Bosbarometer Waar blijven de daden?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bosbarometer Waar blijven de daden?"

Transcriptie

1 Waar blijven de daden? 09/

2 Samenvatting Met de Bosbarometer houdt al jaren de vinger aan de pols van het Vlaamse en internationale bosbeleid. Aan de hand van een aantal meetbare indicatoren en officiële cijfers volgt zo de belangrijkste bostrends op de voet. De conclusie van de editie 2012 van de Bosbarometer is eenvoudig: andermaal blijft de realisatie van de bosbeleidsdoelstellingen mijlenver van de genomen engagementen verwijderd. Dit terwijl nog maar eens gebleken is dat de Vlaming écht wel vragende partij is voor een doortastend bosbeleid. BOSBAROMETER WAAR BLIJVEN DE DADEN? komt in haar tot de volgende vaststellingen: De Vlaming wil meer toegankelijk bos en natuur in zijn buurt. Ook dit jaar werd duidelijk dat de Vlaming steeds meer belang hecht aan voldoende toegankelijk bos en natuur in de directe nabijheid. De grootschalige burgerbevragingen die ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen georganiseerd werden, lieten verstaan dat de Vlaming van zijn beleidsmakers verlangt dat deze voor leefbare, groene en propere steden en gemeenten op mensenmaat zorgt. Aspecten als duurzame mobiliteit, voldoende kwaliteitsvolle kinderopvang en een goed en evenwichtig aanbod van werken, schoolgaan en winkelen voldoende dicht bij huis, gaan hierbij hand in hand met een duidelijke roep om (veel) meer toegankelijk groen in de nabije omgeving van de woonplaats en werkplek. Ook de grootschalige bevraging Ruimte voor Morgen die de Vlaamse overheid recent organiseerde, leverde gelijkaardige resultaten op. Opvallend is ook dat voor de meeste Vlamingen de ideale leefomgeving er heel anders uitziet dan het Vlaanderen van vandaag. De stad Freiburg, nota bene de stad met de grootste oppervlakte stads(rand)bos van Europa, wordt daarbij als de meest ideale leefomgeving verkozen. In 2011 nam de netto bosoppervlakte in Vlaanderen verder af, met 59 hectare. Niettegenstaande het grote maatschappelijk draagvlak voor bos blijft het met onze bosoppervlakte duidelijk de verkeerde richting uitgaan. Vlaanderen flirt nu al jaren met die nulgrens van netto bosuitbreiding: over de periode , de laatste vijf jaar waarvan we officiële cijfers hebben, is er een negatieve netto-bosbalans van 1 hectare. Tegen eind 2012 had men ons nochtans hectare extra bos beloofd. Van een ambitieus bosbeleid, nochtans beloofd in het Vlaams Regeerakkoord, is dus echt geen sprake. In 2011 ging maar liefst 231 hectare bos vergund tegen de vlakte (0,63 hectare/dag). Bosbehoud is het fundament van een doeltreffend bosbeleid. Ondanks een ontbossingsverbod in het Bosdecreet is dankzij een aantal uitzonderingsmaatregelen op dat verbod - ontbossing in Vlaanderen echter nog steeds dagelijkse praktijk. Ook de ministeriële ontheffing op het ontbossingsverbod, een mogelijkheid waarop slechts uiterst sporadisch en bij zeer hoge uitzondering beroep zou mogen gedaan worden, is courant: maar liefst één derde van alle vergunde ontbossingen in 2011 werd bekomen via een ministeriële ontheffing, en 92% van de aanvragen tot ontbossing via deze uitzonderingsmaatregel worden door de minister 2

3 goedgekeurd. De voorbije 11 jaar werd hectare legaal ontbost waarvan niet minder dan hectare (d.i. 42% van alle vergunde ontbossingen!) via de ministeriële ontheffing! Boscompensatie loopt ver achter op de ontbossing. Om een gelijkwaardig bosareaal te verzekeren, moet bij ontbossing gecompenseerd worden. Dit kan in natura door compensatiebossen aan te planten, maar ook financieel door het storten van een bosbehoudsbijdrage in het zgn. Boscompensatiefonds, of door een combinatie van beide. In de praktijk bestaat er echter een zeer groot verschil tussen het aantal hectare dat op deze manier bebost wordt, en de ontbossingen die er aan de grondslag van liggen. Hierdoor neemt de compensatieachterstand elk jaar toe, en neemt ze stilaan erg grote proporties aan: eind 2011 moest meer dan hectare van de ontbossingen van de voorbije jaren nog op het terrein gecompenseerd worden. Boscompensatiefonds open voor lokale overheden. Om deels aan dit euvel tegemoet te komen, lanceert minister Schauvliege sinds 2011 een oproep aan alle Vlaamse gemeentes en provincies om projecten in te dienen voor de aankoop van nog niet eerder beboste terreinen. Inmiddels zijn er voorstellen goedgekeurd voor de resp. realisatie van 30,57 hectare compensatiebos in 2011 en 68 hectare in Het initiatief kan op ruime interesse rekenen en juicht dit uiteraard toe: deze compensatiebossen zijn echt een stap in de goede richting. Ze moeten echter ook gezien worden in het licht van de totale bosoppervlaktedoelstellingen: realisaties als deze zijn mooi, maar zijn tegelijkertijd nog verre van voldoende om gelijke tred te houden met de ontbossingen die ze moeten compenseren, laat staan dat ze de beloofde bosuitbreiding dichterbij zouden brengen. Om het initiatief nog slagvaardiger te maken zou de oproep ook verder verruimd kunnen worden en opengesteld voor terreinbeherende verenigingen en private eigenaars. pleit er wel voor dat er steeds over gewaakt wordt dat er met de aldus toegekende middelen bossen worden aangelegd met een duidelijke maatschappelijke meerwaarde. Zo lijkt bv. het publiek toegankelijk stellen van de nieuwe bosgebieden een basisvoorwaarde voor het toekennen ervan. Wachten op het Plan van Aanpak Zonevreemde Bossen. Het hoofdprobleem van de legale ontbossingsproblematiek is en blijft de ruimtelijke bestemming. Heel wat bossen liggen in een niet-groene gewestplansbestemming en moeten systematisch wijken voor andere vormen van landgebruik. De Vlaamse Regering is zich bewust van de problematiek en beloofde in haar Regeerakkoord oplossingen te zoeken voor dit reeds jarenlang aanslepend probleem. In het voorjaar van 2011 kondigde Minister Schauvliege in de media een Plan van Aanpak voor de Zonevreemde Bossen aan. Eind 2012 is het nog steeds wachten op concrete beslissingen. volgt dit proces van nabij op, en pleit ervoor dat er nu op korte termijn ambitieuze en generieke keuzes worden gemaakt, gepaard met een duidelijk omlijnde toekenning van verantwoordelijkheden aan de verschillende beleidsniveaus en een adequaat pakket aan instrumenten en middelen om dit bosbehoud ook effectief te realiseren. Het behoud van meerdere duizenden hectare van dergelijke ruimtelijk bedreigde, waardevolle bossen is een must. Naast de generieke bescherming van deze waardevolle bossen kan ook de afschaffing of minstens een beduidende verstrenging van de uitzonderingsmogelijkheden op het ontbossingsverbod (art. 90 bis van het Bosdecreet) hier een bijdrage toe leveren. 3

4 Planologische bosuitbreiding boert achteruit. Sinds 1994 belooft het beleid werk te maken van hectare extra ruimte voor bos op de ruimtelijke bestemmingsplannen. Eind 2007, de oorspronkelijke deadline van deze taakstelling, was amper 20%, van de beloofde hectare bos, effectief ingekleurd op de plannen. Daarmee scoort de bestemming bos veruit het slechtst in de totale rangschikking. Toen in 2007duidelijk werd dat de doelstellingen van het RSV niet zouden bereikt worden, werd de deadline eenvoudigweg 5 jaar opgeschoven. Op 31 december 2012 verstrijkt dus de tweede deadline voor de realisatie van de doelstellingen van het RSV. En ook nu is duidelijk dat we de vooropgestelde doelstelling absoluut niet halen. Vooruitgang is er de voorbije vijf jaar immers echt niet geweest: sinds 2007 werd een beschamende 100 hectare bijkomende bosbestemming op het gewestplan ingekleurd; het hadden er dus eigenlijk moeten zijn. De laatste jaren gaat het pas echt hélemaal de verkeerde richting uit: voor het tweede jaar op rij is er in de ruimteboekhouding van het RSV 100 hectare bosgebied verloren gegaan op de bestemmingplannen. Regelrecht tegen alle politieke engagementen in slaagt Vlaanderen erin niet alleen op het terrein, maar ook planologisch te ontbossen. Bijna 20 jaar na datum kan men alleen nog maar stellen dat men deze processen te laat, te inefficiënt en met een absoluut gebrek aan besluitvaardigheid en daadkracht organiseert. Van de beloofde extra ruimte voor bos en natuur wordt er dus geen vierkante meter waargemaakt! Een nieuw plan voor de Ruimtelijke Ordening in Vlaanderen. Over de lange termijnvisie op onze ruimtelijke ordening denkt het beleid, samen met de actoren actief in het openruimtegebied, momenteel grondig na: het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) is in volle ontwikkeling. Dit BRV wordt de opvolger van het RSV en moet ruimtelijke doelstellingen formuleren voor het Vlaanderen van 2050, en dit koppelen aan acties op korte termijn. Ter voorbereiding hiervan ligt momenteel het Groenboek Ruimte Vlaanderen op tafel. juicht toe dat er grondig wordt nagedacht over de toekomst van ons ruimtegebruik en erkent ook een aantal zeer positieve aspecten in dit Groenboek, onder meer het stopzetten van de verdere verharding van Vlaanderen. Het is voorlopig echter nog raden naar hoe, waar en op welke termijn dit alles gerealiseerd worden. Temeer daar het ernaar uitziet dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen niet langer bindende kwantitatieve doelstellingen zoals de hectare extra bos uit het RSV, zal bevatten. Qua oppervlaktedoelstellingen wordt de lat dus niet langer hoog of zelfs maar laag gelegd; nee, het risico bestaat dat de lat gewoon aan de kant wordt gegooid. En dat is, gezien het bilan dat de Vlaamse Regering de voorbije jaren op vlak van ruimtelijke ordening en bos- en natuurbeleid voorlegt, erg zorgwekkend. pleit er dan ook met aandrang voor dat er in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen concrete en ambitieuze oppervlaktedoelstellingen voor bos- en natuuruitbreiding gesteld worden. Effectieve bosuitbreiding stagneert. Ook wat de effectieve bosuitbreiding betreft, blijft de kloof tussen beloftes en terreinrealisaties dagelijks groeien. Nochtans stelde het RSV in 1994 voorop dat gekoppeld aan de planologische bosuitbreiding ook effectief hectare bijkomend bos gerealiseerd zou worden in Vlaanderen. Om deze doelstelling te behalen tegen de oorspronkelijke doelstelling van 2007 moest jaarlijks gemiddeld hectare nieuw bos gerealiseerd zijn. Een ambitieuze, maar haalbare doelstelling, dat bewijzen voorbeelden uit het 4

5 buitenland. Het verhaal van de planologische bosuitbreiding herhaalt zich echter: in 2007 werd, wegens het niet halen van de deadline, de planhorizon verruimd tot We schrijven eind 2012, en stellen vast dat na 18 jaar ook deze doelstelling absoluut niet gehaald werd. Op het terrein werd hectare bos gerealiseerd, waardoor we momenteel aankijken tegen een achterstand van maar liefst hectare effectief te planten bos. Zelden werd een doelstelling met zoveel brio gemist. Het hoeft dan ook geen betoog dat bijkomende inspanningen absoluut noodzakelijk zijn. herhaalt dan ook haar dringend verzoek dat de Vlaamse overheid haar bosuitbreidingsengagementen opnieuw ernstig opneemt, door voldoende middelen voor haar aankoopbeleid vrij te maken, door daarbij ook specifiek te focussen op de realisatie van de bestaande bosuitbreidingsvisie van het ANB, en door de bosuitbreidingsteams van weleer, die in het verleden een actieve aankooppolitiek voor de Vlaamse overheid voerden, te reactiveren. Ook het kabinet Leefmilieu en Natuur dient hierin haar verantwoordelijkheid te nemen en de aangebrachte aankoopdossiers op tijdige wijze te behandelen. Een nieuwe boskartering voor Vlaanderen. Eind 2011 werd de Boswijzer gelanceerd, een nieuwe methode om de evolutie van het bosoppervlakte in Vlaanderen nauwgezet te kunnen volgen. Deze boskartering nieuwe stijl is een stap vooruit: actuele, eenduidige en correcte informatie die op geautomatiseerde wijze wordt verkregen door de analyse van digitale hogeresolutie luchtfoto s. De nieuwe werkwijze zal onder meer toelaten om deze monitoring elke twee jaar te herhalen, zodat er vanaf nu met grote regelmaat een duidelijk en goed onderbouwd beeld verkregen wordt van waar het met onze bosoppervlakte heen gaat. Op het eerste gezicht is het nieuwe cijfer van de Vlaamse bosoppervlakte echter bijzonder verrassend: in 2010 werd immers hectare bos gekarteerd, een heel groot verschil met de cijfers van 10 jaar geleden ( hectare). Wat deze nieuwe boskartering echter niet toelaat, is vergelijking met de voorgaande boskartering uit 2000: de methodieken van beide karteringen zijn immers zodanig verschillend dat je appelen met peren vergelijkt als je de cijfers van beide karteringen naast elkaar legt en daar rechtstreekse conclusies aan verbindt. Versoepeling van de mogelijkheid tot bebossing door privé-eigenaars. Een aanzienlijk deel van de vooropgestelde bosuitbreiding zou ook via private grondeigenaars gerealiseerd kunnen worden. Het toelaten en stimuleren van privé-bosuitbreiding is immers met groot verschil de meest kostenefficiënte manier voor de Vlaamse overheid om haar doelstellingen op dit vlak waar te maken. Op dit vlak werden inspanningen geleverd: tot voor kort bleek het bindend karakter van het advies dat een aantal Vlaamse administraties dienen uit te brengen over de dossiers van privé-bebossing immers een groot obstakel dat veel kandidaat-bebossers in hun ambities fnuikte. Vooraleer een privé-eigenaar de eigen gronden kan bebossen moest hij of zij naast een vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen van de betreffende gemeente meestal ook een gunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) én van de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) in handen hebben. Meer dan de helft van de privé bosuitbreidingsdossiers strandde tot voor kort op het niet-toekennen van een positief advies door ADLO. In 2011 kwam de overheid hieraan tegemoet en maakte zij deze adviesverlening niet langer bindend. Vanaf nu is de vergunning door het College van Burgemeester en Schepenen dus het doorslaggevende document dat de privé-bebosser nodig 5

6 heeft. De afschaffing van het bindende karakter van deze adviezen opent nieuwe perspectieven voor kandidaat-bebossers. Een administratieve vereenvoudiging die effectieve bosuitbreiding ten goede komt én Vlaanderen een stapje dichter brengt bij de beloofde oppervlakte bos. Zorgwekkende timing voor de herziening van de subsidiemogelijkheden voor bosbeheer. In 2013 is de huidige subsdidieregeling voor privé-bosbeheer aan herziening toe. Bij de vorige herziening, in 2006, bleek het besluitvormingsproces te traag, waardoor het belangrijkste subsidiekanaal voor de creatie van nieuwe bossen gedurende 2 jaar inactief was. Het risico dat dit opnieuw voorkomt is niet denkbeeldig indien er niet snel gestart wordt met deze herziening. is hierover zeer bezorgd en pleit er dan ook met aandrang voor dat dit proces op korte termijn wordt opgestart. Net als bij de landbouwsubsidies zouden onze bevoegde ministers het nodige moeten doen opdat er continuïteit is in de subsidiemogelijkheden voor bosbeheer. Oppervlakte speelzones blijft groeien. Voldoende, voldoende grote én toegankelijke bossen om in te ontspannen, te start-to-runnen of de hond uit te laten en speelzones in bos- en natuurgebieden om te ravotten, kampen te bouwen, zich vuil te kunnen maken en de natuur aan den lijve te leren kennen: ze zijn noodzakelijk voor het gestresseerde en drukbevolkte Vlaanderen. Om tegemoet te komen aan deze wens werd het concept speelzones in de Vlaamse bossen en natuurgebieden geïntroduceerd. In april 2012 beschikte Vlaanderen over hectare speelzones waarvan hectare gelegen in bos en 83 hectare gelegen in natuurreservaat. Een beperkte toename ten opzichte van de toestand vorig jaar. Ook oppervlakte FSC-gecertificeerde bossen en bossen met beheerplan neemt toe. De toegenomen aandacht voor duurzaam, multifunctioneel bosbeheer in Vlaanderen reflecteert zich onder andere in de stijgende oppervlakte FSC-gecertificeerde Vlaamse bossen en bijgevolg het stijgende aanbod inlands FSC-gelabeld hout. Begin 2012 was hectare bos in Vlaanderen FSC-gecertificeerd, een toename met bijna 300% t.o.v. het jaar En deze oppervlakte blijft elk jaar sterk stijgen. Ook het aantal bossen met een beheerplan neemt verder toe. In een bosbeheerplan geeft de bosbeheerder gedetailleerd aan welke ecologische, economische en sociaal-recreatieve doelstellingen hij of zij wil bereiken en welke werkzaamheden en ingrepen daarvoor nodig zijn de komende 20 jaar. Gedurende 2011 werd een groot aantal uitgebreide bosbeheerplannen goedgekeurd, goed voor een indrukwekkende hectare bos. Positieve trends bij de handhaving van de bos- en natuurwetgeving. Sinds de start van de cel Natuurinspectie van het ANB in 2008 en met de invoering van het Milieuhandhavingsdecreet (MHD), medio 2009, werden grote stappen vooruit gezet om de handhaving van de bos- en natuurwetgeving efficiënter aan te pakken. Het MHD laat toe om, naast de klassieke weg van strafrechtelijke vervolging, ook het administratiefrechterlijke spoor te volgen waarbij bestuurlijke maatregelen en geldboetes kunnen ingezet worden. Van deze nieuwe handhavingsinstrumenten wordt steeds vaker gebruik gemaakt. Het effectief en daadkrachtige optreden van het ANB zorgt ervoor dat misdrijven op gepaste wijze gesanctioneerd kunnen worden en bovendien heeft de nieuwe structuur het mogelijk gemaakt om gespecialiseerde teams uit te bouwen. Teams die gericht kunnen werken, zowel kort op de bal, door bepaalde 6

7 ongewenste situaties die zich voordoen snel aan te pakken, als strategisch en op lange termijn, door met regelmaat rond bepaalde thema s campagnes uit te werken en zo een preventieve rol te kunnen spelen. Voor wat betreft het bos zijn de prioritaire aandachtspunten van de Natuurinspectie, zoals blijkt uit het Handhavingsrapport 2011 van het ANB, o.m. de strijd tegen de illegale wijziging van vegetaties (waaronder ontbossingen), acties tegen delicten binnen de recreatieve sfeer in de ANB-domeinen en campagnes tegen bv. stroperij, wildcrossen, en quads, rond de naleving van de kapmachtiging of de natuurvergunning, en ter controle van de verplichte compenserende bebossingen. Weinig rooskleurige resultaten voor de ecologische functie van de Vlaamse bossen. Uiteraard vormt het uitblijven van de beloofde hectare extra bos en hectare extra natuur een enorme gemiste kans voor de ontwikkeling van de ecologische bosfunctie. Ook in het kader van de zgn. Instandhoudingsdoelstellingen (IHD) van het Natura 2000-netwerk, blijft er bijzonder veel werk en zullen er bijkomende boshabitats dienen gerealiseerd te worden (6.000 à hectare bijkomend bos met grote ecologische waarde). Op het terrein is de toestand voorlopig echter weinig rooskleurig, dat blijkt uit de Natuurindicatoren 2012 van het INBO. Voor de IHD-boshabitats geldt dat 37% ervan zich in ongunstige toestand van instandhouding bevindt, en 62% ervan in zeer ongunstige toestand. De belangrijkste bronnen van de verschillende verstoringen blijven de gebrekkige organisatie van het ruimtegebruik in Vlaanderen, emissies van stikstof, fosfor en broeikasgassen, en de nog steeds sterke import van allerlei uitheemse soorten. Natuur- en bosuitbreiding wordt als essentieel benoemd om het biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen, maar ook verbinding tussen bos- en natuurcomplexen zal cruciaal zijn om migratie van populaties toe te laten, zeker in het licht van de effecten van de klimaatverandering. Externe factoren zoals verzuring en vermesting blijven onze bossen ernstig parten spelen. Hoewel de atmosferische depositie van stikstof sinds 1990 sterk verminderd is, blijft de kritische last voor 100% van onze bossen overschreden worden. Ook het aandeel uitheemse planten- en diersoorten blijft sterk in aantal toenemen, waardoor de kans op invasieve soorten toeneemt. Momenteel bevinden er zich in Vlaanderen 89 soorten die internationaal als invasief erkend worden, waarvan er 41 ook problematisch zijn in onze natuur. Hout een schaars en kostbaar goed in en voor Vlaanderen. De noodzaak van een eigen kwaliteitsvolle houtproductie in Vlaanderen blijft een belangrijk pijnpunt: Vlaanderen importeert zeer grote volumes hout en afgeleide producten, waaruit dan weer volgt dat we in grote mate onze ecologische voetafdruk naar landen exporteren waar armoede, sociale onrechtvaardigheid en biodiversiteitsverlies vaak nog veel grotere problemen zijn dan bij ons. De problematiek is de jongste jaren bovendien alleen maar acuter geworden, doordat er steeds meer grote biomassacentrales worden gebouwd voor de productie van elektriciteit en warmte. Niet alleen doet dit vragen rijzen over de draagkracht van (onze) bossen m.b.t. de oogst van biomassa voor energie-opwekking; vast staat ook dat om aan de huidige en zekere de toekomstige vraag te voldoen, er belangrijke import van houtige biomassa uit het buitenland nodig zal zijn. De nakende E.U. Timber Regulation (EUTR), die erop gericht is om illegaal hout van de Europese markt te weren, biedt een insteek voor een regulering, al is deze regelgeving 7

8 alleen zeker nog niet voldoende. Een zeer positieve evolutie is het project KOBE - Kennisondersteuning bij Beheer en Economie van natuur-, groen- en bosdomeinen -, dat in 2011 werd opgestart. Dit samenwerkingsproject focust op kennisvragen omtrent het beheer en de vermarkting van hernieuwbare grondstoffen uit het bos. Zowel rond het thema hout als rond biomassa wordt momenteel gewerkt aan concrete projecten, zoals aanbod, exploitatie, verkoop, certificering, logistiek, ecologische draagkracht, enz... Ontbossing wereldwijd neemt af. Wereldwijd blijft het bos heel erg onder druk staan. Zoals hierboven al even werd aangehaald, lijkt de bosoppervlakte minder snel af te nemen dan ze dat in de voorbije decennia deed, maar niettemin blijft de situatie erg zorgwekkend. Niet alleen ligt het netto bosverlies in absolute cijfers schrikbarend hoog, ook de degradatie van waardevolle naar minder waardevolle bostypes blijft aan een moordend tempo voortrazen. Wereldwijd is het bosverlies afgenomen naar iets meer dan 5 miljoen hectare in het voorbije decennium; in de periode bedroeg het nog meer dan 8 miljoen hectare. Maar ook hier ziet men dat de ontbossing in de meeste landen onverminderd doorgaat, alleen wordt ze nu deels gecompenseerd door grootschalige bebossingscampagnes in landen als Vietnam, Indië en vooral China. In Afrika (bijna 3,5 miljoen hectare) en Latijns-Amerika (meer dan 4 miljoen hectare de voorbije 10 jaar) blijft de toestand zeer onrustwekkend. Internationaal klimaatbeleid: pas op de plaats. Het internationale klimaatbeleid sputtert. Onderhandelaars slepen zich van COP- naar COP-meeting, zonder dat er veel vooruitgang wordt geboekt, laat staan bindende engagementen worden aangegaan om de klimaatverandering te bestrijden. Men gaat er dan ook van uit dat we op koers zitten naar een temperatuurstijging van gemiddeld 4 graden tegen het einde van deze eeuw. De gevolgen zouden dan ook desastreus kunnen zijn. Voor het bos laten deze zich reeds voelen, o.m. door langdurige droogteperiodes in tropisch vochtige gebieden, door periodes van bosbranden in heel wat regio s, door de stijgende uitstoot van CO2 uit de verdrogende turf- en veenlagen van de boreale bosgebieden, Ook als instrument in de strijd tegen klimaatverandering kan bos een belangrijke rol spelen, maar door het vastgelopen onderhandelingsproces wordt er ook op dit vlak weinig progressie geboekt. Vlaams Fonds Tropisch Bos (VFTB) verder uitgehold. Vlaanderen heeft een specifiek fonds om ontbossing en bosdegradatie tegen te gaan, aan bosuitbreiding te doen en natuurlijke rijkdommen duurzaam te beheren in de tropen. In 2011 werd de inbreng van de Vlaamse overheid in het Vlaams Fonds Tropisch Bos echter andermaal verminderd. Deze dalende trend zet zich al enkele jaren door en wijst op een gebrek aan internationaal engagement naar het behoud van duurzaam bos, het tegengaan en aanpassen aan de klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit toe. 8

9 Inleiding In april 2012 sloegen de Vereniging voor Bos in Vlaanderen (VBV) vzw en Groenhart vzw de handen in elkaar. Sindsdien strijden ze onder de noemer samen voor meer en beter bos, hier en wereldwijd. bundelt de sterktes van beide organisaties: de dagelijkse inzet voor bosbehoud, voor meer en beter bos, voor een degelijk bosbeleid en voor duurzaam multifunctioneel bosbeheer. Onder deze nieuwe naam bouwt met veel elan verder aan projecten die de bossen en hun omgeving ten goede komen. Met de jaarlijkse Bosbarometer houdt aan de hand van een aantal meetbare en officiële indicatoren de vinger aan de pols van het Vlaamse en internationale bosbeleid: - Bosbehoud: bosoppervlakte, ontbossingen en boscompensatie, ruimtelijk bedreigde bossen; - Bosuitbreiding: afbakening bosuitbreidingsgebied conform de beleidsplannen (o.a. het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, het Vlaams Regeerakkoord, het Vlaanderen in Actieplan en de beleidsnota s en brieven Leefmilieu en Natuur) en effectieve bosuitbreiding op het terrein; - Multifunctioneel bosgebruik: bosrecreatie, duurzaam bosbeheer, handhaving, bossen voor ecologische en wetenschappelijke functie, economische bosfunctie; - Bossen in de wereld: evolutie van de bosoppervlakte wereldwijd, investeringen en inspanningen van de Vlaamse overheid voor tropisch bos(behoud). Voor iedere indicator vindt u in de een stand van zaken, de opmerkelijkste trends en het standpunt van hierover. Het cijfermateriaal van de heeft betrekking op het jaar 2011, relevante beleidskeuzes en -evoluties uit 2012 worden ook reeds besproken. 9

10 2012, Verkiezingsjaar 2011 werd door de VN uitgeroepen tot het Internationale Jaar van de Bossen. Onder het motto Forests for People werd het bos wereldwijd in de kijker gezet en het debat over duurzaam bosbeheer aangewakkerd. Een jaar lang werden wereldwijd acties en activiteiten op poten gezet en burgers gemobiliseerd rond bossen. De massale respons, het enthousiasme en de gedrevenheid waarmee tijdens het Internationaal Jaar van de Bossen gehoor aan deze oproep werd gegeven, weerspiegelt het grote maatschappelijke belang van bossen, van bosbehoud, van bosuitbreiding en van duurzaam bosbeheer, en bewijst dat een belangrijk deel van onze samenleving dit uiterst belangrijk vindt. Ook de Vlaming vindt bos en groen erg belangrijk was het jaar van de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen en uit de verschillende bevragingen die in dit kader georganiseerd werden, bleek dit heel duidelijk. De Vlamingen gaven de nieuwe besturen een onmiskenbare boodschap mee: zorg voor leefbare, groene en propere steden en gemeenten op mensenmaat. Aspecten als duurzame mobiliteit, voldoende kwaliteitsvolle kinderopvang en een goed en evenwichtig aanbod van werken, schoolgaan en winkelen voldoende dicht bij huis, gaan hierbij hand in hand met een duidelijke roep om (veel) meer toegankelijk groen in de nabije omgeving van de woonplaats en werkplek. Getuige bv. de resultaten van de ivox-enquête van het Nieuwsblad en VTM. Daaruit blijkt dat de Vlaming toch wel snakt naar meer parken en toegankelijke bossen en mogelijkheden om zich te ontspannen in het groen. Uit deze opiniepeilingen blijkt dat deze bij een meerderheid van de Vlamingen voorrang krijgen op bedrijventerreinen. Een meerderheid zegt ook het landelijke karakter van hun woonplaats te willen behouden en niet op te willen geven voor meer woonkavels. Ook de grootschalige bevraging Ruimte voor Morgen 1 die de Vlaamse overheid in 2011 organiseerde voor haar nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen leverde gelijkaardige resultaten op: Een meerderheid van de Vlamingen is bezorgd over de teloorgang van de open ruimte op het platteland: o Voor twee derde (67%) van de Vlamingen mag de open ruimte tussen dorpen niet verder volgebouwd worden. 42% hoopt dat er in 2050 minder lintbebouwing zal zijn tussen de dorpen. o 75% van de Vlamingen is van mening dat het verschil tussen stad en platteland moet behouden blijven. Een grote meerderheid van de Vlamingen wil zorg dragen voor waardevolle open ruimte: o 75% van de Vlamingen wil grote nationale parken waarin natuur, wandelen en fietsen centraal staan. o 86% van de Vlamingen is gewonnen voor een goede bescherming van waardevolle landschappen. o 41% is zelfs bereid om gebouwen af te breken om landschappen mooier te maken. Opvallend is ook dat voor de meeste Vlamingen de ideale leefomgeving er heel anders uitziet dan het Vlaanderen van vandaag. Interessant is dat vooral de leefomgevingen waarin duurzaamheid sterker

11 verankerd is in het maatschappelijk handelen veel deelnemers tot de verbeelding spreken. Van de mensen die de test volledig aflegden, kwam 31% uit bij Freiburg als ideale leefomgeving. Op een quasi gedeelde tweede en derde plaats, met respectievelijk 22,65% en 22,20%, kwamen het Deense Dyssekilde en Nederland. Alle drie deze voorbeelden hebben een model van ruimtelijke ordening waarin principes van duurzaamheid en respect voor de open ruimte veel sterker verankerd zijn. Freiburg is de stad met de grootste oppervlakte stads(rand)bos van Europa. Een duidelijke keuze van de Vlaming, want het Vlaanderen van vandaag is nog slechts voor 16% van de deelnemers de ideale plek om te wonen. Een laatste, leuke, vaststelling uit deze bevraging is dat van de 12 geselecteerde topideeën voor onze ruimtelijke ordening van morgen er 3 voluit de kaart van de open ruimte en de natuur trekken: Voldoende groenvoorzieningen waarbij er niet alleen ruimte moet zijn voor decorgroen, maar ook voor doegroen zoals toegankelijke bos en natuur, speelbossen en ook volkstuintjes. Het behoud van het landelijk karakter van het platteland; geen verdere verharding of andere vormen van aantasting van ons platteland. Strikt groene inkleuring van bepaalde gebieden en uitbreiding van de ruimte voor groen: niet alleen moeten waardevolle landschappen en valleigebieden beschermd worden, en moeten de groene gebieden beter op elkaar aansluiten, ook op Europees vlak, maar ook een groen stedelijk netwerk is wenselijk. Nog in 2011 maakte een stand van zaken van de stads(rand)bossen in Vlaanderen op. Op het terrein bleek toen dat van de beloofde hectare stadsbossen uit de visiedocumenten van de Vlaamse overheid nog maar 815 hectare gerealiseerd was. En al zijn er behoorlijk wat initiatieven lopende, en doen een aantal steden en gemeentes écht hun best om lokale stads(rand)bossen en stedelijk groen te realiseren, toch blijft het fenomeen in heel wat Vlaamse gemeentes echt een randgeval. Hoog tijd dat de lokale beleidsmakers hier meer op inzetten. De nieuw verkozen mandatarissen staan nu dus voor de uitdaging om hun kiezers het gevraagde extra groen in en rond de stad en op het platteland te geven, en ook hier dus een prioriteit van te maken. Een aantal steden en gemeentes bewijzen dat de creatie van bijkomend toegankelijk bos best wel mogelijk is. Yes, you can! 11

12 Bosbehoud Bosbehoud in Vlaanderen, het blijft huilen met de pet op. De voorbije decennia werd veel over bos(behoud) gepalaverd maar schoten we geen (vierkante) meter op, integendeel. Niet alleen blijft het bos(uitbreidings)beleid ter plaatse trappelen maar ook in 2011 verdween in Vlaanderen meer bos dan er bij kwam. De negatieve trend in bosoppervlakte, waar wij al jaren de alarmbel over luiden, zet zich met andere woorden stevig door. Vlaanderen blijft rond (of net onder) dat nulpunt van netto bosuitbreiding schommelen, wat natuurlijk in enorm schril contrast staat met de meer dan hectare per jaar die de Vlaamse overheid zou moeten realiseren, wil ze haar beloftes op vlak van bosoppervlakte op een enigszins aanvaardbare termijn realiseren. De officiële ontbossingscijfers 2 van het voorbije jaar liegen er andermaal niet om: in 2011 verloor onze regio 231 hectare bos, dit is 0,64 hectare bos ofwel meer dan een voetbalveld per dag! Tabel 1. Netto evolutie van de bosoppervlakte ( ) (hectare) Jaarlijkse vergunde ontbossing (ha) Compenserende bebossing (ha) Bosuitbreiding (ha) Netto-bebossing (ha) Met deze balans staat het Vlaamse bosoppervlaktebeleid helemaal haaks op de rest van Europa: niet alleen zijn we één van de bosarmste regio s van het continent, maar daarenboven blijven we jaar naar jaar ook nog heel wat ontbossingen toelaten, en wordt er maar met mondjesmaat bijkomend bos gerealiseerd. 2 Officiële cijfers van het Agentschap voor Natuur en Bos over de vergunde ontbossingen via stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning. Andere ontbossingen door middel van eenvoudige meldingen en ontbossingen in erkende natuurreservaten zijn hierin niet opgenomen, niet vergunde illegale ontbossingen en bosverlies door o.a. bosbranden zijn hier evenmin bijgerekend. 12

13 Figuur 1. Evolutie netto-bebossing in Vlaanderen (hectare). Vlaanderen blijft dus flirten met die netto-ontbossingsgrens : het absolute nulpunt waar ontbossing net gecompenseerd wordt door compensatiebebossing en bosuitbreiding. Onze beleidsmakers kunnen toch echt niet om de negatieve trend in Vlaamse bosoppervlakte heen. Bosbehoud is in onze regio absoluut niet gegarandeerd: van een ambitieus bosbeleid, nochtans beloofd in het Vlaams Regeerakkoord, is dus echt geen sprake. Over de periode , de laatste vijf jaar waarvan we officiële cijfers hebben, is er een negatieve netto-balans van 1 hectare. Op vijf jaar tijd is er dus letterlijk geen vierkante meter bos bijgekomen in Vlaanderen. In 2005 meldde het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek in haar Natuurrapport (NARA) 3 dat het aan de toenmalige snelheid van verwerving en bebossing nog 127 jaar zou duren vooraleer de hectare bosuitbreiding wordt gerealiseerd. Toen reeds werden de beslissingen die nodig waren om tot een vlottere bosuitbreiding te komen, klaar en duidelijk geïdentificeerd. Nu, 7 jaar later, is deze planningshorizon verschoven van de reeds meer dan teleurstellende 127 jaar naar oneindig. Pijnlijk. Deze evolutie gaat ook volledig in tegen de Europese trend van de afgelopen decennia: hoewel er wereldwijd nog massaal veel bos verdwijnt, slaagde Europa er, dankzij een lange traditie van multifunctioneel en duurzaam bosbeheer en een stijgende aandacht voor natuur en bos als leverancier van allerlei cruciale ecosysteemdiensten, de voorbije 20 jaar in een zeer aanzienlijke bosuitbreiding van maar liefst 1,7 miljoen hectare extra Europees bos te realiseren (bron: State of the World's Forests, FAO 2011 en Global Forest Resources Assessment, FAO 2010). Het oude continent wordt stilaan opnieuw ook een beetje het groene continent; Vlaanderen dreigt stilaan een grijze, betonnen vlek in die groene omgeving te worden. Een scenario dat een rijke regio als Vlaanderen zich eigenlijk niet zou mogen permitteren, en waar ook haar bevolking absoluut niet achterstaat, zoveel is wel duidelijk

14 Figuur 2. Wereldwijde evolutie bosareaal tussen 1990 en 2010 (Global Forest Resources Assessment 2010, FAO). Opmerkelijk is ook de evolutie in Azië: terwijl het continent in de jaren negentig van vorige eeuw nog 0,7 miljoen hectare bos per jaar verloor, groeit de oppervlakte bos sinds het jaar 2000 er met 1,4 miljoen hectare per jaar! Dit is hoofdzakelijke te danken aan de enorme bebossingsinspanningen van China waar de bosoppervlakte in de jaren 90 met 2 miljoen hectare en in de jaren 2000 met 3 miljoen hectare toenam, per jaar! (bron: Global Forest Resources Assessment 2010, FAO). Het Nationale Volkscongres besliste er immers in 1981 dat elke Chinees van 11 tot 55 jaar elk jaar drie tot vijf bomen moet planten. En dat loont: nergens ter wereld planten vrijwilligers zo massaal veel bomen. Yes, they can! De inspanningen van Europa van de voorbije decennia, en de recentere maar enorme koerswijziging in Azië zorgden er samen voor dat de ontbossing wereldwijd de jongste jaren sterk gedaald is. Ondanks deze positieve evolutie is er voorlopig echter nog niet veel reden tot gejuich: in Zuid-Amerika en Afrika blijft de situatie desastreus, en ook in Oceanië verdween het voorbije decennium onrustwekkend veel bos. Wereldwijd verdwijnt vandaag nog steeds meer dan 10 hectare bos per minuut. Netto. En de veelal eensoortige Chinese boomaanplantingen zijn uiteraard geen waardig tegengewicht voor het enorme milieu- en biodiversiteitsverlies veroorzaakt door het pijlsnelle verlies aan natuurlijke bossen wereldwijd. Overwegingen die het waard zijn meegenomen te worden naar ons eigen vlakke Vlaanderenland. Jaarlijks blijven hier honderden hectares bos voor de bijl gaan, ook in 2011 werd opnieuw 231 hectare bos vergund ontbost. Ondanks het ontbossingsverbod in het Bosdecreet (zie verder), verloor onze regio het afgelopen decennium maar liefst hectare bos. Ter vergelijking: in de provincie Oost- Vlaanderen is er hectare openbaar bos; op 10 jaar tijd werd dus een gelijkaardige oppervlakte bos op legale wijze vernietigd. Ongetwijfeld gaat er nog veel meer bos verloren: ontbossingen door middel van eenvoudige meldingen en ontbossingen in erkende natuurreservaten zijn in deze cijfers niet opgenomen, niet-vergunde illegale ontbossingen en bosverlies door o.a. bosbranden evenmin. 14

15 Is het nu of ? Boskarteringen in Vlaanderen door de eeuwen heen Sinds Joseph Jean François graaf de Ferraris in onze contreien rondzwierf, is er veel gebeurd in Vlaanderen. Het was deze Oostenrijkse edelman die de eerste systematische en grootschalige kartering van onze regio superviseerde in de periode tussen 1771 en Dit leverde een verzameling van 275 uiterst gedetailleerde topografische kaarten op van de Oostenrijkse Nederlanden, waaronder Vlaanderen. Een uniek document waar nog vaak naar terug wordt gegrepen, en waarmee Vlaanderen in die tijd tot de best gekarteerde regio s behoorde van heel West-Europa. Na de Ferrariskartering zijn er op verschillende momenten doorheen onze geschiedenis nog betrouwbare karteringen van ons bosareaal gebeurd, zoals de kartering van Vandermaelen ( ), en de 3 de editie van topografische kaarten op 1: (merendeel opgemaakt tussen 1910 en 1940). In onze meer recente geschiedenis werd een eerste boskartering in de periode uitgevoerd door Eurosense Technologies op basis van visuele interpretaties van kleurinfrarode luchtfoto s uit de periode en terreincontroles. Deze eerste versie van de boskartering bevatte echter een aantal onnauwkeurigheden en was reeds bij publicatie gedeeltelijk verouderd. Om hieraan te verhelpen is de boskartering een tweede keer uitgevoerd: de boskartering De gegevens van de eerste boskartering werden geactualiseerd aan de hand van digitale zwart-wit ortho-luchtfoto s van Deze actualisatie werd uitgevoerd door het OC GIS-Vlaanderen, waarbij ook een digitale bossenkaartlaag werd aangemaakt. Bos in een verkavelde omgeving werd apart gedigitaliseerd en gecontroleerd op het terrein door de boswachters en terreinploegen van de bosinventarisatie in de periode juli 1999 juli Hierdoor konden bv. villawijken met veel bomen systematisch uit deze kartering geweerd worden. Het resultaat was een geactualiseerde digitale bosreferentielaag die samen met andere geografische lagen geïntegreerd werd in een bosinformatiesysteem bij de afdeling Bos & Groen (het huidige Agentschap voor Natuur en Bos). In 2011 werd een nieuwe boskartering aan het publiek voorgesteld. Deze zgn. Boswijzer is opgesteld o.b.v. digitale luchtfoto s waarbij in een 1 ste stap op basis van reflectiewaarden een onderscheid gemaakt wordt tussen groen en niet-groen. In een 2 de stap wordt a.d.h.v. een digitaal hoogtemodel een onderscheid gemaakt tussen hoog groen (= bomen, hoogte > 3m) en laag groen. De hoge-resolutiebeelden laten toe om tot op het niveau van de individuele boom in te zoomen, en vervolgens heeft men alle aaneengesloten zones waar minstens op 0,5 hectare bomen voorkomen als bos ingekleurd. In deze 3 de stap werd deze bomenkaart dus omgezet in een boskaart. Deze nieuwe methode van boskartering biedt een aantal voordelen. actuele, eenduidige en correcte informatie die op geautomatiseerde wijze wordt verkregen door verwerking van digitale hoge-resolutieluchtfoto s. De nieuwe werkwijze zal o.m. toelaten om deze monitoring elke twee jaar te herhalen, zodat er vanaf nu met grote regelmaat een duidelijk en goed onderbouwd beeld verkregen wordt van waar het met onze bosoppervlakte heen gaat. Op het eerste zicht is het nieuwe cijfer van de Vlaamse bosoppervlakte dat in 2011 aldus gelanceerd werd, wel bijzonder verrassend: in 2010 werd immers hectare bos gekarteerd, een heel groot verschil met de cijfers van 10 jaar geleden ( hectare). Maar wat deze nieuwe boskartering nu net niet toelaat, is een vlotte vergelijking met de voorgaande boskartering uit 2000: de methodieken van beide karteringen zijn immers zodanig verschillend dat je appelen met peren vergelijkt als je de cijfers van beide karteringen naast elkaar legt en daar rechtstreekse conclusies aan verbindt. Het ware interessant geweest de methodiek van 10 jaar terug op de actuele beelden toe te passen, maar dit bleek wegens te arbeidsintensief onhaalbaar. Vast staat echter dat dit tot een 15

16 heel ander resultaat geleid zou hebben dan de oppervlakte van hectare die de nieuwe methodiek nu opleverde. Hoe verhoudt het resultaat van de nieuwe boskartering, de zgn. Boswijzer, zich nu tot de cijfers uit de Bosbarometer? Onafhankelijk van de nieuwe oppervlakte uit de boskartering, die het resultaat is van een gewijzigde methodiek, worden de bosoppervlaktes uit de Bosbarometer berekend uit de bebossings- en ontbossingsdossiers die het Agentschap voor Natuur en Bos elk jaar ontvangt: de totalen van de oppervlaktes vergunde ont- en bebossingen geven accuraat weer hoe elk jaar onze bosoppervlakte evolueert. Deze officiële cijfers worden steeds accurater maar zijn omwille van een aantal redenen nooit helemaal definitief: administratieve vertragingen, vervallen vergunningen die opnieuw aangevraagd moeten worden, vergunningen die niet uitgevoerd worden, beroepsprocedures die jaren kunnen aanslepen, illegale ontbossingen en spontane verbossingen waarvan geen cijfers bij de administratie gekend zijn,... Toch geeft deze benadering een betrouwbaar beeld van welke richting onze bosoppervlakte uitgaat. is momenteel een grondige analyse aan het maken van de Boswijzer, op basis van de digitale kaarten die dit jaar werden vrijgegeven. Vergunde ontbossingen en boscompensatie Legale ontbossingen Bosbehoud is het fundament van een doeltreffend bosbeleid. Hoewel het Bosdecreet in de jaren 90 een ontbossingsverbod in Vlaanderen invoerde, zijn de legale uitzonderingen en afwijkmogelijkheden (lees: achterpoortjes) hierop zo talrijk, en worden ze zo vaak toegepast, dat we nog amper van een verbod kunnen spreken: - voor werken van algemeen belang, in woon- en industriegebied, in vergunde verkavelingen en voor maatregelen ten behoeve van de instandhoudingsdoelstellingen 4 kunnen ontbossingen wel nog toegestaan worden mits het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning én compensatie (in natura of financieel). - voor alle andere bossen kan men een ministeriële ontheffing op het ontbossingsverbod aan de minister vragen. Wordt de ministeriële ontheffing toegestaan dan mag men mits het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning en boscompensatie overgaan tot ontbossing. En of die ontbossing toegestaan wordt! In 2011 werd opnieuw 231 hectare vergund ontbost, waarvan 75 hectare via ministeriële ontheffing. Niet alleen de uitzonderingen op het ontbossingsverbod, destijds in het Bosdecreet geschreven om in uitzonderlijke gevallen toch nog tot een noodzakelijke ontbossing te kunnen overgaan, worden erg vaak gebruikt. Ook de ministeriële ontheffing op het ontbossingsverbod, een mogelijkheid waarop slechts uiterst sporadisch en bij zeer hoge uitzondering beroep zou mogen gedaan worden, is dagdagelijkse praktijk geworden. In 2011 was dit niet anders, erger nog, we stellen vast dat de ministeriële ontheffingen opnieuw in de lift zitten. Maar liefst één derde van alle vergunde ontbossingen in 2011 werd bekomen via een ministeriële ontheffing, een trend die wij ook het voorbije decennium konden vaststellen. Vaak verdedigt men deze uitzondering op het ontbossingsverbod met de 4 Doelstellingen en maatregelen om de gunstige staat van instandhouding van Europees te beschermen soorten te realiseren. Kadert binnen de Europese Habitat- en vogelrichtlijngebieden van het Natura 2000-netwerk. 16

17 melding dat het om kleine ontbossingen gaat van weinig waardevolle bossen. Maar tel je alles samen, dan werd de voorbije 11 jaar hectare ontbost waarvan niet minder dan hectare (d.i. 42% van alle vergunde ontbossingen!) via de ministeriële ontheffing. Tabel 2. Jaarlijks vergunde ontbossing (ha) Jaarlijkse vergunde ontbossing (ha) Waarvan ontheffing (ha) Jaarlijkse vergunde ontbossing (ha) Waarvan ontheffing (ha) Vlaams volksvertegenwoordiger Bart Martens stelde in juli 2012 een parlementaire vraag over deze ministeriële ontheffingen op het ontbossingsverbod. Uit het antwoord 6 van Vlaams minister van leefmilieu, natuur en cultuur Joke Schauvliege bleek dat het de laatste 6 jaar ( ) om aanvragen ten belope van 356,25 hectare ging, waarvan de minister in maar liefst 92% van de gevallen een ontheffing op het ontbossingsverbod toestond, goed voor 327,82 hectare. Van een zeldzame uitzondering op het ontbossingsverbod is dus echt helemaal geen sprake. In een niet onaanzienlijk aantal gevallen staat men verrassend genoeg zelfs een grotere oppervlakte ontbossing toe dan wordt aangevraagd. vraagt dan ook met aandrang dat de uitzonderingsmaatregelen op het ontbossingsverbod aan een grondige herziening worden onderworpen, waarbij afschaffing of minstens een verregaande verstrenging van de randvoorwaarden aangewezen is. Boscompensatie Tot nader order blijft bij ontbossing echter wel de compensatieplicht overeind: wordt er ontbost, dan moet er elders een gelijke of zelfs grotere oppervlakte bos gecompenseerd worden. Dit kan in natura door compensatiebossen aan te planten, maar ook financieel door het storten van een bosbehoudsbijdrage in het zgn. Boscompensatiefonds, of door een combinatie van beide. Om een gelijkwaardig bosareaal te verzekeren wordt het gekapte areaal vermenigvuldigd met een compensatiefactor, afhankelijk van de ecologische waarde van het gekapte bos. De kap van een eeuwenoud bos is namelijk niet te vergelijken met die van een jong populierenbosje. Dit zorgt er bv. voor dat de 231 hectare die vergund ontbost werden in 2011 gecompenseerd moeten worden door 250 hectare compensatiebos. Hiervan zou 93 hectare in natura gecompenseerd worden en 157 hectare financieel. De ontbosser die in natura compenseert, krijgt twee jaar de tijd om zijn compensatiebebossing te realiseren. Of deze bebossing ook daadwerkelijk plaatsvindt, wordt in principe door de administratie gecontroleerd. 5 De regeling inzake ontbossing mits het bekomen van een stedenbouwkundige ontbossingsvergunning én compensatie is van kracht sinds 2001, in 2000 werd evenwel 126 hectare via ministeriële ontheffing toegekend, deze 126 ha werd mee verrekend in de cijfers

18 Tabel 3. Evolutie boscompensatie (hectare) Jaarlijkse vergunde ontbossing (ha) Te compenseren bebossing (ha) Natura compensatiebebossing (theoretisch, ha) Aangekochte grond voor financiële compensatie (ha) Nog te compenseren sinds 2001 (cumulatief, ha) Gezien de grote grondendruk in Vlaanderen compenseert het gros van de ontbossers financieel. De theorie is dat de Vlaamse overheid met de middelen uit het Boscompensatiefonds de compensatiebebossingen in de plaats van de ontbosser realiseert. In de praktijk bestaat er echter een zeer groot verschil tussen het aantal hectare dat op deze manier bebost wordt, en de ontbossingen die er aan de grondslag van liggen. Hierdoor neemt de compensatieachterstand elk jaar toe, en neemt ze stilaan erg grote proporties aan: eind 2011 moest meer dan hectare van de ontbossingen van de voorbije jaren nog op het terrein gecompenseerd worden. Om deels aan dit euvel tegemoet te komen, lanceerde minister Schauvliege in 2011 een oproep aan alle Vlaamse gemeentes en provincies om projecten in te dienen voor de aankoop van nog niet eerder beboste terreinen. Ze reserveerde hiervoor 1 miljoen uit het Boscompensatiefonds, waarvan uiteindelijk werd besteed, goed voor 10 positief geëvalueerde projecten en 30,57 hectare compensatiebos. Gezien het succes van oproep van 2011 en de massale belangstelling bij lokale besturen (1 op 6 Vlaamse gemeenten diende in 2011 een bebossingsvoorstel in binnen de voorziene 3 maand) werd de oproep herhaald in Deze keer reserveerde Minister Schauvliege 1,67 miljoen euro uit het Boscompensatiefonds om 11 bebossingsprojecten te ondersteunen, goed voor 68 hectare compensatiebebossing. Het initiatief kan op ruime interesse rekenen en juicht dit uiteraard toe: deze compensatiebossen zijn echt een stap in de goede richting. Ze moeten echter ook gezien worden in het licht van de totale bosoppervlaktedoelstellingen: realisaties als deze zijn mooi, maar zijn tegelijkertijd nog verre van voldoende om gelijke tred te houden met de ontbossingen. Bovendien wordt hier soms foutief over gecommuniceerd als zou het ons dichter bij de beloofde bijkomend bos brengen. 18

19 De bijdragen aan het Boscompensatiefonds worden ook niet geïndexeerd, waardoor het, gezien de stijgende grondprijzen, sowieso steeds moeilijker wordt (en in de meeste gevallen nu reeds zelfs in theorie niet langer mogelijk is) om 1 op 1 de ontbossingen te compenseren met de middelen uit het fonds. vraagt dan ook om de compensatietarieven te koppelen aan een indexeringssysteem, opdat de gegenereerde middelen in staat blijven om de ontboste oppervlaktes te compenseren. Figuur 3. Ontbossing en compensatiebebossing (hectare/jaar). Om het initiatief nog slagvaardiger te maken zou de oproep ook verder verruimd kunnen worden en opengesteld voor terreinbeherende verenigingen en private eigenaars. Minister Schauvliege heeft zich hiertoe reeds herhaaldelijk geëngageerd (o.m. in haar Beleidsnota ), maar tot op heden zijn de noodzakelijke stappen hiervoor niet gezet. In antwoord op een schriftelijke vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Mark Demesmaeker 7 over deze kwestie liet de minister op 15 maart van dit jaar weten het begrotingstechnische wijzigingen betreft, die lopende zouden zijn. Ze engageerde zich ertoe om, van zodra deze kwestie rechtsmatig voldoende uitgeklaard en doorgevoerd zal zijn, de oproep uit te breiden naar de terreinbeherende verenigingen en privépersonen. hoopt en verwacht dan ook dat deze beslissing in 2013 zal vallen. We pleiten er wel voor dat er steeds over gewaakt wordt dat er met de aldus toegekende middelen bossen worden aangelegd met een duidelijke maatschappelijke meerwaarde. Zo lijkt bv. het publiek toegankelijk stellen van de nieuwe bosgebieden een basisvoorwaarde voor het toekennen ervan. Ruimtelijk bedreigde bossen Het hoofdprobleem van de legale ontbossingsproblematiek is en blijft de ruimtelijke bestemming, hoewel dit in principe geen bedreiging zou mogen zijn. Ten tijde van de opmaak van het Gewestplan, inmiddels reeds heel wat decennia geleden, werden bossen met een uitgesproken economische

20 dimensie, d.w.z. bosgebieden waar de bos- en houtproductie primeert, toegekend aan de bestemming bosgebied. Bijgevolg werden niet alle bossen opgenomen in deze bestemming op de gewestplannen maar kregen heel wat bosgebieden ook andere bestemmingen toegewezen (bv. woon-, industrie-, agrarisch of recreatiegebied). Dit is op zich niet abnormaal, en eigenlijk zelfs volledig conform de filosofie van de bestemmingsplannen van toen: groene ruimten konden en kunnen immers integraal deel uitmaken van een groot gamma aan bestemmingen op de bestemmingsplannen, waar ze een uitgesproken verwevingsfunctie te vervullen hebben. Dit vinden we ook terug bij de definiëring van de bestemmingen in het KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen én in de Codex Ruimtelijke Ordening, de grondslag van het huidige ruimtelijke ordeningsbeleid. In de praktijk stellen we echter vast dat een heel pak van deze zonevreemde bossen toch niet zo heel erg welkom lijkt in een aantal bestemmingen. De oorspronkelijke filosofie, dat er in elke bestemming nood is aan en plaats dient te zijn voor (verwevings)groen en dat bossen daar dus moeten kunnen voorkomen, lijkt geleidelijk opgeschoven naar een visie dat in een bepaalde bestemming de eigen activiteit (agrarisch, woon-, industriezone, ) absoluut en ten allen tijde primeert én moet gerealiseerd worden, en dat andere vormen van landgebruik waaronder bos hier systematisch voor moeten wijken. De uitzonderingen op het ontbossingsverbod (Art. 90bis Bosdecreet, zie boven) zijn de instrumenten die momenteel dan ook met grote regelmaat worden ingezet om deze visie om te zetten in realiteit. Ze laten immers toe dat bossen in woon- en industriegebied en in goedgekeurde verkavelingen met één pennentrek tot vogels voor de kat verklaard worden. Nochtans hoeft een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossen ook in deze gevallen helemaal geen automatisme te zijn! Stedenbouwkundige ambtenaren kunnen immers ten allen tijde de vergunning weigeren 8 : niet alleen omdat de aanwezigheid van bos en groen in de onmiddellijke omgeving zo belangrijk is voor de leefkwaliteit van de inwoners maar ook, en vooral, omdat een perceel in deze bestemmingen gelegen stedenbouwkundig in aanmerking moet komen voor bebouwing vooraleer een vergunning afgeleverd kan worden. En dat is eigenlijk zelden het geval voor bossen. Een belangrijke rol inzake bosbehoud is dus weggelegd voor de stedenbouwkundige diensten van de betrokken gemeentes. Zij kunnen immers altijd en voluit kiezen voor bosbehoud en aangevraagde ontbossingen van waardevolle bosgebieden ten allen tijde verhinderen. Vaak echter zijn ook de financiële belangen groot, niet alleen voor de aanvrager maar ook voor de gemeente zelf: bijkomende woningen en inwoners en/of bijkomende bedrijven leveren de gemeente heel wat middelen op. De indirecte maar enorme maatschappelijke meerwaarde van de vele ecosysteemdiensten die bossen vervullen, moet helaas al te vaak de duimen leggen voor het geldelijk gewin dat een stijgend aantal inwoners of een bijkomende industriezone voor een gemeente kunnen betekenen. Plan van aanpak Zonevreemde Bossen De Vlaamse Regering beloofde in haar Regeerakkoord oplossingen te zoeken voor het reeds jarenlang aanslepend probleem van de zonevreemde bossen. In het voorjaar van 2011 kondigde Minister 8 Dit staat ook duidelijk in de beoordelingsgronden voor het weigeren van een stedenbouwkundige vergunning die zijn ingeschreven in artikel van de Codex Ruimtelijke Ordening. 20

21 Schauvliege in de media een plan van aanpak voor de zonevreemde bossen aan. De beleidsbrief Leefmilieu en Natuur brengt verheldering: Het plan van aanpak rond zonevreemde bossen wordt eind 2011 operationeel in samenspraak met het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening. In eerste instantie zal gewerkt worden aan een basiskaart met ecologisch waardevolle, ruimtelijk bedreigde, zonevreemde bossen. Dit biedt een kader voor verdere maatregelen. Verder wordt gewerkt aan een grondige analyse van 5 zonevreemde en ruimtelijk bedreigde bossen als leercases. In haar Beleidsbrief Leefmilieu en Natuur - Beleidsprioriteiten kondigt de minister aan dat dit plan van aanpak gefinaliseerd zal worden in Als lid van de klankbordgroep merkt op dat eind 2012 deze studie zich weliswaar in een eindfase bevindt, maar dat er nog steeds geen zicht is op de keuzes die zullen gemaakt worden om ervoor te zorgen dat de bedreigde bossen die echt te waardevol zijn om te ontbossen, ook afdoend zullen beschermd worden. pleit ervoor dat nu op korte termijn ambitieuze en generieke keuzes worden gemaakt, gepaard met een duidelijk omlijnde toekenning van verantwoordelijkheden aan de verschillende beleidsniveaus en een adequaat pakket aan instrumenten en middelen om dit bosbehoud ook effectief te realiseren. Het behoud van meerdere duizenden hectare van dergelijke ruimtelijk bedreigde, waardevolle bossen is een must. Naast de generieke bescherming van deze waardevolle bossen kan ook de afschaffing of minstens een beduidende verstrenging van de uitzonderingsmogelijkheden op het ontbossingsverbod (art. 90 bis van het Bosdecreet) hier een bijdrage toe leveren. 21

22 Bosuitbreiding Het ontbossingsverbod een lege doos, ontbossingsvergunningen die worden afgeleverd dat het een lieve lust is en ministeriële ontheffingen meer regel dan uitzondering, Met het bosbehoud in Vlaanderen is het duidelijk niet goed gesteld. Een krachtdadig bosuitbreidingsbeleid zou daar een reëel tegengewicht aan kunnen bieden. Maar ook dat is in Vlaanderen helaas veel meer droom dan werkelijkheid... Planologische bosuitbreiding Zelfs planologisch zijn we er opnieuw in geslaagd te ontbossen Sinds 1994 belooft het beleid werk te maken van hectare extra ruimte voor bos op de ruimtelijke bestemmingsplannen. Die extra hectare zgn. planologisch bos werd verankerd in het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen (RSV), de basis voor het ruimtelijke beleid voor het Vlaamse Gewest. De oorspronkelijke planhorizon van het RSV, 2007, werd inmiddels bijgesteld tot Ook nu is duidelijk dat we deze deadline absoluut niet halen. Jaar na jaar tot dezelfde vaststelling moeten komen, de lezer wordt daar, net als, ongetwijfeld toch een beetje moe van Over de lange termijnvisie op onze ruimtelijke ordening denkt het beleid, samen met de actoren actief in het open-ruimtegebied, momenteel grondig na: het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) is in volle ontwikkeling. Dit BRV wordt de opvolger van het RSV en moet ruimtelijke doelstellingen formuleren voor het Vlaanderen van 2050, en dit koppelen aan acties op korte termijn. Het voorbereidende Groenboek van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen dat nu op tafel ligt, stelt een nieuwe ruimtelijke visie op Vlaanderen voor. Zo streeft men naar een Vlaanderen op mensenmaat waar toegankelijke open ruimte binnen ieders bereik ligt. Bovendien wil men van Vlaanderen een veerkrachtige metropool maken, zodat rekening gehouden kan worden met de gevolgen van klimaatverandering en met het energievraagstuk. Hiertoe zal een netwerk van groene verbindingen en waterlopen borg staan voor wateropvang en biodiversiteit en dienen grote open ruimten voor voedselproductie, grondstoffen, planten en dieren. In stedelijke natuur en parken vinden we ontspanning, water en zuurstof. juicht toe dat er dergelijke hoge ambities worden voorgesteld. Het is voorlopig echter nog raden naar hoe, waar en op welke termijn die grote open ruimten en stedelijke natuur en parken zullen gerealiseerd worden. Temeer daar het ernaar uitziet dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen niet langer bindende kwantitatieve doelstellingen zoals de hectare extra bos uit het RSV, zal bevatten. Qua oppervlaktedoelstellingen wordt de lat dus niet langer hoog of zelfs maar laag gelegd; nee, het risico bestaat dat de lat gewoon aan de kant wordt gegooid. En dat is, gezien het bilan dat de Vlaamse Regering de voorbije jaren op vlak van ruimtelijke ordening en bos- en natuurbeleid voorlegt, erg zorgwekkend. pleit er dan ook met aandrang voor dat er in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen concrete en ambitieuze oppervlaktedoelstellingen voor bos- en natuuruitbreiding gesteld worden. 22

23 Groenboek Ruimte Vlaanderen: enkele bedenkingen Het Groenboek Ruimte Vlaanderen 9 doet een aantal interessante vaststellingen en voorstellen m.b.t. de toekomst van ons ruimtegebruik in Vlaanderen. Toch heeft er, vanuit haar expertise en missie en visie, een aantal belangrijke bedenkingen over: Grondige evaluatie van het RSV als basis voor het toekomstige ruimtebeleid in Vlaanderen: Een eerste algemene bemerking is dat er geen evaluatie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) opgenomen is in dit Groenboek. Nochtans is het de bedoeling dat dit document de aanzet vormt voor de opvolger van het RSV, en dan lijkt het aangewezen om ook uit te gaan van een analyse van de successen én ook van de nietgehaalde ambities van het voorgaande ruimtelijk beleid. Met name voor bos en natuur is geweten dat de doelstellingen van het RSV bij lange na niet gehaald werden; dit staat toch wel in schril contrast met de vage en complimenterende bewoordingen waarin dit Groenboek een aantal realisaties uit het RSV, ook die m.b.t. bos en natuur, vermeldt. wenst er dan ook op aan te dringen dat er een veel grondiger, duidelijker en beter onderbouwde evaluatie van de voorbije decennia ruimtelijk beleid toegevoegd wordt aan dit document. Eigenlijk zou dit gewoon de basis moeten zijn voor het toekomstig ruimtelijk beleid, en dus voor dit groenboek. Alleen dan kan men ook werk maken van totaal onopgeloste of niet-gerealiseerde thema s, zoals de afdoende bescherming van de zonevreemde bossen en de doelstellingen op vlak van bosuitbreiding in Vlaanderen. Nood aan veel meer prioriteit voor het ruimtegebruik bos : Bos is per definitie multifunctioneel, en biedt Vlaanderen in kader van de vervulling van haar vele functies meerwaarden die van groot maatschappelijk belang zijn. Zonder al te diep in te gaan op de onderliggende mechanismen hiervan, toch enkel voorbeelden: zo wordt de economische functie van bos vertaald in de productie van een bijzonder duurzame grondstof, alsook in bijzonder grote economische opbrengsten die het vervullen van de vele ecosysteemdiensten van bossen met zich meebrengen. De enorme sociale functie van bos staat buiten kijf: heel wat Vlamingen gebruiken het bos als een favoriete plek om te ontspannen, en zijn vragende partij voor toegankelijk bos op korte(re) afstand van waar ze wonen. Op ecologisch vlak zijn bossen onmiskenbare hotspots van biodiversiteit, die ook bij de realisaties van de IHD s een bijzondere rol zullen moeten spelen. De positieve milieu-effecten van bos (water, lucht, erosie, ) zijn goed gedocumenteerd, en zouden de motor moeten zijn van een daadkrachtig beleid ter uitbreiding van de bosoppervlakte in Vlaanderen. Vreemd genoeg wordt het belang van deze functies van bos in dit Groenboek onvoldoende erkend, wat in contrast staat met tal van beleidsdocumenten waar dit wel het geval is (RSV, Vlaams regeerakkoord, VIA en PACT 2020, ). Onder het hoofdstuk Levenskrachtig Platteland wordt het bos zelfs expliciet ondergeschikt gemaakt aan een aantal andere, zgn. meer primaire functies. pleit ervoor dat ook bos als prioritair na te streven vorm van ruimtegebruik wordt erkend, zeker gezien de erg beperkte graad van realisatie van de voorbije decennia op dit vlak. Vermijd spraakverwarring: In het document vind je de term bosbouw terug die (overigens ten onrechte) lijkt te impliceren dat bos in bepaalde gevallen exclusief gebruikt zou worden voor de productiefunctie, en dat dit een zgn. ondergeschikte doelstelling zou zijn. Zoals hierboven reeds aangegeven, en zoals ook juridisch gewoon vastligt in het Bosdecreet, is het bos per definitie multifunctioneel: een stijgende houtzelfvoorzieningsgraad (nu amper 10%) is daarbij zeker een na te streven doelstelling, maar kan niet los gezien worden van de andere, erg belangrijke functies die het bos te vervullen heeft in Vlaanderen. Nu lijkt men deze term ten onrechte te gebruiken om bos te reduceren tot slechts één van haar functies, en tegelijkertijd naar het tweede plan te verwijzen. In tegenstelling daartoe zou men de verschillende functies, waaronder de duurzame houtproductie, moeten herwaarderen en een veel groter belang toekennen. Spons voor Klimaat : Geef bos en bomen de rol die ze daarin verdienen: Terecht komt de klimaatverandering frequent aan bod in het Groenboek Ruimte Vlaanderen, en worden ambitieuze doelstellingen naar voren geschoven opdat ons ruimtelijk beleid mitigerend en adaptief omgaat met de klimaatverandering. Er wordt een hoofdstuk gewijd aan het realiseren van de Spons voor Klimaat. Doelstellingen als waterberging, waterreserves, CO2-opslag, hernieuwbare energie, vermijden van hitte

24 eilanden in bebouwde omgevingen,, kunnen alle in zeer hoge mate gerealiseerd worden door bos en bomen meer plaats te geven in het Vlaamse ruimtelijk beleid. Het lijkt dan ook fundamenteel dat dit ook in dit Groenboek meer aandacht krijgt. Historische-landschapszorg, waarin bos en bomen een fundamentele rol spelen: Vlaanderen wordt al eeuwen gekenmerkt door een kleinschalig en gediversifieerd landschap, waarin regio s eigen landschapskenmerken ontwikkelden en aldus ook een eigen identiteit kregen. Hierin speelden bos en bomen een bijzonder belangrijke rol. In het Groenboek wordt (terecht) sterk gefocust op de historische waarde van onze stadskernen, en op de identiteit van dorpskernen. Er wordt echter onvoldoende aandacht geschonken aan de ambitie tot herstel, behoud en beheer van onze historische, regionale landschappen, en aan de rol die bossen en bomen hierin onmiskenbaar te spelen hebben. Nochtans maken ook onze historische landschappen in belangrijke mate de identiteit van een regio, en dragen ze bij tot het welbevinden en het cultuurbesef van haar inwoners. Verharding van Vlaanderen stoppen: Uiteraard verheugt zich over deze doelstelling. Aangezien vandaag echter nog steeds 7,5 hectare grond per dag verhard wordt in Vlaanderen, stellen wij ons wel de vraag hoe, en op welke termijn, men deze doelstelling wenst te realiseren. pleit er dan ook voor dat er heel duidelijke en slagkrachtige instrumenten ontwikkeld worden om ervoor te zorgen dat de verdere verstening van Vlaanderen inderdaad een halt kan worden toegeroepen, en dat hierbij geen juridische achterpoortjes (genre ministeriële ontheffing op de verhardingsstop, of bouwcompensatiefonds ) worden toegelaten. Metropool Vlaanderen? Het Groenboek neemt in haar titel, en talloze malen nadien, de term Metropool Vlaanderen in de mond, en gaat er blijkbaar voetstoots van uit dat dit een algemeen aanvaard gegeven is, weliswaar op mensenmaat. heeft daar fundamentele bedenkingen bij: metropool is synoniem voor wereldstad, en het lijkt ons een verregaande aanname dat een merendeel van de Vlamingen Vlaanderen zo ziet, of haar in de toekomst zo wil zien evolueren. Ook uit de bevraging Ruimte Vlaanderen hierboven reeds besproken - bleek het tegendeel. Vlaanderen werd (en wordt in helaas afnemende mate) gekenmerkt door kleinschaligheid met grote verschillen tussen steden, dorpen, regio s. De term metropool leidt onvermijdelijk tot connotaties van verdere verharding, verdichting, uniformisering van onze landschappen, en dit is een (streef)beeld waarin niet meestapt. Meer aandacht voor bos, ook in het literatuuronderzoek dat aan de basis van dit document ligt: de ontoereikende aandacht die dit Groenboek voor het bos heeft, reflecteert zich ook in het feit dat er in de hele literatuurlijst geen referenties te vinden zijn over bos. Nochtans zijn er in het recente verleden tal van academische studies uit binnen- en buitenland gepubliceerd die de belangrijke rol van bos en bomen en hun ecosysteemdiensten in de ruimtelijke ordening onderbouwen (bv. Gulinck, H., B. Muys and M. Hermy, Concepts for multifunctionality in the flemish Park City Proceedings symposium Open space functions under urban pressure, Gent September 2001). staat overigens niet alleen met haar kritische bedenkingen: in een gemeenschappelijk en unaniem advies brachten recent de SARO, de Minaraad, de SALV, de MORA, de SARC, de SARiV, de Vlaamse Woonraad, Vlabest en de VRWI, een aantal kritische bemerkingen uit over het Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, dat omschreven wordt als vaag, onduidelijk en onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd. Zo vindt men het onzeker in hoeverre de afbakening van de natuurlijke structuur en de agrarische en stedelijke gebieden wordt voortgezet, wordt de behandeling door het Groenboek van het buitengebied stiefmoederlijk genoemd, ontbreekt het aan aandacht voor de rol van land- en bosbouw, biodiversiteit, recreatie, enz, en hekelt men de afwezigheid van een daadkrachtig ontwikkelingsmodel voor de onbebouwde ruimte. De dynamiek vanuit de open ruimte (bos, natuur, landschap, water en landbouw) moet op een volwaardige manier meegenomen worden bij het uittekenen van het Beleidsplan Ruimte", benadrukt het advies. 24

25 In 1994 legde de Vlaamse overheid zichzelf de bindende doelstelling op om tegen hectare extra ruimte voor bos te creëren. Eind 2007 was amper 20%, van de beloofde hectare bos, effectief ingekleurd op de plannen. Daarmee scoort de bestemming bos veruit het slechtst in de totale rangschikking. Tabel 4. Voortgang ruimteboekhouding Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Bestemmingscategorie Totaal op 1/1/1994 Totaal op 1/1/2007 Totaal op 1/1/2012 Streefcijfers RSV Doelbereik Wonen NvT Recreatie ,4% Natuur % Overig groen NvT Bos ,6% Landbouw % Industrie ,6% Toen in 2007 duidelijk werd dat de doelstellingen van het RSV niet zouden bereikt worden, werd de deadline eenvoudigweg 5 jaar opgeschoven. Op 31 december 2012 verstrijkt dus de tweede deadline voor de realisatie van de doelstellingen van het RSV. Vooruitgang is er de voorbije vijf jaar echter niet geweest: sinds 2007 werd een beschamende 100 hectare bijkomende bosbestemming op het gewestplan ingekleurd; het hadden er dus eigenlijk moeten zijn. Overigens stelt vast dat het de laatste jaren pas echt hélemaal de verkeerde richting uitgaat: voor het tweede jaar op rij is er in de ruimteboekhouding van het RSV hectare bosgebied verloren gegaan op de bestemmingplannen. Regelrecht tegen alle politieke engagementen in slaagt Vlaanderen erin niet alleen op het terrein, maar ook planologisch te ontbossen. Onvoorstelbaar, én gênant, wanneer we de vergelijking maken met andere bosarme en dichtbevolkte Europese regio s. Die doen het meestal immers wel zeer goed op vlak van bosuitbreiding. Het totaal verzande bosuitbreidingsproces in Vlaanderen staat er in schril contrast mee. 10 Presentatie voortgangsrapport uitvoering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, commissie Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed, 2 mei

26 Tabel 5. Bijkomend bos op de bestemmingsplannen (planologische bosuitbreiding, hectare) Bijkomend bos in ruimtelijke uitvoeringsplannen (ha) (cumulatief) Doelstelling planologische bosuitbreiding (ha) Bijkomend bos in ruimtelijke uitvoeringsplannen (ha) (cumulatief) Doelstelling planologische bosuitbreiding (ha) Omdat in het RSV een algemeen streefcijfer is opgenomen en er geen gebieden aangeduid zijn waarin die extra oppervlakte bos kan gevonden worden, moet de effectieve afbakening van natuur, bos en landbouw nog gedaan worden. Dit is een proces dat best geïntegreerd verloopt, in overleg met de belangenorganisaties die actief zijn in het buitengebied. Aan de overheid om deze processen op een efficiënte manier te organiseren maar ook en vooral om op een bepaald moment knopen door te hakken. Vijftien jaar na datum kan men alleen nog maar stellen dat men deze processen te laat, te inefficiënt en met een absoluut gebrek aan besluitvaardigheid en daadkracht organiseert. Pas in 2003 ging men van start met het opmaken van ruimtelijke visies op landbouw, natuur en bos. Bij deze visievorming onderzocht men enerzijds waar de bestaande plannen voldeden en anderzijds waar nieuwe ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP s) nodig waren om de bestaande plannen gericht te wijzigen in functie van bijkomende oppervlakte natuur en bos. Ongeveer 2/3 van deze bestemmingen werd inmiddels op basis van de bestaande plannen herbevestigd. Eind 2008, begin 2009 werd de visievorming rond de op te maken RUP s afgerond. Een belangrijke, doch wel heel erg late, stap voorwaarts: eindelijk was elk landbouw-, bos- of natuurgebied aangeduid mét de respectievelijke mogelijkheden: versterken van de bosstructuur, mogelijke bosuitbreiding en richtcijfers per gebied om tot de vooropgestelde hectare bosuitbreiding te komen. Het oogde allemaal heel mooi op papier, nu de effectieve inkleuring nog. Begin mei 2010 werd het plan van aanpak goedgekeurd en een organisatiestructuur opgezet om de verdere uitvoering mogelijk te maken. Voor de dertien vastgelegde buitengebiedregio s zijn operationele uitvoeringsprogramma s gemaakt met tientallen op te stellen RUP s, hiervan zijn er een honderdtal als prioritair aangeduid. In de volgende fase moet dan inderdaad werk gemaakt worden van deze ruimtelijke uitvoeringsplannen. Enkel door nu heel proactief werk te maken van significante oppervlaktes waarbij deze doelstellingen planologisch worden vertaald, zal er ook écht ruimte voor bos en natuur vrijgemaakt worden. Dat is overigens ook een goede zaak voor de andere sectoren in het buitengebied, want zo creëert men veel meer rechtszekerheid over het landgebruik dan vandaag het geval is. Sindsdien bleef het echter vooral erg stil rond het thema. Aangesproken op het zorgwekkende uitblijven van de beloofde planologische bosuitbreiding, wist minister Schauvliege tijdens het Beleidssymposium 'Bos voor iedereen: droom of werkelijkheid' 11 te melden dat de volledige Vlaamse Regering zich geëngageerd had om jaarlijks 20 Ruimtelijke 11 georganiseerd op 11 mei 2011 door VBV, Natuurpunt en ARGUS 26

27 Uitvoeringsplannen op gang te trekken (en goed te keuren) en zo de broodnodige ruimte voor bosuitbreiding en natuurontwikkeling verder af te bakenen. Anderhalf jaar later blijkt dit in de praktijk allerminst het geval, en is er weinig tot geen vooruitgang geboekt. In het kader van het SIGMA-plan werd er een aantal RUP s gerealiseerd, maar wat de afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur (AGNAS) betreft, is het voorlopig vooral erg stil. Er zou momenteel ongeveer hectare extra natuur en bos zitten in de lopende AGNAS-RUP s opgenomen zijn. Voor de duidelijkheid: samen is dit goed voor slechts 15% van de resterende oppervlaktedoelstellingen van hectare bijkomende ruimte voor bos en hectare voor natuur. Deze dossiers zijn bovendien nog steeds in voorbereiding, dus nog niet gerealiseerd 12. Effectieve bosuitbreiding Ook wat de effectieve bosuitbreiding betreft, blijft de kloof tussen beloftes en terreinrealisaties dagelijks groeien. Nochtans stelde het RSV in 1994 voorop dat gekoppeld aan de planologische bosuitbreiding ook effectief hectare bijkomend bos gerealiseerd zou worden in Vlaanderen. Ook hier was de oorspronkelijke deadline Aangezien er in de periode bovendien maar liefst hectare bos voor de bijl ging, moest die doelstelling bijgesteld worden tot hectare effectieve bosuitbreiding 13. Om deze doelstelling te behalen tegen de oorspronkelijke doelstelling van 2007 moest jaarlijks gemiddeld hectare nieuws bos gerealiseerd zijn. Een ambitieuze, maar haalbare doelstelling, dat bewijzen voorbeelden uit het buitenland. Het verhaal van de planologische bosuitbreiding herhaalt zich echter: in 2007 werd, wegens het niet halen van de deadline, de planhorizon verruimd tot We schrijven eind 2012, en stellen vast dat na 18 jaar ook deze doelstelling absoluut niet gehaald werd. Op het terrein werd hectare bos gerealiseerd, waardoor we momenteel aankijken tegen een achterstand van maar liefst hectare effectief te planten bos. Zelden werd een doelstelling met zoveel brio gemist. Het hoeft dan ook geen betoog dat bijkomende inspanningen absoluut noodzakelijk zijn. Naast een stevige verwervingspolitiek voor gronden voor effectieve bosuitbreiding moeten ook de obstakels die bosuitbreiding verhinderen, uit de weg geruimd worden. In 2011 kocht het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse overheid een oppervlakte van 1006,95 hectare, waarvan: - 565,56 hectare open natuur; - 410,52 hectare bestaand bos; - 30,87 hectare grond om boscompensatie op te realiseren Het betreft aankopen om verschillende doelen te bereiken, dus niet alleen multifunctioneel bosbeheer. Momenteel kan echter nog geen duidelijkheid gegeven worden over het aandeel van deze gronden dat zal bebost worden of spontaan tot bos zal mogen evolueren. Of er binnen de aangekochte oppervlakte Voorgaande boskarteringen stelden vast dat het bosareaal in de periode tussen 1990 en 2000 met ha is verminderd. Lineair terugrekenend betekent dit een oppervlaktevermindering van ha (= ha x ( )/( )) in de voor het RSV relevante periode tussen 1994 en 2000 die moet gecompenseerd worden. Rekening houdend met deze ontbossingen diende de taakstelling inzake effectieve bosuitbreiding bijgesteld te worden tot ha nieuw bos. (= ha bosuitbreiding ha compensatiebebossingen). 27

28 open natuur nu 10 of 100 of meer hectare nieuw bos zal gerealiseerd worden de komende jaren, blijft dus een open vraag. Vast staat wel dat de te bebossen oppervlakte opnieuw vele malen kleiner is dan wat er zou moeten gerealiseerd worden om de beloofde hectare extra bos te realiseren. Het feit ook dat er geen duidelijkheid kan gegeven worden over een bebossingsvisie binnen de aangekochte gebieden, laat staan over de concrete te bebossen oppervlakte, baart zorgen voor de bosuitbreiding. Er zouden toch écht wel duidelijker engagementen moeten zijn die ook worden omgezet in effectieve aankopen met de specifieke doelstelling nieuwe bossen te creëren. herhaalt dan ook haar dringend verzoek van vorig jaar, dat de Vlaamse overheid haar bosuitbreidingsengagementen opnieuw ernstig opneemt, door voldoende middelen voor haar aankoopbeleid vrij te maken, door daarbij ook specifiek te focussen op de realisatie van de bestaande bosuitbreidingsvisie van het ANB, en door de bosuitbreidingsteams van weleer, die in het verleden een actieve aankooppolitiek voor de Vlaamse overheid voerden, te reactiveren. Ook het kabinet Leefmilieu en Natuur dient hierin haar verantwoordelijkheid te nemen en de aangebrachte aankoopdossiers op tijdige wijze te behandelen. Een aanzienlijk deel van de vooropgestelde bosuitbreiding zou ook via private grondeigenaars gerealiseerd kunnen worden. Subsidies voor bebossing kunnen hen hierin stimuleren, en bestaande obstakels voor de privé-bosuitbreiding worden best weggenomen. Uit de officiële cijfers bleek echter dat de realisaties door particulieren in 2011 opnieuw ver onder de mogelijkheden bleven. En dat terwijl uit de praktijk blijkt dat heel wat privé-grondeigenaars in Vlaanderen heel graag een nieuw bos zouden aanleggen. Het toelaten en stimuleren van privé-bosuitbreiding is overigens met groot verschil de meest kostenefficiënte manier voor de Vlaamse overheid om haar doelstellingen op vlak van bosuitbreiding te helpen waarmaken. Op dit vlak werden inspanningen geleverd: tot voor kort bleek het bindend karakter van het advies dat een aantal Vlaamse administraties dienen uit te brengen over de dossiers van privé-bebossing immers een groot obstakel dat veel kandidaat-bebossers in hun ambities fnuikte. Vooraleer een privé-eigenaar de eigen gronden kan bebossen moest hij of zij naast een vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen van de betreffende gemeente meestal ook een gunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) én van de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) in handen hebben. Meer dan de helft van de privé bosuitbreidingsdossiers strandde tot voor kort op het niet-toekennen van een positief advies door ADLO. In 2011 kwam de overheid hieraan tegemoet en maakte zij deze adviesverlening niet langer bindend. Vanaf nu is de vergunning door het College van Burgemeester en Schepenen dus het doorslaggevende document dat de privé-bebosser nodig heeft. De afschaffing van het bindende karakter van deze adviezen opent nieuwe perspectieven voor kandidaat-bebossers. Een administratieve vereenvoudiging die effectieve bosuitbreiding ten goede komt én Vlaanderen een stapje dichter brengt bij de beloofde oppervlakte bos. 28

29 Tabel 6. Effectieve bosuitbreiding (hectare) Doelstelling effectieve bosuitbreiding (ha) Effectieve bosuitbreiding (ha) (cumulatief) To go (ha) Doelstelling effectieve bosuitbreiding (ha) Effectieve bosuitbreiding (ha) (cumulatief) To go (ha) In 2013 is de huidige subsdidieregeling voor privé-bosbeheer aan herziening toe. Bij de vorige herziening, in 2006, bleek het besluitvormingsproces te traag, waardoor het belangrijkste subsidiekanaal voor de creatie van nieuwe bossen gedurende 2 jaar inactief was. Het risico dat dit opnieuw voorkomt is niet denkbeeldig indien er niet snel gestart wordt met deze herziening. is hierover zeer bezorgd en pleit er dan ook met aandrang voor dat dit proces op korte termijn wordt opgestart. Net als bij de landbouwsubsidies zouden onze bevoegde ministers het nodige moeten doen opdat er continuïteit is in de subsidiemogelijkheden voor bosbeheer. Figuur 4. Effectieve bosuitbreiding (hectare). 29

30 Stads(rand)bossen Het Vlaanderen in Actie-plan (VIA), het paradepaardje van de Vlaamse Regering, nam in haar Pact 2020 de ambitieuze doelstelling op om tegen 2020 de helft van de stedelijke en kleinstedelijke gebieden over een stadsbos te laten beschikken of er minstens een project rond te hebben opgestart. Bij de meting van 2012, het recentste voortgangsrapport van PACT 2020, werd gesteld dat nu reeds 35 van de 56 (klein)stedelijke gebieden, 62%, zover zijn. stelt dat er tussen woord van VIA en daad op het terrein nog een wijde kloof gaapt, en dat de conclusies uit de metingen van Pact 2020 een veel te rooskleurig beeld schetsen van de situatie. O.b.v. onze detailanalyse werd bovendien meteen duidelijk dat de hoera-kreten van Pact 2020 absoluut niet gereflecteerd worden in evenveel echte realisaties op het terrein. Het was bovendien ook niet echt duidelijk wanneer een stads(rand)bosproject als gerealiseerd werd beschouwd, of wanneer men meende te kunnen besluiten dat er een project rond liep. De evaluaties van Pact 2020 zouden er dan ook baat bij hebben dat de parameters die gemeten worden duidelijk benoemd en gedefinieerd worden, en vooral dat er wordt gewerkt met indicatoren die ook de echte realisaties op het terrein reflecteren. Onze analyse (april 2011) leerde ons immers dat er de voorbije 15 jaar ongeveer 815 van de hectare door het ANB als noodzakelijk beschouwde bijkomende stads(rand)bossen werd gerealiseerd, een kleine 17 % van de beoogde oppervlakte dus. Het contrast met de beweringen van de metingen van het Pact 2020, met een stijging van het realisatiepercentage van 28 naar 62 % op 2 jaar tijd, is op zijn zachtst gezegd verrassend. 30

31 Multifunctioneel bos: meer dan bomen alleen! Recreatie Sterker dan ooit hebben de Vlamingen nood aan meer toegankelijk groen in hun onmiddellijke omgeving. Ze hechten er ook steeds meer belang aan, wat duidelijk naar voor komt uit de resultaten van een aantal grootschalige burgerbevragingen, zoals hierboven reeds uitvoerig beschreven 14. Voldoende, voldoende grote én toegankelijke bossen om in te ontspannen, te start-to-runnen of de hond uit te laten en speelzones in bos- en natuurgebieden om te ravotten, kampen te bouwen, zich vuil te kunnen maken en de natuur aan den lijve te leren kennen: ze zijn noodzakelijk voor het gestresseerde en drukbevolkte Vlaanderen. Om tegemoet te komen aan deze wens werd het concept speelzones in de Vlaamse bossen en natuurgebieden geïntroduceerd. Want in Vlaanderen geldt dan wel de principiële toegankelijkheid op de paden in bos- en natuurgebieden, die paden mag je in de meeste gevallen niet verlaten. En dat is precies wat de jeugd moet kunnen doen: af en toe zich ook letterlijk buiten de paden begeven. Hiervoor kunnen sinds 1999 in bossen en sinds 2005 in natuurreservaten speelzones afgebakend worden, stukken bos- of natuurgebied van gemiddeld enkele hectare groot waar de jeugd (tot 25 jaar) naar hartenlust mag spelen en ravotten. In april 2012 beschikte Vlaanderen over hectare speelzones waarvan hectare gelegen in bos en 83 hectare gelegen in natuurreservaat. Een beperkte toename ten opzichte van de toestand vorig jaar. Meer inspanningen zullen dan ook nodig zijn om de beleidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid te realiseren, zoals terug te vinden is in de doelstellingen op vlak van toegankelijke bossen in het PACT 2020 (Vlaanderen in Actie), maar nog meer expliciet in het Milieubeleidsplan (het zgn. MINA 4). Hierin wordt een toename met hectare speelzone t.o.v. de situatie van 2009 beoogd (= + 45%), en dit tegen De kans dat dit gehaald wordt, is stilaan klein te noemen. Op vlak van toegankelijkheidsregelingen is er de jongste jaren een significante toename geweest: hectare bos en ca. 385 hectare erkend natuurreservaat beschikken vandaag over een toegankelijkheidsregeling. Hiermee is echter nog maar ca. 3 % van de plandoelstelling (MINA-plan 4) gerealiseerd; bedoeling is immers om tegen 2015 voor 60% van de Vlaamse bossen en natuurreservaten een toegankelijkheidsregeling te hebben. Volgens de jaarlijkse bevraging die de Vlaamse overheid bij Vlamingen uitvoert, bezoekt 40% van de Vlamingen dagelijks tot maandelijks een bos- of natuurgebied. Het aandeel Vlamingen echter dat naar eigen zeggen nooit een bos- of natuurgebied bezoekt, is toegenomen naar 34%. 14 Burgerbevraging in het kader van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en ivox-enquête naar aanloop van de lokale verkiezingen

32 Duurzaam bosbeheer Er worden ook nog steeds inspanningen geleverd om duurzaam bosbeheer verder ingang te laten vinden in de Vlaamse bossen. In principe biedt de Vlaamse boswetgeving voldoende garanties en stimuli om binnen de bestaande bossen duurzaam bosbeheer te verzekeren, toch blijft het stimuleren van duurzaam bosbeheer bij private boseigenaars (70% van de bossen in Vlaanderen) een belangrijke uitdaging. Momenteel loopt er in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een studie over het instrument bosgroepen, waarin hun potentieel om dit duurzaam bosbeheer bij de privé-eigenaar wordt geëvalueerd. De toegenomen aandacht voor duurzaam, multifunctioneel bosbeheer in Vlaanderen reflecteert zich onder andere in de stijgende oppervlakte FSC-gecertificeerde Vlaamse bossen en bijgevolg het stijgende aanbod inlands FSC-gelabeld hout. Begin 2012 was hectare bos in Vlaanderen FSC-gecertificeerd, een toename met bijna 300% t.o.v. het jaar En deze oppervlakte blijft elk jaar sterk stijgen. Een zeer efficiënt instrument hierin is het FSC-groepscertificaat, waarover het Agentschap voor Natuur en Bos sinds 2006 beschikt, en waarvan ze de organisatie en het management op zich neemt. Groepscertificering verenigt een aantal bosbeheerders die als groep gecertificeerd worden en dit biedt tal van voordelen zoals gedeelde administratieve en financiële lasten en verantwoordelijkheden. Sinds 2009 zitten alle Vlaamse FSC-bossen onder groepsmanagement. Tabel 7. Oppervlakte FSC-gecertificeerde bossen in Vlaanderen (hectare) Individuele certificering (ha) Groepscertificaat (ha) Oppervlakte gecertificeerde bossen (ha) Individuele certificering (ha) Groepscertificaat (ha) Oppervlakte gecertificeerde bossen (ha) Ook het aantal bosbeheerplannen neemt verder toe. In een bosbeheerplan geeft de bosbeheerder gedetailleerd aan welke ecologische, economische en sociaal-recreatieve doelstellingen hij of zij wil bereiken en welke werkzaamheden en ingrepen daarvoor nodig zijn de komende 20 jaar. Een bosbeheerplan is als het ware een vertaling van de principes van duurzaam bosbeheer in duidelijke en effectieve beheermaatregelen. Het heeft als bijkomend voordeel dat een weloverwogen visie op het terrein ook effectief uitgevoerd zal worden. Uitgebreide bosbeheerplannen worden sowieso opgemaakt voor alle openbare bossen. Voor private bossen groter dan 5 hectare is men verplicht een beheerplan op te stellen, dat uitgebreid moet zijn voor die bossen die in het Vlaams Ecologisch Netwerk 15 (VEN) gelegen zijn, en beperkt mag zijn voor bossen buiten het VEN. Uiteraard kan je overal, ook als het niet verplicht is, een uitgebreid of beperkt bosbeheerplan opstellen, naar keuze van de eigenaar. 15 Meer info: 32

33 Gedurende 2011 werd een groot aantal uitgebreide bosbeheerplannen goedgekeurd, goed voor een indrukwekkende hectare bos. Alles samen zat eind 2011 niet minder dan hectare Vlaams bos vervat in een uitgebreid bosbeheerplan en hectare in een beperkt bosbeheerplan. Het totaal is mogelijk overschat omdat sommige bossen ondertussen van eigenaar veranderden en deel kunnen uitmaken van een nieuw beheerplan. Tabel 8. Oppervlakte bos met bosbeheerplan (hectare) Duurzaam bosbeheer Beperkt beheerplan (ha) Uitgebreid beheerplan (ha) Duurzaam bosbeheer Beperkt beheerplan (ha) Uitgebreid beheerplan (ha) Handhaving De Natuurinspectie van het ANB is de autonome handhavingsentiteit in Vlaanderen die verantwoordelijk is voor de naleving van de wetgeving inzake bos, natuur, jacht en visserij. Het handhavingsbeleid wordt bij het ANB verdeeld over verschillende niveaus. Zo is er in elke provincie een aparte cel Natuurinspectie. Deze cellen staan in voor het toezicht (in regel buiten de domeinen onder beheerverantwoordelijkheid van het ANB; binnen die domeinen gebeurt het toezicht door de boswachters van de diverse beheerregio s) en de opsporing (overal), de uitvoering van het handhavingsplan (samen met de provinciale beheercellen en met de Natuurinspectie van de Centrale Diensten), de controle op het naleven van vergunningsvoorwaarden, de contacten met politie en parketten, de centralisatie, verwerking en opvolging van de processen-verbaal. De handhaving van de vigerende natuur- en boswetgeving wordt dan ook verdeeld over 2 bevoegdheidsniveaus binnen het ANB: enerzijds zijn er de toezichthouders (de natuurinspecteur, de boswachter, de celverantwoordelijke Natuurinspectie, de medewerker provinciale Natuurinspectie, de regiobeheerder en de celverantwoordelijke Beheer). Anderzijds hebben binnen het ANB een aantal mensen ook de hoedanigheid van gewestelijke opsporingsambtenaar (= officier van gerechtelijke politie), nl. de natuurinspecteur, de celverantwoordelijke Natuurinspectie (die ook hulpofficier van de Procureur des Konings is) en de medewerker provinciale Natuurinspectie. De Natuurinspectie doet dus zowel aan toezicht (preventief; geen vermoeden van strafbaar feit) als aan opsporing (repressief; wel vermoeden van strafbaar feit); de boswachter oefent enkel toezicht uit, en dat binnen de domeinen beheerd door het ANB. Begin 2012 maakten er 39,6 VTE deel uit van de Natuurinspectie, waarvan iets meer dan 30 VTE vnl. op het terrein aanwezig zijn (natuurinspecteurs en boswachters waaraan deeltijdse natuurinspectiebevoegdheden toegekend zijn). In totaal beschikt het ANB over 174 toezichthouders met handhavingsbevoegdheid (= cel Natuurinspectie en cel Beheer). ANB stelt dat een handhavingsequivalent van (gemiddeld) minstens 8 VTE natuurinspecteurs en 1 VTE voor administratieve ondersteuning per provincie een minimum is om een kwaliteitsvol toezicht tijdens de week en in het weekend te kunnen uitbouwen, en om de dossiers ook verder op te volgen, en dat het 33

34 met het huidige effectief niet mogelijk is om elk weekend van het jaar over een toezichtploeg te beschikken. pleit er dan ook voor dat extra middelen worden vrijgemaakt opdat de handhaving van de natuur- en wetgeving op efficiënte wijze kan gerealiseerd worden. Sinds de start van de cel Natuurinspectie in 2008 en met de invoering van het Milieuhandhavingsdecreet 16 (MHD), medio 2009, werden echter wel reeds grote stappen vooruit gezet om de handhaving van de natuurwetgeving efficiënter aan te pakken. Het MHD laat toe om, naast de klassieke weg van strafrechtelijke vervolging, ook het administratiefrechterlijke spoor te volgen waarbij bestuurlijke maatregelen en geldboetes kunnen ingezet worden. Van deze nieuwe handhavingsinstrumenten wordt steeds vaker gebruik gemaakt. In 2011 werd bovendien een nieuwe visie over het te voeren handhavingsbeleid ontwikkeld door het ANB, waarmee de Natuurinspectie een beter evenwicht beoogde tussen preventie en repressie, zodat de naleving van de regelgeving kon worden gestimuleerd zonder hiervoor altijd repressieve instrumenten te moeten in zetten. Sensibiliseren, informeren, ondersteunen waar nodig en het geven van raadgevingen en aanmaningen werden als hiertoe aangewezen middelen naar voren geschoven. Voor wat betreft het bos zijn de prioritaire aandachtspunten van de Natuurinspectie, zoals blijkt uit het Handhavingsrapport 2011 van het ANB, o.m. de strijd tegen de illegale wijziging van vegetaties (waaronder ontbossingen), acties tegen delicten binnen de recreatieve sfeer in de ANB-domeinen en campagnes tegen bv. stroperij, wildcrossen, en quads, rond de naleving van de kapmachtiging of de natuurvergunning, en ter controle van de verplichte compenserende bebossingen. Enkele recente belangwekkende resultaten op het terrein van deze nieuwe, meer planmatige aanpak 17 : - In 2011 heeft ANB meldingen 18 geregistreerd, een stijging met 13,5% t.o.v en 24,1% t.o.v Twee derde van het aantal meldingen is afkomstig van burgers die dus steeds gemakkelijker de weg vinden naar de Natuurinspectie. 10% van de meldingen leidde tot een PV, 5% tot een aanmaning. - Tegen wildcrossen en quads wordt ook d.m.v. campagnes gewerkt. Bij 14 dergelijke acties werden in totaal 15 motorvoertuigen in beslag genomen. Er werd vastgesteld dat crossmotoren en quads nog steeds in aantal toenemen in de natuurgebieden en bossen, vooral in Limburg. Er is hierbij echter ook een probleem van informatie: soms weten de crossers niet dat ze in overtreding zijn, of zijn de grenzen van het natuurgebied niet of onvoldoende duidelijk aangeduid. Het ANB tracht de dialoog met deze groep van recreanten aan te gaan om hen beter te informeren hierover. - Daarnaast werden 69 vergunningen (kapmachtigingen, natuurvergunningen) gecontroleerd en 37 dossiers die in aanmerking kwamen voor bossubsidies (33 hiervan waren in orde); - Dankzij de optimalisering van het systeem van aanmaningen is het aantal PV s in 2011 gedaald met 13% t.o.v Daartegenover staat het stijgende aantal schriftelijke aanmaningen, 505 in 16 In 2012 was decretaal voorzien dat de werking van het MHD zou onderworpen worden aan een evaluatie, maar op moment van schrijven van deze Bosbarometer was er nog geen informatie beschikbaar over de resultaten hiervan. 17 Bron: Handhavingsrapport 2011 Agentschap voor Natuur en Bos 18 Een melding kan zowel een klacht als een aangifte zijn waarbij een klacht een melding is van een mogelijk delict door een benadeelde partij en een aangifte gebeurt door een niet-benadeelde partij. 34

35 2011 ofwel een stijging met 9,5% t.o.v. 2010, en de 112 bestuurlijke maatregelen die genomen werden in Deze evoluties illustreren duidelijk het stijgend gebruik van het administratiefrechterlijke spoor en het streven naar minder repressief optreden waar mogelijk. De inbreuken tegen de boswetgeving of andere relevante wetgeving leidden tot volgende PV s: Bosdecreet art. 97 (diverse beschermingsbepalingen): 97 Natuurdecreet art. 13( wijziging van vegetatie of KLE zonder natuurvergunning): 66 Natuurdecreet art. 14 (zorgplicht): 55 Bosdecreet art. 96 (wijzigingen en beschadigingen bosbodem): 48 Bosdecreet art. 90bis (ontbossing): 48 Bosdecreet art. 81 (kappen zonder machtiging):38 Bosdecreet art. 90 (vervreemding zonder machtiging): 32 Afvalstoffendecreet art. 12 (storten van afval in ruimtelijk kwetsbaar gebied):23 Bosdecreet art. 10 (toegankelijkheid): 23 Soortenbesluit art. 10 (doden of vangen van beschermde dieren, vernielen van beschermde plantensoorten): 89 BVR Uitvoering Decreet Natuurbehoud art. 7 (wijziging van bepaalde vegetaties en KLE s is verboden): 17 BVR Toegankelijkheid Bossen en Natuurreservaten art. 3 ( honden aan de leiband): 10 Bij de zaken van vernietiging van natuur werden onderstaande types onderscheiden. Het is uiteraard niet duidelijk welk percentage van het totaal aantal illegale natuurvernietigingen hierin vervat zit. Ook is het voorlopig niet duidelijk in welke mate deze vaststellingen leiden tot vervolgingen en herstel van de vernietigde natuurtypes. Het ANB geeft overigens zelf aan hier maar een beperkt inzicht in te krijgen van de parketten, wat natuurlijk niet bevorderlijk is voor de efficiëntie (en motivatie). Want in de praktijk is het zeker zo dat bepaalde parketten heel veel PV s tegen natuurdelicten onopgevolgd laten. Een optimalisering van de regelingen ter zake maakte deel uit van de evaluatie van het MHD in 2012; meer info volgt dus. Naast PV s kan de Natuurinspectie tegenwoordig ook aanmaningen opstellen, en ze doet dit in toenemende mate: in 2011 werden 505 schriftelijke aanmaningen verstuurd, een stijging met 9,5% t.o.v Daarvan hebben er 206 betrekking op inbreuken tegen het Bosdecreet. Hierbij handelt het voor een groot deel om delicten in de recreatieve sfeer met geringe milieu-impact zoals bv. loslopende honden in bos- en natuurgebieden, of wandelen op plaatsen waar dat verboden is. Tot slot heeft het ANB ook één veiligheidsmaatregel opgelegd in 2011, m.n. het instellen van een tijdelijk toegangsverbod tot een Limburgs bos wegens brandgevaar. 35

36 Figuur 6. Types van vaststellingen van vernietigde natuur (Handhavingsrapport 2011, ANB). Op korte tijd heeft Natuurinspectie een lange weg afgelegd en indrukwekkende resultaten neergezet, een positieve evolutie die heel sterk ondersteunt. Het effectief en daadkrachtige optreden van het ANB zorgt ervoor dat misdrijven op gepaste wijze gesanctioneerd kunnen worden en bovendien heeft de nieuwe structuur het mogelijk gemaakt om gespecialiseerde teams uit te bouwen. Teams die gericht kunnen werken, zowel kort op de bal, door bepaalde ongewenste situaties die zich voordoen snel aan te pakken, als strategisch en op lange termijn, door met regelmaat rond bepaalde thema s campagnes uit te werken en zo een preventieve rol te kunnen spelen. Belangrijk is dat nu ook de parketten de door de Natuurinspectie aangeleverde PV s systematisch opvolgen, en dat de Natuurinspectie op termijn op de volle noodzakelijke getalsterkte qua VTE s kan werken. Ecologische en wetenschappelijke bosfunctie Uiteraard vormt het uitblijven van de beloofde hectare extra bos en hectare extra natuur een enorme gemiste kans voor de ontwikkeling van de ecologische bosfunctie. Instandhoudingsdoelstellingen Hét thema bij uitstek op vlak van biodiversiteit in Vlaanderen is momenteel de zgn. Instandhoudingsdoelstellingen (IHD) van het Natura 2000-netwerk, de Europese doelstellingen op vlak van natuurbehoud en -herstel waaraan ook Vlaanderen moet voldoen. Hiervoor zijn in Vlaanderen hectare vastgelegd in zgn. Speciale Beschermingszones (SBZ), waarvoor op dit moment gebiedspecifieke IHD (S-IHD)worden uitgewerkt. Dit is weinig in vergelijking met het Europese 36

37 gemidddelde, maar relatief veel in vergelijking met andere dichtbevolkte economische topregio s (NARA 2007). Op 14 december 2012 werden er meer dan 20 dergelijke S-IHD principieel door de Vlaamse Regering goedgekeurd, nadat er ook in 2011 reeds 16 waren gepasseerd. Hiermee zijn nu wellicht alle S- IHD s een eerste keer door de Vlaamse Regering zijn gepasseerd, en is de doelstelling van MINA-plan 4 gehaald. Ook voor de realisatie van een aantal van deze IHD s zullen er bijkomende boshabitats dienen gerealiseerd te worden. Uit wetenschappelijk onderzoek (Kris Verheyen, mondeling communicatie studiedag ecologische bosuitbreiding, september 2011) blijkt dat het gaat om à hectare bijkomend bos met grote ecologische waarde. Tabel 9. Noodzakelijke bijkomende bossen i.k.v. IHD. Habitattype Noodzakelijke effectieve bosuitbreiding volgens Gewestelijke IHD (ha) Atlantisch zuurminnend beukenbos Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetum Sub-Atlantische en Midden-Europese wintereikenbossen of eiken-haagbeukbossen Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten Bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior TOTAAL Op het terrein is de toestand voorlopig echter weinig rooskleurig, dat blijkt uit de Natuurindicatoren van het INBO. De 30 gerapporteerde natuurindicatoren geven aan dat het verlies van biodiversiteit in 2012 niet gestopt is. De belangrijkste bronnen van de verschillende verstoringen blijven de gebrekkige organisatie van het ruimtegebruik in Vlaanderen, emissies van stikstof, fosfor en broeikasgassen, en de nog steeds sterke import van allerlei uitheemse soorten. Natuur- en bosuitbreiding wordt als essentieel benoemd om het biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen, maar ook verbinding tussen bos- en natuurcomplexen zal cruciaal zijn om migratie van populaties toe te laten, zeker in het licht van de effecten van de klimaatverandering. Ongeveer een derde van de soorten bevindt zich in een gunstige staat van instandhouding. Voor een relatief klein deel van de soorten is de staat van instandhouding matig ongunstig. Voor ruim één derde van de soorten is die zeer ongunstig. Drie kwart van de habitats dan weer bevindt zich in een zeer ongunstige staat van instandhouding. Voor 17% van de habitats is de staat van instandhouding matig ongunstig. Voor de IHD-boshabitats geldt dat 37% ervan zich in ongunstige toestand van instandhouding bevindt, en 62% ervan in zeer ongunstige toestand (Natuurindicatoren 2012). Verzuring en vermesting Externe factoren zoals verzuring en vermesting blijven onze bossen ernstig parten spelen. Op lange termijn (2030) wil de Vlaamse overheid ervoor zorgen dat de stikstofdeposities zodanig teruggedrongen

38 worden dat de kritische last niet langer overschreden wordt, en er dus geen lange-termijn nadelige gevolgen zijn voor de biodiversiteit. Maar hoewel de atmosferische depositie van stikstof sinds 1990 sterk verminderd is, blijft de kritische last voor 100% van onze bossen overschreden worden. Klimaatverandering Ook de vaststelling, aan de hand van diverse indicatoren (bv. vervroeging stuifmeelproductie en bladontwikkeling) dat de klimaatverandering een merkbare invloed heeft op het functioneren van onze bossen, noopt tot nadenken. Uitheemse soorten Sinds 1800 vertoont het aantal hier aanwezige uitheemse soorten een exponentiële groei. Het aandeel uitheemse plantensoorten binnen de globale plantensamenstelling is sinds de jaren 70 verdubbeld. Ook de hier aanwezige uitheemse diersoorten zijn sterk in aantal toegenomen. Dit verhoogt uiteraard de kans op invasieve soorten sterk. Momenteel bevinden er zich in Vlaanderen 89 soorten die internationaal als invasief erkend worden, waarvan er 41 ook problematisch zijn in onze natuur. Economische functie van bos en bomen Ook het voorbije jaar bleef men werk maken van het stimuleren van economische houtteelt, onder meer door middel van agroforestry en korteomloophoutteelt (KOH). Net als in 2011 werd in 2012 een subsidie verleend aan landbouwers die agroforestryteelten op hun percelen aanleggen. Echter spelen er nog een aantal belangrijke knelpunten (inzake de juridische definitie en een aantal wetgevingen) die dringend uit de weg moeten geruimd worden, waardoor agroforestry in Vlaanderen momenteel nog ver onder zijn potentieel blijft. Reeds in 2011 beloofde het kabinet van Vlaams minister van landbouw, Kris Peeters, hier werk van te maken. pleit ervoor dat deze aanpassingen spoedig doorgevoerd worden. De noodzaak van een eigen kwaliteitsvolle houtproductie in Vlaanderen blijft echter een belangrijk en steeds verder groeiend - pijnpunt: Vlaanderen staat slechts in voor een bijzonder beperkt aandeel van haar eigen houtvraag. Vlaanderen moet dan ook zeer grote volumes hout en afgeleide producten importeren, waaruit dan weer volgt dat we in grote mate onze ecologische voetafdruk naar landen exporteren, waar armoede, sociale onrechtvaardigheid en biodiversiteitsverlies vaak nog veel grotere problemen zijn dan bij ons. De problematiek is de jongste jaren bovendien alleen maar acuter geworden, doordat er steeds meer grote biomassacentrales worden gebouwd voor de productie van elektriciteit en warmte. Niet alleen doet dit vragen rijzen over de draagkracht van (onze) bossen m.b.t. de oogst van biomassa voor energie-opwekking; vast staat ook dat om aan de huidige en zekere de toekomstige vraag te voldoen, er belangrijke import van houtige biomassa uit het buitenland nodig zal zijn. Er is dan ook zeker nood aan een stringent(er) wettelijk kader om perverse effecten van deze sterk toenemende vraag te vermijden, hier, maar ook in het buitenland. De nakende E.U. Timber Regulation (EUTR) biedt hier een insteek voor, al is deze regelgeving alleen zeker nog niet voldoende. EUTR is erop gericht om illegaal hout van de Europese markt te weren. Op 3 maart 2013 zal deze nieuwe Europese verordening van kracht worden. Diegene die hout op de Europese 38

39 markt brengt, zal in de nabije toekomst moeten kunnen aantonen dat dit hout legaal is. Dit geldt zowel voor hout dat in Vlaanderen geproduceerd is, als voor geïmporteerd hout. Verschillende certificeringsmechanismen en de houtsector zelf zijn zich op dit moment volop aan het voorbereiden om deze regelgeving operationeel te kunnen maken. dringt er echter ook op aan dat ook de betrokken overheden (bv. douane) zich klaarmaken om te vermijden dat deze regelgeving een lege doos blijft. Hier moet dringend werk van gemaakt worden; recent nog bleek uit onderzoek van de Gentse criminologe Lieselot Bisschop dat bv. de Antwerpse haven een belangrijke draaischijf van illegale houtimport is. Een zeer positieve evolutie is het project KOBE - Kennisondersteuning bij Beheer en Economie van natuur-, groen- en bosdomeinen -, dat in 2011 werd opgestart. Dit samenwerkingsproject tussen het Agentschap voor Natuur en Bos en Inverde, waarbij echter ook veel externe partners en experts betrokken worden, focust op kennisvragen omtrent het beheer en de vermarkting van hernieuwbare grondstoffen binnen de eigen natuurdomeinen van het ANB. De resultaten van heel wat van de bestudeerde thema s kunnen echter gemakkelijk geëxtrapoleerd worden naar alle Vlaamse bossen. Zowel rond het thema hout als rond biomassa wordt momenteel gewerkt aan concrete projecten, zoals aanbod, exploitatie, verkoop, certificering, logistiek, ecologische draagkracht, enz... Vooral in de privé-bossen is er nog grote ruimte voor verbetering: recent onderzoek geeft aan dat in openbaar bos wordt naar schatting 54% van de jaarlijkse bijgroei wordt geoogst, terwijl dit in privé-bos naar schatting slechts 15% bedraagt. 39

40 Bossen in de wereld Ontbossing en bosdegradatie Wereldwijd blijft het bos heel erg onder druk staan. Zoals hierboven al even werd aangehaald, lijkt de bosoppervlakte minder snel af te nemen dan ze dat in de voorbije decennia deed, maar niettemin blijft de situatie erg zorgwekkend. Niet alleen ligt het netto bosverlies in absolute cijfers schrikbarend hoog, ook de degradatie van waardevolle naar minder waardevolle bostypes blijft aan een moordend tempo voortrazen. Wereldwijd is het bosverlies afgenomen naar iets meer dan 5 miljoen hectare in het voorbije decennium; in de periode bedroeg het nog meer dan 8 miljoen hectare. Maar ook hier ziet men dat de ontbossing in de meeste landen onverminderd doorgaat, alleen wordt ze nu deels gecompenseerd door grootschalige bebossingscampagnes in landen als Vietnam, Indië en vooral China. In Afrika (bijna 3,5 miljoen hectare) en Latijns-Amerika (meer dan 4 miljoen hectare de voorbije 10 jaar) blijft de toestand zeer onrustwekkend. Wanneer men de ontbossing uitzet over de voorbije eeuwen, dan kan men enerzijds concluderen dat we erin lijken te slagen te negatieve groei af te toppen voor het eerst duikt de groei in ontbossing onder de curve van de bevolkingstoename. Anderzijds blijft de ontbossing wel nog verder toenemen. Figuur 7. Evolutie van de wereldwijde ontbossing (FAO, State of the World s Forests 2012). Klimaat en bos Het internationale klimaatbeleid sputtert. Onderhandelaars slepen zich van COP- naar COP-meeting, zonder dat er veel vooruitgang wordt geboekt, laat staan bindende engagementen worden aangegaan om de klimaatverandering te bestrijden. Men gaat er dan ook van uit dat we op koers zitten naar een temperatuurstijging van gemiddeld 4 graden tegen het einde van deze eeuw. De gevolgen zouden dan ook desastreus kunnen zijn. Voor het bos laten deze zich reeds voelen, o.m. door langdurige droogteperiodes in tropisch vochtige gebieden, door periodes van bosbranden in heel wat regio s, door de stijgende uitstoot van CO2 uit de verdrogende turf- en veenlagen van de boreale bosgebieden, 40

Bosbarometer 2011 nog steeds op storm: wel draagvlak maar geen vierkante meter extra ruimte voor bos

Bosbarometer 2011 nog steeds op storm: wel draagvlak maar geen vierkante meter extra ruimte voor bos Bosbarometer 2011 nog steeds op storm: wel draagvlak maar geen vierkante meter extra ruimte voor bos Liselot Ledene & Bert De Somviele Het gaat niet goed met het bos in Vlaanderen. Volgens de Bosbarometer

Nadere informatie

Vereniging voor Bos in Vlaanderen De Bosbarometer in het Rood. Bossen in Vlaanderen De vergelijking met Europa

Vereniging voor Bos in Vlaanderen De Bosbarometer in het Rood. Bossen in Vlaanderen De vergelijking met Europa Vereniging voor Bos in Vlaanderen De Bosbarometer in het Rood Bossen in Vlaanderen De vergelijking met Europa Even voorstellen Vereniging voor Bos in Vlaanderen vzw = milieuvereniging specifiek gericht

Nadere informatie

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota BOS IN SINT-TRUIDEN Nota Ir. Koenraad Van Meerbeek 12/03/2012 1. Wat is bos? Wanneer we over bos spreken, is er een duidelijke definitie nodig van een bos. Iedereen moet immers over hetzelfde praten. Een

Nadere informatie

Vereniging voor Bos in Vlaanderen vzw. Geraardsbergsesteenweg Gontrode (Melle) 09/

Vereniging voor Bos in Vlaanderen vzw. Geraardsbergsesteenweg Gontrode (Melle) 09/ Geraardsbergsesteenweg 267 99 Gontrode (Melle) Bosbarometer 28 www.vbv.be/bosbarometer/ De (VBV) stelt de tweede Bosbarometer voor. Deze barometer houdt aan de hand van een aantal meetbare indicatoren

Nadere informatie

Welkom. Parlementaire hoorzitting 19 november 2013 Boswijzer & Plan van aanpak bosbehoud

Welkom. Parlementaire hoorzitting 19 november 2013 Boswijzer & Plan van aanpak bosbehoud Welkom Parlementaire hoorzitting 19 november 2013 Boswijzer & Plan van aanpak bosbehoud De Boswijzer Tervuren- Wezenbeek-Oppem Boswijzer 2011: van 147.000 naar 177.424 ha bos ???? Boswijzer 2011=>2013:

Nadere informatie

Persbericht Vereniging voor Bos in Vlaanderen Bosbarometer Bosbarometer 2010

Persbericht Vereniging voor Bos in Vlaanderen Bosbarometer Bosbarometer 2010 Bosbarometer 2010 Vlaanderen ontbost 1,5 voetbalveld/dag - Vlaamse bosuitbreiding stagneert totaal De Bosbarometer van de Vereniging voor Bos in Vlaanderen geeft elk jaar een overzicht van de belangrijkste

Nadere informatie

www.vbv.be/bosbarometer/ Samenvatting Met de Bosbarometer houdt de Vereniging voor Bos in Vlaanderen aan de hand van een aantal meetbare indicatoren de vinger aan de pols van het Vlaamse bosbeleid, en

Nadere informatie

Zondag 22 mei 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Opening Speelbos Roeselare

Zondag 22 mei 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Opening Speelbos Roeselare Zondag 22 mei 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Opening Speelbos Roeselare Geachte gedeputeerde Decorte, Geachte burgemeester Martens, schepenen, mandatarissen,

Nadere informatie

Bosbarometer 2011. www.vbv.be/bosbarometer/ Wel draagvlak, maar géén (vierkante) meter extra ruimte voor het bos

Bosbarometer 2011. www.vbv.be/bosbarometer/ Wel draagvlak, maar géén (vierkante) meter extra ruimte voor het bos www.vbv.be/bosbarometer/ Wel draagvlak, maar géén (vierkante) meter extra ruimte voor het bos Vlaanderen ontbost opnieuw; de rest van West- Europa wordt groener Vlaamse Regering investeert onvoldoende

Nadere informatie

nr. 488 van ELISABETH MEULEMAN datum: 9 mei 2018 aan JOKE SCHAUVLIEGE Boscompensatie - Uitvoering

nr. 488 van ELISABETH MEULEMAN datum: 9 mei 2018 aan JOKE SCHAUVLIEGE Boscompensatie - Uitvoering SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 488 van ELISABETH MEULEMAN datum: 9 mei 2018 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Boscompensatie - Uitvoering Als er in Vlaanderen wordt ontbost,

Nadere informatie

VERBINTENIS TOT COMPENSERENDE BEBOSSING

VERBINTENIS TOT COMPENSERENDE BEBOSSING VERBINTENIS TOT COMPENSERENDE BEBOSSING 1. Ondertekenende partijen Tussen enerzijds : Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel, Rijnkaai 37, 2000 Antwerpen Vertegenwoordigd door: De heer Jan Van Rensbergen,

Nadere informatie

Donderdag 7 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Voorstelling project De Boom In

Donderdag 7 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Voorstelling project De Boom In Donderdag 7 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Voorstelling project De Boom In Basisschool t Lessenaartje in Essene Geachte mevrouw Buelens (Tetra

Nadere informatie

Hoe versnipperde ruimte duurzamer inrichten? Het Vlaams beleid

Hoe versnipperde ruimte duurzamer inrichten? Het Vlaams beleid Hoe versnipperde ruimte duurzamer inrichten? Het Vlaams beleid Peter Cabus Duurzaam Ruimtegebruik Antwerpen, 23 maart 2018 Leiegardens 2014, Your Estate Solution Inhoud 1. Context 2. Witboek Beleidsplan

Nadere informatie

BOSBAROMETER 2015 Cijfers Vlaamse overheid tonen aan dat Vlaanderen bijna 1 hectare/dag ontbost

BOSBAROMETER 2015 Cijfers Vlaamse overheid tonen aan dat Vlaanderen bijna 1 hectare/dag ontbost BOSBAROMETER 2015 Cijfers Vlaamse overheid tonen aan dat Vlaanderen bijna 1 hectare/dag ontbost Met de Bosbarometer, gebaseerd op de cijfers van de Vlaamse overheid zelf, maakt BOS+ jaarlijks de balans

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Hoofdlijnen Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Toestand plant-

Nadere informatie

Moest de firma Essers IMMO NV de natuurwaarde in het desbetreffende gebied verhogen?

Moest de firma Essers IMMO NV de natuurwaarde in het desbetreffende gebied verhogen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 190 van JOHAN DANEN datum: 4 december 2015 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Uitbreidingsplannen transportbedrijf Genk Noord - Stand van zaken

Nadere informatie

Export WebsiteBulletin :17

Export WebsiteBulletin :17 Export WebsiteBulletin 20-01-2015 17:17 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 49 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 9 oktober 2014 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Kustpolders - Bescherming

Nadere informatie

Zondag 16 oktober Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Afsluiting Week van het Bos Zoniënwoud

Zondag 16 oktober Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Afsluiting Week van het Bos Zoniënwoud Zondag 16 oktober 2010 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Afsluiting Week van het Bos Zoniënwoud Beste gezinnen, Het is mij een ware eer en een groot genoegen

Nadere informatie

RUIMTE VOOR BOS IN WEST-VLAANDEREN

RUIMTE VOOR BOS IN WEST-VLAANDEREN RUIMTE VOOR BOS IN WEST-VLAANDEREN BEKEKEN VANUIT HET AFBAKENINGSPROCES LANDBOUW, NATUUR EN BOS Wie het afbakeningsproces van het buitengebied volgt, zal het wel al zijn opgevallen : er wordt vaak over

Nadere informatie

Ongeveer 17 jaar geleden startte een eerste pilootproject van de. bosgroepen in de Kempense Heuvelrug in de provincie Antwerpen,

Ongeveer 17 jaar geleden startte een eerste pilootproject van de. bosgroepen in de Kempense Heuvelrug in de provincie Antwerpen, Zaterdag 17 september 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Toespraak Bosgroepen Oost-Vlaanderen - Wachtebeke Dames en heren, Beste gedeputeerde(n), Beste

Nadere informatie

Zondag 4 mei 2014 Toespraak Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege Poëziewandeling Lappersfortbos

Zondag 4 mei 2014 Toespraak Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege Poëziewandeling Lappersfortbos Zondag 4 mei 2014 Toespraak Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege Poëziewandeling Lappersfortbos (uitgesproken door woordvoerder Patrick Verstuyft) Dames en heren, Beste natuur-

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van de ontwerpkaart met meest kwetsbare waardevolle bossen als vermeld in artikel 90ter van het Bosdecreet van 13 juni 1990, tot

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het

Nadere informatie

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers Myriam Dumortier Natuurrapport www.natuurindicatoren.be www.nara.be www.inbo.be Haalt Vlaanderen de 2010-doelstelling? Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen

Nadere informatie

Natuurverkenning 2030

Natuurverkenning 2030 Natuurverkenning 2030 Aanpak Terrestrische verkenning Scenario s Verlies en versnippering van leefgebied Vermesting Klimaatverandering Aquatische verkenning Scenario s Verontreiniging Versnippering van

Nadere informatie

Een wandeling door het natuurbeleid

Een wandeling door het natuurbeleid Een wandeling door het natuurbeleid Wat heb IK hier nu aan? Wat is natuurbeleid? = spelregels rond natuur Natuurgidsen & natuurbeleid? Doe de BBB-test (bedreigd, beschermd, beheerd?) 5 Hoe overleef je

Nadere informatie

VR DOC.0722/3

VR DOC.0722/3 VR 2017 1407 DOC.0722/3 Bijlage 1. Gegevens die moeten worden opgenomen in de verschillende delen van een natuurbeheerplan als vermeld in artikel 3, tweede lid Hieronder worden de gegevens vermeld die

Nadere informatie

Rol voor private eigenaars bij bosuitbreiding in Vlaanderen

Rol voor private eigenaars bij bosuitbreiding in Vlaanderen PERSBERICHT 5 december 2017 Rol voor private eigenaars bij bosuitbreiding in Vlaanderen Bossen in Vlaanderen zijn een waardevol goed en verdienen onze permanente aandacht. Vanuit het Aanspreekpunt Privaat

Nadere informatie

INFOFICHE Bomen rooien of (ver)bouwen in de buurt van bomen?

INFOFICHE Bomen rooien of (ver)bouwen in de buurt van bomen? INFOFICHE Bomen rooien of (ver)bouwen in de buurt van bomen? OPMAAK BOMENPLAN 1. WOONGEBIED (en gelijkgestelde gebieden) & KMO-ZONE Moeten er bomen gerooid worden in functie van de bouw van de woning,

Nadere informatie

FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017

FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017 FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017 Danny Maddelein Interne auditeur FSC-groepscertificaat De Elsakker (Meerle) 1 Situering Onder de vorm van een beknopte update wordt jaarlijks

Nadere informatie

Reddingsplan Zonevreemde Bossen

Reddingsplan Zonevreemde Bossen Reddingsplan Zonevreemde Bossen SAMENVATTING VBV juicht het engagement van de nieuwe Vlaamse Regering om oplossingen te zoeken voor de zonevreemde bossen ten zeerste toe. De problematiek van de zonevreemde

Nadere informatie

Betekenis van bos(beheer) in de Lage Landen? Kris Verheyen. Aanleiding

Betekenis van bos(beheer) in de Lage Landen? Kris Verheyen. Aanleiding Betekenis van bos(beheer) in de Lage Landen? Kris Verheyen Aanleiding Inhoud presentatie Betekenis van bos in de Lage Landen Betekenis van bosbeheer in de Lage Landen Uitdagingen voor het bosbeheer Uitdagingen

Nadere informatie

Het Natuurrapport 2007 is het eerste Natuurrapport dat wordt geproduceerd door het Instituut

Het Natuurrapport 2007 is het eerste Natuurrapport dat wordt geproduceerd door het Instituut Mevrouw De Minister, Het Natuurrapport 2007 is het eerste Natuurrapport dat wordt geproduceerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, het nu iets meer dan een jaar oude Vlaamse onderzoeks- en

Nadere informatie

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd Deel 1 Algemene vragen 1. Hoe belangrijk is natuurbescherming voor u? Niet belangrijk Niet erg belangrijk Belangrijk Heel belangrijk Er is een duidelijke maatschappelijke vraag is naar natuurbescherming.

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

Project optimalisatie aanbod speelzones

Project optimalisatie aanbod speelzones Project optimalisatie aanbod speelzones 24/04/2017 Definitie SPEELZONES OF SPEELBOSSEN - stuk bos, natuurreservaat, weide waar kinderen, jongeren en begeleiders vrij kunnen spelen - paden verlaten - kampen

Nadere informatie

2B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen Groensafari 19 juni 2018 Lommel

2B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen Groensafari 19 juni 2018 Lommel Fotogroep ISO 400 2B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen Groensafari 19 juni 2018 Lommel Green Deal Bedrijven en Biodiversiteit Green Deal Vrijwillige overeenkomst tussen bedrijven, ngo

Nadere informatie

Ruimtelijke analyse van gebieden met hoge natuurwaarde

Ruimtelijke analyse van gebieden met hoge natuurwaarde Een verkenning Lon Lommaert Biodiversiteit Vlaamse indicatoren Ruimtelijke analyse van gebieden met hoge natuurwaarde Prioritaire soorten Natuurverkenning Gezichten van Biodiversiteit Wetenschappelijke

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding

Nadere informatie

Levuur RWO. Sandra Jansen Bert Hendrickx

Levuur RWO. Sandra Jansen Bert Hendrickx Levuur RWO Sandra Jansen Bert Hendrickx Inhoud Methodologie Totaal Geslacht Leeftijd Diploma Belang Conclusie 2 Inhoud Methodologie Totaal Geslacht Leeftijd Diploma Belang Conclusie 3 Methodologie Doelstelling

Nadere informatie

Het is mij telkens een groot genoegen naar een plek te komen waar. mensen, instellingen of organisaties door samenwerking bewijzen dat

Het is mij telkens een groot genoegen naar een plek te komen waar. mensen, instellingen of organisaties door samenwerking bewijzen dat Dinsdag 20 september 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Studiedag 10 jaar Duurzaam Kustbeheer - Fort Napoleon Oostende Geachte gedeputeerde, Geachte Minister

Nadere informatie

Wetgeving en beleid van de groene ruimte

Wetgeving en beleid van de groene ruimte C U R S U S Wetgeving en beleid van de groene ruimte Het bos door de bomen Bomen Bomen: verschillende verschijningsvormen Bossen Natuur (vegetatie) Klein landschapselement Erfgoed, beschermd monument,

Nadere informatie

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werktekst witboek

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werktekst witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werktekst witboek Beleidsatria Lokaal Leuven, 24 november 2015 / Gent, 25 november 2015 / Antwerpen, 2 december 2015 / Hasselt, 14 december 2015 / Brugge, 15 december 2015

Nadere informatie

MIRA 2012 Milieu & natuur

MIRA 2012 Milieu & natuur MRA 212 Milieu & natuur ndex overwinterende watervogels watervogelindex (1991-92=1) aantal (1991-92=1) 6 5 4 3 2 1 1 4 1 3 1 2 1 1 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1991-92 1993-94 1995-96 1997-98 1999-21-2 23-4 25-6

Nadere informatie

Werkblad 3. Klimaatconferentie Parijs december 2015

Werkblad 3. Klimaatconferentie Parijs december 2015 Werkblad 3 Wetenschap versus politiek De tijd loopt! Jean-Pascal van Ypersele, klimatoloog aan de UCL en ondervoorzitter van het Klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties zegt: We moeten volledig stoppen

Nadere informatie

Voorbeeldvragen Natuurmanagement specialisatie Natuurinspecteur

Voorbeeldvragen Natuurmanagement specialisatie Natuurinspecteur Voorbeeldvragen Natuurmanagement specialisatie Natuurinspecteur Deel natuurwetgeving (open boek) 1. pmaak regelgeving, welke bewering klopt? Vlaamse Regering dient een ontwerp van decreet in samen met

Nadere informatie

Raadpleging startnota en procesnota Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Groen

Raadpleging startnota en procesnota Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Groen Raadpleging startnota en procesnota Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Groen Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Groen. Dit RUP wil de bestaande groengebieden

Nadere informatie

IHD & lokale besturen. Dinsdag 26 maart 2013

IHD & lokale besturen. Dinsdag 26 maart 2013 IHD & lokale besturen Dinsdag 26 maart 2013 Natura 2000 in Vlaanderen Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn Natura 2000 VEN Natura 2000 = 12% Vlaanderen = Habitatrichtlijngebieden + Vogelrichtlijngebieden =

Nadere informatie

Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen

Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen Pascal De Decker Sint-Lucas Architectuurschool & Hogeschool Gent Ruimte-conferentie Rotterdam 19 april 2010 1 Inhoud Korte geschiedenis RSV

Nadere informatie

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen Adviesnummer: INBO.A.3428 Datum advisering: 10 mei 2016 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

Beleidsplan Ruimte. Agenda. een nieuw beleidsplan? procesverloop participatie. o Burgers o Professionelen (co)productie

Beleidsplan Ruimte. Agenda. een nieuw beleidsplan? procesverloop participatie. o Burgers o Professionelen (co)productie 6 september 2011 Beleidsplan Ruimte Agenda een nieuw beleidsplan? procesverloop participatie o Burgers o Professionelen (co)productie o werking kernteam o 1 e resultaten Naar realisatie? Een nieuw beleidsplan

Nadere informatie

1. Kan de minister een stand van zaken geven over de uitvoering van het actieplan? Welke acties zijn nog niet afgerond?

1. Kan de minister een stand van zaken geven over de uitvoering van het actieplan? Welke acties zijn nog niet afgerond? VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN GEERT BOURGEOIS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND Vraag

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Hiermee speelt het gemeentebestuur een stimulerende rol voor het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs.

Hiermee speelt het gemeentebestuur een stimulerende rol voor het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs. REGLEMENT VOOR HET TOEKENNEN VAN EEN SUBSIDIE VOOR ONDERWIJSINFRASTRUCTUUR VOOR SCHOLEN OP GRONDGEBIED STEENOKKERZEEL HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN ARTIKEL 1. DOELSTELLING 1 Binnen de grenzen van de jaarlijks

Nadere informatie

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS Advies 2019-08 / 28.06.2019 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Opzet project Kluisbos... 3 3 Enkele bedenkingen / aandachtspunten... 4 3.1 Procesaanpak

Nadere informatie

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied Met het vaststellen van het inpassingsplan wordt binnen OostvaardersWold ruimte gecreëerd voor natuur-, water- en recreatieopgaven. Binnen

Nadere informatie

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING Voordracht VRP 29/01/02 Prof. dr. G. Van Hoorick Docent in het vakgebied bestuursrecht en milieurecht Universiteit Gent Advocaat te Gent INHOUD 1. Overzicht van het

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ ONTBOSSING Formulier, in te vullen door de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing

COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ ONTBOSSING Formulier, in te vullen door de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ ONTBOSSING Formulier, in te vullen door de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing Ik, ondergetekende,...... woon in....... en wens over te gaan tot de

Nadere informatie

Green Deal Bedrijven en Biodiversiteit 25 juli 2018

Green Deal Bedrijven en Biodiversiteit 25 juli 2018 Green Deal Bedrijven en Biodiversiteit 25 juli 2018 frederikbeyens_site_aquafin Green Deal Vrijwillige overeenkomst tussen bedrijven, ngo s, overheid, Aanpakken van obstakels bij het realiseren van groen

Nadere informatie

Biodiversiteit in veelvoud na Uitdagingen voor Natuurpunt Beheer

Biodiversiteit in veelvoud na Uitdagingen voor Natuurpunt Beheer Biodiversiteit in veelvoud na 2010 Uitdagingen voor Natuurpunt Beheer Proloog Er was eens In heel Vlaanderen neemt de biodiversiteit sterk af In heel Vlaanderen? Nee, er zijn gebieden waar dat niet gebeurt

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

Briefadvies. idor. van de. nning. Datum

Briefadvies. idor. van de. nning. Datum Briefadvies Definitieve erken nning Bosgroep Groene Corri idor De toekenning van de definitieve erkenning van de Bosgroep Groenee Corridor voor de periode 2013-2018 Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.913/1 van 24 februari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001

Nadere informatie

Briefadvies. nning. van de. Datum

Briefadvies. nning. van de. Datum Briefadvies Definitieve erken nning Bosgroep IJzer & Leie De toekenning van de definitieve erkenning van de Bosgroep IJzer & Leie voor de periode 2013-2018 Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator

Nadere informatie

Inhoudstafel INLEIDING...2

Inhoudstafel INLEIDING...2 ontwerp ruimtelijk structuurplan Turnhout Inhoudstabel Inhoudstafel INLEIDING...2 DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE...8 INLEIDING: ANALYSE VAN DE RUIMTELIJKE CONTEXT...11 HOOFDSTUK I: SITUERING & GESCHIEDENIS...12

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Boswijzer. registreert het groene dak van Vlaanderen. Boswijzer

Boswijzer. registreert het groene dak van Vlaanderen. Boswijzer Boswijzer Boswijzer registreert het groene dak van Vlaanderen De Boswijzer, het instrument waarmee het ANB het groene dak van Vlaanderen opmeet, lag onlangs onder vuur. Maar wat is de Boswijzer precies?

Nadere informatie

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Toelichting van de inspraakprocedure voor de realisatie van de projectgebieden van het Sigmaplan. weg van water uitvoeringsplan.indd 1 15/06/2009

Nadere informatie

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur Maart 2013 Wat is de ecologische hoofdstructuur (EHS)? De ecologische hoofdstructuur is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke

Nadere informatie

Bos en klimaatverandering

Bos en klimaatverandering Bos en klimaatverandering 19/08/2009 De mondiale trend van klimaatverandering brengt vele klimaateffecten met zich mee. Temperatuurstijging, de verandering van regenvalpatronen, hiervan kunnen we in Suriname

Nadere informatie

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werktekst witboek

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werktekst witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werktekst witboek VRP Brussel, 12 januari 2016 Stand van zaken en vooruitblik, Samen werken aan de toekomst Groenboek, relance en synthese Werktekst Witboek BRV (november

Nadere informatie

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 4 oktober 2012 Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald De kans dat Vlamingen

Nadere informatie

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) Roeselare - Tielt 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) 0180 De gebieden die als "reservegebied voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente of de vereniging van gemeenten

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ VERKAVELING VAN GEHEEL OF TEN DELE BEBOSTE GROND Formulier, in te vullen door de aanvrager van een verkavelingsvergunning

COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ VERKAVELING VAN GEHEEL OF TEN DELE BEBOSTE GROND Formulier, in te vullen door de aanvrager van een verkavelingsvergunning COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ VERKAVELING VAN GEHEEL OF TEN DELE BEBOSTE GROND Formulier, in te vullen door de aanvrager van een verkavelingsvergunning Ik, ondergetekende,...... woon in......en wens over

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

Balans van tropisch hout en houtproducten voor Nederland,

Balans van tropisch hout en houtproducten voor Nederland, Balans van tropisch hout en houtproducten voor Nederland, 1988-2011 Indicator 6 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning Brussel, 24 juni 2008 082406_Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning Advies Uniek loket bouw- en milieuvergunning 1. Inleiding De SERV werd op 29 mei door de Vlaamse minister van Openbare werken,

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2014

FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2014 FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2014 Tim Audenaert Meerdaalwoud (Tim Audenaert ) Situering Onder de vorm van een beknopte update wordt jaarlijks een stand van zaken weergegeven

Nadere informatie

Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU- natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn)

Openbare raadpleging in het kader van de fitness check van de EU- natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU- natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Deel 1 - Algemene vragen Vraag 1: Hoe belangrijk is natuurbescherming voor u? Belangrijk

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen)

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen) Erkenning van het privaat natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne- Waver (Antwerpen) Briefadvies Erkenning natuurreservaat Fort van Wale em Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator

Nadere informatie

Geachte aanwezigen, Dames en heren,

Geachte aanwezigen, Dames en heren, TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID ViA Rondetafel Winkelen in Vlaanderen 2.0 15 maart 2013 Geachte

Nadere informatie

natuur in Gent monitoring 1999-2014

natuur in Gent monitoring 1999-2014 natuur in Gent monitoring 1999-2014 Natuurmonitoring waarom? Halen we de doelstellingen van het RSG en het groenstructuurplan? (Hoe) moeten we bijsturen? Natuurmonitoring waarom? Halen we de doelstellingen

Nadere informatie

Regering Peeters II, de slechtste regering voor natuurbeleid ooit

Regering Peeters II, de slechtste regering voor natuurbeleid ooit Regering Peeters II, de slechtste regering voor natuurbeleid ooit Voor de Dag van de Aarde maakte Groen een rapport op van het natuurbeleid van Vlaams minister Joke Schauvliege (CD&V) de voorbije vijf

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

Landschap en ruimtelijke ontwikkeling

Landschap en ruimtelijke ontwikkeling WINVORM 19 mei 2015 MAARTEN HOREMANS ruimtelijk planner stedenbouwkundig ambtenaar Landschap en ruimtelijke ontwikkeling een noodzakelijk duo voor een kernversterkend beleid Situering Situering Situering

Nadere informatie

Bescherming waardevolle bossen

Bescherming waardevolle bossen Advies Advies Bescherming waardevolle bossen Ontwerpadvies over het voorontwerp van decreet tot wijziging van het Bosdecreet van 13 juni 1990, wat betreft de bescherming van waardevolle bossen. Datum van

Nadere informatie

1. Hoeveel zaken zijn op dit moment hangende bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen?

1. Hoeveel zaken zijn op dit moment hangende bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 206 van RENAAT LANDUYT datum: 3 maart 2015 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Raad voor

Nadere informatie

bosgroepen en regionale landschappen

bosgroepen en regionale landschappen Briefadvies bosgroepen en regionale landschappen Bosgroepen en regionale landschappen Datum van goedkeuring 18 december 2014 Volgnummer 2014 42 Coördinator + e-mailadres Co-auteur + e-mailadres Kathleen

Nadere informatie

Kroniek van een aangekondigd plan van aanpak

Kroniek van een aangekondigd plan van aanpak 14 BOSrevue45 Kroniek van een aangekondigd plan van aanpak Met de vernietiging van het eeuwenoude, erg waardevolle maar zonevreemde Ferrarisbos in Wilrijk op 3 september jl., werd een nieuw en jammerlijk

Nadere informatie

Balans van de Leefomgeving

Balans van de Leefomgeving Balans van de Leefomgeving 14 september 2010 Maarten Hajer Agenda 2 In vogelvlucht Successen Resterende problemen Inzoomen op grote dossiers, inclusief beleidsopties Gevolgen van economische crisis Successen:

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Een primeur binnen de private bewaking

Een primeur binnen de private bewaking Een primeur binnen de private bewaking Secure Quality Een primeur binnen de private bewaking Inleiding: Waarom het SECURE QUALITY Kwaliteitscharter Private Bewaking? De BVBO 1 stelt met trots haar nieuwste

Nadere informatie