DE BEHANDELING VAN LATENTE VERLIEZEN EN LATENTE WINSTEN IN ARTIKEL 20A WET VPB 1969

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE BEHANDELING VAN LATENTE VERLIEZEN EN LATENTE WINSTEN IN ARTIKEL 20A WET VPB 1969"

Transcriptie

1 DE BEHANDELING VAN LATENTE VERLIEZEN EN LATENTE WINSTEN IN ARTIKEL 20A WET VPB 1969 Malon van Bussel Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht 0

2 De behandeling van latente verliezen en latente winsten in artikel 20a Wet Vpb 1969 Of en in hoeverre vallen de latente verliezen en winsten onder de reikwijdte van artikel 20a Wet Vpb, en heeft de Hoge Raad door zijn arresten in de zaak Credit Suisse de handel in vennootschappen met latente verliezen of winsten mogelijk gemaakt? Auteur: Malon van Bussel Studierichting: Master Fiscaal Recht Studentnummer: Afstudeerdatum: 27 juni 2018 Examencommissie: drs. P.J.J.M. Peeters prof. dr. mr. D.S. Smit 1

3 Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeerscriptie die is geschreven in het kader van de masteropleiding Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg. Deze scriptie is het resultaat van een onderzoek naar de behandeling van latente winsten en latente verliezen in art. 20a Wet Vpb. Ten tijde van het schrijven van deze scriptie ben ik werkzaam bij Deloitte Belastingadviseurs BV in Eindhoven op de afdeling Business Tax. In de praktijk ben ik tegen het vraagstuk aangelopen in hoeverre latente resultaten onder de reikwijdte van art. 20a Wet Vpb vielen. Dit is de aanleiding geweest voor mij om hierover onderzoek te doen in de vorm van deze scriptie. Nadat ik in vier jaar de hbo-opleiding fiscaal recht en economie aan Fontys Hogescholen Eindhoven heb afgerond, ben ik in september 2014 begonnen aan de Premaster Fiscaal Recht. Tijdens deze opleiding was ik parttime werkzaam bij Deloitte Belastingadviseurs BV. In het begin heeft het mij veel moeite gekost om die goede balans te vinden tussen studie en mijn werk. Met vallen en opstaan is dit gelukt. Deze masterscriptie vormt het sluitstuk van mijn studie. Graag wil ik de mogelijkheid niet onbenut laten om een aantal personen te bedanken. Allereerst wil ik mijn collega s van Deloitte Belastingadviseurs BV in Eindhoven bedanken voor hun steun tijdens het volgen van mijn studie aan de Universiteit van Tilburg. Ook wil ik hen bedanken voor de momenten die zij namen om met mij te sparren over het onderwerp van deze scriptie. Daarnaast wil ik de heer Peeters bedanken voor zijn begeleiding tijdens het schrijven van deze scriptie. Malon van Bussel Eindhoven, juni

4 Lijst van gebruikte afkortingen A-G Art. BNB BV E.a. E.v. FED FM HR Kamerstukken II NDFR Nr. NTFR O.a. Pag. Par. R.o. Topco V-N Advocaat Generaal Artikel Beslissingen in belastingzaken/nederlandse belastingrechtspraak Besloten vennootschap En andere En verder Fiscaal tijdschrift FED Fiscale Monografieën Hoge Raad Kammerstukken Tweede Kamer Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht Nummer Nederlands Tijdschrift Fiscaal Recht Onder andere Pagina Paragraaf Rechtsoverweging Organisatie van de afwikkeling op het niveau van de holding aan de top van de piramide Vakstudie Nieuws Wet Vpb Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 WFR Weekblad Fiscaal Recht 3

5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Introductie onderwerp Probleemanalyse en onderzoeksdoel Probleemstelling en deelvragen Methode van het onderzoek Structuur... 8 Hoofdstuk 2 Art. 20a Wet Vpb op hoofdlijnen Inleiding Historie van art. 20a Wet Vpb Tekortkomingen van art. 20 lid 5 Wet Vpb (oud) Hoofdregel art. 20a Wet Vpb Aandeelhouderstoets (lid 1) Uitzonderingen van lid 2 en Wijziging aandeelhoudersbelang krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht (lid 2 onderdeel a) Interne aandeelhouderswisseling (lid 2 onderdeel b) Wijzigingen waarmee belastingplichtige niet bekend was of kon zijn (lid 3) Beleggingentoets (lid 4, 6, 8 en 9) Activiteitentoets (lid 4, 7 en 9) Het jaar van de belangrijke aandeelhouderswisseling Art. 20a lid 1 Wet Vpb geldend tot Art. 20a lid 1 Wet Vpb geldend vanaf De winstsplitsing van lid Tussenconclusie Hoofdstuk 3 De behandeling van latente verliezen en latente winsten onder art. 20a Wet Vpb Inleiding Latente verliezen en winsten onder het (oude) art. 20 lid 5 Wet Vpb Latente verliezen Latente winsten Jurisprudentie van art. 20 lid 5 Wet Vpb geldig voor het nieuwe art. 20a Wet Vpb Het twaalfde lid

6 3.3.1 is de (oude) jurisprudentie gecodificeerd in het twaalfde lid? Geleden verliezen en genoten winst Tussenconclusie Hoofdstuk 4 De Credit Suisse arresten Inleiding Uitgangssituatie van het kernarrest Credit Suisse Overwegingen van Hof Amsterdam met betrekking tot de strijd met doel en strekking van art. 20a Wet Vpb Overwegingen Advocaat Generaal met betrekking tot de strijd met doel en strekking van art. 20a Wet Vpb Overwegingen Hoge Raad met betrekking tot de strijd met doel en strekking van art. 20a Wet Vpb Tussenconclusie Uitwerking art. 20a Wet Vpb huidige wetgeving Het Houtvergassingsinstallatie-arrest Tussenconclusie: Heeft de Hoge Raad de handel in winstvennootschappen mogelijk gemaakt? Hoofdstuk 5 Samenvatting en eindconclusie inleiding Samenvatting en eindconclusie Latente winsten Latente verliezen Aanbeveling Hoofdstuk 6 Literatuurlijst Boeken Artikelen Proefschrift Jurisprudentielijst Parlementaire stukken Besluiten Overig

7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Introductie onderwerp Art. 20 Wet Vpb geeft aan wat als verlies wordt aangemerkt: het negatieve bedrag waartoe de berekening van de belastbare winst of van het Nederlands inkomen leidt. Daarnaast zijn in dit artikel de regels opgenomen omtrent de verrekening van deze verliezen. Kort door de bocht gezegd, wordt in dit artikel bepaald wanneer een verlies is vastgesteld bij beschikking, het verlies verrekenbaar is met positieve winsten of inkomens van het voorafgaand jaar of negen volgende jaren. Art. 20a Wet Vpb beperkt de verrekening van verliezen. De achtergrond van het artikel is om de handel in verlies- en winstvennootschappen tegen te gaan. De hoofdregel van art. 20a Wet Vpb is dat verliezen niet meer voorwaarts verrekenbaar zijn als het uiteindelijke belang in de belastingplichtige in belangrijke mate, dat wil zeggen voor 30% of meer, is gewijzigd. Ingeval de vennootschap in het jaar voor deze belangrijke aandeelhouderswisseling een winst heeft gemaakt is het eventuele verlies, na de aandeelhouderswisseling, niet verrekenbaar met de winst van voorgaand jaar. De achterliggende hoofdgedachte is dat er volgens de wetgever reden is om de verliesverrekening te beperken wanneer de band met de aandeelhouders uit de periode van de verliezen en de band met de activiteiten waarmee de verliezen zijn geleden in sterke mate verloren is gegaan. 1 Op het eerste gezicht lijkt dit gesneden koek, maar de praktijk leert ons dat dit niet zo is. Art. 20a Wet Vpb biedt mogelijkheden waardoor het alsnog mogelijk is om onder de verliesverrekeningsbeperking uit te komen. Het artikel is negatief geformuleerd en bevat 22 keer het woord niet. Om te bepalen of de verliesverrekening beperkt wordt door art. 20a Wet Vpb, dient het artikel helemaal afgepeld te worden. Het artikel kent twaalf leden en beslaat twee pagina s in de wettenbundel. In een column in Het Financieel Dagblad pleit hoogleraar Leo Stevens voor afschaffing van art. 20a Wet Vpb 2, mede door de complexiteit van deze belastingwetgeving. Art. 20a Wet Vpb wordt getriggerd op het moment dat een belangrijke aandeelhouderswisseling plaatsvindt. Hierbij wordt in beginsel dus niet naar het belaste lichaam gekeken, maar naar de achterliggende aandeelhouders. Door de aandeelhouderswisseling kan de verliesverrekening worden beperkt. Dit doorbreekt de subjectgebondenheid van de verliesverrekening. In de praktijk, en mede door de arresten van de Hoge Raad in de Credit Suisse zaak, bestaat onduidelijkheid over de behandeling van latente winsten en verliezen in art. 20a Wet Vpb. In het artikel wordt expliciet geschreven over geleden verliezen en behaalde winsten. Latente winsten en latente verliezen zijn al eerder ontstaan en kunnen in de periode na de aandeelhouderswisseling tot uitdrukking komen in de jaarwinst. Hierdoor komen deze verliezen of winsten tot uitdrukking in 1 Vakstudie vennootschapsbelasting, art. 20a Wet Vpb, aant L.G.M. Stevens, Schaf de complexe regels voor verlies-bv s af, Het Financieel Dagblad 20 januari

8 de periode van de nieuwe aandeelhouder, terwijl deze resultaten evident verband houden met de vorige aandeelhouder. 1.2 Probleemanalyse en onderzoeksdoel In 2011 is art. 20 lid 5 Wet Vpb (oud) vervangen door art. 20a Wet Vpb. In het nieuwe artikel wordt gesproken over geleden verliezen en behaalde winsten. Daarnaast heeft de wetgever ervoor gekozen om latente resultaten te codificeren in art. 20a lid 12 Wet Vpb. Door deze handelingen van de wetgever lijkt het er in eerste instantie op dat de latente verliezen en latente winsten niet onder art. 20a Wet Vpb vallen. Dit zou tegenstrijdig zijn met de eerder genoemde hoofdgedachte van het artikel. De verliesverrekening wordt namelijk beperkt als de band met de aandeelhouders uit de periode van de verliezen in sterke mate verloren gaat, terwijl de oorsprong van de latente verliezen of winsten zich bevindt vóór de aandeelhouderswisseling. Deze onduidelijkheden kan ongewenste situaties opleveren in de praktijk. Daarentegen krijgen adviseurs mogelijkheden om te plannen wanneer latente resultaten in de jaarwinst worden opgenomen. 1.3 Probleemstelling en deelvragen Probleemstelling: Of en in hoeverre vallen de latente verliezen en winsten onder de reikwijdte van art. 20a Wet Vpb, en heeft de Hoge Raad door zijn arresten in de zaak Credit Suisse de handel in vennootschappen met latente verliezen of winsten mogelijk gemaakt? Deelvragen: - Wat zijn de hoofdlijnen van art. 20a Wet Vpb? - Hoe worden de latente verliezen en latente winsten behandeld onder art. 20a Wet Vpb? - Wat heeft de Hoge Raad bepaald in BNB 2017/162 3 (Kernarrest inzake Credit Suisse) en in hoeverre heeft dit betrekking op art. 20a Wet Vpb? - Wat heeft de Hoge Raad bepaald in BNB 2017/163 4 (het Houtvergassingsinstallatie-arrest) en heeft dit gevolgen voor de behandeling van latente resultaten onder art. 20a Wet Vpb? 1.4 Methode van het onderzoek In de loop der jaren heeft art. 20a Wet Vpb de nodige aanpassingen ondergaan. Het artikel is een van de grotere artikelen in de Wet Vpb. Ondanks het feit dat het artikel twee pagina s bevat in de wettenbundel zijn er nog verschillende onduidelijkheden over de reikwijdte van het artikel. Dit onderzoek richt zich op de onduidelijkheid omtrent de behandeling van latente resultaten onder art. 20a Wet Vpb, door middel van een literatuuronderzoek. 3 HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:638, BNB 2017/ HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:639, nr. 15/

9 Voor de beantwoording van de hoofdvraag en deelvragen is gebruik gemaakt van jurisprudentie, boeken, artikelen en eerdere onderzoeken 5. Deze informatie is geselecteerd op basis van relevantie en toegepast op de vragen om zo tot een juiste conclusie te komen. 1.5 Structuur Het doel van deze scriptie is tot een zo goed mogelijk antwoord te komen op de hiervoor beschreven probleemstelling. Om tot dit antwoord te komen is het belangrijk om art. 20a Wet Vpb goed te analyseren. Hierdoor wordt allereerst beschreven wat er in art. 20a Wet Vpb wordt bepaalt. Hierin worden de leden van het artikel op hoofdlijnen afgepeld. Daarna wordt beschreven hoe de latente verliezen en latente winsten worden behandeld onder art. 20a Wet Vpb. Ten eerste wordt hier onderzocht in hoeverre deze latente resultaten onder het oude art. 20 lid 5 Wet Vpb vielen. De jurisprudentie van die tijd speelt hierin een belangrijke rol. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre de latente resultaten op basis van de wettekst onder het huidige artikel vallen. Daarnaast heeft de Staatssecretaris hierover uitlatingen gedaan. In 2017 heeft de Hoge Raad arresten gewezen in de beroemde Credit Suisse zaak. Deze zaak bevat verschillende arresten. In dit onderzoek wordt enkel ingegaan op het kernarrest van Credit Suisse 6 en het Houtvergassingsinstallatie-arrest 7 en in hoeverre dit samenhangt met art. 20a wet Vpb. De overige arresten vallen daarmee buiten het bestek van dit onderzoek. Om een goed beeld te krijgen van de relevantie van deze zaak worden de uitgangspunten van het kernarrest besproken. Daarna wordt beschreven waarom het Hof en de Advocaat Generaal tot de conclusie zijn gekomen dat in deze zaak sprake is van fraus legis, en wat voor rol art. 20a wet Vpb hierin heeft gespeeld. Vervolgens wordt het houtvergassingsinstallatiearrest beschreven. In dit arrest was daadwerkelijk sprake van latente resultaten. Naar aanleiding van het kernarrest inzake Credit Suisse en het Houtvergassingsinstallatie-arrest wordt onderzocht in hoeverre deze zaken ervoor zorgen dat handel in latente winst- en verliesvennootschappen mogelijk is. De scriptie wordt afgesloten met een samenvatting en het geven van een eindconclusie en een aanbeveling op basis van de bevindingen. 5 Zie o.a. D.R. Post, De invloed van belangenwijzigingen op verliesverrekening (proefschrift), University of Amsterdam. 6 HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:638, BNB 2017/ HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:639, nr. 15/

10 Hoofdstuk 2 Art. 20a Wet Vpb op hoofdlijnen 2.1 Inleiding Art. 20a Wet Vpb kent twaalf leden en beslaat twee pagina s in de wettenbundel. Daarnaast is het artikel negatief geformuleerd, want het bevat maar liefst 22 keer het woord niet. Hierdoor is het een lastig te lezen artikel. Het is belangrijk om dit artikel af te pellen. In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen art. 20a Wet Vpb uiteengezet. Art. 20a Wet Vpb is een reactie op de tekortkomingen rondom art. 20 lid 5 Wet Vpb (oud). Een goed begrip van de nieuwe regeling en de achtergrond van de oude regeling is daarom van groot belang. In paragraaf 2.2 wordt de historie besproken. In de daaropvolgende paragrafen worden de uitzonderingen en verschillende toetsen die art. 20a Wet Vpb kent uiteengezet. Wanneer er uiteindelijk geconstateerd wordt dat de verliesverrekening beperkt wordt door art. 20a Wet Vpb, dient er een winstsplitsing gemaakt te worden. Dit begrip is beschreven in paragraaf 2.9. In dit hoofdstuk worden zowel de situaties waarin belastingplichtige gebruik wil maken van verliesverrekening in de vorm van carry forward als in de vorm van carry back behandeld. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een tussenconclusie. 2.2 Historie van art. 20a Wet Vpb In het besluit Vpb 1942 was geen bepaling opgenomen die de handel in verlieslichamen tegenging. In deze tijd werd veel gebruik gemaakt van winstoverheveling van de ene vennootschap naar de andere vennootschap. 8 De activiteiten in de winstgevende vennootschappen werden overgeheveld naar verliesvennootschappen, waardoor de verliezen werden verrekend met de winsten uit de nieuwe activiteiten. Hierdoor werd per saldo geen belasting betaald over de winstgevende activiteiten. Deze verliezen waren in een voorgaande periode geleden met andere activiteiten onder leiding van een andere aandeelhouder. Dat een nieuwe aandeelhouder kon profiteren van de verliezen van de oorspronkelijke aandeelhouder werd door de fiscus gezien als misbruik. 9 Hierdoor is bij de invoering van de Wet Vpb 1969 art. 20 lid 5 (oud) toegevoegd. In de literatuur is veel kritiek geuit op de regeling tegen verlieslichamen. 10 De kern van de kritiek was dat het systeem van de vennootschapsbelasting gebaseerd is op het totaalwinstbeginsel. De maatregel was in strijd met de structuur van de vennootschapsbelasting. Deze structuur is gebaseerd op de heffing van lichamen en houdt geen rekening met de achterliggende aandeelhouder van dat lichaam Tekortkomingen van art. 20 lid 5 Wet Vpb (oud) Door de invoering van art. 20 lid 5 Wet Vpb (oud) was het doel om het ongewenste gebruik van de verrekening van verliezen tegen te gaan in de wet geformaliseerd. Het artikel was kort van stof en 8 D.R. Post, De handel in verlieslichamen en de houdsterverliesregeling, Fiscale monografieën nr. 98. Pag Kamerstukken II 1968/69, 60000, 65 e vergadering, 11 juni Zie bijvoorbeeld H.M.N. schonis, verliezen en reorganisatie de lege BV, WFR 1979/5400 en C. van Soest, De naamloze vennootschap en haar compensabele verliezen, MAB 1966, pag. 121 e.v. 9

11 de wetgever wilde hoe dan ook een bepaling invoeren die evident misbruik van nog aanwezige compensabele verliezen zou bestrijden. 11 Na de invoering van dit artikel konden de verliezen van een lichaam die zijn onderneming geheel of nagenoeg geheel had gestaakt niet verrekend worden met toekomstige winsten. De verliezen bleven wel verrekenbaar indien op het moment van verrekening, de aandeelhouders voor 70% hetzelfde waren als vroeger. Echter bleek in de praktijk dat deze antimisbruikbepaling een aantal tekortkomingen had. Zo had de wetgever tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel 12 verklaard bij de vraag of tenminste 30% van de aandelen in andere handen zijn overgegaan, aandelenoverdrachten tussen diegenen die ten tijde van de staking van de onderneming al aandeelhouder waren niet meetellen. 13 Hierdoor kon art. 20 lid 5 Wet Vpb (oud) gemakkelijk ontweken worden. Indien bijvoorbeeld een aandeelhouder vóór het tijdstip dat de onderneming werd gestaakt slechts een klein pakket aandelen had, maar daarna de aandelen van de overige aandeelhouders verwierf, bleef de mogelijkheid van verliesverrekening in stand. Een tweede tekortkoming ontstond doordat de Hoge Raad bepaalde dat de regeling niet van toepassing was indien de belastingplichtige geen materiële onderneming had gedreven, maar zich had beziggehouden met het beleggen van vermogen. 14 Vereist was immers dat een onderneming was gestaakt, en beleggen van vermogen is geen onderneming, zodat deze ook niet kon worden gestaakt. 15 Het oude art. 20 lid 5 Wet Vpb schoot tekort, omdat verliezen gecompenseerd konden worden als de onderneming materieel well gestaakt werd, maar formeel niet. 16 Dus indien de activiteiten nog niet daadwerkelijk gestaakt waren, maar wel sterk waren afgenomen, was het artikel niet van toepassing. Daarnaast verkeerde het verlieslatende lichaam soms in een te moeilijke bewijspositie onder het oude art. 20 lid 5 Wet Vpb. Ingeval het lichaam geheel of nagenoeg geheel gestaakt werd, waren de verliezen niet meer compensabel. De bewijslast om voor de ontsnappingsclausule 17 in aanmerking te komen, was soms niet haalbaar. Hierbij kan gedacht worden aan lichamen die geen natuurlijk personen/rechthebbenden als aandeelhouder hebben (zoals stichtingen en verenigingen) en aan beursvennootschappen. 18 Per 1 januari 2001 is het oude art. 20 lid 5 Wet Vpb vervangen door het nieuwe art. 20a Wet Vpb. De ratio van het oude artikel is getuige de parlementaire geschiedenis niet anders dan de ratio 11 D.R. Post, De handel in verlieslichamen en de houdsterverliesregeling, Fiscale monografieën nr. 98, pag Memorie van antwoord, kamerstuk Tweede Kamer , kamerstuknummer 6000, ordernummer 22, pag Zie ook HR 28 april 1993, ECLI:NL:HR:1993;BH8712, BNB 1993/ HR 9 november 1994, ECLI:NL:HR:1994:AA3005, BNB 1995/ D.R. Post, De handel in verlieslichamen en de houdsterverliesregeling, Fiscale monografieën nr. 98, pag HR 20 november 1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1770, BNB 1997/ Met deze ontsnappingsclausule wordt o.a. bedoeld dat de belanghebbende aan kan tonen dat nog in voldoende mate sprake is van dezelfde aandeelhouder/rechthebbende op het vermogen, waardoor de verliezen wel compensabel blijven. 18 J.A.G. van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, negende druk, pag. 361 en

12 van art. 20a Wet Vpb. 19 Het nieuwe artikel blijft een antimisbruikbepaling die de handel in verliesvennootschappen tegengaat. Met het nieuwe art. 20a Wet Vpb is een regeling getroffen die aan de hiervoor genoemde bezwaren tegemoet is gekomen. Dit artikel wordt in de volgende paragrafen uiteengezet. 2.3 Hoofdregel art. 20a Wet Vpb Het valt meteen op dat de regeling is veranderd van een ja, mits, naar een regeling nee, tenzij. 20 In de oude regeling stond de wetgever verrekening van verliezen toe, mits de belastingplichtige zijn onderneming niet (nagenoeg) geheel had gestaakt en de daaropvolgende winsten (niet meer) hoofdzakelijk ten goede kwamen aan de aandeelhouders op het moment van staking. De hoofdregel van het huidige art. 20a Wet Vpb staat geformuleerd in het eerste lid. Indien aannemelijk is dat het uiteindelijke belang in een vennootschap in belangrijke mate is gewijzigd, zijn de compensabele verliezen niet meer voorwaarts verrekenbaar, tenzij aan een aantal toetsen wordt voldaan. Deze toetsen worden in de volgende paragrafen besproken. In belangrijke mate betekent 30% of meer. Indien een belastingplichtige een beroep wil doen op verliesverrekening, dient voor elk verliesjaar beoordeeld te worden of het uiteindelijk belang in de vennootschap in belangrijke mate is gewijzigd. Hoe deze toets in zijn werk gaat wordt behandeld in paragraaf Aandeelhouderstoets (lid 1) Een belastingplichtige krijgt te maken met art. 20a Wet Vpb indien het uiteindelijk belang in de vennootschap in belangrijke mate is gewijzigd (30% of meer). De aandeelhouderstoets is uitgelegd in lid 1 van art. 20a Wet Vpb. De belangenwijziging in belastingplichtige zoals deze ontstaat gedurende het jaar dient vergeleken te worden met het belang in de belastingplichtige aan het begin van het eerste jaar waarin het in beginsel te verrekenen verlies is geleden (het oudste verliesjaar). Indien belastingplichtige haar oude verliezen wil verrekenen met een winst (carry-forward), dient gekeken te worden naar uiteindelijke aandeelhouder van de belastingplichtige in het winstjaar en het oudste verliesjaar. Indien bij deze toets geconstateerd wordt dat er een wijziging heeft plaatsgevonden van minstens 30% kunnen de verliezen mogelijk beperkt verrekend worden op grond van art. 20a Wet Vpb. Dit geldt ook bij een carry-back-situatie. Indien belastingplichtige een verlies, geleden na de aandeelhouderswisseling, wil verrekenen met de winst van voor de aandeelhouderwisseling dient ook de aandeelhouderstoets gemaakt te worden in het winst- en verliesjaar. De toets of de verliezen verrekend mogen worden, wordt jaarlijks gedaan. Een cijfermatige uitwerking van deze toets wordt via een voorbeeld behandeld in paragraaf 2.9. Indien door de aandeelhouderstoets geconstateerd wordt dat het uiteindelijke belang in belastingplichtige in belangrijke mate gewijzigd is, heeft de belastingplichtige te maken met art. 20a Wet Vpb, waardoor de verliesverrekening beperkt kan worden. Als belastingplichtige voldoet aan 19 Memorie van Toelichting, Kamerstukken II 1999/2000, , nr. 3, pag. 12 en Chr. Spanjersberg en A.P.J.D. Rambhadjan, De nieuwe verliescompensatie: een toetsing van nieuwe toetsen, WFR 2001/

13 een aantal uitzonderingen of toetsen, die in de volgende paragrafen worden besproken, dan zijn de verliezen of winst alsnog verrekenbaar. 2.5 Uitzonderingen van lid 2 en 3 Lid 2 en 3 van art. 20a Wet Vpb bevatten een drietal uitzonderingen op de aandeelhouderstoets van lid 1. Deze uitzonderingen zijn: 1. De wijziging vloeit voort uit overgang krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht (art. 20a lid 2 onderdeel a Wet Vpb); 2. Een uitbreiding van het uiteindelijke belang door natuurlijke- of rechtspersonen die reeds meer dan 33,33% van het belang bezit (art. 20a lid 2 onderdeel b Wet Vpb); 3. Het is belastingplichtige niet bekend of het had belastingplichtige niet bekend kunnen zijn dat het uiteindelijke belang in belastingplichtige met meer dan 30% zou wijzigen (art. 20a lid 3 Wet Vpb) Wijziging aandeelhoudersbelang krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht (lid 2 onderdeel a) Wijzigingen in het aandeelhoudersbelang die voortvloeien krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht vallen niet onder de sanctiebepaling van art. 20a Wet Vpb. Deze uitzondering is te rechtvaardigen, omdat het overlijden of de echtscheiding van een ten minste 30%- aandeelhouder in het verlieslichaam zelden zal plaatsvinden om de verliezen van het verlieslichaam door de rechtsopvolger(s) te benutten Interne aandeelhouderswisseling (lid 2 onderdeel b) Art. 20a lid 2 onderdeel b Wet Vpb bepaalt dat uitbreiding van het uiteindelijke belang van een natuurlijk persoon of rechtspersoon in een belastingplichtige die reeds een (uiteindelijk) belang van 33,33% heeft, niet leidt tot verlies van de verrekeningsmogelijkheid. In 2006 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over het begrip uiteindelijk belang uit onderdeel b van het betreffende artikel. 22 De casus, die uiteindelijk tot het arrest leidde zag er als volgt uit: 21 D.R. Post, De handel in verlieslichamen en de houdsterverliesregeling, Fiscale monografieën nr. 98, pag HR 22 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AW2299, BNB 2007/27. 12

14 Figuur 1 Broer (B) en Zus (Z) waren ieder voor 50% aandeelhouder in A BV. A BV kocht alle aandelen in B BV over van een derde waardoor A BV enig aandeelhouder werd van B BV. B BV was een vennootschap met compensabele verliezen. De aankoop van de aandelen door A BV leidde tot de vraag of sprake was van een wijziging van het uiteindelijk belang in de zin van art. 20a Wet Vpb, zodat het recht op verliescompensatie verloren zou gaan. De Hoge Raad heeft hier bepaald dat de uitzondering van art. 20a lid 2 onderdeel b Wet Vpb van toepassing is. Hierdoor geeft de Hoge Raad aan dat gekeken moet worden naar het belang van de rechtspersoon (A BV) en niet naar de uiteindelijke aandeelhouders (Broer en Zus). Zij hadden ieder indirect een belang van 19% in B BV. De staatssecretaris heeft zijn visie op het begrip uiteindelijk belang vastgelegd in het besluit van 25 februari 2015, nr. BLKB2015/211M, onderdeel 3.1. In dit onderdeel geeft de staatssecretaris twee voorbeelden, waaruit de manier van behandeling goed naar voren komt. Hieronder worden deze twee voorbeelden kort besproken. 13

15 Figuur 2 In de structuur aan de linkerkant van Figuur 2 heeft tophoudster X BV vier natuurlijke personen als aandeelhouders. Ieder van de aandeelhouders bezit 25% van de aandelen in X BV. X BV heeft 100% van de aandelen in Y BV en Y BV heeft op haar beurt weer 40% van de aandelen in Z BV. De overige 60% van de aandelen zijn in handen van een derde. Z BV is een vennootschap met verrekenbare verliezen. 23 Y BV vergroot haar belang in Z BV door 60% van de aandelen over te kopen van derde. De staatssecretaris legt vast in haar besluit dat hier de uitzondering van art. 20a lid 2 onderdeel b Wet Vpb van toepassing is. Er is sprake van een uitbreiding van het uiteindelijke belang van een rechtspersoon (X BV) die al ten minste een derde deel van het uiteindelijke belang in het verlieslichaam (Z BV) had. Hier doet niet aan af dat de belanghebbenden in X BV (natuurlijke personen) ieder afzonderlijk slechts beschikken over een uiteindelijk belang van minder dan een derde in het verlieslichaam (Z BV) 24 De structuur aan de rechterkant van Figuur 2 lijkt op de structuur aan de linkerkant, maar in dit geval hebben de vier aandeelhouders (natuurlijke personen) ieder een belang van 25% in X BV via een persoonlijke holding. Deze persoonlijke holdingvennootschappen staan dus aan de top van een keten van rechtspersonen. Als Y BV in deze situatie haar aandelenbelang vergroot door de overige 60% van de aandelen over te kopen van een derde is de uitzondering van art. 20a lid 2 onderdeel b Wet Vpb niet van toepassing. Individueel houden de holdingvennootschappen minder dan een derde deel van het uiteindelijk belang in het verlieslichaam. 23 In het voorbeeld wordt ervan uitgegaan dat niet voldaan wordt aan de beleggingstoets en inkrimpingstoets die in de volgende paragrafen worden besproken. 24 Besluit van 25 februari 2015, nr. BLKB 2015/211M, onderdeel

16 Bovenstaande betekent dat de figuur aan de linkerkant niet geraakt wordt door art. 20a Wet Vpb, waardoor de verliezen uit voorgaande jaren verrekenbaar blijven met toekomstige resultaten. 25 De figuur aan de rechterkant kan wél geconfronteerd met de gevolgen van art. 20a Wet Vpb. Er wordt in ieder geval voldaan aan lid 1. Het is dus van belang voor de eventuele beperking van verliesverrekening van art. 20a Wet Vpb, of de aandeelhouders hun 25% belang rechtstreeks vanuit privé in de holdingvennootschap houden of via een 100% belang in een persoonlijke holdingvennootschap, waarna deze persoonlijke holdingvennootschap weer op haar beurt (bijvoorbeeld) 25% belang houdt in de volgende vennootschap. Volgens Van den Dool is dit opmerkelijk en zet hij zijn vraagtekens bij de juistheid van deze visie van de staatssecretaris. 26 Hij geeft hierbij aan dat de manier waarop de uiteindelijke aandeelhouders hun belang in het concern houden totaal buiten de verlies-bv heen gaat en hier dus ook geen enkele invloed op heeft. De redactie van Vakstudie Nieuws bespreekt tevens de concernuitzonderingsbepaling zoals deze is vastgelegd in het besluit van de staatssecretaris 27. De redactie 28 geeft aan dat bij de toepassing van de concernuitzonderingsbepaling wordt gekeken naar de laatste rechtspersoon die rechtstreeks wordt gehouden door (een) natuurlijke perso(o)n(en) en niet naar andere (indirect gehouden) rechtspersonen wat tot vreemde uitkomsten kan leiden. Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat de uitkomst of belastingplichtige te maken krijgt met art. 20a Wet Vpb afhankelijk is van de manier waarop de structuur van het concern is opgezet. Men kan zich afvragen of dit terecht is. Art. 20a Wet Vpb is een antimisbruikbepaling om de handel in verlies- en winstlichamen te voorkomen. Of de uiteindelijke aandeelhouders de aandelen via een persoonlijke holdingvennootschap houden of direct vanuit privé, heeft niets te maken met het feit dat ergens in de structuur een verlieslichaam wordt aangekocht. Van der Dool heeft daarom een goed argument door te zeggen dat de verlies-bv hier helemaal geen invloed op heeft. Dat aandeelhouders via een persoonlijke holdingvennootschap hun aandelen houden in het concern heeft vaak andere redenen, zoals risicospreiding. Hierdoor vind ik het onbegrijpelijk dat een structuur met persoonlijke holdingvennootschappen wel geraakt kan worden door art. 20a Wet Vpb en de structuur zonder deze persoonlijk holdingvennootschappen niet, omdat voldaan wordt aan de tekst van art. 20a lid 2b Wet Vpb. 2.6 Wijzigingen waarmee belastingplichtige niet bekend was of kon zijn (lid 3) Het derde lid van art. 20a Wet Vpb bepaalt dat verliesverrekening niet verloren gaat indien het de belastingplichtige niet bekend is of had kunnen zijn dat het uiteindelijk belang in het lichaam in belangrijke mate is gewijzigd, mits de wijziging niet uitgaat boven het hetgeen als gebruikelijk kan worden aangemerkt. 25 Uiteraard geldt dit ook in geval een winst is gemaakt in het jaar voorafgaand aan de belangrijke aandeelhouderwisseling. Als er een verlies wordt gemaakt direct na de aandeelhouderswisseling, dan blijft dit verlies verrekenbaar met deze winst. 26 R.D. van den Dool e.a., Compendium vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2014 (dertiende druk), pag Besluit van 25 februari 2015, nr. BLKB 2015/211M, onderdeel Vakstudie Nieuws 2015/20.16, Actualisering besluit over toepassing art. 20a Wet Vpb

17 Deze bepaling is voornamelijk geschreven voor aandeelhouderswisselingen bij verliesgevende beursgenoteerde vennootschappen, waarbij sprake is van reguliere handel in het aandeel op de beurs (en dus niet van het opkopen van aandelen). Onder reguliere handel vallen bijvoorbeeld niet de fusies, splitsingen of overnames van beursgenoteerde ondernemingen. Indien de belastingplichtige nadien alsnog bekend wordt dat sprake is van een belangrijke wijziging in het uiteindelijk belang dan is deze uitzondering van art. 20a lid 3 Wet Vpb niet meer van toepassing Beleggingentoets (lid 4, 6, 8 en 9) Doordat de wetgever een beleggingentoets in art. 20a Wet Vpb heeft opgenomen, heeft hij een van de tekortkomingen van art. 20 lid 5 Wet Vpb (oud) weggenomen. Zoals in paragraaf beschreven bleef onder de oude regeling de verliesverrekening in stand bij lichamen die geen materiële onderneming dreven. In de aanhef van lid 4 is bepaald dat de verliezen compensabel blijven indien dat verlies geleden is in een jaar waarin de bezittingen van de belastingplichtige gedurende ten minste negen maanden voor minder dan 50% uit beleggingen bestonden. 30 Hierdoor is sinds 2001 het bestaan van een onderneming niet meer relevant: het gaat om het karakter van de activa. 31 Uit de wetsgeschiedenis volgt dat het begrip beleggingen ziet op vermogensbestanddelen die worden aangehouden met het oog op het verkrijgen van rendement dat bij normaal vermogensbeheer mag worden verwacht. 32 De waarde van de beleggingen wordt vastgesteld op waarde in het economisch verkeer. Volgens het meest recente besluit kan worden uitgegaan van de waarde van de bezittingen zoals deze blijkt uit de commerciële jaarstukken opgemaakt volgens de bepalingen van titel 9, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel volgens soortgelijke buitenlandse wettelijke regelingen. 33 In lid 8 van art. 20a Wet Vpb wordt het begrip beleggingen uitgebreid. Onroerende zaken die aan natuurlijke personen of niet-verbonden lichamen 34 worden verhuurd en liquide middelen 35 worden als beleggingen beschouwd. In de leden 4 (aanhef) en 6 wordt expliciet het jaar waarin het verlies is geleden en winst van een jaar vermeld. Hierdoor behoeft de beleggingentoets uitsluitend in deze twee jaren te worden toegepast. Dit betekent dat wanneer in een verliesjaar de bezittingen voor meer dan drie maanden grotendeels uit beleggingen bestaan, dat verlies niet verrekenbaar is. Als in een later verliesjaar de 29 Vakstudie vennootschapsbelasting, art. 20a Wet Vpb, aant Besluit van 25 februari 2015, nr. BLKB 2015/211M, onderdeel 4.2, volgens de staatssecretaris is geen aaneengesloten periode van negen maanden vereist. 31 Vakstudie vennootschapsbelasting, art. 20a Wet Vpb, aant Kamerstukken II 1999/00, , nr. A en B, pag Besluit van 25 februari 2015, nr. BLKB 2015/211M onderdeel Verbonden lichamen zoals bedoeld in art. 10a lid 4 Wet Vpb. 35 Met uitzondering van bedrijfsgebonden liquide middelen. 16

18 bezittingen ten minste negen maanden voor maximaal 50% uit beleggingen bestaan is dat verlies wel verrekenbaar, mits in het winstjaar de bezittingen ook gedurende negen maanden, maximaal 50% bestaat uit beleggingen. In het negende lid, onderdeel b, van de Wet Vpb wordt de beleggingentoets bepaald in het geval belastingplichtige gebruik wil maken van achterwaartse verliesverrekening. Met andere woorden, een verlies dat tot stand komt na de belangrijke aandeelhouderswisseling wordt verrekend met het belaste verleden. 36 Om gebruik te maken van achterwaartse verliesverrekening ingeval het uiteindelijk belang in belangrijke mate is gewijzigd, gelden dezelfde regels als bij voorwaartse verliesverrekening. Het in onderdeel b genoemde criterium komt overeen met het in art. 20a vierde lid, aanhef en zesde lid van de Wet Vpb. 37 Indien voldaan is aan de beleggingentoets dient de activiteitentoets uit (onder andere) lid 4 toegepast te worden. 2.8 Activiteitentoets (lid 4, 7 en 9) Wanneer het uiteindelijk belang in belastingplichtige in belangrijke mate is gewijzigd en belastingplichtige wil gebruik maken van voorwaartse verliesverrekening, mogen de activiteiten van het lichaam niet zijn ingekrompen. Deze toets is geregeld in het vierde lid van art. 20a Wet Vpb. In het geval dat belastingplichtige na deze wijziging in het uiteindelijke belang gebruik wil maken van achterwaartse verliesverrekening, dient ook de activiteitentoets gemaakt te worden. Deze is beschreven in onderdeel a van het negende lid. In de onderdelen a en b van lid 4 is vastgelegd dat als de omvang van de werkzaamheden van de belastingplichtige op het moment van wijziging van het belang is ingekrompen tot minder dan 30% van de omvang van de werkzaamheden in het jaar waarvan men het verlies wil verrekenen, verliest de belastingplichtige zijn verrekeningsmogelijkheid met betrekking tot alle jaren voorafgaand aan het jaar van de aandeelhouderswijziging. Dit geldt eveneens als op het moment van wijziging van het belang de omvang van de werkzaamheden niet is verminderd, maar op dat moment wel het voornemen bestaat om dat binnen drie jaar te doen. 38 Of de activiteiten daadwerkelijk zijn ingekrompen, kan afhankelijk zijn van verschillende factoren zoals personeelsbezetting, omzet en bezittingen. Welke factoren doorslaggevend zijn, hangt af van de desbetreffende bedrijfstak. 39 Indien de werkzaamheden ten opzichte van het oudste verliesjaar tot minder dan 30% zijn afgenomen, maar deze werkzaamheden voor de wijziging van het belang, door de start van nieuwe werkzaamheden, weer toenemen met meer dan 30%, gaat de verliesverrekening niet verloren. De werkzaamheden na de belangenwijziging behoeven niet dezelfde werkzaamheden te zijn als voor de belangenwijziging. Op grond van de nota van wijziging 36 Met het belaste verleden wordt bedoeld een winst uit het jaar voorafgaand aan de aandeelhouderswisseling. 37 D.R. Post, de handel in verlieslichamen en de houdsterverliesregeling, FM 98, tweede herziene druk, pag NDFR Vakstudie vennootschapsbelasting, art. 20a Wet Vpb, aant Kamerstukken II 2000/01, , nr. 7, pag

19 is het niet meer van belang of andersoortige activiteiten worden verricht, maar er moet worden beoordeeld of sprake is van een inkrimping van de activiteiten met meer dan 70%. 40 Het zevende lid bevat een uitzondering op de inkrimpingstoets van lid 4 onderdeel a en b. Indien in het oudste verliesjaar of in één van de drie voorafgaande jaren, de activiteiten recent zijn gestart of zijn verworven, wordt voor de toepassing van art. 20a lid 4 Wet Vpb onderdelen a en b voor het oudste jaar bedoeld, het jaar waarvan het verlies ten tijde van de wijziging nog niet volledig verrekend is en de omvang van de werkzaamheden het grootste was. De reden hiervoor is dat indien de activiteiten zijn opgestart in het oudste verliesjaar, de activiteiten in dat jaar nog gering zullen zijn. Hierdoor is dit oudste verliesjaar minder geschikt als vergelijkingsbasis. De activiteitentoets is een eenmalige toets. In art. 20a lid 4 onderdeel a Wet Vpb mag er direct voorafgaand aan de wijziging geen sprake zijn van een inkrimping van de activiteiten tot minder dan 30% ten opzichte van het oudste verliesjaar. Is dit wel het geval dan zijn de geleden verliezen voor de aandeelhouderswisseling niet verrekenbaar. 2.9 Het jaar van de belangrijke aandeelhouderswisseling In de voorgaande paragrafen zijn verschillende leden van art. 20a Wet Vpb uiteengezet. Hierdoor kan de balans worden opgemaakt. Indien de volgende constateringen zijn gedaan: 1. Het uiteindelijk belang in de belastingplichtige is in belangrijke mate gewijzigd (paragraaf 2.4) en; 2. Er is geen sprake van een uitzondering zoals beschreven in art. 20a lid 2 en/of 3 Wet Vpb (paragraaf 2.5/2.6) en; 3. Er is niet voldaan aan de beleggingentoets (paragraaf 2.7) of; 4. Er is niet voldaan aan de activiteitentoets (paragraaf 2.8). Dan zijn de geleden resultaten niet voorwaarts verrekenbaar. Er dient een knip gemaakt te worden in het jaar van de aandeelhouderswisseling. Aan de ene kant de resultaten voor de aandeelhouderswisseling, deze resultaten zijn niet verrekenbaar op grond van art. 20a Wet Vpb; en aan de andere kant de toekomstige resultaten. In 2011 heeft een wetswijziging plaatsgevonden Art. 20a lid 1 Wet Vpb geldend tot 2011 Een situatie is denkbaar waarin een winst wordt gemaakt in het jaar van de aandeelhouderswisseling, maar deze winst is toerekenbaar aan de periode voor de exacte datum van de aandeelhouderswisseling. Over de vraag of de verliezen uit voorgaande jaren verrekend konden worden met deze winst heeft de Hoge Raad zich gebogen in het arrest HR BNB 2009/ Met doel en strekking van art. 20a Wet Vpb in ogenschouw, zullen de verliezen uit voorgaande jaren verrekend mogen worden met deze winst. Deze winst is namelijk gemaakt door de vorige aandeelhouder. Echter de wettekst, zoals deze luidde vóór 2011, verzet zich hiertegen. De Hoge Raad heeft in deze zaak beslist dat de winst niet verrekenbaar is met de verliezen uit voorgaande jaren, omdat art. 20a Wet Vpb van toepassing is op hele boekjaren en dat zulks ook past in het 40 Schriftelijke antwoorden op vragen uit de Tweede Kamer van 8 november 2000, Aanhangsel Handelingen II, , nr HR 21 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD6390, BNB 2009/42, na conclusie Wattel, noot Zwemmer. 18

20 systeem van winstbelasting op boekjaarbasis. 42 Hierdoor kan op de hele winst van het jaar van aandeelhouderswisseling geen verrekening van verliezen van vóór dat jaar plaatsvinden. Door deze grammaticale interpretatie op art. 20a Wet Vpb van de Hoge Raad werd in de praktijk met regelmaat gebruik gemaakt van binnensjaarse (jaar van aandeelhouderswisseling) verliesverrekening. 43 Hieronder volgt een voorbeeld zoals art. 20a Wet Vpb lid 1 uitwerkte vóór Voorbeeld 1 Wettekst art. 20a Wet Vpb geldend tot 2011 Jaar Resultaat in Wijziging aandeelhouders 1 -/ / / % aandeelhouderswisseling op 1 november In voorbeeld 1 is het uiteindelijke belang in belastingplichtige in belangrijke mate gewijzigd in jaar 3. De formele belangenwijziging heeft plaatsgevonden op 1 november van het jaar. In de periode van 1 januari tot 1 november van jaar 3 heeft belastingplichtige een verlies gemaakt van -/ In de periode van 1 november t/m 31 december van datzelfde jaar heeft belastingplichtige een winst gemaakt van 350. Het verlies over jaar 3 bedraagt -/ In het voorbeeld heeft de belastingplichtige sinds de aandeelhouderswisseling weer positieve resultaten behaald. In jaar 4 heeft belastingplichtige een winst genoten. Het verlies uit jaar 1 wil belastingplichtige verrekenen met deze winst uit jaar 4. Om te beoordelen of dit verlies verrekend kan worden dienen de houders van het belang aan het einde van jaar 4 worden vergeleken met de aandeelhouders begin van jaar 1 (oudste verliesjaar). Omdat in jaar 3 een aandeelhouderswisseling heeft plaatsgevonden is het verlies uit jaar 1 niet verrekenbaar met de winst van jaar 4. Dit betekent dat deze toets voor jaar 2 ook misgaat. Hetzelfde geldt voor jaar 3. Voorgaande betekent dat belastingplichtige zijn/haar verliezen uit voorgaande jaren niet kan verrekenen met de winst uit jaar 4. In jaar 3 heeft de belastingplichtige na de aandeelhouderswisseling een winst gemaakt van 350. Het verlies van -/- 500 heeft belastingplichtige kunnen verrekenen met deze winst, waardoor het resultaat van jaar 3 -/- 150 bedraagt. Dit is een voorbeeld van binnensjaarse verliesverrekening. Echter, de wetgever heeft dit niet beoogd en heeft per 1 januari 2011 ingegrepen met een wetswijziging Art. 20a lid 1 Wet Vpb geldend vanaf 2011 Door de wetswijziging per 1 januari 2011 in lid 1 van art. 20a Wet Vpb wordt het jaar van de aandeelhouderswisseling verdeeld in twee periodes. De knip van het jaar ligt op het moment van 42 HR 21 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD6390, BNB 2009/42, r.o Zie bijv. D.R. Post, Ruim baan voor de handel in verlies-bv s!, WFR 2011/312, par

21 de relevante aandeelhouderwisseling. Hierdoor is een resultaat toebehorend aan periode 1 (hierna: P1), de periode vóór de aandeelhouderswisseling, en een resultaat toebehorend in periode 2 (hierna: P2), de periode na de aandeelhouderswisseling. Indien in P1 een verlies wordt gerealiseerd, wordt dit verlies toegerekend aan het boekjaar vóór de aandeelhouderswisseling. Indien een verlies in P2 wordt gerealiseerd wordt dit toegerekend aan het boekjaar na de aandeelhouderswisseling. Indien zowel in P1 en P2 een verlies wordt geleden, bedraagt de belastbare winst over het jaar van de aandeelhouderswijziging dus nihil. De toerekening van het resultaat aan een ander boekjaar kan uitsluitend worden gedaan met verliezen. Indien P1 of P2 leidt tot een fiscale winst, wordt deze winst niet toegerekend aan het voorafgaande dan wel volgende boekjaar. Voorbeeld 1 uit paragraaf resultaat met deze wetgeving in het volgende: In jaar 3 dient een winstsplitsing gemaakt te worden waarbij het verlies van -/- 500 wordt toegerekend aan periode P1 en de winst van 350 aan P2. Het verlies van -/- 500 wordt toegerekend aan het boekjaar vóór de aandeelhouderswisseling, in dit geval aan jaar 2. Dit betekent dat in jaar 3 de winst 350 bedraagt. Over jaar 3 dient belastingplichtige dus vennootschapsbelasting te betalen over een belastbaar bedrag van 350. Dit is een wezenlijk verschil met de uitwerking zoals deze gold vóór Toen kon de winst van 350 verrekend worden met het verlies van -/ Dit is de binnensjaarse verliesverrekening waar de wetgever op heeft gedoeld. Naar mijn mening heeft de wetgever een goede beslissing gemaakt om art. 20a Wet Vpb aan te passen. Door de invoering van art. 20a Wet Vpb heeft de wetgever willen voorkomen dat nieuwe aandeelhouders de verliezen van de oude aandeelhouders kon afzetten tegen nieuwe winsten. Vóór 2011 was dit nog mogelijk binnen het jaar van de aandeelhouderswisseling. Vanaf 2011 dient er een winstsplitsing gemaakt te worden. Het verlies van -/- 500 in voorbeeld 1, toebehorend aan de oude aandeelhouder, is dus niet verrekenbaar met de winst van 350, toebehorend aan de nieuwe aandeelhouder De winstsplitsing van lid 11 Het elfde lid van art. 20a Wet Vpb bevat een tegemoetkoming voor belastingplichtige. Indien belastingplichtige wel voldoet aan de beleggingentoets, beschreven in paragraaf 2.7, maar niet aan de activiteitentoets van paragraaf 2.8, is er een (gedeeltelijke) voorwaartse verliesverrekening mogelijk. De verliesverrekening is mogelijk met de winsten die behaald zijn met activiteiten die reeds aanwezig waren direct voorafgaand aan de belangrijke aandeelhouderswisseling. Dit betekent dat de winst gesplitst moet worden in de winst die verband houdt met de nieuwe activiteiten en de winst die verband houdt met de oude activiteiten. Het verlies uit voorgaande jaren is dan verrekenbaar met de winst uit de oude activiteiten. Om deze winst te verrekenen is een afzonderlijk verzoek nodig Tussenconclusie In dit hoofdstuk is art. 20a Wet Vpb op hoofdlijnen uiteengezet. Het artikel is in het leven geroepen om handel in verlies- en winstvennootschappen tegen te gaan. De staatssecretaris vindt dat sprake 20

22 is van misbruik indien een andere aandeelhouder gebruik kan maken van verliezen of winst van de oude aandeelhouder, daarom heeft de wetgever in art. 20a Wet Vpb vastgelegd dat indien er sprake is van een in belangrijke mate wijziging van het uiteindelijk belang in belastingplichtige, de verliezen uit voorgaande jaren en de winst uit voorgaand jaar in beginsel niet verrekenbaar zijn met toekomstige resultaten 44. Als er sprake is van een belangrijke aandeelhouderswisseling kunnen de toekomstige resultaten alsnog verrekenbaar zijn met resultaten voorafgaand aan deze aandeelhouderswisseling, indien wordt voldaan aan één van de uitzonderingen. Als de wijziging voortvloeit uit een overgang krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht, of als sprake is van een uitbreiding van een belang, terwijl deze aandeelhouder voor de uitbreiding al een belang van minstens 33,33% had, dan is art. 20a Wet Vpb niet van toepassing. Daarnaast vindt het artikel geen toepassing indien belastingplichtige niet bekend of had niet bekend kunnen zijn dat het uiteindelijke belang in belastingplichtige met meer dan 30% zou wijzigen. Indien voldaan wordt aan de beleggingentoets én de activiteitentoets (lid 4 en lid 9) zijn de verliezen alsnog verrekenbaar met toekomstige resultaten. Vanaf 1 januari 2011 heeft de wetgever een knipmoment gecreëerd in het jaar van de aandeelhouderswisseling. Het resultaat in dat jaar wordt gesplitst in periode 1 (periode vóór aandeelhouderwisseling) en periode 2 (periode na aandeelhouderswisseling). Hiermee heeft de wetgever de binnensjaarse resultaatsaldering tegen willen gaan. Gezien doel en strekking van art. 20a Wet Vpb is deze winstsplitsing op zijn plaats. Art. 20a Wet Vpb is uitgebreid en gedetailleerd beschreven. Alle vormen van eventuele misbruik of regulier gebruik van het artikel, wat volgens de wetgever niet geoorloofd is, heeft de wetgever bestreden door het op te nemen in het wetsartikel. Belastingplichtige krijgt te maken met het antimisbruik-artikel indien geconstateerd is dat het uiteindelijk belang in belastingplichtige in belangrijke mate is gewijzigd. Daarna wordt gekeken naar de aard en inkrimping van activiteiten. Hierdoor vind ik de stelling dat art. 20a Wet Vpb de subjectgebondenheid van de verliesverrekening doorbreekt, omdat er niet naar het belaste lichaam wordt gekeken, maar juist naar de achterliggende aandeelhouders, erg voorbarig. Om ingang te krijgen tot art. 20a Wet Vpb wordt er inderdaad naar de achterliggende aandeelhouders gekeken. Echter, door de uitzonderingen en voorwaarden in het vervolg van het artikel wordt er juist gekeken naar de activiteiten van het lichaam (het subject). Dus er wordt naar het belaste lichaam gekeken om te beoordelen of de verliesverrekeningsbeperking van toepassing is. 44 Met toekomstige winsten wordt bedoeld, de winsten die de nieuwe aandeelhouder realiseert. 21

23 Hoofdstuk 3 De behandeling van latente verliezen en latente winsten onder art. 20a Wet Vpb 3.1 Inleiding Al vanaf de invoering van art. 20 lid 5 Wet Vpb (oud) bestaat de discussie hoe moet worden omgegaan met latente verliezen, latente winsten en stille en fiscale reserves die reeds aanwezig zijn aan het begin van het boekjaar waarin de belangrijke aandeelhouderwijziging plaatsvindt. Oftewel, vallen de latente verliezen en latente winsten onder de reikwijdte van art. 20a Wet Vpb? Voorbeelden van latente verliezen of latente winsten die (dus) later tot uitdrukking kunnen komen zijn: 1. Een oninbare debiteurenvordering wordt gewaardeerd op nominale waarde totdat de curator van de debiteur meldt dat de vordering oninbaar is. 2. Van een geleden verlies wordt verondersteld dat het wellicht kan worden verhaald op een andere partij (Moedermaatschappij of verzekeraar of een andere partij die aansprakelijk wordt gesteld). Gevolg: de vordering wordt voorlopig als actief opgenomen, waardoor verlies niet zichtbaar is in de fiscale cijfers. 3. Een (buitenlandse) dochtermaatschappij moet worden geliquideerd waardoor een liquidatieverlies bij de moedermaatschappij ontstaat. Een liquidatie eist ontbinding en vereffening. Het verlies mag worden genomen als de liquidatie formeel is voltooid. Dat laatste is vaak door middel van een brief van de vereffenaar. Zolang die brief er niet is, is het verlies nog niet aan de orde. Als de liquidatie pas later formeel wordt voltooid, is het mogelijk dat het liquidatieverlies pas bij de nieuwe aandeelhouder plaatsvindt. 4. De vorige aandeelhouder exploiteerde de activiteiten in een lichaam door middel van een machine. Op deze machine zit een aanzienlijke positieve stille reserve. Nadat een nieuwe aandeelhouder alle aandelen heeft overgenomen heeft hij ook de oude activiteiten gestaakt en gestart met nieuwe activiteiten. Voor deze nieuwe activiteiten is deze machine overbodig geworden. Hierdoor is deze machine na een verloop van tijd met een aanzienlijke boekwinst verkocht. Bovenstaande voorbeelden worden gebruikt in de fiscale adviespraktijk, omdat de adviseurs kunnen plannen op welk moment het verlies daadwerkelijk genomen wordt in het jaarresultaat. In dit hoofdstuk worden de latente winsten en verliezen besproken met betrekking tot art. 20a Wet Vpb. Eerst wordt gesproken over de behandeling van deze latente resultaten onder de werking van het (oude) art. 20 lid 5 Wet Vpb. Per 1 januari 2001 heeft art. 20a Wet Vpb het (oude) art. 20 lid 5 Wet Vpb vervangen. In hoeverre zijn de behandeling van latente winsten en/of latente verliezen gecodificeerd in de wet door het twaalfde lid van het nieuwe artikel? Vervolgens zijn per 1 januari 2011 de nieuwe regels omtrent art. 20a Wet Vpb in werking getreden (zie paragraaf 2.9). Heeft deze winstsplitsing consequenties voor de behandeling van latente winsten en latente verliezen onder de werking van dit artikel? 22

Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening. Toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening. Toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 FI Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening. Toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 6 mei 2008/nr. CPP2008/984M Belastingdienst/Centrum voor procesen productontwikkeling,

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening, toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening, toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening, toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 25 februari 2015, nr. BLKB2015/211

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6463 11 maart 2015 Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening, toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening. Toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting

Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening. Toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening. Toepassing van artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1 Vennootschapsbelasting. Verliesverrekening. Toepassing van artikel 20a van de Wet op

Nadere informatie

Handel in verlieslichamen

Handel in verlieslichamen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Faculteit der Economische Wetenschappen Bachelorscriptie Handel in verlieslichamen Annelien Dessauvagie Studentnummer 294676 Begeleider: drs M. Nieuweboer

Nadere informatie

Documentnummer. Documentdatum. Auteur Mr. drs. D.R. Post NOOT * Titel Ruim baan voor de handel in verlies-bv's! Tekst 1. Inleiding

Documentnummer. Documentdatum. Auteur Mr. drs. D.R. Post NOOT * Titel Ruim baan voor de handel in verlies-bv's! Tekst 1. Inleiding Page 1 of 9 WFR 2011/312 - Documentnummer - Documentdatum - Auteur - Titel - Tekst - Documentnummer WFR 2011/312 Documentdatum 10-03-2011 Auteur Mr. drs. D.R. Post NOOT * Titel Ruim baan voor de handel

Nadere informatie

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34646 21 juni 2019 Vennootschapsbelasting. Aanpassing van de beleidsbesluiten voor bedrijfsfusie, juridische splitsing

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening.

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening. Fiscale eenheid 4 juni 2018 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Entreeproblematiek Verlies verrekening Entreeproblematiek Verlies verrekening Voordelen Resultatensaldering Interne rechtsverhoudingen onzichtbaar

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 54139 11 oktober 2018 Vennootschapsbelasting. Subjectieve vrijstelling voor stichtingen en verenigingen (artikel 6 van

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 89c 27 209 Wijziging van enkele belastingwetten c.a. in verband met de tweede tranche van het ondernemerspakket 2001 (Wet ondernemerspakket

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 6 F E B 2013 Kenmerk: DGB 2013-384 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00280) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00501, X inzake

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 13l en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Nadere informatie

Reorganiseren in zwaar weer. Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young

Reorganiseren in zwaar weer. Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young Reorganiseren in zwaar weer Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young overzicht Afwaarderen intercy vordering Financiële reorganisatie Verkoop dochter na reorganisatie

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 709 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en van enige andere belastingwetten in verband met de fiscale begeleiding van de

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19968 Herziening van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING Bijlage 1: Een vergelijking

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten

Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten Bachelor Thesis Fiscale Economie Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten Naam: Tonia Nelen Adres: Oerlesestraat 217 5025 DC TILBURG Telefoonnummer: 06-15186932 Studierichting: Fiscale

Nadere informatie

17 Winstbelasting binnen de fiscale eenheid

17 Winstbelasting binnen de fiscale eenheid 17 Winstbelasting binnen de fiscale eenheid Joop Witjes 17.1 Inleiding De fiscale comptabiliteit staat momenteel sterk in de belangstelling. We hoeven hierbij maar te denken aan initiatieven van het Ministerie

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk:

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk: Den Haag, 3 SFR. 20«Kenmerk: 2018-0000147519 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03132) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 8 juni 2018, nr. X Z 17/00004,

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Halfjaarverslag 2012 Mn Services Fondsenbeheer B.V.

Halfjaarverslag 2012 Mn Services Fondsenbeheer B.V. Halfjaarverslag 2012 Mn Services Fondsenbeheer B.V. Inhoud Directie en functionarissen per 30 juni 2012 3 Halfjaarverslag Balans per 30 juni 2012 4 Winst- en Verliesrekening per 30 juni 2012 5 Algemene

Nadere informatie

Bart van der Vorm HetRegister

Bart van der Vorm HetRegister Moeder-dochterfusie en zusterfusie: mooie middelen bij een herstructurering Bart van der Vorm Mr. B.L. van der Vorm FB is belastingadviseur bij ESJ Accountants & Belastingadviseurs te Breda. De civielrechtelijke

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 479 Wet van 30 november 2016, houdende wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 818 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoring van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Overgangsrecht Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Overgangsrecht Invoeringswet IB 2001 Artikel IV. Overgangsrecht vennootschapsbelasting Sanctiebepaling participatiemaatschappijen Herwaardering onroerende zaken buitenlands belastingplichtigen A. Sanctiebepaling

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Maatregelen tegen de handel in verlieslichamen

Maatregelen tegen de handel in verlieslichamen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Faculteit der Economische Wetenschappen Bachelorscriptie Maatregelen tegen de handel in verlieslichamen Is artikel 20a Wet Vpb 1969 legitiem, proportioneel en kunnen er gelet

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Post, D. R. (2012). De invloed van belangenwijzigingen op verliesverrekening

Citation for published version (APA): Post, D. R. (2012). De invloed van belangenwijzigingen op verliesverrekening UvA-DARE (Digital Academic Repository) De invloed van belangenwijzigingen op verliesverrekening Post, D.R. Link to publication Citation for published version (APA): Post, D. R. (2012). De invloed van belangenwijzigingen

Nadere informatie

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU 1 2 Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in 2013. De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU richtlijnen, met nogal dwingende instructies. De stroom

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Een rechtsvergelijkend onderzoek tussen Nederland en Duitsland in het kader van een harmonisatie van de binnenlandse verliesverrekening.

Een rechtsvergelijkend onderzoek tussen Nederland en Duitsland in het kader van een harmonisatie van de binnenlandse verliesverrekening. Een rechtsvergelijkend onderzoek tussen Nederland en Duitsland in het kader van een harmonisatie van de binnenlandse verliesverrekening. Naam: Lomme van Dam ANR: 288539 Faculteit Rechtsgeleerdheid Departement

Nadere informatie

HC11 12 maart 18 Fiscale eenheid (vervolg) Kwijtscheldingswinst Beperking van de kwijtscheldingsvrijstelling tot de winst die ook zonder FE zou zijn

HC11 12 maart 18 Fiscale eenheid (vervolg) Kwijtscheldingswinst Beperking van de kwijtscheldingsvrijstelling tot de winst die ook zonder FE zou zijn HC11 12 maart 18 Fiscale eenheid (vervolg) Kwijtscheldingswinst Beperking van de kwijtscheldingsvrijstelling tot de winst die ook zonder FE zou zijn vrijgesteld. Bv. D lijdt 1000 verlies en heeft een schuld

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Hoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543

Hoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543 Titel Bedrijfsopvolgingsvrijstelling van toepassing op de verkrijging van fictieve onroerende zaken I Nummer 49 / 2779 Belastingjaar/tijdvak 2014 Brondocumenten Beroepschrift in cassatie bij HR nr. 17/04543,

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Aanmerkelijk belang -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Aanmerkelijk belang -- Deel 2 Inkomstenbelasting AB 2 programma Verdieping aanmerkelijk belang Fictieve vervreemding, doorschuifregeling en fictief AB Bijzondere regelingen Vruchtgebruik Vervreemdingsprijs bij betaling in termijnen

Nadere informatie

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale

Nadere informatie

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1.

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1. Opgave 1 Activa Fiscale Werkelijke Passiva Fiscale Werkelijke boekwaarde waarde boekwaarde waarde Alternatief per goed Bedrijfspand 250,000 350,000 Kapitaal 337,500 667,500 getal 2 (x3) Voorraad 200,000

Nadere informatie

Met RJ-Uiting zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren.

Met RJ-Uiting zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren. RJ-Uiting 2013-1: Crisisheffing Algemeen Met RJ-Uiting 2013-1 zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting 2012-5 definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren. De bepalingen van deze RJ-Uiting

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam,

Nadere informatie

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 Jaarrekening is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 april 2014 R. Mooij Jaarverslag 2014 31 december 2014 JAARVERSLAG

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor.

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor. Uitwerking tentamenopgave 1 (totaal 50 ptn) Opgave a; relevante fiscale aspecten voor 2007 (5 ptn) Voor 2007 zijn in principe alleen de beide leningen relevant. Voor wat betreft de betaalde optiepremie

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao

Nadere informatie

Het ontwerp zal zo spoedig mogelijk na de commentaarperiode definitief worden gemaakt.

Het ontwerp zal zo spoedig mogelijk na de commentaarperiode definitief worden gemaakt. RJ-Uiting 2012-5: Ontwerp - Toepassing Richtlijn 252 / Richtlijn B10 Voorzieningen met betrekking tot de crisisheffing en wijziging Richtlijn 271.6 Personeelsbeloningen Bezoldigingen van bestuurders en

Nadere informatie

Herwaarderen van activa ter voorkoming van verliesverdamping

Herwaarderen van activa ter voorkoming van verliesverdamping ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Herwaarderen van activa ter voorkoming van verliesverdamping Is het in overeenstemming met goed koopmansgebruik

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015 Jaarverslag 2015 31 december 2015 JAARVERSLAG 2015 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2015 - Balans per 31 december 2015 3 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2015 4 - Algemene

Nadere informatie

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris

Nadere informatie

Halfjaarverslag Brand New Day Vermogensopbouw NV

Halfjaarverslag Brand New Day Vermogensopbouw NV Halfjaarverslag 2010 Brand New Day Vermogensopbouw NV Inhoud Halfjaarverslag Balans per 30 juni 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010 3 Toelichting op

Nadere informatie

Beperkt of onbeperkt?

Beperkt of onbeperkt? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Faculteit der Economische Wetenschappen Bachelorscriptie Beperkt of onbeperkt? Verliesverrekening binnen de Vennootschapsbelasting Wouter de Win Studentnummer:

Nadere informatie

pagina 1 van 7 Het verantwoorden van belangen in en resultaten uit personenvennootschappen NTFR2006-311 Belastingjaar/tijdvak Trefwoorden Wetsartikelen Auteur dr. J Doornebal vorig volgend Op 22 november

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling. Diverse onderwerpen. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling. Diverse onderwerpen. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Overdrachtsbelasting. Vrijstelling. Diverse onderwerpen Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 21 juni 2013, nr. BLKB/2013/642M. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 Bewaarbedrijf Am N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 1 Bewaarbedrijf Am N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 Inhoudsopgave Verslag van de directie 3 Jaarrekening 2005 Algemene toelichting 4 Balans per 31 december

Nadere informatie

Datum 16 april 2012 Betreft Opzet aanpassing Bvdb 2001 (voorkoming dubbele bankenbelasting) en tweede Nota van wijziging bankenbelasting

Datum 16 april 2012 Betreft Opzet aanpassing Bvdb 2001 (voorkoming dubbele bankenbelasting) en tweede Nota van wijziging bankenbelasting > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s GRAVENHAGE Directie Internationale Fiscale Zaken Korte Voorhout 7 2511 CW Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 11 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 oktober 2011

Nadere informatie

Gebruikelijkloonregeling

Gebruikelijkloonregeling Gebruikelijkloonregeling Bekijk uw situatie opnieuw Met ingang van 2015 is de gebruikelijkloonregeling voor de directeurgrootaandeelhouder (dga) veranderd. Het is aan te raden om te toetsen of u de gebruikelijkloonregeling

Nadere informatie

De verliesverrekening in het fiscale eenheidsregime

De verliesverrekening in het fiscale eenheidsregime ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie NADRUK VERBODEN De verliesverrekening in het fiscale eenheidsregime Naam: M.N. de Jong Studentnummer: 283234 Begeleider:

Nadere informatie

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding...3 Hoofdstuk 2 De deelnemingsvrijstelling van artikel 13 Wet VPB 1969...4 2.1 Wat is een deelneming?...4 2.2 Wanneer wordt de deelnemingsvrijstelling toegepast?...5

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2016 Balans per 30 juni 2016 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2016 31 december 2015 Vaste activa Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Publicatiegegevens 2008

Publicatiegegevens 2008 Publicatiegegevens 2008 Dossiernummer 34264727 Keizersgracht 410 1016 GC Amsterdam Tel: 020-531 21 21 Fax: 020-531 21 95 Inhoud Balans per 31 december 2008 3 Toelichting op de balans 4 en 5 Keijser Capital

Nadere informatie

2. Compartimentering bij sfeerovergang voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling

2. Compartimentering bij sfeerovergang voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve) Nota naar aanleiding van het verslag 1. Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een aftrekverbod voor de aankoopkosten van een deelneming

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 17 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 17 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken. Haag < 2 6 FEB 2013 Kenmerk: DGB 2013-322 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00275) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00515, ^ 2 inzake

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

H.O.G. Heerlen Onroerend Goed BV. Jaarrekening 2010

H.O.G. Heerlen Onroerend Goed BV. Jaarrekening 2010 H.O.G. Heerlen Onroerend Goed BV Jaarrekening 2010 Inhoudsopgave pagina Directieverslag 3 Jaarrekening 1. Ten geleide 4 2. Grondslagen van waardering van activa en passiva en van bepaling van het resultaat

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)

Nadere informatie

JAARREKENING 2014. thuis VASTGOED BV

JAARREKENING 2014. thuis VASTGOED BV JAARREKENING 2014 thuis VASTGOED BV Inhoudsopgave 1. DOELSTELLING 5 2. BALANS PER 31 DECEMBER 2014 6 3. WINST- EN VERLIESREKENING 2014 8 4. WAARDERINGSGRONDSLAGEN 9 5. TOELICHTING OP DE BALANS 10 6. TOELICHTING

Nadere informatie

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 2 De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 201 a Jaarrekening die het bestuur van een NV en een BV wettelijk verplicht is op te stellen en te overleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders.

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve) TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Deel 1 Merkeuzevragen

Deel 1 Merkeuzevragen Versie: 30 okt 2010 Wijzigingen: Lay-out Oefententamen BLR4.1 Deel 1 Merkeuzevragen Inkomstenbelasting Vraag 1 Welke stelling is juist? a. De geruisloze omzetting in een BV is een soepele bedrijfsopvolgingsfaciliteit,

Nadere informatie