INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR

Transcriptie

1 HANDLEIDING INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR 0 0

2 HANDLEIDING INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR HANDLEIDING datum: Inleiding Systeemeisen Installatie en configuratie Exchange Connector Configuratie TaskCentre MS Exchange Event Agent Configuratie MS Exchange Connector 9 0 0

3 1 Inleiding De Orbis Exchange Connector is een toolpack voor BPA Platform (Voorheen Orbis TaskCentre) welke het mogelijk maakt om eenvoudig met Microsoft Exchange te kunnen communiceren. Middels deze toolpack kan data uit Exchange - zoals s, agenda afspraken en contactpersonen - worden opgehaald voor verdere verwerking binnen een BPA platform taak. Tevens biedt de Exchange Connector de mogelijkheid om data terug te schrijven naar Exchange zelf. De Exchange Connector bestaat uit twee losstaande onderdelen: De Exchange Connector Tool is een staptype dat gebruikt kan worden in een BPA Platform taak voor communicatie met Microsoft Exchange. Deze tool maakt het mogelijk om on-demand een BPA Platform taak uit te voeren welke data ophaalt uit Exchange of data wegschrijft naar Exchange. De Exchange Connector Tool werkt op basis van "Push" communicatie: De tool stuurt een aanvraag naar Microsoft Exchange welke vervolgens door Exchange verwerkt wordt. Wanneer data opgehaald wordt zal de tool deze data opvangen en verder kunnen verwerken binnen de taak. Push communicatie is ideaal om op ieder gewenst moment specifieke data op te halen of bij te werken. De Exchange Event Agent wordt gebruikt om te kunnen reageren op events binnen Microsoft Exchange. Een "event" is hierbij een gebeurtenis binnen Exchange zoals een binnenkomende binnen een mailbox of een wijziging binnen een agenda afspraak. Wanneer een event optreedt maakt Microsoft Exchange verbinding met de Exchange Event Agent en communiceert daarbij het type event dat opgetreden is en de gegevens horende bij dit event. De Exchange Event Agent registreert dit event in een eigen database welke verder verwerkt kan worden door een BPA Platform taak. De Exchange Event Agent werkt op basis van "Pull" communicatie: Vanuit Exchange wordt een melding gestuurd waarop deze tool reageert. Pull communicatie is ideaal om te reageren op veranderingen binnen Exchange: Bij pull communicatie ontvangt u bij iedere wijziging automatisch een bericht welke u verder kunt verwerken. Dit voorkomt dat u constant middels push communicatie moet controleren of er nog te verwerken wijzigingen zijn. 1

4 2 Systeemeisen Om de Exchange Connector Tool te gebruiken moet de omgeving aan onderstaande systeemeisen voldoen. Deze handleiding is geschreven voor "Exchange Connector Toolpack 4.3 (Build 499)". Refereer bij gebruik van een andere versie van deze toolpack naar de bij deze versie bijgevoegde release notes. BPA Platform / Orbis TaskCentre Onderstaande BPA Platform / Orbis TaskCentre versies worden ondersteund: Orbis TaskCentre 4.6 (Build 1944) of nieuwer. BPA Platform 2018 (Build 4031) of nieuwer. De Exchange Connector Tool wordt altijd geïnstalleerd op de omgeving waarop BPA Platform (Orbis TaskCentre) geïnstalleerd staat. De BPA Platform / TaskCentre software zelf heeft tevens eigen systeemeisen voor installatie. Refereer hiervoor naar de release notes bijgevoegd bij deze software installaties. Microsoft SQL Server (enkel bij gebruik van de Exchange Event Agent) Wanneer u de Exchange Event Agent gebruikt wordt voor deze applicatie een database aangemaakt. Onderstaande SQL server versies worden hierbij ondersteund: Microsoft SQL Server 2005 Microsoft SQL Server 2008 (Inclusief R2) Microsoft SQL Server 2012 Microsoft SQL Server 2014 Microsoft SQL Server 2016 Microsoft SQL Server 2017 Express edities van deze SQL versies worden tevens ondersteund. U dient hierbij wel rekening te houden met inherente limitaties van de toegestane database grootte. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de desbetreffende Express editie. Mocht u enkel de Exchange Connector Tool gebruiken dan hoeft u voor deze tool geen Microsoft SQL Server te hebben. Microsoft Exchange Onderstaande Microsoft Exchange versies worden ondersteund: Microsoft Exchange 2013 Microsoft Exchange 2016 Exchange Online (Office 365) Microsoft Exchange 2010 wordt niet ondersteund. 2

5 3 Installatie en configuratie Exchange Connector De laatste versie van de Exchange Connector en de bijbehorende release notes kunnen altijd van onze website gedownload worden. Download voor verder te gaan eerst het installatie pakket indien dit nog niet gedaan is. Klik hier om de Exchange Connector te downloaden. Pak na installatie het.zip bestand uit en start hierna de aanwezige "setup.exe" om het installatie proces te starten. U krijgt het volgende welkomst scherm zien: Klik op "Next" om door te gaan naar het volgende scherm. In dit scherm krijgt u de keuze welke onderdelen van de Exchange Connector men wil installeren. Zie voor een uitgebreidere beschrijving de inleiding van dit document. TaskCentre MS Exchange Event Agent: De agent die gebruikt wordt om op gebeurtenissen binnen Microsoft Exchange te kunnen reageren. MS Exchange Connector: De toolpack om binnen een BPA Platform taak data uit Exchange te kunnen halen of naar Exchange te kunnen sturen. 3

6 U kunt afhankelijk van het proces dat geautomatiseerd dient te worden kiezen voor de installatie van een of beide tools. In deze handleiding gaan we uit van installatie en configuratie van beide tools. Druk hierna op "Next" om door te gaan met de installatie. Hierna krijgt u het volgende scherm te zien: U kunt indien gewenst een eigen installatie locatie opgeven voor de tool of deze op de standaard locatie installeren. Bovenstaande scherm zal afzonderlijk getoond worden voor de TaskCentre MS Exchange Event Agent en voor de MS Exchange Connector. Mocht u beide tools installeren stel dan voor beide een installatie locatie in. Klik op "Next" om door te gaan met de installatie. U krijgt nu het volgende scherm te zien: Druk op "Install" om de Exchange Connector te installeren. 4

7 Wanneer de TaskCentre MS Exchange Event Agent geïnstalleerd wordt zal na de afronding van de installatie automatisch de configuratie van deze tool starten. U krijgt nu het volgende scherm te zien: Druk in dit scherm op "Next" om te starten met de configuratie van de Event Agent. U krijgt nu het volgende scherm te zien: De Exchange Agent schrijft event data weg in een eigen SQL database. In dit scherm geeft u aan waar deze data weggeschreven wordt: Server: De naam van de SQL instantie waar de database aangemaakt dient te worden. Username: De gebruikersnaam van de SQL Gebruiker waarmee in MSSQL ingelogd wordt om de database aan te maken. Password: Het wachtwoord van de bovenstaand ingevulde SQL gebruiker. Use Windows Authentication: Wanneer u gebruik wil maken van een Windows gebruiker voor connectie met de database server klikt u dit vinkje aan. De "Username" en "Password" velden voor SQL gebruikers worden hierbij uitgezet. 5

8 Omdat in deze stap een nieuwe database aangemaakt wordt dient de opgegeven gebruiker rechten te hebben om een nieuwe database aan te maken. De in te vullen gegevens zijn hier omgeving specifiek: vul deze correct in en druk op "Next" om naar de volgende pagina te gaan. U krijgt nu het volgende scherm te zien: De Exchange Event Agent draait als Windows Service. In dit scherm wordt het account waaronder deze Windows Service geconfigureerd: Use the default Agent service account (uses the local System account): Met deze optie wordt aangegeven dat deze service als de "Local System" account gestart dient te worden. Username: De gebruikersnaam waaronder de Windows Service moet draaien. Dit is een Windows gebruikersaccount. Password: Het wachtwoord van de Windows gebruiker die inlogt. Domain: Het domein van de Windows gebruiker die inlogt. Druk op "Next" om door te gaan naar het volgende scherm. In dit scherm wordt de Service URL van de Exchange Event Agent ingesteld. Dit is de locatie die de Exchange Event Agent gebruikt om terugkoppelingen van Microsoft Exchange te ontvangen voor gebeurtenissen binnen Microsoft Exchange. 6

9 De standaard locatie voor deze URL is Poort 8000 op de lokale server waarop de Exchange Event Agent geïnstalleerd staat. Let op: deze service URL moet bereikbaar zijn vanuit de Microsoft Exchange omgeving. Controleer dus waar nodig de systeem / firewall instellingen. Druk na het instellen van de service URL op "Next" om verder te gaan met de configuratie. In dit scherm wordt de Exchange Server ingesteld waar de Event Agent verbinding mee maakt. Username: De Windows gebruiker waarmee de verbinding gemaakt wordt. Password: Het wachtwoord van de opgegeven gebruiker Domain: Het domein van de opgegeven gebruiker. Service URL: De URL waar de Exchange Webservice draait. Polling Interval: De frequentie waarmee de agent controleert of de Exchange Webservice nog bereikbaar is. Ignore Certificate Errors: Wanneer deze optie aangezet wordt negeert de tool problemen met het SSL certificaat van de Exchange omgeving. Met de knop "Next" kunt u naar het volgende scherm doorgaan. U komt vervolgend in het onderstaande scherm uit: 7

10 De Exchange Event Agent wordt als Agent binnen BPA Platform (Orbis TaskCentre) geregistreerd. In dit scherm wordt de registratie van deze agent ingegeven: Server: De naam / locatie van de server waarop BPA Platform. Agent Name: De naam die deze agent krijgt binnen BPA Platform. Deze naam is vrij in te geven. Username: De gebruikersnaam van een BPA Platform gebruiker. Password: Het wachtwoord van de opgegeven gebruiker. Na bevestiging met een druk op de knop "Next" is de Agent geregistreerd. U krijgt het volgende scherm als afronding te zien: Met een druk op de knop "Finish" rondt u de installatie af. 8

11 De configuratie van de MS Exchange Connector wordt na installatie van de software binnen BPA Platform (Orbis TaskCentre) uitgevoerd. U kunt met de volgende stappen de MS Exchange Connector configureren. Start als eerste de BPA Platform (Orbis TaskCentre) cliënt op en log in op de server. Navigeer vervolgens via het menu "Manage" naar "Tools" -> "Data Connectors" -> "MS Exchange Connector Tool". U krijgt dan onderstaand scherm te zien: Met de knop "Add" kunt u een nieuwe connectie aanmaken. Wanneer u dit doet zal onderstaande instellingen scherm weergegeven worden voor het definiëren van een nieuwe connectie: (Connection Settings) Connection Name: De naam van de connectie. Deze naam is vrij in te stellen en wordt weergegeven wanneer u binnen een taak de Exchange connectie selecteert binnen de connector tool. Exchange Version: De versie van Microsoft Exchange waar u verbinding mee maakt. Server URL: De URL waar de Exchange WebService draait. Deze URL heeft standaard het formaat " Address: Deze optie maakt het mogelijk de server URL op te zoeken op basis van een ingevuld adres. Hiervoor is het wel nodig dat op de Exchange omgeving de AutoDiscover service draait. 9

12 (Credentials) Username: De Windows gebruikersnaam waaronder de Exchange Connector uitgevoerd wordt. Password: Het wachtwoord van de bovenstaand ingevulde gebruiker. Domain: Het domein van de bovenstaand ingevulde gebruiker. Use Transparent Windows Authentication: Deze optie zet bovenstaande drie velden uit. In plaats van een specifiek ingestelde gebruiker draait de connector bij gebruik van deze instelling onder de gebruiker die de taak uitvoert (op basis van impersonation / de uitvoerende gebruiker van de server service). (Vinkvelden) Ignore certificate errors: Deze optie geeft aan dat SSL certificaat problemen bij de connectie naar Exchange genegeerd moeten worden. Update objects and operations: Deze optie ververst de definities van de Exchange Connectie. Wij adviseren deze optie ten allen tijde aan te vinken. Na instellen van deze velden kan met de knop "Test" een verbindingspoging uitgevoerd worden. Wanneer de connectie succesvol is zal een popup met de melding "Connection Succeeded" worden getoond. Wanneer de connectie geslaagd is kan met een druk op de knop "OK" de connectie opgeslagen worden en gebruikt worden binnen nieuwe taken. 10

13 GELDROPSEWEG TR EINDHOVEN NEDERLAND TEL.: + 31 (0) VERKOOP@ORBIS-SOFTWARE.NL WEBSITE: 0 0