5,3. Samenvatting door een scholier 4373 woorden 10 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Wereldwijs Nederland als leefomgeving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "5,3. Samenvatting door een scholier 4373 woorden 10 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Wereldwijs Nederland als leefomgeving"

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 4373 woorden 10 april ,3 29 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Wereldwijs Nederland als leefomgeving Hoofdstuk 1 PARAGRAAF 1, veiligheid en klimaat Door versterking van het broeikaseffect verandert het mondiale klimaat. Ook het europese klimaat en het klimaat van Nederland veranderen hierdoor. Mogelijk verandert de luchtcirulatie in West- Europa en worden de winters in Nederland zacther en natter door meer westenwind (plus- scenario G+ W+) de zomers worden warmer en droger door meer oostenwind. Temperatuur hoger (vanaf 1900 elk jaar 1,2 C) neerslag meer swinters en zomers minder maar heviger) KNMI zegt dat tot 2100 een absolute zeespiegelstijging (stijging van de waterstand in de Noordzee) verwacht tot cm. Stijging komt door uitzetting van water en afsmelten van gletsjers. De zeespiegel stijging wordt versterkt, omdat ook het landoppervlak daalt. Het gecombineerde effect van de stijging van de eespiegel en de daling van het land noemen we relatieve zeespiegelstijging (absoluut+bodemdaling) Bij meer afsmelten van de ijskappen van Groenland en Antarctica kan de absolute zeespiegelstijging toenemen tot 4-5 meter in 2200 (zegt Deltacommissie). In de toekomst zijn meer piekafvoeren (afvoer van een rivier tijdens perioden met een grote afvoer door veel neerslag en / of smeltwater) van Rijn en Maas te verwachten. Vooral in de winter en het voorjaar zal de afvoer groter worden door meer neerslag en meer afsmelten van sneeuw en of ijs. In de zomer is er door hogere temperaturen en meer verdamping meer kans op lage waterstanden, de rijn wordt dan voor meer dan 70% gevoed door smeltwater. Piekafvoer en hoogwater (periode met hoge waterstand) in het stroomgebied van Rijn en Maas wordt bevorderd door: 1. langdurige neerslag, 2. Slecht doorlatende bodem (stenige grond, bevroren bodem, verzadigde bodem) wat zorgt voor een toestroming naar de rivier. 3. een grote toevoer van smeltwater (overgang koud- warm) in het benedenriviergebied (gebied ten westen van de lijn vianen- Gorinchem, staat oiv de getijdenwerking van de zee) wordt de afvoer van de Rijn en maas extra moeilijk door de zeespiegelstijging die het vrije verval (hoogteverschil tussen twee punten langs de rivier) doet afnemen. Storm op zee kan gecombineerd met vloed tot zeer hoge waterstanden leiden. Doro de groter wordende afvoer van de rivieren en de zeespiegelstijging moet de maatgevende afvoer (max. afvoercapaciteit die bij de gekozen veiligheidsnorm bij een piekafvoer nog veiligheid beid) van Rijn Pagina 1 van 9

2 en Maas groter worden. de benodigde dijkhoogte wordt hiervan afgeleidt. De veiligheidsnorm tegen rivierwater of zeewater hangt af van de te verwachten economische schade en het aantal slachtoffers bij de overstroming van een dijkringgebied door de rivieren of de zee. De overschrijdingskans van de maatgevende afvoer van de rivieren is in het bovenrivierengebied ( t gebiedk ten oosten van de lijn vianen- gorinchem. Heeft geen invloed van de getijdenwerking van de zee) eens in de 1250 jaar en in het benedenrivierengebied (meer schade, meer mensen, ligt lager) eens in de 200 jaar. In Noord en zuid holland is de overschijdingskans tegen de waterstand van de zee eens in de jaar. PARAGRAAF 2 veiligheid in het rivierengebied Rijn krijgt veel water uit Duitsland, Alpen, Zwitserland, het stroomstelsel (stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren in het stroomgebied) is vertakt en heeft veel kleine riviertjes die water naar hoofdrivier sturen, Maas heeft kleiner stroomgebied (verzamelgebied van alle neerslag die na aftrek van de verdampng door de hoofdloop van een riviersysteem wordt afgevoerd) (alpen+noordfrankrijk) De afvoer van neerslagwater of smetwater in een stromomgebied van een rivier gaat in drie stappen: 1. vasthouden of retentie in of op de bodem (vastgehouden, blijven liggen, of opgeslagen in veen) 2. bergen in het oppervlakte water (sloten / plassen) wat niet opgeslagen kan worden. 3. afvoer door de rivierloop.wateroverschot gaat in de hoofdloop. het sponskarakter (vermogen van een landschap of stroomgebied om net als een spons water vast te houden en te bergen en vervolgens weer vertraagd af te geven) van een landschap wordt bepaald door de mate warain de bodem en het oppervlaktewater neerslagwater en smeltwater kunnen vasthouden en bergen + vertraagd afgeven. In een natuurlijk landschap met veel veen en bos is het sponskarakter groot. Het sponskarakter bepaaltt de vertraginstijd. Dit is de tijd die er zit tussen het vallen van de neerslag en het vrijkomen van smeltwter en de afvoer ervan door de rivier. Meestal wordt bij het in cultuur brengen en verstenen van gebieden het sponskarakter kleiner en de vertragingstijd korter. De inrichting van Belgie, duitsland, zwitserland heeft invloed op onze rivieren. Rond 800 was het sponskarakter van het Nederlandse lanschap groot door het voorkomen van uitgestrekte veengebieden, zorgde voor grote uitstroom en lage stroomsnelheid. De afvoer van de onbedijkte rivieren was niet erg onregelmatig. Om dat de rivier ruimte had, kon overstomingswater ver uitstromen en stond het water niet hoog. Zand+klei op bedding-> oeverwallen (Rug langs een rivier ontstaan door afzettingn van zand (bovenriviergebied) of klei (benedenrivierengeibed) bij een overstoming van de rivierbedding) door ontginning van bosgebieden en veengebieden traden vanaf 1100 in de rivieren meer extreem hoge waterstanden op. Bedijking werd noodazakelijk en rivieren werden vastgelegd. In een winterbed van een tot twee km tussen winterdijken op de oeverwallen. Er ontstonden uiterwaarden waar elk jaar bij hoge waterstanden een laagje zandigeklei werd afgezet. (uiterwaarden gingen omhoog). De winning van de zandige klei voor de baksteenfabricage en de groindwinning heeft in de uiterwaard plassen doen ontstaan, die veel water kunnen bergen. Bedijking beneden-> rivierwater minder snel weg+opgestuwd. In boven gebiedk was bedijking nodig. na bedijking ontstonden bij een grote rivierafvoer hoge waterstanden. Regelmatig waren er dijkdoorbraken en ontstonden er wielen (kolkgat, wanneer gat in dijk was, water er doorheen achter dijk kolkt t een diep gat uit). River na bedijking-> zand in bedding of uiterwaard afzetten -> bedding groeit-> waterstand stijgt.door aanleg van zomerdijken kregen de uiterwaarden in de zomer een betere gebruikswaarde voor de landbouw-> lage waterstanden-> uiterwaarden beter beweiden, hoge Pagina 2 van 9

3 waterstand-> lang stagnerend water waarin vruchtbare klei kon bezinken. Vanaf 1900 zijn allerlei maatregelen genomen om de rivier beter bevaarbaar te houden: normalisatie. De hoofdgeul van de rivier werd door kribben (korte dam in de rivierbedding, haaks op de rivieroever, die de vaargeu vastlegt en op diepte houdt) vastgelegd. Daardoor werd de bedding smaller en dieper-> water verplaatst sneller-> hogere waterstand bij hogere afvoer. Dmv stuwen (waterbouwkundig werk dat water in een rivier kan opstuwen) kon het waterpeil in een stuk rivier worden verhoogd of verlaagd. In het internationale stroomgebied is de ruimte voor het Rijnwater of het Maaswater tussen 1850 en 2000 sterk afgenomen. Ook is het sponskarakter van het lanschap afgenomen (toestroming naar de rivier gaat hierdoor sneller). Hoge afvoeren van Rijn (moezel) en Maas zorgden in 1993 en 1995 voor hoge waterstanden en overstomingen.door Verstening (wegen,woningen, bedrijven aanleggeen waardoor steeds grote oppervlaktes bedekt worden met slecht doodringbare materialen. Regenwater kan daardoor minder goed de in de bodemdoordringen) krijg je kortere vertragingstijd en dus hogere waterstand.de miljardenschade en de gevaarlijke situatie zorgden voor intergouvernementele samenwerking werd het actieplan Hoogwater Rijn goedgekeurd (zwitserland, duitsland, frankrijk, luxembrug, nederland) Belangrijke actiepunten zijn: 1. betere waterberging (retentie) in het Rijnstroomgebied (dijken, overstromingsgebieden, bekkens-> gebeiden waar overtollig water tijdelijk kan worden opgeslagen (noodoverloopgebieden). 2. betere waterberging (retentie). Sponskarakter verbeteren door herbebossing, natuurlijke waterlopen, infiltratie 3. een betere hoogwatervoorspelling (waarschuwingssysteem) 4. verbeteren van kwaliteit van ecosysteem van de Rijn en uiterwaarden. In het nederlandse stroomgebied van Rijn en Maas moet de drietrapsstrategie onveilige watersituaties voorkomen. Waterbeheerders (o.a de waterschapen) moeten bij de afvoer van neerslag en smeltwater devolgende volgorde hanteren: 1. water zoveel mogelijk vasthouden (retentie) 2. water bergen 3. water afvoeren (water vertraagd in benedenstrooms rivierwater-> hoge waterstand voorkomen. Vanaf 2003 is bij alle ruimtelijke plannen van de overheid een watertoets verplicht, die aandacht besteedt aan veiligheid, wateroverlast, verdroging en waterkwaliteit. Stroomopwaarts van Nijmegen is de Maas diep ingesneden in omringende afzettingen en heeft grotendeels geen dijken. (daar is het landschap hoog door afzettingen tijden het Pleistoceen). In het stroomgebied van de onbedijkte maas moeten de maaswerken de veiligheid vergroten. Grindwinnen en zandwinning moeten zorgen voor meer ruimte voor rivierwater (2007, ruimtelijke kwaliteit verhogen, veiligheid van de gebieden langs de rivier verbeteren). Op een aantal plaatsen (venlo, roermond, gennep) ijn aan de rand van het winterbed kades en overloopgebieden gemaakt. In januarie 2007 trad de planologische kernbeslissing (PKB) ruimte voor de rivier in werking. Naast vergroten van de veiligheid staat de verbetering centraal van de ruimtelijke kwaliteit van het bedijkte rivierengebied. Vergroten van de veiligheid moet vooral tot stand gebracht worden door rivierverruiming (maatregelen om de rivierbedding meer ruimte te geven en tevens de ruwheid (zorgt voor remmende afvoer van water en stuwt de waterstand op) van de rivierbedding te verminderen). een dijk is goedkoop en kost weinig ruimte maar het zorgt voor een grotere schade. Beide zorgen voor een lagere waterstand. Dijkverhoging alleen als niet anders kan. Het basispakket ruimte voor de rivier omvat: Pagina 3 van 9

4 1. maatregelen in de uitweraard (het winterbed): het afgraven van klei (verlaagd+meer ruimte); het maken van een nevengeul (vergroot afvoer capaciteit+natuurontwikkeling); het verwijderen van obstakels (verminderd ruwheid->peil daalt); dijkverlegging (ontpoldering)-> uiterwaard breder->meer ruimte voor rivier. Overdiepsche poler (bergsche maas) & Noordwaard (zuid van beneden 2. maatregelen in de rivierbeding (betere doorstroming) (zomerbed): kribverlaging, verdieping van het zomerbed-> afvoercapaciteit vergroot 3. aanleg van hoogwatergeulen (deel rivierwater maakt bij hoogwater een omweg via een binnendijkse routen. Laagwater-> gebruikt voor landbouw of natuur). 4. aanwijzing van noodoverloopgebieden (retentiegebieden) mogelijk wordt het gebied van de rijnstrangen (zuidelijk van Zevenaar) in de toekomst een noodoverloopgebied. Noodoverloopgebieden zijn in het benedenrivierengeibed niet effectief, door invloed van getij en storm op zee. (boven wel, zorgt voor een daling van de waterstand) 5. dijkverbetering. Wordt vooral langs de Lek toegepast (weinig uiterwaarden, slappe ondergrond, bebouwing dicht tegen de dijk aan. Hoofdstuk 2, PARAGRAAF 1, steden en stedelijke gebieden in soorten en maten Drie soorten steden: historische steden, industriesteden en beleidssteden. Historische steden, voor 1870 al belangrijk (in WestNL) in hun groei kunnen we drie fasen onderscheiden: - tot 1870: groei door handel en bestuur. ( overzeese goederen in pakhuizen opgeslagen + bewerkt en verhandeld) In de tijd van de rijke wereldhandel (de gouden eeuw) groeit het inwonertal en moet de historische binnenstad uitbreiden (Adam,Rdam-> stapelmarkt-> meer bedrijvigheid) : de groei is in deze fase veroorzaakt door de komst van de industrie. door toetsroom van arbeidskrachten (zorgt voor meer inwoners) ontstaat een gordel van 19e eeuwse woonwijken (gebouwd tussen ) rondom de hoistorische binnenstad. Die zijn in korte tijd ontstaan, hoge dichtheid, slecht gebouwd, geen groen - na 1950: steden ontwikkelen zich tot diensencentra (winkels, kantoor,overheidsinstellingen). De werkgelegenheid in de dienstensector en het inwonertal nemen sterk toe. Er ontstaat een nieuwe gordel van woongebieden rondom de 19e eeuwse woonwijken. Woonflats, na 1980 woonerven, ruimer + meer groen en veiligheid. Industriesteden (opkomst te danken aan industrie door nabijheid grondstof of goedkope arbeidskrachten) onstaan na 1870 (Tilburg, eindhoven, hengelo, enschede) en danken nun opkomst en groei aan de industrie. de industriesteden (machines->massaproductie) zijn niet opgebouwd vanuit een historisch stadscentrum. De locatie van de industrie bepaalde de ligging van de arbeiderswijken.er zijn twee soorten industriesteden: 1. ontstaan in de nabijheid van grondstof (steenkool in uidlimburg: geleen, Heerlen- kerkrade). Mijnbouw, mijnwerkers woningen) 2. industriesteden die ontstaan ijn door aanwezigheid van goedkope arbeidskrachten. De arbeidsintensieve industrie (textie, schoenen en leer_ vestigde zich in d elandelijke gebieden van Twente (Almelo, hengelo, enschede_ en braban (tilburg. Door mechanisatie kwamen veel arbeieders daar vrij. (eindhoven-> philips) Beleidssteden (moeten suburbanisatie van mensen en bedrijven uit de Randstad opvangen) ontstaan als de Rijksoverheid de sterke uitgroei wil voorkomen van de steden in de Randstad, die de centrale open ruite (het groene hart) bedreigt (suburbanisatie stad->dorp. Er zijn drie soorten: Pagina 4 van 9

5 1. groeisteden (bedrijven en mensen opvangen nieuwe woonwijken moeten kunnen concurreren met Randstad). Groningen, wolle, amersfoort en breda (historisch). Deze steden moeten mensen en bedrijven buiten de randstad opvangen. De stedelijke groei in Wnederland wordt op deze manier gespreid. E krigjen extra geld+ nieuwe woonwijken gebouwd. 2. groeikernen (gemeenten aan de buitenkant van de Randstad die na 1970 door de overheid zijn aangewezen om de suburbanisatie van de naburige stad op te vangen). Plaatsen als Hoorn, purmerend, houten en zoetermeer, die de suburbanisatie vauit de naburige grote stad moeten opvangen. Extra geld (ze moeten mensen aantrekken) aan buitenkant randstad. 3. Vinex- wijken (na 1990 locaties rond grote steden waar nieuwbouw wordt geplegd. Moet de stedelijke groei door concentratiebeleid opvangen). (na 1990) dit ijn nieuwe woongebeiden (wijken die nabij een aantal grote steden liggen (ook buiten de randstad) (vierde nota extra 1993), zoals leidsche rijn bij utrecht, nesselande bij rotterdam en de eschmarke bij enschede. De vinexwijken moeten de stedelijke groei van nederlandse steden opvangen door concentratie op bepaalde plekken (opbenaar vervoer mogelijk, + wildgroei van steden beperken) de randstad (hoefijzer die open middengebied omsluit, ligt 45% werkgelegenheidbetsaat uit een stedenring met overloopzones) is het meest verstedelijkte gebied in Nederland. De randstad (6,5mlj inwoners) bestaat uit drie soortgen gebieden: 1. stedenring waarin drie stedelijke zones liggen - de noordvleugel met Amsterdam als centrale stad (ec veelzijdig+dynamiek). Ijmuiden- Haarlem- Zaanstad- Amsterdam- Almere - de zuidvleugel met Rotterdam en Denhaag als centrale steden; Leiden- Denhaag- Delft- Vlaardingen- Schiedam- Rdam- Dordrecht - de Utrechtse stedelijke zone met Utrecht, Hilversum en Amersfoort-> knooppunt tussen randstad en rest van NL. 2. het middengebied: het groene hart, de centrale open ruimte van de Randstad die door oprukkende verstedelijking sinds 1958 in oppervlak is afgenomen. Monumetnten, boerderijen, stadjes, landschap, natuur. 3. de overloopzones: een gebied aan de buitenkant van de Randstad, waar de groeikernen liggen.+vinexwijken. brabantstad (stedelijk netwerk in centraal Brabant dat zich heeft kunnen ontwikkelen door de verplaatsing van economische activiteiten langs de transoportroutes in zuidoostelijke richting) ligt in het uitstralingsgebied van de Randstad en bestaat uit relatief dicht bij elkaar gelegen steden Breda, Tilburg, Denbosch en Eindhoven. Brabantstad heeft zich kunnen ontwikkelen door de goede internationale transportverbindingen (weg en spoort) met de Randstad en het Europese achterland. Transport, logistiek, hightechindustrie) eindhoven belanbrijk kennis en innovatiecentrum. PARAGRAAF 2, vraagstukken van grote en middelgrote steden in Nederland Steden: 1. groot / middelgrootstad beschouwen als centrum van een verzorgingsgebied, grote centra hoogte orde+ n ationale functie. Middel-> regionaal centra zonder nat. Functie 2. aantal inwoners van gemeente min inwoners. 3. aantal inwoners van stedelijke kern (cooncentratie v.d bebouwing) De grote en middelgrote steden in Nederland hebben een aantal dezelfde problemen (Adam, Rdam, Pagina 5 van 9

6 Denhaag, Utrecht) (stedelijke vraagstukkken, ze kunnen ontwikkeling hinderen of bedreigen): 1. een afnemende bereikbaarheid: het congestievraagstuk 2. het probleem van ruimtegebrek: Locatievraagstuk 3. problemen door de komst van allochtone migranten: het sociaal- culturele vraagstuk 4. vernieuwing van de economie om de (internationale) concurrentiekracht te behouden: innovatievraagstuk. Om de vier stedelijke vraagstukken te kunnen oplossen is samenwerking tussen gemeenten en provincies nodig. Als deze samenwerking niet soepel verloopt, dan is sprake van een bestuurlijk- ruimtelijk (alleen oplossend als verschillende overheden in regio samenwerken) vraagstuk. Er is sprake van bestuurlijke filevorming, dwz de besluitvorming verloopt traag en wordt voortdurend uitgesteld. Dat hinderd de bestuurlijke daadkracht. Belangijk is dat bestuurlijke netwerken goed samenwerken. het congestievraagstuk gaat over de slechte doorstroming van verkeer in de stad en files op de autowegen. Congestie betekent dat het verkeersaanbod (het aantal auto s) groter is dan de infrastructuur (de wegen) kan verwerken. Congestie wordt vooral veroorzaakt door het toenemend autobezit (per 1000 inw of 100 huishoudens) (door meer welvaart, inwoners, huishoudens) en het grotere autoverbruik ( (aantal verplaatsingen+afstand) (meer verplaatsen + grotere afstand) maar een beperkte groei van de capaciteit van het wegennet staat hier tegenover. de overheid denkt de congestie op de autowegen (fileknelpunten, bereikbaarheid+ec nadelen) te kunnen oplossen door een combinatie van een drietal maatregelen: 1. invoering van de kilomterheffing. Automobilisten betalen voor het aantal kilometers dat gereden wordt. De kilometerheffing verschilt in tijd en plaats-> drukke wegen, drukke momenten verminderd (2012) 2. uitbreiding van de capaciteit van de wegen. Meer wegen, meer rijstroken en spitsstroken (A2-> NZ verbinding en A4) overheid en bedrijfsleven samenwerken->pps (public private samenwerking), geeft financieel voordeel. 3. bevordering openbaar vervoer. Verhoging van de frequentie en een goede afstemming van bus en trein (goed en goedkoop) congestie (slechte doorstroming, weinig parkeren) tast distributiefunctie (leveren goederen aan oa winkels, horeca, bedrijven) aan. De afnemende bereikbaarheid (in tijd / geld / moeite) van het stadscentrum tast het draagvlak (klanten / omzet wat nodig is om een dienst kostendekkend te laten bestaan) van winkels en bedrijven aan (minder goederen naar winkels ed), waardoor de drempelwaarde (min klanten wat nodig is om dienstverlenend bedrijf staande te houden) bestrijden door autovrijcentrum. Waar klanten vandaan komen is verzorgingsgebied. Sommige winkels, bijv woonwikels, keizen dan voor een goed bereikbare plaats, met veel parkeerruimte aan de rand van de stad. het locatievraagstuk gaat over het nemen van een beslissen over de bestemming van de schaarse ruimte. Allerlei functies ( wonen, werken, recreatie en verkeer) vragen steeds meer ruimte. Er is een toenemende concurrentie om de ruimte, ook omdat de beschikbare ruimte steeds schaarser wordt. bij de beslissing over deen winkelcentrum aan de rand van de stad ( bijv bedrijventerrien Ekkersrijt in Eindhoven) worden verschillende belangen tegen ekaar afgewogen: economische belangen (werkgelegenheid), belangen van de natuur ( er moest bos gekapt worden) en het belang van de winkels in het stadscentrum. het sociaal- culturele vraagstuk gaat over de multiculturele opbouw van onze steden. Door het aandeel van (veel in grote steden want daar is meer werk + goedkopere woningen en voor komende migranten Pagina 6 van 9

7 want er woont al een groep allochtonen) allochtonen van westerse en nietwesterse herkomst moeten mensen uit verschillende culturen samenwonen. De positieve geolgen van de komst van allochtone migranten hebben te maken met de verrijken van de cultuur.er is een internationalisering ontstaan van eetgewoonten, kleding en m uziek. De negatieve gevolgen (zwakke ec soc positie) gaan over segregatie en polarisatie en over het ontstaan van een duale arbeidsmarkt. Problemen immigranten: 1. - segregatie en polarisatie: sociale huurwoningen, gescheiden van andere bevolkingsroepgen = ruimtelijke segregatie (sterk geconcentreerd en ruimtelijk gescheiden wonen van bevolkingsgroepen in steden of wijken). -> alleen met eigen groep te maken + weinig contacten met autochtonen. Culturele afzondering van een bevolkingsgroep= sociale segregatie. (versterkt door rs) tegenstellingen worden versterkt tussen bevolkingsgroepen= polarisatie-> conflicten - mate van segregatie in segregatie index-> percentage allochtonen wat zou moten verhuizen om evenredige verdeling van alle bewonders over wijken te bereiken ( dan is 0totale menging) allemaal van 1 groep, bijvoorbeeld marrokkanen dan is 100 (volkomen scheiding). 2. de duale arbeidsmarkt (tweedeling op de arbeidsmarkt). Niet westerse alloctonen hebben vaak een minder goede positeie. Zij bevinden zich in de onderlaag van de arbeidsmarkt waar werkzekerheid, beloning, carriere maken, bijscholing ongunstig zijn. bovendien kunnen zij hun positie op de arbeidsmarkt maar weinig verbeteren. De wakke positie van de nietwesterse allochtonen op de arbeidsmarkt wordt verklaard door twee factoren: 1. opleidingsniveau. Van veel allochtonen is het opleidingsniveau laag, plus taalproblemen. Vaak ongeschoold aarbeid, schoonmaak, horec,a bouw. 2. discriminatie. Niet westerse allochtonen hebben te maken met discriminatie, waardoor toegang tot de arbeidsmarkt en doorstroming dnaar de bovenlaag moeilijk is. het innovatievraagstuk gaat over de vernieuwing van de economie; de vernieuwing in de manier van werken (organisatie) en in de producten en diensten. Vernieuwing betreft vooral twee vormen van bedrijvigheid: de kennisintensieve sector en de creatieve bedrijvigheid. in de kennisintensieve sector is de oprichting van kenniscentra een voorbeeld van vernieuwing. In een kenniscentrum gaan universiteieten en onderzoeksinstituten met elkaar samenwerken. ( dat is een informatiepunt voor ondernemers die op zoek zijn naar nieuwe kennis-> Adam, delfdt, leiden utrecht eindhoven) voor allerlei hightech berijven (computer dienstverlening, telecommunicatie, medische apparatuur, farmaceutische producten) is vestiging in de buurt aantrekkelijk. bij de vernieuwing van de creatieve bedrijvigheid hoort de creatieve stad. In alle grote steden in de wereld werkt een belangrijk deel van de beroepsbevolking in de creatieve bedrijvigheid: kunsten, media en entertainment, creatieve zakelijke diensten en kennisintensieve diensten (die vormen creatieve bedrijvigheid). Vernieuwing betekent de opkomst van nieuwe bedrijven in deze sector. Steeds meer nieuwe producten moeten ontwikkeld worden voor mondiale verkoop (kleren, meubels, tv programmas enz.) Noordvleugel, Randstad Adam PARAGRAAF 3, de leefbaarheid van de stadswijken in Nederland In veel steden vinden mensen dat de leefbaarheid (mate waarin woningen voldoen aan woonwensen en mate waarin t veilig, sociaal, schoon en gezond wordt ervaren. Wordt bepaald door fysieke, sociale leefbaarheid en veiligheid) van hun wijk is aangetast. Zij bedoelen daarmee dat de woningen in de wijk niet voldoen aan hun woonwensen en dat de woonomgeving niet veilig, sociaal, schoon en gezond is. Leefbaarheid bestaat uit drie elementen die invloed op elkaar hebben: Pagina 7 van 9

8 1. de fysieke leefbaarheid. Dit gaat over de kwaliteit van de woningen en de woonomgeving en de beschikbaarheid van voorzieningen (winkels, wijkcentra). Ouderdom en opbouw van een woonwijk zijn hierbij belanbrijk. 2. de sociale leefbaarheid. Dit gaat over de contacten tussen de bewoners in wijken en over de betrokkenheid van de bewoners met hun wijk / buurt (inkomens, opleiding, culturele achtergrond, verblijftijd en werkloosheid= belagrnijk) 3. de veiligheid. Voelen de bewoners van een wijk zich beschermd tegen personen of gevaren? er wordt een onderscheid gemaakt tussen de objectieve leefbaarheid en de subjectieve leefbaarheid. De objectieve leefbaarheid wordt bepaald door controleerbare informatie op basis van cijfers en feiten over de fysieke en sociale leefbaarheied en de veiligheid (bijvoorbeeld cijfers over ouderdom, inkomens en inbraken). De subjectieve leefbaarheid wordt bepaald door de indruk (perceptie-> beeld dat een individu of groep van de werkelijkheid heeft) van de mensen die in de wijk wonen. Wat is hun oordeel over de leefbaarheid? om een overzicht te krijgen van alle objectieve en subjectieve kenmerken in een wijk die samen de leefbaarheid bepalen, wordt een buurtprofiel (overzicht van alle objectieve en subjectieve kenmerken in een wijk die samen de leefbaarheid bepalen) gemaakt. wijken met veel minpunten ten aanzien van de leefbaarheid worden probleemwijken (ook maatschappelijke problemen) of achterstandswijken (wijken tov andere achterstand hebben ten aanzien van de leefbaarheidsfactoren) genoemd. In deze wijken zijn de woningen in veel gevallen oud en slecht onderhouden. Veel bewoners hebben een laag inkomen of geen werk. ( hoger inkomen dan verlaten ze de wijk en blijven ouderen achter). Er worden veel allochtone migranten met een andere cultuur. Er is relatief veel vandalisme en er zijn problemen met de veiligheid. De overheid heeft veertig wijken geselecteerd waar de problemen rond leefbaarheid het groootst zijn. deze wijken worden aandachtswijken genoemd. Ze krgijen extra geld en aandacht om de leefbaarheid te vergroten. Randstad. Objectief (inkomen, werkloos, sociale huurwoningen, crim)+ subjectief ( tevreden, overlast) woning+woonomgeving verbeterd. Werk, scholing, stimulans maatschappelijk leven deel te nemen. Meer contact+respect-> sociale cohesie (mate waarin bewoners van wijk zich met elkaar en met de wijk verbonden voelen). Nederlandse taal is daar belanrijk voor. Al vanaf 1960 probeert de overheid door stadsvernieuwing de verouderde wijken op te knappen. (vooroorlogse wijken-> sloop of renovatie). Sadsvernieuwing betreft alleen de verbetering van de fysieke leefbaarheid. In de huidgie tijd richt de overheid zich op herstructureering (herinrichten met gevarieerd woningaanbod waardoor fysieke leefbaarheid verbeterd+ sociale cohesie ontstaat) van probleemwijken. Naast het verbeteren van de fysieke leefbaarheid is hierbij ook aancacht voor de sociale leefbaarheid ( bijv. werk en de sociale cohesie-> woning duur&goedkoop, gevarieerde bevolkingsopbouw) en de veiligheid. Inwoners meer contact met elkaar moeten hebben en respect. Integratie en nederlandse taal is belangrijk. Woningcorporaties-> eigenaars van sociale huurwoningen. de fysieke leefbaarheid gaat over de vraag of de woning en woonomgeving voldoen. Steden zijn opgebouwd uit wijken uit vershcillende bouwperioden met steeds een andere opbouw en andere woningtypen (bouwhoogte, beb dichtied, sratenpatroon,groen). Er zijn in Nederland vier bouwperioden die de basis vormen voor de fysieke leefbaarheid. 1. woonwijken gebouwd voor deze woonwijken liggen pal tegen de binnenstad. Er zijn weinig problemen ten aanzien van de leefbaarheid. De woningen zijn opgeknapt en gemoderniseerd en in trek bij Pagina 8 van 9

9 jonge, hoogopgeleide mensen. Deze hogere inkomensgroepen hebben de bewoners met een laag inkomen verdrongen. (want door nabijheid van winkel, horeca, uitgaan stijgt prijs / huur) dit verdringinsproces heet gentrificatie. 3 probleemwijken (transvaalbuurt, stationsbuurt, schilderswijk) 2. woonwijken uit de bouwperiode deze woonwijken hebben een gevarieerd aanbod aan goede woningen, in wijken met een lage bebouwingsdichteid en veel openbaar groen. Verschillende bouwstijlen (Rdam leefbaarheid in de knel) 3. woonwijken uit de bouwperiode veel wijken uit deze bouwperiode zijn probleemwijken met een lage fysieke leefbaarheid. De wijken zijn na de tweede werdloorlog door woningnood in snel tempo uit de grond gestampt met goedkope en sobere huurwoningen, rijtjeshuisen en flats. (minimale voorziening, klein, goedkoop bouwmateriaal). Daar het slechte onderhoudemaken woningen en flats een verpauperde indruk. (weinig variatie->saai. Openbaar groen-> spelen-> overlast+ verkeerstonveiligheid, rechtestraten+ parkeren langs de weg.) de oorspronkelijke bewoners zijn verhuisd en hun plaats is ingenomen door mensen met een laag inkomen, vooral migranten en eenoudergezinnen. 4. woonwijken gebouwd na in deze bouwperiode zijn geen probleemwijken. De wijken hebben een grote verscheidenheid aan woningtypen en bouwstijlen en er is veel aandacht voor de woonomgeving (ruime opzet, veel groen, verkeersveilig-> woonerven, kronkelend stratenpatroon, afzonderlijke fietspaden) de sociale leefbaarheid gaat over de bewoners van de wijk en over de manier waarop de bewoners met elkaar omgaan. De objectieve bewonerskenmerken hebben grote invloed op het oordeel over de leefbaarheid. De samenstelling van de bevolking naar herkomst (autochtonen- allochtonen), leeftijd en gezinssituatie (eenoudergezinnen) spelen hierbij een rol. Subjectieve bewonerskenmerken gaan over de sociale cohesie. Hoe gaan de bewoners met elkaar om en voelen ze zich verbonden met de wijk. Factoren die verbondenheid in een wijk bevordert zijn: 1. gelijkheid in inkomen, beroep, opleiding, culturele achtergrond (dan krijg je gelijke waarden en normen) 2. als ze zich verantwoordelijk voelen voor de leefbaarheid. (gaan gezelligheidsactiviteiten doen en houden straat schoon) (huur, eigen-> meer inzetten) 3. langere verblijftijd 4. sociale netwerken-> regematig contact+activiteiten organiseren. Sociale controle door medebewoners (controleren+corrigeren) de sociale veiligheid gaat over de vraag of de bewoners van een wijk zich door personen of situaties bedreigd voelen. Overlast door groepen jongeren, vandalisme, onbeleefdheid, drugsoverlast en criminaliteit bepalen de sociale onveiligheid en tasten de leefbaarheid aan. -> misdrijven, diefstal, mishandeling, zware vernieling kunnen in statistieken worden weergeven (objectief). Enquêtes -> subjectieve sociale onveiligheid kenmerken van de fysieke woonomgeving kunnen een negatieve invloed hebben op de sociale veiligheid, zoals verloedering door afval op straat, leegstaande woningen, hoogbouw, en de inrichting van de openbare ruimte. De openbare ruimte in een wijk is het voor iedereen vrij toegankelijke gebied: parken, pleinen, parkeerterreinen, sportveldjes, fiets- en wandelpaden. De inrichting van de openbare ruimte bepaalt de sociale veiligheid (bijv. goede verliching) afscherming of onoverzichtelijkheid zorgt voor gevaar. Toezicht in de openbare ruimte (camera of sociale controle van eigenbewoners- > corrigeren eigen, herkennen buitenstaanders) vergroot de veiligheid. Pagina 9 van 9

Je hebt een bepaald aantal factoren die de kwaliteit van een woonomgeving bepalen:

Je hebt een bepaald aantal factoren die de kwaliteit van een woonomgeving bepalen: Boekverslag door E. 2084 woorden 5 juni 2015 5.1 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs 1 Je hebt een bepaald aantal factoren die de kwaliteit van een woonomgeving bepalen: 2. 3. 4. 5.

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving

Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving Samenvatting door een scholier 3445 woorden 7 februari 2011 7,5 126 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving.

Nadere informatie

8.5. Boekverslag door M woorden 19 juli keer beoordeeld. Aardrijkskunde

8.5. Boekverslag door M woorden 19 juli keer beoordeeld. Aardrijkskunde Boekverslag door M. 1259 woorden 19 juli 2016 8.5 3 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Aardrijkskunde Leefomgeving hoofdstuk 2 1.1 Soorten Steden Historische steden Industriesteden Beleidsteden Voor 1870:

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 - Nederland als leefomgeving

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 - Nederland als leefomgeving Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 - Nederland als leefomgeving Samenvatting door een scholier 2237 woorden 11 april 2012 5,1 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Aardrijkskunde

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als Leefomgeving

Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als Leefomgeving Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als Leefomgeving Samenvatting door een scholier 4290 woorden 18 oktober 2011 7,8 19 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Aardrijkskunde Nederland

Nadere informatie

Nederland als leefomgeving - Hoofdstuk 2: De leefbaarheid van steden en stedelijke gebieden

Nederland als leefomgeving - Hoofdstuk 2: De leefbaarheid van steden en stedelijke gebieden Samenvatting door een scholier 3168 woorden 19 januari 2012 6,7 34 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving - Hoofdstuk 2: De leefbaarheid van steden en stedelijke gebieden Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving 01 - "Actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in NL"

Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving 01 - Actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in NL Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving 01 - "Actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in NL" Inhoud: 1.0 Veiligheid en klimaat - oorzaken van wateroverlast 1.1 Klimaatscenario

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in Nederland

Samenvatting Aardrijkskunde Actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in Nederland Samenvatting Aardrijkskunde Actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in Nederland Samenvatting door een scholier 2616 woorden 18 juni 2012 4 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde

Nadere informatie

uiterwaard + uiterwaardvergraving + retentie : winterdijk - Zomerdijk = + + : - =

uiterwaard + uiterwaardvergraving + retentie : winterdijk - Zomerdijk = + + : - = 4-5 Havo Dalton escaperoom Leefomgeving http://www.edudigi.nl/escape2/ Slot 1 Cijfer 1 (Opdracht A) Som: uit bron 1 in rood ; uit bron 2 in groen uiterwaard + uiterwaardvergraving + retentie : winterdijk

Nadere informatie

uiterwaard + uiterwaardvergraving + retentie : winterdijk - Zomerdijk = + + : - =

uiterwaard + uiterwaardvergraving + retentie : winterdijk - Zomerdijk = + + : - = 5v Dalton escaperoom Leefomgeving http://www.edudigi.nl/escape2/ Slot 1 Cijfer 1 (Opdracht A) Som: uit bron 1 in rood ; uit bron 2 in groen uiterwaard + uiterwaardvergraving + retentie : winterdijk - Zomerdijk

Nadere informatie

Help! Het water komt!

Help! Het water komt! Help! Het water komt! Hoog water in Europa Toename aantal overstromingen in Europa De Moldau bedreigt het historische centrum van Praag Wat is er aan de hand? december 1993 Steeds vaker treden Europese

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door V. 1441 woorden 21 mei 2017 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Wat is een stad? 4 kenmerken: - Een bepaalde,

Nadere informatie

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 GEBIEDEN 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 Probleemwijken Groot aandeel sociale huurwoningen Slechte kwaliteit woonomgeving Afname aantal voorzieningen Toename asociaal gedrag Sociale en etnische spanningen

Nadere informatie

AK samenvatting H4. Het stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken, het bestaat uit drie delen:

AK samenvatting H4. Het stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken, het bestaat uit drie delen: AK samenvatting H4 Paragraaf 2 Het stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken, het bestaat uit drie delen: Bovenloop (hoog in de bergen, snelle rivierstroom) Middenloop (door een dal met ingesneden

Nadere informatie

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Maascollege Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Inhoud presentatie kararkteristiek stroomgebied waar komt het water vandaan hoogwater en lage afvoer hoogwaterbescherming De Maas MAAS RIJN

Nadere informatie

2 rivieren: natuurlijke systeem

2 rivieren: natuurlijke systeem Samenvatting door een scholier 770 woorden 19 juni 2016 3,8 1 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2 rivieren: natuurlijke systeem Stroomstelsel: geheel van hoofdstroom en zijtakken Bovenloop

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Dylan 1394 woorden 13 april 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Aardrijkskunde Paragraaf 2 Hoofdrivieren: - Maas - Rijn Stroomstelsel:

Nadere informatie

Overstromingen en wateroverlast

Overstromingen en wateroverlast Atlasparagraaf Overstromingen en wateroverlast 1/6 In deze atlasparagraaf herhaal je de stof van Overstromingen en wateroverlast. Je gaat extra oefenen met het waarderen van verschijnselen (vraag 4 en

Nadere informatie

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

DE WERELD VAN DE GROTE STAD DE WERELD VAN DE GROTE STAD VIER KENMERKEN VAN HET BEGRIP STAD Een bepaalde omvang, per land verschillend Een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met het omringende gebied Een beroepsbevolking die

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 en 2 Nederland verandert

Samenvatting Aardrijkskunde H1 en 2 Nederland verandert Samenvatting Aardrijkskunde H1 en 2 Nederland verandert Samenvatting door J. 1468 woorden 5 november 2015 3,7 10 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Wat zijn de belangrijkste functies van rivieren? Zorgen

Nadere informatie

Amsterdam + Utrecht Groene hart Den Haag + Rotterdam

Amsterdam + Utrecht Groene hart Den Haag + Rotterdam Samenvatting door I. 1482 woorden 25 september 2012 5,5 8 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Aardrijkskunde - hoofdstuk 4 - Nederland, stedelijke gebieden 2 De Randstad en de rest De

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 12

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 12 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 12 Samenvatting door Sharon 6052 woorden 27 juni 2017 5,1 8 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Aardrijkskunde Paragraaf 1 Welke soorten steden en

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1458 woorden 18 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

5,9. Samenvatting door een scholier 1458 woorden 18 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door een scholier 1458 woorden 18 januari 2010 5,9 34 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting AK Wonen in Nederland Stroomgebied : is het complete gebied waar de rivier stroom inclusief

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4: Rivieren en Kust

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4: Rivieren en Kust Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4: Rivieren en Kust Samenvatting door F. 1197 woorden 27 oktober 2013 5,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Aardrijkskunde hoofstuk 4 4.2 Iedere

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, Nederland Wateroverlast

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, Nederland Wateroverlast Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, Nederland Wateroverlast Samenvatting door een scholier 2085 woorden 27 oktober 2009 6,6 226 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting Aardrijkskunde

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door L. 382 woorden 27 juni 206 0 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde H3 Par 2 Een stad heeft 4 kenmerken: - een bepaalde, per land verschillende omvang;

Nadere informatie

De binnenstad is een woongelegenheid in een stedelijk centrum, omdat daar minder en dure woningen zijn, en veel horeca, winkels en kantoren.

De binnenstad is een woongelegenheid in een stedelijk centrum, omdat daar minder en dure woningen zijn, en veel horeca, winkels en kantoren. Praktische-opdracht door Mere 1507 woorden 11 juni 2015 7 3 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Stap 2 Een wijk kiezen Wij kozen de Binnenstad! Dit leek ons een interessante wijk om te

Nadere informatie

12 keer beoordeeld 24 juni 2016

12 keer beoordeeld 24 juni 2016 8,7 Samenvatting door M. 1482 woorden 12 keer beoordeeld 24 juni 2016 Vak Aardrijkskunde Methode BuiteNLand H4 Stedelijke gebieden S2 De Randstad en de rest De Randstad heeft een gunstige ligging: - drukke

Nadere informatie

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 De waarde van de Academie Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 Een stad met een Academie heeft meer 1,8% Aantal kunstenaars als percentage van de bevolking 18 Aanbod galerieën per 100.000 inwoners 1,6%

Nadere informatie

1 Amsterdam, de opbouw van een stad

1 Amsterdam, de opbouw van een stad 1 Amsterdam, de opbouw van een stad 1 2 a Met de handel in specerijen in Oost-Indië. b Er waren nog geen moderne vervoermiddelen dus moesten de arbeiders naar de fabriek lopen. c Er kwamen regels voor

Nadere informatie

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3 Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april 2011 9,2 4 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Oefentoets hoofdstuk 3 Globalisering in steden: grootstedelijke gebieden in de VS 1 Bekijk bron 7. De bron

Nadere informatie

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s) Samenvatting door Saskia 1046 woorden 8 april 2014 7,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 2.4 Files oplossen Files 29 mei 1955 was er in Nederland de eerste file. Duizenden inwoners van

Nadere informatie

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Dijken Kijken naar dijken www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Kijken naar dijken Zonder de duinen en de dijken zou jij hier niet kunnen wonen: bijna de

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Stedelijke vraagstukken van grote en middelgrote steden in Nederland.

Hoofdstuk 3: Stedelijke vraagstukken van grote en middelgrote steden in Nederland. Hoofdstuk 3: Stedelijke vraagstukken van grote en middelgrote steden in Nederland. Hoofdvraag: Hoe kunnen de Nederlandse grote en middelgrote steden een bijdrage leveren aan de vergroting van welvaart

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 769 woorden 2 juni 202 6,7 54 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2 De wereld van een grote stad Een stad heeft

Nadere informatie

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad.

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad. Samenvatting door Jonna 1751 woorden 20 april 2018 6,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Ak Samenvatting 3.2 Een stad heeft vier kenmerken: een bepaalde, per land verschillende omvang

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 11

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 11 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 11 Samenvatting door S. 4044 woorden 27 juni 2017 6,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Waarom is er door klimaatverandering in ons rivierengebied

Nadere informatie

De waarde van winkels

De waarde van winkels De waarde van winkels Gerard Marlet Nederlandse Raad Winkelcentra 20 januari 2015 Smart people, strong cities (Cpb) aandeel hoogopgeleiden 50,9% tot 79,2% 46,5% tot 50,9% 39,8% tot 46,5% 37,7% tot 39,8%

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door M. 1649 woorden 1 juni 2013 5, 105 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 2, Nederland verandert Paragraaf 1, Amsterdam, de

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Foto van de Drechtsteden

Foto van de Drechtsteden Foto van de Drechtsteden Raadscommissie ABZ 3 september 2012 Sjoerd Veerman Rien Val 1 De aantrekkingskracht van de Drechtsteden Gerard Marlet 6 maart 2012 The paradox of urban triumph bereikbaarheid banen

Nadere informatie

-Sociaal-geografisch: Kijkt naar de inrichting van de ruimte door de mens. -Fysisch-geografisch: Kijkt naar de inrichting van de ruimte en de natuur.

-Sociaal-geografisch: Kijkt naar de inrichting van de ruimte door de mens. -Fysisch-geografisch: Kijkt naar de inrichting van de ruimte en de natuur. Wonen in Nederland -Sociaal-geografisch: Kijkt naar de inrichting van de ruimte door de mens. -Fysisch-geografisch: Kijkt naar de inrichting van de ruimte en de natuur. - 4 nederzetting vormen; Zie tekening

Nadere informatie

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier.

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier. Meander Samenvatting groep 7 Thema 3 Waterland Samenvatting De Rijn De Rijn begint als een klein stroompje in de Zwitserse Alpen. Dan wordt het een snelstromende bergrivier; er komt steeds meer smeltwater

Nadere informatie

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 17 jaar de 50

Nadere informatie

Menselijke ingrepen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Menselijke ingrepen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/82666 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Beschouwing Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Grote rivieren in Lage landen Terra

Beschouwing Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Grote rivieren in Lage landen Terra Beschouwing Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Grote rivieren in Lage landen Terra Beschouwing door S. 1587 woorden 10 juli 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Paragraaf 1.1 Esuarium: deltagebied

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2010 - II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2010 - II Beoordelingsmodel Wereld Opgave 1 De global shift 1 maximumscore 2 aandeel van het totale handelsvolume 1 Het aandeel in het totale handelsvolume is (in Azië) toegenomen 1 2 maximumscore 1 Uit het antwoord

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Naar een veilige en aantrekkelijke (bedijkte) Maas voor iedereen! Belangrijkste kenmerken van de potentiële voorkeurstrategie voor de bedijkte Maas (van Heumen/Katwijk tot aan Geertruidenberg), december

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2 Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk Samenvatting door Jordan 93 woorden 14 december 017 6,1 18 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting Aardrijkskunde Water Hoofdstuk 1 Rivieren in China

Nadere informatie

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1 Balgstuw Opblaasbare dam in de rivier. Bij Kampen bedoeld om te voorkomen dat water van het IJsselmeer de IJssel in wordt gestuwd door de wind. Als dit wel gebeurd kan dat leiden tot hoge waterstanden

Nadere informatie

Leiden 2018 Atlas voor gemeenten

Leiden 2018 Atlas voor gemeenten Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden 2018 Atlas voor gemeenten Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 20 jaar de 50 grootste stedelijke

Nadere informatie

Factsheet Schiedam 2015

Factsheet Schiedam 2015 Factsheet Schiedam 2015 Bevolking Wonen Economie Veiligheid Sociale Index juli 2015 Kenniscentrum MVS F a c t s h e e t S c h i e d a m P a g i n a 1 Bevolking Ontwikkeling inwonertal 77500 77000 76500

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Gegevensanalyse Schiedam-Oost. plaats hier uw foto: de guidelines helpen om de juiste afmeting te maken gebruik schaal en crop mogelijkheden

Gegevensanalyse Schiedam-Oost. plaats hier uw foto: de guidelines helpen om de juiste afmeting te maken gebruik schaal en crop mogelijkheden Gegevensanalyse Schiedam-Oost plaats hier uw foto: de guidelines helpen om de juiste afmeting te maken gebruik schaal en crop mogelijkheden Inwoners en woningen per 1-1-2014 Oost Schiedam inwoners 11.286

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H3 Paragraaf

Samenvatting Aardrijkskunde H3 Paragraaf Samenvatting Aardrijkskunde H3 Paragraaf 2.1 2.2 Samenvatting door J. 1113 woorden 6 februari 2013 7,9 11 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 3 paragraaf 2.1 en 2.2 2.1 Een

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Wateroverlast langs de grote rivieren

Praktische opdracht Aardrijkskunde Wateroverlast langs de grote rivieren Praktische opdracht Aardrijkskunde Wateroverlast langs de grote rivieren Praktische-opdracht door een scholier 2295 woorden 9 juni 2005 5,8 44 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde INLEIDING Zijn noodoverloopgebieden

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Paragraaf 2 hoe de rivier werkt

Paragraaf 2 hoe de rivier werkt Samenvatting door een scholier 2078 woorden 17 juni 2012 6 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 hoe de rivier werkt De grootste rivieren van Nederland, de Rijn en de Maas,

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde 4 en 5. Inhoudsopgave. Tekstsamenvatting Pagina 2 t/m 5 Basisboek Pagina 6 t/m 7. 1 P a g e

Samenvatting Aardrijkskunde 4 en 5. Inhoudsopgave. Tekstsamenvatting Pagina 2 t/m 5 Basisboek Pagina 6 t/m 7. 1 P a g e Samenvatting Aardrijkskunde 4 en 5 Inhoudsopgave Tekstsamenvatting Pagina 2 t/m 5 Basisboek Pagina 6 t/m 7 1 P a g e Tekstsamenvatting People on the move Verenigde staten: 4 Regio s - Noord-Oosten - Midwesten

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem Deltaprogramma 2013 Bijlage A Samenhang in het watersysteem 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage A Bijlage A Samenhang in het watersysteem Het hoofdwatersysteem van Eijsden en Lobith tot aan zee Het rivierwater

Nadere informatie

Extra CaseQuest 1 Blijft Nederland ook in de verre toekomst veilig?

Extra CaseQuest 1 Blijft Nederland ook in de verre toekomst veilig? Extra CaseQuest 1 Blijft Nederland ook in de verre toekomst veilig? 1/5 Inleiding Nederland bereidt zich voor op een warmer wordend klimaat met in de winter meer neerslag. In deze eeuw wordt een zeespiegelstijging

Nadere informatie

2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie

2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie 2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie enedenrivieren in samenhang 10 ij het denken over rivierverruiming vindt de regio het belangrijk om vanuit de lange termijn te redeneren. Wanneer

Nadere informatie

BIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart

BIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart BIJLAGEN Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie Sociaal en Cultureel Rapport 2008 Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, december 2008 Bijlage

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2010 - I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2010 - I Beoordelingsmodel Wereld Opgave 1 Een demografische vergelijking tussen Nederland en Japan 1 maximumscore 3 Deze fase wordt gekenmerkt door een laag geboorte- en een laag sterftecijfer / een klein geboorte-

Nadere informatie

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 1-3

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 1-3 GEBIEDEN 4 havo 3 Stedelijke gebieden 1-3 PAR 2 De stad als sociaal centrum * A. De functies van de stad en botsende belangen. * B. Ruimtegebrek in de stad * C. De stad als verzorgingscentrum A. De vier

Nadere informatie

3 havo 4 water, 2 t/m 4

3 havo 4 water, 2 t/m 4 3 havo 4 water, 2 t/m 4 Mozambique: soms te veel India: vaak te weinig De blauwe planeet: alles stroomt Welke kringloop heeft de meeste betekenis voor de mens en waarom? De lange kringloop (B) omdat deze

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014 Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014 Samenvatting Dit jaar is het thema van de Atlas Economie & Arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016 Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet Gerard Marlet 11 oktober 2016 De triomf van de stad... 400.000 Prijs standaardwoning (in euro's) 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 Gemiddelde van

Nadere informatie

Sterke dijken. veilig wonen en werken

Sterke dijken. veilig wonen en werken Sterke dijken veilig wonen en werken Bij mijn vaste rondje op de dijk viel mij weer op hoe bijzonder het eigenlijk is. Aan de ene kant de rivier, aan de andere kant ons dorp. Bij hoogwater is dat extra

Nadere informatie

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2. Bronnenboekje. HA-0131-a-10-2-b

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2. Bronnenboekje. HA-0131-a-10-2-b Bijlage HAVO 2010 tijdvak 2 aardrijkskunde Bronnenboekje HA-0131-a-10-2-b Wereld Opgave 2 Afrika komt uit zijn isolement Afrika komt uit zijn isolement In Afrika, het armste continent, zijn veranderingen

Nadere informatie

Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort.

Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort. Leefomgeving Opgave 7 De Maas van bron tot monding Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort. Gebruik bron 1. In de tekst van bron 1 zijn de letters a, b en c aangegeven. Deze letters

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

CRITERIA PRODUCTRATING INBOEDELVERZEKERING PRIJS

CRITERIA PRODUCTRATING INBOEDELVERZEKERING PRIJS CRITERIA PRODUCTRATING INBOEDELVERZEKERING PRIJS Om tot de ProductRating Prijs te komen heeft MoneyView de gemiddelde marktpositie van elk product berekend over 28.656 fictieve klantprofielen. Deze klantprofielen

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 14 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 14 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2013 tijdvak 1 dinsdag 14 mei 9.00-12.00 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 69 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door K. 14 woorden 3 februari 2014,1 12 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Wat is een stad? Een stad heeft 4 kenmerken: 4. Een bepaalde,

Nadere informatie

Hartslag Cafe 15 februari 2018 John Dagevos. Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten

Hartslag Cafe 15 februari 2018 John Dagevos. Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten Hartslag Cafe 15 februari 2018 Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten Inhoud presentatie Wat verstaan we eigenlijk onder leefbaarheid? LEMON Telos instrumenten Feiten en kaarten over

Nadere informatie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse

Nadere informatie

de Makassarbuurt De Staat van

de Makassarbuurt De Staat van De Staat van de Makassarbuurt De Makassarbuurt ligt in de Indische Buurt tussen de de Zeeburgerdijk, Molukkenstraat, Insulindeweg en het Flevopark. De buurt beslaat 115 hectare, waarvan meer dan de helft

Nadere informatie

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin.

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin. Meander Samenvatting groep 6 Thema 5 Allemaal mensen Samenvatting Stedenbouw Oude en nieuwe steden zijn op dezelfde manier opgebouwd. In het midden ligt de binnenstad of het centrum. Rondom het centrum

Nadere informatie

Factsheet Schiedam 2014

Factsheet Schiedam 2014 Factsheet Schiedam 214 Bevolking Wonen Economie Veiligheid Sociale Index april 214 Onderzoek & Statistiek F a c t s h e e t S c h i e d a m P a g i n a 1 Bevolking 768 767 766 765 76 76 76 761 76 759 758

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2001-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2001-I Eindexamen aardrijkskunde vwo 00-I Antwoordmodel Migratie en Mobiliteit Uit het antwoord moet blijken dat het aantal grote steden in Indonesië groter is dan in de meeste andere ontwikkelingslanden. Voorbeelden

Nadere informatie

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren in Nederland. Het stuwensemble Nederrijn en Lek speelt hierin een

Nadere informatie

Van de regen in de drup

Van de regen in de drup Doelen Kerndoel 43: De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. De leerlingen leren de waterkringloop. Kerndoel 47: De leerlingen leren de

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2008-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2008-II Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Migratie en vervoer Opgave 1 Segregatie en integratie 1 maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat: op nationale schaal er een concentratie in het westen

Nadere informatie

CRITERIA PRODUCTRATING OPSTALVERZEKERING PRIJS

CRITERIA PRODUCTRATING OPSTALVERZEKERING PRIJS CRITERIA PRODUCTRATING OPSTALVERZEKERING PRIJS Om tot de ProductRating Prijs te komen heeft MoneyView de gemiddelde marktpositie van elk product berekend over 28.368 fictieve klantprofielen. Deze klantprofielen

Nadere informatie

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN ANTWOORDEN LAGE WATERSTAND IN DE RIJN Inleiding In de winter kende de Rijn een hoge waterstand door de relatief hoge temperaturen in noordwest Europa. In de zomer van 2018 was relatief warm en er viel

Nadere informatie

Het rivierklei-landschap

Het rivierklei-landschap Het rivierklei-landschap Kaart rivierlandschap in Het huidige rivierengebied omvat de stroomgebieden van de Maas en de Rijn. De Rijn vertakt vrijwel direct na binnenkomst in ons land bij Lobith in een

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject

Nadere informatie

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak Samenvating Plan van Aanpak Deelprogramma Rivieren In de afgelopen eeuwen hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen, omdat we ruimte nodig hadden voor wonen, werken en recreëren. Rivieren zijn bedijkt,

Nadere informatie

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN LESBRIEF LAGE WATERSTAND IN DE RIJN Inleiding In de winter kende de Rijn een hoge waterstand door de relatief hoge temperaturen in noordwest Europa. In de zomer van 2018 was relatief warm en er viel weinig

Nadere informatie

Beter leven voor minder mensen

Beter leven voor minder mensen 1 Beter leven voor minder mensen Om te kijken hoe de regio Eemsdelta zich ontwikkelt en te monitoren op het gebied van demografie, leefbaarheid, de woningmarkt en bijvoorbeeld woon-, zorg en andere voorzieningen

Nadere informatie