Operationeel Programma ESF Vlaanderen Prioriteit uit OP: 1 - loopbaanbeleid curatief investeringsprioriteit 8i - werkloosheid naar werk

Transcriptie

1 Operationeel Programma ESF Vlaanderen Prioriteit uit OP: 1 - loopbaanbeleid curatief investeringsprioriteit 8i - werkloosheid naar werk Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten voor de inactieve arbeidsreserve Oproepfiche De fiche van de oproep werd goedgekeurd door het Managementcomité op xx/xx/ Korte samenvatting van de oproep Waarover gaat de oproep? Beleidskader Wie behoort tot de doelgroep van de oproep? Modus Operandi Welke acties heeft de oproep voor ogen? Verwachte resultaten van de projecten? Pagina 1 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

2 1 Korte samenvatting van de oproep Waarom? De oproep wil een antwoord bieden op de heersende uitdagingen op de arbeidsmarkt. Door het toenemend aantal vacatures en de daling van het aantal werkzoekenden, wordt de arbeidsmarkt krapper. Het aantal werkzoekenden per vacature, de zogenaamde spanningsgraad, is in 2018 gedaald tot minder dan 4 werkzoekenden per vacature. Naast deze kwantitatieve mismatch kent Vlaanderen ook een kwalitatieve mismatch tussen vraag- en aanbodzijde. De nood aan hooggeschoolde arbeidskrachten wordt niet opgevangen door de huidige werklozenpopulatie met een overschot aan laaggeschoolde profielen. Sommige profielen worden hierdoor bijzonder schaars op onze arbeidsmarkt. 1 op 8 industriële bedrijven zeggen nu al dat ze in hun productie geremd worden door een gebrek aan geschikte arbeidskrachten. Het is dan ook essentieel dat ondernemingen op innovatieve manieren de nodige competenties ontwikkelen en/of aantrekken en dat de niet-beroepsactieven maximaal geactiveerd worden vanuit een talent- en competentiebenadering. Wat? Het objectief van deze oproep is om vanuit de hoge tewerkstellingsvraag in sectoren en de openstaande vacatures in bedrijven en organisaties tewerkstellingstrajecten op te zetten die streven naar de duurzame tewerkstelling voor niet-beroepsactieve personen. Het gaat onder meer om het toeleiden, begeleiden en opleiden van de niet-beroepsactieve personen, het matchen met concrete functies, bv. via stages of jobcarving, het ondersteunen van zowel de niet-beroepsactieve personen op de werkvloer als de werkgevers. De tewerkstellingstrajecten voorzien in een inclusieve benadering naar duurzame tewerkstelling voor de deelnemers. De acties zijn praktijkgericht, complementair met het bestaande aanbod en resulteren in tewerkstelling voor de deelnemer. Wie? We richten ons met deze projecten naar individuele werkgevers, werkgeversorganisaties, sectororganisaties organisaties, clusters van bedrijven of samenwerkingsverbanden tussen bedrijven,, steden en gemeenten en intermediairen. We stimuleren een partnerschap met expliciete en aantoonbare betrokkenheid van werkgevers én voldoende aandacht voor inclusieve benadering naar duurzame tewerkstelling voor de deelnemers. Organisaties of ondernemingen kunnen een project indienen als zij aan één van volgende voorwaarden voldoen: (1) zij hebben hun zetel en werking in het Vlaamse gewest; (2) zij hebben hun zetel en werking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en worden wegens hun activiteiten beschouwd als behorende tot het Vlaams gewest. Looptijd? De projecten in deze oproep hebben een looptijd van minimaal 12 maanden en maximaal 24 maanden, afhankelijk van de doelstelling en het bereik van het project. De projecten starten op 1 oktober 2019 en eindigen uiterlijk op 30 september Pagina 2 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

3 Hoeveel? Het oproepbudget bedraagt euro waarvan euro ESF en euro Vlaamse cofinanciering. Het richtbudget per project bedraagt euro met volgende verdeling: - Maximaal euro ESF (40%) - Maximaal euro Vlaamse cofinanciering (60%) Voor de kosten wordt er gewerkt met vereenvoudigde kostensoorten op basis van de brutolonen van de medewerkers in het project. De kosten worden aangetoond door middel van de gepresteerde tijd (in uren of met een door de medewerker toegewezen percentage van zijn arbeidsduur aan het project) en het aanleveren van één loonfiche per medewerker. Hoe? De promotor dient een projectvoorstel in via de online ESF-applicatie. Een projectvoorstel opmaken bestaat uit het beantwoorden van inhoudelijke vragen, het uitwerken van een projectplanning en het opmaken van een begroting. Wanneer? De oproep wordt opengesteld op xx maart Een projectvoorstel indienen kan tot en met 30 juni 2019 middernacht. De beslissing wordt gecommuniceerd uiterlijk 30 september De goedgekeurde projecten starten op 1 oktober 2019 en lopen maximaal 24 maanden tot en met 31 september Een algemene infosessie over de oproep vindt plaats op maart 2019 van xx tot xx. Locatie: xx Inschrijven is verplicht en kan via Indien je niet aanwezig kunt zijn op de infosessie, is het steeds mogelijk een afspraak te maken met de oproepbeheerders. Ook concrete projectideeën kunnen op deze manier besproken worden. Pagina 3 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

4 2 Waarover gaat de oproep? 2.1 Beleidskader De oproep kadert binnen het Operationeel Programma P ESF Vlaanderen prioriteit 1 loopbaanbeleid curatief, investeringsprioriteit 8i Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werkzoekenden en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit. Doelstelling is om duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid te bevorderen en de arbeidsmobiliteit van werkzoekenden en nietberoepsactieven te ondersteunen. Via deze investeringsprioriteit en specifieke doelstelling beoogt het Operationeel Programma dat 45% van de deelnemers uitstromen naar werk zes maanden na afloop van de actie. Op Vlaams niveau draagt deze oproep bij aan het behalen van een werkzaamheidsgraad van 76% van de beroepsactieve bevolking tegen 2020 zoals vooropgesteld in het Vlaams Hervormingsprogramma Om deze doelstelling te halen moet onder meer sterk ingezet worden op de activering van kwetsbare groepen in de samenleving. De lage arbeidsdeelname van kwetsbare groepen vormt immers een belangrijke barrière voor een hogere werkzaamheidsgraad. Studies en rapporten 1 tonen bijvoorbeeld aan dat België gekenmerkt wordt door een hoge werkzaamheidskloof tussen de bevolking van Belgische en niet-belgische herkomst. Terwijl de werkzaamheidsgraad van personen met een Belgische herkomst 74.9% bedroeg in 2014 in Vlaanderen, is dit 64,5% voor personen met een andere EU-herkomst en slechts 51.,6% bij personen met een niet-eu-herkomst. Het verhogen van de werkzaamheidsgraad van personen van buitenlandse herkomst vormt bijgevolg een belangrijke uitdaging in het behalen van de doelstellingen. De Europese Commissie wijst in haar landenspecifieke aanbevelingen voor België in 2017 op een aantal structurele tekortkomingen op de arbeidsmarkt. Eén van de belangrijkste tekortkomingen is de lage werkzaamheidsgraad van personen met niet-belgische herkomst. In haar landenspecifieke aanbeveling voor België in 2018 legt de Europese Commissie de focus op het wegnemen van de hindernissen om te werken en het versterken van de doeltreffendheid van een actief arbeidsmarktbeleid, met name voor laagopgeleiden, mensen van buitenlandse herkomst en oudere werknemers. 2.2 Wie behoort tot de doelgroep van de oproep? De oproep richt zich tot individuele werkgevers, werkgeversorganisaties, sectorfondsen, clusters van bedrijven of samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, steden en gemeenten en 1 Djait, F. (2015). Herkomstmonitor Arbeidsmarktpositie van personen met een buitenlandse herkomst op basis van administratieve gegevens. Vlaamse overheid, Departement Werk & Sociale Economie. Goutsmet, D., & Vanderbiesen, W. (2017). De (grote) kloof in arbeidsmarktpositie tussen de bevolking van Belgische en niet-belgische herkomst (Werk.Focus 2017 nr.2). Leuven: Steunpunt Werk. Pagina 4 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

5 intermediairen die in partnerschap een tewerkstellingstraject formuleren en uitvoeren met het oog op de instroom van niet-beroepsactieve personen. We stimuleren een partnerschap met sterke betrokkenheid van werkgevers én voldoende aandacht voor een inclusieve benadering naar duurzame tewerkstelling voor de deelnemers Finale doelgroep De projecten binnen deze oproep richten zich met hun dienstverlening naar de inactieve arbeidsreserve of niet-beroepsactieve personen. Dit zijn alle personen op beroepsactieve leeftijd die niet werken of een werkloosheidsuitkering ontvangen. Promotoren zijn vrij te bepalen tot welke subdoelgroep(en) binnen de groep van nietberoepsactieven ze zich richten. In het projectvoorstel specifieert de promotor de finale doelgroep op projectniveau. Bijzondere aandacht gaat hierin uit naar het bereiken van kwetsbare groepen en zoals vermeld in het operationeel programma van ESF Vlaanderen. Het gaat om volgende groepen: ouderen (50+), jongeren, laaggeschoolden, mensen met een buitenlandse herkomst, kansarmen en langdurig werkzoekenden. Er moet ook aandacht zijn voor bijkomende subdoelgroepen zoals vrouwen en personen met een arbeidshandicap. De promotor kan in zijn voorstel ook andere subdoelgroepen benoemen. We verwachten dat promotoren zich op projectniveau engageren om kwetsbare groepen te bereiken en op maat te ondersteunen. De acties op individueel projectniveau bieden een antwoord op de knelpunten die de beoogde finale doelgroep ervaart bij toegang tot de arbeidsmarkt. De promotor voorziet daarenboven in specifieke acties om de doelgroep te bereiken en de duurzame uitstroom naar werk te verhogen. Deze inspanning zal in het projectvoorstel worden bevraagd. Gezien de lage werkzaamheidsgraad en de hogere werkloosheid van personen van buitenlandse herkomst (zie 1.3 Modus Operandi) moedigen we promotoren aan zich te richten tot personen van buitenlandse herkomst. De promotor kan zich richten naar een deelgroep van de heterogene groep van personen van buitenlandse herkomst zoals laaggeschoolde of hooggeschoolde anderstaligen, erkende vluchtelingen, 2 de of 3 de generatie migranten, recent gemigreerde vrouwen. 2.3 Modus Operandi Met de analyse van de modus operandi gaat de afdeling ESF en Duurzaam ondernemen na of en in hoeverre deze oproep rekening moet houden met bepaalde doelgroepen en met territorialiteit. Aan de hand van deze analyse wordt artikel 7 en 8 van Verordening Nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad mee in rekening genomen. - Specifieke doelgroepen Cijfers van het Steunpunt Werk tonen aan dat de werkloosheidgraad bij mensen met buitenlandse herkomst (Niet-EU) in 2016 bijna 20% hoger is dan de werkloosheidsgraad bij Belgen: 26,7% ten opzichte van 7,6%. Bij de niet-eu-bevolking is 25,6% van de mannelijke beroepsbevolking werkloos ten opzichte van 28,1% van de vrouwen. Uit deze cijfers zou men kunnen afleiden dat vrouwen met buitenlandse herkomst procentueel niet veel meer werkloos zijn dan mannen. Dit beeld moet evenwel genuanceerd worden. Nemen we de cijfers voor de werkzaamheidsgraad (aandeel Pagina 5 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

6 werkenden in de bevolking op arbeidsleeftijd), dan laten die een groter verschil zien tussen mannen en vrouwen. Eveneens uit cijfers van het Steunpunt Werk 2016 stellen we vast dat de werkzaamheidsgraad voor personen met een Belgische herkomst 67,9% bedroeg, voor mannen was dit 70,8% en voor de vrouwen 65,0%. Wanneer we dezelfde gegevens bekijken voor niet-eupersonen zijn de cijfers respectievelijk: 42,9%, 49,6% en 36,3%. Binnen de groep met een niet-euherkomst bestaan wel significante genderverschillen tussen de afzonderlijke herkomstgroepen. Zo zijn Turkse en Maghrebijnse vrouwen beduidend vaker werkloos dan de Turkse en Maghrebijnse mannen. Reden voor de discrepantie tussen werkloosheid- en werkzaamheidscijfers, is het aandeel personen dat inactief is m.a.w. niet opgenomen is in de werkloosheidscijfers noch in de werkzaamheidsgraad. Zoals bekend, worden werkloosheidsgegevens berekend binnen de beroepsbevolking. Personen die niet actief naar werk zoeken, blijven daardoor buiten beeld. De Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 geeft cijfers voor niet-beroepsactieven (niet werkend of werkzoekend): 41% voor personen met een niet EU-nationaliteit t.o.v. 34% voor Belgen. Ook hier zien we een genderverschil: bij de niet-europese vrouwen ligt het aandeel nietberoepsactieven op 49%, bij de mannen op 34%. Ook hier weer zijn er verschillen tussen de afzonderlijke herkomstgroepen: het blijkt dat ongeveer 64-65% van de Turkse en Marokkaanse vrouwen geen werk heeft (dus inactief of werkloos is). Bij de vrouwen met een Belgische herkomst ligt dit aandeel half zo hoog, op 31,0%. Bij personen van buitenlandse herkomst is de gendercomponent dus vooral te vinden bij de nietberoepsactieven: er werken procentueel veel minder vrouwen van niet EU-herkomst dan mannen. Uit de Socio-economische Monitoring 2017 van Unia blijkt dan weer dat de werkgelegenheidskloof tussen mannen en vrouwen veel groter is voor recent gemigreerden. Dit blijkt opnieuw het sterkst bij de Maghrebijnse en kandidaat EU-origines. Besluitend: vrouwen van niet EU-herkomst hebben een werkzaamheidsgraad van slechts 36%. Binnen deze groep zijn het vooral de Turkse en vooral Maghrebijnse vrouwen (en dan bij uitstek de recent gemigreerden) die een zeer lage activiteitsgraad hebben. Uit bovenstaande analyse blijkt dat gender een belangrijk aandachtspunt is bij de integratie van personen van buitenlandse herkomst op de arbeidsmarkt. Via de beoordelingscriteria zal gepeild worden naar het genderaspect in de verschillende acties. - Territorialiteit en steden Zoals hieronder in punt 1.4 wordt geduid kan de arbeidsmarktkrapte in Vlaanderen lokaal verschillen. Vlaamse steden en gemeenten worden namelijk in meer of mindere mate geconfronteerd met de hoge tewerkstellingsvraag en het aantal beschikbare profielen. Via de beoordelingscriteria zal gepeild worden naar de lokale arbeidsmarktnoden en hoe men deze noden zal vertalen in het vooropgestelde aanbod. Ook in fase 1 (indien hiervoor wordt geopteerd) van het project wordt de promotor gevraagd een verdiepende analyse te maken van de arbeidsmarktnoden zodat de acties hierop kunnen afgestemd worden. Pagina 6 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

7 2.4 Welke acties heeft de oproep voor ogen? Tewerkstellingstrajecten Via deze oproep ondersteunen we tewerkstellingstrajecten trajecten waarbij een partnerschap acties uitvoert in functie van activering van niet-beroepsactieve personen met het oog op de invulling van concrete vacatures op de arbeidsmarkt. De projecten worden in 2 fases uitgevoerd: - Fase 1: analyse en ontwikkeling 4 maanden - Fase 2: implementatie aanbod en uitvoeren trajecten 20 maanden FASE 1: ANALYSE- en ONTWIKKELFASE (tot( 31 januari 2020) Tijdens de eerste fase van het project voer je een diepgaande kwantitatieve en kwalitatieve arbeidsmarktanalyse uit. Je brengt de bestaande ondersteuning aan de niet-beroepsactieve bevolking en werkgevers verder in kaart en maakt een diepgaande analyse van de knelpunten. Je detecteert en onderzoekt hierbij ook de hiaten in het bestaande ondersteuningsaanbod zowel aan de vraagzijde (werkgevers) als aan de aanbodzijde (niet-beroepsactieve populatie). Voor het uitvoeren van deze arbeidsmarktanalyse verwachten we expliciete en aantoonbare betrokkenheid van werkgevers en andere relevante stakeholders onder meer de provinciale en/of lokale VDAB-actoren. Voor de specifieke analyse van de arbeidsmarktnoden op projectniveau raden we aan om de open data die VDAB ter beschikking stelt te consulteren via volgende link We stimuleren in deze fase ook het actief verkennen van mogelijke samenwerkingen en onderlinge meerwaarde met de goedgekeurde projecten in de ESF-oproep 457 Outreach & Activering. Daartoe zal de afdeling ESF en Duurzaam ondernemen tijdens de eerste fase (periode oktober 2019 tem januari 2020) een netwerkdag organiseren. Tijdens de analyse en bij het opstellen van het actieplan hou je rekening met volgende aandachtspunten: - De arbeidsmarktanalyse alsook het te ontwikkelen dienstverleningsaanbod vertrekt vanuit de vraagzijde van de arbeidsmarkt. De arbeidsmarktnoden en de specifieke noden van de werkgevers vormen mede het vertrekpunt voor het te ontwikkelen aanbod. Acties spelen in op sectorale noden of dragen bij aan de tewerkstelling van deelnemers in knelpuntberoepen 2 of beroepen die vandaag als knelpunt worden ervaren maar (nog) niet officieel gedefinieerd zijn als knelpunt. Daarnaast kunnen acties ook inspelen op de lokale en regionale arbeidsmarktnoden. Recente cijferanalyse wijst op een lokale verscheidenheid aan spanningsgraad. Vlaamse steden en gemeenten worden namelijk in meer of mindere mate geconfronteerd met de toenemende krapte 2 De lijst met knelpuntberoepen voor 2018 is terug te vinden op deze site: Pagina 7 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

8 op de arbeidsmarkt. We verwachten dat het aanbod rekening houdt met deze lokale en regionale verschillen. Acties worden bovendien uitgewerkt op basis van reële vacaturenoden van de deelnemende bedrijven en de knelpunten en hiaten die zij ervaren bij de instroom van nieuwe werknemers. - Verder is het ook belangrijk om tijdens de analyse- en ontwikkelfase aan de zijde van de niet- beroepsactieve personen te onderzoeken welke aspecten aan de basis liggen voor de huidige mismatch of hoe moeilijk invullen van de vacatures? Situeren de barrières zich op niveau van de toeleiding, screening, matching, ondersteuning op de werkvloer? Werpen het opleidingsniveau, de niet inzetbaarheid van eerder verworven competenties, lage taalvaardigheid of andere niet ingevulde randvoorwaarden drempels op richting duurzame tewerkstelling? - Terzelfdertijd is het ontwikkelde aanbod ook competentiegericht. Om de maatschappelijke uitdaging van de arbeidsmarktkrapte het hoofd te bieden, vertrek je aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt van het mogelijke potentieel van de niet-beroepsactieven en zet je maximaal in op het versterken van de vaardigheden en competenties van deze personen zowel tijdens het traject naar werk als op de werkvloer. Indien je voor bepaalde functies geen geschikte kandidaten vindt, kan het realistischer zijn om bijvoorbeeld huidige werknemers op te leiden tot het gewenste profiel en de functie van de werknemers open te stellen voor niet-beroepsactieve personen. - Het dienstverleningsaanbod laat maatwerk op niveau van de deelnemer toe. Het instrumentarium kan gedifferentieerd en op maat van het individu ingezet worden. Bij aanvang wordt de concrete afstand van elk individu tot de arbeidsmarkt in kaart gebracht en wordt bepaald hoe deze afstand optimaal kan overbrugd worden. Tegelijkertijd wensen we ook te benadrukken dat niet mag voorbijgegaan worden aan de gemeenschappelijke groepskenmerken van bepaalde deelgroepen die het partnerschap wenst te bereiken. Gemeenschappelijke groepskenmerken zoals de taalproblematiek, het moeilijk kunnen inzetten van eerder verworven kwalificaties in het thuisland, het gebrek aan een sociaal netwerk, ervaringen van discriminatie op de arbeidsmarkt,... kunnen de arbeidsmarktintegratie bemoeilijken. Enkel door deze groepskenmerken te erkennen kan een passende aanpak ontwikkeld worden en trajecten op maat aangeboden worden. - De vooropgestelde acties kaderen in een geïntegreerd traject naar werk voor de deelnemers. We verwachten een doorgedreven samenwerking tussen projectpartners en andere relevante stakeholders in functie van een geïntegreerd traject voor de deelnemer richting duurzame tewerkstelling. - De vooropgestelde acties zijn complementair aan het bestaande ondersteuningsaanbod en beleid. De acties ontsluiten (waar van toepassing) het bestaande instrumentarium van VDAB zoals de werkplekleerinstrumenten. Acties zijn daarenboven complementair aan inactieven in kader van de sectorconvenanten of andere ESF-oproepen zoals 457 Outreach & Activering, Focus op Talent of AMIF-oproepen zoals Integratiepact projecten. Deze lijst is niet exhaustief. Het is de verantwoordelijkheid van de promotor om te kunnen aantonen dat acties noodzakelijk en complementair zijn aan het bestaande aanbod. Dubbele begeleidingen zoals het samenlopen met Pagina 8 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

9 een TWE-traject is uitgesloten. Om complementariteit te vrijwaren is het belangrijk om bij opmaak van het projectvoorstel en gedurende fase 1 af te stemmen met relevante stakeholders. Op basis van de bevindingen uit de arbeidsmarktanalyse stel je een concreet actieplan op in functie van de activering van de niet-beroepsactieve personen en instroom in de concrete vacatures. Je zoekt tijdens deze fase ook de geschikte (bijkomende) partners voor de uitvoering van het actieplan. Aan het einde van fase 1 lever je het actieplan, een verfijnde projectbegroting en projectplanning voor fase 2 op. Het actieplan wordt vervolgens ter evaluatie voorgelegd.bij een positieve evaluatie kan je fase 2 van het project nl. de implementatie- en uitvoeringsfase aanvatten. Bij een negatieve evaluatie, kan fase 2 niet opgestart worden en eindigt het project. FASE 2: IMPLEMENTATIE- en UITVOERINGSFASE (start( op 1 februari 2020) Tijdens de tweede fase wordt het actieplan geïmplementeerd en de acties met de deelnemers en werkgevers worden uitgevoerd. De acties kunnen zowel de finale doelgroep rechtstreeks ondersteunen, als de werkgevers bijstaan bij de instroom en inschakeling van niet-beroepsactieven op de werkvloer. Basisprincipe is dat de bestaande dienstverlening en het instrumentarium van VDAB, VDAB partners en andere actoren wordt aangewend. De acties zijn praktijkgericht en resulteren finaal in tewerkstelling voor de deelnemer. Op basis van de bevindingen uit de arbeidsmarktanalyse en de geformuleerde noden zijn volgende acties mogelijk, niet exhaustief: Toeleiding - Gerichte instroomversterkende initiatieven - Warme en koude prospectie bij werkgevers, jobhunting Matchen - Sectorale arbeidsbemiddeling - Netwerkinitiatieven tussen werkgevers en de inactieve arbeidsreserve - Bundelen van vacaturenoden (regionaal, sectoraal, functie,...) Screenen - Screenen van interesse, competenties, vaardigheden bij niet-beroepsactieve personen op maat van sectoren, functies en profielen: bv. competentiescreening, taalarme technische of generieke screening. Oriëntering - Kennismakingstrajecten tussen de inactieve arbeidsreserve en werkgevers (inleefmomenten, snuffelstages, ) Werving en selectie - Begeleiding en ondersteuning van werkgevers bij werving & selectie - Afstemmen van vacatures en profielen op het aanbod (o.a. opstellen van realistische vacatures) - Ondersteuning bij jobcarving- en jobcraftingsprocessen Pagina 9 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

10 Opleiding en ondersteuning - Korte en gerichte opleidingstrajecten voor niet-beroepsactieve personen - Taalopleidingen en taalondersteuning naast en op de werkvloer - Werkplekleren via het inzetten van de bestaande competentieversterkende werkplekinstrumenten van VDAB en partners zoals de beroepsinlevingsstage (BIS) of de korte opleiding met stage op de werkvloer, de individuele beroepsopleiding (IBO) of de opleidingsstage. - Mentoring, jobcoaching en peter- en meterschap zowel naast als op de werkvloer - Nazorginitiatieven in functie van een duurzame tewerkstelling Lerend Netwerk Daarnaast investeren we in een overkoepelend Lerend Netwerk met als doel een ondersteuningsaanbod op te zetten voor promotoren binnen voorliggende oproep en de oproep 457 Outreach & Activering. Dit in de vorm van één overkoepelend en actief Lerend Netwerk dat zal focussen op twee thematische pijlers: - Vindplaatsgericht & outreachend werken naar inactieve arbeidsreserves; - Duurzame matching & toeleiding van deze arbeidsreserves naar de vraagzijde van de arbeidsmarkt. Het Lerend Netwerk creëert ruimte om te experimenteren met nieuwe methodieken om de moeilijkst bereikbare personen (of: arbeidsreserves) te vinden en te begeleiden. Dit door procesbegeleiding aan te bieden en intervisie tussen projectmedewerkers te organiseren in een lerend netwerk waarin de innovatieve methodieken naar inactieve arbeidsreserves gedeeld en uitgedaagd worden. Het Lerend Netwerk draagt zo bij aan het algemeen verbeteren van de dienstverlening en de toegankelijkheid ervan. Anderzijds komen we met dit netwerk tegemoet aan de vraagzijde van de steeds krapper worden arbeidsmarkt door in een tweede pijler actief in te zetten op het faciliteren van de actieve wederzijdse benadering van de vraag- en aanbodzijde (werkgevers enerzijds en werkzoekenden / inactieve arbeidsreserve / dienstverleners anderzijds). Eén organisatie zal instaan voor de uitvoering van het lerend netwerk. De opdracht voor het overkoepelend Lerend Netwerk is gevat in een afzonderlijke oproep 456 Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte. De oproep richt zich naar organisaties werkzaam in Vlaanderen & Brussel die expertise hebben in het begeleiden en ondersteunen van relevante processen en netwerken. Organisaties die wensen te kandideren voor de opdracht van het lerend netwerk dienen in oproep 456 Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte een afzonderlijk projectvoorstel in. Actieve Deelname aan dit Lerend Netwerk wordt gezien als een subsidiabele en verplichte activiteit binnen de projecten. Meer bepaald heeft deze actie betrekking op het voeden en actief deelnemen aan het lerend netwerk, evenals de medewerking aan initiatieven die lokaal opgezet worden om tewerkstellingskansen voor deze doelgroepen te verhogen. Hierbij wordt expliciet de opening gelaten om nieuwe, innovatieve concepten uit te denken en te piloteren binnen het kader van de deelnemende dienstverleningsprojecten, met het oog op eventuele latere structurele inbedding. Promotoren zijn vrij om te bepalen of zij dan wel deelnemen aan beide thematische pijlers van het netwerk, dan wel zich om gegronde reden wensen te beperken tot slechts één van beiden. Pagina 10 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019

11 2.5 Verwachte resultaten van de projecten? Op niveau van de tewerkstellingsprojecten resulteert het aanbod voor de deelnemers finaal in uitstroom naar werk. Het Operationeel Programma ESF Vlaanderen streeft bij deze investeringsprioriteit naar een minimaal resultaat van 45% uitstroom naar werk zes maanden na afloop van de actie. De resultaten van deze oproep zullen bepaald worden aan de hand van registratie van deelnemers in Mijn Loopbaan van Partners (MLP) van de VDAB. Ter opvolging van deze resultaten ontvangt de promotor maandelijks een stand van zaken met het aantal bereikte deelnemers en behaalde resultaten uitstroom naar werk via MLP-monitoringstabellen van de afdeling ESF en Duurzaam ondernemen. CONTACT: Delphine Ampe Pieter Van Sande Stefaan Windels Stefaan Pagina 11 van 11 Oproep 455 Tewerkstellingstrajecten 15/02/2019