3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk:
|
|
- Vincent van den Velde
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Den Haag, 3 SFR. 20«Kenmerk: Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03132) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 8 juni 2018, nr. X Z 17/00004, inzake^hhbl9te4flhlbetreffende de beschikking aansprakelijkstelling voor de over het jaar 2009 door^^bflmft International holding B.V. verschuldigde vennootschapsbelasting. AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Naar aanleiding van uw brief van 23 juli 2018 heb ik de eer het volgende op te merken. Als middel van cassatie draag ik voor: Schending van het Nederlands recht, met name van artikel 40, zesde lid, van de invorderingswet 1990 (hierna: IW) en/of artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht, doordat het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende zich kan disculperen voor zijn uit het eerste lid volgende aansprakelijkheid, zulks ten onrechte dan wel op gronden die de beslissing niet kunnen dragen omdat: a. het Hof zelf vaststelt dat belanghebbende door niet reguliere dividenduitkeringen er voor heeft gezorgd dat het vermogen van de vennootschap buiten de normale bedrijfsuitoefening om is afgenomen, waardoor de verschuldigde vennootschapsbelasting niet meer kon worden. betaald; b. het Hof ten onrechte de mogelijkheid tot disculpatie biedt in een geval waarin reeds vaststaat dat belanghebbende voorafgaand aan de verkoop van de vennootschap het vermogen van die vennootschap heeft verminderd (door dividenduitkeringen aan hem zelf); c. het oordeel van het Hof afwijkt van de oordelen van andere hoven in vergelijkbare zaken, die bij de Hoge Raad in stand zijn gebleven. Pagina 1
2 Onderdeel a Het oordeel in r.o dat belanghebbende zich kan disculperen op de voet van artikel 40. zesde lid, IW is onbegrijpelijk dan wel onvoldoende gemotiveerd gezien de door het Gerechtshof vastgestelde feiten en omstandigheden van het geval. In r.o. 4.7 oordeelt het Gerechtshof dat er ten tijde van de aandelenoverdracht zelfs vanuit de commerciële overnamebalans gezien onvoldoende vermogen aanwezig is om de vennootschapsbelastingclaim ter zake van de herinvesteringsreserve te dekken. Dat het vermogen van de vennootschap daartoe onvoldoende is, oordeelt het Gerechtshof in r.o. 4.5, is het gevolg van niet reguliere dividenduitkeringen. In casu werd het laatste dividend zes dagen voor de aandelenoverdracht op 8 april 2009 aan belanghebbende uitgekeerd. De dividenduitkeringen aan belanghebbende voorafgaande aan de aandelenoverdracht hadden een dusdanige omvang dat de vennootschap niet langer aan haar verplichting tot betaling van vennootschapsbelasting kan voldoen. Het Gerechtshof wees in dit verband op de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 6 juli 2016, nummer 15/00370, welke uitspraak door Uw Raad onder verwijzing naar artikel 81 RO is bevestigd bij het arrest van 1 december 2017, nummer 16/04140, ËCLI:NL:HR:2017:3042. Uit bovenstaande volgt dat het Gerechtshof heeft vastgesteld dat als gevolg van bovenmatige dividenduitkeringen aan belanghebbende het vermogen van de vennootschap verminderd is buiten dé normale bedrijfsvoering met als gevolg dat ten tijde van de aandelenoverdracht er onvoldoende vermogen was om de dan verschuldigde vennootschapsbelasting te kunnen betalen. Dat het Gerechtshof dan in r.o tot het oordeel kan komen dat belanghebbende zich op grond van artikel 40, zesde lid, IW kan disculperen, is onbegrijpelijk en innerlijk tegenstrijdig. Het Gerechtshof had immers vastgesteld dat de bovenmatige dividenden aan belanghebbende de oorzaak waren dat de vennootschap over onvoldoende vermogen beschikt om aan haar vennootschapsbelastingverplichtingen te kunnen voldoen. De vaststelling in r.o door het Gerechtshof dat belanghebbende voldoende vermogen in de vennootschap had achtergelaten om de vennootschapsbelasting, te voldoen over de periode 31 december 2008 tot
3 8 april 2009 staat haaks op de vaststelling in r.o. 4.7 waarin geoordeeld wordt dat er onvoldoende vermogen was om de vennootschapsbelasting ter zake van de herinvesteringsreserve te voldoen. Op grond van artikel 12a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 dient de in 2008 gevormde herinvesteringsreserve ( ) direct voorafgaande aan de aandelenoverdracht op 8 april 2009 aan de winst te worden toegevoegd en is daarover vennootschapsbelasting ( ) verschuldigd. In dit verband is van belang dat het vermogen van de vennootschap ten tijde van de aandelenoverdracht volgens de Ontvanger (maximaal) bedroeg (zie ook onderdeel c van het cassatiemiddel) en dus ten enenmale onvoldoende om de ten tijde van de aandelenoverdracht verschuldigde vennootschapsbelasting ad te kunnen voldoen. Ook indien het bij de notaris gestorte bedrag ad als kasgeld van de vennootschap wordt beschouwd (hetgeen mijns inziens niet het geval is), is het vermogen van de vennootschap ten tijde van de aandelenoverdracht nog steeds onvoldoende om de verschuldigde vennootschapsbelasting ad te kunnen voldoen. De opvatting van het Hof dat de aansprakelijkheid beperkt zou zijn tot de belasting over het rendement op de liquide middelen in de periode van 31 december 2008 tot en mét 8 april 2009 is niet in overeenstemming met de in artikel 40, eerste lid, IW genoemde ruimere referentieperiode. Het oordeel in r.o dat door belanghebbende ruim voldoende vermogen was achtergelaten in de vennootschap om de van 31 december 2008 tot 8 april 2009 verschuldigde vennootschapsbelasting te voldoen, en belanghebbende is geslaagd in het leveren van het bewijs als bedoeld in artikel 40, zesde lid, IW is dan ook onbegrijpelijk c.q. onvoldoende gemotiveerd. Ook overigens is r.o onbegrijpelijk. Wat het Hof bedoelt met geschatte opbrengst van de liquide middelen over de periode 31 december 2008 tot 8 april 2009 en de verschuldigde vennootschapsbelasting hierover, is mij volstrekt onduidelijk. In geding is immers de verschuldigde vennootschapsbelasting over de boekwinst. Onderdeel b In het arrest van uw Raad van 27 juni 2014, nummer 13/03045,
4 ECLI:NL:HR:2014:1525 hebt u in r.o geoordeeld dat indien ten tijde van de vervreemding van de aandelen het vermogen van de vennootschap voldoende was om de vennootschapsbelasting te betalen en het vermogen nadien buiten toedoen van belanghebbende door onzakelijke handelingen is verminderd, het in een dergelijk geval de bedoeling is van de wetgever dat belanghebbende zich kan disculperen. In de onderhavige zaak is er echter reeds ten tijde-van de aandelenoverdracht onvoldoende vermogen overgebleven om de vennootschapsbelasting te kunnen voldoen. In r.o verwerpt het Gerechtshof het standpunt van de Ontvanger, dat een belanghebbende in geval er onvoldoende vermogen in de vennootschap aanwezig is ten tijde van de aandelenoverdracht niet toegelaten wordt tot de mogelijkheid zich te disculperen. Het Gerechtshof onderbouwt dit door te wijzen naar de letterlijke wettekst van artikel 40, zesde lid, IW zoals deze luidde in 2013 en de Conclusie van de Advocaat-Generaal van 29 september 2017 in de zaken met rolnummer 17/00363 en 17/00372, ECLI:NL:PHR:2017:1015. Gezien de letterlijke wettekst van artikel 40, zesde lid, IW is het opmerkelijk te noemen dat het Gerechtshof oordeelt dat belanghebbende zich voor de gehele aansprakelijkheid kan disculperen. In r.o. 4.7 stelt het Gerechtshof immers vast dat er ten tijde van de aandelenoverdracht te weinig vermogen in de vennootschap aanwezig was om de vennootschapsbelastingclaim ter zake van de herinvesteringsreserve te voldoen. Dat betekent dat de letterlijke wettekst in feite geen ruimte geeft voor het oordeel van het Gerechtshof dat de belanghebbende zich volledig kan disculperen van aansprakelijkheid. Ik wil in dit verband opmerken dat de Ontvanger zich in deze procedure telkëns op het standpunt heeft gesteld dat het bij de notaris gestorte bedrag ad ill.657 niet aan de vennootschap toekwam, omdat nergens uit blijkt dat de vennootschap op enige wijze gerechtigd.zou zijn tot dit bedrag (zie bijvoorbeeld het 10 dagenstuk van de Ontvanger van 20 februari 2018). Zie ook onderdeel c van de toelichting op het middel.
5 Het Gerechtshof miskent hier naar mijn mening ten onrechte de spelregels die Uw Raad in het arrest van 27 juni 2014 heeft gegeven, welke immers een kader geven voor de toepassing van disculpatie op de voet van artikel 40, zesde lid, IW. Ook de verwijzing naar de Conclusie van de Advocaat-Generaal vormt op zich geen doorslaggevend argument. Het komt mij overigens voor dat het Gerechtshof de Conclusie onjuist heeft geïnterpreteerd. De Advocaat- Generaal schrijft: "Het kan de Staatssecretaris worden toegegeven dat als de vervreemder na de vervreemding betrokken is geweest bij vermogensvermindering door onzakelijk handelen, het niet voor de hand ligt dat hij nog tegenbewijs kan leveren, maar het is niet uitgesloten; hij zou bijvoorbeeld aannemelijk kunnen maken dat ook na die onzakelijke handelingen waarbij hij betrokken was, er nog genoeg vermogen was." De Advocaat-Generaal doelt dus op de situatie uit uw arrest van 27 juni 2014 waar ten tijde van de aandelenoverdracht wel voldoende vermogen in de vennootschap aanwezig was voor het voldoen van vennootschapsbelasting. In de onderhavige zaak ligt dat anders. Feit is immers dat door toedoen van belanghebbende het vermogen van de vennootschap ten tijde van de aandelenoverdracht al onvoldoende was door buiten de normale bedrijfsvoering liggende handelingen (bovenmatige dividenden) voor het voldoen van de vennootschapsbelasting en dat het in dergelijke gevallen niet de bedoeling is van de wetgever dat een belanghebbende zich kan disculperen. Op zich logisch en in lijn met uw arrest van 27 juni 2014: hoe zou een belanghebbende zich ooit kunnen disculperen als het aan hemzelf te wijten is dat het vermogen van de vennootschap onvoldoende is om de vennootschapsbelasting te kunnen voldoen. De conclusie van het Gerechtshof had dan ook moeten luiden dat belanghebbende niet kan worden toegelaten tot het leveren van het bewijs dat hij niet wist, noch behoorde te beseffen dat een derde door het entameren van buiten de normale bedrijfsvoering liggende handelingen het verhaal van de Ontvanger illusoir zou maken. Belanghebbende heeft door het entameren van buiten de normale bedrijfsvoering liggende handelingen zelf het verhaal van de Ontvanger namelijk reeds illusoir gemaakt.
6 Onderdeel c De in cassatie bestreden uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch staat haaks op de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 6 juli 2016, rolnummer 15/00370, ECLI:NL:GHDHA:20i6:2013. Deze uitspraak van het Gerechtshof Den Haag heeft uw Raad onder verwijzing naar artikel 81 lid 1 RO met het arrest van 1 december 2017, rolnummer 16/04140, ECLI:NL:HR:2017:3042 bevestigd. Recentelijk heeft uw Raad op 6 juli 2018 met de rolnummers 17/00372 en 17/00363, ECLI:NL:HR:2018:1015 en 1111 de uitspraken van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 december 2016 met nummers 15/00215 en 15/00218 bevestigd. De bovengenoemde uitspraken van het Gerechtshof Den Haag en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden haalt de Ontvanger aan, omdat met uitzondering van de namen en de onderliggende cijfers hier sprake is van exact hetzelfde feitencomplex. De vennootschappen werden aan dezelfde katvanger verkocht, waarbij dezelfde fiscale constructie (afwaardering vorderingen) gehanteerd zou.worden. Ook in die kwesties was het vermogen van de vennootschappen ten tijde van de aandelenoverdracht als gevolg van bovenmatig dividend aan aandeelhouders natuurlijke personen onvoldoende om de vennootschapsbelasting te kunnen voldoen, stelden de Gerechtshoven vast. De Gerechtshoven oordeelden verder dat met betrekking tot de bedragen die bij de notaris waren gestort niet gebleken was dat die bedragen (blijvend) ten behoeve van de betrokken vennootschappen werden gehouden, dan wel onder de verplichting dat deze daarop onder bepaalde opschortende dan wel ontbindende voorwaarde op een bepaald moment recht konden doen gelden en liet die bedragen dan ook bij de berekening van het vermogen van de vennootschap geheel buiten beschouwing overeenkomstig het standpunt van de Ontvanger. Het Gerechtshof Den Haag bevestigde verder het oordeel van de Rechtbank (in diens r.o. 28) dat het onder deze omstandigheden belanghebbende niet kan baten dat hij is afgegaan op advies van derden. De conclusie van het Gerechtshof Den Haag (slot van r.o. 7.3) is dat belanghebbende in zo'n geval niet kan worden toegelaten tot de mogelijkheid
7 zich te discuiperen. Deze conclusie van het Gerechtshof Den Haag hebt u bevestigd in uw arrest van 1 december Ik wijs er op dat de Ontvanger het Gerechtshof 's-hertogenbosch in zijn 10 dagenstuk van 20 februari 2018 nadrukkelijk heeft gewezen op de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 6 juli 2016 en uw arrest van 1 december Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was van oordeel (in r.o. 4.11) dat nu de belanghebbende zijn verantwoordelijkheid en de wijze waarop belanghebbende deze verantwoordelijkheid heeft verzaakt, niet van belang is of de kennis en het handelen c.q. nalaten van de adviseurs aan belanghebbende kunnen worden toegerekend en het beroep van belanghebbende op disculpatie faalt. Uw arresten van 6 juli 2018 waarin u de uitspraken van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onder verwijzing naar artikel 81 lid 1 RO bevestigde, waren toen uiteraard nog niet bekend. Het kan in mijn opvatting niet zo zijn, dat het Gerechtshof 's-hertogenbosch in een kwestie onder (nagenoeg) dezelfde feiten en omstandigheden tot het. oordeel komt dat belanghebbende wel wordt toegelaten tot de mogelijkheid zich te discuiperen. In elk geval kan het Gerechtshof 's-hertogenbosch niet tot het oordeel komen dat belanghebbende een geslaagd beroep op disculpatie kan doen gezien de (nagenoeg dezelfde) feiten en omstandigheden van het geval. Dit zeker afgezet tegèn de door uw Raad bevestigde hiervoor genoemde uitspraken van het Gerechtshoven Den Haag en Arnhem-Leeuwarden. In uw arrest van 27 juni 2014 met nummer 13/03045 wijst uw Raad in r.o op de bedoeling van de wetgever zoals deze blijkt uit de parlementaire geschiedenis, namelijk het voorkomen dat bonafide burgers het slachtoffer van aansprakelijkheid zouden worden. Naar mijn opvatting blijkt uit de vastgestelde feiten dat belanghebbende niet de bonafide burger is waar de wetgever op doelt. Uit de stukken blijkt immers dat belanghebbende zelf de koper van aandelen ook niet heeft vertrouwd. Belanghebbende heeft immers ten behoeve van de bescherming van zijn eigen vermogen van de koper van de aandelen garantstellingen bedongen voor het geval dat belanghebbende aansprakelijk gesteld zou worden op de voet van artikel 40 IW.
8 Uit dit handelen blijkt dat belanghebbende zich wel degelijk bewust was van risico's bij deze aandelentransactie. Belanghebbende wist, dan wel behoorde te weten dat door zijn handelen de verhaalsmogelijkheden van de Ontvanger illusoir waren geworden. Op grond van het vorenstaande ben ik van oordeel dat de uitspraak van het Hof niet in stand zal kunnen blijven. DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN, namens deze, DE DIRECTEUR-GENERAAL BELASTINGDIENST, loco Pagina 8
CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936
CxS/oiaéi cas Den Haag, 22 OKT 2008 Kenmerk: DGB 2008-4936 X ^_ Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 08/03864) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juli 2008, nr.
Nadere informatieEdelachtbaar college,
Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10
Nadere informatieIn artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.
looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende
Nadere informatieA. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.
C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieHOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes)
HOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes) ARREST gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieR/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:
R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 6 juni 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
DenHaag, I Q jyl2012 Kenmerk: DGB 2012-3421 Motivering van liet beroepsctirift In cassatie (rolnummer 12/02585) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 12 april 2(312, nr. 11/3414, 11/3415 en
Nadere informatieDenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450
Qöd ^4co5 DenHaa9 '05JAN2010 Kenmerk: DGB 2009-6450 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam X van 26 november 2009, nr. 08/00445, inzake IEËli ifai«ibaélsga^aili^i
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.
Den Haag, 2 6 F E B 2013 Kenmerk: DGB 2013-384 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00280) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00501, X inzake
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december
Nadere informatie«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ «" t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014.
P: 2/7 8 JUNI 2018 Kenmerk: 2018-0000092206 ** **va ^G^^7ms^T(l,(ro,nUm'n5r 18/M91S) te8w fle A Z nr- 16/00543, inzake Mteaïl V8n 20 maart 2018, «**«
Nadere informatieAccountantskantoor de Bot B.V.
Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever
Nadere informatieDe Hoge Raad der Nederlanden,
2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieHoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543
Titel Bedrijfsopvolgingsvrijstelling van toepassing op de verkrijging van fictieve onroerende zaken I Nummer 49 / 2779 Belastingjaar/tijdvak 2014 Brondocumenten Beroepschrift in cassatie bij HR nr. 17/04543,
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:BZ5048
ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-03-2013 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 11/05644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieten deze vertegenwoordigd door en domicilie kiezende ten kantore van advocaat/belastingkimdig^ i
il-óil^/gcas Edelhoogachtbaar College, Belanghebbende: wonende te (België), ten deze vertegenwoordigd door en domicilie kiezende ten kantore van advocaat/belastingkimdig^ i heeft bij brief van 25 maart
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 17 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.
Haag < 2 6 FEB 2013 Kenmerk: DGB 2013-322 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00275) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00515, ^ 2 inzake
Nadere informatieBestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening Brondatum: 07-07-2015 Een bestuurder is aansprakelijk gesteld voor de niet afgedragen loonheffingen van een
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r nr. 24.702 12 oktober 1988 AHN Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de vennootschap onder firma X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.
Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,
Nadere informatie2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:
'"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep
Nadere informatieDe Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:72
ECLI:NL:GHAMS:2016:72 Permanente link: http://deepl Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 20-01-2016 Zaaknummer 14/01023 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2014:10956,
Nadere informatie2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te
i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 31 mei 2011 heb Ik de eer het volgende op te merken.
1 Cccs DenHaag, «7 jul 2011 Kenmerk: DGB 2011-3436 Motivering van liet beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/02494) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 15 april 2011, nr. 10/00133,
Nadere informatieVindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak
ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieNLF 2018/2225 Onbegrijpelijk oordeel over omkering en verzwaring bewijslast HR, 5 oktober 2018, 17/00374, ECLI:NL:HR:2018:1839
Kijk op NLFiscaal voor online versie NLF 2018/2225 Onbegrijpelijk oordeel over omkering en verzwaring bewijslast HR, 5 oktober 2018, 17/00374, ECLI:NL:HR:2018:1839 SAMENVATTING De activiteiten van A (bv)
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2016:5823
ECLI:NL:RBZWB:2016:5823 Instantie Datum uitspraak 20-09-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer BRE - 15 _ 7455 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BM1206
ECLI:NL:HR:2010:BM1206 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 08/03539 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BM1206
Nadere informatieHET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, Derde Meervoudige Belastingkamer;
Belastingkamer: Nummer: 883/79 HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, Derde Meervoudige Belastingkamer; Gezien het beroepschrift van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. voorheen de vennootschap
Nadere informatieEen onderzoek naar de beslissing op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling.
Rapport Een onderzoek naar de beslissing op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de directeur Belastingen
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,
Nadere informatieHoge Raad der N ederlanden
Hoge Raad der N ederlanden derde kamer Nr. 35.363 19 april 2000 BB ARREST gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.
Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden, Edelhoogachtbaar College,
Hoge Raad der Nederlanden, Edelhoogachtbaar College, Hierna zet ik namens en ten behoeve van mijn cliënt, wonende aan de WÉH^M^^^^ te te mijnen kantore, hierna te noemen: "belanghebbende", die te dezer
Nadere informatieBESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *
WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2012:BX8537
ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-08-2012 Datum publicatie 27-09-2012 Zaaknummer 200.095.034 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 Instantie Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 11-00672 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieHoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl
ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 98/4659
ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-12-1999 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 98/4659 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieFeiten. Standpunt inspecteur
Forse stijging van de pensioengrondslag in zicht van pensioeningangsdatum maakt pensioenregeling niet onzuiver! Pensioenpremie niet ingehouden op het loon toch aftrekbaar! Het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatie^ 2, 09/00344, inzake WIÊÊIÊÊÊÊÊ te mm^^iêê betreffende de aan hem opgelegde
DenHaag, 2 9 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1010 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/00701) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 december 2010, nr. ^ 2, 09/00344,
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de algemeen directeur Belastingen van de Belastingdienst. Publicatiedatum: 11 februari 2015
Rapport Rapport over een klacht over de algemeen directeur Belastingen van de Belastingdienst. Publicatiedatum: 11 februari 2015 Rapportnummer: 2015/019 Wat is de klacht? De klacht is gericht tegen de
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur).
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummers 13/01158 en 13/01159 uitspraakdatum: 24 februari 2015 nummer / Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
Nadere informatieD E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N,
21 October 1959. F. No. 14043. D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, Gezien het beroepschrift in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-hertogenbosch van 6 Maart 1959
Nadere informatieAAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Naar aanleiding van uw briefvan 11 april 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.
Den Haag, 2 2 MEI 2013 Kenmerk: DGB 2013-2033 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/01640) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 8 februari 2013, nrs. 11/00933 en 11/00934,
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2006:AZ6240
ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ6240 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-12-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer AWB 06/854 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieRapport. Afwijzing kwijtscheldingsverzoek. Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223
Rapport Afwijzing kwijtscheldingsverzoek Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223 2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat de directeur van de Belastingdienst op 16 juni 2014 haar beroep tegen de
Nadere informatieUitspraak als bedoeld in afdeling van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
ECLI:NL:RBSGR:2007:BC9630 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 01-11-2007 Datum publicatie 16-04-2008 Zaaknummer AWB 06/8273 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:GHSGR:2010:BL5705, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieLJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie
LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak Datum uitspraak: 10-10-2008 Datum publicatie: 10-10-2008 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Verkoop van (gebruikte) goederen
Nadere informatieUitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:647
ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ3234, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Stamrechtovereenkomst tussen oprichter en BV i.o. is mogelijk, mits binnen redelijke termijn BV tot stand komt en overeenkomst bekrachtigd. Gehele aanspraak belast omdat stamrechtovereenkomst gedeeltelijk
Nadere informatieToelichting op het middel. Den Haag, 30 OKT Kenmerk: DGB
Den Haag, 30 OKT 2013 Kenmerk: DGB 2013-5372 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage y van 24 september 2013, nr. 12/00808, inzakeflhhhhhhfflffii te "Z betreffende
Nadere informatieRapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.
Rapport Een onderzoek naar de beslissing van de directeur Belastingen van de Belastingdienst op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2011:BX1337
ECLI:NL:RBBRE:2011:BX1337 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 22-07-2011 Datum publicatie 13-07-2012 Zaaknummer 10/2873 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieRapport. Belastingdienst wijst verzoek om ambtshalve vermindering af. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klachten gegrond.
Rapport Belastingdienst wijst verzoek om ambtshalve vermindering af. Op basis van het onderzoek vindt de klachten gegrond. Datum: 12 januari 2015 Rapportnummer: 2015/007 2 SAMENVATTING Verzoekster, een
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:BX9444
ECLI:NL:HR:2013:BX9444 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-04-2013 Datum publicatie 12-04-2013 Zaaknummer 12/01372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Cassatie Omzetbelasting.
Nadere informatieRapport. Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Rivierenland. Datum: 26 september Rapportnummer: 2011/280
Rapport Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Rivierenland. Datum: 26 september 2011 Rapportnummer: 2011/280 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland ondanks de uitspraak
Nadere informatieOp 27 november 2013 hebben wij, namens en als gemachtigde van fbgab&bbbffl^^j^^
Edelhoogachtbaar College, Op 27 november 2013 hebben wij, namens en als gemachtigde van fbgab&bbbffl^^j^^ schriftelijke instemming van het Ministerie van Financiën, beroep in cassatie aangetekend tegen
Nadere informatieHof van Cassatie van België
30 NOVEMBER 2006 F.05.0066.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0066.F 1. G. R. en 2. V. G., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, Minister van Financiën,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:8884
ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieBewijslastverdeling bij gestelde uitputting
Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieHOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen
HOGE RAAD nr. 31/695 ARREST gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 13 oktober 1995 betreffende de haar voor het jaar 1986 opgelegde
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2205, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:164, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
ECLI:NL:HR:2016:2036 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2016 Datum publicatie 09-09-2016 Zaaknummer 15/00707 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2205,
Nadere informatieLJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak
LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak Datum uitspraak: 06-07-2007 Datum publicatie: 06-07-2007 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Eiseres
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.
ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatieHof van Cassatie van België
6 MEI 2011 F.10.0050.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0050.N W. H., eiser, met als raadsman mr. Michel Maus, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8000 Brugge, Leopold II-laan
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2015:999, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:1327, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
ECLI:NL:HR:2015:3425 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-12-2015 Datum publicatie 11-12-2015 Zaaknummer 14/02510 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:999,
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1563
ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00505
Nadere informatie1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieNu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.
Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233
Nadere informatieDe Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
4 oktober 2013 nr. 11/03207 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 juni 2011, nr. P10/00221, betreffende
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:6801
pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5684 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatie(f&ks CQ3 Belanghebbende heeft in beroep voor het Gerechtshof te Leeuwarden de door de Inspecteur van de p Belastinadienst/fjMfflmwny^ aanslag Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen 1999 ten bedrage
Nadere informatieXXXX. Geachte heer XXXX,
Retouradres: Postbus 93122, 2509 AC Den Haag XXXX Geachte heer XXXX, Pagina 1/5 U heeft ons geschreven over de beslissing van de Belastingdienst op het namens de heren XXXX en XXXX (hierna: uw cliënten)
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:1535
ECLI:NL:GHARL:2016:1535 Instantie Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 15/00020 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieSamenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2012-23 d.d. 27 november 2012 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs, mr. F.P. Peijster en mr. J.B. Fleers, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
Nadere informatieSpoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting
Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale
Nadere informatieVerdrag Nederland-Singapore; uitleg van de uitdrukking geleid en bestuurd (1)
NLF 2018/0321 Verdrag Nederland-Singapore; uitleg van de uitdrukking geleid en bestuurd (1) HR 19 januari 2018, 16/03321, ECLI:NL:HR:2018:47 Belastingtijdvak 2004 Formele relaties Rechtbank: ECLI:NL:RBDHA:2014:3183
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieAbnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?
Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen
Nadere informatieFiscaal Portaal Gemeenten
Procedurenummer(s) : 28813 Uitspraakdatum : 20-10-1993 Publicatiedatum : --- HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Arrest 3.1. Belanghebbende heeft op haar grondgebied een aantal havens. Binnen de grenzen van de stedelijke
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 10/06/2014
Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart
Nadere informatieDienen showroommodellen tot stoffering in de zin van art. 22 lid 3 Invorderingswet 1990?
Dienen showroommodellen tot stoffering in de zin van art. 22 lid 3 Invorderingswet 1990? HR 9 december 2011, LJN BT2700 (ING/Quint q.q.) M r. D. D. N i j k a m p * 1 Inleiding Na wisselende uitkomsten
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 11 februari 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.
Den Haag, 2 5 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-869 Motivering van liet beroepschrift in cassatie (rolnummerfll/0066jj( tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 30 december 2010, nr. 09/00514,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieDirectoraat-generaal Belastingdienst, Belastingdienst/Caribisch Nederland. Besluit van 19 december 2010, nr. DGB2010/8059M, Staatscourant 2010, 21197
Besluit Wet op de inkomstenbelasting BES. Directoraat-generaal Belastingdienst, Belastingdienst/Caribisch Nederland Besluit van 19 december 2010, nr. DGB2010/8059M, Staatscourant 2010, 21197 De staatssecretaris
Nadere informatiemr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten
mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding
Nadere informatieGERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987
GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te
Nadere informatiede voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/06/2013
Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof
Nadere informatieHof van Cassatie van België
4 MAART 2010 C.08.0324.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0324.N ALGEMENE ONDERNEMINGEN AERTS, naamloze vennootschap, met zetel te 2500 Lier, Paaiestraat 9, eiseres, vertegenwoordigd door
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,
Nadere informatie