en 1+ Kauwtjes-zomertocht Suggesties voor inleiding en afsluiting:

Transcriptie

1 en 1+ Kauwtjes-zomertocht Suggesties voor inleiding en afsluiting: Kennen jullie deze vogel? Vind je de kauw mooi?open vragen bedenken! vroeger vaak tam, kan leren praten, intelligent Ze lopen gewichtig: kun je 'm nadoen? Wie weet wat kauwen eten? Lust je dat zelf ook? In de zomer gaan de jonge kauwen in kleine groepjes op ontdekking. Ze leren wat je als kauw kunt eten, wat lekker is en wat niet, spelen en nesten maken én ze leren wat veilig en gevaarlijk is. Doelstellingen: Speelse sfeer neerzetten van waaruit wordt gesnuffeld aan de natuur. Plezier staat voorop! Minder kennisgericht (dat zit er toch stiekem in in de oude H1-versie) Kauw als typetje inzetten om kinderen te motiveren/ enthousiasmeren. Jonge kinderen voelen zich meer aangesproken door dieren dan

2 door planten. Via de dierenbeleving kun je toch bezig zijn met planten. thema's die aan bod komen:

3 Glinsterparels Spuit de bladeren van deze plant nat: glinster-parels! Kauwen zijn dol op glinsterdingen! Probeer of je parels van het ene blad op het andere kunt laten rollen..

4 Hoedjesplant Pluk met je snavel een bloem van deze plant: het lijkt een kleurig mutsje. Kijk eerst of er misschien iemand in woont!! In de punt van het mutsje zit iets lekkers verstopt: Pik er het tuitje vanaf en zuig er aan. In de "punt" zit nectar, een zoete vloeistof waar bijen honing van maken. Deze bloemen kan je eten, ze smaken naar tuinkers.

5 Vingerpopjes Deze plant heet: Vinger-hoeds-kruid De bloemen passen als een hoedje op je vingerveren. Teken er een gezichtje onder klaar! Gebruik zo mogelijk afgevallen bloemen. Vingerhoedskruid is alleen giftig als je het opeet. Gebruik de stift om gezichtjes te tekenen en hang hem daarna terug.

6

7 Een warboel van draadjes! Zoek in deze struik naar grijze draadjes. Zitten er spinnen in? Wat voor beestjes zitten er wel in? Wat doen die diertjes met de bladeren? Kauwen eten graag rupsen! Jij ook? Niet alleen spinnen maken draden: Stippelmot-rupsen spinnen een struik soms helemaal in. Dan eten ze zo'n struik helemaal kaal.

8 Met je oor op de grond Kauwen kunnen heel goed horen. Ze horen de wormen in de grond kruipen! Hou je hoofd schuin als een kauw, en luister vlak boven de grond: hoor je wat kruipen? Wat hoor je, als je je oor óp de grond houdt? Kinderen verbeelden gauw dat ze wat horen, laat de fantasie werken. Schuif stiekem met je schoen over de grond.

9 Piepers Hé, daar wroet een mens in de grond! Kijk wat hij zoekt. Kan je het eten? Kijk eens of er ook wormen boven komen. Kan je die eten? Een échte kauw smult ervan! Aardappels groeien onder de grond! Ze mogen allemaal een aardappel meenemen. Hoeveel wormen hebben ze gezien?

10 Zandbad In de zomer zie je vogels vaak een zandbad nemen: Ze doen dat om lastige beestjes kwijt te raken. Voel of het zand warm en droog is. Graaf een kuiltje: voelt het zand daar anders? Waarom is het zand warm en droog? Of wellicht: Waarom is het níet warm en droog?

11 Wat een takken Ga onder deze boom liggen kijk naar boven: Kan je de lucht nog zien? Welke kleuren bruin zie je? Zie je ook dode takken? Een kauw gebruikt takjes om een nest te bouwen. Zie je een goede plaats voor een nest Gebruik deze kaart om regel voor regel voor te lezen als je allemaal onder de boom ligt. Laat ze eventueel takjes verzamelen

12 Pluim op je hoed In de zomer bloeit het gras. De bloemen van gras lijken op pluimen. Zoek een graspluim die langer is dan jezelf. Pluk een pluim en steek 'm tussen je veren. Als de grassprieten niet zo hoog zijn: hoe klein moet je jezelf maken, op je knieën of misschien zelfs plat op de grond

13 Zo ruikt de zomer Er staan hier 3 potjes. Doe je ogen dicht. Steek je snavel in een potje en ruik goed. Welk potje vind je het meest naar zomer ruiken? Bied ze één potje tegelijk aan. Weten ze wat ze ruiken? ( het staat op de deksel)

14 Weg met die uil! Kauwen zijn niet bang: als ze een roofvogel zien, jagen ze hem met z'n allen weg. Eén van jullie gaat op wacht staan, de anderen gaan zaadjes pikken en één van jullie is de uil. Als de wachter de uil ziet, roept die heel hard KAUW en jagen alle kauwen de uil weg. Je kunt zelf het uilenmasker opzetten en de rol van uil spelen. Als ze de uil ontdekt hebben mogen ze hem wegjagen door met hun 'vleugels' te wapperen en hard KAUW te roepen. Evt. staat hier een vrijwilliger bij om te helpen.

15 Regenboog Rood Oranje Geel Groen Blauw Paars: zoek de kleuren van de regenboog! Elk kind pakt één gekleurd bolletje uit de pot. Probeer een bloem of blad met die kleur te vinden. Zet het in het juiste vaasje van de regenboog. Soms zal het niet lukken alle kleuren te vinden, kies dan voor meerder kleuren groen. Pluk steeds 1 voorbeeld en maak het regenboogvaasje weer leeg voor de volgende groep.

16 Rozengeur Rozen ruiken vaak heel lekker. Zien jullie de plant met de grote rozen? Vind je de bloemen lekker ruiken? Wrijf ook eens over de groene blaadjes aan de stengel. Ruik er aan: ruiken ze naar iets dat je kent? Rozen hebben doornen; laat ze kijken en evt voorzichtig voelen. De grote roos is een Egelantier: de groene blaadjes ruiken naar appel als je er overheen wrijft.

17 BIJ HOMMEL Allemaal gezoem Ga eens lekker zitten. Doe je ogen dicht en luister goed bij deze bloemen. Probeer zo veel mogelijk verschillende zoemgeluiden te horen. Tel zachtjes voor jezelf. Doe na een poosje je ogen open. Kijk of je zoembeestjes kunt ontdekken. Hoe zien ze er uit? De meeste beestjes hier zijn: bijen > bruin hommels > bruin geel wit of wit oranje Als je het trapje over de dijk volgt kom je bij het bijenhuis

18 Bijenhuis Kijk door de raampjes in de schutting: wat zie je? De bijen zijn druk bezig. Ze halen eten uit de bloemen en brengen het naar hun huis. Kijk in de kleine kast op de grond wat ze eten. Je mag er ook van proeven. In de kleine (lege) kast zit een raat en een potje honing Wie wil mag een likje honing proberen. Als je het trapje over de dijk volgt, kom je bij de akkers. Op sommige akkers zijn veel bijen en hommels te vinden.

19 Een gouden ring om je poot! Ga naar de plant bij het naambordje. Pluk een stukje stengel met blaadjes af. Kijk eens wat voor sap er uit komt Teken er een gouden ring mee om je vinger: Kauwen zijn dol op gouden glimmers! Je kunt doktertje spelen met dit sap: sommige wratten verdwijnen als je ze er regelmatig mee aanstipt. Je kunt steeds opnieuw een klein stukje afbreken voor een nieuw druppeltje sap.

20 De ene bloem is de andere niet Pluk met je groepje 5 verschillende bloemen. Leg ze om de voorbeeldbloem op de kaart heen. Kijk goed: wat zijn de verschillen? Welke lijkt het meest op de voorbeeldbloem? Welke ziet er het vreemdste uit? niet elk kind individueel erop uitsturen, dan komen ze vaak terug met dezelfde bloem, doe het groepsgewijs. Na het bekijken, de voorbeeldkaart leegmaken.

21 Ik zie ik zie wat jij niet ziet En het is rood! Zoek de bloem van het plaatje. Hoeveel blaadjes zitten er aan de bloem? Wat zit er in het midden? klaprozen bloeien maar heel kort, als het in de middag warm wordt vallen de bloemblaadjes eraf: laat ze op de grond kijken. als je aan een klaproosplant een dikke knop ziet, kan je er één plukken en voorzichtig voor ze open maken: een verrassingspakketje.

22 Kunnen kauwen ook kwaken? Loop heel stil de vlonder op. Kauwtjes kunnen ook kikkers nadoen. Ga allemaal kwaken, kwaken de kikkers terug? groepje goed bij elkaar houden, het water is niet diep, maar erg nat. zo mogelijk staat er een witte bak met kikkervisjes om te bekijken.

23 Veel kleintjes maken één grote Ga naar de plant bij het bordje: vind je de bloem groot of klein? Kijk met het vergrootglas naar de bloem. hoeveel bloemen zie je nu? Met het vergrootglas kan je goed zien dat de 'bloem' eigenlijk uit allemaal kleine bloempjes bestaat. Laat ze ook rustig even andere dingen ontdekken met het vergrootglas.

24 Broodzaadjes Op deze akker groeien graanplanten : als ze rijpe zaadjes hebben kun je die fijn malen. Van het meel kun je brood bakken! Kauwen pikken wel een graantje mee. Pluk een graanstengel. Kijk of er in de aar al korrels te vinden zijn. Er staat een potje met graankorrels. Doe er een paar in de molen en maal een beetje tot meel. laat ze proeven.

25 Rara, wie woont hier? Veel dieren wonen in holletjes in de grond. Hoe groter het dier, hoe groter het hol: - bij welk hol past een muis? - bij welk hol past een konijn? - bij welk hol past een vos?

26 Schaduwvogels Schijnt de zon?: kijk dan naar je schaduw. Houd je handen boven je hoofd als op het plaatje: zie je schaduwvogels vliegen? Zit je schaduw nou altijd aan jou vast? Schaduwspelletjes: vliegoefeningen: wapperen met je armen en omhoog springen, dan is je schaduw even 'los'! handen achter je oren: olifantsoren aan je schaduw Kunnen ze zelf nog iets te voorschijn toveren?

27 aaa Sambaballen in het gras? Kijk naar het plaatje op deze kaart: zie je deze bloemen hier in het gras groeien? Wat voor kleuren heeft de bloem? Schud eens zachtjes aan een bloemstengel, houd je oor er bij: hoor je iets speciaals? Als de zaden van deze plant rijp zijn, hoor je ze rammelen als je de plant heen en weer schudt: vandaar de naam 'Grote Ratelaar '

28 hoera wurmen! Kauwen zijn dol op wormen. weet jij waar wormen wonen? We hebben echte wormen in de witte bak. Durf jij een worm op je hand te houden? Wie heeft de dikste worm? Je kunt een spelletje doen met de nepwormen uit de andere bak. Laat ze de snaveltjes opzetten, dan mogen ze proberen de nepwormen te ringeloren. Doe dat niet met de echte wormen, die zet je terug in de bak.

29 Mooi-weer-bloempje Kijk op de grond. Tussen de lange sprietplanten groeien kleine rode bloempjes. Zijn ze open? Dan is het mooi weer Zijn ze dicht? Dan is het geen mooi weer. - dit bloempje heeft een grappige naam: Guichelheil - Het bloeit 's ochtends tot vroeg in de middag, en alleen als het mooi weer is

30 Glinsterparels Spuit de bladeren van deze plant nat: glinster-parels! Kauwen zijn dol op glinsterdingen! Probeer of je parels van het ene blad op het andere kunt laten rollen..