Bijlagen 1 tot en met 18

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlagen 1 tot en met 18"

Transcriptie

1 Bijlagen 1 tot en met 18 Bijlagen voor de leraar De bijlagen in dit boek kunt u ook downloaden op

2 Bijlage 1 Zelfevaluatie effectief leesonderwijs Doelen Ik weet welke leesdoelen mijn leerlingen dit jaar moeten bereiken. Ik weet welke doelen in de verschillende perioden in het jaar centraal staan. Tijd Op mijn rooster is te zien dat de leerlingen dagelijks lezen. Op mijn rooster staan vier leeslessen per week. Op mijn rooster staan voor de zwakke lezers vier keer vijftien minuten extra instructie en samen oefenen ingepland. Aanbod Ik weet welke leesmoeilijkheden mijn leerlingen in de verschillende perioden van het jaar oefenen. Ik ken de handleiding van de methode. Ik weet hoe ik de methode efficiënt kan gebruiken: welke onderdelen zijn belangrijk en welke onderdelen zijn minder belangrijk. Instructie Ik bouw mijn leeslessen op volgens het IGDI-model (Interactieve, Gedifferentieerde, Directe Instructie). Ik geef specifieke feedback op het lezen van de leerlingen en geef hen concrete aanwijzingen die hen stapje voor stapje verder brengen. De verlengde instructie die ik geef, is effectief. 278 Differentiatie Ik besteed extra tijd aan instructie en begeleide oefening met de zwakke lezers. Ik formuleer hoge doelen en verwachtingen en stel hoge eisen aan de goede lezers. Monitoring Ik weet welke leerlingen in mijn groep de zwakke lezers zijn en wat ze moeilijk vinden. Ik weet welke leerlingen in mijn groep de gemiddelde en sterke lezers zijn. Ik weet hoe ik leesontwikkeling, los van de toetsen, kan observeren. Ik weet wat de toetsen meten. Ik weet hoe ik toetsresultaten kan analyseren en verklaren. Ik weet hoe ik mijn onderwijs kan aanscherpen op basis van toetsresultaten.

3 Observatie kennis en vaardigheden taal van de leraar groep 1 en 2 Bijlage 2 Een effectieve leraar van groep 1 en 2 heeft kennis van de doelen binnen de taaldomeinen en in het bijzonder van ontluikende en beginnende geletterdheid. Daarnaast beschikt de leraar van groep 1 en 2 over kennis van de taalontwikkeling en over de vaardigheden om deze te stimuleren bij de leerlingen. De benodigde kennis en vaardigheden staan hieronder beschreven. De lijst kunt u gebruiken om uzelf of de leraar van groep 1 en 2 te observeren. Algemene vaardigheden De leraar van groep 1 en 2 + +/- - heeft kennis van de factoren van effectief leesonderwijs: het stellen van hoge doelen de hoeveelheid tijd die besteed moet worden aan het leesonderwijs convergente differentiatie als uitgangspunt het geven van effectieve instructie vroegtijdig signaleren en reageren, preventie monitoring beschikt over leesinhoudelijk kennis: heeft leesinhoudelijke kennis op het gebied van de doorgaande lijn kent de domeinen en subdomeinen van de taaldoelen (SLO/UvA) is op de hoogte van de vaardigheden die nodig zijn voor het maken van een goede leesstart kan een inschatting maken van de te verwachten moeilijkheden weet welke vaardigheden getoetst worden en wat toetsuitslagen betekenen kent het belang van spel binnen het taalonderwijs weet hoe het spel begeleid kan worden om taaldoelen te bereiken is op de hoogte van een effectieve aanpak en werkvormen om leerlingen te ondersteunen de gestelde doelen te bereiken is op de hoogte van een passend aanbod voor de leerling die leest kent de zwakke en sterke punten van het gebruikte programma en weet hoe de zwakke punten aangevuld en versterkt kunnen worden weet hoe de leesmotivatie te stimuleren 279 beschikt over kennis van een effectieve inrichting van het lokaal en de hoeken: kent het belang van de lettermuur en kan hiermee omgaan onderkent het belang van een lees- en schrijfhoek en/of bibliotheek en gebruikt deze hoeken weet hoe hoeken talig ingericht moeten worden om de leerlingen uit te dagen op hun eigen niveau heeft kennis van interventies voor risicoleerlingen: kent de interventies die van belang zijn in de betreffende onderwijsperiode weet hoe kenmerken gesignaleerd moeten worden die mogelijk duiden op dyslexie. heeft kennis op het gebied van observaties en toetsen: observaties en interpretaties op groepsniveau resultaten na de observaties en interventies op individueel niveau toetsafname, toetsresultaten en interpretaties op groepsniveau toetsresultaten, interpretaties en interventies op individueel niveau

4 Bijlage 2 Het stimuleren en zicht hebben op de taalontwikkeling In groep 1 en 2 is de taalontwikkeling van leerlingen erg belangrijk. Het is daarom van belang dat u zicht heeft op de taalontwikkeling en weet hoe u deze zo goed mogelijk kan stimuleren. De leraar van groep 1 en 2 + +/- - heeft zicht op de taalontwikkeling van leerlingen: observeert de leerlingen regelmatig en is hierbij ook specifiek gericht op de taalontwikkeling, als individu, maar ook als onderdeel van de groep volgt de leerlingen heel gericht wat betreft de verschillende vaardigheden van de taalontwikkeling voert individuele gesprekken met leerlingen tijdens spel en werksituaties legt de observaties beknopt vast in een observatiesysteem benut oudergesprekken om aanvullende informatie te verzamelen over de taalontwikkeling zorgt ervoor dat hij ook relevante informatie van mogelijk betrokken specialisten (zoals een logopedist) ontvangt biedt pedagogische ondersteuning en motiveert de leerlingen: 280 heeft vertrouwen in het vermogen van leerlingen om zich te ontwikkelen en te leren en laat dat ook merken aan de leerlingen heeft positieve verwachtingen over de ontwikkeling van leerlingen en spreekt deze ook uit ondersteunt leerlingen bij zaken waarbij ze daadwerkelijk hulp nodig hebben toont belangstelling voor de taakbeleving van leerlingen biedt leerlingen uitzicht op succes stimuleert het geloof in het eigen kunnen en plezier in de eigen mogelijkheden helpt leerlingen bij het zoeken van verklaringen voor succes en falen en zoekt met leerlingen naar productieve attributies

5 Bijlage 2 Planningsvaardigheden Voor een beredeneerd activiteitenaanbod met voldoende aandacht voor de mondelinge taalontwikkeling en de aspecten van ontluikende- en beginnende geletterdheid is een goede planning noodzakelijk. De effectieve leraar dient over de volgende planningsvaardigheden te beschikken: De leraar van groep 1 en 2 + +/- - heeft zicht op de taalontwikkeling van leerlingen: maakt een (thema)jaarplanning, bijvoorbeeld programmathema s met daarin de activiteiten van de Werkmap Fonemisch bewustzijn (Förrer e.a., 2013). Hierbij wordt rekening gehouden met de dagen die uitvallen door vakantie en andere activiteiten, zodat zich in de loop van het jaar geen verrassingen voordoen maakt een themaplanning, waarbij de planning voor drie tot vijf weken is uitgewerkt. Per week wordt daarin schriftelijk vastgelegd welke activiteiten in principe uitgevoerd zullen worden. Er is daarbij sprake van een volwaardig activiteitenaanbod met intensieve aandacht voor de taalontwikkeling en ontluikende en beginnende geletterdheid maakt een weekplanning, waarbij sprake is van een evenwichtig aanbod van de taaldomeinen zorgt dat er binnen de planning extra tijd is voor begeleiding van risicoleerlingen (waaronder preteaching) zorgt dat er binnen de planning extra tijd is voor begeleiding van de leerlingen die kunnen lezen 281

6 Bijlage 2 Het volgen van de leesontwikkeling De effectieve leesleraar in groep 1 en 2 beschikt over verschillende vaardigheden rond het volgen van de leesontwikkeling van de leerlingen. Naast het afnemen van de toetsen zijn met name de observaties erg belangrijk. De leraar van groep 1 en 2 + +/- - plant de toetsafname in plant de observaties in neemt de toetsen af zoals de handleiding voorschrijft neemt de observaties af zoals de handleiding voorschrijft observeert de leerling tijdens de toetsafname en noteert observaties legt toetsresultaten en observaties vast in het leerlingvolgsysteem interpreteert toetsresultaten op groepsniveau interpreteert toetsresultaten op individueel niveau maakt groepsplannen naar aanleiding van de resultaten observeert leerlingen regelmatig tussen de toetsmomenten in en past instructie daarop aan 282

7 Bijlage 2 Instructievaardigheden Het IGDI-model (Interactieve, Gedifferentieerde, Directe Instructie, Houtveen e.a., 2005) is in de groepen 1 en 2 toepasbaar op doelgerichte taalactiviteiten. Het model biedt goede handreikingen om tot een effectieve uitvoering van de activiteiten te komen, waarin plaats is voor convergente differentiatie. De stappen van dit model zijn dan als volgt: 1. een gezamenlijke betekenisvolle start met de hele groep, 2. een korte interactieve groepsinstructie en begeleide oefening met de hele groep of een subgroep, 3. verwerking en zelfstandig oefenen gecombineerd met verlengd oefenen onder begeleiding (grote groep), 4. feedback op het zelfstandig werken (kleine groep), 5. afsluitende activiteiten en feedback (grote groep). De specifieke vaardigheden per fase worden hieronder uitgewerkt. 1. Een gezamenlijke betekenisvolle start met de hele groep + +/- - De leraar van groep 1 en 2 geeft een samenvatting van de vorige activiteit geeft voor alle leerlingen het activiteitendoel in kinderlijke bewoordingen aan haalt de benodigde kennis op, sluit altijd aan bij wat de leerlingen weten en voeg kennis toe als dat nodig is 2. Een korte interactieve groepsinstructie en begeleide oefening met de hele groep of een subgroep De leraar van groep 1 en 2 herhaalt het activiteitendoel geeft een activiteitenoverzicht doet de vaardigheid voor geeft concrete voorbeelden en gebruikt materialen denkt voor, door hardop in kleine stapjes te vertellen wat hij doet en denkt schrijft voor, door materialen om te schrijven te gebruiken laat de leerlingen onder zijn begeleiding (het gepresenteerde) oefenen bevordert leren van elkaar (oplossingsproces) hanteert werkvormen voor samenwerkend leren ( denken-delen-uitwisselen ) relateert de uit te voeren opdrachten expliciet aan het lesdoel gaat na of de leerlingen de activiteit begrijpen/beheersen geeft positieve, concreet geformuleerde feedback aan de leerlingen laat leerlingen niet raden bij een fout antwoord, maar geeft direct de goede klank, de letter of het woord, zodat de leerlingen het goede blijven onthouden laat alle leerlingen succeservaringen opdoen bewaakt het doel/de doelen van de activiteit Verwerking De leraar van groep 1 en 2 geeft een verwerking die op het activiteitendoel is gericht zorgt ervoor dat vervolgactiviteiten altijd aansluiten bij de startactiviteit geeft verlengde en herhaalde instructie aan risicoleerlingen in een subgroep gebruikt spel in de hoeken als verwerking houdt de grote kring kort en benut kleine kringen voor de instructie organiseert mogelijkheden voor samenwerkend leren laat alle leerlingen succeservaringen opdoen

8 Bijlage 2 4. Verwerking met een subgroep in de vorm van verlengde instructie De leraar van groep 1 en 2 heeft de ruimte om verlengde instructie te geven, direct volgend op de begeleide oefening, de rest van de leerlingen is zelfstandig aan het werk laat de verlengde instructie naadloos aansluiten bij de gegeven groepsinstructie begeleidt de leerlingen bij het spel en maken van de opdracht schept veel ruimte voor interactie gaat na of de leerlingen de verlengde instructie begrijpen oefent samen met de leerlingen tot alle leerlingen het begrijpen 5. Afsluitende activiteiten en feedback De leraar van groep 1 en 2 geeft een inhoudelijke afsluiting van de activiteit aan de subgroep bespreekt de verwerking met de subgroep geeft een inhoudelijke afsluiting van de activiteit aan de hele groep geeft feedback aan leerlingen bij wie hij tijdens de feedbackronde iets opmerkelijks heeft gezien laat alle leerlingen succeservaringen opdoen bewaakt het doel/de doelen van de activiteit 284

9 Bijlage 2 Interactievaardigheden Interactievaardigheden zijn belangrijke vaardigheden voor de leraar van groep 1 en 2. De lijst met vaardigheden hieronder is gebaseerd op de Combilist van het Expertisecentrum Nederlands (Damhuis, De Blauw & Brandenbarg, 2008). De leraar van groep 1 en 2 + +/- - spreekt begrijpelijk en correct Nederlands helpt de leerling zo nodig intenties te verwoorden schept ruimte voor actieve deelname aan het gesprek: laat stiltes vallen geeft verbale en non-verbale luisterresponsen geeft de leerling de ruimte om te antwoorden op een vraag en stelt niet direct vervolgvragen doet af en toe een prikkelende uitspraak speelt mee met de leerlingen om op die manier hun taaluitingen optimaal te stimuleren bewaakt de beurten, zodat iedere leerling tijd en ruimte krijgt. stimuleert de kwaliteit van de inhoud: gaat door op de inhoud van wat de leerling zegt probeert er samen met de leerling achter te komen wat hij bedoelt (betekenisonderhandeling) zet de leerling aan tot nadenken en tot een hoger niveau van taalgebruik (complexere cognitieve taalfuncties zoals vergelijken, redeneren, concluderen) breidt de taaluiting van de leerling inhoudelijk uit 285 geeft feedback: verbetert de taal van de leerling impliciet (modeling) ordent de inbreng van de leerling en vat af en toe samen herhaalt wat de leerling zegt en speelt dat door naar de andere leerlingen organiseert effectief: zorgt voor een evenwichtige verdeling van activiteiten (bijvoorbeeld vrij spel, begeleid spel en leraargebonden taalgerichte activiteiten) organiseert en realiseert taalactiviteiten in de grote groep en in de kleine groep organiseert en realiseert taalactiviteiten binnen en buiten werkt in de kleine groep met bewust samengestelde, gematigd heterogene groepjes organiseert extra tijd voor instructie, begeleide oefening en zelfstandige oefening voor risicoleerlingen en tijd voor leerlingen die kunnen lezen

10 Bijlage 2 Vaardigheden op het gebied van klassenmanagement Organisatievormen waarbij sprake is van differentiatie en waarbij niet alle leerlingen op hetzelfde moment met dezelfde activiteit bezig zijn, doen een sterk beroep op het klassenmanagement van de leraar. Het klassenmanagement van de leraar is bepalend voor een rustige werksfeer in de klas en het efficiënt benutten van de tijd. De leraar van groep 1 en 2 + +/- - bereidt voor: heeft voldoende van het benodigde materiaal geordend klaar liggen zorgt ervoor dat het materiaal goed bereikbaar is voor de leerlingen zorgt voor een goede plek voor de kleine groep op een doordachte plaats in het lokaal, zodat de leraar zicht kan houden op de groep realiseert een doordachte, rijke inrichting van het lokaal met looproutes die spelende/werkende leerlingen zo min mogelijk storen voert de activiteit uit: 286 laat de overgangen vlot verlopen benut de tijd zo effectief mogelijk verdeelt de tijd over de fasen van de activiteit houdt vaart in de activiteiten besteedt de meeste tijd aan de risicoleerlingen wisselt de intensieve instructie in de kleine groep af met aandacht voor de andere leerlingen door bijvoorbeeld hulproutes te lopen zet spel en ict zo optimaal mogelijk in sluit de activiteit duidelijk af begeleidt het zelfstandig werken: hanteert duidelijke afspraken over en routines rond het zelfstandig werken, onder andere over materiaal pakken, elkaar helpen, werk dat klaar is, vervolgopdrachten, wisselen van spelactiviteit (via planbord) zorgt ervoor dat de leerlingen precies weten wat ze kunnen doen geeft voor het zelfstandig werken opdrachten die aansluiten bij de instructie en bij de inhoud van het thema (beredeneerd activiteitenaanbod) geeft de leerlingen opdrachten/materialen die zijn afgestemd op het niveau van de leerling en die zinvol en betekenisvol zijn geeft aan welke eisen aan spelen en werken gesteld worden zorgt ervoor dat de leerlingen direct aan de slag gaan biedt leerlingen gelegenheid elkaar te helpen bij het uitvoeren van de opdrachten/ activiteiten heeft (uitgestelde) aandacht voor de leerlingen die zelfstandig werken

11 Observatie kennis en vaardigheden lezen van de leraar groep 3 tot en met 8 Bijlage 3 De effectieve leesleraar in groep 3 tot en met 8 heeft kennis en vaardigheden van het leesproces. Zowel de benodigde kennis als de benodigde vaardigheden worden in deze observatielijst beschreven. Het observatie-instrument bestaat uit de volgende onderdelen: kennis over taalvaardigheid en het leesproces algemene vaardigheden vaardigheden op het gebied van de pedagogische ondersteuning en motivatie van de leerlingen instructievaardigheden organisatievaardigheden vaardigheden op het gebied van klassenmanagement planningsvaardigheden vaardigheden op het gebied van leesmotivatie en leesbevordering vaardigheden voor het volgen van de leesontwikkeling Bij gebruik door de intern begeleider/taalcoördinator/leesspecialist Een van de taken van de intern begeleider/taalcoördinator/leesspecialist is het coachen en ondersteunen van leraren. Dit instrument kan gebruikt worden tijdens klassenobservaties en coaching van leraren. Bij klassenobservaties is het niet raadzaam om op heel veel zaken tegelijkertijd te letten. Het is beter enkele onderdelen van de observatielijst te gebruiken. In bijlage X staan tips voor klassenbezoeken en feedbackgesprekken. Bij gebruik door leraren Leraren kunnen dit instrument gebruiken voor zelfreflectie. Op deze manier kunnen leraren ontdekken wat hun leerbehoefte is. Wanneer de observatielijst voor (zelf)reflectie wordt gebruikt, raden wij aan om de gehele lijst in te vullen. 287

12 Bijlage 3 Kennis over taalvaardigheid en het leesproces Het kennisniveau van de leesleraar is hoog. Hij is bekend met de factoren van effectief onderwijs en kent de doorgaande lijn van het leesproces. Daarnaast beschikt de leesleraar over de specifieke kennis die nodig is voor het betreffende leerjaar en weet welke interventies van belang zijn voor de zwakke lezers. De leraar + +/- - heeft kennis van de factoren van effectief leesonderwijs: het stellen van hoge doelen de hoeveelheid tijd die besteed moet worden aan het leesonderwijs convergente differentiatie als uitgangspunt het geven van een effectieve instructie vroegtijdig signaleren en reageren monitoring beschikt over leesinhoudelijk kennis: 288 op het gebied van de doorgaande lijn is op de hoogte van de leesvaardigheden die het betreffende leerjaar aan de orde komen kan een inschatting maken van de te verwachten moeilijkheden weet welke didactische aspecten van belang zijn voor de leesles weet welke vaardigheden getoetst worden en wat toetsuitslagen betekenen heeft specifieke kennis over de leesontwikkeling in de betreffende jaargroep weet dat er oefening nodig is op woord-, zins- en tekstniveau weet dat het belangrijk is dat er instructie en oefening geboden wordt op correct, vlot en vloeiend lezen (vloeiend lezen is correct, vlot en met expressie lezen) is op de hoogte van effectieve werkvormen om leerlingen te ondersteunen bij de voor hen passende, gestelde doelen kent de zwakke en sterke punten van de methode (helikopterview) en weet hoe de zwakke punten aangevuld kunnen worden weet dat het gemotiveerd stillezen door leerlingen een bijdrage kan leveren aan hun leesontwikkeling weet hoe hij de leesmotivatie kan stimuleren heeft kennis van interventies voor zwakke lezers: kent de interventies die van belang zijn in de betreffende onderwijsperiode is op de hoogte van remediërende programma s als Connect en RALFI heeft kennis op het gebied van observaties en toetsen: toetsafname toetsresultaten en interpretaties op groepsniveau toetsresultaten, interpretaties en interventies op individueel niveau een Running Record maken een observatie maken van het lezen met expressie

13 Bijlage 3 Vaardigheden op het gebied van de pedagogische ondersteuning en motivatie van de leerlingen De leraar van de groepen 3 tot en met 8 beschikt over verschillende capaciteiten. Voor het stimuleren van de leesmotivatie is het belangrijk dat het pedagogische klimaat op orde is. De leraar + +/- - heeft vertrouwen in het vermogen van leerlingen om zich te ontwikkelen en laat dat ook merken heeft positieve verwachtingen over de ontwikkeling van leerlingen en spreekt deze ook uit ondersteunt leerlingen bij zaken waarbij ze daadwerkelijk hulp nodig hebben toont belangstelling voor de taakbeleving van leerlingen zorgt ervoor dat leerlingen succes kunnen hebben stimuleert bij de leerlingen geloof in eigen kunnen en plezier in eigen mogelijkheden helpt leerlingen bij het zoeken van verklaringen voor succes en falen en zoekt met leerlingen naar productieve attributies geeft een zwakke lezer nooit onvoorbereid een leesbeurt 289

14 Bijlage 3 Instructievaardigheden (IGDI) Voor het geven van een effectieve leesles dient een leraar het IGDI-model (Interactieve, Gedifferentieerde, Directe, Instructie; Houtveen e.a., 2005) toe te kunnen passen. Bij het uitvoeren van een leesles volgens het IGDI-model past de leraar de volgende vaardigheden (gegroepeerd per fase) toe: Gezamenlijke start (hele groep) + +/- - De leraar geeft een samenvatting van of terugblik op de voorafgaande activiteit haalt de benodigde voorkennis op biedt leerlingen die boven niveau presteren en niet meedoen met de groepsinstructie, activiteiten op hun niveau; deze leerlingen gaan direct na de gezamenlijke start zelfstandig aan het werk Interactieve groepsinstructie 290 De leraar geeft voor alle leerlingen het lesdoel (in kinderlijke bewoordingen) en de activiteit aan geeft een activiteitenoverzicht deelt de activiteit op in kleine stapjes is model: doet voor, denkt hardop gebruikt concrete voorbeelden gaat na of de leerlingen de activiteit begrijpen laat de leerlingen onder nauwgezette begeleiding (het gepresenteerde) oefenen bevordert leren van elkaar (oplossingsproces) hanteert werkvormen voor samenwerkend leren ( denken-delen-uitwisselen ) relateert de uit te voeren opdrachten expliciet aan het lesdoel zorgt voor interactie tijdens de instructie zorgt voor afwisseling en betrekt de leerlingen actief zet ict zo optimaal mogelijk in gaat na of de leerlingen de activiteit begrijpen/beheersen Begeleiden van oefening (grote groep) De leraar zorgt ervoor dat de oefenopdrachten goed aansluiten bij de inhoud van de instructiefase geeft niet alleen aan wat de leerlingen gaan oefenen, maar ook hoe het moet doet voor en denk hardop stelt vragen begeleidt het toepassen van de lesstof zorgt ervoor dat leerlingen succeservaringen opdoen controleert expliciet of de leerlingen de uitleg hebben begrepen gaat door met oefenen tot de meeste leerlingen de opdracht/vaardigheid onder de knie hebben begeleidt de risicolezers extra, zodat zij ook over de benodigde leesvoorwaarden beschikken (de leraar breidt de instructietijd uit)

15 Bijlage 3 Verlengde instructie (kleine groep) De leraar heeft de ruimte om verlengde instructie te geven, direct volgend op de begeleide oefening; de rest van de leerlingen is zelfstandig aan het werk herhaalt in kleine stappen de groepsinstructie laat de verlengde instructie naadloos aansluiten op de gegeven groepsinstructie begeleidt de leerlingen bij het maken van de opdracht, schept veel ruimte voor interactie gaat na of de leerlingen de verlengde instructie begrijpen oefent samen met de leerlingen tot alle leerlingen het begrijpen Verwerking (grote en kleine groep) De leraar geeft de leerlingen opdrachten die goed aansluiten bij de inhoud van de instructiefase geeft verlengde instructie aan risicolezers in kleine groep biedt gelegenheid voor verwerking (hele groep) differentieert bij het geven van verwerkingsopdrachten organiseert mogelijkheden voor samenwerkend leren Afsluitende activiteiten (grote groep) De leraar zorgt voor een inhoudelijke afsluiting van de activiteit laat leerlingen vertellen wat goed ging en wat ze de volgende keer anders gaan doen gaat na of de lesdoelen bereikt zijn Terugkoppeling/feedback (faseoverstijgend) voor de hele groep De leraar laat alle leerlingen succeservaringen opdoen bewaakt het doel/de doelen van de activiteit (voor alle leerlingen) geeft leerlingen voldoende ruimte om na te denken en te reageren geeft positief geformuleerde en specifieke feedback aan alle leerlingen gaat in op non-verbale reacties van leerlingen stimuleert leerlingen om hun eigen fouten te verbeteren en helpt daarbij geeft terugkoppeling op het proces herhaalt en beloont goede antwoorden stimuleert interactie tussen leerlingen breidt de inhoud van het antwoord van de leerling uit ordent en vat samen 291 Feedback geven op het verwoorden door leerlingen De leraar parafraseert, herhaalt in de juiste bewoordingen wat de leerling gezegd heeft, geeft veel complimenten, met een woord, een gebaar, de houding of de mimiek als leerlingen iets vertellen

16 Bijlage 3 Organisatievaardigheden Organisatievaardigheden zijn belangrijke vaardigheden voor de leraren van groep 3 tot en met 8. De leraar dient over de volgende organisatievaardigheden te beschikken: De leraar + +/- - benut de tijd in de leeslessen optimaal realiseert in aanvulling op de leeslessen tijd voor verschillende leesvormen organiseert voor risicolezers extra tijd voor instructie, begeleide oefening en zelfstandige oefening met behulp van ict 292

17 Bijlage 3 Vaardigheden op het gebied van klassenmanagement Organisatievormen waarbij sprake is van differentiatie en waarbij niet alle leerlingen op hetzelfde moment met dezelfde activiteit bezig zijn, doen een sterk beroep op het klassenmanagement van de leraar. Het klassenmanagement van de leraar is bepalend voor een rustige werksfeer in de klas en het efficiënt benutten van de tijd (zie ook: Klassenmanagement in de basisschool; Förrer & Schouten, 2009). Algemene didactische managementvaardigheden + +/- - De leraar is duidelijk over welk gedrag van leerlingen wordt verwacht spreidt de aandacht, houdt overzicht, houdt oogcontact met de leerlingen, stopt beginnende onrust snel herkent en reageert alert op signalen van leerlingen geeft leerlingen verantwoordelijkheid, waardeert eigen initiatief en oplossingen van leerlingen en waardeert onderlinge hulp Voorbereiding De leraar heeft het benodigde materiaal geordend klaar liggen zorgt voor voldoende materiaal voor alle leerlingen zorgt ervoor dat het materiaal goed bereikbaar is voor de leerlingen zorgt voor een goede plek van de instructietafel, op een doordachte plaats in het lokaal, zodat hij zicht kan houden op de groep verzorgt een doordachte, rijke inrichting van het lokaal, met looproutes die werkende leerlingen zo min mogelijk storen De uitvoering van de activiteit De leraar laat de overgangen vlot verlopen benut de leestijd zo effectief mogelijk verdeelt de leestijd over de fasen van de activiteit houdt vaart in de les besteedt de meeste tijd aan de zwakke lezers wisselt de intensieve instructie in de kleine groep af met aandacht voor de andere leerlingen, door bijvoorbeeld hulproutes te lopen zet ict zo optimaal mogelijk in sluit de les duidelijk af 293 Zelfstandig werken De leraar hanteert duidelijke afspraken over en routines rond het zelfstandig werken, materiaal pakken, elkaar helpen, werk dat klaar is, vervolgopdrachten zorgt ervoor dat de leerlingen precies weten wat ze kunnen doen geeft voor het zelfstandig werken opdrachten die direct aansluiten bij de instructie en inhoud van de les geeft de leerlingen opdrachten die zijn afgestemd op het niveau van de leerling en zinvol zijn; leerlingen die iets meer aan kunnen krijgen opdrachten die voor hen geschikt zijn geeft aan welke eisen aan het werk gesteld worden regisseert coöperatieve werkvormen strak zorgt ervoor dat de leerlingen direct aan het werk gaan biedt leerlingen de gelegenheid elkaar te helpen bij het uitvoeren van de opdrachten heeft (uitgestelde) aandacht voor de leerlingen die zelfstandig werken

18 Bijlage 3 Planningsvaardigheden Voor een goed didactisch aanbod is een goede planning noodzakelijk. De effectieve leesleraar dient over de volgende planningsvaardigheden te beschikken: Planning + +/- - De leraar maakt een weekrooster, waarin dagelijks tijd is opgenomen voor de leesles en voor andere leesvormen maak een rooster waarin (dagelijks of minstens drie keer per week) tijd is opgenomen voor de extra instructie en begeleiding van zwakke lezers plant de lessen uit de methode helemaal in 294

19 Bijlage 3 Vaardigheden op het gebied van leesbevordering Voor een goede leesontwikkeling is het belangrijk dat er aandacht is voor (voor)leesplezier en leesbevordering. De bijbehorende vaardigheden worden hieronder geformuleerd: (Voor)leesplezier en leesbevordering + +/- - De leraar leest voor laat zien dat hij plezier heeft in lezen zorgt voor een gevarieerde verzameling teksten, verhalende boeken, informatieve boeken, luisterboeken en leesapps in de groep en zet ict in betrekt de leerlingen bij het samenstellen van het leesaanbod in de groep richt in het lokaal een gezellige lees- en luisterhoek in stalt de boeken op een aantrekkelijke en toegankelijke manier uit geeft leerlingen de gelegenheid teksten van hun eigen keuze te lezen ondersteunt het kiezen van boeken praat met de leerlingen over verhalen/teksten die de leraar voor heeft gelezen introduceert boeken en geeft leerlingen leestips laat leerlingen boeken beoordelen op gevarieerde wijze laat leerlingen vertellen over boeken die ze met plezier hebben gelezen geeft gelegenheid voor vrije schrijfactiviteiten en koppelt het lezen aan betekenisvolle schrijfopdrachten 295

20 Bijlage 3 Volgen van de leesontwikkeling De effectieve leesleraar bezit verschillende vaardigheden rond het volgen van de leesontwikkeling van de leerlingen. Naast het afnemen van de toetsen, zijn met name de observaties erg belangrijk. Vaardigheden rond het volgen van de leesontwikkeling + +/- - De leraar plant de toetsafname in neemt de toetsen af zoals de handleiding voorschrijft observeert de leerling tijdens de toetsafname en noteert observaties legt toetsresultaten en observaties vast in het leerlingvolgsysteem interpreteert toetsresultaten op groepsniveau interpreteert toetsresultaten op individueel niveau maakt groepsplannen naar aanleiding van de toetsresultaten maakt handelingsplannen naar aanleiding van de toetsresultaten observeert leerlingen regelmatig tussen de toetsmomenten in en past instructie daarop aan 296

21 Voorbeeld groepsplan taal groep 1 en 2 Bijlage 4 Didactisch groepsplan taal Datum: Vak/vormingsgebied: taal Periode: augustus - januari Groep: Leraar: Algemene aandachtspunten: Twee keer per jaar wordt het groepsplan geëvalueerd en mogelijk bijgesteld. Het groepsplan is de basis voor/ligt onder de uitgebreide themaplanningen, waarin de doelen vermeld staan. Groep/namen Wat wil ik bereiken? Inhoud Aanpak/methodiek Organisatie Evaluatie Zie weekrooster Cito-toets taal M1 en M2. Januari Dyslexieprotocol januari Observaties via registratie IGDI-model: Start activiteit, instructie en begeleide oefening in grote kring. Zelfstandige verwerking met behulp van materialen en spel in de hoeken. Kleine kring incidenteel met enkele leerlingen die korte extra oefening nodig hebben. Volgens themaplanning Groei in vaardigheid: + Doelen taal thema s 1-3 Basisaanbod Hele groep Zie basisgroep Evaluatie van iedere activiteit uit Werkmap Fonemisch bewustzijn Zie weekrooster waarop de extra tijden staan vermeld. IGDI-model: Verlengde instructie: basisaanbod in kleine kring en spel in de hoeken, buiten, gym. Verlengde instructie: doelen die nog niet zijn bereikt van vorige thema s. Volgens themaplanning Groei in vaardigheid: + Doelen taal thema s 1-3 Aanvullend niet behaalde doelen uit eerdere thema s. Subgroep Intensief Namen: Zie weekrooster waarop Zie basisgroep de extra tijden staan vermeld. IGDI-model: Deze groep doet alleen mee met de start en instructie van de activiteit. Volgens themaplanning Groei in vaardigheid: + Doelen taal thema s 1-3 Subgroep Verrijkt Namen: Kleine kring met instructie voor verrijkingsaanbod. 297

22 Bijlage 5 Voorbeeld groepsoverzicht taalontwikkeling groep 1 en 2 Didactische onderwijsbehoeften Woordenschat: bijvoeglijke naamwoorden. Fonemisch bewustzijn: woorden en zinnen. Gesprekken voeren in spontane en in geplande situaties. Woordenschat: basiswoorden. Fonemisch bewustzijn: letterkennis. Pedagogische onderwijsbehoeften Stimulerend Belemmerend Duidelijke structuur en individuele positieve feedback. Neemt graag de leiding: samenwerken is hierdoor soms lastig. Heel vaak problemen bij het opstarten van speelwerkles. Kort op weg helpen is voldoende. 298 Groep: 2 Schooljaar: Leraar: Februari - datum: Juli/september - datum: Observatiegegevens/ gesprekken Woordenschatontwikkeling Mondelinge taalvaardigheid Beginnende geletterdheid Fonemisch bewustzijn + ± - Beginnende geletterdheid Letterkennis + ± - Naam Toets: Cito M TvK Score (zie LVS) + ± - + ± - Subgroep + + +/- +/- Maakt steeds meer contact met andere leerlingen. Uitspraak en articulatie zijn volop in ontwikkeling. Spreekt erg goed Nederlands. 1. xxx B Plus +/- +/- +/- Communiceert met andere leerlingen en leraar. Pikt heel snel woorden (labels) op. Is receptief en productief goed in ontwikkeling. - Analyse en synthese zwak. Letters redelijk. 2. xxx C Basis

23 Bijlage xxx D Zorg - +/- +/- +/- Vindt alles nog een beetje spannend (in de groep). Communiceert tijdens spel met beperkte woordenschat met andere leerlingen. 4. xxx C Basis - +/- +/- +/- Het begrip van de Nederlandse taal is in ontwikkeling. Praat steeds meer en harder. 5. xxx C Basis +/- +/- +/- +/- Uitspraak en woordenschat ontwikkelen zich. Bij uitbreiding van de woordenschat, zie je meteen verschil in het communiceren. 6. xxx E Zorg Woordenschat: basiswoorden Fonemisch bewustzijn: alle aspecten. Letterkennis. Zowel passief als actief. Woordenschat: basiswoorden. Fonemisch bewustzijn: rijmen en klankpositie. Woordenschat: basiswoorden. Fonemisch bewustzijn. Woordenschat: basiswoorden. Fonemisch bewustzijn. Logopedie per februari. Geniet van spel in hoeken in kleine groep leerlingen. Is enthousiast en betrokken bij de geplande activiteiten. Spel is belangrijk, geniet daarvan. Haakt snel af in de grote kring. Haakt snel af in de grote en de kleine kring. Heeft problemen met geconcentreerd spelen, erg onrustig in de groep. Veel begeleiding nodig /- +/- Maakt bij uitspraak van de /g/ een harde keelklank. Ook letters die op een /g/ lijken worden vanuit de keel aangezet. Taakwerkhouding: moeite om langere tijd met één spelactiviteit bezig zijn.

24 Bijlage Communiceert goed met klasgenootjes. Het stotteren (oorzaak amandelen knippen) wordt al minder. 7. xxx A Plus 8. xxx E - - +/- - Sprak geen woord Nederlands. Ontwikkelt zich snel, pikt snel labels op en oefent deze zelfstandig (indien mogelijk). Zorg 9. xxx C Basis Enzovoort. Fonemisch bewustzijn: synthese. Werkt graag op de laptop. Maakt graag woorden en zinnen bij tekeningen. Woordenschat; basiswoorden. Fonemisch bewustzijn; alle aspecten Preteaching taalactiviteiten. Fonemisch bewustzijn; analyseren. Logopedie aangevraagd. Betrokken en gemotiveerd. Veel begeleiding nodig, vooral om zich in de groep te handhaven. Eigenwijs: schat eigen mogelijkheden soms verkeerd in, dus in de gaten houden. +/- +/- + +/- Maakt goede zinnen en gebruikt goede Nederlandse woorden. Spreekt erg luid en is vaak hees. Taakwerkhouding: moeite om langere tijd met één spelactiviteit bezig zijn.

25 Bijlage 5 Toelichting + = Beheersing +/- = In ontwikkeling - = Niet ontwikkeld Kolom 1 Vul de namen van de leerlingen in. Als op basis van de toetsscore een didactische leeftijdequivalent (dle) wordt bepaald, is het raadzaam om de didactische leeftijd (dl) achter de naam te vermelden. Voeg eventueel een kolom dl toe. Kolom 2 Noteer de score van de Cito-toets Taal voor kleuters (twee keer per jaar afnemen). Geef aan in welke subgroep de leerling instructie en begeleiding krijgt. Kolom 3-6 Noteer de stand van zaken op basis van de uitkomsten van observaties in de klas, analyses van het werk en gesprekken met leerlingen en ouders. Gebruik de volgende codes: + = Goede of voldoende beheersing +/- = In ontwikkeling, nog geen beheersing, vraagt aandacht - = Stagnatie, geen of onvoldoende ontwikkeling, vraagt intensieve aandacht De leerlingen met de code +/- en - ( in ontwikkeling en stagnatie ) moeten extra activiteiten doen, op het specifieke domein gericht. De leerlingen met de code stagnatie hebben, zeker als ze in groep 2 zitten, extra aandacht nodig op het specifieke domein. 301 Kolom 7 Noteer gegevens over de taalontwikkeling die bekend zijn naar aanleiding van observaties en gesprekken met leerlingen. Kolom 8-9 Benoem de onderwijsbehoeften van de leerling op basis van de verzamelde gegevens. Geef aan welk doel u de komende periode voor deze leerling nastreeft en wat deze leerling (extra) nodig heeft om dit doel te bereiken.

26 Bijlage 6 Ontluikende en beginnende geletterdheid analyseren in groep 1 en 2 Stap 1 Bekijk de beschikbare toetsgegevens van de groep. Wat valt op? Waar zit groei, evenwicht en stagnatie? Vergelijk de gegevens met de vorige signalering. Wat valt op? Doe hetzelfde met de observatiegegevens als dezelfde items zijn geobserveerd. Stap 2 Vergelijk de gegevens met de doelen voor eind groep 2. Werkt u aan de juiste doelen voor deze periode? Zo niet, wat zijn daarvan de oorzaken? Bij onvoldoende vooruitgang: wat zijn daarvan oorzaken? Beoordeel de aanpak op basis van de volgende aspecten: Doelen: Ik heb de doelen voor eind groep 2 helder (streefdoelen en inhoudsdoelen in de leerlijn). Ik geef doelgerichte activiteiten. 302 Tijd: Ik besteed voldoende tijd aan de vaardigheden fonemisch bewustzijn en letterkennis (effectieve tijd voor instructie en begeleide oefening). Er wordt tijdens mijn activiteiten niet onnodig tijd verspild. Tijdens mijn activiteiten zijn de leerlingen voornamelijk bezig met activiteiten rond klanken en letters. Ik besteed extra tijd aan de risicoleerlingen (leerlingen met speciale behoeften). Ik besteed tijd aan de leerlingen die kunnen lezen. Aanbod: Ik volg de leerlijn van fonemisch bewustzijn. Ik gebruik alleen opdrachten uit het programma die gericht zijn op het lesdoel en die aansluiten op de instructie die ik heb gegeven. Instructie: Ik geef effectieve instructie (voordoen, voordenken en voorschrijven), die is gericht op het lesdoel. Ik oefen kort. Ik zorg voor interactie binnen mijn activiteiten (bijvoorbeeld met de coöperatieve werkvorm denken-delen-uitwisselen ). Ik geef de leerlingen doelgerichte feedback. Differentiatie: Ik heb mijn groep in kaart gebracht en ik heb mijn leerlingen ingedeeld naar instructiebehoeften. Ik pas in mijn lessen differentiatie toe. De leerlingen kennen de regels en routines voor zelfstandig werken die in mijn groep gelden.

27 Bijlage 6 Actie:

28 Bijlage 7 Voorbeelden groepsplannen aanvankelijk lezen groep 3 Deze bijlage geeft een voorbeeld van een groepsplan dat gebruikt kan worden bij het aanvankelijk lezen in groep 3. Omdat het leesonderwijs in de verschillende perioden in het jaar andere accenten heeft, zijn vier groepsplannen uitgewerkt voor: periode 1 periode 2 periode 3 periode 4 start schooljaar - oktober oktober - februari februari - eind maart april - eind schooljaar In de voorbeelden van de groepsplannen wordt de groep verdeeld in drie subgroepen: De basisgroep Dit zijn de leerlingen met een normale leesontwikkeling. Ze hebben genoeg aan de basislijn van de methode, met de normale instructie van en begeleide oefening met de leraar. De zorggroep Dit zijn de leerlingen met een moeizame leesontwikkeling. Zij hebben extra instructie en begeleiding van de leraar nodig. Risicoleerlingen bij de start van het leren lezen in groep 3 zijn leerlingen die: laag scoren op fonemisch bewustzijn; nog weinig letters kennen; een jaar extra in groep 1 of 2 hebben gezeten; niet geïnteresseerd lijken in activiteiten die met taal en lezen te maken hebben. 304 De plusgroep Dit zijn de leerlingen met een vlotte leesontwikkeling. Per les gaat de leraar na of deze leerlingen meedoen met de groepsinstructie of dat ze na een korte werkinstructie zelfstandig aan het werk kunnen gaan. De groepsplannen zijn bedoeld als voorbeelden. De leraar maakt een groepsplan dat specifiek op de eigen groep van toepassing is.

29 Bijlage 7 Periode 1 Groepsplan aanvankelijk lezen Methode: Periode 1: start schooljaar tot oktober Naam basisschool Groep: 3 periode 1 Leraar: Datum: Subgroep/namen Wat wil ik bereiken? Doel Inhoud (wat) Aanpak/methodiek (hoe) Organisatie Evaluatie Meetmoment 1: Leeslessen voor de Fonemisch bewustzijn: synthese, Fonemisch bewustzijn: Basisgroep oktober. groep als geheel: analyse, manipuleren met klanken. synthese, analyse, manipuleren in ieder geval 6 uur In de leeslessen: Groepsinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op de Oefenen van klanken koppelen aan het met klanken. Namen: Herfstsignalering: Grafementoets Fonemendictee Woorden lezen Tekst lezen per week. oefenen met letters. zelfstandige verwerking Geautomatiseerde letterkennis (bijvoorbeeld Letterkennis: (100 procent goed) van de 8 lessen van systematisch aanleren aangeboden letters. 45 minuten) van letters (tekenklankkoppeling) en het automatiseren van de aangeboden Lezen van nieuwe klankzuivere letters. Correct en vlot Nieuwe letter én herhalen reeds mkm-woorden met de aangeboden letters. aangeboden letters Elementaire leeshandeling (decoderen): zo snel mogelijk worden leerlingen gestimuleerd de elementaire leeshandeling uit te voeren met nieuwe klankzuivere, éénlettergrepige woorden (km, mk, mkm). Aandacht voor context bij het lezen van woorden. Tekst krijgt betekenis. 305

30 Bijlage Zorggroep Namen: In de leeslessen: Groepsinstructie Verlengde instructie Begeleide oefening Zelfstandige verwerking Feedback op de zelfstandige verwerking Eventueel : In aanvulling op de leeslessen met de methode kan het interventieprogramma Connect Klanken en letters aangeboden worden aan leerlingen die moeite hebben met klankbewustzijn, de klanktekenkoppeling en de elementaire leeshandeling. Het programma is beschreven in: Smits, A. & Braam, T. (2006). Dyslectische kinderen leren lezen. Amsterdam: Boom. Leeslessen voor de groep als geheel: in ieder geval 6 uur per week. Daarbinnen: 1 uur verlengde instructie en begeleide oefening met de leraar, bijvoorbeeld tijdens 5 lessen 15 minuten, of tijdens 6 lessen 10 minuten. Eventueel: extra Interventieprogramma Connect Klanken en letters: 3 x 20 minuten per week, Individueel of in een kleine groep. Zie hiervoor. Zie hiervoor. Zie vorige pagina. En: Aandachtspunten voor deze doelgroep leerlingen: Intensiveren Reguliere methode Dezelfde didactiek Interventies op klank-letterniveau: Dagelijks 5 minuten extra besteden aan de letterkennis Voordoen-samendoen-zelf doen Letters aanbieden via meerdere zintuiglijke kanalen en in een betekenisvolle context! Letterlijn! Gevarieerde werkvormen: Letterkaartjes Lettergroeiboek Lettermuur Letterspelletjes Flitsen Geheugensteuntjes: voor lastige letters Lezen en schrijven versterken elkaar Inzet van de computer Interventieprogramma Connect Klanken en letters Interventies op woordniveau: Accent op het lezen van nieuwe woorden Onderhouden van de geleerde letters/ woorden door het lezen van woordrijen Automatiseren door herhaald lezen (onder andere: voor-koor-zelf) Interventies op tekstniveau: De tekst krijgt betekenis door de verbinding van de tekst met de leerlingen te leggen.

31 Bijlage Plusgroep Namen: In de leeslessen: Groepsinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op de zelfstandige verwerking Of: Korte werkinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op de zelfstandige verwerking Leeslessen voor de groep als geheel: in ieder geval 6 uur per week. (bijvoorbeeld 8 lessen van 45 minuten) Zie hiervoor. Zie hiervoor. Zie hiervoor. Activiteiten voor goede lezers: Extra materialen van de methode Samen lezen: met een andere goede lezer boeken en gevarieerde teksten lezen en erover praten Stillezen: zelf boeken en gevarieerde teksten lezen in de boekenhoek Voorlezen, bijvoorbeeld op de voorleesstoel of in de boekenhoek Activiteiten met de letters: woorden en zinnen maken en die naschrijven in een eigen schrift, de woorden en de zinnen kunnen aansluiten bij het thema dat in de groep aan de orde is; bij de woorden en de zinnen kan ook een tekening gemaakt worden Een eigen woordenboekje of ABC-boekje maken: zelf woorden schrijven en erbij tekenen, bijvoorbeeld een boekje rond een thema

32 Bijlage Periode 2 Groepsplan aanvankelijk lezen Methode: Periode 1: oktober tot februari Naam basisschool Groep: 3 periode 2 Leraar: Datum: Subgroep/namen Wat wil ik bereiken? Doel Inhoud (wat) Aanpak/methodiek (hoe) Organisatie Evaluatie Meetmoment 2: Leeslessen voor de Fonemisch bewustzijn: synthese, Fonemisch bewustzijn: Basisgroep op het moment groep als geheel: analyse, manipuleren met klanken. synthese, analyse, manipuleren dat alle letters in ieder geval 6 uur Oefenen van klanken koppelen aan met klanken. Namen: zijn aangeboden. per week. In de leeslessen: Groepsinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige het oefenen met letters. Eind januari/begin verwerking Geautomatiseerde letterkennis februari: (bijvoorbeeld (100 procent goed) van alle 8 lessen van 45 Letterkennis: het systematisch aanleren van letters (tekenklankkoppeling) letters die tot nu toe zijn Grafementoets minuten) en het automatiseren van de aangeboden. van de DMT DMT kaart 1A aangeboden letters. Correct en vlot Nieuwe letter én herhalen reeds Lezen van nieuwe klankzuivere en 2A AVI M3, kaart A mkm-woorden met alle letters aangeboden letters die zijn aangeboden. of kaart B AVI M3-beheersing. Het leren van de elementaire leeshandeling (decoderen): zo snel mogelijk worden leerlingen gestimuleerd de elementaire leeshandeling uit te voeren met nieuwe klankzuivere éénlettergrepige woorden (km, mk, mkm). Aandacht voor context bij het lezen van woorden. Aandacht voor het lezen van zinnen zodra deze in de methode voorkomen. Aandacht voor het vloeiend lezen van een kort stukje tekst.

33 Bijlage Zorggroep Namen: In de leeslessen: Groepsinstructie Verlengde instructie Begeleide oefening Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige verwerking Eventueel: in aanvulling op de leeslessen met de methode kan het interventieprogramma Connect Klanken en letters aangeboden worden aan leerlingen die moeite hebben met klankbewustzijn, de klanktekenkoppeling en de elementaire leeshandeling. Het programma is beschreven in: Smits, A. & Braam, T. (2006). Dyslectische kinderen leren lezen. Amsterdam: Boom. Leeslessen voor de groep als geheel: in ieder geval 6 uur per week. (bijvoorbeeld 8 lessen van 45 minuten) Daarbinnen: 1 uur verlengde instructie en begeleide oefening met de leraar, bijvoorbeeld tijdens 5 lessen 15 minuten, of tijdens 6 lessen 10 minuten. Eventueel: extra Interventieprogramma Connect Klanken en letters: 3 x 20 minuten per week, individueel of in een kleine groep. Zie hiervoor. Zie hiervoor. Zie hiervoor. Aandachtspunten voor zorggroep leerlingen: Intensiveren Reguliere methode Dezelfde didactiek Interventies op klankletterniveau: Dagelijks vijf minuten extra besteden aan de letterkennis Voordoen-samendoen-zelf doen Letters aanbieden via meerdere zintuiglijke kanalen en in een betekenisvolle context Letterlijn! Gevarieerde werkvormen: Letterkaartjes Lettergroeiboek Lettermuur Letterspelletjes Flitsen Geheugensteuntjes: voor lastige letters Lezen en schrijven versterken elkaar. Inzet van de computer Interventies op woordniveau: Accent op het lezen van nieuwe woorden Onderhouden van de geleerde letters/ woorden door het lezen van woordrijen Automatiseren door herhaald lezen (onder andere voor-koor-zelf) Interventies op tekstniveau: Herhaald lezen van teksten met behulp van voor-koor-zelf Consequente aandacht voor het vloeiend lezen van een tekstdeel, waar dat van toepassing is

34 Bijlage Zie hiervoor. Zie hiervoor. Plusgroep Activiteiten voor goede lezers: Zie periode 1 en bijvoorbeeld: Een eigen prentenboek maken: Namen: In de leeslessen: Groepsinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige verwerking Of: Korte werkinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige verwerking Leeslessen voor de groep als geheel: in ieder geval 6 uur per week (bijvoorbeeld 8 lessen van 45 minuten). Zie hiervoor. tekenen en erbij schrijven Het zelfgemaakte prentenboek voorlezen Een eigen stripverhaal maken: de leerling tekent strips met praatwolkjes en vult de praatwolkjes met woordjes of zinnen Idem activiteiten met of op basis van informatieve teksten/boeken

35 Bijlage 7 Periode 3 Groepsplan aanvankelijk lezen Methode: Periode 1: februari - eind maart Naam Basisschool Groep: 3 periode 3 Leraar: Datum: Subgroep/namen Wat wil ik bereiken? Doel Inhoud (wat) Aanpak/methodiek (hoe) Organisatie Evaluatie Meetmoment 3: Leeslessen voor de De instructie in de methode gaat Leerlingen hebben een Basisgroep eind maart. AVI M3, groep als geheel: zich stap voor stap richten op lastiger volledig geautomatiseerde versie A of B: voor in ieder geval 6 uur woorden met letterclusters en letterkennis en kunnen alle Namen: leerlingen die bij de per week. In de leeslessen: Groepsinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige spellingpatronen (nk, ng, cht letters vlot benoemen. wintersignalering het verwerking enzovoort) en langere woorden. beheersings- (bijvoorbeeld Vlot en correct lezen van niveau AVI M3 niet 8 lessen van 45 In aanvulling daarop is het van groot eenlettergrepige woorden: gehaald hebben. minuten) belang om dagelijks te blijven oefenen ook woorden met letterclusters Leerlingen die AVI met het lezen van de mkm-woorden, vooraan en achteraan. M3 nu niet beheerst met name aan de hand van scoren, worden woordrijen wanneer de methode Vloeiend kunnen lezen van verder getoetst daarin niet voorziet. een korte tekst op met DMT 1C en 2C. beheersingsniveau, dat wil De DMT is voor dit Aandacht voor leestempo: snelheid zeggen: met enige intonatie. meetmoment niet van de woordherkenning is heel genormeerd. Kan belangrijk. wel afgenomen worden om de Herhalen en oefenen is belangrijk. vooruitgang van een De frequentie van het oefenen is leerling ten opzichte belangrijker dan de duur. Het is beter van eerdere als leerlingen 3 x 10 minuten oefenen, meetmomenten in dan 1 keer 30 minuten. beeld te brengen. AVI E3, versie A of Motiverend herhalen is een kunst. B: voor leerlingen Materialen (bijvoorbeeld werkbladen) uit de methode zijn geschikt om die op de wintersignalering AVI M3 herhaald mee te oefenen. beheerst gescoord hebben, worden nu getoetst met AVI E3, kaart A of B. 311

36 Bijlage Vanaf februari, in de tweede helft van groep 3, wordt veel tijd en aandacht besteed aan het lezen van teksten. Een ruim aanbod van goede boekjes en leesteksten, zowel verhalend als informatief, is hiervoor een voorwaarde. Het vloeiend lezen, lezen met expressie, wordt consequent geoefend. In ieder geval met teksten op beheersingsniveau. De leraar gebruikt teksten die hiervoor geschikt zijn: gedichtjes, dialoogjes, strips. Zorggroep Namen: In de leeslessen: Groepsinstructie Verlengde instructie Begeleide oefening Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige verwerking In aanvulling op het leesonderwijs met de methode kan het interventieprogramma Connect Woordherkenning aangeboden worden. Dit programma is voor leerlingen die moeite hebben met het leren decoderen van medeklinkerverbindingen en meerlettergrepige woorden. Het programma is beschreven in: Smits, A. & Braam, T. (2006). Dyslectische kinderen leren lezen. Amsterdam: Boom. Leeslessen voor de groep als geheel: 6 uur per week. (bijvoorbeeld 8 lessen van 45 minuten) Daarbinnen/naast: 1 uur verlengde instructie en begeleide oefening met de leraar, bijvoorbeeld tijdens 5 lessen 15 minuten, of tijdens 6 lessen 10 minuten. Eventueel: extra Interventieprogramma Connect Woordherkenning: 3 x 20 minuten per week, individueel of in een kleine groep. Meetmoment 3: eind maart. AVI M3, versie B: voor leerlingen die op de wintersignalering het beheersingsniveau op AVI M3 niet gehaald hebben. Leerlingen die AVI M3 nu niet beheerst scoren, worden verder getoetst met DMT 1C en 2C. De DMT is voor dit meetmoment niet genormeerd. Kan wel afgenomen worden om de vooruitgang van een leerling ten opzichte van eerdere meetmomenten in beeld te brengen. Zie hiervoor. Zie hiervoor. Aandachtspunten voor risicoleerlingen: Intensiveren Reguliere methode Dezelfde didactiek Interventies zijn gericht op automatiseren! Klankletterniveau: nog niet voldoende correct en/of vlot beheerste letters blijven oefenen, totdat ze beheerst worden; niet als geïsoleerde letter, maar in woorden. Woordniveau: Accent op het lezen van nieuwe woorden Onderhouden van de geleerde letters/woorden door het lezen van woordrijen Automatiseren door herhaald lezen (onder andere voor-koor-zelf) Interventies op tekstniveau: Herhaald lezen van teksten met behulp van voor-koor-zelf

37 Bijlage Plusgroep Namen: In de leeslessen: Groepsinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige verwerking Of: Korte werkinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige verwerking Leeslessen voor de groep als geheel: in ieder geval 6 uur per week (bijvoorbeeld 8 lessen van 45 minuten). Binnen de leeslessen kunnen de goede lezers meer tijd besteden aan zelfstandig lezen. Meetmoment 3: eind maart. AVI E3, versie B: leerlingen die op de wintersignalering AVI M3 beheerst gescoord hebben, worden nu getoetst met AVI E3, kaart B. Zie hiervoor. Zie hiervoor. Activiteiten voor goede lezers: zie periode 1 en 2. En: Werken met eenvoudige informatieve teksten (bijvoorbeeld mini-informatie- boekjes), de informatie verwerken in een poster, werkstukje of een presentatie Verhalen schrijven en voorlezen Gedichten en versjes schrijven en voorlezen Lees en -schrijfactiviteiten met de computer

38 Bijlage Periode 4 Groepsplan aanvankelijk lezen Methode: Periode 1: eind maart - juni Naam Basisschool Groep: 3 periode 4 Leraar: Datum: Subgroep/namen Wat wil ik bereiken? Doel Inhoud (wat) Aanpak/methodiek (hoe) Organisatie Evaluatie Meetmoment 4: Leeslessen voor de Woordniveau: directe instructie van Correct en vlot lezen van teksten Basisgroep juni/ groep als geheel: langere woorden. Aandacht voor het met: Eenlettergrepige woorden, eindsignalering. DMT; kaart 1B, in ieder geval 6 uur ontdekken van letterpatronen en de Namen: per week. In de leeslessen: Groepsinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige structuur van woorden. ook woorden met 2B, 3B AVI E3, kaart A verwerking letterclusters (2 en 3 letters) (bijvoorbeeld Dooroefenen van mkm-woorden en voor- en achteraan en 8 lessen van 45 woorden met letterclusters en minuten) spellingpatronen. woorden met spellingpatronen Tweelettergrepige woorden Vloeiend lezen van adequate Het is van groot belang om dagelijks teksten op beheersings- te blijven oefenen met het lezen van niveau, met intonatie en eerder aangeboden woordtypen, met in betekenisvolle name aan de hand van woordrijen woordgroepen wanneer de gebruikte methode daarin niet voorziet. AVI E3-beheersingsniveau. Motiverend herhalen en oefenen is belangrijk. De frequentie van het oefenen is belangrijker dan de duur. Hierbij is aandacht voor het tempo nodig (via zandloper, stopwatch).

39 Bijlage 7 Tekstniveau: er wordt consequent aandacht gegeven aan de expressie van het lezen van de tekst. Het gaat om korte teksten die voor dit doel geschikt zijn. Er wordt een brug gelegd van het technisch lezen naar het begrijpend lezen. In deze periode is er veel tijd en aandacht voor het lezen van teksten. De vaardigheid in het tekst lezen in groep 3 is de belangrijkste voorspeller voor het leessucces daarna. Een ruim aanbod van goede boekjes en leesteksten is hiervoor een voorwaarde. Geschikte leesvormen zijn: Meelezen Duolezen Tutorlezen Stillezen Theaterlezen De leesvormen zijn beschreven in: Smits, A. & Braam, T. (2006). Dyslectische kinderen leren lezen. Amsterdam: Boom. In aanvulling op de technische leesinstructie is aandacht voor leesmotivatie en leesplezier bijzonder belangrijk. 315

40 Bijlage Zorggroep Namen: In de leeslessen: Groepsinstructie Verlengde instructie Begeleide oefening Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige verwerking Vanaf april kan in aanvulling op het leesonderwijs met de methode het interventieprogramma Connect Vloeiend lezen worden aangeboden voor leerlingen die moeite hebben met het vlot lezen. Het programma is beschreven in: Smits, A. & Braam, T. (2006). Dyslectische kinderen leren lezen. Amsterdam: Boom. Leeslessen voor de groep als geheel: in ieder geval 6 uur per week. (bijvoorbeeld 8 lessen van 45 minuten) Daarbinnen/ daarnaast: 1 uur verlengde instructie en begeleide oefening met de leraar, bijvoorbeeld tijdens 5 lessen 15 minuten, of tijdens 6 lessen 10 minuten. Eventueel: extra interventieprogramma Connect Klanken en letters: 3 x minuten per week, individueel of in een kleine groep. Meetmoment 4: juni. Leestempo DMT; kaart 1, 2, 3 AVI E3 Zie hiervoor. Zie hiervoor. Aandachtspunten voor risicoleerlingen: Intensiveren Reguliere methode Dezelfde didactiek Interventies zijn gericht op automatiseren! Klankletterniveau: nog niet voldoende correct en/of vlot beheerste letters blijven oefenen, totdat ze beheerst worden, niet als geïsoleerde letters, maar in woorden in de context van de tekst. Woordniveau: Accent op het lezen van nieuwe woorden Onderhouden van de geleerde letters/woorden door het lezen van woordrijen Automatiseren door herhaald lezen (onder andere voor-koor-zelf) Voor deze leerlingen: het accent leggen op het oefenen van de woorden met letterclusters, zoals worst en stroop. Dit is belangrijker dan het oefenen van meerlettergrepige woorden.

41 Bijlage 7 Interventies op tekstniveau: Herhaald lezen van teksten met behulp van voor-koor-zelf In deze periode met de zwakke lezers oefenen op E3-instructieniveau, ook al beheersen ze M3 nog niet Blijvende aandacht voor het lezen met expressie op beheersingsniveau, waardoor teksten betekenis krijgen voor de leerlingen 317 Plusgroep Namen: In de leeslessen: Groepsinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige verwerking Of: Korte werkinstructie Zelfstandige verwerking Feedback op zelfstandige verwerking Leeslessen voor de groep als geheel: in ieder geval 6 uur per week. (bijvoorbeeld 8 lessen van 45 minuten) Binnen de leeslessen kunnen de goede lezers meer tijd besteden aan zelfstandig lezen. Meetmoment 4: juni. Leestempo DMT; kaart 1, 2, 3 AVI E3 Zie hiervoor. Zie hiervoor. Activiteiten voor goede lezers: aandacht voor activiteiten en materialen die een beroep doen op begrijpend lezen. Met informatieve en verhalende teksten.

42 Bijlage 8 Voorbeeld groepsplan voortgezet lezen groep 4 en 5 Deze bijlage geeft een voorbeeld van een groepsplan dat gebruikt kunnen worden voor het voortgezet lezen in groep 4 en 5. In dit voorbeeld van een groepsplan wordt de groep verdeeld in drie subgroepen: Basisgroep leerlingen Dit zijn de leerlingen met een normale leesontwikkeling. Ze hebben genoeg aan de basislijn van de methode, met de normale instructie van en begeleide oefening met de leraar. Zorggroep leerlingen Dit zijn de leerlingen met een moeizame leesontwikkeling. Zij hebben extra instructie en begeleiding van de leraar nodig. Plusgroep leerlingen Dit zijn de leerlingen met een vlotte leesontwikkeling. Per les gaat de leraar na of deze leerlingen meedoen met de groepsinstructie of dat ze na een korte werkinstructie zelfstandig aan het werk kunnen gaan. Het groepsplan is bedoeld als voorbeeld. De leraar maakt een groepsplan dat specifiek op de eigen groep van toepassing is. 318

43 Bijlage 8 Groepsplan voortgezet technisch lezen Methode: Periode: Naam Basisschool Groep: 4 / 5 Leraar: Datum: Subgroep/namen Wat wil ik bereiken? Doel Inhoud (wat) Aanpak/methodiek (hoe) Organisatie Evaluatie DMT Met leraar: VTL-methode + Minimaal 2 AVI-niveaus Basisgroep AVI: Dag: per schooljaar (een M- of Leerlingen die Tijd: De leraar als model: Hardopdenkend lezen Voor-koor-zelf vloeiend lezen oefenen met teksten op het een E-niveau). Namen: het niveau van Zonder leraar: hoogste instructieniveau of dat moment in Dag: Methodische aanpak: met of daarboven lezen van teksten naar eigen keuze lezen van gevarieerde teksten: Vloeiend lezen op het schooljaar Tijd: zonder leraar? Hoe vaak per beheersingsniveau. beheersen, week met leraar/zonder worden 1 niveau Zonder leraar, leraar? verhalend, informatief, zoals Leerlingen worden hoger getoetst. toezicht door 4 x per week.. minuten verhalenbundels, gedichten, strips, zelfstandige en Afhankelijk of Dag: Zelfstandig lezen: tijdschriften, informatieve teksten gemotiveerde lezers. dat niveau op Tijd: beheersing of Met leraar:.. x per week.. minuten stillezen duolezen Minimaal AVI M4/M5- instructie gelezen Dag: beheersingsniveau aan het wordt, worden Tijd: eind van deze periode. leerlingen ingedeeld Klassikale leesvormen: Minimaal AVI E4/E5- bij de basisgroep Zonder leraar,.. x per week.. minuten meelezen radiolezen theaterlezen beheersingsniveau aan het of de plusgroep. toezicht door eind van dit schooljaar Dag: Tijd: Totale effectieve leestijd per dag:.. minuten. Lezen buiten de groep: tutor voor jongere leerling voorlezen aan jongere leerling 319

44 Bijlage Zorggroep Namen: Plusgroep Namen: Minimaal 2 AVI-niveaus per schooljaar (een M- of een E-niveau) Vloeiend lezen op beheersingsniveau. Leerlingen worden zelfstandige en gemotiveerde lezers. Minimaal AVI M4/M5- beheersingsniveau aan het eind van deze periode Minimaal AVI E4/E5- beheersingsniveau aan het eind van dit schooljaar. Totale effectieve leestijd per dag:.. minuten. Verder doorontwikkelen van leesvaardigheid. Vloeiend lezen op beheersingsniveau. Leerlingen worden zelfstandige en gemotiveerde lezers. Totale effectieve leestijd VTL-methode + vloeiend lezen ondersteund oefenen met teksten ruim boven het hoogste instructieniveau of daarboven lezen van teksten naar eigen keuze lezen van gevarieerde teksten: verhalend, informatief, zoals verhalenbundels, gedichten, strips, tijdschriften, informatieve teksten per dag:.. minuten. Methodische aanpak: ondersteund lezen met de leraar, waarbij teksten herhaald gelezen worden 4-5 x per week.. minuten Zelfstandig lezen:.. x per week.. minuten stillezen duolezen Klassikale leesvormen:.. x per week.. minuten meelezen radiolezen theaterlezen Lezen buiten de groep: tutor voor jongere leerling voorlezen aan jongere onderhoudsprogramma vloeiend lezen oefenen met teksten op leerling... Onderhoud van vloeiend lezen: 1 x per week.. minuten Zelfstandig lezen:.. x per week.. minuten stillezen duolezen Klassikale leesvormen: Met leraar: Dag: Tijd: Zonder leraar, toezicht door Dag: Tijd: Met leraar: Dag: Tijd: Zonder leraar, toezicht door Dag: Tijd: DMT AVI: beheersingniveau vaststellen en doortoetsen naar hoogste instructieniveau, zie pagina terug... x per week.. minuten meelezen radiolezen theaterlezen Lezen buiten de groep: tutor voor jongere leerling voorlezen aan jongere leerling beheersingsniveau of daarboven lezen van teksten naar eigen keuze lezen van gevarieerde teksten: verhalend, informatief, zoals verhalenbundels, gedichten, strips, tijdschriften enzovoort

45 Voorbeeld groepsplan onderhouden leesvaardigheid groep 6, 7 en 8 Bijlage 9 Deze bijlage geeft een voorbeeld van een groepsplan dat gebruikt kan worden voor het onderhoud van het voortgezet lezen in groep 6, 7 en 8. In het voorbeeld van het groepsplan wordt de groep verdeeld in drie subgroepen: Basisgroep leerlingen Dit zijn de leerlingen met een normale leesontwikkeling. Ze hebben genoeg aan het onderhouden van hun leesvaardigheid. Dit kan aan de hand van de basislijn van een methode, maar dit kan ook door het vaak en veel lezen van gevarieerde tekstgenres met de normale instructie van en begeleide oefening met de leraar. Zorggroep leerlingen Dit zijn de leerlingen met een moeizame leesontwikkeling. Wellicht beheersen ze het technisch lezen niet op het gewenste beheersingsniveau. Zij hebben extra instructie en begeleiding van de leraar nodig. Voor de leraar kan een methodische lijn hierbij ondersteunend zijn. Plusgroep leerlingen Dit zijn de leerlingen met een vlotte leesontwikkeling. Per les gaat de leraar na of deze leerlingen meedoen met de groepsinstructie of dat ze na een korte werkinstructie zelfstandig aan het werk kunnen gaan. Het groepsplan is bedoeld als voorbeeld. De leraar maakt een groepsplan dat specifiek op de eigen groep van toepassing is. 321

46 Bijlage Groepsplan onderhoud voortgezet lezen Methode: Periode: Naam Basisschool Groep: 6 / 7 / 8 Leraar: Datum: Subgroep/namen Wat wil ik bereiken? Doel Inhoud (wat) Aanpak/methodiek (hoe) Organisatie Evaluatie DMT Met leraar: Methodische aanpak: onderhoudsprogramma Vloeiend lezen op Basisgroep AVI: doortoetsen Dag: beheersingsniveau: vlot, naar hoogste Tijd: vloeiend lezen oefenen met teksten op correct en met expressie, Namen: instructieniveau. Zonder leraar: zowel verhalend als Leerlingen die Dag: beheersingsniveau of daarboven lezen van teksten naar eigen keuze lezen van gevarieerde teksten: informatief. het niveau van dat Tijd: moment in het verhalend, informatief, zoals Leerlingen worden schooljaar Zonder leraar, Zelfstandig lezen: verhalenbundels, gedichten, strips, zelfstandige en beheersen, toezicht door.. x per week.. minuten stillezen duolezen tijdschriften inzet van de computer om gemotiveerde lezers. worden 1 niveau Dag: hoger getoetst. Tijd: gevarieerd te lezen, ook digitale AVI M6/M7/M8- Afhankelijk of dat teksten raakvlakken met begrijpend lezen; beheersingsniveau aan het Met leraar: Klassikale leesvormen: einde van deze periode. niveau op beheersing of instructie Dag:.. x per week.. minuten meelezen radiolezen theaterlezen teksten die worden gelezen krijgen gelezen wordt, Tijd: betekenis door praten, schrijven, AVI E6/E7/E8- worden ze herlezen beheersingsniveau aan het ingedeeld bij de einde van dit schooljaar. basisgroep of de plusgroep. Totale effectieve leestijd Zonder leraar, Lezen buiten de groep: tutor voor jongere leerling voorlezen aan jongere per dag:.. minuten. toezicht door Dag: Tijd: leerling

47 Bijlage 9 vloeiend lezen ondersteund oefenen met teksten ruim boven het hoogste instructieniveau of daarboven, 323 Zorggroep afgestemd op de leerbehoeften lezen van teksten naar eigen keuze lezen van gevarieerde teksten: verhalend, informatief, zoals Namen: Plusgroep Namen: Vloeiend lezen op beheersingsniveau. Leerlingen worden zelfstandige en gemotiveerde lezers. AVI M6/M7/M8- beheersingsniveau aan het einde van deze periode. AVI E6/E7/E8- beheersingsniveau aan het einde van dit schooljaar. Totale effectieve leestijd per dag:... minuten. Brede leesontwikkeling bevorderen: vlot, correct en met expressie lezen. Leerlingen worden zelfstandige en gemotiveerde lezers. AVI M6/M7/M8/Plusbeheersingsniveau aan het einde van deze periode AVI E6/E7/E8/Plusbeheersingsniveau aan het einde van dit schooljaar. Totale effectieve leestijd per dag:.. minuten. Methodische aanpak: ondersteund lezen met de leraar, waarbij teksten herhaald gelezen worden 4-5 x per week minuten verhalenbundels, gedichten, strips, tijdschriften inzet van de computer voor het lezen van digitale teksten of voor de verwerking van leesactiviteiten lezen van teksten naar eigen keuze lezen van gevarieerde teksten: zoals verhalend, informatief, verhalenbundels, gedichten, strips, tijdschriften enzovoort inzet van de computer voor het Zelfstandig lezen:.. x per week.. minuten stillezen duolezen Klassikale leesvormen:.. x per week.. minuten meelezen radiolezen theaterlezen Lezen buiten de groep: tutor voor jongere leerling voorlezen aan jongere leerling... Onderhoud van vloeiend lezen: 1 x per week.. minuten Zelfstandig lezen:.. x per week.. minuten stillezen duolezen Met leraar: Dag: Tijd: Zonder leraar, toezicht door Dag: Tijd: Met leraar: Dag: Tijd: Zonder leraar, toezicht door Dag: Tijd: DMT AVI: beheersingsniveau vaststellen en doortoetsen naar hoogste instructieniveau Klassikale leesvormen:.. x per week.. minuten meelezen radiolezen theaterlezen Lezen buiten de groep: tutor voor jongere leerling voorlezen aan jongere leerling lezen van digitale teksten of voor de verwerking van leesactiviteiten raakvlakken met begrijpend lezen; teksten die worden gelezen krijgen betekenis door praten, schrijven, herlezen

48 Bijlage 10 Format groepsoverzicht lezen groep 3 tot en met Namen leerlingen Schooljaar: Groep: Leraar: Periode: Toets DMT Datum: Score: Toets Woorden-schat Strategiegebruik Lezen met expressie Toets Methodetoets Methodetoets Begr. lezen Toets AVI 13. Datum: Datum: Datum: Datum: Datum: 14. Score: Score: Score: Score: Score: + ± - + ± - Achter- + ± - + ± - Didactische onderwijs- behoeften Basis Zorg Plus Observatiegegevens Gesprekken Overige relevante informatie 15. grond- kennis Leesmotivatie & werkhouding Pedagogische onderwijsbehoeften

49 Bijlage Zie toelichting op volgende pagina.

50 Bijlage 10 Toelichting Kolom Namen leerlingen Vul de namen van de leerlingen in. Kolommen Toetsgegevens In deze kolommen worden de meest recente toetsgegevens opgenomen. Dit zijn zowel methodeonafhankelijke toetsen als methodegebonden toetsen. Kolommen Lezen met expressie, Strategiegebruik, Achtergrondkennis, Leesmotivatie en werkhouding Deze kolommen hebben betrekking op factoren die relevant zijn voor de ontwikkeling van leesvaardigheid. In deze kolommen kan voor iedere leerling worden vermeld hoe de stand van zaken is op basis van de uitkomsten van observaties in de klas, analyses van het werk en gesprekken met leerlingen en ouders. Hiervoor worden de volgende codes gebruikt: + = Goede of voldoende beheersing +/- = In ontwikkeling, nog geen beheersing, vraagt aandacht - = Stagnatie, geen of onvoldoende ontwikkeling, vraagt intensieve aandacht De leerlingen met de code in ontwikkeling of stagnatie zijn de leerlingen die extra mogelijkheden moeten krijgen om activiteiten uit te voeren die op het specifieke domein gericht zijn. De leerlingen met de code geen of onvoldoende ontwikkeling zullen, op het specifieke domein, extra aandacht nodig hebben. 326 Kolom Didactische onderwijsbehoeften In deze kolom worden op basis van de verzamelde gegevens de didactische behoeften van de leerling benoemd. Het gaat hier om de indeling in drie subgroepen: Basisgroep Zorggroep: leerlingen die meer begeleiding nodig hebben Plusgroep: leerlingen die meer uitdaging aankunnen Kolom Observatiegegevens, gesprekken, overige relevante informatie In deze kolom worden de gegevens genoteerd die bekend zijn naar aanleiding van observaties en gesprekken met leerlingen. Ook kan andere relevante informatie worden genoteerd. Het gaat om gegevens die relevant zijn voor de taalontwikkeling. Deze kolom wordt alleen ingevuld wanneer van toepassing en hoeft niet voor alle leerlingen ingevuld te worden. Kolom Pedagogische onderwijsbehoeften In deze kolom worden op basis van de verzamelde gegevens de pedagogische behoeften van de leerling. Het gaat hierbij vooral om specifieke kenmerken en behoeften van leerlingen die van invloed zijn op taalontwikkeling.

51 Format groepsplan lezen groep 3 tot en met 8 Bijlage Groep: Schooljaar: Leraar: Periode: Subgroep/namen Doel Inhoud Wat wil ik met deze leerlingen in deze periode bereiken? Wat bied ik de leerlingen aan? Basisgroep Organisatie Aanpak/methodiek lesmodel instructie instrumenten/ werkvormen dag + tijd tijd met leraar tijd zelfstandig Monitoring Hoe volg ik de ontwikkeling van de leerlingen? Namen: Evaluatie aan het einde van het groepsplan: Zijn de doelen voor deze leerlingen bereikt? Wat betekent dat voor het volgende groepsplan?

52 Bijlage Aanpak/methodiek Subgroep/namen Doel Wat wil ik met deze leerlingen in deze periode bereiken? Zorggroep Inhoud Wat bied ik de leerlingen aan? lesmodel instructie instrumenten/ werkvormen Organisatie dag + tijd tijd met leraar tijd zelfstandig Monitoring Hoe volg ik de ontwikkeling van de leerlingen? Namen: Evaluatie aan het einde van het groepsplan: Zijn de doelen voor deze leerlingen bereikt? Wat betekent dat voor het volgende groepsplan?

53 Bijlage Aanpak/methodiek Subgroep/namen Doel Wat wil ik met deze leerlingen in deze periode bereiken? Plusgroep Inhoud Wat bied ik de leerlingen aan? lesmodel instructie instrumenten/ werkvormen Organisatie dag + tijd tijd met leraar tijd zelfstandig Monitoring Hoe volg ik de ontwikkeling van de leerlingen? Namen: Evaluatie aan het einde van het groepsplan: Zijn de doelen voor deze leerlingen bereikt? Wat betekent dat voor het volgende groepsplan?

54 Bijlage 12 Observatieschaal vloeiend lezen Naam van de lezer: Naam van de luisteraar of de meelezer: Datum: Geef bij elke uitspraak aan hoe u deze beoordeelt: 1 = Onvoldoende 2 = Matig 3 = Voldoende 4 = Goed 5 = Zeer goed De stem van de lezer wisselde van toon De lezer heeft verschillende stemmen gegeven aan de verschillende personen in de tekst Het tempo van het lezen was goed De lezer heeft duidelijk verstaanbaar gelezen De lezer maakte de tekst leuk/interessant om naar te luisteren (Cahill & Gregory, 2011)

55 Zelfobservatieschaal vloeiend lezen Bijlage 13 Ik kan lezen zoals ik praat! Naam: Klas: Datum: Tekst: Niveau: Hoe snel lees ik? Is het leuk om naar mij te luisteren? Ik lees niet te snel en niet te langzaam. Ik kan woorden in één minuut lezen Ik kan zo voorlezen dat ik lees zoals ik praat. Als ik voorlees valt niemand in en dat is op/boven het niveau. Ik haper soms en af en toe herhaal ik een woord. Ik kan woorden in één slaap! Ik kan stukjes van een tekst wel op toon lezen. Ik lees de meeste punten en minuut lezen en dat is op/net onder het komma s wel, maar niet altijd. Het lukt niveau. Ik haper en ik herhaal vaak. Ik kan woorden in één minuut lezen en dat is onder het niveau. niet altijd om een stukje van de zin in één keer te lezen Ik lees woordje voor woordje. Mijn toon is nog vlak. Stoppen bij de punten vergeet ik. Ik ga proberen om: Ik ga proberen om: 331 Lees ik veel fouten? 99 tot 100 procent lees ik goed; ik maak een of twee fouten in lastige leesmoeilijkheden. Ik kan zelfstandig de tekst goed lezen. 95 tot 98 procent lees ik goed; ik maak een paar fouten en de meeste heb ik wel verbeterd, vooral de kleine foutjes. Ik heb hierbij toch nog wel wat hulp nodig. 94 procent en minder lees ik goed; sommige woorden raad ik en ik denk ook dat het soms een beetje raar klinkt. Ja, ik heb wel echt hulp nodig. Ik ga proberen om: Begrijp ik wat ik lees? Ik snap het helemaal! Ik zou alle vragen over de tekst kunnen beantwoorden! Ik snap het wel een beetje waar de tekst vooral over gaat. Ik denk dat ik niet alles meer weet. Ik denk niet dat ik alle vragen kan beantwoorden over deze tekst. Ik heb de tekst gewoon gelezen en niet goed over het onderwerp nagedacht. Ik denk niet dat ik iets geleerd heb van de tekst. Ik ga proberen om: Dit model is ontwikkeld door K. van de Mortel, CPS, 2011.

56 Bijlage 14 Voorbeeld weekplanning groep 1 en Intensieve instructie: Verrijkingsgroep: Opmerkingen: Evaluatie op doel: Activiteit en doel activiteit: Ontwikkelingsgebieden: WEEK 6 Maandag Ochtend Vrije inloop Eigen keuze materialen Kring/woordenschat Preteaching voor middagactiviteit Werkperiode Fonemisch bewustzijn: Kleine kring begeleiden in de huishoek Pauze/eten/voorlezen Na instructie Rekenen, leraargestuurde activiteit - Situatie creëren - Spel begeleiden Bewegingsonderwijs Rekenbegrippen uit activiteit in spel buiten Muziek/drama Middag Fonemisch bewustzijn Werkperiode Instructie op activiteit op niveau (10 minuten) Bewegingsonderwijs Bij afronding: korte herhaling activiteiten fonemisch bewustzijn Dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag - Tabel invullen zoals op maandag

57 Reflecteren op IGDI+ Bijlage 15 Vooraf Heb ik er van tevoren over nagedacht op welke wijze ik het onderwerp wil introduceren? Hoe heb ik leerlingen gemotiveerd en op de les gericht? Beheers ik de materie zelf voldoende? Beheers ik de aan te leren strategieën voldoende? Terugblik Waarom en waarop laat ik de leerlingen terugblikken? Wat is de relatie tussen de terugblik en de nieuwe stof? Hoe activeer ik alle leerlingen om terug te blikken? Voorkennis Weet ik welke voorkennis en begrippen voorwaardelijk zijn voor de komende les? Ben ik helder en eenduidig in het gebruik van deze begrippen? Zijn de begrippen die ik hanteer methode-proof? Doelstelling Heb ik de doelstelling van de les in leerlingentaal verwoord? Communiceer ik helder over dit doel? Maak ik hierbij onderscheid tussen inhoud en strategie? Geef ik adequate voorbeelden? Presentatie Hoe heb ik alle leerlingen bewust gemaakt van het lesdoel? Hoe heb ik hen gemotiveerd? Heb ik helder op welke manier ik een te leren strategie kan voordoen (modelen)? Zijn de denkstappen die ik voordoe eenduidig en door leerlingen over te nemen? Heb ik de leerlingen voldoende bewust gemaakt van het feit dat ik een strategie demonsteer? 333 Begeleide oefening Creëer ik passende werkvormen om leerlingen de aanpak in interactie te laten oefenen? Heb ik de werkvorm voldoende duidelijk gemaakt en zo nodig gedemonstreerd? Waren de opdrachten om te oefenen voldoende concreet? Heb ik daarbij afspraken gemaakt over het proces en over de tijd? Verwerking Heb ik doelgerichte keuzes gemaakt in de verwerkingsstof? Differentieer ik naar de verwerkingsbehoeften van leerlingen? Heb ik een zinvol verwerkingsaanbod voor alle leerlingen? Zijn de opdrachten duidelijk voor alle leerlingen? Ben ik duidelijk geweest over wel of niet samenwerken aan de opdrachten? Differentiatie Heb ik helder wat de verschillen in instructiebehoeften zijn tussen de leerlingen? Heb ik een zinvol aanbod voor de plusleerlingen?

58 Bijlage 15 Is mijn klassenorganisatie op orde om bijvoorbeeld verlengde instructie te geven, feedbackrondes te lopen en werkinstructie aan de plusleerlingen te geven? Feedback Geef ik leerlingen doelgerichte feedback op hun inbreng? Hoe geef ik feedback op het schriftelijke werk van leerlingen? 334

59 Websites rondom lezen Bijlage 16 Websites voor kinderen en jongeren boekentop10.com Deze website geeft de actuele boeken top 10 per genre. boekenzoeker.org Het boekenaanbod voor jonge lezers is bijzonder groot. Kiezen is niet altijd makkelijk. De Boekenzoeker helpt een boek te vinden dat bij je past. Voor elke leeftijd is er een boekenzoeker, namelijk van 0-8, van 8-12 en ook van jaar. kjoek.nl Website voor kinderen met informatie over allerlei soorten kinderboeken en over schrijvers. Je kunt er boekentips krijgen op basis van de boeken die je al gelezen hebt. Ook kun je er met andere lezers in gesprek gaan over boeken. leesfeest.nl Website voor kinderen, opgericht door jeugdboekenrecensent Bas Maliepaard. Schrijvers geven er een kijkje in hun keuken, maar je leest er ook recensies en je vindt er de rubriek leesestafette, waarin schrijvers elkaars boeken recenseren. leesplein.nl Op deze website vind je leestips, informatie over boeken en schrijvers, quizzen en nog veel meer. Elke leeftijd heeft zijn eigen plein : Voorleesplein voor 0-6 jaar Kinderboekenplein voor 6-12 jaar Jeugdboekenplein voor jaar 335 makkelijklezenplein.nl Op deze website vind je informatie, zoals tips, als je lezen moeilijk vindt. Er is een plein voor kinderen en een plein voor jongeren info Op deze website vind je bij elk schoolvak digitale informatie. Handig voor bijvoorbeeld je spreekbeurt. sss.nl Webite van de stichting Schrijvers School Samenleving met informatie over schrijvers die je kunt uitnodigen op school. Kijk eens op toscamenten.nl, jacquesvriens.nl of een van de vele websites van andere kinderboekenschrijvers. Veel bekende schrijvers van jeugdboeken hebben een eigen website. Hierop staat informatie over de schrijver zelf, over zijn of haar boeken en eventuele bewerkingen ervan. Vaak vind je er ook schrijftips voor kinderen.

60 Bijlage 16 Websites voor de projectcoördinator, leraar en mediathecaris beleven.org/verhalen Website met korte verhalen die te downloaden zijn. bibliotheek.nl Op deze website staan per leeftijdsgroep onder meer boekentips, digitale boeken, boekenapps en leestips vermeld. Verder vindt u er links naar alle lokale bibliotheken en tips over het zoeken van boeken. boekenboeien.nl De 20-delige reeks BoekenBoeien wil lezen en leren in elkaar over laten lopen. Twintig korte, makkelijk te lezen boeken, plezierig, spannend en herkenbaar, met daarin 1600 schooltaalwoorden verwerkt. Elk schoolvak komt aan bod. boekenpret.nl Website met informatie over leesbevordering en ouderbetrokkenheid bij leesbevordering. boekentop10.com Deze website geeft de actuele boeken top 10 per genre. 336 zwijsen.nl/kinderboeken Op deze site kunnen leesboeken besteld worden voor 3 tot en met 12 jarigen. Indeling op leeftijd, prijs en AVI-niveau. Inclusief apps en spellen bij diverse boeken. cpnb.nl Deze website geeft informatie over landelijke leesbevorderingscampagnes (onder andere de Boekenweek en Nederland Leest). Lessuggesties bij diverse campagnes zijn te downloaden. po-lessen.nl Startpagina met links voor alle schoolvakken naar extra materiaal als aanvulling op de lesstof: informatie, opdrachten, toetsen, lessen, video s en apps. debibliotheekopschool.nl Dit is de site bij het project De bibliotheek op school. Dit is een landelijke aanpak voor het primair onderwijs, waarin bibliotheken en scholen structureel samenwerken aan taalontwikkeling, leesbevordering en mediawijsheid van kinderen. Het project is een bundeling van kennis, ervaring en producten van beproefde projecten tot een samenhangend geheel. Onderdelen van De bibliotheek op school zijn onder meer: een digitale leesmonitor, het werken aan netwerken tussen bibliotheek, onderwijs en overheid, een scholingsprogramma voor bibliotheek en school, een leesplan, het voorzien in een collectie en een digitaal portaal. jongejury.nl Leesbevorderingsproject dat ieder jaar start in augustus. Leerlingen lezen tenminste vijf leesboeken die in het jaar daarvoor voor het eerst in het Nederlands zijn verschenen. Ze kunnen jeugdboekenauteurs nomineren voor de Prijs van de Jonge Jury.

61 Bijlage 16 justbooks.nl Website waar u kunt zoeken naar vindplaatsen van boeken die op internet te koop worden aangeboden. Het systeem zoekt in lijsten van antiquariaten, maar ook in bestanden van bijvoorbeeld bol.com. Er worden zowel tweedehands als nieuwe boeken aangeboden. leesplan.nl Leesplan is een initiatief van Stichting Lezen. Op de website is onder de tab Mijn leesplan voorzien in een digitaal format voor een uitvoerig en compleet leesplan. Naast het format zijn ook voorbeelden van andere scholen en instellingen opgenomen. Daarnaast bevat de website een projectenbank en achtergrondinformatie over lezen en leesbevordering. kunstvanlezen.nl Dit is de website bij het landelijk project De Kunst van Lezen. Kunst van Lezen kent op dit moment vier programmalijnen: Invoeren BoekStart in Nederland Faciliteren Bibliotheek op de Basisschool Kennismaking Cultuurhistorische Canon Landelijk dekkende voorziening van netwerken leesadviezen.nl Website gericht op de mediathecaris die ondersteunt bij het begeleiden van het keuzeproces van de leerling. De website bevat met name informatie over de keuze-cd-rom die te bestellen is. De cd-rom bestaat in een leerlingenvariant en een lerarenvariant. leesplein.nl Leesplein is een belangrijk verzamelpunt voor leesbevordering ten behoeve van kinderen en jongeren op het internet. Alles wat te maken heeft met jeugdboeken en lezen is er te vinden. De informatie is gerangschikt naar doelgroep: 0-6-jarigen 6-12-jarigen Ouders en professionals 337 lezen.nl De Stichting Lezen heeft als doel het lezen in de Nederlandse en Friese taal te bevorderen. De stichting stimuleert vernieuwende initiatieven, methodieken en instrumenten op het gebied van leesbevordering en literatuureducatie en stemt bestaande activiteiten op elkaar af. Ook het stimuleren van onderzoek en de verspreiding van onderzoeksresultaten behoort tot het werk van Stichting Lezen. Op de site zijn veel links te vinden naar praktische materialen en activiteiten zoals Leesplan en De weddenschap. lijsters.nl Website van Noordhoff Uitgevers. Op deze website kunnen leesboekenpakketten voor basis- en voortgezet onderwijs worden besteld. Ook voor het mbo is er een aanbod. Er kunnen zowel standaardpakketten worden besteld als zelf pakketten worden samengesteld. Op de website is, na aanmelding, digitaal lerarenmateriaal beschikbaar bij de leesboeken.

62 Bijlage 16 makkelijklezenplein.nl Op deze website vindt u praktische informatie over materialen voor leerlingen met leesproblemen. De informatie is gerangschikt naar doelgroep: de leerlingen zelf, leerkrachten, ouders en mediathecarissen. U vindt hier antwoord op vragen als: - Welke materialen zijn geschikt voor leerlingen met een leesprobleem? - Welke hulpmiddelen zijn er voor dyslectische leerlingen? - Hoe richt ik een Makkelijk Lezen Plek in in de schoolbibliotheek? ramsj.nl Via deze website zijn nieuwe boeken te krijgen tegen lage prijzen. Ook grotere partijen worden aangeboden. sss.nl Stichting Schrijvers School Samenleving bemiddelt en adviseert bij het organiseren van lezingen door schrijvers. taalsite.nl Website met informatie over het hoe en waarom van lezen in de klas en veel links naar andere websites over lezen in de klas. 338

63 Bijlage

64 Bijlage 17 Leesmotivatie- en leesinteresselijst Afname-instructies Elke leerling heeft een kopie van de lijst voor zich. De leerlingen die de lijst zelfstandig kunnen lezen, vullen de lijst zelf in. Voor de leerlingen die de lijst niet zelfstandig kunnen lezen, leest de leraar de stellingen hardop voor. Bij elke stelling waarderen de leerlingen met een cijfer het antwoord dat het best bij hen past. De leraar geeft, indien nodig of gewenst, uitleg met voorbeeldstellingen, bijvoorbeeld Ik ben dol op pizza of Ik houd heel erg veel van dieren. De leesmotivatie- en leesinteresselijst Elke vraag moet beantwoord worden met een van de volgende mogelijkheden: 1. Dat past helemaal niet bij mij. 2. Dat past niet zo erg bij mij. 3. Dat past wel een beetje bij mij. 4. Dat past helemaal bij mij. 340 Nieuwsgierigheid en interesse 1. Ik hou van lezen, want ik word er blij van als ik iets lees wat leuk of interessant voor me is. 2. Als mijn juf/meester over een interessant onderwerp praat, wil ik er wel meer over gaan lezen. 3. Ik heb verschillende onderwerpen waarover ik graag lees. 4. Ik lees om meer te leren over onderwerpen die me interesseren. 5. Ik lees graag over mijn hobby s, want dan kom ik er meer over te weten. 6. Ik vind het leuk om over nieuwe dingen iets te lezen. 7. Ik lees graag boeken over mensen in andere landen. Voorkeur voor genre 1. Als ik aan het lezen ben, kan ik zomaar de tijd vergeten. 2. Ik lees fantasieverhalen en sprookjes. 3. Ik houd van verhalen met een geheim erin. 4. Ik maak plaatjes in mijn hoofd als ik lees. 5. Als ik een goed boek lees, krijg ik het gevoel dat ik vrienden kan worden met de mensen uit het verhaal. 6. Ik lees graag avonturenverhalen. 7. Ik houd van een dik boek met één lang verzonnen verhaal erin. 8. Ik lees graag gedichten. Voorkeur voor uitdaging 1. Ik houd wel van een beetje moeilijk boek. 2. Als het onderwerp mij interesseert, dan kan ik ook wel moeilijke boeken en teksten lezen. 3. Ik vind het wel leuk als ik over de vragen in een boek moet nadenken. 4. Ik leer vaak moeilijke dingen omdat ik er iets over gelezen heb.

65 Bijlage 17 Leesniveau 1. Mijn leesniveau vertelt me hoe goed ik kan lezen 2. Ik wil graag weten op welk niveau ik lees. 3. Ik wil graag mijn leesniveau verbeteren. 4. Ik vind het leuk als mijn ouders vragen op welk leesniveau ik zit. Lezen in de sociale context 1. Ik ga graag alleen of met mijn familie naar de bibliotheek. 2. Ik lees graag mijn broertje of zusje voor. 3. Ik vind het leuk om met mijn vriendinnen/vrienden iets te ruilen om te lezen. 4. Ik lees mijn ouders wel eens voor. 5. Ik vind het leuk om mijn vriendinnen/vrienden te vertellen over wat ik heb gelezen. 6. Ik vind het leuk om thuis te vertellen over wat ik heb gelezen. Taakmotivatie 1. Ik lees, omdat ik de leestoetsen graag goed wil maken. 2. Ik lees, omdat ik wil lezen. 3. Ik lees alleen als het moet voor school. 4. Ik krijg graag complimentjes over mijn lezen. 341

66 Bijlage 18 Toetskalender technisch lezen Deze bijlage beschrijft welke toetsen in de toetskalender kunnen worden toegepast om de leesontwikkeling te volgen. We hebben de toetsen voor woordenschat en begrijpend lezen ook opgenomen, alhoewel deze publicatie niet ingaat op deze aspecten van de taal- en leesontwikkeling. Het is echter van belang om deze ontwikkeling juist bij iedere leerling in samenhang te bekijken. Goed omgaan met teksten is immers het resultaat van het samenhangend inzetten van lees-, taal- (met name woordenschat) en denkvaardigheden. Zet u de resultaten van de verschillende toetsen daarom per leerling naast elkaar. Zo krijgt u een eerste diagnostische indruk van leerlingen die moeite hebben met het omgaan met teksten. Bijlage 10, het groepsoverzicht sluit hierop aan en helpt u hierbij. In de leerlingvolgsystemen worden de resultaten van de afname van deze toetsen vastgelegd. Met behulp van de vaardigheidsscores per leerling krijgt u zo inzicht in de leesontwikkeling. Daarnaast is het van belang aandacht te besteden aan de toetsvorm. De toetstekst en de opgavenvormen zijn als een leesgenre te beschouwen dat een eigen aanpak vraagt. Voorkom dat leerlingen struikelen over de toetsvorm, het type vraagstellingen of opgavenvormen. Bereid de leerlingen er daarom op voor door korte expliciete instructie te bieden op de toetsvorm. 342 Wat toetsen de verschillende toetsen: SNEL-toets - mondelinge taalvaardigheid Taal voor Kleuters (TvK) - taalontwikkeling (passieve woordenschat, kritisch luisteren, klank en rijm, eerste en laatste woord horen, schriftoriëntatie en auditieve synthese) Toetsen Beginnende Geletterdheid (TBG) - beginnende geletterdheid (woordenschat, rijmen, letterkennis, analyse en synthese, benoemsnelheid) Kleutertoetsen Protocol Dyslexie (KP) - auditieve analyse en synthese, letterkennis, invented spelling, kleurentoets Screeningsinstrument Beginnende geletterdheid (SBG) - fonologisch bewustzijn, receptieve letterkennis. DMT - snelheid en accuraatheid waarmee leerlingen afzonderlijke woorden kunnen verklanken. AVI - vlotheid en accuraatheid waarmee leerlingen teksten kunnen verklanken. Toets Technisch Lezen (TTL) - vlotheid en accuraatheid waarmee leerlingen teksten stil kunnen lezen. Woordenschat (WS) - de omvang van de woordenschat en de diepte van de woordkennis. Toetsen Begrijpend Lezen (TBL) - denkvaardigheid van leerlingen. Toetsen Begrijpend Luisteren (TBLui) - luistervaardigheid van leerlingen Observatie instrumenten Vloeiend lezen: zie bijlagen 12 en 13 van deze publicatie. De inspectie beoordeelt de resultaten tijdens de schoolperiode aan de hand van toetsresultaten op de Toetsen Technisch Lezen (TTL) of de Drie Minuten Toets (DMT, in groep 3 en 4 alle aangegeven kaarten). Als deze advieskalender gevolgd wordt, wordt voldaan aan de eisen van de inspectie. Ontluikende en beginnende geletterdheid, groep 1 en 2 Aanbevolen wordt om, naast de observatie-elementen uit het op school gehanteerde observatiesysteem voor kleuters, genormeerde toetsen voor het volgen van de ontwikkeling in beginnende geletterdheid te gebruiken. Het gaat dan om SNEL-toets (Luinge, toets

67 Bijlage 18 voor mondelinge taalvaardigheid, Taal voor kleuters (Cito), Toetsen Beginnende Geletterdheid (Aarnoutse), Kleutertoetsen uit het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 1 en 2 en Screeningsinstrument Beginnende geletterdheid (Cito) op de door de toetsen aangegeven afnamemomenten. Voor het volgen van het fonemisch bewustzijn en letterkennis kan Taal voor Kleuters, de Rijmtoets en Benoemsnelheid TBG worden gebruikt. De overige toetsen kunnen als diagnostisch instrument worden ingezet. Voor het volgen van de ontwikkeling van de woordenschat kan Taal voor Kleuters als eerste signalering gebruikt worden. Diagnosticerend kan daarnaast gebruik gemaakt worden van de TBG woordenschattoetsen. Scholen die prioriteit geven aan woordenschatontwikkeling nemen in oktober bij alle leerlingen van groep 2 en in mei bij alle leerlingen van groep 1 TBG woordenschat af. Daarnaast wordt in mei bij de leerlingen van groep 2 die in oktober een IV en V-score gehaald hebben de TBG woordenschattoets opnieuw afgenomen. Aanvankelijk lezen, groep 3 Meetmoment 1 In oktober/november wordt de methodegebonden herfstsignalering afgenomen, halverwege de eerste periode aanvankelijk lezen. Als instrument wordt gebruik gemaakt van de herfstsignalering bij de eigen methode of die uit het Protocol leesproblemen en Dyslexie (2011). Essentiële onderdelen zijn actieve letterkennis, nieuwe woorden lezen, tekst lezen. Meetmoment 2 Halverwege groep 3, wanneer alle klank-tekenkoppelingen zijn aangeleerd, worden bij alle leerlingen een lettertoets (Grafementoets), een woordleestoets (DMT) en een teksttoets (AVI) afgenomen. In tegenstelling tot wat Cito adviseert pleiten wij ervoor om de leesontwikkeling van alle leerlingen in groep 3 te volgen door middel van leestoetsen die hardop gelezen worden. 343 Meetmoment 3 Aan het eind van groep 3 worden bij alle leerlingen een woordleestoets (DMT) en een teksttoets (AVI) afgenomen. Tussenmeting Bij leerlingen die op meetmoment 2 een onvoldoende resultaat behaalden op een of meer van de afgenomen toetsen, wordt halverwege de tweede periode aanvankelijk lezen deze toets(en) opnieuw afgenomen. Advies is dit ook te doen bij leerlingen die weliswaar op meetmoment 2 voldoende scoorden op de toetsen, maar naar het oordeel van de leraar, of blijkens de resultaten op de methodegebonden toetsen, stagnatie in hun leesontwikkeling vertonen. Voortgezet technisch lezen, groep 4 t/m 8 Meetmoment 1 en 2 Ook in groep 4 wordt bij alle leerlingen twee maal per jaar een woordleestoets (DMT) en een teksttoets (AVI) af te nemen. In groep 5 kan worden volstaan met twee maal per jaar een woordleestoets (DMT) en alleen op meetmoment 2 een teksttoets (AVI) bij alle leerlingen af te nemen. Dit om de toetsdruk te beperken. In groep 6, 7 en 8 wordt een keuze gemaakt: A. Bij alle leerlingen wordt twee maal per jaar een woordleestoets (DMT) en alleen op meetmoment 2 een teksttoets (AVI) afgenomen

68 Bijlage 18 of B. Bij alle leerlingen wordt de Toets Technisch Lezen (TTL) afgenomen. Bij leerlingen met een IV en V niveau worden aanvullend de DMT en AVI afgenomen. Bij leerlingen met een III niveau neemt u deze aanvullende toetsen eveneens af indien ze naar uw oordeel risico lopen te gaan behoren tot de zwak presterende groep. Noteer van de DMT welke versie op welk moment wordt afgenomen, zodat verschillende versies op opeenvolgende toetsmomenten gebruikt worden. Tussenmeting Leerlingen met een onvoldoende resultaat op meetmoment januari/februari en meetmoment mei/juni worden respectievelijk in april en november daaropvolgend opnieuw getoetst met DMT en AVI. Hierdoor kan het effect van de uitgevoerde interventies worden vastgesteld. Woordenschat groep 3 t/m 8 In principe wordt uitgegaan van één afnamemoment per schooljaar (M-toets) voor groep 3 tot en met 8. Begrijpend luisteren en begrijpend lezen Het is aan de school om te beslissen of ook in groep 3 en 4 toetsen voor begrijpend lezen worden afgenomen. 344 Cito ontwikkelde toetsen begrijpend luisteren. De toets meet de vaardigheid in het luisteren naar gesproken taal en geeft informatie te geven over de ontwikkeling van de luistervaardigheid. Het is aan de school om te beslissen of deze toetsen worden afgenomen. Scholen kunnen deze toetsen gebruiken als zij in groep 3 en halverwege groep 4 nog geen toetsen begrijpend lezen willen afnemen omdat er bijvoorbeeld nog geen methodisch aanbod is toegepast. De toetskalender, Cito en de herziene Protocollen Leesproblemen en Dyslexie (Expertisecentrum Nederlands) In de bijlage wordt de aanbevolen toetskalender gezet naast de toetskalender van Cito en de toetskalenders uit de herziene Protocollen Leesproblemen en Dyslexie. Aangegeven wordt wat de verschillen zijn en er vindt verantwoording van de gemaakte keuzes plaats. Gebruikte afkortingen: - SNEL = SNEL-toets - TvK = Taal voor Kleuters - TBG = Toetsen Beginnende Geletterdheid - KP = Kleutertoetsen Protocol - SBG = Screeningsinstrument Beginnende geletterdheid - SD = Screeningsinstrument Dyslexie - DMT = Drie Minuten Toets - TTL = Toets Technisch Lezen - WS = Woordenschat - TBL = Toetsen Begrijpend Lezen - TBLui = Toetsen Begrijpend luisteren

69 Bijlage 18 Groep 1 en 2 Advieskalender Toelichting keuzes (zie ook begeleidende tekst) Meetmoment Alle leerlingen Leerlingen met een verhoogd risico op leesproblemen Groep 1 begin SNEL - De SNEL-toets is een quickscan op mondelinge taalvaardigheid als eerste signalering. januari CITO (TvK) - Binnen de school dienen afspraken gemaakt te worden of en bij welke leerlingen die ingestroomd zijn de toets TvK afgenomen wordt. - Wat betreft woordenschat kan TvK als eerste signalering gebruikt worden. Diagnosticerend kan daarnaast in april gebruik gemaakt worden van de TBG woordenschattoets. april Rijmtoets (TBG) - Woordenschat (TBG) - Een eerste signalering op het gebied van klankbewustzijn wordt toegevoegd. juni TvK - Binnen de school dienen afspraken gemaakt te worden of en bij welke leerlingen die ingestroomd zijn de toets TvK afgenomen wordt. Groep 2 oktober - TBG of SBG - Het TBG en het SBG hebben diagnostische waarde: nav Rijmtoets en TvK (groep 1) worden diagnostische toetsen afgenomen bij risicoleerlingen. Maak een keuze welk diagnostisch instrument (TBG of SBG) u wilt gebruiken. U neemt dan wel alle deeltoetsen af. U neemt zowel in groep 2 als in groep 3 toetsen uit hetzelfde diagnostisch instrument af, zodat u de resultaten van verschillende toetsmomenten met elkaar kunt vergelijken. - TvK: maak een categorieënanalyse op groepsniveau om uw onderwijs te evalueren. - De Kleurentoets en de toets Letters benoemen (KP) zijn bedoeld om risicoleerlingen op relevante onderdelen te signaleren. De Kleurentoets heeft een voorspellende waarde voor automatisering (van bijvoorbeeld klank-letterkoppelingen). - Wat betreft woordenschat kan TvK als eerste signalering gebruikt worden. Diagnosticerend kan daarnaast gebruik gemaakt worden van de TBG woordenschattoetsen (oktober). januari - TvK - Kleurentoets en Letters benoemen (KP) 345

70 Bijlage april TBG: Benoemsnelheid letters en cijfers TBG - de Benoemsnelheid letters en cijfers blijkt een grote voorspeller voor vlot technisch lezen te zijn. U kunt ook voor de Kleurentoets (KP) en Letters Benoemen in mei/juni kiezen. - Het TBG (overige ) en het SBG hebben diagnostische waarde: naar aanleiding van de interventies van de afgelopen periode worden diagnostische toetsen afgenomen bij risicoleerlingen. Kies voor hetzelfde diagnostische instrument als in oktober (TBG of SBG). mei / juni - TvK - Kleurentoets en Letters benoemen (KP) - SBG - de Kleurentoets en Letters Benoemen (KP) blijkt een grote voorspeller voor vlot technisch lezen te zijn. (zie ook april TBG benoemsnelheid letters en cijfers) - Een actuele stand van zaken eind groep 2 maakt de overgang naar groep 3 gemakkelijker.

71 Bijlage 18 Groep 3 Advieskalender Toelichting keuzes (zie ook begeleidende tekst) Meetmoment Alle leerlingen Zwakkere leerlingen - TBG of SBG - Methodegebonden signalering om aanbod en interventies van de eerste weken te evalueren en tijdig bij te stellen. Naast correctheid is vooral ook aandacht voor de snelheid van het benoemen van letters van belang. - TBG en SBG zijn geschikt voor verder diagnostisch onderzoek bij zwakke leerlingen. - Methodegebonden herfstsignalering (uit methode of Protocol): - actieve letterkennis - nieuwe woorden lezen - tekst lezen oktober / november - Afname van de Grafementoets is toegevoegd om de beheersing van alle grafemen te toetsen nadat deze alle zijn aangeboden. - Bij de keuze van de toetsen is het uitgangspunt dat leerlingen getoetst worden door middel van hardop lezen, zowel op woord- als op tekstniveau. Het is goed om het lezen op tekstniveau al direct vanaf het begin van groep 3 te gaan oefenen, omdat tekstlezen de belangrijkste voorspeller is voor de verdere leesontwikkeling. - DMT-kaart 1 geeft een beeld van wat een leerling heeft opgestoken van de methodelessen, DMT-kaart 2 laat zien wat een leerling al meer kan dan in de methode is aangeboden. - Alleen leerlingen die een IV en V-score halen op kaart 1 hebben de komende periode extra begeleiding nodig. Daarom is het ook van belang de scores van kaart 1 en 2 apart te analyseren. In de leerlingvolgsystemen worden de scores op DMT kaart 1 en DMT kaart 2 vaak opgeteld. Aangeraden wordt om de scores op DMT kaart 1 en DMT kaart 2 apart te beoordelen en niet samen te voegen, in elk geval voor de zwakkere leerlingen. - Woordenschattoetsen kunnen in principe 1x per jaar afgenomen worden (M-toets). Indien woordenschatonderwijs een aandachtspunt is binnen de school of de resultaten zwak zijn, wordt aanbevolen om de toets 2x per jaar (M en E toets) af te nemen. - Grafementoets - DMT kaart 1 en 2 - AVI M3 - WS M3 januari / februari 347

72 Bijlage april - Grafementoets - DMT kaart 1en 2 - AVI M3 Eventueel aanvullend SBG - Tussentijdse evaluatie om vinger aan de pols te houden bij zwakke leerlingen: Dit is geen genormeerd moment voor de Grafementoets en DMT; een leerling kan alleen vergeleken worden met de eigen scores van januari/februari om de effectiviteit van de interventies van de afgelopen periode te evalueren. - Voor het opbouwen van een leerlingdossier bij een vermoeden van dyslexie is het in ieder geval van belang om na 10 weken extra begeleiding (tussenmoment) dezelfde toetsen (AVI en DMT) opnieuw af te nemen. Binnen de vergoedingsregeling dyslexie geldt dit als een officieel meetmoment voor de DMT, zodat vanaf eind groep 3 bij leerlingen waarbij het vermoeden van dyslexie duidelijk is, diagnostiek kan plaatsvinden. mei / juni - DMT kaart 1, 2 en 3 - AVI E3 - BL E3 (Cito) of - BLui E3 - AVI M3 - WS E3 (Cito) - BL E3 (Cito) of BLui E3 - Observatie instrumenten Vloeiend lezen: zie bijlagen 12 en 13 - Bij de keuze van de toetsen is het uitgangspunt dat leerlingen getoetst worden door middel van hardop lezen. - In de leerlingvolgsystemen worden de scores op de verschillende DMT kaarten vaak opgeteld. Aangeraden wordt om de scores op DMT kaart 1, kaart 2 en kaart 3 apart te beoordelen en niet samen te voegen, in elk geval voor de zwakkere leerlingen. - Bij zwakke leerlingen wordt AVI M3 afgenomen om de effectiviteit van de interventies van de afgelopen periode te evalueren. Bij zwakke lezers is het advies door te toetsen tot AVI-frustratieniveau, zodat duidelijk is op welk niveau extra begeleiding gegeven moet worden. - Woordenschattoetsen kunnen in principe 1x per jaar afgenomen worden (M-toets). Indien woordenschatonderwijs een aandachtspunt is binnen de school of de resultaten zwak zijn, wordt aanbevolen om de toets 2x per jaar af te nemen. - U kunt de Toets Begrijpend Luisteren (E toets) in deze periode afnemen. Wanneer er nog geen methode voor begrijpend lezen wordt toegepast, maar wel het begrijpend luisteren, dan ligt een afname van een toets begrijpend luisteren meer voor de hand. - U kunt de afname van de observatieschalen Vloeiend Lezen combineren met de afname van DMT en AVI. U doet dit wanneer u een beter beeld wilt krijgen van de leesvaardigheid betreffende tempo, correctheid, begrip en expressie en wanneer u de leerling expliciete informatie wilt geven over zijn leesontwikkeling

73 Bijlage 18 Groep 4 Advieskalender Toelichting keuzes (zie ook begeleidende tekst) Meetmoment Alle leerlingen Zwakke leerlingen - Tussentijdse evaluatie om vinger aan de pols te houden bij zwakke leerlingen: Dit is geen genormeerd moment, een leerling kan alleen vergeleken worden met de eigen scores van juni groep 3 om de effectiviteit van de interventies van de afgelopen periode te evalueren. Binnen de vergoedingsregeling dyslexie geldt dit wel als officieel meetmoment. - Voor het opbouwen van een leerlingdossier bij een vermoeden van dyslexie is het in ieder geval van belang om na 10 weken extra begeleiding (tussenmoment) dezelfde toetsen (AVI en DMT) opnieuw af te nemen. - DMT kaart 1, 2 en 3 - AVI E3 - Eventueel aanvullend SD oktober / november - Bij de keuze van de toetsen is het uitgangspunt dat leerlingen getoetst worden door middel van hardop lezen. Observatie instrumenten Vloeiend lezen: zie bijlagen 12 en 13 - DMT kaart 1, 2 en 3 - AVI M4 januari / februari - In de leerlingvolgsystemen worden de scores op de verschillende DMT kaarten vaak opgeteld. Aangeraden wordt om de scores op DMT kaart 1, kaart 2 en kaart 3 apart te beoordelen en niet samen te voegen, in elk geval voor de zwakkere lezers, zodat gerichte begeleiding gegeven kan worden. - WS M4 - BL M4 of - BLui M4 - Woordenschattoetsen kunnen in principe 1x per jaar afgenomen worden (M-toets). Indien woordenschatonderwijs een aandachtspunt is binnen de school of de resultaten zwak zijn, wordt aanbevolen om de toets 2x per jaar af te nemen. - U kunt de Toets Begrijpend Luisteren (M toets) in deze periode afnemen. Wanneer er nog geen methode voor begrijpend lezen wordt toegepast, maar wel het begrijpend luisteren, dan ligt een afname van een toets begrijpend luisteren meer voor de hand. - U kunt de afname van de observatieschalen Vloeiend Lezen combineren met de afname van DMT en AVI. U doet dit wanneer u een beter beeld wilt krijgen van de leesvaardigheid betreffende tempo, correctheid, begrip en expressie en wanneer u de leerling expliciete informatie wilt geven over zijn leesontwikkeling 349

74 Bijlage Tussentijdse evaluatie om vinger aan de pols te houden bij zwakke leerlingen: Dit is geen genormeerd moment, een leerling kan alleen vergeleken worden met de eigen scores van januari om de effectiviteit van de interventies van de afgelopen periode te evalueren. Binnen de vergoedingsregeling dyslexie geldt dit wel als officieel meetmoment. - Voor het opbouwen van een leerlingdossier bij een vermoeden van dyslexie is het in ieder geval van belang om na 10 weken extra begeleiding (tussenmoment) dezelfde toetsen (AVI en DMT) opnieuw af te nemen. april - DMT kaart 1, 2 en 3 - AVI M4 - Eventueel aanvullend SD mei / juni - DMT kaart 1, 2 en 3 - AVI E4 - BL E4 of - BLui E4 - WS E4 Observatie instrumenten Vloeiend lezen: zie bijlagen 12 en 13 - Bij de keuze van de toetsen is het uitgangspunt dat leerlingen getoetst worden door middel van hardop lezen. - In de leerlingvolgsystemen worden de scores op de verschillende DMT kaarten vaak opgeteld. Aangeraden wordt om de scores op DMT kaart 1, kaart 2 en kaart 3 apart te beoordelen en niet samen te voegen, in elk geval voor de zwakkere leerlingen. - Woordenschattoetsen kunnen in principe 1x per jaar afgenomen worden (M-toets). Indien woordenschatonderwijs een aandachtspunt is binnen de school of de resultaten zwak zijn, wordt aanbevolen om de toets 2x per jaar af te nemen. - U kunt de afname van de observatieschalen combineren met de afname van DMT en AVI. U doet dit wanneer u een beter beeld wilt krijgen van de leesvaardigheid betreffende tempo, correctheid, begrip en expressie en wanneer u de leerling expliciete informatie wilt geven over zijn leesontwikkeling.

75 Bijlage 18 Groep 5 Advieskalender Toelichting keuzes (zie ook begeleidende tekst) Meetmoment Alle leerlingen Zwakke leerlingen - Tussentijdse evaluatie om vinger aan de pols te houden bij zwakke leerlingen: Dit is geen genormeerd moment, een leerling kan alleen vergeleken worden met de eigen scores van juni groep 4 om de effectiviteit van de interventies van de afgelopen periode te evalueren. Binnen de vergoedingsregeling dyslexie geldt dit wel als officieel meetmoment. - Voor het opbouwen van een dyslexiedossier is het in ieder geval van belang om na 10 weken extra begeleiding (tussenmoment) dezelfde toetsen (AVI en DMT) opnieuw af te nemen. - DMT kaart 1, 2 en 3 - AVI E4 - Eventueel aanvullend SD oktober / november - Bij de keuze van de toetsen is het uitgangspunt dat leerlingen getoetst worden door middel van hardop lezen. - Alleen bij de zwakke leerlingen (IV en V score op DMT, bij III score op basis van oordeel leerkracht) wordt op dit meetmoment ook een teksttoets (AVI) afgenomen. - In de leerlingvolgsystemen worden de scores op de verschillende DMT kaarten vaak opgeteld. Aangeraden wordt om de scores op DMT kaart 1, kaart 2 en kaart 3 apart te beoordelen en niet samen te voegen, in elk geval voor de zwakkere leerlingen. - AVI M5 Observatie instrumenten Vloeiend lezen: zie bijlagen 12 en 13 - DMT kaart 1, 2 en 3 - WS M5 - BL M5 januari / februari - Woordenschattoetsen kunnen in principe 1x per jaar afgenomen worden (M-toets). Indien woordenschatonderwijs een aandachtspunt is binnen de school of de resultaten zwak zijn, wordt aanbevolen om de toets 2x per jaar af te nemen. - U kunt de afname van de observatieschalen combineren met de afname van DMT en AVI. U doet dit wanneer u een beter beeld wilt krijgen van de leesvaardigheid betreffende tempo, correctheid, begrip en expressie en wanneer u de leerling expliciete informatie wilt geven over zijn leesontwikkeling. 351

76 Bijlage april - DMT kaart 1, 2 en 3 - AVI M5 - Eventueel aanvullend SD - Tussentijdse evaluatie om vinger aan de pols te houden bij zwakke leerlingen: Dit is geen genormeerd moment, een leerling kan alleen vergeleken worden met de eigen scores van januari om de effectiviteit van de interventies van de afgelopen periode te evalueren. Binnen de vergoedingsregeling dyslexie geldt dit wel als officieel meetmoment. Voor het opbouwen van een leerlingdossier bij een vermoeden van dyslexie is het in ieder geval van belang om na 10 weken extra begeleiding (tussenmoment) dezelfde toetsen (AVI en DMT) opnieuw af te nemen. mei / juni - DMT kaart 1, 2 en 3 - WS E5 - AVI E5 Observatie instrumenten Vloeiend lezen: zie bijlagen 12 en 13 - Bij de keuze van de toetsen is het uitgangspunt dat leerlingen getoetst worden door middel van hardop lezen. - In de leerlingvolgsystemen worden de scores op de verschillende DMT kaarten vaak opgeteld. Aangeraden wordt om de scores op DMT kaart 1, kaart 2 en kaart 3 apart te beoordelen en niet samen te voegen, in elk geval voor de zwakkere leerlingen. - Woordenschattoetsen kunnen in principe 1x per jaar afgenomen worden (M-toets). Indien woordenschatonderwijs een aandachtspunt is binnen de school of de resultaten zwak zijn, wordt aanbevolen om de toets 2x per jaar af te nemen. - U kunt de afname van de observatieschalen combineren met de afname van DMT en AVI. U doet dit wanneer u een beter beeld wilt krijgen van de leesvaardigheid betreffende tempo, correctheid, begrip en expressie en wanneer u de leerling expliciete informatie wilt geven over zijn leesontwikkeling.

77 Bijlage 18 Groep 6, 7 en 8 Advieskalender Toelichting keuzes (zie ook begeleidende tekst) Meetmoment Alle leerlingen Zwakke leerlingen - Tussentijdse evaluatie om vinger aan de pols te houden bij zwakke leerlingen: Dit is geen genormeerd moment, een leerling kan alleen vergeleken worden met de eigen scores van juni in de voorgaande groep om de effectiviteit van de interventies van de afgelopen periode te evalueren. Binnen de vergoedingsregeling dyslexie geldt dit wel als officieel meetmoment. - Voor het opbouwen van een leerlingdossier bij een vermoeden van dyslexie is het in ieder geval van belang om na 10 weken extra begeleiding (tussenmoment) dezelfde toetsen (AVI en DMT) opnieuw af te nemen. - WS M8 - DMT kaart 3, eventueel 1 en 2 - AVI E5 / AVI E6 / AVI E7 - Eventueel aanvullend SD oktober / november - Bij de keuze van de toetsen is het uitgangspunt dat leerlingen getoetst worden door middel van hardop lezen, en dat DMT kaart 3 als uitgangspunt wordt genomen. Het vlot lezen van woorden is een goede eerste signalering voor de leesontwikkeling. - In de leerlingvolgsystemen worden de scores op de verschillende DMT kaarten vaak opgeteld. Aangeraden wordt om de scores op DMT kaart 1, kaart 2 en kaart 3 apart te beoordelen en niet samen te voegen, in elk geval voor de zwakkere leerlingen. - Alleen bij de zwakke leerlingen (IV en V score op DMT, bij III score op basis van oordeel leerkracht) wordt op dit meetmoment ook een teksttoets (AVI) afgenomen. - Woordenschattoetsen kunnen in principe 1x per jaar afgenomen worden (M-toets). Indien woordenschatonderwijs een aandachtspunt is binnen de school of de resultaten zwak zijn, wordt aanbevolen om de toets 2x per jaar af te nemen. - U kunt de afname van de observatieschalen combineren met de afname van DMT en AVI. U doet dit wanneer u een beter beeld wilt krijgen van de leesvaardigheid betreffende tempo, correctheid, begrip en expressie en wanneer u de leerling expliciete informatie wilt geven over zijn leesontwikkeling. - AVI M6 / AVI M7 / AVI Plus Observatie instrumenten Vloeiend lezen: zie bijlagen 12 en 13 - DMT kaart 3, eventueel 1 en 2 - BL M6-M8 - WS M6-M8 januari / februari 353

78 Bijlage april MT kaart 3, eventueel 1 en 2 - AVI M6 / AVI M7 / AVI Plus - Eventueel aanvullend SD - Tussentijdse evaluatie om vinger aan de pols te houden bij zwakke leerlingen: Dit is geen genormeerd moment, een leerling kan alleen vergeleken worden met de eigen scores van januari om de effectiviteit van de interventies van de afgelopen periode te evalueren. - Voor het opbouwen van een leerlingdossier bij een vermoeden van dyslexie is het in ieder geval van belang om na 10 weken extra begeleiding (tussenmoment) dezelfde toetsen (AVI en DMT) opnieuw af te nemen. mei / juni - DMT kaart 3, eventueel 1 en 2 - AVI E6 / AVI E7 Observatie instrumenten Vloeiend lezen: zie bijlagen 12 en 13 - Bij de keuze van de toetsen is het uitgangspunt dat leerlingen getoetst worden door middel van hardop lezen, en dat DMT kaart 3 als uitgangspunt wordt genomen. Het vlot lezen van woorden is een goede eerste signalering voor de leesontwikkeling. - In de leerlingvolgsystemen worden de scores op de verschillende DMT kaarten vaak opgeteld. Aangeraden wordt om de scores op DMT kaart 1, kaart 2 en kaart 3 apart te beoordelen en niet samen te voegen, in elk geval voor de zwakkere leerlingen. - Woordenschattoetsen kunnen in principe 1x per jaar afgenomen worden (M-toets). Indien woordenschatonderwijs een aandachtspunt is binnen de school of de resultaten zwak zijn, wordt aanbevolen om de toets 2x per jaar af te nemen. - U kunt de afname van de observatieschalen combineren met de afname van DMT en AVI. U doet dit wanneer u een beter beeld wilt krijgen van de leesvaardigheid betreffende tempo, correctheid, begrip en expressie en wanneer u de leerling expliciete informatie wilt geven over zijn leesontwikkeling.

79 Bijlagen 19 tot en met 23 Bijlagen voor de intern begeleider Ook de bijlagen 1, 2, 3 en 18 zijn relevant voor de intern begeleider. De bijlagen in dit boek kunt u ook downloaden op

80 Bijlage 19 Taken en verantwoordelijkheden van de intern begeleider, taalcoördinator en leesspecialist Een goede afstemming en duidelijke afspraken tussen de intern begeleider en de taalcoördinator zijn van belang; het voorkomt verwarring wie er welke taken en verantwoordelijkheden uitvoert. Er zijn scholen die geen taalcoördinator hebben maar een leesspecialist. Ook in die situaties is het afstemmingsgesprek noodzakelijk. Om zaken zoals over welke kennis de intern begeleider, de taalcoördinator of de leesspecialist zouden moeten beschikken en welke taken en verantwoordelijkheden tot zijn of haar activiteiten behoren, hebben we een checklist gemaakt. Deze checklist kan als een basis dienen voor het interne afstemmingsgesprek. Ook als er geen taalcoördinator of lees specialist binnen het team aanwezig is, kan het heel waardevol zijn om op teamniveau de checklist in te zetten om duidelijkheid te krijgen over wat er van wie verwacht mag worden. Kennis De intern begeleider/taalcoördinator/leesspecialist heeft kennis van de factoren van effectief onderwijs en alle aspecten van het leesonderwijs. De intern begeleider/taalcoördinator/leesspecialist: 356 heeft kennis van de factoren van effectief leesonderwijs het stellen van hoge doelen het belang van goede methoden de hoeveelheid tijd die besteed moet worden aan het leesonderwijs convergente differentiatie als uitgangspunt het geven van een effectieve instructie vroegtijdig signaleren en reageren monitoring beschikt over leesinhoudelijk kennis inhoudelijke kennis op het gebied van de doorgaande lijn de streefdoelen per leerjaar specifieke leesinhoudelijke kennis van de jaargroepen waar de intern begeleider verantwoordelijk voor is de didactische aspecten die van belang zijn voor de leesles in de verschillende jaargroepen de uitgangspunten van effectieve instructie en oefening effectieve werkvormen om leerlingen te ondersteunen bij het behalen van de gestelde doelen de zwakke en sterke punten van de methode (helicopterview) en hoe die aangevuld kunnen worden kennis van de bijdrage die gemotiveerd stillezen door leerlingen kan leveren aan leesontwikkeling van leerlingen kennis over het stimuleren van de leesmotivatie van leerlingen heeft kennis van interventies voor zwakke lezers kent de interventies die van belang zijn in de betreffende onderwijsperiode van de jaargroepen waar de intern begeleider verantwoordelijk voor is

81 Bijlage 19 kan een inschatting maken van de te verwachten moeilijkheden bij risicoleerlingen weet wanneer risicoleerlingen door de leraar begeleid dienen te worden en wanneer extra ondersteuning wenselijk is is op de hoogte van effectieve remediërende programma s als Connect en Ralfi beschikt over basiskennis dyslexie weet wanneer externe deskundigen ingeschakeld dienen te worden heeft kennis op het gebied van observaties en toetsen heeft kennis over de manier waarop een toets afgenomen dient te worden weet welke vaardigheden geobserveerd en of getoetst worden en wat de observaties en of de toetsuitslagen betekenen kan toetsresultaten lezen en interpreteren en kan daar, samen met andere relevante gegevens zoals de observaties, op schoolniveau, op groepsniveau en op leerling niveau conclusies en interventies aan verbinden kan na de analyse op groepsniveau de individuele scores van leerlingen interpreteren en daar conclusies en interventies aan verbinden op groeps- en schoolniveau heeft kennis van methoden en materialen op het gebied van leesonderwijs is op de hoogte van de materialen (organisatie en inhoud) die ingezet worden in groep 1 en 2 op het gebied van mondelinge taalvaardigheid, ontluikende en beginnende geletterdheid, fonemisch bewustzijn en letterkennis, begrijpend luisteren is op de hoogte van de knelpunten in de methode en materialen van groep 1en 2 en kan de leraren daarbij ondersteunen is goed bekend met de methode en de leerlijnen voor aanvankelijk lezen in groep 3 is op de hoogte van de knelpunten van de methode en materialen in groep 3 en kan leraren daarbij ondersteunen is goed bekend met de methode en de leerlijnen voor voortgezet lezen kent de knelpunten van de ingezette methode en leerlijnen in groep 4 en hoger en kan leraren daarbij ondersteunen kan in de bovenbouw het differentiatie proces ondersteunen ten aanzien van het onderhouden van de leesvaardigheid 357 Taken en activiteiten De intern begeleider/taalcoördinator/leesspecialist is in staat om leraren te coachen en te ondersteunen, en zorgt ervoor dat er expertise binnen de school aanwezig is. Samen met de schoolleider borgt de intern begeleider/taalcoördinator/leesspecialist vernieuwingen binnen de school. Natuurlijk is het waarborgen van een effectieve leerlingenzorg ten aanzien van de taalvaardigheid ook één van de kerntaken van de intern begeleider/taalcoördinator/leesspecialist. De intern begeleider/taalcoördinator/leesspecialist: coacht en ondersteunt leraren stimuleert en begeleidt leraren bij het toepassen van effectief onderwijs stimuleert en begeleidt leraren bij het toepassen van de leesdidactiek voert minstens twee keer per jaar bij het hele team klassenconsultaties uit ter ondersteuning en verbetering van de leraarvaardigheden voert feedbackgesprekken met de leraar naar aanleiding van de klassenconsultaties

82 Bijlage 19 coacht leraren waar nodig om hun leesonderwijs te optimaliseren begeleidt leraren met het maken van groepsplannen en bespreekt gemaakte groepsplannen met de desbetreffende leraar evalueert uitgevoerde groepsplannen met de leraar leidt intervisiebijeenkomsten brengt expertise binnen de school houdt literatuur bij en is op de hoogte van (in ieder geval evidence based) vernieuwingen communiceert vernieuwingen met leraren stimuleert vernieuwingen in de didactiek van het onderwijs zorgt desgewenst voor bijeenkomsten met externe deskundigen om het team te informeren over recente ontwikkelingen 358 borgt vernieuwingen binnen de school legt veranderingen in beleid vast, samen met schoolleider evalueert het geborgde beleid met de directie en stelt eventueel het beleid bij laat geborgde onderwerpen met regelmaat terugkomen op de agenda van de teamvergadering stimuleert leraren in het vasthouden van veranderingen, door het uitvoeren van klassenconsultaties en het vastleggen van afspraken in de klassenmap coacht en schoolt nieuwe leraren in de principes van effectief leesonderwijs coacht leraren die van jaargroep wisselen in de kennis en vaardigheden die de nieuwe groep vraagt zorgt ervoor dat de methode aan het begin van het jaar voor ieder compleet is heeft contacten met externe deskundigen om op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen zorgt voor de uitvoering van een stilleesbeleid binnen de hele school Zorgt voor de uitvoering van een beleid ten aanzien van leesmotivatie en leesbevordering waarborgt effectieve leerlingenzorg bewaakt de toetskalender en plant de toetsafname heeft kennis rond observatie en toetsafname en ziet er op toe dat leraren de toetsen volgens de handleiding afnemen coördineert en controleert de observatie en toetsafname, de invoering van de gegevens in het leerlingvolgsysteem en het maken van de groepsplannen naar aanleiding van de beschikbare gegevens, waaronder de toetsresultaten interpreteert samen met de leraar beschikbare gegevens zoals observaties en toetsresultaten op groepsniveau interpreteert na de analyse op groepsniveau samen met de leraar de gegevens en de toetsresultaten indien nodig op individueel niveau bespreekt met de leraar de principes van effectief leesonderwijs en onderzoekt samen met de leraar waar deze nog aangescherpt kunnen worden overlegt met de schoolleider de resultaten op groepsniveau en op schoolniveau. Maakt in overleg met de schoolleider een analyse van de resultaten en bespreekt dit

83 Bijlage 19 met het team. Onderneemt activiteiten die de resultaten borgen, cq. optimaliseren kent de normen voor de hoeveelheid tijd en extra tijd die wekelijks moet worden ingezet voor de ontwikkeling van de leesvaardigheid controleert dit in de weekplanning van de leraren is verantwoordelijk voor een goede afstemming tussen de instructie in de extra tijd voor risico lezers en de instructie in de groep heeft des gewenst contact met de ouders van een risico leerling 359

84 Bijlage 20 Bespreking van de leerlingresultaten en interventies Dit document beschrijft de wijze waarop de leerlingresultaten en vooral de interventies die daaruit volgen, besproken kunnen worden tussen de intern begeleider, de taalcoördinator of de leesspecialist met de groepsleraar. Hierbij wordt er van uit gegaan dat er eerst op groepsniveau naar de resultaten gekeken wordt om het lesgeven van de afgelopen periode te evalueren en aandachtspunten op groepsniveau voor de volgende periode te formuleren. Daarna kan indien nodig naar individuele resultaten van leerlingen gekeken worden. Bespreking op groepsniveau Kijk eerst op groepsniveau naar de resultaten om het lesgeven van de afgelopen periode te evalueren en aandachtspunten op groepsniveau voor de volgende periode te formuleren Kijk naar de toetsen en bepaal wat het doel van iedere toets is - wat meet deze toets? Kijk dan naar de scorepercentages van de verschillende niveaus: Meetmoment 1 (herfst) groep 3 (grafemen, woorden, tekst): kijk naar het percentage uitstekend/voldoende, het percentage twijfelachtig en het percentage onvoldoende. Doe dit bij alle onderdelen zowel voor tijd als voor aantal goed. DMT (woordniveau): kijk naar het percentage I II III-scores (goed), het percentage lage III-scores (risico) en het percentage IV en V-scores (onvoldoende) in elke groep. AVI (tekstniveau): kijk naar het percentage leerlingen die het AVI-niveau van het toetsmoment op beheerst niveau scoren, en het percentage leerlingen die het AVI-niveau van het toetsmoment niet op beheerst niveau scoren. TBG (fonemisch bewustzijn en letterkennis): kijk bij de verschillende toetsen naar het percentage A B of I II -scores (goed), het percentage C of III-scores (risico), het percentage D of IV-scores (zwak) en het percentage E of V-scores (onvoldoende). Woordenschattoetsen: kijk naar het percentage I II III-scores (goed), het percentage lage III-scores (risico) en het percentage IV en V-scores (onvoldoende) in elke groep. 2. Hoe verhouden de scores van de verschillende toetsen zich tot elkaar? Voor groep 1 en 2: Wat valt op bij vergelijking van de toetsresultaten op fonemisch bewustzijn en letterkennis? Zijn die ongeveer gelijk of zijn er grote verschillen? Voor groep 3 herfstsignalering: Wat valt op bij vergelijking van de resultaten tussen de verschillende onderdelen: grafemen / woorden / tekst? Zijn die ongeveer gelijk of zijn er grote verschillen? Wat valt op bij vergelijking van de resultaten voor tijd en aantal goed bij elk onderdeel: grafemen / woorden / tekst? Zijn die ongeveer gelijk of zijn er grote verschillen? Voor groep 3 en hoger: Wat valt op bij vergelijking van de toetsresultaten op woordniveau en op tekstniveau? Zijn die ongeveer gelijk of zijn er grote verschillen? Wat valt op aan de observaties van het vloeiend lezen bij risico lezers? 1 Aarnoutse,C., Beernink, J. & Verhagen, W. (2008). Toetspakket Beginnende Geletterdheid. Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en advies

85 Bijlage Wat zegt dit over het lesgeven in de afgelopen periode? Bespreek kort aan de hand van de punten van effectief onderwijs hoe opvallende zaken (zowel positief als negatief) te verklaren zijn: Halen we de door ons gestelde doelen? Werken we met een goede methode, en gebruiken we die op de goede manier? Besteden we voldoende tijd aan lezen voor de groep als geheel, en besteden we daarnaast nog voldoende extra tijd voor risicoleerlingen? Differentiëren we op de goede manier? Geven we een effectieve instructie? Enkele aandachtspunten hierbij zijn: veel IV en V (onvoldoende)-scores: Hoe is er gedifferentieerd bij de instructie / verlengde instructie en hoe is het klassenmanagement? veel lage III en IV (twijfelachtig)-scores: Hoe is de kwaliteit van de algemene instructie en hoe is het klassenmanagement? Besteed uitgebreid aandacht aan de interventies van de afgelopen periode: Hebben we de goede interventies ingezet? Enkele aandachtspunten hierbij zijn: Eerst correct, dan snel: is er eerst aandacht besteed aan het correct lezen, en daarna aan automatiseren / vlot lezen? Geldt dit op grafeem- / woord- / tekstniveau? Vergelijking gegevens op grafeem- / woord- / tekstniveau: is voldoende aandacht besteed aan alle onderdelen? Is er voldoende aandacht geschonken aan het lezen met expressie? Hebben we voldoende gedaan aan het stimuleren van het lezen: ons stilleesbeleid, de leesmotivatie, de leesbevordering? Maak afspraken voor de planning voor de komende periode voor de hele groep Inhoud: wat ga je doen? Op grafeem- / woord- / tekstniveau: wat betreft correct/vlot lezen / lezen met expressie wat betreft intensiveren voor risicoleerlingen met gebruik van de reguliere methode en dezelfde didactiek wat betreft het herhalen en onderhouden van reeds geleerde vaardigheden wat zijn belangrijke aandachtspunten voor de komende periode? Organisatie: hoe ga je het doen? klassenmanagement instructie en verlengde instructie / begeleide oefening wat zijn belangrijke aandachtspunten voor de komende periode? Bespreking op individueel niveau Nadat op groepsniveau gekeken is en afspraken gemaakt zijn, kan indien nodig naar individuele resultaten van leerlingen gekeken worden. Wat is naast de afspraken op groepsniveau nog nodig voor individuele leerlingen: Inhoud: wat ga je doen? Op grafeem- / woord- / tekstniveau: wat betreft correct/vlot lezen / lezen met expressie wat betreft het herhalen en onderhouden van reeds geleerde vaardigheden wat zijn belangrijke aandachtspunten voor de komende periode?

86 Bijlage 20 Organisatie: hoe ga je het doen? klassenmanagement extra instructie en begeleide oefening wat zijn belangrijke aandachtspunten voor de komende periode? 362

87 Werken met de datamuur Bijlage 21 Dit document beschrijft hoe een datamuur gebruikt kan worden als hulpmiddel om leerlingen met vergelijkbare instructiebehoeften met betrekking tot lezen, te clusteren. Het invullen van een datamuur is een stap die vooraf gaat aan het maken van een groepsplan. Scholen kunnen in het kader van hun handelingsgericht werken, de datamuur gebruiken als hulpmiddel bij het clusteren van leerlingen om zo het groepsplan op een wel overwogen indeling te kunnen structureren. De intern begeleider/taalcoördinator/leesspecialist introduceert de datamuur bij de leraren. De leraren vullen op basis van de toetsresultaten en observatiegegevens die in het groepsoverzicht staan de datamuur in. De datamuur helpt bij het maken van het groepsplan. Wat is een datamuur? Een datamuur is een hulpmiddel om leerlingen met vergelijkbare instructiebehoeften in een groep in kaart te brengen en te clusteren. Op een datamuur worden de leerlingen op basis van toetsresultaten ingedeeld in drie subgroepen: De basisgroep leerlingen: Deze leerlingen vormen meestal de grootste groep. Het zijn de leerlingen die zich met de gewone instructie van de leraar, de begeleide oefening en de zelfstandige verwerking doorgaans goed ontwikkelen. Af en toe krijgen ze verlengde instructie, maar structureel is dit niet nodig. Het zijn de leerlingen die bij toetsing op niveau scoren. De plusgroep leerlingen: Dit zijn de vlotte leerlingen die zich goed ontwikkelen. Het zijn de goede en zeer goede lezers die op de toetsen boven niveau scoren. Deze leerlingen hebben vaak aan een korte instructie genoeg om zelfstandig aan het werk te kunnen gaan. Bij deze leerlingen is het van belang hen voldoende uit te dagen en activiteiten aan te bieden op een hoger niveau. 363 De zorggroep leerlingen: Dit zijn de leerlingen die op de toetsen onder niveau scoren. Zij hebben meer tijd nodig en zijn afhankelijk van intensieve instructie en begeleiding door de leraar om hun leesontwikkeling goed te laten verlopen. Deze leerlingen krijgen per week ongeveer een uur verlengde instructie en oefentijd met hun leraar. Datamuren in het team Op de datamuur krijgen alle data en de toetsresultaten van de hele groep, een gezicht. In de cellen van de datamuur vullen we de namen van de leerlingen in. Het woord muur in de naam geeft aan dat het goed werkt om een grote versie van een datamuur op te hangen of te projecteren en er met collega s over te praten. Het wordt dan een muur van gegevens die uitgangspunt is voor een gesprek over de inhoud en organisatie van het onderwijs. In het team worden gesprekken gevoerd rond de datamuren van de verschillende groepen. Zo wordt duidelijk dat het gaat om een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de school: dit zijn onze resultaten, het gaat om onze leerlingen, het gaat om onze school.

88 Bijlage 21 Datamuren en effectief onderwijs Werken met datamuren past binnen de werkwijze van effectief onderwijs waarbij de convergente differentiatie uitgangspunt is. Met alle leerlingen in de groep willen we minimaal de gestelde doelen realiseren. We onderkennen dat leerlingen verschillen in de tijd die ze nodig hebben om de gestelde doelen te bereiken. Daarom wordt het leesonderwijs voor risicoleerlingen geïntensiveerd. Zij krijgen meer tijd per week voor instructie en begeleide oefening. Met behulp van een datamuur kunnen we leerlingen clusteren in drie groepen: de basisgroep, de plusgroep en de zorggroep. Op basis hiervan zal de leraar de intensiteit van de instructie en begeleiding aanpassen. Werken met de datamuur Met de datamuur kan doelgericht en resultaatgericht gewerkt worden. Deze cyclus ziet er als volgt uit: Handelingsgericht werken 6. Uitvoeren van het groepsplan 1. Evalueren en verzamelen van gegevens van leerlingen (groepsoverzicht) 2. Signaleren van specifieke onderwijsbehoeften realiseren waarnemen Uitwerken van een groepsplan plannen begrijpen 3. Benoemen van specifieke onderwijsbehoeften 4. Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften Het invullen van een datamuur past in stap 4 van de cyclus van handelingsgericht werken, waarbij het gaat om het clusteren van leerlingen op basis van vergelijkbare onderwijsbehoeften. Deze cyclus van het handelingsgericht werken met groepsplannen leidt tot de volgende cyclus van activiteiten op school: Toetsafname en observaties Invullen van een groepsoverzicht (+ signaleren en benoemen van specifieke onderwijsbehoeften) 1 Het idee van de datamuur (data wall) is ontwikkeld door Michael Fullan (University of Toronto, Canada). In Nederland is het gebruik van de datamuur verder ontwikkeld in het Leesverbeterplan Enschede in samenwerking met CPS.

KWALITEITSKAART. Kennis en vaardigheden leerkracht groep 3-8. Opbrengstgericht werken

KWALITEITSKAART. Kennis en vaardigheden leerkracht groep 3-8. Opbrengstgericht werken KWALITEITSKAART Opbrengstgericht werken Kennis en vaardigheden leerkracht groep 3-8 PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht Werken zijn

Nadere informatie

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs)

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) 36 Bijlage 5 Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) De schoolleider en de interne begeleider geven samen leiding aan het borgen van het leesonderwijs. Beiden hebben hierin

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Kennis en vaardigheden leerkracht groep 1-2. Opbrengsgericht werken

KWALITEITSKAART. Kennis en vaardigheden leerkracht groep 1-2. Opbrengsgericht werken KWALITEITSKAART Opbrengsgericht werken PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht Werken zijn te vinden op www.schoolaanzet.nl. Deze website

Nadere informatie

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5 Mariët Förrer November - februari Doelen en accenten per groep Rol van intern begeleider / taalcoördinator IB en TC ook in deze periode Bewaken

Nadere informatie

Aanvankelijk technisch lezen. Effectief aanvankelijk lezen in groep 3

Aanvankelijk technisch lezen. Effectief aanvankelijk lezen in groep 3 Aanvankelijk technisch lezen Effectief aanvankelijk lezen in groep 3 Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl.

Nadere informatie

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2 Leesverbeterplan Enschede 2007-2010 Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2 PROJECTBUREAU KWALITEIT (PK!) Enschede, september 2010 Yvonne Leenders & Mariët Förrer 2 3 Leesverbeterplan

Nadere informatie

Kwaliteitskaart Tijdschema

Kwaliteitskaart Tijdschema Kwaliteitskaart Tijdschema Tijdschema Lees- voor goed voortgezet technisch Meetlat voor goed Stel uzelf de volgende vragen om na te gaan of het leesonderwijs in orde is. Aan de hand van de geformuleerde

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Kennis en vaardigheden leerkracht groep 1-2. Opbrengstgericht werken

KWALITEITSKAART. Kennis en vaardigheden leerkracht groep 1-2. Opbrengstgericht werken KWALITEITSKAART Opbrengstgericht werken PO Een effectieve leerkracht van groep 1 en 2 heeft veel kennis van de taal- en rekenontwikkeling van jonge kinderen en van beginnende geletterd- en gecijferdheid.

Nadere informatie

DIFFERENTIATIE op Leesontwikkeling Vaardigheden van de leerkracht

DIFFERENTIATIE op Leesontwikkeling Vaardigheden van de leerkracht DIFFERENTIATIE op Leesontwikkeling Vaardigheden van de leerkracht Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl.

Nadere informatie

Handboek technisch lezen

Handboek technisch lezen Handboek technisch lezen in de basisschool Instructie en didactiek in de doorgaande lijn Voor groep 1 t/m 8, ook sbo Karin van de Mortel Aafke Bouwman Inhoud & Voorwoord en leeswijzer INHOUD Voorwoord

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR INHOUDSOPGAVE Zorgniveau 1: Goed lees- en spellingonderwijs Stap 1: Leestijd blz. 3 Kwaliteit instructiegedrag blz. 3 Klassenmanagement blz. 4 Stap 2: Juist

Nadere informatie

Effectief aanvankelijk leesonderwijs

Effectief aanvankelijk leesonderwijs Effectief aanvankelijk leesonderwijs Mirjam.Snel@hu.nl @Leesonderwijs www.goedleesonderwijs.nl Inhoud: Technisch lezen in groep 3 Effectief aanvankelijk leesonderwijs Differentiatie Stel jezelf vragen

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Doelen en resultaten. Voortgezet technisch lezen

KWALITEITSKAART. Doelen en resultaten. Voortgezet technisch lezen KWALITEITSKAART Voortgezet technisch lezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht Werken zijn te vinden op www.schoolaanzet.nl. Deze website

Nadere informatie

Bijlagen 19 tot en met 23

Bijlagen 19 tot en met 23 Bijlagen 19 tot en met 23 Bijlagen voor de intern begeleider Ook de bijlagen 1, 2, 3 en 18 zijn relevant voor de intern begeleider. De bijlagen in dit boek kunt u ook downloaden op www.cps.nl/bijlagenhandboektechnischlezen

Nadere informatie

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14 CBS Maranatha Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14 Doel: Doel van ons dyslexieprotocol is een zo goed mogelijke begeleiding van leerlingen met (dreigende) leesproblemen.

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Handboek Lezen: Effectief leesonderwijs in de doorgaande lijn

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Handboek Lezen: Effectief leesonderwijs in de doorgaande lijn Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Handboek Lezen: Effectief leesonderwijs in de doorgaande lijn WWW.CPS.NL Contactgegevens Aafke Bouwman A.bouwman@cps.nl 0655824098 Doelen Deelnemers nemen

Nadere informatie

Marzano (2003) Scholen maken het verschil

Marzano (2003) Scholen maken het verschil Programma Effectieve directe instructie Opfrismiddag 20 oktober 2010 Dortie Mijs Wat is het IGDI-model? Verdieping op twee aspecten: - Doelen formuleren - Werken met IGDI in een combinatiegroep Voorbereiden

Nadere informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is

Nadere informatie

Met de referentieniveaus naar schoolsucces

Met de referentieniveaus naar schoolsucces Met de referentieniveaus naar schoolsucces Zo stuurt u op taal- en rekenresultaten Corine Ballering René van Drunen 31 Bijlage 4 Rol van de interne begeleider in effectief rekenonderwijs (basisonderwijs)

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

OPBRENGSTGERICHT WERKEN. Handleiding groepsoverzicht en groepsplan. versie 1

OPBRENGSTGERICHT WERKEN. Handleiding groepsoverzicht en groepsplan. versie 1 OPBRENGSTGERICHT WERKEN Handleiding groepsoverzicht en groepsplan versie 1 Kleuterplein Inhoud 1 Invullen van het groepsoverzicht 2 Opstellen van het groepsplan Rekenen 3 Opstellen van het groepsplan Klanken

Nadere informatie

Voorbereidend lees- en rekenonderwijs in relatie tot het werken met groepsplannen. IB-netwerkbijeenkomsten 16-17-18 januari 2012 Yvonne Leenders

Voorbereidend lees- en rekenonderwijs in relatie tot het werken met groepsplannen. IB-netwerkbijeenkomsten 16-17-18 januari 2012 Yvonne Leenders Voorbereidend lees- en rekenonderwijs in relatie tot het werken met groepsplannen IB-netwerkbijeenkomsten 16-17-18 januari 2012 Yvonne Leenders De onderwerpen Voorbereidend lees- en rekeonderwijs in kleutergroepen

Nadere informatie

Werken met groepsplannen

Werken met groepsplannen TAAL/LEESONDERWIJS HAND- Werken met groepsplannen Handreiking taalbeleid Mariët Förrer Yvonne Leenders Inhoudsopgave pag. Inleiding door Roel Weener, Projectleider Projectbureau Kwaliteit - PO-Raad 3 1.

Nadere informatie

Niet methodegebonden toetsen die gedurende de schoolperiode afgenomen worden op het gebied van taal, lezen en spelling:

Niet methodegebonden toetsen die gedurende de schoolperiode afgenomen worden op het gebied van taal, lezen en spelling: R.K. Daltonschool De Driesprong Taal- leesprotocol groep 1 8, versie 01-08-2011 Dit protocol is onze vertaling van het Dyslexieprotocol naar onze schoolsituatie. De taal- leesontwikkeling van de wordt

Nadere informatie

Handreiking Groepsplan voorbereidend lezen:

Handreiking Groepsplan voorbereidend lezen: Handreiking Groepsplan voorbereidend lezen: groep: Leerkracht: Periode: Schooljaar: Gebaseerd op groepsplan voorbereidend lezen vco Drakensteyn / Gerard Regeling Handreiking groepsplannen M.Forrer en Yvonne

Nadere informatie

Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Anneke Smits Tom Braams

Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Anneke Smits Tom Braams Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Drs. Sonja Hotho-Toppers, Seminarium voor Orthopedagogiek Drs. Herman Hotho, remedial teacher o.b.s. De Elsweiden Anneke Smits Tom Braams

Nadere informatie

Leerjaar 1 en 2 vmbo-b/k. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2

Leerjaar 1 en 2 vmbo-b/k. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2 Leerjaar 1 en 2 vmbo-b/k Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2 95 % van de leerlingen beheerst AVI-plus 95% beheerst A t/m D-niveau op de DMT leerlingen lezen vlot woorden en zinnen leerlingen

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen Het IGDI model Leesverbetertraject Enschede 8/11/07 Het belang van goede Risicoleerlingen deden het bij goede leerkrachten net zo goed als gemiddelde leerlingen bij zwakke leerkrachten. Niets was effectvoller

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN 1 = zeer oneens 2 = oneens 3 = eens 4 = zeer eens Zorgniveau 1 Leestijd 1. Leerkrachten in groep 1 en 2 besteden minimaal 5 uur per week aan doelgerichte taalactiviteiten

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

programma Deel 1. rekenverbeterplan Opstellen van een groepsplan Algemeen gedeelte Leesverbeterplan groep 1 en 2 Nieuwe AVI

programma Deel 1. rekenverbeterplan Opstellen van een groepsplan Algemeen gedeelte Leesverbeterplan groep 1 en 2 Nieuwe AVI programma Algemeen gedeelte Leesverbeterplan groep 1 en 2 Nieuwe AVI Opbrengstgericht en werken 08-11-2010 Ad Kappen Deel 1. Terugblik rekenverbeterplan 03-11-10 Interactiewijzer Schema OGW en HGW Toetsen

Nadere informatie

OPBRENGSTGERICHT WERKEN. Handleiding groepsoverzicht en groepsplan. versie 1

OPBRENGSTGERICHT WERKEN. Handleiding groepsoverzicht en groepsplan. versie 1 OPBRENGSTGERICHT WERKEN Handleiding groepsoverzicht en groepsplan versie 1 Met dank aan: Mariët Förrer CPS Onderwijsontwikkeling en advies Handleiding groepsoverzicht en groepsplan Leeslink Inhoud 1 Invullen

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Goed Gelezen versie 2

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Goed Gelezen versie 2 VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Goed Gelezen versie 2 Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is KRACHTIG LEESONDERWIJS Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is Handelingsgericht werken: - Omgaan met specifieke onderwijsbehoeften - Transactioneel referentiekader (wisselwerking)

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

Dyslexieprotocol. Oranje Nassau School Geldermalsen. Oktober 2012

Dyslexieprotocol. Oranje Nassau School Geldermalsen. Oktober 2012 Dyslexieprotocol Oranje Nassau School Geldermalsen Oktober 2012 1 Dyslexieprotocol: stappenplan voor groep 1 Stap Moment in leerjaar Actie door de leerkracht Toetsen alle leerlingen: In kaart brengen van:

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken aan voortgezet technisch lezen

Opbrengstgericht werken aan voortgezet technisch lezen KWALITEITSKAART Taal / lezen / rekenen Opbrengstgericht werken aan voortgezet technisch lezen PO Het formuleren van concrete en toetsbare doelen is een belangrijk element van opbrengstgericht en effectief

Nadere informatie

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave: 11-12-2007 Inhoudsopgave: 1. Dyslexie...3 1.1 Wat is het dyslexieprotocol?...3 1.2 Doel van het Protocol Dyslexie....3 1.3 Inhoud van het protocol...3 2. Preventie en interventiehandelingen...4 2.1 Groep

Nadere informatie

Bijlage bij groepsplan begrijpend lezen

Bijlage bij groepsplan begrijpend lezen Bijlage bij groepsplan Aanpak in de klas via IGDI model Voorbereiding Start van de les: te behandelen leesstrategie op het bord, doel van de les benoemen Instructie en inoefening: 1. één strategie hardop

Nadere informatie

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4 Groep 4 Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4 75% van de leerlingen beheerst niveau AVI-E4 (teksten lezen) 90 % beheerst A t/m D-niveau op de DMT leerlingen lezen vlot twee- en drielettergrepige

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Protocol leesproblemen en dyslexie OBS Bos en Vaart

Protocol leesproblemen en dyslexie OBS Bos en Vaart Protocol leesproblemen en dyslexie OBS Bos en Vaart Protocol Leesproblemen en Dyslexie Groep 1/2 Einde groep 1 Gedurende het Gedurende het Midden groep 2 Einde groep 2 Einde groep 2 Cito taal afnemen en

Nadere informatie

Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman. info@niemantaal.nl www.niemantaal.nl

Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman. info@niemantaal.nl www.niemantaal.nl Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman info@niemantaal.nl www.niemantaal.nl Doel Aan de slag met je eigen leespraktijk didactiek informatie leerlijnen

Nadere informatie

Groep 7 en 8. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8

Groep 7 en 8. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8 Groep 7 en 8 Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8 85-95 % van de leerlingen beheerst AVI-plus 90% beheerst A t/m D-niveau op de DMT leerlingen lezen vlot woorden en zinnen leerlingen richten

Nadere informatie

Leerjaar 1 en 2 vmbo-g/t. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2

Leerjaar 1 en 2 vmbo-g/t. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2 Leerjaar 1 en 2 vmbo-g/t Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2 Alle leerlingen beheersen AVI-plus Leerlingen lezen vlot woorden, zinnen en teksten vanaf niveau 1F Leerlingen richten zich op

Nadere informatie

Kijkwijzer formulier. Naam leerkracht. Groep leerkracht. Naam beoordelaar. Beoordeelde les. Datum. Bijzonderheden

Kijkwijzer formulier. Naam leerkracht. Groep leerkracht. Naam beoordelaar. Beoordeelde les. Datum. Bijzonderheden Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam Naam leerkracht Groep leerkracht Naam beoordelaar Beoordeelde les Datum Bijzonderheden Dit formulier is bedoeld als invulformulier voor scholen die met de Kijkwijzer

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording TULE - NEDERLANDS KERNDOEL 4 - TECHNISCH LEZEN 82 TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen Kerndoel 4 - Technisch lezen Bij kerndoel 4 - De leestechniek. Toelichting en verantwoording

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Handleiding. Vroegtijdige signalering en adequate aanpak op het gebied van lezen/spellen en dyslexie.

Handleiding. Vroegtijdige signalering en adequate aanpak op het gebied van lezen/spellen en dyslexie. Handleiding Vroegtijdige signalering en adequate aanpak op het gebied van lezen/spellen en dyslexie. Inhoudsopgave Inleiding 3 Aanleiding 3 Wanneer spreken van risicoleerlingen? 3 Leeswijzer 3 Tot slot

Nadere informatie

2014 Protocol dyslexie

2014 Protocol dyslexie Protocol dyslexie 2014 Protocol dyslexie Inleiding Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen 1. De term komt uit het latijn, want dys = niet goed functioneren, lexis = taal of woorden. Bij dyslexie

Nadere informatie

Protocol leesproblemen en dyslexie

Protocol leesproblemen en dyslexie 1 KC Den Krommen Hoek Protocol leesproblemen en dyslexie Verantwoording: Het protocol leesproblemen en dyslexie van kindcentrum Den Krommen Hoek is opgesteld op basis van het Protocol Leesproblemen en

Nadere informatie

LEES / EN DYSLEXIEPROTOCOL

LEES / EN DYSLEXIEPROTOCOL LEES / EN DYSLEXIEPROTOCOL De Palster september 2012 Lees- en dyslexieprotocol De Palster versie september 2012 1 EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL Dit digitale leesprotocol is gemaakt om er voor te zorgen

Nadere informatie

lezen Hulp aan risicolezers

lezen Hulp aan risicolezers veilig leren lezen Hulp aan risicolezers bij Auteur: Ed Koekebacker Na kern 11 heeft u de eindsignalering en waarschijnlijk ook het Citoafnamemoment E3 afgenomen. De resultaten daarvan maken u duidelijk

Nadere informatie

kwaliteitskaart opbrengstgericht werken op groepsniveau Leesverbeterplan Enschede.

kwaliteitskaart opbrengstgericht werken op groepsniveau Leesverbeterplan Enschede. kwaliteitskaart opbrengstgericht werken op groepsniveau Leesverbeterplan Enschede. Datamuur en groepsplan: en tijd. Groep Verkorte Groep Basis niveau A-B C D-E Doel Minimaal 3 AVIniveaus Minimaal 3 AVIniveaus

Nadere informatie

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer Taalconferentie Hoera! Lezen Kansen en uitdagingen voor begrijpend lezen In gesprek met de inspectie Marja de Boer Programma Hoe beoordeelt de inspectie kwaliteit onderwijs BL? Uw beeld Een aantal misvattingen

Nadere informatie

In dit vlot leesbaar boek vertaalt Kees Vernooy recente bevindingen uit de leeswetenschappen naar de onderwijspraktijk.

In dit vlot leesbaar boek vertaalt Kees Vernooy recente bevindingen uit de leeswetenschappen naar de onderwijspraktijk. Deze tekst is auteursrechterlijk beschermd Boek : Effectief omgaan met risicolezers Auteur : Dr. Kees Vernooy 2006, CPS www.cps.nl Bespreker : Els Van Doorslaer Datum : februari 2007 1. In een notendop

Nadere informatie

toetsen van Veilig Leren lezen en Estafette. groepen 1 2 LOVS Cito Taal voor Goed lees en spellingsonderwijs in de groepen 3 tot en met 8

toetsen van Veilig Leren lezen en Estafette. groepen 1 2 LOVS Cito Taal voor Goed lees en spellingsonderwijs in de groepen 3 tot en met 8 onderwijs en zorgarrrangement op De Wilgen uitgevoerd door meetinstrumenten Zorgniveau 1 = basisarrangenment Zorgniveau 1 Leerkracht Methodegebonden Gestructureerde stimulering van beginnende geletterdheid

Nadere informatie

Groepsplan voorbereidend lezen: -fonemisch bewustzijn -letterkennis

Groepsplan voorbereidend lezen: -fonemisch bewustzijn -letterkennis Groepsplan voorbereidend lezen: -fonemisch bewustzijn -letterkennis groep: Leerkracht: Periode: Schooljaar: Gebaseerd op groepsplan voorbereidend lezen vco Drakensteyn / Gerard Regeling Handreiking groepsplannen

Nadere informatie

AANVANKELIJK TECHNISCH LEZEN Effectief aanvankelijk lezen in groep 3 Didactische aandachtspunten

AANVANKELIJK TECHNISCH LEZEN Effectief aanvankelijk lezen in groep 3 Didactische aandachtspunten AANVANKELIJK TECHNISCH LEZEN Effectief aanvankelijk lezen in groep 3 Didactische aandachtspunten Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl

Nadere informatie

Achtergrondinformatie en aanwijzingen voor interpretatie van de Wintersignalering PLD groep 3:

Achtergrondinformatie en aanwijzingen voor interpretatie van de Wintersignalering PLD groep 3: Achtergrondinformatie en aanwijzingen voor interpretatie van de Wintersignalering PLD groep 3: In het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 3, kortweg PLD 3, wordt in het hoofdstuk Signaleren een

Nadere informatie

Format groepsplan. HOE bied ik dit aan? -instructie -leeromgeving AANPAK METHODIEK. Automatiseren Modelen. Automatiseren Modelen Begeleid inoefenen

Format groepsplan. HOE bied ik dit aan? -instructie -leeromgeving AANPAK METHODIEK. Automatiseren Modelen. Automatiseren Modelen Begeleid inoefenen Format groepsplan Groep namen WAT wil ik bereiken? WAT bied ik aan om dit doel te bereiken? HOE bied ik dit aan? -instructie -leeromgeving HOEveel tijd? Zelfstandig of met de leerkracht? HOE volg ik de

Nadere informatie

PLG Leerkrachten. 8 december PLG Leerkrachten (2) Agenda

PLG Leerkrachten. 8 december PLG Leerkrachten (2) Agenda PLG Leerkrachten (2) PLG Leerkrachten 8 december 2010 vs 1.0 100422 Agenda 1. Introductie 1.1: Programma en doelen schooljaar 2010-2011 1.2: Terugblik PLG 1 en huiswerk 1.3: Doelen vandaag 1.4: De verbinding

Nadere informatie

Workshop Verbeteren van hun leesonderwijs

Workshop Verbeteren van hun leesonderwijs Workshop Verbeteren van hun leesonderwijs SLO Conferentie doorlopende leerlijnen taal en rekenen, de referentieniveaus in de praktijk 10 november 2010 Programma Welkom Effectief leesonderwijs Keuze en

Nadere informatie

bijlage 10 of ZLKLS auditieve woorden met de aangeboden bijlage 9 of ZLKLS auditieve synthese Toets met 20 klankzuivere

bijlage 10 of ZLKLS auditieve woorden met de aangeboden bijlage 9 of ZLKLS auditieve synthese Toets met 20 klankzuivere 29 Protocol klas 1 Toetsing/ signalering 1 Overdracht LVS Kleuters 2 Hoofdmeting 1 (Herfstsignalering, alle leerlingen) Letterkennis: Lezen en herkennen van aangeboden letters, lange klanken, korte klanken,

Nadere informatie

CHECKLIST DIFFERENTIATIE IN DE SCHOOL. Op schoolniveau zijn afspraken gemaakt over: (voor zover van toepassing in de visie op differentiëren)

CHECKLIST DIFFERENTIATIE IN DE SCHOOL. Op schoolniveau zijn afspraken gemaakt over: (voor zover van toepassing in de visie op differentiëren) CHECKLIST DIFFERENTIATIE IN DE SCHOOL Elementen effectief onderwijs 1. Differentiëren in Schooldoelen Op schoolniveau zijn afspraken gemaakt over: (voor zover van toepassing in de visie op differentiëren)

Nadere informatie

Kijkwijzer rekenen. Gericht kijken en ontwikkelen

Kijkwijzer rekenen. Gericht kijken en ontwikkelen Kijkwijzer rekenen Gericht kijken en ontwikkelen Leerkracht Groep School Datum Lesdoel Observant Aandachtspunten en sterke punten vorige lesobservatie: Voorbereiding 1. De leerkracht heeft de les zichtbaar

Nadere informatie

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Met behulp van onderstaande opdracht kun je met behulp

Nadere informatie

Dyslexieprotocol. Wat is dyslexie? Het belang van vroegtijdige signalering

Dyslexieprotocol. Wat is dyslexie? Het belang van vroegtijdige signalering Dyslexieprotocol Wat is dyslexie? Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren van het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.

Nadere informatie

Dyslexie protocol de Werkschuit

Dyslexie protocol de Werkschuit Dyslexie protocol de Werkschuit Doel van het protocol Het protocol beoogt dat leerlingen in de groepen 1 t/m 8 de basisprincipes en basisvaardigheden van lezen en spellen onder de knie krijgen. Dat wil

Nadere informatie

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier Gewenst gedrag uit zich bijvoorbeeld in 1 Interpersoonlijk competent De student toont in gedrag en taalgebruik respect Is vriendelijk

Nadere informatie

Bijlagen 24 tot en met 25

Bijlagen 24 tot en met 25 Bijlagen 24 tot en met 25 Bijlagen voor de schoolleider De bijlagen in dit boek kunt u ook downloaden op www.cps.nl/bijlagenhandboektechnischlezen Bijlage 24 Checklist effectief technisch lezen bij start

Nadere informatie

EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL. Joop Stoeldraijer Kees Vernooy

EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL. Joop Stoeldraijer Kees Vernooy EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL Joop Stoeldraijer Kees Vernooy Hengelo/Breda september 2011 1 EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL We hebben dit digitale leesprotocol gemaakt om te voorkomen dat scholen heel veel

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

TAALBELEID DALTONSCHOOL SINT JOZEF LEMMER

TAALBELEID DALTONSCHOOL SINT JOZEF LEMMER TAALBELEID DALTONSCHOOL SINT JOZEF LEMMER Bij de oriëntatie op en de keuze van een nieuwe methode aanvankelijk lezen, hebben we gesteld ons taalonderwijs in de volle breedte onder de loep te nemen. Het

Nadere informatie

Hulp aan risicolezers

Hulp aan risicolezers Hulp aan risicolezers bij Auteurs: Ed koekebacker Na kern 11 heeft u de eindsignalering afgenomen. Dat waren de drie kaarten van de DMT en, hoewel facultatief, meestal ook de AVI-kaarten. De resultaten

Nadere informatie

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties De competenties A Vertellen en voorlezen A 1.2 A1 A2 A3 A4 Je kunt verhalen om voor te lezen of te vertellen kiezen voor iedere leeftijdsgroep van de basisschool. Je kunt het voorlezen of vertellen van

Nadere informatie

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) Veiliger, vraagt naar algemeenheden: basis Overzichtelijk maar te globaal Niet gedifferentieerd in niveau ICALT Meer gedetailleerd, biedt mogelijkheden tot verdieping

Nadere informatie

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1) Spreken en luisteren Beheerst het Nederlandse klanksysteem Spreekt vrijuit Neemt actief deel aan gesprekken in kleine groepen Neemt actief deel aan gesprekken in grote groepen Kan op eigen initiatief een

Nadere informatie

Alles over. Timboektoe. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Timboektoe. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Timboektoe Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Invuldatum leerling dossier: 1. School en leerling gegevens. 2. Gegevens leerling. Naam school adres Postcode en plaats

Invuldatum leerling dossier: 1. School en leerling gegevens. 2. Gegevens leerling. Naam school adres Postcode en plaats Leerling dossier dyslexie Om te kunnen bepalen of een leerling in aanmerking komt voor vergoeding van het onderzoek en de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie, vragen wij aan school om onderstaand

Nadere informatie

lezen als de basis van leren

lezen als de basis van leren lezen als de basis van leren Lezen is een van de belangrijkste vaardigheden die we in ons leven leren. Door te lezen doen we nieuwe kennis op, kunnen we ons ontspannen en de wereld om ons heen beter begrijpen.

Nadere informatie

Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces

Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces Mariët Förrer is Senior consultant CPS onderwijsontwikkeling en advies te Amersfoort. E-mail: m.förrer@cps.nl Dit artikel verkent, vanuit het perspectief van

Nadere informatie

Als het leren lezen niet zo soepel gaat

Als het leren lezen niet zo soepel gaat Als het leren lezen niet zo soepel gaat In de onderbouw leert een kind de eerste beginselen van het lezen. Wij letten bij het aanleren van de letters gelijk al op de signalen van leesproblemen. Het aanleren

Nadere informatie

Groepsplan voor technisch lezen

Groepsplan voor technisch lezen versie 13-10-10 Groepsplan voor technisch lezen groep: Leerkracht: Periode: Schooljaar: Ad Kappen, *gebaseerd op groepsplan Anneke Smits Hogeschool Windesheim, op groepsplan lezen Melanie Koster, Gerard

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Differentiëren bij taal en lezen

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Differentiëren bij taal en lezen Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Differentiëren bij taal en lezen WWW.CPS.NL Contactgegevens Aafke Bouwman A.bouwman@cps.nl 0655824098 Doelen Deelnemers hebben meer inzicht en overzicht

Nadere informatie

Beleidsstuk dyslexie. Augustus 2014

Beleidsstuk dyslexie. Augustus 2014 Beleidsstuk dyslexie Augustus 2014 Saltoschool Reigerlaan Beleidsstuk dyslexie 01-08-2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Screening en signalering... 3 1.1 Groep 1... 3 1.2 Groep 2... 3 1.3 Groep 3... 4

Nadere informatie

kwaliteitskaart opbrengstgericht werken op groepsniveau Leesverbeterplan Enschede.

kwaliteitskaart opbrengstgericht werken op groepsniveau Leesverbeterplan Enschede. kwaliteitskaart opbrengstgericht werken op groepsniveau Leesverbeterplan Enschede. Datamuur en groepsplan: en tijd. Groep Verkorte Groep Basis niveau A-B C D-E Doel Minimaal 3 AVIniveaus Minimaal 3 AVIniveaus

Nadere informatie

VCLB De Wissel - Antwerpen

VCLB De Wissel - Antwerpen VCLB De Wissel - Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding LEERLIJN LEZEN Of Hoe kunnen we voorkomen dat veel kinderen leesmoeilijkheden krijgen? Elke leerkracht, ouder en kind weet dat lezen de

Nadere informatie

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO Betsy Ooms Opzet Doel leesonderwijs (en spellingonderwijs) Doorgaande lijn Kenmerken goed leesonderwijs Extra aandacht voor monitoring, als belangrijk

Nadere informatie

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN HULPZINNEN VOOR HET BENOEMEN VAN ONDERWIJSBEHOEFTEN VAN LEERLINGEN Deze leerling heeft een instructie

Nadere informatie

LEERLINGEN HELPEN EFFECTIEF ANDERE LEERLINGEN

LEERLINGEN HELPEN EFFECTIEF ANDERE LEERLINGEN LEERLINGEN HELPEN EFFECTIEF ANDERE LEERLINGEN Peer tutoring: een effectieve methodiek om de leesresultaten en de leesmotivatie te verbeteren Dr. Kees Vernooij Lector emeritus Effectief taal- en leesonderwijs

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Tijd voor lezen en taal. Tijd voor lezen en taal. Taal / lezen / rekenen

KWALITEITSKAART. Tijd voor lezen en taal. Tijd voor lezen en taal. Taal / lezen / rekenen KWALITEITSKAART Taal / lezen / rekenen PO Deze kwaliteitskaart bevat tijdschema s voor het inrichten van het taal- en leesonderwijs. De kaart is bedoeld om het gesprek binnen het schoolteam over de betekenis

Nadere informatie

Ouderavond 16 november. 7 mei 2007

Ouderavond 16 november. 7 mei 2007 Ouderavond 16 november 7 mei 2007 Durf te stralen, je dient de wereld niet door je klein te houden! Durf te ervaren wat je kunt! Kijk naar mogelijkheden, dat motiveert om het beste naar boven te halen!

Nadere informatie

OPBRENGSTGERICHT WERKEN. Handleiding groepsoverzicht en groepsplan. versie 1

OPBRENGSTGERICHT WERKEN. Handleiding groepsoverzicht en groepsplan. versie 1 OPBRENGSTGERICHT WERKEN Handleiding groepsoverzicht en groepsplan versie 1 auteurs Ina Cijvat Brenda van Rijn Handleiding groepsoverzicht en groepsplan De wereld in getallen Inhoud 1 Invullen van het groepsoverzicht

Nadere informatie