Beroepsbevolking Amsterdam en regio, 2005

Transcriptie

1 Beroepsbevolking Amsterdam en regio, 2005 De beroepsbevolking in cijfers herziene versie n.a.v. wijziging definitie etniciteit in 2006 Project: 5014 In opdracht van: Programmaraad Nienke Nottelman Weesperstraat 79 Postbus VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon Fax Amsterdam, januari 2008

2 Inhoud Inleiding 3 1 Beroepsbevolking Amsterdam Werkzame beroepsbevolking Amsterdam Werkloosheid Amsterdam Beroepsbevolking stadsdelen Beroepsbevolking regio Amsterdam Bijlage I Definities 32 Bijlage II Vragenlijst 35 2

3 Inleiding Achtergrond Vijftien jaar geleden is O+S gestart met een eigen onderzoek naar de beroepsbevolking. Dit onderzoek kan gezien worden als een aanvulling op CBS gegevens over de beroepsbevolking in Amsterdam. De resultaten van het door O+S verrichte onderzoek zijn meer toegespitst op de Amsterdamse situatie. Aanvankelijk was men vooral geïnteresseerd in gedetailleerde informatie over de arbeidssituatie van allochtone Amsterdammers. In 1994 is het onderzoek uitgebreid naar de regio en sinds 1999 kan informatie over de beroepsbevolking in de stadsdelen worden gepresenteerd. Methode Door middel van enquêtes wordt een representatief deel van de bevolking ondervraagd naar hun relatie tot de arbeidsmarkt. Om seizoensinvloeden te kunnen corrigeren worden de enquêtes verspreid over een jaar gehouden. Tussen mei 2004 en april 2005 zijn ruim Amsterdammers ondervraagd en nog eens mensen in de regio rond Amsterdam. Leeswijzer De uitkomsten van het onderzoek worden in dit rapport gepresenteerd in de vorm van tabellen. Hoofdstukken I tot en met III gaan over de beroepsbevolking in Amsterdam. In hoofdstuk IV komt de beroepsbevolking in de Amsterdamse stadsdelen aan bod en in hoofdstuk V zijn gegevens over de beroepsbevolking in de regio te vinden. In de bijlagen wordt op definities ingegaan en is de vragenlijst opgenomen. 3

4 1 Beroepsbevolking Amsterdam 2005 Tabel 1.1 De Amsterdamse (beroeps-) bevolking van jaar naar herkomstgroepering en geslacht, 2005 (x 1.000) mannen totale totale beroepsbevolking werkzaam werkloos niet- beroepsbevolking bevolking jaar Surinamers & Antillianen 19,8 16,2 3,6 8,7 28,5 Turken 9,5 8,2 1,3 4,3 13,8 Marokkanen 13,7 10,5 3,3 8,4 22,1 overige niet-westerse allochtonen 20,0 16,9 3,1 7,6 27,6 westerse allochtonen 32,8 29,6 3,2 7,7 40,5 autochtonen 114,2 108,1 6,1 24,9 139,1 totaal 210,1 189,5 20,6 61,5 271,6 vrouwen totale beroepsbevolking werkzaam werkloos niet- beroepsbevolking totale bevolking jaar Surinamers & Antillianen 20,8 16,4 4,4 11,4 32,2 Turken 4,9 4,0 0,9 7,6 12,5 Marokkanen 6,2 3,9 2,3 13,9 20,1 overige niet-westerse allochtonen 14,6 11,0 3,6 8,8 23,4 westerse allochtonen 31,2 28,2 3,0 10,8 42,0 autochtonen 98,8 93,4 5,4 38,7 137,5 totaal 176,6 157,0 19,6 91,1 267,7 totaal totale beroepsbevolking werkzaam werkloos niet- beroepsbevolking totale bevolking jaar Surinamers & Antillianen 40,6 32,6 8,0 20,1 60,7 Turken 14,5 12,2 2,2 11,8 26,3 Marokkanen 20,0 14,4 5,6 22,2 42,2 overige niet-westerse allochtonen 34,6 27,9 6,7 16,3 50,9 westerse allochtonen 64,1 57,9 6,2 18,5 82,6 autochtonen 212,9 201,5 11,5 63,6 276,5 totaal 386,7 346,5 40,2 152,6 539,2 4

5 Tabel 1.2 Netto en bruto participatie (%) naar herkomstgroepering en geslacht, 2005 mannen bruto participatie netto participatie Surinamers & Antillianen Turken Marokkanen overige niet-westerse allochtonen westerse allochtonen autochtonen totaal vrouwen bruto participatie netto participatie Surinamers & Antillianen Turken Marokkanen overige niet-westerse allochtonen westerse allochtonen autochtonen totaal totaal bruto participatie netto participatie Surinamers & Antillianen Turken Marokkanen overige niet-westerse allochtonen westerse allochtonen autochtonen totaal Bruto participatie: beroepsbevolking in procenten van de bevolking Netto participatie: werkzame beroepsbevolking in procenten van de bevolking 5

6 Tabel 1.3. De Amsterdamse beroepsbevolking naar 5-jaars-leeftijdgroep en geslacht, 2005 (x 1.000) mannen vrouwen totaal jaar 6,3 5,1 11, jaar 15,0 15,6 30, jaar 27,3 27,8 55, jaar 36,0 32,3 68, jaar 34,1 25,5 59, jaar 28,7 22,9 51, jaar 23,9 18,8 42, jaar 18,3 15,6 33, jaar 15,3 10,1 25, jaar 5,1 3,0 8,1 totaal 210,1 176,6 386,7 Tabel 1.4. Participatie (bruto) per 5-jaars-leeftijdgroep en geslacht, Amsterdam, 2005 mannen vrouwen totaal jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar totaal Participatie (bruto): beroepsbevolking in procenten van de bevolking 6

7 Tabel 1.5. Participatie (bruto) per leeftijdgroep en geslacht, Amsterdam, mannen jaar jaar jaar jaar totaal vrouwen jaar jaar jaar jaar totaal totaal jaar jaar jaar jaar totaal Participatie (bruto): beroepsbevolking in procenten van de bevolking Tabel 1.6 Participatie (bruto) per leeftijdgroep en herkomstgroepering, Amsterdam, 2005 Surinamers & Antillianen Turken Marokkanen overige nietwesterse allochtonen westerse allochtonen autochtonen jaar 58* 55* 45* 62* 71* jaar 82 67* 59* 71* jaar 58 32** 33** totaal 67* Participatie (bruto): beroepsbevolking in procenten van de bevolking * afwijkingsmarges 5,5-7% ** afwijkingsmarges 9% totaal Tabel 1.7. Participatie (bruto) per opleidingsniveau en geslacht, Amsterdam, 2005 mannen vrouwen totaal BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal Participatie (bruto): beroepsbevolking in procenten van de bevolking 7

8 Tabel 1.8 Participatie (bruto) per opleidingsniveau en leeftijdgroep, Amsterdam, jaar jaar jaar jaar jaar totaal BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal Participatie (bruto): beroepsbevolking in procenten van de bevolking Tabel 1.9 De Amsterdamse bevolking van jaar naar voornaamste bezigheid en deelname aan de beroepsbevolking, 2005 ( x 1000) totale totale niet bevolking participatie participatie participatie beroepsbevolking beroeps mannen vrouwen totaal werkzaam werkloos bevolking jaar onderwijsvolgend/studerend 27,2 19,4 7,8 48,8 76, eigen huishouding 6,0 2,2 3,8 38,2 44, invalide/arbeidsongeschikt 2,0,8 1,1 27,3 29, werkloos/werkzoekend/wachtgeld 26,6 1,6 25,0 20,4 47, gepensioneerd/rentenierend,6,4,2 8,2 8, zelfstandig 42,3 42,3,0,8 43, werk in loondienst 277,2 276,3 1,0 3,7 280, anders 4,7 3,4 1,3 5,3 10, totaal 386,7 346,5 40,2 152,6 539, Participatie (bruto): beroepsbevolking in procenten van de bevolking 8

9 2 Werkzame beroepsbevolking Amsterdam 2005 Tabel 2.1 De Amsterdamse werkzame beroepsbevolking naar positie in de werkkring en geslacht, 2005 (x 1.000) mannen zelfstandigen en meewerkende gezinsleden 30,5 in loondienst 159,0 w.v. vaste baan 132,3 tijdelijke baan 23,6 contract onbekend 3,1 totaal 189,5 vrouwen zelfstandigen en meewerkende gezinsleden 14,1 in loondienst 142,9 w.v. vaste baan 117,0 tijdelijke baan 22,0 contract onbekend 3,9 totaal 157,0 totaal zelfstandigen en meewerkende gezinsleden 44,6 in loondienst 301,9 w.v. vaste baan 249,3 tijdelijke baan 45,6 contract onbekend 7,0 totaal 346,5 9

10 Tabel 2.2 De Amsterdamse werkzame bevolking van jaar naar arbeidsduur per week 2005 (x 1.000) mannen vrouwen totaal 1-11 uur (behoren niet tot de werkzame beroepsbevolking) 10,6 19,0 29, uur 17,3 37,5 54, uur 21,0 44,7 65,7 33 of meer 142,4 70,2 212,6 sterk wisselend 8,8 4,6 13,5 totaal 200,1 176,0 376,1 Tabel 2.3 De Amsterdamse werkzame bevolking van jaar naar arbeidsduur per week en aard van het dienstverband, 2005 (x 1.000) meewerkend zelfstandig in eigen bedrijf vaste baan uitzendwerk oproepcontract thuiswerk tijdelijk contract onbekend totaal 1-11 uur 2,2,6 12,0 2,2 3,8,0 5,5 3,2 29, uur 4,7,2 36,7 2,3 2,3,1 4,8 3,8 54, uur 5,6,4 49,0 1,5,2,1 4,1 4,7 65,7 33 of meer 28,7,4 159,0 2,8,2 13,7 7,9 212,6 sterk wisselend 4,5,2 4,6 1,7,3,0 1,6,6 13,5 totaal 45,6 1,8 261,3 10,5 6,7,2 29,8 20,1 376,1 Tabel 2.4 De Amsterdamse werkzame beroepsbevolking naar arbeidsduur per week, in procenten per leeftijdgroep en geslacht, jaar jaar jaar jaar jaar totaal mannen uur uur of meer totaal aantal 1 16,9 57,2 58,1 38,9 18,4 189,5 vrouwen uur uur of meer totaal aantal 1 15,6 53,0 43,7 32,1 12,5 157,0 totaal uur uur of meer totaal aantal 1 32,4 110,3 101,8 71,1 30,9 346,5 1 totaal aantal x = 100% 10

11 Tabel 2.5 De Amsterdamse werkzame beroepsbevolking naar werkadres, in procenten per bedrijfstak, 2005 totaal x werkadres Amsterdam Waterland/ overig wisselend/ = 100% Zaanstreek Meerlanden Amstelland Nederland onbekend landbouw/industrie ,7 uitgever/drukker ,4 bouw/installatie ,4 groot+tussenhandel/ garages ,4 detailhandel/reparatie ,5 horeca ,8 vervoer/telecom ,4 bank/verzekering ,3 zakelijke dienstverlening ,6 overheid ,0 onderwijs/universiteit ,8 gezondheid/welzijn/milieu ,0 maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie ,6 overige dienstverlening ,3 anders/onbekend ,4 totaal ,5 11

12 Tabel 2.6. De Amsterdamse werkzame beroepsbevolking naar bedrijfstak en geslacht, 2005 in procenten per geslacht mannen vrouwen totaal landbouw/industrie uitgever/drukker bouw/installatie groot+tussenhandel/ garages detailhandel/reparatie horeca vervoer/telecom bank/verzekering zakelijke dienstverlening overheid onderwijs/universiteit gezondheid/welzijn/milieu maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie overige dienstverlening anders/onbekend totaal x = 100% 189,5 157,0 346,5 in procenten per bedrijfstak mannen vrouwen totaal x = 100% landbouw/industrie ,7 uitgever/drukker ,4 bouw/installatie ,4 groot+tussenhandel/ garages ,4 detailhandel/reparatie ,5 horeca ,8 vervoer/telecom ,4 bank/verzekering ,3 zakelijke dienstverlening ,6 overheid ,0 onderwijs/universiteit ,8 gezondheid/welzijn/milieu ,0 maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie ,6 overige dienstverlening ,3 anders/onbekend ,4 totaal ,5 12

13 Tabel 2.7. De Amsterdamse werkzame beroepsbevolking naar bedrijfstak en herkomstgroepering, 2005 in procenten per herkomstgroepering overige nietwesterse Surinamers & Antillianen Turken Marokkanen allochtonen westerse allochtonen autochtonen totaal landbouw/industrie uitgever/drukker bouw/installatie groot+tussenhandel/ garages detailhandel/reparatie horeca vervoer/telecom bank/verzekering zakelijke dienstverlening overheid onderwijs/universiteit gezondheid/welzijn/milieu maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie overige dienstverlening anders/onbekend totaal x = 100% 32,6 12,2 14,4 27,9 57,9 201,5 346,5 in procenten per bedrijfstak Surinamers & Antillianen Turken Marokkanen overige nietwesterse allochtonen westerse allochtonen autochtonen totaal landbouw/industrie ,7 uitgever/drukker ,4 bouw/installatie ,4 groot+tussenhandel/ garages ,4 detailhandel/reparatie ,5 horeca ,8 vervoer/telecom ,4 bank/verzekering ,3 zakelijke dienstverlening ,6 overheid ,0 onderwijs/universiteit ,8 gezondheid/welzijn/milieu ,0 maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie ,6 overige dienstverlening ,3 anders/onbekend ,4 totaal ,5 13

14 Tabel 2.8 De Amsterdamse werkzame beroepsbevolking naar bedrijfstak en opleidingsniveau, 2005 in procenten per opleidingsniveau MBO/HAVO/ BO LBO/MAVO VWO HBO/WO totaal landbouw/industrie uitgever/drukker bouw/installatie groot+tussenhandel/ garages detailhandel/reparatie horeca vervoer/telecom bank/verzekering zakelijke dienstverlening overheid onderwijs/universiteit gezondheid/welzijn/milieu maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie overige dienstverlening anders/onbekend totaal x = 100% 28 69,7 105,3 143,5 346,5 in procenten per bedrijfstak BO LBO/MAVO MBO/HAVO/ VWO HBO/WO totaal x = 100% landbouw/industrie ,7 uitgever/drukker ,4 bouw/installatie ,4 groot+tussenhandel/ garages ,4 detailhandel/reparatie ,5 horeca ,8 vervoer/telecom ,4 bank/verzekering ,3 zakelijke dienstverlening ,6 overheid ,0 onderwijs/universiteit ,8 gezondheid/welzijn/milieu ,0 maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie ,6 overige dienstverlening ,3 anders/onbekend ,4 totaal ,5 14

15 Tabel 2.9. Participatie (netto) per opleidingsniveau en geslacht, Amsterdam, 2005 mannen vrouwen totaal BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal Participatie (netto): werkzame beroepsbevolking in procenten van de bevolking Tabel 2.10 Participatie (netto) per opleidingsniveau en leeftijdgroep, Amsterdam, jaar jaar jaar jaar jaar totaal BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal Participatie (netto): werkzame beroepsbevolking in procenten van de bevolking 15

16 3 Werkloosheid Amsterdam 2005 Tabel 3.1 Afleiding werkloze beroepsbevolking x verricht geen betaald werk 163,2 werkt minder dan 12 uur 29,5 totaal 192,7 waarvan: --- wil betaald werk voor 12 of meer uur per week 84,3 én: is op korte termijn beschikbaar voor minimaal 12 uur per week 73,0 én: heeft de laatste maand actief gezocht 40,2 Tabel 3.2 De Amsterdamse werkloze beroepsbevolking en het werkloosheidspercentage, naar geslacht en herkomstgroepering, 2005 x % mannen Surinamers & Antillianen 3,6 18 Turken 1,3 14 Marokkanen 3,3 24 overige niet-westerse allochtonen 3,1 15 westerse allochtonen 3,2 10 autochtonen 6,1 5 totaal 20,6 10 vrouwen Surinamers & Antillianen 4,4 21 Turken,9 18 Marokkanen 2,3 37 overige niet-westerse allochtonen 3,6 25 westerse allochtonen 3,0 10 autochtonen 5,4 5 totaal 19,6 11 totaal Surinamers & Antillianen 8,0 20 Turken 2,2 15 Marokkanen 5,6 28 overige niet-westerse allochtonen 6,7 19 westerse allochtonen 6,2 10 autochtonen 11,5 5 totaal 40,

17 Tabel 3.3 De Amsterdamse werkloze beroepsbevolking en het werkloosheidspercentage, naar geslacht en leeftijdgroep, 2005 x % mannen jaar 4, jaar 6, jaar 4, jaar 3, jaar 2,0 10 totaal 20,6 10 vrouwen jaar 5, jaar 7, jaar 4, jaar 2, jaar,5 4 totaal 19,6 11 totaal jaar 9, jaar 13, jaar 9, jaar 5, jaar 2,5 8 totaal 40,2 10 Tabel 3.4 Actief werkzoekenden naar wijze van werk zoeken in procenten per geslacht, Amsterdam, 2005 mannen vrouwen totaal via CWI via het uitzendbureau gesolliciteerd zelf advertentie(s) geplaatst geïnformeerd bij werkgevers/bekenden anders totaal actief zoekenden x (=100%) 22,1 21,1 43,2 N.B. Meer dan een antwoord was mogelijk; percentages tellen niet op tot 100% 17

18 Tabel 3.5 Ingeschrevenen bij CWI (volgens eigen opgave) naar arbeidswens en achtergrondkenmerken, Amsterdam, 2005 Wilt u betaald werk voor meer dan 12 uur per week? ja nee/ weet niet totaal x (=100%) x % x % mannen 24,4 74 8, ,8 vrouwen 22, , , jaar 22,0 80 5, , jaar 12,6 72 4, , jaar 11,8 58 8, ,5 totaal 46, , ,6 18

19 4 Beroepsbevolking stadsdelen 2005 Tabel 4.1. De Amsterdamse bevolking en beroepsbevolking per stadsdeel, 2005 (x 1.000) mannen totale beroepsbevolking werkzaam werkloos niet-beroepsbevolking totale bevolking jaar Centrum 29,9 27,4 2,5 5,9 35,8 Westerpark 10,0 8,9 1,0 3,7 13,7 Oud-West 10,4 9,6,9 2,7 13,1 Zeeburg 12,9 11,6 1,3 3,6 16,5 Bos en Lommer 8,6 7,6 1,0 3,0 11,6 De Baarsjes 9,8 8,5 1,3 3,5 13,3 Amsterdam-Noord 20,2 17,9 2,2 7,9 28,0 Geuzenveld-Slotermeer 10,7 9,4 1,3 2,8 13,5 Osdorp 11,1 10,5,5 3,0 14,1 Slotervaart 10,2 9,7,5 4,3 14,5 Zuidoost 20,3 17,2 3,1 8,4 28,7 Oost-Watergraafsmeer 17,2 15,0 2,2 4,7 21,9 Oud-Zuid 26,4 24,3 2,1 5,3 31,7 Zuideramstel 12,6 12,0,6 2,5 15,1 totaal 210,1 189,5 20,6 61,5 271,6 vrouwen totale beroepsbevolking werkzaam werkloos niet-beroepsbevolking totale bevolking jaar Centrum 22,3 20,6 1,7 8,4 30,7 Westerpark 9,1 8,3,9 3,8 13,0 Oud-West 9,9 9,3,6 2,9 12,8 Zeeburg 9,7 8,8,9 5,4 15,1 Bos en Lommer 5,8 4,7 1,1 5,3 11,1 De Baarsjes 9,2 7,7 1,5 4,2 13,3 Amsterdam-Noord 16,8 15,0 1,9 12,6 29,4 Geuzenveld-Slotermeer 6,4 5,3 1,1 6,8 13,2 Osdorp 8,7 7,6 1,2 5,7 14,4 Slotervaart 8,8 8,0,8 5,9 14,7 Zuidoost 19,1 14,9 4,2 9,8 28,9 Oost-Watergraafsmeer 14,0 12,8 1,2 7,3 21,2 Oud-Zuid 24,2 22,5 1,7 8,8 33,0 Zuideramstel 12,6 11,6,9 4,3 16,8 totaal 176,6 157,0 19,6 91,1 267,7 19

20 vervolg: tabel 4.1. De Amsterdamse bevolking en beroepsbevolking per stadsdeel, 2005 (x 1.000) totaal totale beroepsbevolking werkzaam werkloos nietberoepsbevolking totale bevolking jaar Centrum 52,2 47,9 4,3 14,3 66,5 Westerpark 19,1 17,2 1,9 7,6 26,7 Oud-West 20,3 18,8 1,5 5,6 25,9 Zeeburg 22,6 20,4 2,2 9,0 31,6 Bos en Lommer 14,3 12,3 2,1 8,4 22,7 De Baarsjes 19,0 16,2 2,8 7,7 26,7 Amsterdam-Noord 37,0 32,9 4,1 20,4 57,4 Geuzenveld-Slotermeer 17,1 14,7 2,4 9,6 26,7 Osdorp 19,8 18,1 1,7 8,8 28,6 Slotervaart 19,0 17,7 1,3 10,2 29,2 Zuidoost 39,4 32,1 7,3 18,2 57,6 Oost-Watergraafsmeer 31,1 27,8 3,3 12,0 43,1 Oud-Zuid 50,6 46,8 3,8 14,0 64,6 Zuideramstel 25,1 23,6 1,5 6,8 31,9 totaal 386,7 346,5 40,2 152,6 539,2 20

21 Tabel 4.2 Bruto participatie naar geslacht, leeftijd en etniciteit, stadsdelen Amsterdam, 2005 mannen vrouwen jaar jaar jaar allochtoon autochtoon totaal Centrum * Westerpark * Oud-West * Zeeburg Bos en Lommer * De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost-Watergraafsmeer Oud-Zuid * Zuideramstel * totaal Participatie (bruto): beroepsbevolking in procenten van de bevolking * gebaseerd op kleine responsaantallen: percentage is indicatief Tabel 4.3 Netto participatie naar geslacht, leeftijd en etniciteit, stadsdelen Amsterdam, 2005 mannen vrouwen jaar jaar jaar allochtoon autochtoon totaal Centrum * Westerpark * Oud-West * Zeeburg Bos en Lommer * De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost-Watergraafsmeer Oud-Zuid * Zuideramstel * totaal Participatie (netto): werkzame beroepsbevolking in procenten van de bevolking * gebaseerd op kleine responsaantallen: percentage is indicatief 21

22 Tabel 4.4 Vervoer naar het werk, in procenten per stadsdeel, 2005 auto, motor trein bus of metro of tram sneltram fiets bromfiets, scooter lopend anders totaal werkzame beroepsbevolking (x 1.000) Centrum ,9 Westerpark ,2 Oud-West ,8 Zeeburg ,4 Bos en Lommer ,3 De Baarsjes ,2 Amsterdam-Noord ,9 Geuzenveld- Slotermeer ,7 Osdorp ,1 Slotervaart ,7 Zuidoost ,1 Oost- Watergraafsmeer ,8 Oud-Zuid ,8 Zuideramstel ,6 totaal ,5 Tabel 4.5. De Amsterdamse werkzame beroepsbevolking naar woon- en werkgebied, 2005 (%) werkgebied* totaal werkzame Eigen Overig Waterland, Meerlanden, beroepsbevolking stadsdeel Centrum Amsterdam Zaanstreek Amstelland Overig (x 1.000=100%) Woon- Centrum ,9 gebied Westerpark ,2 Oud-West ,8 Zeeburg ,4 Bos en Lommer ,3 De Baarsjes ,2 Amsterdam-Noord ,9 Geuzenveld- Slotermeer ,7 Osdorp ,1 Slotervaart ,7 Zuidoost ,1 Oost- Watergraafsmeer ,8 Oud-Zuid ,8 Zuideramstel ,6 totaal ,5 * de categorie 'werkgebied onbekend' is niet in deze tabel opgenomen 22

23 Tabel 4.6 De Amsterdamse werkloze beroepsbevolking per stadsdeel, aantallen en percentages, 2005 Werkloze x beroepsbevolking als % van beroepsbevolking totaal beroepsbevolking (x 1.000) Centrum 4,3 8 52,2 Westerpark 1, ,1 Oud-West 1,5 7 20,3 Zeeburg 2, ,6 Bos en Lommer 2, ,3 De Baarsjes 2, ,0 Amsterdam-Noord 4, ,0 Geuzenveld/Slotermeer 2, ,1 Osdorp 1,7 9 19,8 Slotervaart/Overtoomse Veld 1,3 7 19,0 Zuidoost 7, ,4 Oost-Watergraafsmeer 3, ,1 Amsterdam Oud-Zuid 3,8 7 50,6 Zuideramstel 1,5 6 25,1 totaal 40, ,7 Tabel 4.7. Opleidingsniveau van de bevolking van jaar, per stadsdeel, in procenten, Amsterdam 2005 totaal bevolking BO LBO/MAVO MBO/HAVO/ VWO HBO/WO jaar (x 1.000) Centrum ,5 Westerpark ,7 Oud-West ,9 Zeeburg ,6 Bos en Lommer ,7 De Baarsjes ,7 Amsterdam-Noord ,4 Geuzenveld-Slotermeer ,7 Osdorp ,6 Slotervaart ,2 Zuidoost ,6 Oost-Watergraafsmeer ,1 Oud-Zuid ,6 Zuideramstel ,9 totaal ,2 23

24 Tabel 4.8 De Amsterdamse bevolking naar netto inkomen van het huishouden, per stadsdeel, Amsterdam, 2005 (%) minder dan meer dan totaalx euro euro euro euro euro 3201 euro (= 100%) Centrum ,5 Westerpark ,7 Oud-West ,9 Zeeburg ,6 Bos en Lommer ,7 De Baarsjes ,7 Amsterdam-Noord ,4 Geuzenveld-Slotermeer ,7 Osdorp ,6 Slotervaart ,2 Zuidoost ,6 Oost-Watergraafsmeer ,1 Oud-Zuid ,6 Zuideramstel ,9 totaal ,2 NB. * 85% van de respondenten heeft deze vraag beantwoord * de leeftijd van de respondenten is jaar 24

25 5 Beroepsbevolking regio Amsterdam 2005 Tabel 5.1. Bevolking en beroepsbevolking naar leeftijdgroep en geslacht, regio Amsterdam, 2005 (x 1.000) totale beroepsbevolking werkzaam werkloos nietberoepsbevolking totale bevolking jaar Waterland jaar 26,2 24,8 1,4 10,4 36, jaar 22,8 22,5,3 3,9 26, jaar 29,4 29,1,3 13,6 43,0 man 43,8 42,8 1,0 9,1 52,9 vrouw 34,6 33,6 1,0 18,8 53,4 totaal 78,4 76,4 2,0 27,9 106,3 Zaanstreek jaar 28,7 25,9 2,8 8,9 37, jaar 23,6 22,9,7 2,7 26, jaar 27,5 26,6,9 13,3 40,8 man 44,4 42,2 2,2 7,9 52,3 vrouw 35,4 33,3 2,2 17,0 52,4 totaal 79,8 75,4 4,4 24,9 104,7 Meerlanden jaar 34,7 32,7 2,0 8,9 43, jaar 30,0 29,5,5 3,3 33, jaar 34,8 32,8 2,0 12,2 47,0 man 53,5 52,0 1,5 8,7 62,2 vrouw 46,0 42,9 3,1 15,6 61,7 totaal 99,5 94,9 4,6 24,4 123,9 Amstelland jaar 21,1 19,9 1,2 5,4 26, jaar 17,2 16,9,3 1,9 19, jaar 22,5 21,5 1,0 8,1 30,5 man 31,6 30,2 1,4 5,8 37,4 vrouw 29,2 28,1 1,1 9,6 38,8 totaal 60,7 58,3 2,5 15,4 76,1 Almere jaar 37,3 34,7 2,6 12,2 49, jaar 29,7 28,4 1,2 3,8 33, jaar 27,6 25,7 1,9 10,9 38,5 man 51,0 49,1 1,9 9,4 60,4 vrouw 43,5 39,8 3,7 17,5 61,0 totaal 94,5 88,9 5,6 26,9 121,4 25

26 vervolg tabel 5.1 Amsterdam regio totaal totale beroepsbevolking werkzaam werkloos nietberoepsbevolking totale bevolking jaar jaar 165,3 142,7 22,6 67,6 232, jaar 111,3 101,8 9,5 23,2 134, jaar 110,0 102,0 8,0 61,8 171,8 man 210,1 189,5 20,6 61,5 271,6 vrouw 176,6 157,0 19,6 91,1 267,7 totaal 386,7 346,5 40,2 152,6 539, jaar 313,3 280,8 32,5 113,3 426, jaar 234,5 222,0 12,5 38,9 273, jaar 251,8 237,6 14,2 119,8 371,6 man 434,3 405,8 28,5 102,4 536,7 vrouw 365,3 334,6 30,7 169,6 534,9 totaal 799,6 740,4 59,2 272, ,6 26

27 5.2. Bruto en netto participatie per leeftijdgroep en geslacht, regio Amsterdam, 2005 bruto participatie netto participatie Waterland jaar jaar jaar man vrouw totaal Zaanstreek jaar jaar jaar man vrouw totaal Meerlanden jaar jaar jaar man vrouw totaal Amstelland jaar jaar jaar man vrouw totaal Almere jaar jaar jaar man vrouw totaal Amsterdam jaar jaar jaar man vrouw totaal totaal jaar jaar jaar man vrouw totaal * Participatie (bruto): beroepsbevolking in procenten van de bevolking * Participatie (netto): werkzame beroepsbevolking in procenten van de bevolking 27

28 Tabel 5.3a Werkzame beroepsbevolking naar woon- en werkgebied, regio Amsterdam, 2005 (x 1.000) woongebied Waterland Zaanstreek Meerlanden Amstelland Almere Amsterdam totaal werkgebied Waterland 30,1 3,4,1,0,6 2,0 36,2 Zaanstreek 3,2 36,3 1,4,4,3 3,7 45,3 Meerlanden 2,6 2,6 50,0 4,3 2,9 23,4 85,8 Amstelland 1,4 1,4 5,8 22,3 3,6 12,9 47,4 Almere,4,1,6,6 35,9 3,2 40,8 Amsterdam 27,4 18,8 16,5 21,3 22,9 246,2 353,1 overig Nl. + buitenl. 6,1 9,8 16,9 7,0 18,0 40,8 98,6 wisselend/ onbekend 5,2 3,0 3,7 2,5 4,6 14,3 33,3 totaal werkzame beroepsbevolking 76,4 75,4 94,9 58,4 88,9 346,5 740,4 uitgaande pendel 46,3 39,1 44,9 36,1 53,0 100,3 319,7 in % Tabel 5.3b Werkzame beroepsbevolking in procenten naar woongebied, regio Amsterdam, 2005 woongebied Waterland Zaanstreek Meerlanden Amstelland Almere Amsterdam totaal werkgebied Waterland 39% 5% 1% 1% 5% Zaanstreek 4% 48% 1% 1% 0% 1% 6% Meerlanden 3% 3% 53% 7% 3% 7% 12% Amstelland 2% 2% 6% 38% 4% 4% 6% Almere 1% 0% 1% 1% 40% 1% 6% Amsterdam 36% 25% 17% 36% 26% 71% 48% overig Nl. + buitenl. 8% 13% 18% 12% 20% 12% 13% wisselend/ onbekend 7% 4% 4% 4% 5% 4% 4% werkzame beroepsbevolking (x = 100%) 76,4 75,4 94,9 58,4 88,9 346,5 740,4 uitgaande pendel 46,3 39,1 44,9 36,1 53,0 100,3 319,7 in %

29 Tabel 5.4. Werkzame beroepsbevolking naar bedrijfstak, in procenten per deelgebied en naar geslacht, regio Amsterdam, 2005 Waterland Zaanstreek Meerlanden Amstelland Almere Amsterdam totaal mannen landbouw/industrie uitgever/drukker bouw/installatie groot+tussenhandel/ garages detailhandel/reparatie horeca vervoer/telecom bank/verzekering zakelijke dienstverlening overheid onderwijs/universiteit gezondheid/welzijn/milieu maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie overige dienstverlening totaal aantal=100% 42,8 42,2 52,0 30,2 49,1 189,5 405,8 vrouwen landbouw/industrie uitgever/drukker bouw/installatie groot+tussenhandel/ garages detailhandel/reparatie horeca vervoer/telecom bank/verzekering zakelijke dienstverlening overheid onderwijs/universiteit gezondheid/welzijn/milieu maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie overige dienstverlening totaal aantal=100% 33,6 33,3 42,9 28,1 39,8 157,0 334,6 29

30 vervolg tabel 5.4 Waterland Zaanstreek Meerlanden Amstelland Almere Amsterdam totaal totaal landbouw/industrie uitgever/drukker bouw/installatie groot+tussenhandel/ garages detailhandel/reparatie horeca vervoer/telecom bank/verzekering zakelijke dienstverlening overheid onderwijs/universiteit gezondheid/welzijn/milieu maatsch. organisaties cultuur/sport/ recreatie overige dienstverlening totaal aantal=100% 76,4 75,4 94,9 58,3 88,9 346,5 740,4 30

31 Tabel 5.5. Beroepsbevolking naar opleidingsniveau in procenten per gebied, geslacht en leeftijdgroep, regio Amsterdam, 2005 Waterland Zaanstreek Meerlanden Amstelland Almere Amsterdam totaal mannen BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal aantal 2 43,8 44,4 53,5 31,6 51,0 210,1 434,3 vrouwen BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal aantal 3 34,6 35,4 46,0 29,2 43,5 176,6 365, jaar BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal aantal 3 26,2 28,7 34,7 21,1 37,3 165,3 313, jaar BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal aantal 3 22,8 23,6 30,0 17,2 29,7 111,3 234, jaar BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal aantal 3 29,4 27,5 34,8 22,5 27,6 110,0 251,8 totaal BO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO totaal aantal 3 78,4 79,8 99,5 60,7 94,5 386,7 799,6 2 totaal aantal x = 100% 31

32 Bijlage I Definities Potentiële beroepsbevolking De bevolking tussen 15 en 64 jaar wordt de potentiële beroepsbevolking genoemd. Mensen die actief zijn op de arbeidsmarkt (volgens onderstaande omschrijving) behoren tot de beroepsbevolking en mensen die niet actief zijn op de arbeidsmarkt tot de nietberoepsbevolking. Beroepsbevolking De beroepsbevolking bestaat uit mensen tussen de jaar die actief zijn op de arbeidsmarkt. Iemand die 12 uur of meer per week werkt behoort tot de werkzame beroepsbevolking en iemand die daar actief naar op zoek is (volgens onderstaande omschrijving) tot de werkloze beroepsbevolking. De beroepsbevolking wordt dus gevormd door de werkzame beroepsbevolking en de werkloze beroepsbevolking tezamen. Werkzame beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking zijn degenen die 12 of meer uur per week in loondienst of eigen bedrijf werken. Werkloze beroepsbevolking Tot de werkloze beroepsbevolking worden degenen gerekend die: - niet, of minder dan 12 uur werken, en - actief op zoek zijn naar werk van minimaal 12 uur per week en - direct beschikbaar zijn. De criteria voor actief naar werk zoeken en beschikbaar zijn liggen vast. Actief zoeken wil zeggen dat men de maand voorafgaand aan het onderzoek actief iets ondernomen heeft om aan werk te komen. Direct beschikbaar zijn houdt in dat men binnen twee weken aan een baan van minimaal 12 uur per week kan beginnen. Onder direct beschikbaar wordt ook verstaan dat men niet binnen twee weken maar wel binnen drie maanden kan beginnen, mits men daarvoor een geldige reden heeft, zoals het regelen van kinderopvang of het afronden van vrijwilligerswerk. Niet-beroepsbevolking Niet-beroepsbevolking zijn mensen die minder dan 12 uur per week werken of helemaal geen werk hebben en ook niet actief op zoek zijn naar werk. Tot deze laatste groep behoren bijvoorbeeld veel huisvrouwen/-mannen, studenten en langdurig zieken. Zoals hierboven te lezen is is de definitie van werkloze beroepsbevolking behoorlijk streng. Daarom bevinden zich onder de mensen die niet tot de beroepsbevolking behoren veel mensen die op zoek zijn naar werk. Zij voldoen bijvoorbeeld niet aan de eis dat zij de maand voorafgaand aan het onderzoek actief naar werk gezocht hebben, of zij zijn op iets langere termijn dan drie maanden beschikbaar voor de arbeidsmarkt. 32

33 Netto en bruto participatie Bij participatie spreken gaat het om percentages: Bruto participatie is de beroepsbevolking weergegeven als percentage van de bevolking van jaar. Bruto participatie wordt ook wel als deelname aan de beroepsbevolking omschreven. B.v. van de mannen tussen 15 en 64 jaar behoort 80% tot de beroepsbevolking wil zeggen dat de bruto participatie van mannen 80% is. Netto participatie is de werkzame beroepsbevolking als percentage van de bevolking van jaar. B.v. van de mannen tussen 15 en 64 jaar behoort 75% tot de werkzame beroepsbevolking wil zeggen dat de netto participatie van mannen 75% is. Werkloosheid algemeen Werkloosheid kent meerdere facetten. De ene persoon is actief op zoek naar werk, terwijl een ander al langer werkloos is en niet meer zo actief zoekt. De ene persoon is meteen beschikbaar voor een baan, de andere niet. Een groep mensen schrijft zich in bij CWI (soms verplicht) anderen doen dat niet. Om iets te kunnen zeggen over deze verschillende groepen mensen worden verschillende definities van werkloosheid gebruikt. Sinds 2003 drukt het CBS de werkloosheid uit in het werkloosheidspercentage. Voordien was de geregistreerde werkloosheid (GWL) de meest gebruikte definitie. De definities verschillen behoorlijk van elkaar. Het werkloosheidspercentage is het percentage werkloze beroepsbevolking van de totale beroepsbevolking. De definitie van werkloze beroepsbevolking is hierboven gegeven en houdt kort gezegd in dat men: niet of minder dan 12 uur werkt, actief naar werk van 12 of meer uur zoekt en dat men direct beschikbaar is voor werk. Men hoeft niét ingeschreven te zijn bij CWI. Geregistreerde werkloosheid (GWL) is het aantal mensen dat zich bij CWI heeft ingeschreven, geen werk heeft (of minder dan 12 uur) en direct beschikbaar is. Men hoeft niét actief op zoek te zijn naar werk. Direct beschikbaar zijn houdt in dat men binnen twee weken aan een baan van minimaal 12 uur per week kan beginnen. Onder direct beschikbaar wordt ook verstaan dat men niet binnen twee weken maar wel binnen drie maanden kan beginnen, mits men daarvoor een geldige reden heeft, zoals het regelen van kinderopvang of het afronden van vrijwilligerswerk. Een andere veel gebruikte definitie is die van niet-werkende werkzoekenden. Dat zijn alle mensen die bij het CWI zijn ingeschreven en niet, of minder dan 12 uur werken. Hierbij geldt niet het criterium van beschikbaarheid en ook niet het criterium dat men actief moet zoeken. 33

34 Herkomstgroepering De definitie gaat uit van het geboorteland van een persoon en diens ouders. Als één (of meer) van de drie geboortelanden niet Nederland is, wordt de persoon tot een allochtone etnische groep gerekend. De indeling die wij in deze publicatie gebruiken, wijkt iets af van de standaardindeling van de gemeente: Antillianen en Surinamers zijn niet apart onderscheiden. De categorieën zijn: * Surinamers en Antillianen * Turken * Marokkanen * overige niet-westerse allochtonen * westerse allochtonen * autochtonen Opleidingsniveau Aan de respondenten is gevraagd om hun hoogst behaalde diploma op te geven. Daarbij worden de volgende categorieën onderscheiden: 1 geen opleiding of enkele jaren basisonderwijs 2 lagere school, basisschool 3 lagere school plus enkele jaren onderwijs zonder einddiploma 4 diploma LBO,VBO (huishoud-, ambacht-, technische school of interne bedrijfsopleiding) MBO-kort 5 diploma MAVO, MULO, VMBO 6 diploma MBO-lang of interne bedrijfsopleiding op MBO-niveau 7 diploma HAVO, VWO, HBS, MMS 8 diploma HBO 9 WO, universiteit In veel tabellen zijn deze categorieën teruggebracht tot vier opleidingsniveaus: BO = categorie 1,2,3 LBO/MAVO = categorie 4 en 5 MBO/HAVO/VWO = categorie 6 en 7 HBO/WO = categorie 8 en 9 34

35 Bijlage II Vragenlijst 35

36 VRAGENLIJST BEROEPSBEVOLKING 1. Hoe was uw situatie een jaar geleden? Wat was toen uw voornaamste bezigheid? 1. onderwijsvolgend, studerend 2. huisvrouw, huisman 3. invalide, arbeidsongeschikt 4. werkloos, werkzoekend, wachtgeld 5. gepensioneerd, rentenierend, vut 6. meewerkend in eigen bedrijf (van huishouden) 7. zelfstandige, eigen bedrijf 8. werk in loondienst 9. anders 2. Wat is op dit moment uw voornaamste bezigheid? 1. onderwijsvolgend, studerend 2. huisvrouw, huisman 3. invalide, arbeidsongeschikt 4. werkloos, werkzoekend, wachtgeld 5. gepensioneerd, rentenierend, vut 6. meewerkend in eigen bedrijf (van huishouden) ga door naar vraag 7 7. zelfstandige, eigen bedrijf ga door naar vraag 7 8. werk in loondienst ga door naar vraag 4 9. anders 3. Verricht u momenteel betaalde arbeid, of werkt u in een eigen bedrijf, ook al is het maar enkele uren per week? 1. ja, in loondienst 2. ja, zelfstandig ga door naar vraag 7 3. ja, meewerkend in eigen bedrijf ga door naar vraag 7 4. nee ga door naar vraag Indien u een jaar geleden ook in loondienst werkte, was dat bij hetzelfde bedrijf/organisatie? 1. ja 2. nee 3. niet van toepassing 5. Heeft u een vaste baan? 1. ja ga door naar vraag 7 2. nee 6. Wat voor los werk heeft u dan? Aanwijzing: bij deze vraag is slechts één antwoord mogelijk. Noteer het werk dat u het meeste tijd kost. 1. uitzendwerk, detachering 2. werk met oproepcontract 3. thuiswerk 4. tijdelijk contract 5. Instroom, Doorstroom, Melkertbaan, WiW 6. anders 7. Is uw werkadres in Amsterdam? Aanwijzing: Hier wordt het adres bedoeld waar u zich meldt om te gaan werken 1. ja 2. nee ga door naar vraag 9 3. wisselend ga door naar vraag 10 Vragenlijst Beroepsbevolking, O+S () pagina 1

37 8. In welk stadsdeel werkt u? 1. Amsterdam-Centrum (Binnenstad) 9. Geuzenveld/Slotermeer 2. Westpoort 10. Osdorp 3. Westerpark 11. Slotervaart/Overtoomse Veld 4. Oud-West 12. Zuidoost 5. Zeeburg 13. Oost/Watergraafsmeer 6. Bos en Lommer 14. Amsterdam Oud-Zuid 7. De Baarsjes 15. Zuideramstel 8. Amsterdam-Noord Indien u niet weet in welk stadsdeel uw werkadres is, wilt u dan hier de straatnaam noteren: Ga na het beantwoorden van vraag 8 door naar vraag In welke plaats werkt u dan? 1. Waterland (Beemster, Zeevang, Purmerend, Edam-Volendam, Oostzaan, Landsmeer, Monnickendam, Broek in Waterland, Marken, Ilpendam, Watergang) 2. Zaanstreek (Wormerland, Zaandam, Wormerveer, Koog a/d Zaan, Zaandijk, Krommenie, Assendelft) 3. Meerlanden (Haarlemmermeer, Schiphol, Hoofddorp, Nieuw-Vennep, Aalsmeer, Uithoorn) 4. Amstelland (Amstelveen, Duivendrecht, Ouderkerk a/d Amstel, Diemen) 5. Almere 6. Overig 10. Tot welke sector behoort het bedrijf waar u werkt? 1. land- en tuinbouw, visserij 12. verzekeringswezen en pensioenfondsen 2. industrie, nutsbedrijven 13. zakelijke dienstverlening 3. uitgeverijen en drukkerijen 14. overheid 4. bouwnijverheid en installatiebedrijven 15. onderwijs, universiteit 5. handel en reparatie van auto's en motoren 16. gezondheidszorg, welzijnszorg, 6. groothandel en handelsbemiddeling milieudiensten 7. detailhandel (winkels), reparatie 17. maatschappelijke organisaties, cultuur, 8. horeca sport en recreatie 9. vervoer, transport, opslag 18. overige dienstverlening 10. post en telecommunicatie 19. anders, namelijk: 11. bankwezen 11. Hoeveel mensen werken er bij uw organisatie of bedrijf? Aanwijzing: Het gaat om alle medewerkers van het totale bedrijf (hoofd en nevenvestigingen samen, reken uzelf mee) 1. 1 persoon personen personen personen personen personen personen of meer personen 12. Met welk vervoermiddel gaat u over het algemeen naar uw werk? Aanwijzing: Er is slechts één antwoord is mogelijk. Noteer het vervoermiddel waarmee u de langste afstand aflegt. 1. auto, motor 2. trein 3. bus, tram 4. metro, sneltram 5. fiets 6. bromfiets, scooter 7. lopend 8. anders Vragenlijst Beroepsbevolking, O+S () pagina 2

38 13. Hoeveel uur per week werkt u gemiddeld? Aanwijzing: Als u meer dan één arbeidsovereenkomst heeft, kunt u de uren bij elkaar optellen tot en met 11 uur ga door naar vraag tot en met 24 uur ga door naar vraag tot en met 32 uur ga door naar vraag uur of meer ga door naar vraag sterk wisselend ga door naar vraag Ontvangt u momenteel zelf een uitkering? 1. ja 2. nee ga door naar vraag Welke uitkering vormt uw hoofdinkomen? Aanwijzing: Slechts één antwoord mogelijk. 1. WW 2. WAO, WAZ, WAJONG 3. VUT, pensioen 4. wachtgeld 5. ABW, bijstand 6. anders, namelijk: Zou u betaald werk willen hebben voor 12 uur of meer per week? 1. ja 2. nee ga door naar vraag Heeft u de afgelopen vier weken iets gedaan om aan (ander) werk te komen van 12 of meer uur per week? 1. ja 2. nee ga door naar vraag Wat heeft u gedaan? Aanwijzing: Bij deze vraag kunt u meerdere antwoorden geven. 1. bij CWI (arbeidsbureau) geïnformeerd/gezocht 2. bij uitzendbureau geïnformeerd 3. gesolliciteerd (schriftelijk, telefonisch, mondeling, via internet) 4. zelf advertentie(s) geplaatst 5. geïnformeerd bij werkgevers of bekenden 6. anders, namelijk: 19. Bent u momenteel ingeschreven bij een CWI (Arbeidsbureau)? 1. ja 2. nee 20. Als u nu een geschikte baan zou worden aangeboden voor 12 of meer uur per week, zou u dan binnen twee weken met die baan kunnen beginnen? 1. ja ga door naar vraag nee 21. Waarom kunt u niet binnen 2 weken beginnen? 1. afronden vrijwilligerswerk 5. vakantie 2. opzeggen baan 6. ziekte 3. opleiding of studie 7. anders, namelijk: 4. regelen kinderopvang 22. Kunt u dan binnen 3 maanden beginnen? 1. ja 2. nee Vragenlijst Beroepsbevolking, O+S () pagina 3

39 23. Wat is uw hoogst VOLTOOIDE opleiding? Aanwijzing: Let bij deze vraag goed op de doorverwijzing 1. geen opleiding of enkele jaren lagere school of basisschool ga door naar vraag lagere school/basisschool, speciaal onderwijs ga door naar vraag VSO, voorgezet speciaal onderwijs 4. VBO/LBO (huishoud-, ambacht-, technische school of interne bedrijfsopleiding LBO-niveau), MBO-KORT, BBL/BOL 1-2, leerlingwezen, ULO 5. MAVO, MULO, VMBO 6. MBO-lang, interne bedrijfsopleiding MBO-niveau, BBL/BOL HAVO, VWO, HBS, MMS 8. HBO of interne opleiding op HBO-niveau 9. WO, universiteit, kandidaatsexamen 24. Welke vakrichting of studierichting heeft u in uw opleiding gevolgd? 25. Wat is/was uw beroep? niet van toepassing niet van toepassing 26. Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden? 1. één persoon ga door naar vraag 29 B (alleen eigen netto maandinkomen invullen) 2. twee personen 3. drie personen 4. vier personen 5. vijf personen 6. meer dan 5 personen, namelijk: 27. Kunt u aangeven hoe uw huishouden is samengesteld? 1. twee volwassenen, geen kind(eren) 2. (echt)paar met thuiswonend(e) kind(eren) 3. één-ouder met thuiswonend(e) kind(eren) 4. anders, met thuiswonend(e) kind(eren) 5. anders, zonder thuiswonend(e) kind(eren) 28. Hoeveel personen in uw huishouden verdienen een inkomen? (exclusief eventuele kinderen jonger dan 18 jaar) aantal: 29. Wat is het gezamenlijk netto maandinkomen van uw huishouden en het eigen netto maandinkomen? A Gezamenlijk netto maandinkomen B Eigen netto maandinkomen 1. minder dan: minder dan: tussen: 701 en tussen: 701 en tussen: 1001 en tussen: 1001 en tussen: 1351 en tussen: 1351 en tussen: 2051 en tussen: 2051 en meer dan: meer dan: Wat is uw geboortedatum? / / Bent u: man vrouw Vriendelijk bedankt voor uw medewerking! Vragenlijst Beroepsbevolking, O+S () pagina 4