kennis en inzicht op de stageplek te integreren en in professioneel handelen om te zetten. Bij de stage ligt de nadruk op praktisch handelen en zij de volgende eindkwalificaties van de opleiding van bijzonder belang: Vaardigheden: a. het kunnen identificeren van vragen en behoeften op het gebied van ethiek en zingeving bij personen in het bijzonder personen met een islamitische achtergrond in situaties van ziekte, lijden en existentiële nood; b. het, mede door referentie aan de godsdienstige leer en traditie, kunnen begeleiden van genoemde personen in de zoektocht naar antwoorden op die vragen en bevrediging van die behoeften; c. het kunnen verrichten van de rituelen, in het bijzonder Koranrecitatie en gebed, en het aanreiken van inspirerende en betekenisverlenende teksten en verhalen uit de religieuze traditie die de islamitische geestelijk verzorger bij zijn zorg aan moslims nodig heeft; d. het kunnen onderscheiden van een (be)lerende houding van een pastorale houding en het kunnen voeren van pastorale gesprekken; 8

9 e. het, in het kader van de geestelijke zorg, kunnen onderscheiden en aan elkaar relateren van het eigen perspectief, als gelovig moslim en als beroepsbeoefenaar, de perspectieven van diegenen, van diverse achtergronden en overtuigingen, aan wie men zorg verleent, alsmede de perspectieven van de andere beroepskrachten, van diverse achtergronden, overtuigingen en disciplines, met wie men samenwerkt; f. het in staat zijn de functie van islamitisch geestelijk verzorger op zelfstandige wijze en eventueel in een leidinggevende positie, binnen en buiten organisaties op het gebied van de zorg, justitie, defensie, jeugdzorg, gezinsbegeleiding, maatschappelijke activering en verwante gebieden, uit te oefenen; g. het vermogen de verworven kennis en inzichten niet alleen in routinesituaties maar ook in nieuwe of onbekende omstandigheden toe te passen; h. het in staat zijn islamitische standpunten en houdingen op het gebied van ethiek, zingeving en maatschappelijke ontwikkeling zodanig te ontwikkelen, dat zij enerzijds in overeenstemming zijn met de fundamentele principes en waarden van de islam en anderzijds met de specifieke omstandigheden van Europa in het algemeen en Nederland in het bijzonder en beantwoorden aan de specifieke behoeften van moslims in het hedendaagse Nederland en Europa; i. het in staat zijn gezamenlijk met bewoners van Nederland en/of Europa van diverse levensbeschouwelijke achtergronden volwaardig, op hoog niveau en constructief te participeren in discussies en besluitvormingsprocessen, met name aangaande zinvragen, spirituele en ethische vraagstukken en vraagstukken die verband houden met het samenleven van bevolkingsgroepen van diverse levensbeschouwelijke, etnische en culturele achtergrond; j. het in staat zijn zich zelfstandig voortdurend verder te ontwikkelen op het gebied van de geestelijke verzorging, in uiteenlopende en ook in nieuwe beroepssituaties. Houdingen: a. een open, respectvolle en dienstbare houding tegenover diegenen, van diverse achtergronden en overtuigingen, aan wie men zorg verleent; b. een open, respectvolle en collegiale houding tegenover de andere beroepskrachten, van diverse achtergronden, overtuigingen en disciplines, met wie men samenwerkt. De volledige lijst van de eindkwalificaties van de opleiding is opgenomen in Bijlage Het leerwerkplan Leren in de praktijk gaat over het opdoen van ervaringen en het uitbreiden van bij het beroep horende gedragsmogelijkheden. Om op een methodische manier te kunnen leren is het noodzakelijk om op de tijdens de stage opgedane ervaringen te reflecteren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een leerwerkplan. Het leren tijdens de stage is een cyclisch proces bestaat uit de volgende elementen: - het opdoen van ervaringen en de gevoelens die dit oproept - het reflecteren op deze gevoelens - het leggen van een verbinding van deze ervaringen met ervaringen en inzichten van anderen - verandering en uitbreiding van gedragsmogelijkheden Kenmerkend voor het leren in de praktijk is dat het een proces betreft dat nooit ophoudt. Om te kunnen leren moet men wel de gelegenheid krijgen om risico's te nemen en te experimenteren. De stage kan worden omschreven als: een geheel van leersituaties waarin handelingen worden verricht waarvan men methodisch kan leren. Een deel daarvan kan te maken hebben met taken waarvan de instelling verwacht dat de stagiair deze uitvoert en het vergaren van de noodzakelijke kennis over de organisatie en de doelgroep waar men mee werkt. Een ander deel gaat over het ontwikkelen van de manier waarop men als persoon omgaat met mensen en situaties die men op de stageplek tegenkomt. Hierbinnen dient de stagiair door systematische 9

10 zelfreflectie zijn eigen gevoelens te leren herkennen om deze uiteindelijk op een functionele en methodische manier in te leren zetten. In principe zijn alle situaties op de stage geschikt om er leersituaties van te maken. Binnen een stage moeten er echter keuzes worden gemaakt. De keuze gaat over welke werksituaties er binnen de stage gebruikt gaan worden om van te leren. De gemaakte keuzes zijn hierbij afhankelijk van de mogelijkheden die de stage biedt, de competenties die men zich bij deze stage eigen moet maken en de mogelijkheden die de stagiair zelf heeft om op deze plek te kunnen functioneren. Voor het leren in de stage moet de stagiair een inschatting maken van: (a) zijn eigen kennis en vaardigheden, (b) de mogelijkheden die de stage biedt, (c) wat deze wanneer en hoe wil leren. Als de stagiair is aangenomen maakt deze een opzet voor het leerwerkplan (Bijlage 3). Dit leerwerkplan bestaat uit de volgende onderdelen: - inleiding - verantwoording van de keuze van de instelling - een verkennende korte beschrijving van de werkplek op basis van de beschikbare informatie - beschrijving van de werkzaamheden die men gaat verrichten - minimaal drie concrete leerdoelen die dienen voort te komen uit de categorie vaardigheden of houdingen van de eindkwalificaties van de opleiding IGV (zie 3.2 en Bijlage 2). Belangrijke thema's hierbij zijn a) pastorale gespreksvoering, b) rituelen en c) ethische adviezen - formuleren van persoonlijke leerdoelen en hoe men deze denkt uit te voeren - gemaakte afspraken met de praktijkbegeleider over de begeleiding en de evaluatie - naam, functie, telefoonnummer en adres van de praktijkbegeleider Vervolgens gaat de stagiair op basis van dit voorwerk op de stage aan het werk. De stagiair maakt afspraken met de praktijkbegeleider voor voortgangsgesprekken, komt naar de opleiding voor supervisie en houdt een logboek bij zodat deze maximaal voor het einde van de derde stageweek een definitief stageplan kan schrijven. Het bijhouden van een logboek waarin men schrijft over wat men meemaakt met de daarbij behorende reflecties (wat heb je gezien, gevoeld, gedacht...) is sowieso een onmisbaar instrument tijdens de stage en levert bovendien materiaal voor de supervisie, waarbij kan worden gevraagd naar een reflectie op de stagewerkzaamheden. Men dient zich bij het gebruik van een logboek wel bewust te zijn van de privacygevoeligheid van het materiaal. Namen van patiënten of cliënten dienen daarom te worden geanonimiseerd. Het logboek blijft overigens persoonlijk eigendom van de stagiair en deze beslist zelf wat hij daaruit met de praktijkbegeleider, instituutsbegeleider of anderen deelt. In het algemeen is het raadzaam met de praktijkbegeleider te bespreken hoe met de privacy van personen met wie de stagiair in het kader van de stage in contact komt, wordt omgegaan. In de derde week van de stage plant de stagiair met zijn praktijkbegeleider een moment om de opzet van zijn stagewerkplan te bespreken. Op basis van het commentaar van de praktijkbegeleider wordt de conceptversie daar waar nodig aangepast en g d naar de instituutsbegeleider. Deze geeft vervolgens zijn commentaar waarna de definitieve versie van het stagewerkplan wordt vastgesteld Begeleiding tijdens de stage Vanuit de opleiding zijn de instituutsbegeleider en de supervisor betrokken bij de begeleiding van de student tijdens diens stage. Op de stageplek is de praktijkbegeleider degene die verantwoordelijk is voor de professionele begeleiding. De stage met hierbij de supervisie inbegrepen komt overeen met 10 ECTS (oftewel 280 studiebelastinguren). De student loopt minimaal 12 en maximaal 30 weken lang stage. In totaal dient minimaal 175 uur bij de stage-instelling of eventueel elders voor de uitvoering van stageactiviteiten in opdracht van die instelling doorgebracht te worden. Bij stageactiviteiten wordt gedacht aan pastorale gespreksvoering, de uitvoering van rituelen, ethische advisering en dergelijke werkzaamheden. De student bespreekt het verloop van zijn stage regelmatig met de instituutsbegeleider en praktijkbegeleider. Tijdens zijn 10

11 stageperiode neemt de stagiair ook deel aan een serie van doorgaans tien tweewekelijkse supervisiebijeenkomsten De instituutsbegeleider Vanuit de opleiding wordt de stagiair door de instituutsbegeleider begeleid. Naast dat deze als aanspreekpunt voor de stagiair en de stage-instelling functioneert bestaat diens functie uit het monitoren van de voortgang van de stage. De voornaamste taken van de instituutsbegeleider met betrekking tot de begeleiding tijdens het stagetraject zijn de volgende: - het becommentariëren, geven van aanwijzingen voor en het uiteindelijk goedkeuren van het leerwerkplan - het onderhouden van contact met de student betreffende de voorgang van de stage - het halverwege en aan het einde van de stage bezoeken van de stage-instelling voor het voeren van een gesprek met de student en de praktijkbegeleider i.v.m. de tussentijdse beoordeling en de eindbeoordeling. Voor een vollediger overzicht van de rollen van de instituutsbegeleider en de praktijkbegeleider wordt verwezen naar 1.6 en De praktijkbegeleider De praktijkbegeleider is zoals gezegd de geestelijke verzorger van de stageplaats. De voornaamste taken op het gebied van aansturing en begeleiding tijdens de stage zijn: - het maken van werkafspraken betreffende de invulling van de stage - het begeleiden van de stagiair en het voeren van evaluatiegesprekken - het motiveren en geven van feedback De supervisor De supervisor ten slotte begeleidt de studenten bij het integreren van hun gevoelens en gedachten die voortkomen uit de opgedane stage-ervaringen als geestelijk verzorger, zodat zij leren daar in de beroepspraktijk bewust en methodisch mee om te gaan. In het volgende hoofdstuk wordt het bovenstaande verder uitgewerkt. 11

12 4. Supervisie Binnen het stagetraject vormt supervisie een didactische methode welke gericht is op het verwerven van bekwaamheden met het oog op de beroepsuitoefening. Dit betreft met name het persoonlijk functioneren in de beroepsrol. Het werken als geestelijk verzorger, waarin het doelgericht hanteren van interactie een belangrijke plaats inneemt, vereist dat deze een genuanceerde kijk op zichzelf ontwikkeld. De voorgenoemde kijk, waarbij men zich bewust is van de sterke en zwakke kanten in het eigen functioneren, kan dan in de beroepspraktijk methodisch worden ingezet De supervisor Het supervisietraject bij de Islamitische Universiteit van Europa bestaat uit een tiental bijeenkomsten in een tweewekelijkse frequentie. Dit leertraject vindt plaats onder leiding van een supervisor. Deze is een bij de Landelijke Vereniging voor Supervisie en Coaching (LVSC) geregistreerd supervisor en voldoet daarmee aan de opleidingseisen en kwaliteitscriteria die de LVSC hanteert. De voorwaarde voor het volgen van supervisie is dat er sprake dient te zijn van een superviseerbare werksituatie. Dit betekent concreet dat men stage loopt binnen een setting waarin geestelijke verzorging wordt gegeven De kenmerken van supervisie In de supervisie wordt gereflecteerd op de eigen werkpraktijk en de werkstijl. Men noemt dit ervaringsleren. In een supervisiegesprek wordt erbij stil gestaan hoe de stagiair naar dingen kijkt. Hierbij verkent deze vaste patronen, gaat op zoek naar dieperliggende motieven en overtuigingen, vanuit de aanname dat deze sturend zijn voor het eigen handelen en voor de manier waarop deze met mensen omgaat. Door middel van de supervisie worden denken, voelen, willen en handelen goed op elkaar afgestemd De vorm Supervisie kan plaatsvinden in verschillende vormen: - individuele supervisie: waarbij supervisant en supervisor in een één-op-één relatie werken - triadische supervisie: twee supervisanten met één supervisor - groepssupervisie: drie supervisanten met één supervisor. Op de IUASE vindt supervisie met name plaats middels de triadische variant Het materiaal Voor iedere bijeenkomst maakt de supervisant een schriftelijke werkinbreng en een reflectieverslag Dit materiaal dient drie dagen voor de volgende supervisiebijeenkomst via de mail aan de medesupervisanten en aan de supervisor te worden toegezonden. De inbreng van de supervisant kan bestaan uit allerlei aspecten die betrekking hebben op werkervaringen zoals: - het werken met cliënten - de omgang met collega's - het functioneren in teamverband en binnen de organisatie - de eigen manier van werkuitvoering. Bovengenoemde werkervaringen van de supervisant worden met behulp van de begeleider (supervisor) bewerkt, waardoor de supervisant, vanuit de context van het beroep, een beter inzicht in het eigen functioneren ontwikkelt. Deze bewerking heeft betrekking op: - aspecten en patronen van het handelen welke functioneel en minder functioneel zijn - hoe bovengenoemde door de supervisant kan worden veranderd zodat het beroepsmatig functioneren meer voldoet aan gewenste of gestelde eisen 12

13 - wat de supervisant kan doen om de eigen beroepsuitoefening blijvend te verbeteren Het reflectieverslag De oorspronkelijke betekenis van reflecteren is weerkaatsen. Dit laatste roept een beeld op van een spiegel die men zichzelf voorhoudt, al dan niet met behulp van anderen. In het reflectieverslag dienen de ervaringen op een drietal niveaus te worden geordend en doorgewerkt: - Men geeft betekenis aan wat men heeft meegemaakt en/ of beleefd. - Men leert deze ervaringen van een afstand te bezien en te expliciteren. - Men leert deze ervaringen in een breder kader te plaatsen, waardoor nieuwe inzichten ontstaan Werkwijze Bij de start van de supervisie worden door de supervisor en de supervisanten afspraken gemaakt over de te volgen werkwijze. Dit betreft: - de afstemmingsfase die plaats vindt bij de derde sessie - de tussenevaluatie, halverwege het supervisietraject - de eindevaluatie welke plaats vindt tijdens de laatste supervisiebijeenkomst 4.7. De beoordelingscriteria van de supervisie De supervisant wordt beoordeeld op grond van onderstaande criteria welke vervolgens worden uitgewerkt: 1) nakomen van het contract 2) reflectievaardigheden 3) inhoud van de inbreng 4) communicatieve vaardigheden in de supervisie 5) leereffecten van de supervisie Het nakomen van het contract Een basisvoorwaarde voor het supervisietraject is dat de supervisant zich aan de volgende contractuele voorwaarden committeert: a) Elke supervisant schrijft reflectie-, inbreng- en evaluatieverslagen en levert die volgens afspraak in. b) Een ieder heeft in iedere bijeenkomst, naast een schriftelijk reflectieverslag, een schriftelijke inbreng. Het eenmalig niets inbrengen kan hierbij een maal worden geaccepteerd. c) De aard van de supervisie maakt het noodzakelijk dat alle betrokkenen aanwezig zijn. Afwezigheid verstoort het supervisieproces en kan daardoor nadelig werken op het beoogde resultaat. Uitsluitend om redenen van overmacht, welke ter beoordeling van de supervisor zijn, mag ten hoogste één bijeenkomst zonder verdere consequenties worden gemist. Bij twee keer afwezigheid wordt de supervisie als onvoldoende beoordeeld Reflectievaardigheden. 1) De supervisant demonstreert dat hij in staat is terug te kijken op een stagesituatie en vragen te stellen omtrent: a) het eigen handelen b) de gedachten en afwegingen met betrekking tot dit handelen c) de gevoelens bij dit handelen 13

14 2) De supervisant kan in zijn reflectieverslag beschrijven: a) wat het leereffect is van het bespreken van de eigen en andermans inbreng op cognitief en emotioneel niveau b) op welke manier het beoogde leereffect bereikt is Inhoud van de inbreng De supervisant is in staat om zijn inbreng: a) te expliciteren. b) te concretiseren c) te problematiseren. De inbreng kan betrekking hebben op de volgende gebieden: 1) methodisch werken met de cliënt en diens sociale context 2) omgang met eigen taken, werklast en ervaren druk 3) samenwerking met collega s, management, praktijkbegeleider en vertegenwoordigers van andere disciplines 4) werken vanuit de positie van geestelijk verzorger in opleiding 5) de eigen positie t.o.v. het beleid van de instelling. Er hoeft niet op alle deelgebieden inbreng te zijn. Vaak ontstaat er op basis van vaste terugkerende thema s een rode draad voor de supervisant Communicatieve vaardigheden in de supervisie De supervisant draagt bij: 1) aan het leerproces van anderen door aan te sluiten bij hun leervragen door het stellen van concretiserende open vragen, door te vragen, desgevraagd feedback te geven en te vertellen over eigen ervaringen of opvattingen 2) aan de samenwerking door middel van het mee-bewaken van procedures en afspraken De leereffecten van de supervisie De leereffecten van de supervisie zijn beschreven in de supervisieverslagen. Op basis hiervan wordt beoordeeld of de supervisant in diens midden- en eindverslag in staat is om samenhangend te schrijven over: 1) wat deze geleerd heeft en hoe dit diens handelen heeft beïnvloed 2) het formuleren van nieuwe/toekomstige doelen Verlenging Wanneer de supervisor de supervisie met een onvoldoende beoordeelt, zet deze op schrift: a) hoeveel supervisiebijeenkomsten nodig worden geacht om de supervisie met een voldoende te kunnen afronden b) op welke onderwerpen de aanvullende supervisie gericht dient te zijn c) of er sprake van groepssupervisie of van individuele supervisie dient te zijn. 14

15 5. De beoordeling De stage is opgebouwd uit een tweetal fases waarbij de beoordeling plaats vindt aan de hand van de in het leerwerkplan opgestelde leerdoelen Tussentijdse beoordeling Halverwege de stage is er een tussentijdse beoordeling. Hiertoe vindt een driegesprek op de stageplek plaats aan de hand van het tussentijdse evaluatieverslag, bestaande uit minimaal 5 en maximaal 7 pagina's, dat maximaal 2 dagen voor het gesprek aan de instituutsbegeleider en de praktijkbegeleider wordt verstrekt. De student maakt in dit verslag de tussentijdse balans van de stage op aan de hand van het leerwerkplan door op zijn leerdoelen te reflecteren. Aan deze beoordeling zijn geen studiepunten verbonden. In het verslag (Bijlage 4) komen de volgende punten aan de orde: - inleiding - beschrijving van de instelling met hierbij a) de achtergrond, b) missie en visie, c) de werkwijze (methodiek) en d) de plek van geestelijke verzorging - overzicht van de gedurende de stage verrichte activiteiten - reflectie op de betekenis van de ontvangen begeleiding voor het leerproces - reflectie op de leerdoelen, de behaalde resultaten en wat anders had gekund, hierbij thematisch onderscheid makend tussen a) gespreksvoering, b) rituelen, c) ethische adviezen - conclusie met daarin de aandachtspunten die verdere ontwikkeling verdienen (geconcretiseerd in het aanpassen van het leerwerkplan). Daarnaast heeft de instituutsbegeleider in deze periode contact met de supervisor waarbij moet worden vastgesteld of de stagiair zich in de supervisie voldoende ontwikkelt Eindbeoordeling Als de eerste fase als voldoende of voorwaardelijk voldoende is beoordeeld vindt de tweede fase van de stage plaats. Op basis van de tijdens de tussentijdse evaluatie verkregen feedback past de stagiair hierbij zijn leerdoelen aan en legt deze ter accordering aan de instituutsbegeleider en de praktijkbegeleider voor. Als de betrokken partijen akkoord zijn, eventueel na het verwerken van het commentaar van de begeleiders, wordt aan de hand van de tussentijdse evaluatie de tweede fase van de stage doorlopen. Aan het eind van de stage vindt aan de hand van het eindverslag de eindevaluatie van de stage plaats. De procedure is hierbij dezelfde als bij de in de vorige paragraaf beschreven tussentijdse evaluatie. Het eindverslag, bestaande uit circa 15 pagina's, is de definitieve reflectie op de realisatie van de in het leerwerkplan vastgestelde leerdoelen. Het eindverslag (zie Bijlage 4) is qua format identiek aan het tussentijdse verslag en wordt beschouwd als een verdere verdieping hier van. De eindebeoordeling van de stage komt tot stand aan de hand van het eindverslag, het eindgesprek en de supervisie (zie het vorige hoofdstuk). De beoordeling vindt plaats aan de hand van de in het leerwerkplan opgestelde en eventueel bij de tussentijdse evaluatie aangepaste leerdoelen. De kwaliteitseisen die hierbij worden gesteld, worden ondersteund door de categorieën vaardigheden en houdingen van de eindkwalificaties van de opleiding (zie 3.3 en Bijlagen 2 en 8) Dit gebeurt aan de hand van het invullen van het controleformulier stage (zie Bijlage 6). Het eindcijfer dat door de instituutsbegeleider wordt toegekend wordt hierbij voor 75% bepaald door de stage. De kwaliteit van de verslagen en de input van de 15

16 praktijkbegeleider zijn hierbij belangrijke factoren. Ten behoeve van de tussentijdse beoordeling en de eindbeoordeling wordt door de praktijkbegeleider het evaluatieformulier van de stage ingevuld (Bijlage 5). Hierna kan pas eindoordeel worden gegeven aan de hand van beoordelingsformulier (Bijlage 7). De overige 25% van het cijfer bestaat uit het eindcijfer van de supervisie, dat door de supervisor wordt bepaald Herkansing Als de stage, de supervisie (4.8) of beide trajecten als onvoldoende worden beoordeeld, maakt de instituutsbegeleider in overleg met de betrokken partijen afspraken over het verlengen van de stage en de supervisie. Als de student het niet met het eindcijfer eens is, kan deze contact opnemen met de examencommissie. De examencommissie beslist vervolgens, na informatie en standpunten van alle betrokkenen te hebben ingewonnen, over het gevolg dat aan de klacht van de stagiair gegeven dient te worden. 16

17 Bijlage 1: Model stageovereenkomst Ondergetekenden 1. Naam school en opleiding: De Islamic University of Applied Sciences Europe (IUASE), hbomasteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging (IGV) Gevestigd te Rotterdam : Vertegenwoordigd door In de functie van stagecoördinator Hierna te noemen IUASE. En 2. Naam stage-instelling Gevestigd te (postcode + woonplaats) Adres/Locatie Vertegenwoordigd door In de functie van Hierna te noemen stage-instelling En 3. Naam stagiair : Adres Postcode en woonplaats Geboortedatum Naam praktijkbegeleider 17

18 Student aan het hierboven genoemde instituut, hierna te noemen stagiair Verklaren het volgende te zijn overeengekomen: Artikel 1. Algemeen De stage-instelling stelt de stagiair in de gelegenheid om in het kader van de hbo -masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging stage te lopen. Artikel 2: Doel van de stage Gedurende de stageperiode wordt de student de gelegenheid geboden om kennis te maken met de concrete beroepsuitoefening en zich te oefenen en bekwamen in alle werkzaamheden die daarbij horen. Artikel 3: Duur van de stage De stage zal aanvangen op... en eindigen op... [Details over werktijden kunnen worden toegevoegd] Artikel 4: Instituutsbegeleider 1. Er is een instituutsbegeleider van de IUASE die contacten onderhoudt met de instelling waarin de student van de IUASE stage loopt en met de student zelf. 2. De instituutsbegeleider ziet toe op het goede verloop van stage. 3. De instituutsbegeleider beoordeelt het stageverslag dat door de student dient te worden geschreven. Artikel 5: Stageverslag, beoordeling en evaluatie 1. Bij de stage horen een tussentijds stageverslag en een eindverslag, die beoordeeld worden door de instituutsbegeleider van de IUASE. 2. Bij de beoordeling van het stageverslag kan de instituutsbegeleider tevens overleggen met de supervisor en de praktijkbegeleider van de student. 3. Indien de student het met de beoordeling van de stage niet eens is, kan hij/zij de Examencommissie vragen om het stageverslag opnieuw te laten beoordelen. Artikel 6. Gedragscode De stagiair volgt bij de stage-instelling de aanwijzingen van de praktijkbegeleider op. 18

19 1. De stage-instelling draagt er zorg voor dat de werkplek en situatie van de stagiair voldoet aan de geldende (arbo- )wet- en regelgeving. 2. De stagiair neemt in het belang van orde, veiligheid en gezondheid de door de stage-instelling gegeven gedragsregels en aanwijzingen in acht. 3. De stagiair is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem/haar gedurende zijn/haar stageperiode ter kennis is gekomen en waarvan hij/zij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat het van vertrouwelijke aard is. Artikel 7. Absentie In het geval van ziekte of afwezigheid wegens een dringende reden, alsmede van hervatting na ziekte of na afwezigheid, stelt de stagiair het stagebedrijf en IUASE onverwijld op de hoogte. Zodra de afwezigheid van de stagiair een zodanig betekenende omvang heeft dat er naar het oordeel van IUASE een onvoldoende basis is om de stage nog te kunnen beoordelen zullen partijen trachten tot nadere afspraken te komen (bv. Overeenkomstige verlenging van de oorspronkelijke afspraken). Artikel 8. Vergoeding De stagiair ontvangt van de stage-instelling een vergoeding van.. per maand. Dit bedrag strekt tot vergoeding van de door de stagiair gemaakt kosten die verband houden met de stage. De vergoeding is uitdrukkelijk niet bedoeld als loon. Artikel 9: Einde stage 1. De stage eindigt met het verlopen van de in de stageovereenkomst overeengekomen periode. [In de stageovereenkomst kunnen ook andere momenten als einde van de stage worden aangemerkt] Aldus overeengekomen en in drievoud getekend: Voor akkoord, Naam: IUASE stage-instelling De stagiair Functie: Handtekening: Datum: Datum: Datum: Plaats: Plaats: Plaats: 19

20 Bijlage 2: Doelstelling en eindkwalificaties hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Doelstelling: Het doel van de Islamic University of Applied Sciences Europe (IUASE) is het aanbieden van hoger onderwijs en verrichten van onderzoek met bijzondere aandacht voor de belangen en behoeften van de Europese islamitische gemeenschap op basis van zowel de traditie van de islamitische godsdienstige wetenschappen als de westerse academische traditie en haar diverse disciplines. Door middel van dat onderwijs en onderzoek streeft de IUASE ernaar deskundigen van hoog niveau op te leiden ten behoeve van de geestelijke dienstverlening aan de voortdurend groeiende moslimgemeenschap in Europa in het algemeen en in Nederland in het bijzonder. In dat algemene kader en op basis van het in de vorige paragraaf beschreven specifieke beroepsprofiel worden de eindkwalificaties van de hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging geformuleerd als hieronder aangegeven. Eindkwalificaties: Aan het eind van de opleiding dient de student over de kennis, het inzicht, de vaardigheden en de houdingen te beschikken als hieronder, gerangschikt volgens drie leergebieden, genoemd: A. Theologie (De student heeft diepgaande kennis van de verschillende deelgebieden van de islamitische godsdienstige wetenschappen en inzicht in hun toepassing binnen voor het beroep van islamitisch geestelijk verzorger relevante beroepscontexten.) Hieronder vallende eindkwalificaties: a. een op de Nederlandse context toegespitste diepgaande kennis van de verschillende stromingen en opvattingen op het gebied van het islamitische recht en zijn jurisprudentie en de godsdienstige en maatschappelijke praktijk van moslims, van hun ontwikkeling en de overwegingen van de belangrijkste geleerden en de maatschappelijke en culturele omstandigheden waarop zij gebaseerd zijn; b. een diepgaande kennis van de inhoud en achtergrond van hedendaagse opvattingen en discussies inzake ethiek en zingeving, in het bijzonder voor zover deze betrekking hebben op het leven van moslims in de huidige westerse en Nederlandse context; c. kennis van de standpunten inzake ethiek en zingeving van de belangrijkste niet-islamitische levensbeschouwingen in Nederland en hun achtergrond, voldoende om op het gebied van de geestelijke zorg op vruchtbare wijze samen te kunnen werken met niet-islamitische collega s en als geestelijk verzorger te kunnen functioneren binnen een context die gekenmerkt wordt door culturele, maatschappelijke en levensbeschouwelijke pluriformiteit; d. inzicht in de dynamiek en diversiteit van opvattingen en houdingen op het gebied van ethiek, zingeving en maatschappelijke waarden die het gevolg is van de interactie tussen de religieuze bronnen, intellectuele, culturele en maatschappelijke tradities en hedendaagse context; e. het kunnen identificeren van vragen en behoeften op het gebied van ethiek en zingeving bij personen in het bijzonder personen met een islamitische achtergrond in situaties van ziekte, lijden en existentiële nood (anamnese); f. het kunnen verrichten van de rituelen, in het bijzonder Koranrecitatie en gebed, en het aanreiken van inspirerende en betekenisverlenende teksten en verhalen uit de religieuze traditie die de islamitische geestelijk verzorger bij zijn zorg aan moslims nodig heeft. 20

21 B. Sociale agogiek en organisatie (De student kan binnen relevante beroepssituaties op adequate wijze omgaan met individuen, groepen en organisaties, daarbij inbegrepen in coördinerende en leidinggevende rollen.) Hieronder vallende eindkwalificaties: g. het kunnen begeleiden van personen in de zoektocht naar het op bevredigende wijze kunnen omgaan met de vragen op het gebied van juridische en maatschappelijke kwesties, desgewenst mede door referentie aan de godsdienstige leer en traditie; h. het kunnen onderscheiden van een (be)lerende houding van een pastorale houding en het kunnen voeren van pastorale gesprekken; i. het kunnen onderscheiden en aan elkaar relateren van het eigen perspectief, als gelovig moslim en als beroepsbeoefenaar, de perspectieven van diegenen, van diverse achtergronden en overtuigingen, aan wie men zorg verleent, alsmede de perspectieven van de andere beroepskrachten, van diverse achtergronden, overtuigingen en disciplines, met wie men samenwerkt; j. het in staat zijn de functie van islamitisch geestelijk verzorger op zelfstandige wijze en eventueel in een leidinggevende positie, binnen en buiten organisaties op het gebied van de zorg, justitie, defensie, jeugdzorg, gezinsbegeleiding, maatschappelijke activering en verwante gebieden, uit te oefenen; k. een systematisch doordachte open, respectvolle en dienstbare houding tegenover diegenen, van diverse achtergronden en overtuigingen, aan wie men zorg verleent; l. een systematisch doordachte open, respectvolle en collegiale houding tegenover de andere beroepskrachten, van diverse achtergronden, overtuigingen en disciplines, met wie men samenwerkt. C. Onderzoek en ontwikkeling (De student kan voor zijn (toekomstig) beroep relevant praktijkgericht onderzoek verrichten en bijdragen aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk, ook over de grenzen van standaardsituaties heen, en houdt daarbij rekening met de ethische en maatschappelijke dimensies van zijn beroepshandelen.) Hieronder vallende eindkwalificaties: m. Inzicht in de beroepsmethodiek om zo een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep met gebruik van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. n. het in staat zijn islamitische standpunten en houdingen op het gebied van ethiek, zingeving en maatschappelijke ontwikkeling zodanig te ontwikkelen, dat zij enerzijds in overeenstemming zijn met de fundamentele principes en waarden van de islam en anderzijds met de specifieke omstandigheden van Europa in het algemeen en Nederland in het bijzonder en beantwoorden aan de specifieke behoeften van moslims in het hedendaagse Nederland en Europa; o. het in staat zijn gezamenlijk met bewoners van Nederland en/of Europa van diverse levensbeschouwelijke achtergronden volwaardig, op hoog niveau en constructief te participeren in discussies en besluitvormingsprocessen, met name aangaande zinvragen, spirituele en ethische vraagstukken en vraagstukken die verband houden met het samenleven van bevolkingsgroepen van diverse levensbeschouwelijke, etnische en culturele achtergrond. p. het in staat zijn zich zelfstandig voortdurend verder te ontwikkelen op het gebied van de geestelijke verzorging, in uiteenlopende en ook in nieuwe beroepssituaties; 21

22 q. het in staat zijn om op in grote mate zelfstandige wijze onderzoek te verrichten met betrekking tot de eigen beroepspraktijk en daardoor een bijdrage te leveren aan de voortdurende ontwikkeling van die praktijk. 22

23 Bijlage 3: format leerwerkplan Het leerwerkplan, wat uit circa 2 en maximaal 3 bladzijden, bestaat stippelt de leerroute van de student tijdens de stage uit. De opbouw van het leerwerkplan is als volgt: Naam: Opleiding: Stage-instelling: Stageperiode: praktijkbegeleider: naam, telefoonnummer en adres Instituutsbegeleider: 1) inleiding 2) verantwoording van de keuze van de instelling 3) een verkennende korte beschrijving van de werkplek op basis van de beschikbare informatie bestaande uit: a) de achtergrond van de instelling b) de missie en visie 4) beschrijving van de werkzaamheden die men gaat verrichten 5) minimaal drie concrete leerdoelen die dienen voort te komen uit de categorie vaardigheden van de eindkwalificaties van de opleiding IGV (zie 3.2). Belangrijke thema's hierbij zijn: a) pastorale gespreksvoering b) rituelen en c) ethische adviezen 6) formuleren van persoonlijke leerdoelen en hoe men deze denkt uit te voeren 7) gemaakte afspraken met de praktijkbegeleider over de invulling van de begeleiding en de evaluatie. 23

24 Bijlage 4 : Format stageverslag Het tussentijdse evaluatieverslag bestaat uit minimaal 5 en maximaal 7 bladzijden en wordt enkele voor het hieraan gekoppelde gesprek naar de instituutsbegeleider g d. Het eindverslag bestaat uit ongeveer 15 bladzijden en wordt enkele dagen voor het hieraan gekoppelde gesprek naar de instituutsbegeleider g d. De opbouw van het leerwerkplan is als volgt: Naam: Opleiding: Stage-instelling: Stageperiode: Praktijkbegeleider: naam, telefoonnummer en adres Instituutsbegeleider: 1) inleiding 2) beschrijving van de instelling bestaande uit: a) de achtergrond b) missie en visie c) de werkwijze (methodiek) d) de plek van geestelijke verzorging. 3) Overzicht van de gedurende de stage verrichte activiteiten 4) de reflectie op de leerdoelen, de behaalde resultaten en wat anders had gekund, hierbij thematisch onderscheid makend tussen a) gespreksvoering b) rituelen c) ethische adviezen 5) reflectie op de betekenis van de ontvangen begeleiding voor het leerproces 6) conclusie met daarin de aandachtspunten die verdere ontwikkeling verdienen (bij de tussentijdse evaluatie geconcretiseerd in het aanpassen van het leerwerkplan) 24

Stagereglement Masteropleiding leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Godsdienst en Levensbeschouwing Tilburg School of Catholic Theology

Stagereglement Masteropleiding leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Godsdienst en Levensbeschouwing Tilburg School of Catholic Theology Stagereglement Masteropleiding leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Godsdienst en Levensbeschouwing Artikel 1 De stage 1. De stage is een onderdeel van de Masteropleiding leraar voortgezet

Nadere informatie

Stageovereenkomst. Ondergetekenden. Hogeschool Rotterdam, Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. 1. Naam school en opleiding

Stageovereenkomst. Ondergetekenden. Hogeschool Rotterdam, Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. 1. Naam school en opleiding Stageovereenkomst Ondergetekenden 1. Naam school en opleiding Gevestigd te Vertegenwoordigd door In de functie van Hogeschool Rotterdam, Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Rotterdam Mevr. K. Buijs

Nadere informatie

Studiehandleiding. Opleiding: IGV. Naam onderwijseenheid: Geestelijke verzorging als beroep. Blok: 2. Docent: H.Bakir

Studiehandleiding. Opleiding: IGV. Naam onderwijseenheid: Geestelijke verzorging als beroep. Blok: 2. Docent: H.Bakir Studiehandleiding Opleiding: IGV Naam onderwijseenheid: Geestelijke verzorging als beroep Blok: 2 Docent: H.Bakir Datum: september 2017 1 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Eindkwalificaties en leerdoelen... 3

Nadere informatie

Stagereglement Masteropleiding Theologie Tilburg School of Catholic Theology

Stagereglement Masteropleiding Theologie Tilburg School of Catholic Theology Stagereglement Masteropleiding Theologie Tilburg School of Catholic Theology Artikel 1 De stage 1. De stage is een onderdeel van de Masteropleiding Theologie dat in de stagehandleiding van de respectievelijke

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen Faculteit der Geesteswetenschappen Stagereglement masteropleidingen Inhoud Inleiding...3 Verantwoordelijkheid en taakverdeling...3 Aantal studiepunten...3 Plaats in de opleiding...3 Leerdoelen...3 Soort

Nadere informatie

2. WERKWIJZE IN SUPERVISIE

2. WERKWIJZE IN SUPERVISIE SUPERVISIEGIDS 1. INLEIDING Supervisie is een praktijkgebonden leermethode. In kleine groepen wordt onder begeleiding van een supervisor gewerkt aan persoonlijke leerdoelen die voortkomen uit de werkervaringen

Nadere informatie

Maatschappelijke stage Farel College havo 4 / vwo 4 2014/2015 1

Maatschappelijke stage Farel College havo 4 / vwo 4 2014/2015 1 Maatschappelijke stage Farel College havo 4 / vwo 4 2014/2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Informatie stage 3. Begeleiding a. Mail b. 2 contactpersonen op school Benodigdheden: (bijlagen) - Beoordelingsformulier

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam Toegepaste Psychologie zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden

Nadere informatie

Supervisie in de driejarige opleiding van het CPC Versie 28/10/2015

Supervisie in de driejarige opleiding van het CPC Versie 28/10/2015 Supervisie in de driejarige opleiding van het CPC Versie 28/10/2015 Je kunt kiezen voor een opleiding met of zonder supervisie. Om voor een diploma met supervisie in aanmerking te komen is het noodzakelijk

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar

Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar De ondergetekenden: Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar 2016-2017 1. naam school/bevoegd gezag: Het Kwadrant gevestigd te: Thornstraat 7 6004 JP WEERT 0495-513666 vertegenwoordigd door:.

Nadere informatie

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen Stagehandleiding Faculteit der Sociale Wetenschappen INHOUDSOPGAVE Pagina Inleiding en procedure 3 Doel van de stage en eisen stageplek 4 Introductie en huisregels 5 Begeleiding en kwaliteit 5 Voorzieningen,

Nadere informatie

Leer-arbeidsovereenkomst MWD duaal CROHO: 34616

Leer-arbeidsovereenkomst MWD duaal CROHO: 34616 Leer-arbeidsovereenkomst MWD duaal 2014-2015 CROHO: 34616 Ondergetekenden 1. De student, verder te noemen werknemer/student Naam : Roepnaam of voorletters : Adres : Postcode en plaats : Geboortedatum :

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden van studenten tot professionals.

Nadere informatie

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage Deze vragenlijst is de integrale vragenlijst zoals ze letterlijk werd overgenomen uit het werk Leren en beoordelen op de werkplek van Piet Hendriks

Nadere informatie

Studiehandleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehandleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehandleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Capita selecta: Maatschappelijke activering en gezinsbegeleiding Code onderwijseenheid: HBOMIGV20151MA

Nadere informatie

Stagewijzer. Stagiairs

Stagewijzer. Stagiairs Stagewijzer Stagiairs Stagewijzer voor stagiairs De gemeente Emmen vindt het belangrijk om te investeren in toekomstige jonge professionals. We besteden daarom veel zorg aan de werving en begeleiding van

Nadere informatie

Supervisiereglement van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie

Supervisiereglement van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie Supervisiereglement van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie Als vastgesteld op de ledenvergadering van 27 maart 2015 Inleiding In dit reglement is de procedure geregeld van het

Nadere informatie

Faculteit der Sociale Wetenschappen Departement Psychologie Sectie Klinische- en Gezondheidspsychologie

Faculteit der Sociale Wetenschappen Departement Psychologie Sectie Klinische- en Gezondheidspsychologie ONDERZOEKSTAGE-OVEREENKOMST Clinical Masters Research Internship onderzoeks-doctoraalstage KLINISCHE- & GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE (versie 26 januari 2006) Dit is een stage-overeenkomst voor een praktijk-leerperiode

Nadere informatie

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in duale inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in duale inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering Praktijkleerovereenkomst opleidingen in duale inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering Opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening Duaal Studiejaar 2017-2018 Ondergetekenden: 1. (naam

Nadere informatie

Stagebeleid Steunpunt GGZ Utrecht. d.d. 7 januari kenmerk:

Stagebeleid Steunpunt GGZ Utrecht. d.d. 7 januari kenmerk: Stagebeleid Steunpunt GGZ Utrecht d.d. 7 januari 2011 kenmerk: 1. Inleiding Het Steunpunt GGZ Utrecht levert een bijdrage aan de individuele ontwikkeling van studenten door het beschikbaar stellen van

Nadere informatie

MODEL STAGEOVEREENKOMST

MODEL STAGEOVEREENKOMST MODEL STAGEOVEREENKOMST Toelichting: Dit model gaat er vanuit dat de stage een verplichte of keuzestage betreft binnen het curriculum. Daar is vanuit TiU een stagedocent bij betrokken. Namens Tilburg University

Nadere informatie

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in deeltijdse inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in deeltijdse inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering Praktijkleerovereenkomst opleidingen in deeltijdse inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering Opleiding Studiejaar 2017-2018 Ondergetekenden: 1. (naam organisatie of instelling), gevestigd

Nadere informatie

Stagehandleiding Master Letterkunde

Stagehandleiding Master Letterkunde Stagehandleiding Master Letterkunde Studenten van de master Letterkunde kunnen een onderzoeksstage volgen als onderdeel van hun opleiding. Voor studenten van de masterprogramma s Literair Bedrijf en Europese

Nadere informatie

Stagewijzer. Stagebegeleiders en leidinggevenden

Stagewijzer. Stagebegeleiders en leidinggevenden Stagewijzer Stagebegeleiders en leidinggevenden Stagewijzer stagebegeleiders en leidinggevenden In 2012 heeft de gemeente Emmen besloten een proactief stagebeleid te gaan voeren. Het actief aanbieden van

Nadere informatie

3.1 Persoonsgerichte werkvormen: leren van ervaringen, supervisie en intervisie

3.1 Persoonsgerichte werkvormen: leren van ervaringen, supervisie en intervisie 3.1 Persoonsgerichte werkvormen: leren van ervaringen, supervisie en intervisie Reflectie op het eigen handelen is voor de AVG een noodzakelijk element van zijn beroepsattitude (competentiegebied professionaliteit).

Nadere informatie

Handleiding stage, September Handleiding stage

Handleiding stage, September Handleiding stage Handleiding stage 1. Inleiding 2. Leerdoelen en eindtermen van de stage 3. Stappenplan 4. Stagevoorstel 5. Stage-overeenkomst 6. Stageverslag 7. Verloop van de stage 8. Inventarisatie stagemogelijkheden

Nadere informatie

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Stage Formulieren. Stageafspraken en Stagecontract

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Stage Formulieren. Stageafspraken en Stagecontract Stage Formulieren Deel A Deel B Deel C Stageplan Stageafspraken en Stagecontract Evaluaties Deel A Stageplan Gegevens student Voornaam Roepnaam Achternaam E-mail adres Telefoonnummer Studentnummer Studiejaar

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen

Nadere informatie

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3 Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 3 Stagegids Regulier Jaar 3, Blok 1 t/m 4 2013-2014 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg

Nadere informatie

Goed voorbeeld van een stageovereenkomst

Goed voorbeeld van een stageovereenkomst Goed voorbeeld van een stageovereenkomst Vaak kun je de stageovereenkomst van de opleiding gebruiken. Is die niet voorhanden, gebruik dan deze overeenkomst als uitgangspunt. 1. De onderwijsinstelling Naam

Nadere informatie

Kinderopvang Heyendael

Kinderopvang Heyendael Hoofdstuk: 5.5 (Personeel) Titel: Werkwijze en beleid tav stagiaires Procesbewaker: Praktijkopleider Bladzijden: 1 t/m 4 Kinderopvang Heyendael Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Soorten stageplekken 3. Organisatie

Nadere informatie

Handleiding Stageminor LET 2019/2020

Handleiding Stageminor LET 2019/2020 Handleiding Stageminor LET 2019/2020 change perspective Stappenplan om stage te lopen Positie Stageminor Sinds 2014/2015 is een minorruimte van 30 EC onderdeel van het curriculum van alle bacheloropleidingen

Nadere informatie

Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017

Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017 Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017 De afronding van de opleiding: stage en afstudeeronderzoek

Nadere informatie

Inhoud. Artikel Artikel Artikel Artikel

Inhoud. Artikel Artikel Artikel Artikel Afdeling 3GT maart 2016 Inhoud Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 4 Artikel 7... 4 Artikel 8... 4 Artikel 9... 4 Artikel 10... 4 Artikel 11... 4 Artikel

Nadere informatie

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER De PThU kent twee competentieprofielen, die voor de gemeentepredikant en die voor de geestelijk verzorger. Ze verschillen in onderdelen, maar

Nadere informatie

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Beroepsvoorbereiding. Stage Formulieren. en Stagecontract.

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Beroepsvoorbereiding. Stage Formulieren. en Stagecontract. Koninklijke Stage Formulieren Deel A Stageplan Stageafspraken en Stagecontract Evaluaties Deel A Eindbeoordeling door stagebegeleider stageadres Gegevens student Voornaam Roepnaam Achternaam E-mail adres

Nadere informatie

STAGE-OVEREENKOMST. adres instelling waar stage wordt gelopen:.. naam vertegenwoordigende persoon:.. functie vertegenwoordigende persoon:.

STAGE-OVEREENKOMST. adres instelling waar stage wordt gelopen:.. naam vertegenwoordigende persoon:.. functie vertegenwoordigende persoon:. STAGE-OVEREENKOMST De ondergetekenden: a. naam instelling waar stage wordt gelopen:.. adres instelling waar stage wordt gelopen:.. Vertegenwoordigd door naam vertegenwoordigende persoon:.. functie vertegenwoordigende

Nadere informatie

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3 Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3 Kenniscentrum Talentontwikkeling Informatiebulletin voor studenten Inhoud 1. Inleiding: OS Boss po 2 2. Opleiding, begeleiding en beoordeling 2 3. Rollen en

Nadere informatie

Instructiedocument studenten

Instructiedocument studenten Instructiedocument studenten Bedrijfskunde Informatiepunt Stages (BIS) Cursuscode: MAN-BCU340-2016-3-V Collegejaar: 2016-2017 Contact: bis@fm.ru.nl Introductie Als student Bedrijfskunde aan de Radboud

Nadere informatie

Hoe hebben de Aios alle stafleden van de afdeling gemiddeld beoordeeld? (N= totaal aantal Aios-beoordelingen van alle stafleden van de afdeling)

Hoe hebben de Aios alle stafleden van de afdeling gemiddeld beoordeeld? (N= totaal aantal Aios-beoordelingen van alle stafleden van de afdeling) NAAM OPLEIDER/SUPERVISOR: Dr. A. DATUM EVALUATIE: DE GEGEVENS BETREFFEN PERIODE: : Aios-: : Groeps: Groeps: Hoe heeft u uzelf beoordeeld? Hoe hebben de Aios u gemiddeld beoordeeld? Standaarddeviatie van

Nadere informatie

Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar 2015-2016

Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar 2015-2016 De ondergetekenden: Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar 2015-2016 1. naam school/bevoegd gezag: Het Kwadrant gevestigd te: Thornstraat 7 6004 JP WEERT 0495-513666 vertegenwoordigd door:

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 4 Stagegids Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II Regulier Studiejaar 2014-2015 Amsterdam School of Health Professions Opleiding

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT Faculteit Geesteswetenschappen FEEDBACK & BEOORDELINGSFORMULIER ONDERWIJSSTAGES (BA & MA) De beoordeling van de onderwijsstages op Bachelor 3 en masterniveau bestaat uit twee onderdelen: het functioneren

Nadere informatie

Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap Versie: 20 juni 2012 AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP

Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap Versie: 20 juni 2012 AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP 2 Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap 3 Algemeen Hieronder kun je lezen hoe de route naar supervisorschap en leersupervisorschap is opgezet en aan welke

Nadere informatie

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1 BOL SCHOOLJAAR 2015-2016 Summacollege Cluster Welzijn, Cultuur & Onderwijs

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

1. Omschrijving Hieronder geef ik een compacte productomschrijving van supervisie. Een productomschrijving

1. Omschrijving Hieronder geef ik een compacte productomschrijving van supervisie. Een productomschrijving Louis van Kessel SUPERVISIE - EEN PRODUCTOMSCHRIJVING Published in: Forum, Nieuwsbrief van de LVSB, 5 (1999) 3, 6-8. 1. Omschrijving Hieronder geef ik een compacte productomschrijving van supervisie. Een

Nadere informatie

Faculteit der Sociale Wetenschappen Departement Psychologie Sectie Klinische- en Gezondheidspsychologie

Faculteit der Sociale Wetenschappen Departement Psychologie Sectie Klinische- en Gezondheidspsychologie PRAKTIJKSTAGE-OVEREENKOMST Clinical Masters Practice Internship praktijk-doctoraalstage KLINISCHE- & GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE (versie 26 januari 2006) Dit is een stage-overeenkomst voor een praktijk-leerperiode

Nadere informatie

Instructiedocument studenten Stageregeling. Bedrijfskunde. expertisecentrum@fm.ru.nl

Instructiedocument studenten Stageregeling. Bedrijfskunde. expertisecentrum@fm.ru.nl Instructiedocument studenten Stageregeling Bedrijfskunde expertisecentrum@fm.ru.nl Introductie Als student Bedrijfskunde van de Radboud Universiteit Nijmegen is het mogelijk om studiepunten toegekend te

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling)

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling) SAMENWERKINGSOVEREENKOMST Partijen, De Interfacultaire Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam rechtsgeldig vertegenwoordigd door mw. drs. L.C.J. Gerritsen, Onderwijscoördinator, hierna te

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot GMW Geïntegreerde competentieverwerving 2 AD2 40 n.v.t. 220 JA aanvragen

Nadere informatie

WAGENINGEN UNIVERSITEIT STAGE CONTRACT

WAGENINGEN UNIVERSITEIT STAGE CONTRACT WAGENINGEN UNIVERSITEIT STAGE CONTRACT STATUS VAN HET STAGE CONTRACT - Het stagecontract dient om de afspraken met betrekking tot het doen van een stage vast te leggen tussen student, departement en stage-instelling.

Nadere informatie

BPV GIDS ICT Opleidingen

BPV GIDS ICT Opleidingen Versie 1.1 januari 2019 BPV GIDS ICT Opleidingen Stageperiode 2019 2 ICT-Beheerder / Netwerkbeheerder / Applicatieontwikkelaar Regio College Zaandam Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijke data tijdens de

Nadere informatie

KABK Beroepsvoorbereiding

KABK Beroepsvoorbereiding KABK Beroepsvoorbereiding Stageformulieren Deel A: Stageplan Deel B: Stageafspraken en Stagecontract Deel C: Evaluaties Deel A Gegevens student Voornamen Roepnaam Achternaam E-mail adres Telefoonnummer

Nadere informatie

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO STELLA MARIS COLLEGE 4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO 2013-2014 BEROEPSSTAGE NAAM: KLAS: MENTOR SCHOOL: EXTERN BEGELEIDER: Dit stage rapport wordt digitaal bewerkt en aangeleverd. Algemene informatie voor de leerlingen

Nadere informatie

Modulebeschrijving FINSLC0108

Modulebeschrijving FINSLC0108 pagina 1 van 5 Modulebeschrijving FINSLC0108 Naam module FINSLC0108 Vakgebied(en) Studieloopbaancoaching Studiepunten 1 EC Voorkennis De vereiste voorkennis van deze module zijn de stagevoorbereidingsactiviteiten

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

(indien de leerling minderjarig is)

(indien de leerling minderjarig is) Stageovereenkomst 2013-2014 Ondergetekenden: Geboortedatum Klas: 3b1 / 3b2 / 3k M/V Ouder(s)/Verzorger(s) (indien de leerling minderjarig is) Praktijkbiedende organisatie Vertegenwoordigd door Onderwijsinstelling

Nadere informatie

Procesbeschrijving van coaching en supervisie

Procesbeschrijving van coaching en supervisie 1 Procesbeschrijving van coaching en supervisie (vervolg op wetenswaardigheden ) (2002, Trees Schopman/De Spiegel). 2.0 Inleiding Het vorige artikel beschreef met name de situaties die geschikt zijn om

Nadere informatie

3.1 Persoonsgerichte werkvormen: leren van ervaringen, supervisie en intervisie

3.1 Persoonsgerichte werkvormen: leren van ervaringen, supervisie en intervisie 3.1 Persoonsgerichte werkvormen: leren van ervaringen, supervisie en intervisie Reflectie op het eigen handelen is voor de AVG een noodzakelijk element van zijn beroepsattitude (competentiegebied professionaliteit).

Nadere informatie

Instructiedocument. Bedrijfskunde Informatiepunt Stages (BIS) Contact:

Instructiedocument. Bedrijfskunde Informatiepunt Stages (BIS) Contact: Instructiedocument Bedrijfskunde Informatiepunt Stages (BIS) Contact: bis@fm.ru.nl 2 Introductie Als student Bedrijfskunde aan de Radboud Universiteit is het mogelijk om studiepunten toegekend te krijgen

Nadere informatie

Studiehandleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehandleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehandleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Toegepaste psychologie Code onderwijseenheid: HBOMIGV20151TP Studiejaar: 1 Onderwijsperiode:

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling stages gemeente Den Helder

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling stages gemeente Den Helder GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Den Helder. Nr. 97978 19 juli 2016 Regeling stages gemeente Den Helder Regeling stages gemeente Den Helder Het college van burgemeester en wethouders van de

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN! Naam: Klas: Handboek Maatschappelijke Stage (MaS) Heerbeeck College Best Schooljaar 2018-2019 MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN! Sociaal MaS Extra Handen Samenwerken Vrijwillig Inzet Bijdrage Maatschappij

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Om de kwaliteit van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde te behouden en te verbeteren worden met ingang van december

Nadere informatie

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ )

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ ) Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 4 Stagegids Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/14-11-14) Regulier Studiejaar 2014-2015 Amsterdam School of Health Professions

Nadere informatie

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Versie 1.0 12 april 2012 Inhoudsopgave blz. Voorwoord 2 Algemeen -Visie 3 -Methodiek 4 Intake/assessment 5 Jobfinding 6 Coaching on the job 7 Definitielijst

Nadere informatie

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider.

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider. Competentieprofiel MZ Opleider Dit is een verkorte versie van het document dat is vastgesteld door de ledenvergaderingen van BVMP en BVMZ. In de volledige versie zijn enkele bijlagen toegevoegd, deze worden

Nadere informatie

Leerarbeidsovereenkomst voor tweedegraads duale studenten van jaar 1 t/m 4 met een aanstelling als onderwijsassistent

Leerarbeidsovereenkomst voor tweedegraads duale studenten van jaar 1 t/m 4 met een aanstelling als onderwijsassistent Leerarbeidsovereenkomst voor tweedegraads duale studenten van jaar 1 t/m 4 met een aanstelling als onderwijsassistent Duale studenten zijn studenten van de voltijdse tweedegraads opleiding die, naast de

Nadere informatie

Opleiding Bestuurskunde - Universiteit Leiden. Informatiepakket stage-organisatie

Opleiding Bestuurskunde - Universiteit Leiden. Informatiepakket stage-organisatie Opleiding Bestuurskunde - Universiteit Leiden Informatiepakket stage-organisatie Instituut Bestuurskunde Universiteit Leiden Faculteit Governance and Global Affairs Schouwburgstraat 2 2511 VA, Den Haag

Nadere informatie

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren Project evalueren studenten in het UZA Nancy Van Genechten Katrien Van den Sande Yvonne Gilissen Werkgroep mentoren en Hogescholen Hoe is dit gegroeid?? Mentorendag 2010 Hoe verder na vraag Mentoren hadden

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017 Vaardigheidsdocent Doel Ontwikkelen en verzorgen van buiten de kaders van de wetenschappelijke onderwijsonderdelen maar binnen de kaders van het beleid van de instelling, faculteit, opleidingsinstituut,

Nadere informatie

Informatie voor supervisanten

Informatie voor supervisanten Informatie voor supervisanten Met dit document willen we je meer kennis en inzichten geven over het volgen van supervisie vanuit de PgD. Aan bod komt: 1. Wat is supervisie? 2. Vormen van supervisie? 3.

Nadere informatie

Stageregeling bachelor opleiding Afdeling Politicologie, NSM/Radboud Universiteit Nijmegen September 2014

Stageregeling bachelor opleiding Afdeling Politicologie, NSM/Radboud Universiteit Nijmegen September 2014 Stageregeling bachelor opleiding Afdeling Politicologie, NSM/Radboud Universiteit Nijmegen September 2014 Artikel 1. Doel Het doel van een stage is om het de student mogelijk te maken werkervaring als

Nadere informatie

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie LOB matrix KWC afdeling SMS Noteer in onderstaand schema alle activiteiten die jij als professional of binnen de afdeling waar je werkzaam bent mee gewerkt wordt. Dit kunnen losse instrumenten zijn zoals

Nadere informatie

Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen

Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen Er bestaan twee erkende categorieën opleidingsonderdelen: de methodisch-didactische scholing in het kader van de opleidingsroute voor supervisoren;

Nadere informatie

Stageplan. Máxima Medisch Centrum. Marijke Bax / 2142490

Stageplan. Máxima Medisch Centrum. Marijke Bax / 2142490 Stageplan Máxima Medisch Centrum Marijke Bax / 2142490 2 Adresgegevens Naam: Marijke Bax Adres: Kouwbergen huisnummer: 4 Postcode: 6027 NS plaats: Soerendonk Huistelefoon: 0495-495065 Mobiel:06 57 31 12

Nadere informatie

Intercultureel vakmanschap in de stage

Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking C Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking voor hsao-opleidingen en stageverlenende instellingen in de jeugdzorg HBO-raad, oktober 2012 Project intercultureel vakmanschap in het hsao

Nadere informatie

Protocol ECD. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Protocol ECD. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Protocol ECD Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Versie juli 2011 1 Protocol ECD Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk te laten verlopen worden in dit protocol de richtlijnen,

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS) Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS) Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Inleiding Tijdens de stage zijn er zeven leerondersteuningsbijeenkomsten (LOS-bijeenkomsten). Het onderwijs

Nadere informatie

KABK Beroepsvoorbereiding

KABK Beroepsvoorbereiding E. ONTWIKKELING -- - + ++ Opmerkingen 1. Omgang met problemen 2. De mate waarin er een verandering zichtbaar was na feedback 3. Inzicht in actuele thema s 4. Artistieke ontwikkeling tijdens stageperiode

Nadere informatie

Stagehandleiding voor stageverlenende organisaties. Business Analytics, Mathematics, SFM

Stagehandleiding voor stageverlenende organisaties. Business Analytics, Mathematics, SFM Stagehandleiding voor stageverlenende organisaties Business Analytics, Mathematics, SFM Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Plaats in de opleiding 2 3 Doelstellingen 3 4 Voordelen voor stageverlenende organisatie

Nadere informatie

1 Interpersoonlijk competent

1 Interpersoonlijk competent 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen: 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

MAATSCHAPPELIJKE STAGE 1. zoek een stageplek a. via de stagemarkt begin oktober in de aula. b. Eigen stage Stageboek 2. maak een afspraak met je stagebegeleider. Denk aan je stage contract MAATSCHAPPELIJKE STAGE Havo-4 van:

Nadere informatie

2. Relevantie Blijkt uit de keuze voor de literatuur de relevantie van de ontwikkeling van kennis van het beroepsveld?

2. Relevantie Blijkt uit de keuze voor de literatuur de relevantie van de ontwikkeling van kennis van het beroepsveld? Bijlage 1 (Opleidings)literatuur Bij de waardering van in het kader van de accreditatie te beoordelen - door de opleiding voorgeschreven -literatuur worden de volgende criteria gehanteerd: 1. Variatie

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 1 (PL1)

Standaard-actieplan stage 1 (PL1) Standaard-actieplan stage 1 (PL1) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 1 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Stageovereenkomst leerjaar 3

Stageovereenkomst leerjaar 3 Stageovereenkomst leerjaar 3 - Deze stageovereenkomst mag niet uit elkaar gehaald worden! - Het dient in drievoud ingevuld en ondertekend te worden. - Na het compleet ontvangen en de goedkeuring van de

Nadere informatie