Kentallen Goede Doelen. Inventarisatie onder de leden van de VFI
|
|
- Paula Bogaert
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kentallen Goede Doelen 2004 Inventarisatie onder de leden van de VFI
2 Amsterdam, september 2005 Onderzoek in opdracht van de VFI, de branchevereniging van goede doelen Kentallen goede doelen 2004 Een inventarisatie onder VFI-leden drs. K.H.S. van Buiren drs J. Holleman
3 De wetenschap dat het goed is SEO Economisch Onderzoek doet onafhankelijk toegepast economisch onderzoek in opdracht van overheid en bedrijfsleven. Ons onderzoek helpt onze opdrachtgevers bij het nemen van beslissingen. SEO Economisch Onderzoek is gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam. Dat geeft ons zicht op de nieuwste wetenschappelijke methoden. We hebben geen winstoogmerk en investeren continu in het intellectueel kapitaal van de medewerkers via promotietrajecten, het uitbrengen van wetenschappelijke publicaties, kennisnetwerken en congresbezoek. SEO-rapport nr. 828 Copyright 2005 SEO Economisch Onderzoek, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld.
4
5
6 Voorwoord Er zijn maar weinig sectoren die tegenwoordig zo in de schijnwerpers staan als de goededoelensector. Geen wonder, de wereld van het goede doel gaat iedereen aan. Meer dan ooit wordt van deze organisaties verwacht dat ze het publiek informeren over hun werkwijze en prestaties. Informatie die nodig is om verantwoording af te leggen en maatschappelijke steun te behouden of te vergroten. Sectorale informatie wordt daarbij steeds belangrijker. Enerzijds voor de leiding van individuele instellingen om ontwikkelingen in de eigen organisatie beter te kunnen duiden. Anderzijds om, indien nodig, het verhaal van de sector te kunnen vertellen. Informatie over de feitelijke ontwikkelingen in de sector en bij de instellingen is essentieel voor een goed functioneren van individuele organisaties en voor de VFI als hun belangenbehartiger. Daarom heeft de VFI besloten een bedrijfstakanalyse te presenteren. Beoogd wordt relevante ontwikkelingen middels kengetallen tot uitdrukking te brengen. Dit rapport is tot stand gekomen dankzij de deskundige inzet van SEO Economisch Onderzoek (gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam), onder leiding van de heer drs. P. Risseeuw. Wij danken hem en zijn team voor de prettige samenwerking. Ook de leden verdienen een compliment voor hun medewerking en de hoge respons. Vanuit de VFI hebben o.a. Jan Kees den Bakker, Michael Rutgers, Ruud Kamphuis en Sofie Vriends hun inbreng geleverd. Tot slot zij opgemerkt dat deze rapportage in volgende jaren navolging krijgt. Na een eerste keer kan het altijd beter. Suggesties en adviezen zijn dan ook van harte welkom. Gosse Bosma directeur VFI
7 Inhoudsopgave 1 Inleiding, belangrijkste bevindingen en conclusies De VFI-achterban Bestedingen en resultaten Inkomsten Financiële reserves Personeel en organisatie Verantwoording Verklarende woordenlijst... 27
8 GOEDE DOELEN
9
10 GOEDE DOELEN Inleiding, belangrijkste bevindingen en conclusies De kerntaak van de VFI, de branchevereniging van landelijk wervende goede doelen, is het vertrouwen van het publiek in het werk van goede doelen te bevorderen. Goededoelenorganisaties helpen maatschappelijke vraagstukken op te lossen, komen op voor kwetsbare groepen, verbeteren de kwaliteit van de leefomgeving en doen dat namens en met financiële steun van het publiek. In de laatste tien jaar is het beroep op de goededoelenorganisaties sterk gegroeid en is de publieke belangstelling voor hun functioneren toegenomen. Het blijven bouwen aan het vertrouwen van het publiek door verdere kwaliteitsverbetering van het werk van de organisaties, goede informatie, transparantie en heldere spelregels vragen daarom voortdurende aandacht. ( In het kader van nagestreefde transparantie en accountability, behoeft de VFI inzicht in de omvang en de ontwikkeling van kentallen van de aangesloten organisaties: hoe groot zijn de organisaties, hoe groot zijn de inkomende en uitgaande geldstromen, wat zijn de apparaatskosten, en onvermijdelijk: hoe wordt de directeur beloond? De VFI heeft om deze vragen beantwoord te krijgen een onderzoek laten uitvoeren door een onafhankelijke externe partij. In eerste instantie het Economisch en Sociaal Instituut van de Vrije Universiteit (ESI-VU); na de transfer van de onderzoekers van het cluster Bedrijfstakanalyse van ESI-VU naar SEO Economisch Onderzoek, is het onderzoek afgerond door SEO Economisch Onderzoek. De kentallen in dit rapport geven een beeld van de inkomsten, de middelen en de bestedingen van goededoeleninstellingen in 2004 en 2003, onderverdeeld naar diverse categorieën. Dit rapport heeft tot doel de verworven inzichten te gebruikt als achtergrondinformatie bij de invulling van de kerntaken van de VFI: belangenbehartiging & externe communicatie, zelfregulering en ledenservices. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een enquête onder de leden van de VFI. De vragenlijst en de te hanteren kentallen zijn vastgesteld in overleg tussen de onderzoekers, de VFI en vertegenwoordigers van diverse aangesloten organisaties. De enquêteformulieren zijn door de onderzoeksbureaus verwerkt. Op de gegevens heeft een controle op consistentie plaatsgevonden, niet op juistheid. De hoofdstukken in het vervolg van het rapport gaan in hoofdlijnen in op de hieronder opgesomde onderwerpen, waarbij steeds een onderscheid wordt gemaakt naar doelgebied en naar grootte van de instelling. De hoofdstukken 2 tot en met 6 gaan in op kenmerken van de VFIachterban (hoofdstuk 2), bestedingen en resultaten (hoofdstuk 3), inkomsten (hoofdstuk 4), financiële reserves (hoofdstuk 5) en personeel en organisatie (hoofdstuk 6). Hoofdstuk 7 geeft een korte onderzoeksverantwoording.
11 6 KENTALLEN Belangrijkste bevindingen en conclusies Hoewel de ontwikkeling van inkomsten, doelbesteding en reserves van de goededoelenbranche in het algemeen een positief beeld laat zien, zijn er wezenlijke verschillen tussen instellingen die actief zijn in verschillende doelgebieden en van verschillende omvang. Het algemene beeld van de branche als geheel is dat er met een intensivering van de fondsenwerving meer inkomsten zijn gegenereerd en dat dit ten goede is gekomen van de doelstellingen van de organisaties: er is in 2004 bijna zes procent meer uitgegeven aan de doelstelling van de instellingen, vooral dankzij een groei in de inkomsten. Deze groei in inkomsten is echter niet vanzelf ontstaan: instellingen hebben - relatief ten opzichte van de inkomsten - meer kosten gemaakt voor fondsenwerving. Binnen de totale inkomsten is het aandeel van deelname aan acties (zoals bijvoorbeeld 555) als belangrijke bron van inkomsten het snelst gegroeid, terwijl giften als belangrijke bron een zeer beperkte groei kennen. Er zijn echter verschillen tussen instellingen. Kleine instellingen kennen in 2004 een daling in de fondsenwervingskosten als percentage van de inkomsten, een daling in de totale inkomsten en ook een daling in de uitgaven aan de doelstelling. Grote en middelgrote instellingen daarentegen, hebben relatief meer kosten gemaakt voor fondsenwerving, meer inkomsten gegenereerd en ook meer uitgegeven aan hun doelstelling. Hetzelfde beeld - zij het met minder grote verschillen - zien we terug bij instellingen die actief zijn in verschillende doelgebieden. Instellingen actief op het gebied van natuur kennen veruit de sterkste groei in fondsenwervingskosten als percentage van de inkomsten, de sterkste groei in de totale inkomsten en ook de sterkste groei in de uitgaven aan de doelstelling. Ook in de doelgebieden gezondheid, welzijn en internationaal is er sprake van groei in deze grootheden, zij het minder sterk. De financiële reserves zijn over het algemeen toegenomen bij de fondsenwervende instellingen, wat ruwweg veroorzaakt wordt doordat in 2004 de inkomsten de uitgaven hebben overtroffen. De totale werkgelegenheid (binnen Nederland) in de branche is licht gegroeid (met een kleine twee procent), gedragen door groei van de werkgelegenheid bij instellingen die actief zijn in de gebieden welzijn en internationaal. Bij gezondheid en ook natuur is de werkgelegenheid gedaald, terwijl deze instellingen hun inkomsten en uitgaven aan de doelstelling juist hebben zien groeien.
12 GOEDE DOELEN De VFI-achterban De VFI kende per 1 mei leden; naar eigen zeggen vertegenwoordigt de VFI gemeten naar de geworven fondsen ongeveer driekwart van de branche (bron: 75 VFI-leden hebben deelgenomen aan het onderzoek. De 15 goede doelen die niet hebben meegedaan zijn voornamelijk kleine fondsen. Op basis van de respons en het dekkingspercentage van de VFI, is het derhalve veilig om te veronderstellen dat de deelnemers aan dit onderzoek meer dan vijftig procent van de totale goededoelenmarkt beslaan. Verder kan geconcludeerd worden dat de 75 fondsen samen nagenoeg de gehele werkgelegenheid van de VFI-achterban voor hun rekening nemen. Om meer inzicht in de onderzoeksresultaten te krijgen wordt in het vervolg van dit rapport veelvuldig gebruik gemaakt van twee onderverdelingen van de totale groep deelnemers: naar doelgebied en naar omvang. De onderverdeling in vier doelgebieden (zie figuur 2.1.a) is gebaseerd op de door de instellingen zelf aangegeven doelgebieden waarin ze werkzaam zijn. 64 instellingen gaven één doelgebied aan, tien scharen zichzelf in twee doelgebieden, en één fonds herkende zich in geen van de vier categorieën. De natuurfondsen 1 werken exclusief in hun eigen doelgebied, terwijl acht internationaal opererende instellingen een tweede doelgebied aangaven. gezondheid; 21 welzijn; 24 natuur; 7 internationaal; 32 Figuur 2.1.a Deelnemers naar doelgebied, 2004 De totale inkomsten in 2004 bepalen de tweede onderverdeling, naar omvang (zie figuur 2.1.b). De instellingen met totale inkomsten kleiner dan 2,5 miljoen euro worden als klein getypeerd, 2 die met inkomsten tussen de 2,5 en 20 miljoen euro als middel(groot) ; de grote goede doelen 1 In dit rapport staan natuur omwille van de leesbaarheid voor alle instellingen op het gebied van natuur, milieu en dierenbelangen. 2 Hiermee wordt aangesloten bij de indeling van het advies van de Commissie Wijffels.
13 8 KENTALLEN hebben inkomsten hoger dan 20 miljoen euro (een kwart hiervan scoort boven de 100 miljoen euro). middel; 38 klein; 23 groot; 14 Figuur 2.1.b Deelnemers naar omvang, 2004 Figuur 2.1.c toont hoe de beide onderverdelingen zich verhouden. De gezondheidsdoelen zijn vooral middelgroot van omvang. De natuurfondsen zijn middelgroot en groot. De welzijnsinstellingen zijn voornamelijk klein of middelgroot, net als de gemengde fondsen. Omvang Doelgebied Klein Middel Groot Totaal Gezondheid Welzijn Natuur Internationaal Gemengd Totaal Tabel 2.1.c Deelnemers naar doelgebied en omvang Vanuit het omvangsperspectief gezien, maken de natuur- en internationale fondsen de dienst uit onder de grote organisaties. De kleine fondsen zijn vooral welzijn- en internationale organisaties, middelgrote vinden we in alle doelgebieden. 3 Het totaal aantal respondenten is hier 74, omdat één van de fondsen geen doelgebied opgaf. Dit veroorzaakt ook de inconsistentie met figuur 2.1.b wat betreft het aantal middelgrote deelnemers.
14 GOEDE DOELEN Bestedingen en resultaten Dit hoofdstuk geeft inzicht in de financiële middelen die aangewend zijn ten behoeve van de fondsenwerving en de financiële middelen die aangewend zijn ten behoeve van de doelstelling van de organisatie. Bestedingen Het percentage van de inkomsten dat ingezet wordt als wervingskosten, geldt als een vitaal kental in de goededoelensector. Onderstaande figuren geven een overzicht van niveau, spreiding en ontwikkeling van dit percentage, onderverdeeld naar doelgebied en naar grootteklasse. Het totaalgemiddelde bedraagt 15,7 procent; de kwartielrange, als maatstaf voor de spreiding, loopt van 11,2 tot 21 procent. De verschillen tussen de doelgebieden zijn niet heel groot. Goede doelen in de gezondheidszorg maken relatief meer kosten voor de fondsenwerving dan goede doelen in de andere sectoren. Figuur 3.1.a laat zien dat de grootste spreiding in fondsenwervingskosten als percentage van de inkomsten wordt waargenomen in het doelgebied natuur, de kleinste spreiding bij gezondheid. 25% 20% 15% 10% 5% 0% bovenkwartiel mediaan onderkwartiel gemiddelde Totaal gezondheid welzijn natuur intern. Figuur 3.1.a Fondsenwervingskosten als percentage van de totale inkomsten naar doelgebied, 2004 Bij alle doelgebieden is er sprake van een toename van het wervingskostenpercentage (zie figuur 3.1.b). Vooral in het doelgebied natuur lijkt er sprake van een intensivering van de fondsenwerving: het fondsenwervingspercentage neemt in 2004 ten opzichte van 2003 toe met 5,4 procent. En met resultaat: deze intensivering gaat gepaard met een sterke groei - relatief ten opzichte van andere doelgebieden - in de inkomsten (zie hoofdstuk 4).
15 10 KENTALLEN 5% 4% 3% 2% 1% 0% Totaal gezondheid welzijn natuur intern. Figuur 3.1.b Ontwikkeling van gemiddelde fondsenwervingskosten als percentage van de totale inkomsten naar doelgebied, 2004 In figuur 3.1.c is te zien dat er weinig verschil is in spreiding van de wervingskosten als percentage van de inkomsten tussen kleine, middelgrote en grote organisaties. 25% 20% 15% 10% 5% bovenkwartiel mediaan onderkwartiel gemiddelde 0% Totaal klein middel groot Figuur 3.1.c Fondsenwervingskosten als percentage van de totale inkomsten naar omvang, 2004 Dat de ontwikkeling van het kostenpercentage wel uiteen loopt is te zien in figuur 3.1.d. Waar er bij de kleine instellingen sprake is van een krimp van 8,5 procent, kennen de middelgrote en de grote instellingen een groei in de wervingskosten als percentage van de inkomsten van respectievelijk 4,1 procent en 7,8 procent.
16 GOEDE DOELEN % 6% 4% 2% 0% -2% -4% -6% -8% -10% Totaal klein middel groot Figuur 3.1.d Ontwikkeling van gemiddelde fondsenwervingskosten als percentage van de totale inkomsten naar omvang, 2004 Resultaten De figuren 3.2.a en 3.2.b geven de besteding aan de doelstelling van de instellingen in 2004 weer, en de ontwikkeling daarin ten opzichte van 2003, onderscheiden naar doelgebied en omvang. Aangezien de instellingen die actief zijn in doelgebied natuur veelal grote instellingen zijn, kennen deze instellingen tevens de omvangrijkste nominale bestedingen aan de doelstelling. doelbesteding in mln. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) Totaal gezondheid welzijn natuur intern. 10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% Figuur 3.2.a Gemiddelde doelbesteding en ontwikkeling in doelbesteding naar doelgebied, 2004 Het gemiddeld bedrag over alle instellingen dat besteed is aan de doelstelling, bedraagt 17,8 miljoen euro. Er is echter sprake van een scheve verdeling: de mediaan bedraagt ruim 5,1 miljoen euro: de helft van de instellingen besteedt minder dan 5,1 miljoen euro aan de doelstelling, de andere helft meer dan dat bedrag. De kwartielrange loopt van circa 1,8 miljoen tot bijna 13 miljoen euro: een kwart van de instellingen geeft minder dan 1,8 miljoen euro, een ander kwart besteedt meer dan 13 miljoen euro uit aan de doelstelling. Het gemiddelde wordt omhoog getrokken door een klein aantal grote fondsen. Alle doelgebieden laten een significante groei zien in de bestedin-
17 12 KENTALLEN gen aan de doelstelling. De sterkste groeier is het doelgebied natuur met tien procent groei in de bestedingen. doelbesteding in mln. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) Totaal klein middel groot 10% 8% 6% 4% 2% 0% -2% Figuur 3.2.b Gemiddelde doelbesteding en ontwikkeling in doelbesteding naar omvang, 2004 Ondanks dat er sprake is van flinke gemiddelde groei bij alle doelgebieden, groeien niet alle individuele instellingen (zie figuur 3.2.b). De kleine instellingen met gemiddelde uitgaven aan de doelstelling van ruim 1 miljoen euro laten een krimp in de uitgaven aan de doelstelling zien van 2,6 procent. Deze krimp lijkt verklaard te worden door de daling in de inkomsten (zie hoofdstuk 4).
18 GOEDE DOELEN Inkomsten Het bestaansrecht van fondsenwervende instellingen valt of staat met de middelen die ze ter beschikking hebben voor de doelstelling. De continuïteit van deze gelden wordt voornamelijk gewaarborgd door inkomsten uit giften, subsidies, gezamenlijke acties en andere bronnen. In dit hoofdstuk worden de totale inkomsten in kaart gebracht, in relatie tot de bekende onderverdelingen. Tevens komt de herkomst van de middelen aan bod. De inkomsten zijn gemiddeld over alle instellingen op alle fronten toegenomen (figuur 4.1). In het oog springend is de sterke toename van de deelname van instellingen in gezamenlijke acties (bijvoorbeeld 555) en acties van derden (waaronder de middelen die goededoelenorganisaties ontvangen van kansspelorganisaties zoals de Nationale Postcodeloterij en de Lotto). 4 Deze bron van inkomsten groeide met 17,5 procent in Ook de inkomsten uit overige bronnen kennen een sterke toename met een kleine 21 procent. Deze post bestaat uit: bedrijfsdonaties/sponsoring (waaronder kwantificeerbare sponsoring in natura); beleggingsopbrengsten (dividend, rente); resultaat verkopen; eigen loterijen; overige inkomsten. giften 2,1% nalatenschappen 4,1% subsidies 11,6% aandeel in acties 17,5% overig 20,9% Figuur 4.1 Ontwikkeling in onderverdeling inkomsten Figuur 4.2 geeft weer welk deel van de instellingen inkomsten genereert uit de verschillende inkomstenbronnen, alsmede het gemiddelde bedrag dat voor deze instellingen met de betreffende inkomstenbron is gemoeid. Alle instellingen ontvangen giften. Ook nalatenschappen vormen een veel voorkomende bron van inkomsten. 4 Voor dit onderzoek zijn de inkomsten uit het aandeel in acties van derden en het aandeel in gezamenlijke acties samengevoegd tot één categorie: aandeel in acties
19 14 KENTALLEN Subsidies daarentegen zijn niet voor alle instellingen een bron van inkomsten: minder dan de helft van alle instellingen ontvangt subsidie. De bedragen die met subsidie gemoeid zijn, zijn aanzienlijk: ruim 16 miljoen euro gemiddeld voor instellingen die subsidie ontvangen. inkomsten, voorwaardelijk gemiddelde in mln. euro's (linkeras) percentage instellingen met waarde > 0 (rechteras) % 15 75% 10 50% 5 25% 0 giften nalatensch. subsidies acties overig 0% Figuur 4.2 Onderverdeling inkomsten, voorwaardelijke gemiddelden, 2004 De totale inkomsten gemiddeld over alle instellingen komen uit op 20,2 miljoen euro (zie figuur 4.3.a), met als koploper de natuurfondsen (ruim 50 miljoen euro gemiddeld). Bij de andere groepen zijn de gemiddelde bedragen aanzienlijk lager; bij gezondheid belopen de gemiddelde inkomsten een kleine 11 miljoen euro totale inkomsten in mln. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) Totaal gezondheid welzijn natuur intern. 15,0% 12,5% 10,0% 7,5% 5,0% 2,5% 0,0% Figuur 4.3.a Gemiddelde totale inkomsten en ontwikkeling in totale inkomsten naar doelgebied, 2004
20 GOEDE DOELEN Ondanks dat over de gehele linie de inkomsten zijn gestegen, geldt dit niet voor alle individuele instellingen (figuur 4.3.b): de kleine instellingen zijn in 2004 geconfronteerd met een krimp in de inkomsten van 5,5 procent, terwijl de middelgrote en grote instellingen hun inkomsten zagen groeien met respectievelijk 5,5 procent en 10,7 procent. De krimp in totale inkomsten bij de kleine instellingen wordt veroorzaakt door terugvallende giften (-20,3 procent) en subsidies (-2,8 procent) totale inkomsten in mln. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) Totaal klein middel groot 12% 9% 6% 3% 0% -3% -6% Figuur 4.3.b Gemiddelde totale inkomsten en ontwikkeling in totale inkomsten naar omvang, 2004 Subsidies blijven de belangrijkste bron van inkomsten. Ze staan voor meer dan een derde van de totale inkomsten. Giften vormen nog eens een derde deel. Figuur 4.4.a toont tevens een groot verschil in inkomstenstructuur tussen gezondheidsinstellingen en de andere instellingen. Subsidies vormen slechts 6,6 procent van de totale inkomsten bij de instellingen in doelgebied gezondheid, tegen procent bij de andere instellingen. Nalatenschappen vormen bij gezondheid een aanzienlijk deel van de inkomsten (26,6 procent), terwijl deze inkomstenbron bij de andere instellingen beperkt is. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal gezondheid welzijn natuur internationaal giften nalatenschappen subsidies aandeel in acties overig Figuur 4.4.a Onderverdeling gemiddelde inkomsten naar doelgebied, 2004
21 16 KENTALLEN De sectorstructuur wordt geëchood in figuur 4.4.b. Grote organisaties (natuur) ontvangen relatief veel subsidies, kleine organisaties (welzijn) moeten het vooral van giften hebben. De middelgrote organisaties (gezondheid) scoren naar verhouding het best op nalatenschappen. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal klein middel groot giften nalatenschappen subsidies aandeel in acties overig Figuur 4.4.b Onderverdeling gemiddelde inkomsten naar omvang, 2004
22 GOEDE DOELEN Financiële reserves Er is veel gesproken over de financiële reserves van goededoelenorganisaties. De commissie Herkströter heeft de aanbeveling gedaan, dat een goed doel gemiddeld anderhalf jaar zijn omzet in reserve zou moeten hebben om de lopende kosten te dekken. In het algemeen moeten financiële reserves niet op hun absolute omvang worden beoordeeld, maar dienen ze te worden bezien in de context van de bedrijfsvoering die hoort de individuele instelling, haar doelstelling en de specifieke functie van de financiële reserves. De financiële reserves bij de fondsenwervende instellingen zijn toegenomen, wat ruwweg veroorzaakt wordt doordat in 2004 de inkomsten de uitgaven hebben overtroffen. 5 In de gezondheidszorg zijn de reserves zeer licht toegenomen, bij natuur, internationaal en welzijn is er sprake van groei in de financiële reserves van drie tot vijf procent. 50 reserves in mln. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) 5% 40 4% 30 3% 20 2% 10 1% 0 Totaal gezondheid welzijn natuur internat. 0% Figuur 5.1.a Gemiddelde reserves en ontwikkeling in reserves naar doelgebied, 2004 Verder maakt figuur 5.1.a duidelijk dat de financiële reserves bij instellingen die actief zijn in doelgebied natuur aanzienlijk uitsteken boven de rest. Met een gemiddelde van 38,6 miljoen euro zijn hun reserves een factor 2,5 groter dan die van de gemiddelde instelling. 5 In de enquêteresultaten is het verschil tussen de verandering in de reserves en het saldo van inkomsten en uitgaven niet volledig sluitend. Dit wordt mogelijk verklaard door een verandering in de definiёring van reserves volgens de richtlijnen van de VFI.
23 18 KENTALLEN Consistent met de beschrijving van de VFI-achterban, zijn de instellingen met doelgebied natuur veelal grote instellingen; deze kennen -in nominale termen een grote reserve (figuur 5.1.b) reserves in mln. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) Totaal klein middel groot 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% Figuur 5.1.b Gemiddelde reserves en ontwikkeling in reserves naar omvang, 2004 Onderstaande figuren 5.2.a en 5.2.b geven per doelgebied de onderverdeling van de financiële reserves weer. Grote verschillen zijn waar te nemen in de continuïteitsreserve die in het bijzonder een groot deel uitmaakt van het totaal aan reserves in de doelgebieden gezondheidszorg (46 procent) en internationaal. Bij welzijn en vooral natuur (56 procent) daarentegen, zijn de reserves met inkomensfunctie relatief belangrijk. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal gezondheid welzijn natuur internationaal bestemmingsreserves continuïteitsreserve reserve activa bedrijfsvoering / doelstelling reserve met inkomensfunctie overige Figuur 5.2.a Onderverdeling gemiddelde reserves naar doelgebied, 2004
24 GOEDE DOELEN Opvallend bij de onderverdeling naar omvang (5.2.b) is dat de kleine instellingen relatief veel financiële middelen reserveren ten behoeve van de bedrijfsvoering, activa en de doelstelling van de organisatie (38 procent van de totale reserves), terwijl deze kleine instellingen geen reserves met inkomensfunctie kennen. 6 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal klein middel groot bestemmingsreserves continuïteitsreserve reserve activa bedrijfsvoering / doelstelling reserve met inkomensfunctie overige Figuur 5.2.b Onderverdeling gemiddelde reserves naar omvang, 2004 Uit figuur 5.3 blijkt dat de bestemmingsreserves en continuïteitsreserves aanzienlijk in omvang zijn toegenomen, terwijl de reserves met inkomensfunctie gekrompen zijn. bestemmingsreserves continuïteitsreserve reserve activa bedrijfsvoering / doelstelling 11,4% 6,5% 3,3% reserve met inkomensfunctie overige -0,7% -1,3% Figuur 5.3 Ontwikkeling in onderverdeling reserves, Reserves met inkomensfunctie komen bij kleine instellingen niet veel voor. Daar waar ze wel voorkomen zijn ze soms negatief en soms positief, en over het algemeen van beperkte omvang.
25 20 KENTALLEN 6 Personeel en organisatie De totale werkgelegenheid bij de VFI-leden bedraagt circa 7400 fte s, ingevuld door 9500 personen. 7 Er is sprake van lichte groei van de werkgelegenheid: gemiddeld over alle instellingen is er sprake van een kleine twee procent groei in het aantal fte s. 8 Bij de instellingen in de doelgebieden welzijn en internationaal zien we groei in de werkgelegenheid; bij de instellingen in gezondheid en natuur neemt het aantal arbeidsplaatsen af (zie figuur 6.1.a) Deze ontwikkeling, in het bijzonder de krimp bij natuur en gezondheid, is te meer opvallend gezien de bevindingen in eerdere hoofdstukken dat zowel de wervingsintensiteit (wervingskosten als percentage van de inkomsten) als de doeluitgaven als percentage van de totale inkomsten juist bij deze instellingen zijn gegroeid. In deze doelgebieden zijn in 2004 met minder mensen, meer inkomsten gegenereerd dan in aantal fte's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) 10,0% 150 7,5% 100 5,0% 50 2,5% 0 0,0% -50 Totaal gezondheid welzijn natuur internat. -2,5% Figuur 6.1.a Gemiddeld aantal fte s en ontwikkeling in fte s naar doelgebied, 2004 Deze ontwikkeling reflecteert zich tevens in de beperkte ontwikkeling van het aantal fte s bij de grote instellingen en de relatief sterke groei bij de kleine instellingen (figuur 6.1.b). Daarbij moet opgemerkt worden dat het bij de grote instellingen gaat om een beperkte procentuele groei over een grote schaal, en het dus veel fte s betreft. 7 Het betreft hier fte s en personen werkzaam in Nederland. De aantallen fte s (7400) en personen (9500) volgen uit de enquêteresultaten door ophoging naar VFI-totaalniveau. Hierbij is ervan uit gegaan dat de non-respons kleine instellingen betreft, met een gemiddeld aantal fte s van acht en een gemiddeld aantal personen van twaalf. 8 Een van de deelnemende instellingen heeft opgave gedaan van personeel dat werkzaam is in het buitenland. Met het oog op een zinvolle interpretatie van de cijfers zijn hier slechts die gegevens gehanteerd die op in Nederland verrichte arbeid betrekking hebben.
26 GOEDE DOELEN De kleine instellingen laten een groei zien in het aantal fte s van ruim zes procent. Omdat de startwaarde laag is, blijft de groei in absolute aantallen klein. 400 aantal fte's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) 8% 300 6% 200 4% 100 2% 0 Totaal klein middel groot 0% Figuur 6.1.b Gemiddeld aantal fte s en ontwikkeling in fte s naar omvang, 2004 De welzijn- en internationale instellingen geven ongeveer euro per fte uit aan arbeidskosten, gezondheid en natuur zijn duurder uit, met euro per fte totale loonsom per fte in duiz. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) Totaal gezondheid welzijn natuur internat. 5% 4% 3% 2% 1% 0% -1% Figuur 6.2.a Gemiddelde totale loonsom per fte en ontwikkeling in gemiddelde totale loonsom per fte naar doelgebied, binnen Nederland, 2004 Op gezondheid na, is er in alle doelgebieden sprake van een gemiddelde stijging van de loonsom per fte. Opvallend is dat er bij natuur sprake van een stijging in de loonsom per fte, terwijl het aantal fte s is gedaald. In het doelgebied gezondheid is de loonsom per fte licht gedaald.
27 22 KENTALLEN In figuur 6.2.b zijn het niveau en de ontwikkeling van de loonsom per fte weergegeven onderscheiden naar omvang van de instellingen. Liggen de arbeidskosten bij de kleine fondsen ( euro per fte) duidelijk lager dan het algemeen gemiddelde, die van de middelgrote en grote instellingen zijn er nagenoeg gelijk aan. De kleine en middelgrote instellingen zien een daling in de loonsom per fte in 2004, terwijl deze bij de grote instellingen is gestegen totale loonsom per fte in duiz. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) Totaal klein middel groot 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% -1,0% -2,0% -3,0% Figuur 6.2.b Gemiddelde totale loonsom per fte en ontwikkeling in gemiddelde totale loonsom per fte naar omvang, binnen Nederland, 2004 De hoogte van de directiesalarissen verschilt nauwelijks tussen doelgebieden en kent een evenwichtige verdeling rondom een gemiddelde van een ongeveer euro (figuur 6.3.a). 9 De mediaan het salaris waarbij de helft van de instellingen een lager directiesalaris kent en de helft een hoger directiesalaris bedraagt euro. De kwartielrange loopt van tot euro: een kwart van de instellingen kent een directiesalaris onder de euro, de helft zit tussen de euro en euro, een kwart komt uit boven de euro. Als we kijken naar de directiesalarissen binnen de doelgebieden, dan is de spreiding het grootst bij gezondheid: de kwartielrange loopt van tot euro. In het doelgebied natuur is de spreiding het kleinst, met een kwartielrange van tot euro. Op het doelgebied gezondheid na, zien alle doelgebieden een groei in de directiesalarissen, variërend van 1,7 procent bij natuur tot 5,9 procent bij welzijn. Bij natuur ontwikkelt het directiesalaris zich derhalve in dezelfde richting als de loonsom per fte. Ondanks de daling in de hoogte van de directiesalarissen bij instellingen in het doelgebied gezondheid, zijn de directiesalarissen bij deze instellingen gemiddeld wel het hoogst. 9 Het directiesalaris betreft hier het salaris zonder overige arbeidskosten van de directeur (zie ook hoofdstuk 7 Verantwoording).
28 GOEDE DOELEN directeursalaris in duiz. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) Totaal gezondheid welzijn natuur internat. 12,5% 10,0% 7,5% 5,0% 2,5% 0,0% -2,5% Figuur 6.3.a Gemiddeld directiesalaris en ontwikkeling in directiesalaris naar doelgebied, 2004 Volgens verwachting lopen directiesalarissen op met de omvang van de organisatie (figuur 6.3.b). 10 Wel lijken de kleine instellingen bezig met een inhaalslag ten opzichte van de middelgrote en grote instellingen directeursalaris in duiz. Euro's (linkeras) ontwikkeling (rechteras) Totaal klein middel groot 12,5% 10,0% 7,5% 5,0% 2,5% 0,0% -2,5% Figuur 6.3.b Gemiddeld directiesalaris en ontwikkeling in directiesalaris naar omvang, De directiesalarissen zijn niet gecorrigeerd voor (eventuele) parttime-invulling van deze positie. Een parttime invulling van de directiepositie kan een deel van de verschillen met de directiesalarissen bij de grotere instellingen verklaren.
29 24 KENTALLEN Goede doelen moeten het onder andere hebben van de inzet van vrijwilligers. In 2004 waren er bij de organisaties in het onderzoek een kleine vrijwilligers actief (tabel 6.4.a). 11 Dat is vrijwel gelijk aan het aantal in Vooral in doelgebied gezondheid werken de instellingen met veel vrijwilligers. In deze sector is het aantal vrijwilligers stabiel gebleven. In doelgebied natuur is een klein doch snel groeiend aantal vrijwilligers actief. Het aantal vrijwilligers in de sectoren welzijn en internationaal daalde in 2004 licht. Vrijwilligers Doelgebied Totaal aantal Ontwikkeling Totaal ,05% Gezondheid ,3% Welzijn ,2% Natuur ,8% Internationaal ,0% Tabel 6.4.a Totaal aantal vrijwilligers en ontwikkeling in totaal aantal vrijwilligers naar doelgebied, Het totaal aantal vrijwilligers is gebaseerd op gegevens van 63 instellingen, en is niet opgehoogd naar VFIniveau. 12 De som van de aantallen in de doelgebieden is groter dan het totaal aantal vrijwilligers omdat een aantal instellingen in meerdere doelgebieden voorkomt.
30 GOEDE DOELEN Verantwoording De 90 VFI-leden vertegenwoordigen gemeten naar inkomsten ongeveer 75 procent van de goededoelenbranche (bron: 76 VFI-leden hebben deelgenomen aan het onderzoek. Van 75 zijn de gegevens verwerkt, i.e. een respons van 83 procent deelnemers gaven aan definitieve cijfers te hebben geleverd, 26 fondsen stuurden vrijwel definitieve cijfers in en bij zes instellingen ging het om schattingen. De 15 goede doelen die niet (volwaardig) hebben meegedaan aan het onderzoek zijn voornamelijk klein. Op basis van de respons en het dekkingspercentage van de VFI, is het zeer veilig om te veronderstellen dat de deelnemers aan dit onderzoek meer dan de helft van de totale goededoelenmarkt beslaan. Verder kan geconcludeerd worden dat de 75 deelnemende fondsen samen nagenoeg de gehele werkgelegenheid van de VFI-achterban voor hun rekening nemen. In het onderzoek is zoveel mogelijk aangesloten bij definities en kentallen die in de sector gebruikelijk zijn. Het percentage van de inkomsten dat aan fondsenwerving is besteed komt overeen met het percentage dat het Centraal Bureau Fondsenwerving hanteert bij de criteria voor het CBF-keurmerk. De in het rapport gehanteerde inkomstencategorieën zijn: particuliere giften (schenkingen, collecte, contributies etc.); nalatenschappen; subsidies; aandeel in acties: gezamenlijke acties (zoals 555) en acties van derden (waaronder de middelen die goededoelenorganisaties ontvangen van kansspelorganisaties zoals de Nationale Postcodeloterij en de Lotto); anders, waaronder: o bedrijfsdonaties/sponsoring (waaronder kwantificeerbare sponsoring in natura); o beleggingsopbrengsten (dividend, rente); o resultaat verkopen; o eigen loterijen en prijsvragen; o overige inkomsten. De vermogenscategorieën van reserves zijn zoveel mogelijk conform de indeling zoals die gehanteerd wordt in de richtlijn reserves van de VFI (te vinden op 13 Eén van de instellingen vulde inconsistente gegevens in en besloten is die niet mee te nemen in het eindresultaat.
31 26 KENTALLEN Bij de beloning van de directeur is uitgegaan van het salaris van de algemeen directeur, exclusief overige kosten van de algemeen directeur. Aan respondenten is gevraagd het salaris van de directeur te specificeren conform de richtlijnen van de VFI, dat wil zeggen bruto jaarsalaris, inclusief vakantiegeld, eindejaarsuitkering, bonussen en opties (voor zover van toepassing) en exclusief de overige arbeidskosten zoals het werkgeversaandeel aan sociale lasten, bijdragen aan ziektekostenverzekeringen, pensioenvoorzieningen, en andere verstrekkingen (ook in natura). Bij een meerkoppige statutaire directie is het gemiddelde bedrag over alle statutaire directeuren genomen. Zowel het salaris van de directeur als de arbeidskosten zijn niet gecorrigeerd voor eventuele parttime bezetting van deze post. Bij het weergeven van de loonsom is uitgegaan van kolom 14 van de verzamelloonstaat, 'loon voor overhevelingstoeslag', het totaal van bruto salarissen, vakantiegeld, eindejaarsuitkeringen, bonussen en opties (voor zover van toepassing). De persoonskentallen in het onderzoek hebben alleen betrekking op het personeel dat binnen Nederland werkzaam is. Daar waar geen onderscheid is gemaakt naar loon betaald in Nederland en loon betaald in het buitenland, zijn de desbetreffende organisaties buiten beschouwing gelaten bij de analyses van de loonsom per fte.
32 GOEDE DOELEN Verklarende woordenlijst Gemiddelde Het gemiddelde is de meest gebruikte maatstaf bij het weergeven van het doorsneeniveau van een bepaald gegeven. Toch is het vaak niet de beste maatstaf. Doordat het gemiddelde sterk beïnvloed kan worden door hoge extreme waarden, kan het een vertekend beeld van de werkelijkheid geven. Spreiding (standaard deviatie) Het gemiddelde is een indicatie op welk niveau een aantal getallen ligt. Naast deze indicatie is het vaak belangrijk te weten, in welke mate deze cijfers van het gemiddelde afwijken. Deze mate van afwijking wordt spreiding genoemd. Als de meeste individuele cijfers dicht bij het gemiddelde liggen, is de spreiding klein en is er sprake van een homogene populatie. Het gemiddelde geeft dan een goed beeld. Als individuele cijfers echter verder van het gemiddelde liggen, is de spreiding groter, en de populatie heterogener. Een goede manier om de spreiding in beeld te brengen is door gebruik te maken van mediaan en kwartielen. Mediaan De middelste waarneming van een reeks getallen: de helft van de waarnemingen valt lager uit dan deze waarde en de andere helft hoger. Als het aantal observaties laag is, of de verdeling scheef, dan is de mediaan in de regel een betere indicatie voor de groepsstandaard dan het gemiddelde. Kwartiel De grens tussen twee kwarten van een aantal getallen. De eerste kwartielgrens (het onderkwartiel) geeft de waarde waaronder een kwart van het totale aantal waarnemingen valt. De derde kwartielgrens (het bovenkwartiel) is de grens waarboven een kwart van de waarnemingen uitkomt. De mediaan is het tweede kwartiel. Per definitie zit de helft van het aantal waarnemingen tussen het eerste en het derde kwartiel. De kwartielrange, het interval tussen onder- en bovenkwartiel (zie boven) waar de middelste helft van de waarnemingen zich bevindt, geeft een goed beeld van het interval waar het betrokken gegeven zich in de regel bevindt. Financiële of economische reserve is een afzonderlijk geboekt kapitaal of fonds van een onderneming, als algemene zekerheid of met een bepaalde bestemming. Fulltime equivalent, fte, is de maatsstaf voor een volledige werkeenheid, bijvoorbeeld gemeten in een volledige werkweek of een volledig werkjaar. Een medewerker die een halve week (per week) of een half jaar (per jaar) werkt wordt gerekend als een halve fte.
33
6 Inhoud. 5 Voorwoord. 7 Sectoronderzoek. 16 Goede doelen over welzijn en samenleving. 25 Vijf goede doelen in het kort
6 Goede Doelen Rapport» Algemeen» Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 6 Inhoud 7 Sectoronderzoek 16 Goede doelen over welzijn en samenleving 21 Werken aan welzijn in 2006 25 Vijf goede doelen in het kort Goede Doelen
Nadere informatieNationale Goede Doelen Rapport
Nationale Goede Doelen Rapport Advies van 2006 de Commissie Code Goed Bestuur voor onderzoek in opdracht van de VFI brancheorganisatie van goede doelen Advies voor een code voor de leden van de VFI juni
Nadere informatieSectoranalyse Goede Doelen 2006
Sectoranalyse Goede Doelen 2006 Amsterdam, oktober 2007 In opdracht van de VFI, de branchevereniging van goede doelen Sectoranalyse Goede Doelen 2006 Een inventarisatie onder VFI-leden J. Holleman P.A.
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Sectoronderzoek: [kengetallen goede doelen 2006] Risseeuw, P.R.; Holleman, J.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Sectoronderzoek: [kengetallen goede doelen 2006] Risseeuw, P.R.; Holleman, J. Published in: Nationale goede doelen rapport 2007: midden in de samenleving Link to
Nadere informatieVerzuimcijfers 2010 sector Gemeenten
Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van
Nadere informatieAanbevelingen bij het rapport Drempelvrees?
Aanbevelingen bij het rapport Drempelvrees? Amsterdam, januari 2008 In opdracht van het Ministerie van Financiën Aanbevelingen bij het rapport Drempelvrees? Aanbevelingen naar aanleiding van de conclusies
Nadere informatieTrends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren
Trends Cijfers 2018 &Werken in de overheid- en onderwijssectoren 20 85 45 45% % 30 48% 100 24 95 82% 20 52% 70 85% 80 50% 76% 46% 88 61% 52 90 70 88% 30 22% 48% 40 46% 92% 82 30% 63% 50 % 23 45% 8 0% 88
Nadere informatieAantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016
Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,
Nadere informatieFEITEN& CIJFERS GOEDE DOELEN 2014
FEITEN& CIJFERS GOEDE DOELEN 2014 GOEDE DOELEN FEITEN & CIJFERS 2014 1 FEITEN& CIJFERS GOEDE DOELEN 2014 Inhoud VFI Brancheorganisatie van goede doelen De ruim 120 organisaties die aangesloten zijn bij
Nadere informatieMarktaandelen volmachtkanaal 2009
Marktaandelen volmachtkanaal 2009 Amsterdam, december 2010 In opdracht van NVGA Marktaandelen volmachtkanaal 2009 Peter Risseeuw Roetersstraat 29-1018 WB Amsterdam - T (+31) 20 525 1630 - F (+31) 020
Nadere informatieOnderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO
Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO 1 - Onderwijs in Kaart 2018-hbo.docx - 16-6-2017 Transvorm Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Hbo Gezondheidszorg en Sociale Studies
Nadere informatie5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief
5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking
Nadere informatieFluchskrift Wurkgelegenheid
Fluchskrift Wurkgelegenheid Werkgelegenheidsregister Provincie Fryslân Het betreft voorlopige uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek 2013. In afwachting op de landelijke cijfers zijn eventuele correcties
Nadere informatieSalarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers
Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt
Nadere informatieDiversiteit binnen de loonverdeling
Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien
Nadere informatiePachtafhankelijke bedrijven in beeld
Pachtafhankelijke in beeld Huib Silvis, Ruud van der Meer en Martien Voskuilen Pacht heeft een belangrijke rol als financieringsinstrument voor de landbouw, zowel bij bedrijfsovername als bedrijfsvergroting.
Nadere informatieAantal medewerkers Zuidoost-Brabant
Regio Zuidoost-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Zuidoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Zuidoost-Brabant.
Nadere informatieDe Algemene Vergadering wordt gevraagd in te stemmen met de Begroting 2016 van NOC*NSF
AGENDAPUNT 3.b. Notitie Ter besluitvorming aan van Algemene Vergadering NOC*NSF Bestuur NOC*NSF betreft Begroting NOC*NSF 2016 datum behandeling 16 november 2015 gevraagd besluit De Algemene Vergadering
Nadere informatieAantal medewerkers West-Brabant
Regio West-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn West-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio West-Brabant. Waar mogelijk
Nadere informatieBNO Branchemonitor De Nederlandse ontwerpsector in beeld en getal
De Nederlandse ontwerpsector in beeld en getal Februari 2016 Voorwoord Herstel In lijn met de economische opleving veert ook de designsector weer op. De cijfers over 2015 bevestigen het herstel dat in
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieNIEUWE JAARVERSLAGREGELS RJ650
NIEUWE JAARVERSLAGREGELS RJ650 De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft sinds 2008 nieuwe richtlijnen vastgesteld voor jaarverslagen van fondsenwervende instellingen, de zogenaamde RJ650. Deze richtlijnen
Nadere informatieWERKGELEGENHEIDSBAROMETER EERSTE KWARTAAL 2016
INDICATOREN VOOR WERKGELEGENHEIDSREALISATIE EN -VERWACHTINGEN, 2009-2016 In de Arbeidsmarktmonitor Metalektro wordt viermaal per jaar aan metalektrobedrijven gevraagd terug te blikken op de werkgelegenheidsontwikkelingen
Nadere informatieBijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008
Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning daalt met -0,3% licht in het 3 e kwartaal van 2008. De prijs per m 2 stijgt daarentegen licht met 0,3%. De prijsontwikkeling
Nadere informatieAantal medewerkers Noordoost-Brabant
Regio Noordoost-Brabant 1 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Noordoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Noordoost-Brabant.
Nadere informatieVan baan naar eigen baas
M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat
Nadere informatieFinanciële informatie Stichting Den Haag onder de Hemel. Den Haag
Financiële informatie 2016 Stichting Den Haag onder de Hemel Den Haag Balans op 31 december 2016 (na voorgestelde resultaatbestemming) 31 december 2016 31 december 2015 Vlottende activa Vorderingen 1 33.410
Nadere informatieRapportage bijzondere bijstand 2014
Rapport Rapportage bijzondere bijstand 2014 Vinodh Lalta Thomas Slager 30 oktober 2015 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer
Nadere informatieBeloningsniveau directeuren Cedris-lidbedrijven 2005
Amsterdam, september 2006 In opdracht van Cedris Beloningsniveau directeuren Cedris-lidbedrijven 2005 drs. M.R. van den Berg De wetenschap dat het goed is SEO Economisch Onderzoek doet onafhankelijk toegepast
Nadere informatieOntwikkeling leerlingaantallen
Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging
Nadere informatieOntwikkeling werkgelegenheid Achtkarspelen
Ontwikkeling werkgelegenheid Achtkarspelen 2015-2016 Begin januari 2017 zijn de werkgelegenheidscijfers van Achtkarspelen verschenen. Het betreft voorlopige uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek
Nadere informatieMateriële vaste activa 1 0 0. Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 2 1.962 1.717 Liquide middelen 3 164.356 175.597 166.318 177.
BALANS (na resultaatbestemming) 31 december 31 december Ref. ACTIVA Materiële vaste activa 1 0 0 Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 2 1.962 1.717 Liquide middelen 3 164.356 175.597 166.318
Nadere informatieBeleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog
Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,
Nadere informatieInkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014
Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid
Nadere informatiePUBLICATIEJAARREKENING NOC*NSF
PUBLICATIEJAARREKENING NOC*NSF 2008 Arnhem Publicatiejaarrekening 2008 van NOC*NSF Arnhem INHOUDSOPGAVE Pagina Jaarrekening 2008 1. Publicatiebalans per 31 december 20087 2 2.a Staat van baten en lasten
Nadere informatieBijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007
Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging
Nadere informatieBeloningsniveau directeuren Cedris-lidbedrijven 2006
Beloningsniveau directeuren Cedris-lidbedrijven 2006 Amsterdam, september 2007 In opdracht van Cedris Beloningsniveau directeuren Cedris-lidbedrijven 2006 drs. M.R. van den Berg Roetersstraat 29-1018
Nadere informatieFINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014
FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden
Nadere informatieWerkgelegenheidsonderzoek 2011
Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof
Nadere informatieProeftuinplan: Meten is weten!
Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van
Nadere informatieOnderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen
Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009
Nadere informatieStarters zien door de wolken toch de zon
M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische
Nadere informatieWerkgelegenheidsonderzoek 2010
2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek
Nadere informatieMarktaandelen volmachtkanaal 2008
Amsterdam, Onderzoek in opdracht van de NVGA Marktaandelen volmachtkanaal 2008 augustus 2009 Omer Sheikh Peter Risseeuw De wetenschap dat het goed is SEO Economisch Onderzoek doet onafhankelijk toegepast
Nadere informatieRapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013
w Rapport Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 T.J. Slager en J. Weidum 14 november 2014 Samenvatting In 2013 is er in totaal 374 miljoen euro door gemeenten uitgegeven aan bijzondere bijstand. Het gaat
Nadere informatieFinanciële problemen op de werkvloer
Financiële problemen op de werkvloer Gemeente Zoetermeer Nibud, 2012 Auteurs Daisy van der Burg Tamara Madern Inhoud 1 INLEIDING... 2 2 ONTWIKKELING FINANCIËLE PROBLEMEN... 3 3 OORZAKEN, SIGNALEN EN GEVOLGEN...
Nadere informatieJaarrekening Stichting Wierde Breda
Jaarrekening 2017 Breda Inhoudsopgave Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten Algemene toelichting Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Grondslagen voor de staat van
Nadere informatieDe Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl
De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1 René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl Sinds giften aan culturele instellingen fiscaal gezien aantrekkelijker zijn geworden,
Nadere informatieVerschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan
Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle
Nadere informatieRapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012
Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met
Nadere informatieArbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf
M21221 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot Verklaring van verschillen tussen MKB en groot en ontwikkelingen 1993-29 Anne Bruins Ton Kwaak Zoetermeer, november 212 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-064 24 september 2009 9.30 uur www.cbs.nl Flink banenverlies In tweede kwartaal 72 duizend banen minder dan een jaar eerder Ook kwartaal op kwartaal
Nadere informatieTabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers
Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieOmzet naar type object. Omzet naar type opdrachtgever
Omzet naar type object de 80.0% 63.9% 1.7% 24.3% 10.0% 10.0% 6.6% 3.5% kleinschalig groen verkoop uit eigen kwekerij dak- en geveltuinen project groen verkoop uit eigen tuincentrum overig grootschalig
Nadere informatiePersoneelsmonitor 2011 Samenvatting
Jaarlijks brengt het A+O fonds Gemeenten de Personeelsmonitor uit. Dit rapport geeft de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van HRM en arbeidsmarktontwikkelingen bij gemeenten weer. In deze samenvatting
Nadere informatieCBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt
CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het
Nadere informatieActiva. Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa
3. Jaarrekening Stichting Vrienden van Heliomare 3.1 Balans per 31 december 2015 31-12-2015 31-12-2014 Activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 8.976 17.440 Liquide middelen 342.758 303.086
Nadere informatieFeiten en cijfers 2010 Branche WMD
Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen ook in
Nadere informatieEconomische impact Bèta College & Delta Academy
Economische impact Bèta College & Delta Academy Onderzoek naar de jaarlijkse economische impact van de komst van het Bèta College en de uitbreiding van de Delta Academy op de Zeeuwse economie drs. Sven
Nadere informatieOmzet naar type object. Omzet naar type opdrachtgever
100.0% Omzet naar type object 82.3% de 2.9% 1.7% 6.9% 2.0% 4.1% kleinschalig groen verkoop uit eigen kwekerij dak- en geveltuinen project groen verkoop uit eigen tuincentrum overig grootschalig groen boomverzorging
Nadere informatieOmzet naar type object. Omzet naar type opdrachtgever
Omzet naar type object de 86,8% 72,6% 3,1% 12,2% 1,3% 11,8% 0,1% 12,1% kleinschalig groen verkoop uit eigen kwekerij dak- en geveltuinen project groen verkoop uit eigen tuincentrum overig grootschalig
Nadere informatieOmzet naar type object. Omzet naar type opdrachtgever
Omzet naar type object 100.0% 87.2% de 3.7% 1.4% 4.7% 3.0% kleinschalig groen verkoop uit eigen kwekerij dak- en geveltuinen project groen verkoop uit eigen tuincentrum overig grootschalig groen boomverzorging
Nadere informatieKLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp
Nadere informatiePersbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014
Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze
Nadere informatieOnderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF. 2012 Rapportage. Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs.
Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF 2012 Rapportage Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs. Ronald Zwart Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding en leeswijzer... 3 1.1 Inleiding:
Nadere informatieEen nadere analyse van de ontwikkeling van de franchise in de periode
Een nadere analyse van de ontwikkeling van de franchise in de periode 1998-2001 Uitgevoerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag, september 2003 Inleiding In juni 2001 is de
Nadere informatieActiva. Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
3. Jaarrekening Stichting Vrienden van Heliomare 3.1 Balans per 31 december 2017 31-12-2017 31-12-2016 Activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 22.670 14.369 Liquide middelen 329.699 322.956
Nadere informatieInhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.
Inhoudsopgave 1. Tijdreeks verzuimcijfers 2. Verzuim naar geslacht 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.
Nadere informatieJAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief
JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...
Nadere informatie2018 t/m Varkens in Nood Beleidsplan & Beloningsbeleid
Varkens in Nood Beleidsplan & Beloningsbeleid 2018 t/m 2020 In het beleidsplan zijn de doelstellingen, de werkzaamheden, de fondsenwervende activiteiten en een toelichting op het financieel beheer vastgelegd
Nadere informatieActiva. Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa
3. Jaarrekening Stichting Vrienden van Heliomare 3.1 Balans per 31 december 2016 31-12-2016 31-12-2015 Activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 14.369 8.975 Liquide middelen 322.956 342.758
Nadere informatieVakantiewerk in het mkb 2004
Vakantiewerk in het mkb 2004 Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Delft, 3 augustus 2004 Contactpersoon: dhr. drs. A. van Delft : 015 21 91 255, e-mail: delft@mkb.nl Copyright Koninklijke Vereniging MKB-Nederland,
Nadere informatieToeristisch bezoek aan Dordrecht
Toeristisch bezoek aan Dordrecht Besteding van toeristische bezoekers groeit naar meer dan 100 miljoen In 2010 zorgde het toeristisch bezoek in Dordrecht voor een economische spin-off van ruim 73 miljoen.
Nadere informatieVoorbeeld Performance Monitor
Voorbeeld Performance Monitor pagina 1 De Performance Monitor Leveranciers in de X-branche 2014 is een uitgave van: Van Es Marketing Services Doelenstraat 4 7607 AJ Almelo tel (+31) 0546 45 66 62 fax (+31)
Nadere informatieJaarrekening Stichting Nativitas Horst
Jaarrekening 2017 Horst Inhoudsopgave Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten Algemene toelichting Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Grondslagen voor de staat van
Nadere informatieDe meest recente onderzoeken van collectief mentaal verzuim in organisaties
De meest recente onderzoeken van collectief mentaal verzuim in organisaties Hier volgen een paar uitkomsten van recente peilingen naar de omvang en toename van mentaal verzuim in organisaties en andere
Nadere informatiePersoneelsmonitor Decentrale overheidssectoren
A&O-fonds Provincies Personeelsmonitor Decentrale overheidssectoren 2016 Een vergelijking tussen de sectoren provincies, waterschappen en gemeenten voorwoord Voor u ligt de tweede versie van de Personeelsmonitor
Nadere informatieWerkgelegenheid in de Drechtsteden
Werkgelegenheid in de Bedrijvenregister 2010 Inhoud: 1. Conclusies 2. Ontwikkeling 3. Ontwikkeling t.o.v. Nederland 4. Bedrijventerreinen In deze factsheet leest u de meest recente informatie over de werkgelegenheid
Nadere informatieVeel gestelde vragen en antwoorden over resultaten, opbouw en methode Aedes-benchmark
Veel gestelde vragen en antwoorden over resultaten, opbouw en methode Aedes-benchmark Resultaten Huurdersoordeel (bouwsteen Kwaliteit) Wat is het belangrijkste resultaat van het huurdersoordeel? Het Huurdersoordeel
Nadere informatieBENCHMARK WOZ-KOSTEN
BENCHMARK WOZ-KOSTEN 2007 - Inleiding In 1999 is de Waarderingskamer begonnen met het organiseren van een benchmark over de kosten voor de uitvoering van de Wet WOZ. Eind 2003 heeft dit geleid tot een
Nadere informatie2015 t/m 2017. Varkens in Nood Beleidsplan & Beloningsbeleid
Varkens in Nood Beleidsplan & Beloningsbeleid 2015 t/m 2017 In het beleidsplan zijn de doelstellingen, de werkzaamheden, de fondsenwervende activiteiten en een toelichting op het financieel beheer vastgelegd
Nadere informatieSTICHTING FOODWATCH NEDERLAND TE AMSTERDAM
Balans 31 dec 2014 STICHTING FOODWATCH NEDERLAND TE AMSTERDAM JAARREKENING 2014 Balans 31 dec 2014 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (NA RESULTAATBESTEMMING) ACTIVA 31 december 2014 31 december 2013 VASTE ACTIVA
Nadere informatieFactsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014
Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos
Nadere informatieResultaten Aanbestedingsanalyse 2010
Resultaten Aanbestedingsanalyse 2010 Ten geleide Jaarlijks publiceert de Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw en Infra, kortweg Aanbestedingsinstituut, de resultaten van haar analyse van alle openbaar
Nadere informatieBegroting Meerjarenraming
Begroting 2017 en Meerjarenraming 2018-2021 Begroting 2017, raming 2018-2021 Pagina 1 Inhoudsopgave Begroting 2017 Staat van baten en lasten begroting 2017 3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Nadere informatieJaarrekening Stichting Het Stadsklooster Rotterdam. Jaarrekening 2016 Pagina 1
Jaarrekening 201 Rotterdam Jaarrekening 201 Pagina 1 Inhoudsopgave Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten Algemene toelichting Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
Nadere informatieJaarrekening Bridgeman Foundation Zwolle
Jaarrekening 2017 Zwolle Inhoudsopgave Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten Algemene toelichting Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Grondslagen voor de staat
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieArbeidsmarktcijfers Taxibranche
Arbeidsmarktcijfers Taxibranche Cijfers en trends 212-217 2 Cijfers en trends 212-217 INHOUD Inleiding arbeidsmarktcijfers 212-217 5 Samenvatting en bevindingen 6 1. Kenmerken bedrijfstak 8 1.1 Aantal
Nadere informatieGemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieJaarrekening Bridgeman Foundation statutaire vestigingsplaats
Jaarrekening 21 Bridgeman Foundation statutaire vestigingsplaats Bridgeman Foundation Inhoudsopgave Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten Algemene toelichting Grondslagen voor de
Nadere informatiePersoneelsmonitor Gemeenten 2013
Personeelsmonitor Gemeenten 1 Verzuimcijfers In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het ziekteverzuim binnen de gemeentelijke bezetting. Naast het totale verzuimpercentage wordt onderscheid gemaakt naar
Nadere informatieSteeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs
Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs
Nadere informatieWerkloosheid in de Europese Unie
in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23
Nadere informatieOntwikkeling banen in %
Het betreft de eerste uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek 2016. Het Friese werkgelegenheidsregister maakt onderdeel uit van de stichting LISA. LISA vertegenwoordigt 20 regionale registers die
Nadere informatie80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,
Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER
Nadere informatieKwartaalmonitor detacheringsbranche Rapportage Q4 2016
www.pwc.nl Kwartaalmonitor detacheringsbranche Rapportage Q4 2016 29 maart 2017 Beste deelnemer, Bijgaand ontvangt u de "Kwartaalmonitor voor de Detacheringsbranche". De monitor ziet toe op het vierde
Nadere informatieStichting Heart Research Institute Nederland te Amsterdam
Stichting Heart Research Institute Nederland te Amsterdam Rapport inzake de jaarrekening 2015 INHOUDSOPGAVE pagina Bestuursverslag 3 Jaarrekening 1 Balans per 31 december 2015 6 2 Staat van baten en lasten
Nadere informatie