gewijzigde versie 12 december in stroomschema1 Definities.

Transcriptie

1 MEMO Klankbordgroep Gemeentesecretarissen RIGG Cor Top, Michel van Zomeren RIGG GRC-overleg, 3D managers-overleg, Beleidsmedewerkersoverleg RIGG 8 december 2016; gewijzigde versie 12 december in stroomschema 1 Beleid rond toekenningen en verlengen van jeugdhulp (in bijzonder in de decemberpiek 2016 ) In dit memo is uitgewerkt hoe we met verlengingen jeugdhulp 2016 ( decemberpiek ) willen omgaan en formuleren we ook een algemeen beleid hoe om te gaan met toekenningen en verlengingen met ingang van Het beleid rond verlengingen is aangepast n.a.v. besprekingen met jggz instellingen. Hieruit zijn grofweg twee voornemens ontstaan, te weten: - Het structureel vormgeven van het standaard inhoudelijk beoordelen van toekenningen en verlengingen. Dit is een langlopend en gezamenlijk traject. - de wens om verwerking van de decemberpiek te vergemakkelijken door het aanvragen én verwerken van verlengingen eenvoudiger/minder zwaar te maken. De belangrijkste verandering m.b.t. de aanpak van de decemberpiek is dat we voorstellen om: - in geval er nog budgetruimte zit in de toekenning uit 2016, deze toekenningen administratief te verlengen, als de jeugdhulp binnen deze budgetruimte het beoogd effect heeft. - de motivatie bij verlenging zodanig compact te houden dat deze in bulk kan worden aangeleverd. - het bewijs van het gesprek over verlenging met ouders (zoals onderstekende instemming) niet te vereisen. - elke verstrekte motivatie bevat de naam en contactgegevens van de (hoofd)behandelaar. Definities. Er is sprake van een verlenging als een Contractpartner (CP) een verzoek zorgtoewijzing doet voor zorg als vervolg op een eerder afgegeven zorgtoekenning. Twee aspecten ( dubbel slot ) kunnen de behoefte tot verlenging veroorzaken: 1. Het volume van de oude toekenning is (bijna) uitgeput terwijl de zorgdoelen nog niet zijn bereikt, 2. Doorlooptijd van de oude toekenning is (bijna) ten einde terwijl de zorgdoelen nog niet zijn bereikt. Een verlenging wordt als Verzoek Zorgtoewijzing in het BZG aangevraagd met vermelding van het oude beschikkingsnummer. De wijze van aanvragen wordt verder uitgewerkt in een werkinstructie voor CP s en gemeenten. Het hieronder beschreven proces geldt alleen als de CP een verzoek tot zorgtoewijzing doet! Wijziging betreft de situatie dat het voor niet-jggz zorg het nu al gebruikelijk is dat een aanbieder voor een verlenging overlegt met het basisteam/cjg. Het basisteam/cjg zorgt dan vervolgens voor een toekenning. Het hier beschreven verlengingsproces is dan niet van toepassing.

2 : 1 Algemene uitgangspunten rondom toekenningen en verlengingen met ingang van Om in de toekomst pieken in verlengingsaanvragen te vermijden wordt er geen einddatum in de nieuwe toekenningen meer ingevuld voor de gevallen waarbij de financiële omvang al is beperkt in de productkeuze. Dit is het geval als er wordt gekozen voor de frequentie totaal binnen geldigheidsduur of tijdsonafhankelijk. Dit is overigens de geadviseerde default-frequentie bij 83% van de gevoerde zorgproducten. Het achterwege laten van een einddatum in een toekenning betekent niet dat gemeenten niet meer kijken naar of niet geïnteresseerd zijn in een einddatum, zo n datum ligt alleen op voorhand niet meer vast. Om te beoordelen of gevallen uit de tijd (dreigen te) lopen, hanteren partijen nader overeen te komen gemiddelde behandelduur en gemiddeld behandelvolume per type jeugdhulp. Dit biedt gemeenten nog steeds de vrijheid om periodiek aanbieders/populaties/soorten zorg aan een kritische blik te onderwerpen m.b.t. de doorlooptijd. Alleen valt dit dan veel beter te plannen en te bemensen. Met vervolgens vergelijkbare voordelen bij de aanbieder. Van Contractpartners wordt verlangd dat zij binnen een maand na het beëindigen van de feitelijke zorg een formele Melding Einde Zorg doen of een verlenging aanvragen. Dit om te voorkomen dat gemeenten onnodig achter casussen aangaan die uit de pas blijken te lopen (lees: onverklaarbaar veel langer duren dan de gemiddelde behandelduur en/of een veel hoger zorgverbruik kennen dan gemiddeld). We verwachten dus ook van contractpartners dat in de eigen interne processen gemonitord én gehandeld wordt op (het naderen van) het einde van de zorg. De huidige benadering kent een dubbel slot : er zit een vast maximum op zowel het zorgvolume als op de zorgduur. Met de hier voorgestelde benadering verdwijnt het vaste slot op de zorgduur, voor die typen zorg waarbij het zorgvolume al is gemaximeerd in het gekozen product. Daarmee komt voor CP s de (nu nog) onvermijdelijke must te vervallen om na een vast moment op de kalender verlenging te vragen. Omdat nog onzeker is of deze andere aanpak werkt wordt er in juni 2017 geëvalueerd of deze werkwijze administratieve verlichting heeft gegeven en of er bij de gemeenten nog voldoende zicht blijft op de cliënten die feitelijk jeugdhulp ontvangen. Als er in het vervolg een verlenging nodig is melden Contractpartners altijd een motivatie om te verlengen. Dit betreft een compacte inhoudelijke motivatie, inclusief naam en contactgegevens van de hoofdbehandelaar. De motivatie dient zodanig te zijn dat de gemandateerde bij de gemeenten kan beoordelen of er contact gezocht moet worden met behandelaar en/of gezin, dan wel of de verlenging zo door kan. Als er geen inhoudelijke motivatie wordt aangeleverd zal de gemandateerde van de gemeente altijd contact opnemen met de behandelaar. De behandelaar zal voldoende informatie verschaffen zodat de gemandateerde afgewogen kan oordelen. In deze werkwijze zit voor de behandelaar potentieel de perverse prikkel om hele ruime toekenningen aan te vragen, immers dan heeft hij/zij minder (snel) last van de administratieve rompslomp. Dit is natuurlijk niet de bedoeling van CP s en gemeenten, omdat we de gezamenlijke uitdaging staan om binnen het beschikbare jeugdbudget te blijven. Gemeenten, RIGG en CP s vormen daarom een werkgroep die als opdracht krijgt het hierboven geschetste beheersingsmechanisme te ontwerpen waarmee: - dit probleem wordt voorkomen, - er gemiddeld goed onderbouwde toekenningen en verlengingen worden aangevraagd en - de communicatie tussen de gemandateerde en behandelaar effectief wordt vormgegeven.

3 : 2 Verlengingen voor toekenningen uit Er zijn twee varianten voor verlengingen uit 2016: - een administratieve verlenging - verlengingen die een inhoudelijk oordeel van de gemeente vragen. Bij een situatie zoals onder de nummers 1, 2, 3, 4 en 8 wordt naar verwachting administratief verlengd. In de andere situaties is dat juist erg onwaarschijnlijk en volgt inhoudelijke beoordeling. De gemeente kan besluiten dat er in geval administratieve verlenging mogelijk zou zijn, er toch inhoudelijke afstemming met de contractpartner nodig is. Bijvoorbeeld omdat de gemeente over aanvullende informatie rond het gezin of cliënt beschikt, die afstemming wenselijk maakt. Datzelfde geldt vanzelfsprekend ook voor de Contractpartner bij (het vermoeden van) een multi-probleem gezin of zorgmijdend gedrag. In dat geval zal er vaak al inhoudelijke afstemming zijn. Ook zijn er natuurlijk andere situaties denkbaar waarbij het voor de contractpartner/ jeugdhulpaanbieder verstandig is vooraf afstemming te zoeken met de gemeente. Kortom administratieve afhandeling kan, maar hoeft niet! Situatie 1, 2, 3 en 4 In geval van een verlenging met jeugdhulp naar langdurige laagfrequente zorg wordt in de regel administratief verlengd. Hiervoor worden de nieuwe producten sggz medicatiecontrole of chronisch met ingang van 1 januari 2017 ingevoerd. Indien mogelijk (bijv. op basis van een behandelprotocol)

4 : 3 wordt een einddatum bij de verlenging vermeld, anders wordt een toekenning verstrekt zonder einddatum. Bij EED gaat het om een traject dat binnen twee jaar afgerond wordt. Mocht dat aan de orde zijn, dan kan de doorlooptijd administratief verlengd worden tot twee jaar na de startdatum. Pleegzorg kan op dezelfde wijze tot het 18e levensjaar verlengd worden. In geval een verlenging aangevraagd wordt op verwijzing van een Gecertificeerde Instelling kan een nieuwe toekenning administratief afgehandeld worden. Situatie 5, 6 en 7 Een inhoudelijke motivatie (niet gevolgd door administratieve verlenging) is vereist als op het verlengmoment: - De jeugdhulp al 2 jaar of langer loopt (situatie 5) - Een ander zorgproduct wordt verlangd en/of een groter zorgvolume dan in de oude toewijzing (situatie 6) - Er uit de oude zorgtoewijzing geen of onvoldoende volume resteert om in 2017 op voort te bouwen (situatie 7) Situatie 8 (toewijzingen met budgetruimte vanuit 2016) Als alle slagbomen van situaties 5, 6 en 7 worden gepasseerd (de cliënt is dan korter dan 2 jaar in zorg, er is geen ander product of grotere omvang nodig dan in 2016 én er is nog voldoende zorgvolume in de toekenning uit 2016) kan er een administratieve verlenging aangevraagd worden. Het gevraagde zorgvolume mag dan niet meer zijn dan het restant uit de oude toewijzing. Deze optie is geïntroduceerd omdat er veel zorgtoekenningen zijn waarvan alleen de doorlooptijd is verstreken, met een piek in december, waarbij de CP van mening is dat de behandeling voortgezet moet worden. Als de CP meent dat het restantvolume in de aflopende toekenning voldoende is om de behandeling succesvol af te sluiten kan men een verzoek zorgtoewijzing doen op exact hetzelfde product, met als verwachting een zogenaamde (simpele) administratieve verlenging van de zorg. Met andere woorden gaat het hier om een verlenging van de doorlooptijd. Helaas is het in het landelijke berichtenverkeer het niet mogelijk om de einddatum van een eenmaal verstrekte zorgtoewijzing naar achteren te verschuiven. Daarom moet in dit geval een nieuwe toekenning aangevraagd worden met het restant-volume van de oude toewijzing. Dus is bijvoorbeeld in 2016 een toekenning verstrekt van 100 uur en is/wordt daarop 70 uur gedeclareerd in 2016, dan kan er op het zelfde product een nieuwe toekenning aangevraagd worden van maximaal 30 uur. De startdatum van de verlenging volgt op de oude einddatum, dus als de oude toekenning eindigde op 31 december 2016, dan wordt de startdatum van de nieuwe toekenning 1 januari Voor trajecten waar de doorlooptijd verstreken is geldt een enigszins afwijkende regime, zie werkinstructie. Voor een aantal CP s (met name jggz) lukt het niet om voor elke toekenning vóór 1 januari te bepalen of er nog voldoende budgetruimte is. In dat geval wordt een schifting gemaakt tussen toekenningen met waarschijnlijk voldoende ruimte tot maart 2017 en toekenningen waar dat mogelijk niet het geval is. Wordt er voldoende ruimte verwacht tot maart 2017 dan wordt nu eerst een administratieve verlenging aangevraagd. Mocht later in 2017 blijken dat er alsnog aanvullend volume nodig is, dan wordt nog weer een nieuwe vervolgverlenging aangevraagd met een inhoudelijke onderbouwing. Zonder goedgekeurde vervolgverlenging wordt inzet boven het oorspronkelijke volume niet vergoed! Is er mogelijk onvoldoende restvolume tot maart 2017, dan wordt individueel bekeken of: - Hulp alsnog administratief verlengd kan worden, omdat de hulp vóór maart wordt voltooid binnen het beschikbare volume,

5 : 4 - Er nu al een aanvraag moet komen met een inhoudelijke onderbouwing voor extra budget en/of een ander product. Met deze werkwijze wordt voorkomen dat de eerste maanden van het jaar kort na elkaar een administratieve verlenging en daarna nog een inhoudelijke verlenging wordt aangevraagd. De RIGG zal achteraf monitoren of bij een administratieve verlenging het totaal van de gedeclareerde uren in 2016 en 2017 binnen de omvang blijft van de originele toekenning uit Declaraties boven deze omvang worden niet gehonoreerd.