Naar aanleiding van uw brief van 11 februari 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.
|
|
- Johannes Hendrickx
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Den Haag, 2 5 MRT 2011 Kenmerk: DGB Motivering van liet beroepschrift in cassatie (rolnummerfll/0066jj( tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 30 december 2010, nr. 09/00514, Inzake tiiiiiii8ii plte^m^ i betreffende de beschikking verklaring arbeidsrelatie voor het jaar AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Naar aanleiding van uw brief van 11 februari 2011 heb ik de eer het volgende op te merken. Als middel van cassatie draag lk voor: Schending van het Nederiands recht, met name van de artikelen en van de Wet Inkomstenbelasting 2001, doordat het Hof heeft geoordeeld dat: 1) de door de Inspecteur afgegeven verklaring arbeidsrelatie moet worden vernietigd omdat de Inspecteur een verklaring als bedoeld in artikel (VAR-loon) heeft gegeven, terwijl belanghebbende had verzocht om een verklaring als bedoeld in artikel (VAR-dga); ii) de gegeven verklaring Ingevolge ariiikel niet kan worden aangemerkt als de weigering een beschikking ex artikel te geven; en iil)^de-beschlkklng ex artikel niet door de rechter kan worden gewijzigd In een beschikking ex artikel 3.157, zulks evenwel in verband met het hierna volgende ten onrechte dan wel op gronden die de beslissing niet kunnen dragen. fsissn Belanghebbende Is tandarts. Hij oefent zijn beroep uit door middel van de te ^ ^^ll^^aevestiqde vennootschap hm^rié^^j^h^bv. Op 15 november 2007 heeft belanghebbende bij de Inspecteur voor het jaar 2008 een aanvraag ingediend voor de afgifte van een verklaring arbeidsrelatie (hierna: VAR). Op het aanvraagformulier ("Aanvraag Verklaring arbeidsrelatie") heeft belanghebbende bij onderdeel 2a ("Omschrijf de soort werkzaamheden waarvoor u Pagina 1
2 de Verklaring arbeidsrelatie aanvraagt (VAR-werkzaamheden)"), opgenomen: "Tandheelkundige diensten". Bij de ln onderdeel 2c opgenomen vraag: "Hoe beoordeelt u zelf de inkomsten uit de VAR-werkzaamheden in het jaar waarvoor u de verklaring aanvraagt?" heeft belanghebbende het antwoord aangekruist: "Als inkomsten uit werkzaamheden die ik als directeur-grootaandeelhouder verricht voor rekening en risico van mijn besloten vennootschap". De Inspecteur heeft met dagtekening 3 december 2007 op de door belanghebbende ingediende aanvraag een voor bezwaar vatbare beschikking afgegeven (hiema: de beschikking). De Inspecteur heeft in de beschikking overwogen: "Op 16 november 2007 heeft de Belastingdienst uw aanvraagformulier voor een Verklaring arbeidsrelatie ontvangen. Hiermee verzoekt u zekerheid over de vraag hoe de voordelen die u geniet of zult gaan genieten uit een arbeidsrelatie voor de heffing van Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen worden aangemerkt. Uw verzoek betreft werkzaamheden die door u worden omschreven als: tandheelkundige diensten. Hieronder treft u de door u gevraagde verklaring aan. Verklaring Op basis van de feiten en omstandigheden die u op het aanvraagformulier heeft ingevuld, worden op grond van artikel 3:156 Wet Inkomstenbelasting 2001 de voordelen die u geniet of zult gaan genieten uit genoemde werkzaamheden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking." Geschil Het geschil betreft de vraag of de Inspecteur terecht een beschikking VAR-loon heeft afgegeven. Toeli«;htfnq op h^t middel Artikelen en WetlB 2001 De mogelijkheid om een VAR aan te vragen is met ingang van 2001 ingevoerd om belastingplichtigen en hun opdrachtgevers zekerheid te verschaffen omtrent de vraag hoe de arbeidsrelatie moet worden gekwalificeerd - met name of de Pagina 2
3 arbeidsrelatie al dan niet een dienstbetrekking is - en daarnnee over de rechtsgevolgen van die arbeidsrelatie. Zulks is van belang met betrekking tot zowel de belastingheffing ais (met ingang van 2002) de toepassing van de werknemersverzekeringen. Oorspronkelijk kende afdeling 3.15 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) slechts één artikel, te weten artikel Het eerste lid van artikel WetlB 2001 luidt: "De belastingplichtige die zekerheid wenst omtrent de vraag of de voordelen die hij in een kalenderjaar geniet of zal gaan genieten uit een arbeidsrelatie of uit arbeidsrelaties waarin sprake is van hetzelfde soort van werkzaamheden die onder overeenkomstige condities worden verricht, worden aangemerkt als winst uit een onderneming, als loon of als resultaat uit overige werkzaamheden, kan een verzoek indienen bij de Inspecteur. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking." Aan afdeling 3.15 is met Ingang van 1 januari 2002 artikel toegevoegd. Dit artikel Is Ingevoegd als gevolg van het amendement Wilders c.s., nr. 23, dat is ingediend tijdens de behandeling van wetsvoorstel , dat heeft geleid tot de Wet van 20 december 2001, Stb. 2001, 695, tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de invoering van een zelfstandigheidsverklaring en de uitsluiting van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen van de verzekering voor de werknemersverzekeringen. Artikel luidt: "1. De belastingplichtige met een aanmerkelijk belang als bedoeld ln hoofdstuk 4, die zekerheid wenst omtrent de vraag of werkzaamheden die voortvloeien uit een arbeidsrelatie of arbeidsrelaties waarin sprake Is van hetzelfde soort van werkzaamheden die onder overeenkomstige condities worden verricht, worden aangemerkt als werkzaamheden uitsluitend verricht voor rekening en risico van de onderneming van de vennootschap waarin hij het aannrterkelijk belang heeft, kan een verzoek Indienen bij de Inspecteur. De Inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking, 2. Artikel 3.156, tweede tot en met zesde lid, Is van overeenkomstige toepassing.' Het amendement Wilders c.s. Is als volgt toegelicht: "Het Is gewenst de dga's als het gaat om de zelfstandigheidsverklaring gelijk te behandelen als de ZZP-ers. Dit amendement beoogt dan ook de dga in aanmerking Pagina 3
4 te laten komen voor beschikkingen die, voor wat betreft de arbeidsrelatie tussen de dga en de opdrachtgever aan de vennootschap, dezelfde rechtsgevolgen hebben als de beschikkingen aan ZZP-ers. De Indieners van het amendement zijn van mening dat het recht van de dga op duidelijkheid in het kader van zijn fiscale positie en sociale verzekeringspositie een wettelijke grondslag moet hebben. Vandaar de voorgestelde artikelen van de Wet inkomstenbelasting 2001 en 4, vijfde lid, onderdeel b, en 6a van de Werkloosheidswet, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en Ziektewet. Het nieuwe artikel van de Wet inkomstenbelasting 2001 opent de mogelijkheid voor de belastingplichtige de inspecteur (vooraf) te vragen uitspraak te doen omtrent de kwallncatie van de aard van een arbeidsrelatie, welke hij is aangegaan of zal aangaan. Ingeval de inspecteur oordeelt dat geen sprake Is van werkzaamheden die voor rekening en risico komen van de ondememing van de vennootschap waarvan de belastingplichtige aanrrierkelijk belanghouder Is, dient ter zake van de arbeidsrelatie tussen de aanmerkelijk belanghouder en de opdrachtgever loonbelasting te worden ingehouden. Ingeval de inspecteur oordeelt, dat er wel sprake is van werkzaamheden die voor rekening en risico komen van de onderneming van de vennootschap waarvan de belastingplichtige aanmerkelijk belanghouder is, komt de inhouding van loonbelasting niet In beeld. Op deze wijze krijgt men derhalve vooraf zekerheid of al dan niet loonbelasting moet worden ingehouden. Bij de beoordeling van deze werkzaamheden komt het geheel aan feiten en omstandigheden aan de orde. De inspecteur beoordeelt die feiten en omstandigheden aan de hand van de ondememerscriteria. Indien aan de hand van die criteria blijkt dat de vennootschap het risico draagt voor de weritzaamheden die de aanmerkelijk belanghouder verricht, dan kan de inspecteur de beschikking afgeven zoals hierboven beschreven. Deze kwalificatie leidt ertoe dat voor de heffing van loonbelasting geen sprake is van een dienstbetrekking tussen de aanmerkelijk belanghouder en de opdrachtgever. (...) Hiermee wordt meer zekerheid over de aard van de arbeidsrelatie geboden aan de opdrachtgevers van vennootschappen, waarbij de dga de opgedragen werkzaamheden In persoon verricht, de zogenaamde 'management-bv's'.* Toelichting amendement-wilders c.s. Kamerstukken II 2001/02, , nr. 23, blz In de memorie van antwoord is nog het volgende opgemerkt over het amendement: "Blj amendement van de leden van de Tweede Kamer Wilders c.s. is In dit wetsvoorstel ook voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA) een mogelijkheid gecreëerd om vooraf uitsluitsel te verkrijgen over zijn positie voor de fiscale en Pagina 4
5 sociale wetgeving. Op grond van het voorgestelde artikel van de Wet IB kan de DGA bij de belastingdienst een beschikking aanvragen over de vraag of hij zijn werkzaamheden uitsluitend verricht voor rekening en risico van de vennootschap waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. Met de Introductie van deze verklaring ontstaat ook voor DGA's de mogelijkheid om vooraf duidelijkheid te verkrijgen over hun status voor de werknemersverzekeringen." Kamenstukken I 2001/02, , nr. 71b, blz. 2. Bij de behandeling van het wetsvoorstel , dat heeft geleld tot de Wet van 23 december 2004, Stb. 2004, 720, tot wijziging van de werknemersverzekeringswetten, de Coördinatiewet Sociale Verzekering, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met uitbreiding van de rechtsgevolgen van de verklaring arbeidsrelatie (Wet uitbreiding rechtsgevolgen VAR), Is het volgende opgemerkt omtrent de wettelijke regeling van de VAR (mijn cursivering): "De VAR is geregeld In de artikelen en van de Wet IB Zij biedt belastingplichtigen de mogelijkheid voorafgaand zekerheid te krijgen omtrent de aard van de voordelen uit arbeidsrelaties die dezelfde soort van werkzaamheden betreffen en die onder overeenkomstige condities worden aangegaan. De belastingplichtige kan aan de Inspecteur van de Belastingdienst een verzoek doen tot het afgeven van een VAR. Het verzoek kent een viertal uitkomsten: 1 een verklaring van de inspecteur dat de voordelen die de opdrachtnemer geniet uit arbeidsrelaties met dezelfde soort werkzaamheden en die onder overeenkomstige condities zijn aangegaan worden aangemerkt als winst uit ondememing (VAR-wuo), 2 een vericlaring van de inspecteur dat de voordelen die de opdrachtnemer geniet uit arbeidsrelaties met dezelfde soort werkzaamheden en die onder overeenkomstige condities zijn aangegaan worden aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-row), 3 een verklaring van de inspecteur dat de voortelen die de opdrachtnemer geniet uit arbeidsrelaties met dezelfde soort werkzaamheden en die onder overeenkomstige condities zijn aangegaan worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking (VARloon), of 4 Pagina 5
6 een verklaring van de inspecteur dat de werkzaamheden worden verricht voor rekening en risico van de vennootschap waarin de opdrachtnemer een aanmerkelijk belang heeft (VAR-dga).'" Kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, blz. 5. Naar mijn mening volgt uit de toelichting op het amendement Wilders c.s. dat met de invoering van artikel Wet IB 2001 is beoogd de directeurgrootaandeelhouder wat betreft de VAR hetzelfde te behandelen als ZZP'ers, en de directeur-grootaandeelhouder derhalve toegang te geven tot beschikkingen met dezelfde rechtsgevolgen als ZZP'ers. De indieners hebben artikel voorgesteld omdat zij van mening waren dat het recht van de directeur-grootaandeelhouder op duidelijkheid omtrent zijn fiscale positie en socialeverzekeringspositie een wettelijke grondslag moest hebben. Voorts volgt uit die toelichting dat indien de Inspecteur van oordeel is dat geen sprake is van werkzaamheden die voor rekening en risico komen van de onderneming van de vennootschap waarvan de belastingplichtige directeur-grootaandeelhouder is, ter zake van de arbeidsrelatie tussen de directeur-grootaandeelhouder en de opdrachtgever loonbelasting moet worden ingehouden. Een en ander brengt naar mijn mening mee dat beoogd Is de directeur-grootaandeelhouder recht te geven op een VAR-dga - als tegenhanger van de VAR-winst uit onderneming - indien hij werkzaamheden verricht voor rekening en risico van zijn vennootschap, en op een van de andere, in artikel Wet IB 2001 genoemde beschikkingen - In het algemeen een VAR-loon - Indien hij niet zodanige werkzaamheden verricht. Naar mijn mening volgt ook uit de systematiek van de artikelen en Wet IB 2001 dat in laatstgenoemd geval de Inspecteur een VAR-loon dient af te geven. Deze opvatting wordt mijns Inziens bevestigd door de hierboven geciteerde passage uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Zie in dezelfde zin het antwoord van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Financiën op vragen vanuit de Tweede Kamer over zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) in de zorg (Aanhangsel Handelingen II 2009/10, nr. 2247, blz. 1-2). ' Voetnoot in de oorspronkelijke tekst: De VAR-dga biedt zekerheid aan een belastingplichtige met een aanmerkelijk belang dat de werkzaamheden die voortvloeien uit een arbeidsrelatie, worden aangemerkt als werkzaamheden uitsluitend verricht voor rekening en risico van de onderneming waarin hij dat aanmerkelijk belang heeft. De doelgroep voor deze VAR Is ruimer dan de directeur-grootaandeelhouder (dga). In de praktijk is deze VAR vooral van belang voor de aandeelhouder als bedoeld in de Regeling aanwijzing directeurgrootaandeelhouder (Stcrt. 1997, 248). De VAR-dga heeft geen gevolg voor de arbeidsrelatie van een minderheidsaandeelhouder (niet-dga) met diens vennootschap. Pagina 6
7 Weliswaar is de VAR-dga in artikei a.ls? Wet IB 2001 geregeld (waarbij in het tweede lid ook de leden 2 tot en met 6 van artikel Wet IB 2001 van overeenkomstige toepassing zijn verklaard) en zijn de overige VAR's in artikel Wet IB 2001 opgenomen, maar daaraan heeft het Hof naar mijn mening een te vergaande gevolgtrekking verbonden. Naar moet worden aangenomen is de reden voor het opnemen van de VAR-dga in een afzonderlijk artikel dat het bij de in artikel 3.156, eerste lid, Wet IB 2001 genoemde gevallen gaat om voordelen die de betrokken belastingplichtige rechtstreeks geniet van diens opdrachtgever. Zulks in tegenstelling tot het In artikel Wet IB 2001 genoemde geval. In artikel Wet IB 2001 worden, anders dan in artikel Wet IB 2001, ook niet de door de belastingplichtige genoten voordelen gekwalificeerd maar de werkzaamheden. Beide verschillen worden veroorzaakt doordat er in hét geval van de directeur-grootaandeelhouder - anders dan In de door artikel bestreken gevallen - feitelijk twee relaties zijn: de relatie opdrachtgever-bv en de relatie BV-directeur-grootaandeelhouder. Hierdoor was de directeur-grootaandeelhouder lastig in te passen in artikel Wet IB Naar mijn mening moet het uitsluitend hieraan worden toegeschreven dat ervoor Is gekozen de wettelijke grondslag voor de VAR-dga op te nemen in een afzonderlijk artikel. Men had er evenzeer voor kunnen kiezen de VAR-dga in een afzonderlijk lid van artikel Wet IB 2001 op te nemen. Eerst uit de feiten en omstandigheden van het geval blijkt of de werkzaamheden al dan niet uitsluitend worden verricht voor rekening en risico van de onderneming van de aanmerkelijkbelangvennootschap in de zin van artikel Wet IB Indien dat niet het geval is, dan Is ook met betrekking tot de directeurgrootaandeelhouder sprake van een rechtstreekse relatie tot diens opdrachtgever, waaruit hij rechtstreeks voordelen geniet. In dat geval dient niet een artikel VAR te worden afgegeven maar een bij deze feiten en omstandigheden aansluitende artikel VAR. Het is mijns inziens dan ook in overeenstemming met de wettelijke systematiek dat met het aanvraagformulier VAR niet één van de vier verschillende VAR's kan worden aangevraagd, maar slechts een VAR als zodanig. De belastingplichtige dient alle vragen met betrekking tot de werkzaamheden waarvoor de VAR wordt aangevraagd, te beantwoorden en de Inspecteur beoordeelt vervolgens op basis van de ingevulde feiten en omstandigheden hoe de arbeidsrelatie moet worden gekwalificeerd en verstrekt de daarbij behorende VAR. Zie ook het in casu door belanghebbende ingevulde aanvraagformulier VAR (zie hierboven onder het kopje Pagina 7
8 Teiten' en de aan de hofuitspraak gehechte kopie van de aanvraag), waarin belanghebbende slechts heeft aangegeven dat hij zelf zijn werkzaamheden beoordeelt als verricht voor rekening en risico van zijn BV. In dat kader acht lk 's Hofs oordeel dat belanghebbende heeft verzocht om een verklaring als bedoeld in artikel Wet IB 2001 onbegrijpelijk. Voor zover ik heb kunnen nagaan is Hof Den Bosch het enige gerecht dat een strikt onderscheid aanbrengt tussen de in artikel Wet IB 2001 genoemde VAR's en de in artikel Wet IB 2001 genoemde VAR-dga. Bij geschillen of een VAR-loon dan wel een VAR-dga had moeten worden afgegeven, beoordelen andere rechters inhoudelijk, aan de hand van de feiten en omstandigheden van het geval, of sprake is van werkzaamheden voor rekening en risico van de aanmerkelijkbelangvennootschap of van een dienstbetrekking met de opdrachtgever. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van Rechtbank Breda in het onderhavige geval en voorts de uitspraken van Rechtbank Haarlem van 30 november 2007, nr. 06/9266, V-N 2008/42.4 (UN BC1950), en 28 oktober 2010, nr. 09/5922, UN BO2054. Voorts wijs ik nog op de uitspraak van Rechtbank Haariem van 5 juni 2007, nr. 06/5326, UN BC4402, waarin de Rechtbank oordeelt: "De stelling van eiser dat de Inspecteur gehouden Is om altijd en zonder nader onderzoek een VAR af té geven In de door de aanvrager gewenste vorm, vindt geen steun in de wet. De inspecteur heeft daarentegen de plicht en de bevoegdheid om zelfstandig te beoordelen In welke vorm de VAR moet worden afgegeven en kan derhalve, indien de overgelegde gegevens daartoe aanleiding geven, afwijken van de keuze zoals door de aanvrager gemaakt." Ten slotte merk ik op dat de functie van de VAR is om de belastingplichtige en met name diens opdrachtgever vooraf zekerheid te verschaffen en dat het mitsdien in het belang van de rechtszekerheid is dat de inspecteur een VAR afgeeft als daarom wordt verzocht, ook als die VAR niet overeenkomstig de wens van dé belastingplichtige luidt, 's Hofs oordeel dat de door de Inspecteur afgegeven VARloon dient te worden vernietigd, maar dat niet inhoudelijk mag worden beoordeeld hoe de VAR wel had moeten lulden, is dan ook in strijd met de rechtszekerheid. Mijns Inziens is de Inspecteur, noch belanghebbende hiermee gebaat. Geen weigering VAR-dga noch conversie Pagina 8
9 Indien nnijn primaire standpunt niet zou worden gevolgd, ben ik subsidiair van mening dat het oordeel van het IHof dat de door de Inspecteur afgegeven VAR-loon ingevolge artikel Wet IB 2001 "In de omstandigheden van het geval" niet kan worden aangemerkt als de weigering een beschikking ex artikel Wet IB 2001 te geven, blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting dan wel onvoldoende gemotiveerd of onbegrijpelijk Is. Alsdan moet naar mijn mening In de afgifte door de Inspecteur van een VAR-loon terwijl belanghebbende in zijn aanvraag had aangegeven zijn werkzaamheden te beoordelen als te zijn verricht voor rekening en risico van zijn BV, geacht worden tevens besloten te liggen de weigering van een VAR-dga. Geen rechtsregel stond eraan In de weg dat het Hof de VAR-loon als een weigering van een VAR-dga aanmerkte. Integendeel, naar mijn mening behoorde het Hof om redenen van proceseconomie en vanwege de rechtszekerheid zulks juist te doen. Ook 's Hofs oordeel dat de beschikking ex artikel Wet IB 2001 niet door de rechter kan worden gewijzigd in een beschikking ex artikel Wet IB 2001, acht ik onjuist. Aangezien de door de Inspecteur afgegeven VAR-loon volgens het Hof om formele redenen nietig is, Is conversie van deze beschikking in een andere, geldige beschikking in beginsel mogelijk. Zoals de Advocaat-Generaal in zijn conclusie van 30 december 2010, nr. 10/03723, UN: BP3082, heeft uiteengezet is "richtinggevend voor een bepaalde conversie hetgeen degene die de oorspronkelijke beschikking heeft genomen daarmee heeft beoogd". Weliswaar heeft de Inspecteur blijkens r.o. 3.2 van de hofuitspraak aangegeven te hebben bedoeld een beslissing op een ingevolge artikel Wet IB 2001 gedaan verzoek te nemen, doch hieraan komt mijns inziens gezien, mede gelet de hierboven uiteengezette ratio en wettelijke systematiek van de VAR, geen beslissende betekenis toe. De Inspecteur heeft Immers beoogd uitsluitsel te geven over de kwalificatie van de werkzaamheden van belanghebbende. Aangezien de Inspecteur deze beschouwde als te zijn verricht In dienstbetrekking, ligt daarin tevens besloten dat zij de volgens het Hof gevraagde VAR-dga beoogde te weigeren. Pagina 9
10 Op grond van het vorenstaande ben ik van oordeel dat de uitspraak van het Hof niet in stand zal kunnen blijven. Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN, namens deze, DE DIRECTEUR-GENERAAL BELASTINGDIENST, loco Pagina 10
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 686 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de invoering van een zelfstandigheidsverklaring
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 686 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de invoering van een zelfstandigheidsverklaring
Nadere informatiede voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,
uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 695 Wet van 20 december 2001, houdende wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband
Nadere informatieBEN IK EIGENLIJK WEL ZZP ER? Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst.
Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst. www.damd.nl Arbeidsovereenkomst en opdrachtovereenkomst Arbeid kun je op verschillende manieren verrichten: in loondienst (arbeidsovereenkomst),
Nadere informatieDe Verklaring arbeidsrelatie
De Verklaring arbeidsrelatie Zekerheid voor u en uw opdrachtgever over de inhouding en afdracht van loonheffingen Werkt u voor een opdrachtgever, bijvoorbeeld als freelancer of zelfstandige zonder personeel?
Nadere informatieA. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.
C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieHet Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage bij de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het afschaffen van de Verklaring arbeidsrelatie (Wet deregulering beoordeling
Nadere informatie2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 3
Inhoud 1 Waarom deze brochure? 2 2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 3 3 Hoe vraagt u de verklaring aan? 4 4 Wat staat er in de Verklaring arbeidsrelatie? 4 4.1 De inkomsten behoren tot
Nadere informatie2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 3
Inhoud 1 Waarom deze brochure? 2 2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 3 3 Hoe vraagt u de verklaring aan? 4 4 Wat staat er in de Verklaring arbeidsrelatie? 4 4.1 De inkomsten behoren tot
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 165 Besluit van 8 april 2016 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 en het besluit van 24 december 1986, houdende vaststelling
Nadere informatieEdelachtbaar college,
Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10
Nadere informatieUitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,
Nadere informatieDe Verklaring arbeidsrelatie
Belastingdienst De Verklaring arbeidsrelatie Zekerheid voor uw opdracht gevers over het inhouden en betalen van loonheffingen Werkt u voor opdrachtgevers, bijvoorbeeld als freelancer of zelfstandige zonder
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:BZ5048
ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-03-2013 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 11/05644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatie.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken.
Den Haag, 3 Q QKT 017 Kenmerk: 2017-0000203694 Motivering van het beroepschrift n cassatie (rolnummer 17/04516) tegen de uitspraak van het Gëraçhtehof Arnhem-Leeüwarden van 15 augustus 2017, X 2 nr* 16/01369,
Nadere informatieMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/F&W/04/44359 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de werknemersverzekeringswetten, de Coördinatiewet
Nadere informatieNotitie inzake wetsvoorstel Beschikking geen loonheffingen (BGL)
Notitie inzake wetsvoorstel Beschikking geen loonheffingen (BGL) Bestemd voor: alle ZZP ers met een VAR-WUO of een VAR-DGA Opgesteld door: André Kooijman AA en Edwin Kroon AA/RB Datum: 1 oktober 2014 Betreft:
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder.
Uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Team belastingrecht zaaknummer: SGR 13/6388 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2013 in de zaak tussen [X], wonende te [Z],
Nadere informatie1.2 Belanghebbende heeft op 24 maart 2004 bij de gemeente Zaanstad een aanvraag voor eén bouwvergunning eerste fase ingediend.'
Edelhoogachtbaar College^ Bi] brief van 16 september 2011 heeft uw College gewezen op de mogelijkheid tot het instellen van Incidenteel beroep in cassatie. Hierbij maak ik van deze mogelijkheid gebruik.
Nadere informatieDe Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
Wijziging van de werknemersverzekeringswetten, de Coördinatiewet Sociale Verzekering, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met uitbreiding van de rechtsgevolgen
Nadere informatieDe Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 10/06/2014
Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart
Nadere informatieR/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:
R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 22 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
f2./oos:)lcqs Den Haag, 3 Q MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-1131 ^ 2 Motivering van liet beroepschrift in cassatie (rolnummer 12/00801) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 28 december
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:4777
ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieHOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen
HOGE RAAD nr. 31/695 ARREST gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 13 oktober 1995 betreffende de haar voor het jaar 1986 opgelegde
Nadere informatie«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ «" t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014.
P: 2/7 8 JUNI 2018 Kenmerk: 2018-0000092206 ** **va ^G^^7ms^T(l,(ro,nUm'n5r 18/M91S) te8w fle A Z nr- 16/00543, inzake Mteaïl V8n 20 maart 2018, «**«
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:
Nadere informatieToelichting op het middel. Den Haag, 30 OKT Kenmerk: DGB
Den Haag, 30 OKT 2013 Kenmerk: DGB 2013-5372 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage y van 24 september 2013, nr. 12/00808, inzakeflhhhhhhfflffii te "Z betreffende
Nadere informatieDe Verklaring arbeidsrelatie
12345 De Verklaring arbeidsrelatie Zekerheid voor u en uw opdrachtgever over het inhouden en afdragen van loonheffingen Werkt u voor een opdrachtgever, bijvoorbeeld als freelancer of zelfstandige zonder
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 686 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de invoering van een zelfstandigheidsverklaring
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 6 juni 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
DenHaag, I Q jyl2012 Kenmerk: DGB 2012-3421 Motivering van liet beroepsctirift In cassatie (rolnummer 12/02585) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 12 april 2(312, nr. 11/3414, 11/3415 en
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 677 Wijziging van de werknemersverzekeringswetten, de Coördinatiewet Sociale Verzekering, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december
Nadere informatieDe staatssecretaris van Financiën,
Directoraat-Generaal Belastingdienst Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2550 EA Den Haag Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 18 oktober 2007 3 oktober 2007 DGB 2007-05297
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2005:AS7261 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/01325
ECLI:NL:GHAMS:2005:AS7261 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-02-2005 Datum publicatie 23-02-2005 Zaaknummer 04/01325 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieInhoud. 10326-bro-AL93 29-11-2001 09:34 Pagina 3. 1 Waarom deze brochure? 4. 2 Wie kan een verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5
10326-bro-AL93 29-11-2001 09:34 Pagina 3 Inhoud 1 Waarom deze brochure? 4 2 Wie kan een verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5 3 Hoe vraagt u de verklaring aan? 6 4 Wat staat er in de Verklaring arbeidsrelatie?
Nadere informatieIn artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.
looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00429
ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-07-2008 Datum publicatie 23-07-2008 Zaaknummer 07/00429 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieConcept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)
Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2008:BF9690
ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieVAR - Verklaring Arbeids Relatie VAR Algemeen en uitleg
VAR - Verklaring Arbeids Relatie VAR Algemeen en uitleg Werkt u voor een opdrachtgever, bijvoorbeeld als freelancer? Dan kan er onduidelijkheid zijn of uw opdrachtgever loonbelasting, loonheffingen moet
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BM1206
ECLI:NL:HR:2010:BM1206 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 08/03539 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BM1206
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2001:AB0533
ECLI:NL:CBB:2001:AB0533 Instantie Datum uitspraak 06-03-2001 Datum publicatie 04-07-2001 College van Beroep voor het bedrijfsleven Zaaknummer AWB 99/423 & 99/424 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:1498
ECLI:NL:GHDHA:2016:1498 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 18-05-2016 Datum publicatie 26-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-15/00771
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:1064
ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieVOORSTEL VAN WET. Artikel I. In de Wet inkomstenbelasting 2001 vervalt afdeling Artikel II
Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het vervangen van de Verklaring arbeidsrelatie door de Beschikking geen loonheffingen (Wet invoering Beschikking geen loonheffingen)
Nadere informatieRapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084
Rapport Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst niet de hem bekende inkomensgegevens over het jaar 2005 heeft gebruikt als basis voor het bepalen
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580
ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht
Nadere informatieInhoud. 1 Waarom deze brochure? 4. 2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5. 3 Hoe vraagt u de verklaring aan? 6
Inhoud 1 Waarom deze brochure? 4 2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5 3 Hoe vraagt u de verklaring aan? 6 4 Wat staat er in de Verklaring arbeidsrelatie? 7 4.1 De inkomsten behoren tot
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:9611
ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549
ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 09-12-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 09/00549 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044
ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 25-07-2008 Datum publicatie 05-08-2008 Zaaknummer 07/6768 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00157
ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-02-2001 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00157 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.
Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2015:2857
ECLI:NL:RBZWB:2015:2857 Instantie Datum uitspraak 08-04-2015 Datum publicatie 13-05-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 6290 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1563
ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00505
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3701
ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 02-12-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13_1439
Nadere informatieten deze vertegenwoordigd door en domicilie kiezende ten kantore van advocaat/belastingkimdig^ i
il-óil^/gcas Edelhoogachtbaar College, Belanghebbende: wonende te (België), ten deze vertegenwoordigd door en domicilie kiezende ten kantore van advocaat/belastingkimdig^ i heeft bij brief van 25 maart
Nadere informatietegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen
Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak
Nadere informatieRapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252
Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 2 Klacht Op 8 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Douane,
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1341
ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00396
Nadere informatieMemorie van toelichting. I. Algemeen
34036 Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het vervangen van de Verklaring arbeidsrelatie door de Beschikking geen loonheffingen (Wet invoering Beschikking geen
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.
Den Haag, 2 6 F E B 2013 Kenmerk: DGB 2013-384 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00280) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00501, X inzake
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:3831
ECLI:NL:RBDHA:2016:3831 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 05-04-2016 Datum publicatie 16-06-2016 Zaaknummer AWB - 16 _ 315 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatie3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk:
Den Haag, 3 SFR. 20«Kenmerk: 2018-0000147519 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03132) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 8 juni 2018, nr. X Z 17/00004,
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:1379
ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:310
pagina 1 van 6 ECLI:NL:GHAMS:2014:310 Instantie Datum uitspraak 30-01-2014 Datum publicatie 12-02-2014 Zaaknummer 12/00966 Rechtsgebieden Gerechtshof Amsterdam Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 71b 27 686 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de invoering van een
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:2681
ECLI:NL:GHARL:2014:2681 Instantie Datum uitspraak 01-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 13/00862 en 13/00863 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/00631 uitspraakdatum: 18 maart 2014 Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.
Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:72
ECLI:NL:GHAMS:2016:72 Permanente link: http://deepl Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 20-01-2016 Zaaknummer 14/01023 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2014:10956,
Nadere informatiei (Verenigd Koninkrijk) betreffende de aanslag inkomstenbelasting/premie
Den Haag, 25 OKT 2011 Kenmerk: DGB 2011-6222 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ^ z 's-hertogenbosch van 22 september 2011, nr. 10/00854, Inzake fuêêêêêêêê te i (Verenigd
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatievb_tandheelkun_dienstv_ _ pagina 1
Beoordeling overeenkomst tandheelkundige dienstverlening Ik ben van mening dat werken volgens de bijgevoegde overeenkomst voor de opdrachtgever vanaf 1 januari 2016 niet leidt tot de verplichting loonheffingen
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieCxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936
CxS/oiaéi cas Den Haag, 22 OKT 2008 Kenmerk: DGB 2008-4936 X ^_ Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 08/03864) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juli 2008, nr.
Nadere informatieUitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Uitspraak van 26 maart 2014 [X] te [Z], belanghebbende, de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond,
Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/01258 Uitspraak van 26 maart 2014 in het geding tussen: [X] te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:5327
ECLI:NL:GHARL:2017:5327 Instantie Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00521 en 16/00522 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2013:13019
ECLI:NL:RBDHA:2013:13019 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02072013 Datum publicatie 15102013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB12_9829 Belastingrecht Bodemzaak
Nadere informatie2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te
i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:5556
ECLI:NL:RBDHA:2014:5556 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 14-05-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_10120
Nadere informatieHoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl
ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op
Nadere informatieuitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
f,r'- J Wop uitspraak RECHTBAN ARNHEM Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) VM 1 o HAART 2008 inzake \f de erven van
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024
ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 16/00024 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieZaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)
Nadere informatieDenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450
Qöd ^4co5 DenHaa9 '05JAN2010 Kenmerk: DGB 2009-6450 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam X van 26 november 2009, nr. 08/00445, inzake IEËli ifai«ibaélsga^aili^i
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 677 Wijziging van de werknemersverzekeringswetten, de Coördinatiewet Sociale Verzekering, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting
Nadere informatieRapport. Datum: 14 september 2000 Rapportnummer: 2000/313
Rapport Datum: 14 september 2000 Rapportnummer: 2000/313 2 Klacht Op 4 mei 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Heiloo, ingediend door de heer S. te Egmond aan den Hoef,
Nadere informatieUitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieproces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 februari 2012 in de zaak tussen
Kwijtscheldingsvrijstelling mist toepassing nu eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de op hem rustende lijfrenteverplichting aan zijn vader niet meer voor verwezenlijking vatbaar was LJN: BV2968, Rechtbank
Nadere informatieAfkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is
Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2015:7800
ECLI:NL:RBDHA:2015:7800 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 02-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 15_57 IBPVV Belastingrecht Eerste
Nadere informatie