EVOLUTIE VAN DE ARBEIDSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EVOLUTIE VAN DE ARBEIDSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST"

Transcriptie

1

2 EVOLUTIE VAN DE ARBEIDSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST KENMERKEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE TERRITORIALE WERKGELEGENHEIDSPACTEN BGDA STUDIEDIENST MAART 1998

3 Inhoudstafel VOORWOORD EVOLUTIE VAN DE BEROEPSBEVOLKING PER GEWEST...2 Methodologische preciseringen...2 Demografische evolutie...3 Evolutie van de tewerkstellingspercentages...4 Tewerkstellingspercentages volgens geslacht en nationaliteit in 1991 en Evolutie van de beroepsbevolking volgens geslacht en gewest...6 Kwalificatieniveau van de werkende beroepsbevolking...8 Het pendelverkeer tussen het Brussels Gewest en de rest van het land EVOLUTIE VAN DE BINNENLANDSE TEWERKSTELLING VOLGENS GESLACHT EN GEWEST...10 Percentage deeltijdse arbeid...12 Indeling van de binnenlandse tewerkstelling per nijverheidstak in het BHG EVOLUTIE VAN DE BEZOLDIGDE ARBEID VOLGENS STATUUT, PER GESLACHT EN GEWEST...14 Evolutie van de handarbeiders en hoofdarbeiders...14 Sectorale indeling van de handarbeiders en hoofdarbeiders in het BHG...15 Evolutie volgens geslacht en gewest van de werknemers uit de privé- en openbare sector...16 Evolutie van het aantal werknemers en ondernemingen volgens de grootte van de inrichting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in België...17 Evolutie van het aantal loontrekkenden per activiteitenklasse in het BHG...19 Evolutie van de bezoldigde arbeid en van het aantal inrichtingen sinds 1990 per gemeente DE WERKLOOSHEID IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST...22 Evolutie van de gewestelijke werkloosheidsgraad...22 Gewestelijke evolutie van de niet-werkende werkzoekenden per categorie (jaar-gemiddelden)...22 Niet-werkende werkzoekenden waaronder UVW's per leeftijdsgroep en geslacht sinds 1990 (jaargemiddelden)...23 Niet-werkende werkzoekenden waaronder UVW's volgens werkloosheidsduur sinds 1990 (jaargemiddelden)...24 UVW's volgens studieniveau en leeftijd...25 NWWZ en UVW's per gemeente sinds 1990 (jaargemiddelden)...27 NWWZ en UVW's per beroepsactiviteit sinds 1990 (toestand december)...27 NWWZ en UVW's per nijverheidssector sinds 1990 (december)...28 NWWZ en UVW's volgens nationaliteit (jaargemiddelden)...29 BIBLIOGRAFIE...30

4 Voorwoord Eind 1995 publiceerde de Studiedienst van de BGDA een bundel met statistische gegevens over de tewerkstelling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het doel bestond erin de nodige elementen aan te reiken teneinde een eerste balans op te stellen van de toestand inzake tewerkstelling aan het einde van de recessie die kenmerkend was voor het begin van de jaren 90. Deze bundel had betrekking op de periode 1981/1992. Dit document is een bijwerking van deze bundel, uitgewerkt in het kader van de Territoriale Pacten voor de Werkgelegenheid en opgesteld door de Studiedienst van de BGDA. De voorgestelde gegevens werden aangevuld met gedetailleerde commentaar, gebaseerd op analyses die door het Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties werden uitgevoerd. Deze synthese is opgebouwd rond de evolutie van de Brusselse beroepsbevolking en de gewestelijke tewerkstelling. Een deel ervan onderzoekt de bezoldigde arbeid met betrekking tot de evolutie van de instellingen. Tot slot van de synthese worden de tendensen van de Brusselse werkloosheid nauwkeuriger voorgesteld. Eddy Courthéoux Directeur-generaal

5 Dit werk tracht een algemeen overzicht te geven van de structuur en de evolutie van vraag en aanbod op de Brusselse arbeidsmarkt en dit vanuit verschillende en elkaar aanvullende invalshoeken : de beroepsbevolking en haar voornaamste kenmerken, de binnenlandse tewerkstelling, de bezoldigde arbeid en de werkloosheid. De combinatie en de presentatie van deze elementen worden bepaald door het belang en de beschikbaarheid van de variabelen die ermee samenhangen. Naar gelang van de bronnen, kunnen de referentieperiodes lichtjes variëren. Hoewel voor de grote tendensen van de evolutie van de werkgelegenheid het jaar 1981 als referentiepunt wordt genomen, toch blijft het tijdsvak van deze uiteenzetting beperkt tot de jaren Evolutie van de beroepsbevolking per gewest Ons onderzoek is toegespitst op de evolutie van de beroepsbevolking binnen de drie gewesten, met voor het BHG ook nog een overzicht van zijn klassieke kenmerken : de demografische evolutie en de tewerkstellingspercentages 1. Deze paragraaf tracht enkel de grote tendensen te omschrijven. Een meer gedetailleerde uiteenzetting is terug te vinden in de analyse uitgevoerd door het Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties getiteld Evolutie van de werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sedert de invoering van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan. Een groot gedeelte van de toelichtingen die hierna volgen, zijn rechtstreeks aan deze studie ontleend. Methodologische preciseringen 2 De beroepsbevolking bestaat uit iedereen ouder dan 15 jaar die deel uitmaakt van de arbeidsmarkt op 30 juni van het jaar dat bestudeerd wordt. De term beroepsbevolking omvat alleen de personen die in België wonen, of deze nu in België of in het buitenland werken of werkloos zijn. De werknemers die in het buitenland wonen en die in nationale ondernemingen werken, worden dus niet meegeteld. De beroepsbevolking bestaat bijgevolg uit : de binnenlandse tewerkstelling + de grensbewoners van België die in het buitenland werken - de grensbewoners van andere landen die in Belgische ondernemingen werken = de werkende beroepsbevolking + de werklozen (NWWZ) = de totale beroepsbevolking - de dienstplichtigen - de strijdkrachten = de actieve burgerbevolking De overgang van de binnenlandse tewerkstelling (tewerkstellingsplaats) naar de beroepsbevolking (woonplaats) werd gemaakt door de raming van de interregionale bevolkingsstromen op basis van de verbeterde resultaten van de Steekproefenquêtes naar de Beroepsbevolking. 1 2 Het tewerkstellingspercentage geeft de mate aan waarin het volk wenst deel te nemen aan het economische leven. Dit percentage wordt bekomen door de totale beroepsbevolking te delen door de bevolking met een leeftijd van 15 jaar en ouder. Voor verdere inlichtingen, reeks Kijk op de arbeidsmarkt van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid raadplegen. 2

6 Demografische evolutie Aantal Belgen en buitenlanders die in Brussel wonen tussen 1980 en 1997 Mannen Vrouwen Mannen + Vrouwen Brussel Belgen Buitenlanderlanderlanders Buiten- Buiten- Totaal Belgen Totaal Belgen Totaal Bron : NIS (toestand op 1 januari). Het ziet ernaar uit dat sinds 1993 de Brusselse bevolking relatief stabiel blijft. In Brussel vloeit het bevolkingsaantal, meer dan in de rest van het land, voort uit samen- en tegengestelde gevolgen van een natuurlijke evolutie (verschil tussen geboortes en overlijdens) en migratie (verschil tussen aankomst in en vertrek uit het gewest als woonplaats 3 ). Het saldo van de migratiebewegingen van aankomst en vertrek van de Belgische bevolking in het BHG blijft negatief. We stellen echter vast dat in 1995 het aantal Belgische inwoners van het BHG niet verder afneemt, en zelfs een heel lichte stijging zou kennen in 1996 en De verklaring hiervoor zijn de naturalisaties (9.353 in 1995 en in 1996) zonder dewelke de Belgische bevolking gedaald zou zijn 4. In omgekeerd zin, beperken deze veranderingen de toename van de buitenlandse bevolking waarvan het natuurlijke saldo op zich positief is (laag sterftecijfer door de leeftijdsstructuur). Van 1980 tot 1997 is het aantal niet-belgen dat in het BHG woont, met 21% gestegen, wat overeenkomt met bijna personen die grotendeels afkomstig zijn van de externe immigratie. Deze bevolkingsbewegingen hebben eveneens gevolgen voor de beroepsbevolking. De Brusselse beroepsbevolking is van 1983 tot 1995 met 4,6% gedaald en gaat zo de Brusselse bevolking achterna die onophoudelijk in aantal afneemt. De andere gewesten kenden tijdens dezelfde periode een stijging van de beroepsbevolking van 3% in Vlaanderen en 1,7% in Wallonië. De beroepsbevolking heeft sinds het begin van de jaren 90, maar aan een lager tempo, de tendens van de algemene afname van de Brusselse bevolking gevolgd. Zij neemt in de jaren 90' namelijk met 1% af, wat overeenkomt met personen. Dit cijfer stelt het verschil voor tussen de bevolkingsafname van Belgen (-6,8%) en de stijging van het aantal buitenlanders met inwoners. We wijzen er nogmaals op dat het percentage beroepsbevolking berekend wordt op basis van het aantal personen en op basis van hun wil om zich op de arbeidsmarkt te integreren, wat weergegeven wordt door het tewerkstellingspercentage. 3 4 Deze migratiebewegingen bestaan zowel uit immigraties (aankomst in het Gewest) als uit emigraties (vertrek uit het Gewest). Deze migraties kunnen intern zijn, d.w.z. in het land. Zij kunnen ook extern zijn, d.w.z. buiten het land. Dan spelen de relaties met het buitenland een rol. Zie De demografie van Brussel-Hoofdstad van 1977 tot 1996, Dienst voor Gewestelijke Statistiek, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 3

7 Evolutie van de tewerkstellingspercentages Indeling volgens geslacht en leeftijd, te Brussel ( ) Brussel Mannen jaar jaar jaar jaar 65 jaar en + Totaal ,0 58,5 91,8 67,3 4,2 62, ,1 44,7 89,6 53,9 2,1 57, ,7 51,8 88,2 58,3 3,0 59, ,4 43,1 89,7 55,3 3,7 58,9 Vrouwen jaar jaar jaar jaar 65 jaar en + Totaal ,0 56,5 63,8 26,0 1,8 35, ,5 38,1 66,2 25,1 0,7 35, ,1 41,6 70,4 34,2 0,9 39, ,6 39,5 72,4 34,8 1,1 40,9 Bron : MTA + NIS en berekeningen BGDA Indeling tewerkstellingspercentages bij de mannen per gewest op 100,0 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0, jaar jaar jaar jaar 65 jaar en + Totaal Brussel Vl.aanderen Wallonië België De activiteitsgraden van de drie gewesten kennen, sinds 1980, een stijgende evolutie onder vrouwelijke druk. Het is belangrijk op te merken dat de activiteitsgraden bij de mannen in Brussel, volgens de schattingen van het MTA, systematisch lager liggen dan in de rest van het land. In de loop van de jaren 80 zijn ze verder gedaald tot ze in ,9% bedroegen, terwijl deze percentages in Vlaanderen en Wallonië opliepen tot respectievelijk 61,6% en 58,6%. Dit in tegenstelling tot de activiteitsgraden bij de vrouwen die bijzonder hoog liggen in het Brussels Gewest. 4

8 Indeling tewerkstellingspercentages bij de vrouwen per gewest op 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0, jaar jaar jaar jaar 65 jaar en + Totaal Brussel Vlaanderen Wallonië België Wanneer men de activiteitsgraden per leeftijdsgroep bekijkt, ontdekt men nieuwe interregionale verschillen. De activiteitsgraad van de jonge Brusselaars (mannen en vrouwen) bedraagt namelijk 41,2% en ligt dus 16 procentpunten onder het nationale gemiddelde. Dit verschil is in het bijzonder toe te schrijven aan het aantal jongeren uit het hoger onderwijs dat een studie volgt van het lange type, een aantal dat vooral in Brussel belangrijk is. Uit de telling van 1991 blijkt immers dat de Brusselaars, in vergelijking met de Vlamingen en de Walen, de neiging hebben zich op latere leeftijd op de arbeidsmarkt aan te bieden en dus het schoolsysteem later de rug toekeren. Deze bijzonderheid houdt soms een ander fenomeem verborgen waarvan de omvang niet onbelangrijk is; namelijk de onderbreking van de schooltijd die kan leiden tot situaties van uitsluiting zonder enig statuut, noch van tewerkstelling noch van werkloosheid. In omgekeerd zin, liggen de activiteitsgraden van de oudere leeftijdscategorieën hoger in het BHG. In de categorie 50 tot 64 jaar bedraagt het aantal arbeidskrachten 44,6% tegen minder dan 35% in de andere gewesten. Deze situatie houdt verband met de gewestelijke verschillen aangaande het voortijdig verlaten van de arbeidsmarkt. De Brusselse beroepsbevolking wordt gekenmerkt door een grotere gevoeligheid voor demografische veranderingen dan de andere gewesten. Volgens het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid (MTA) hebben de bevolkingsbewegingen die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft gekend, het aantal actieven met 5% doen afnemen. Men mag niet vergeten dat de activiteitsgraad enerzijds afhangt van de demografische structuur van de beroepsbevolking die in de bestudeerde geografische entiteit woont en anderzijds, van de wil om zich op de arbeidsmarkt te integreren. In Brussel compenseert de stijging van de activiteitsgraden bij de vrouwen - percentages die hoger liggen dan in de andere gewesten - minder dan elders de daling van de activiteitsgraden bij de mannen. De toename van de werkgelegenheid voor vrouwen kent immers een zekere achteruitgang in het gewest, terwijl Wallonië en Vlaanderen geleidelijk de activiteitsgraden van de vrouwen uit de hoofdstad inhalen. 5

9 Tewerkstellingspercentages volgens geslacht en nationaliteit in 1991 en 1997 SEB 1991 Brussel Beroepsbevolking Totale bevolking > 15 jaar Tewerkstellingspercentage Mannen ,1 Belgen Vrouwen ,0 Totaal ,9 Mannen ,0 Buitenlanders Vrouwen ,6 Totaal ,6 Mannen ,8 Totaal Vrouwen ,5 Totaal ,4 SEB 1997 Brussel Beroepsbevolking Totale bevolking Tewerkstellingspercentage > 15 jaar Mannen ,3 Belgen Vrouwen ,0 Totaal ,9 Mannen ,6 Buitenlanders Vrouwen ,9 Totaal ,0 Mannen ,0 Totaal Vrouwen ,6 Totaal ,2 Bron: NIS Steekproefenquêtes naar de Beroepsbevolking (SEB), De evolutie van de activiteitsgraden verschilt duidelijk bij Belgen en niet-belgen. Bij de Belgen is er sprake van een lichte stijging, terwijl de niet-belgen een sterke stijging kennen, zowel voor mannen als voor vrouwen. In 1997 lag de activiteitsgraad van de buitenlandse mannelijke bevolking hoger dan dat van de Belgen in het Brussels Gewest. De activiteitsgraden bij de buitenlandse vrouwen, die traditiegetrouw laag liggen, hebben een nog nooit geziene groei gekend die zelfs die van de Belgische vrouwen overtrof. Met een activiteitsgraad van bijna 37% blijken de buitenlandse vrouwen de kloof te dichten die hen van de Belgische vrouwen scheidt. Evolutie van de beroepsbevolking volgens geslacht en gewest Beroepsbevolking per Gewest - Mannen Brussel Vlaanderen Wallonië werkenden werklozen totaal werkenden werklozen totaal werkenden werklozen totaal juni juni juni juni juni juni juni juni ,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 juni 91 98,9 112,1 100,3 100,0 114,3 100,5 99,4 109,5 100,3 juni 92 96,9 124,0 99,7 99,1 131,9 100,3 98,7 123,9 101,0 juni 93 95,3 149,2 100,9 97,7 164,5 100,1 97,1 143,7 101,2 juni 94 93,7 166,9 101,2 96,8 184,7 100,1 96,1 154,7 101,3 juni 95 92,4 174,6 100,9 97,2 176,4 100,2 95,8 157,7 101,3 Bron : MTA. 6

10 Beroepsbevolking per Gewest - Vrouwen Brussel Vlaanderen Wallonië werkenden werklozen totaal werkenden werklozen totaal werkenden werklozen totaal juni juni juni juni juni juni juni juni ,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 juni 91 99,0 109,2 100,3 101,7 102,3 101,8 100,3 105,5 101,2 juni 92 98,2 120,6 101,0 102,1 113,4 103,3 101,2 114,7 103,6 juni 93 99,1 137,2 104,0 102,0 135,6 105,4 100,7 128,1 105,5 juni 94 97,0 147,9 103,5 101,6 147,8 106,3 100,7 133,8 106,5 juni 95 97,0 154,2 104,2 103,3 145,0 107,6 101,8 137,4 108,0 Bron : MTA. Beroepsbevolking per Gewest - Mannen + Vrouwen Brussel Vlaanderen Wallonië werkenden werklozen totaal werkenden werklozen totaal werkenden werklozen totaal juni juni juni juni juni juni juni juni ,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 juni 91 99,0 110,6 100,3 100,7 106,4 101,0 99,8 107,2 100,7 juni 92 97,5 122,2 100,3 100,3 119,8 101,5 99,7 118,5 102,1 juni 93 97,1 143,0 102,3 99,4 145,5 102,3 98,5 134,5 103,0 juni 94 95,2 157,1 102,3 98,7 160,4 102,6 97,9 142,4 103,5 juni 95 94,5 164,0 102,4 99,6 155,7 103,2 98,2 145,8 104,1 Bron : MTA. Bron : MTA Schommelingen : Mannen + Vrouwen Beroepsbevolking Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Verschil 81/95-1,97% 7,01% 6,09% Verschil 90/95 2,42% 3,21% 4,11% Verschil 94/95 0,14% 0,57% 0,61% Samengevat, de Brusselse beroepsbevolking kent op lange termijn een negatieve evolutie (-2%). Nochtans kent Brussel tijdens de jaren 90 een lichte stijging van zijn beroepsbevolking. Deze stijging is grotendeels toe te schrijven aan de toename van de niet-werkenden onder de beroepsbevolking. Terwijl de achteruitgang van de beroepsbevolking, op lange termijn, alleen de werkenden onder de beroepsbevolking treft (-10% sinds 1981), verliezen de mannen bijna 20% aan arbeidskrachten en is er bij de vrouwen sprake van een status-quo. We kunnen bijgevolg stellen dat de lichte toename van de Brusselse beroepsbevolking in de jaren 90 het resultaat is van een langzame vermindering van de negatieve gevolgen van de demografie en van een stijging van de wil van de Brusselse inwoners om zich actief op de arbeidsmarkt te integreren. 7

11 Kwalificatieniveau van de werkende beroepsbevolking Personen met een baan : niveau van het behaalde diploma volgens geslacht en woonplaats Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest A.W. Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Basisonderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger niet-universitair Universitair Totaal Bron: SEB NIS 1996, berekeningen BGDA. Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest In % Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Basisonderwijs 16,5 12,6 14,8 13,8 11,7 13,0 13,3 10,7 12,2 Lager secundair 17,9 17,0 17,5 22,6 15,6 19,8 27,3 21,0 24,7 Hoger secundair 28,6 28,3 28,4 37,6 37,2 37,4 33,5 30,5 32,3 Hoger niet-universitair 13,5 25,8 18,9 17,3 29,2 22,0 14,4 29,8 20,6 Universitair 23,5 16,4 20,4 8,8 6,4 7,8 11,6 8,1 10,2 Totaal Bron: SEB NIS 1996, berekeningen BGDA. Brussel wordt tegelijkertijd gekenmerkt door een belangrijk aantal laaggeschoolde arbeidskrachten 5 en een groot percentage hooggeschoolde arbeidskrachten, terwijl de arbeidskrachten uit de andere gewesten middelmatig geschoold zijn. Hoewel het percentage Brusselse werknemers met een getuigschrift van basisonderwijs in vergelijking met Vlaanderen en Wallonië iets hoger ligt, stelt men vast dat het verschil in de drie gewesten veel groter is wat de actieven met een universitair diploma betreft. Hun aandeel bedraagt namelijk 20% in het BHG tegenover 8% in Vlaanderen en 10% in Wallonië. Het kwalificatieniveau van de arbeidskrachten verschilt duidelijk naargelang het geslacht. Het aantal mannen dat hoogstens over een getuigschrift van basisonderwijs beschikt, ligt immers hoger dan bij de vrouwen en dit geldt voor de drie gewesten. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is het percentage gediplomeerden van het lager secundair onderwijs identiek bij de mannen en de vrouwen, terwijl in het noorden en het zuiden van het land dit percentage hoger ligt bij de mannen. Wat de gediplomeerden van het hoger secundair onderwijs betreft, komen er geen opmerkelijke verschillen voor tussen de werknemers van beide geslachten. De vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de groep werknemers met een diploma van het hoger nietuniversitair onderwijs, en dit in de drie gewesten, maar het is in Brussel dat hun aanwezigheid het grootst is (60%). Bijna een derde van de werkende universitairen is van het vrouwelijke geslacht en hun aantal ligt nog iets hoger in Brussel (35%). Over het algemeen genomen, ligt het kwalificatieniveau van de werkneemsters hoger dan bij hun mannelijke collega s. In Brussel bezit namelijk 42% van de vrouwen die een beroep uitoefenen een diploma van hoger onderwijs (universitair en niet-universitair) tegenover slechts 37% van de mannen. 5 De gegevens betreffende het kwalificatieniveau van de werknemers komen uit de Steekproefenquêtes naar de Beroepsbevolking (SEB) die uitgevoerd werden door het NIS. Deze informatie heeft betrekking op het kwalificatieniveau van de werknemers volgens hun woonplaats. Deze cijfers kunnen bijgevolg niet vergeleken worden met de statistieken van de RSZ aangezien die rekening houden met de tewerkstellingsplaats van de loontrekkenden en niet met hun woonplaats. Bovendien houden de gegevens van de SEB rekening met alle werknemers, of het nu gaat om loontrekkenden of zelfstandigen. 8

12 Brussel onderscheidt zich duidelijk van de andere gewesten dankzij de belangrijke concentratie van werkende universitairen die er wonen. Uit een raming van het kwalificatieniveau van de arbeidskrachten die in het Brussels gewest tewerkgesteld zijn, die gemaakt werd in het kader van een studie voor de UPEDI, blijkt dat in meer dan 50% van de gevallen de werkgever eist dat de werknemers een A1-diploma bezitten, terwijl dit percentage slechts 30% bedraagt in Vlaanderen en in Wallonië. Het pendelverkeer tussen het Brussels Gewest en de rest van het land Een groot aantal pendelaars dat zich naar het BHG begeeft om er te werken, heeft er vroeger gewoond. Sinds de jaren 70, stelt men een afname vast van de Brusselse inwoners ten voordele van de rand rond Brussel. Deze tendens zet zich vandaag de dag minder snel voort. Men stelt vast dat de personen die het meest gevoelig zijn voor het gewestelijk migratieverschijnsel zich in de leeftijdsgroep van 28 tot 35 jaar situeren, een leeftijd die traditiegetrouw verbonden is met het stichten van een gezin. De jonge volwassenen (18-25 jaar) verkiezen het BHG als woonplaats. Deze jonge volwassenen verlaten minder vaak het gewest dan hun oudere collega s en de stadskern oefent een zekere aantrekkingskracht uit op een belangrijk gedeelte van deze leeftijdsgroep die aanvankelijk buiten de stad woonde. Brussel trekt een groot aantal gediplomeerden van het hoger onderwijs aan uit de rest van het land. Men stelt vast dat de bereidheid om langere afstanden af te leggen naar het werk veel groter is naargelang het studieniveau hoger ligt. Gezien de huidige gegevens, is het onmogelijk om de omvang van het binnenkomende pendelverkeer nauwkeurig te bepalen; toch bevatten de Steekproefenquêtes naar de Beroepsbevolking interessante ramingen die echter met de nodige voorzichtigheid moeten worden benaderd. Woonplaats Indeling van de arbeidskrachten tewerkgesteld in het BHG volgens hun woonplaats Schommeling in A.W. Schommeling in % Sec. Tert. Totaal Sec. Tert. Totaal Sec. Tert. Total Sec. Tert. Totaal Brussel ,3% 0,6% -3,5% Vlaanderen ,7% 7,9% 2,9% Wallonië ,1% 3,1% 0,1% België ,3% 3,5% -0,6% Bron: NIS SEB, berekeningen BGDA Het binnenkomende pendelverkeer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest neemt nog steeds toe en stijgt van 53% in 1992 naar 55% in In 1996, wordt iets minder dan één Brusselse arbeidsplaats op twee door een Brusselaar ingenomen (45%). 36% van de banen in het BHG wordt ingenomen door Vlamingen en 19% door Walen. De overgrote meerderheid van de Brusselse inwoners tewerkgesteld in het BHG, is werkzaam in de tertiaire sector (87%). Men stelt vast dat de Brusselse industrie meer arbeidskrachten uit Vlaanderen tewerkstelt dan Brusselse inwoners. De daling van het tewerkstellingsvolume in het Brussels Gewest heeft enkel negatieve gevolgen gehad voor de Brusselse inwoners; het aantal arbeidskrachten afkomstig uit de andere gewesten neemt toe. Dit verschijnsel van het pendelverkeer veroorzaakt concurrentie tussen de arbeidskrachten van de drie gewesten wat de werkgevers toelaat selectiever te werk te gaan ten aanzien van de plaatselijke arbeidskrachten. 6 Er werd geen rekening gehouden met de landbouw gezien het erg kleine belang in het BHG van deze statistische categorie en bijgevolg van alles wat ermee samenhangt. 9

13 2. Evolutie van de binnenlandse tewerkstelling volgens geslacht en gewest 7 De evolutie van de binnenlandse tewerkstelling geeft het werkelijke aantal arbeidsplaatsen weer (zowel van loontrekkenden als van zelfstandigen) dat gecreëerd wordt door de economische activiteit van de ondernemingen die in het gewest gevestigd zijn. De tewerkstelling van de lokale arbeidskrachten is grotendeels afhankelijk van de evolutie van het economisch potentieel van de lokale ondernemingen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan slechts voordeel halen uit de toename van het tewerkstellingsvolume van de ondernemingen die op zijn grondgebied gelegen zijn, op voorwaarde dat deze ondernemingen het aanbod van gewestelijke arbeidskrachten opslorpt. Dit absorptievermogen is kleiner geworden door de concurrentiële druk die uitgaat van de arbeidskrachten die zich in de rand rond Brussel situeren. Deze druk zette zich voort in de loop van de jaren 90 en blijkt vandaag de dag af te nemen. In grote lijnen bestaat de binnenlandse tewerkstelling uit : Alle personen ouder dan 15 jaar die minstens 1 uur per week werken in een onderneming die in het land zelf is gevestigd. We onderscheiden de volgende categorieën : - bezoldigde arbeid (openbare en privé-sector) - onbezoldigde arbeid (zelfstandigen + helpers) Binnenlandse tewerkstelling volgens statuut en Gewest - Mannen nietloontrekkenden Brussel Vlaanderen Wallonië België niet- niet- niet- loontrekkendekendekendekenden loontrek- loontrek- loontrek- totaal loontrek- kenden kenden totaal loontrek- totaal loontrek- kenden juni juni juni juni juni juni juni juni ,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 juni ,8 98,8 99,1 101,2 100,0 100,2 100,5 98,9 99,2 101,0 99,3 99,6 juni 92 99,4 96,7 97,1 101,3 99,2 99,6 100,3 98,0 98,5 100,8 98,1 98,6 juni ,3 95,3 96,0 103,5 97,1 98,2 101,6 95,0 96,4 102,5 95,7 96,9 juni ,6 92,1 93,4 103,4 96,1 97,4 100,2 93,9 95,2 102,2 94,0 95,5 juni ,0 90,9 92,2 106,3 96,6 98,3 99,7 93,5 94,9 103,4 93,8 95,5 Bron : MTA totaal 7 Het MTA heeft voor een klein aantal actieven de tewerkstellingsplaats en de woonplaats niet kunnen lokaliseren. Het is precies dit aantal dat zorgt voor een verschil tussen de schatting op nationaal vlak en de schatting op het vlak van de drie Gewesten. 10

14 Binnenlandse tewerkstelling volgens statuut en Gewest - Vrouwen juni juni juni juni juni juni juni juni ,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 juni ,4 99,3 99,6 102,5 101,8 101,9 101,4 99,9 100,2 102,0 100,7 101,0 juni ,6 99,0 99,2 103,5 102,0 102,3 101,8 101,1 101,3 102,6 101,2 101,4 juni ,7 100,8 101,1 106,5 100,8 101,8 103,5 99,7 100,4 105,1 100,2 101,1 juni 94 98,2 100,1 99,9 103,8 100,8 101,3 102,2 100,0 100,4 102,6 100,4 100,8 juni 95 97,6 100,4 100,0 105,8 102,6 103,2 102,5 101,3 101,6 103,7 101,7 102,1 Bron : MTA totaal Binnenlandse tewerkstelling volgens statuut en Gewest - Mannen + Vrouwen nietloontrekkenden Brussel Vlaanderen Wallonië België niet- niet- niet- loontrekkendekendekendekenden loontrek- loontrek- loontrek- totaal loontrek- kenden kenden totaal loontrek- totaal loontrek- kenden nietloontrekkenden Brussel Vlaanderen Wallonië België niet- niet- niet- loontrekkendekendekendekenden loontrek- loontrek- loontrek- totaal loontrek- kenden kenden totaal loontrek- totaal loontrek- kenden juni juni juni juni juni juni juni juni ,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 juni ,1 99,0 99,3 101,7 100,7 100,9 100,9 99,3 99,6 101,4 99,9 100,1 juni 92 99,9 97,7 98,0 102,2 100,3 100,6 100,9 99,3 99,6 101,5 99,3 99,7 juni ,3 97,7 98,2 104,6 98,5 99,6 102,3 96,9 98,1 103,5 97,5 98,6 juni ,2 95,6 96,2 103,6 97,9 98,9 100,9 96,4 97,3 102,3 96,5 97,6 juni 95 99,0 95,1 95,6 106,1 98,9 100,2 100,8 96,7 97,6 103,6 97,0 98,1 Bron : MTA totaal De binnenlandse tewerkstelling is tussen 1990 en 1995 met 1,9% gestegen. De werkgelegenheid die tijdens de jaren 80 werd gecreëerd, heeft een tragere groei van het tewerkstellingsvolume niet kunnen verhinderen. Deze evolutie wordt gekenmerkt door tendensen die een doorslaggevende rol spelen bij de veranderingen op de arbeidsmarkt, waarvan de meest opvallende enerzijds het toenemend aantal vrouwen op de arbeidsmarkt en anderzijds de groei van de onbezoldigde arbeid zijn. Hoewel deze tendensen kenmerkend zijn voor heel het land, verschilt hun invloed van gewest tot gewest. Over het geheel genomen, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, tussen 1981 en 1995, 5,5% ingeboet op het vlak van de binnenlandse tewerkstelling terwijl Wallonië een daling kende van 3,9% en de binnenlandse tewerkstelling in Vlaanderen zelfs met bijna 9% steeg. Door deze toestand, verliest Brussel aan belang wat het totale aantal beschikbare arbeidsplaatsen in België betreft. Tussen 1990 en 1995 kende de bezoldigde arbeid in Brussel een sterkere achteruitgang (-4,9%) dan in de andere gewesten van het land. De achteruitgang van het aantal mannelijke arbeidskrachten, een fenomeen dat zich zowel in het noorden als in het zuiden van het land voordoet, is erg opvallend in het Waals en het Brussels Gewest, waar de verliezen sinds 1990 respectievelijk 6,5% en 9,1% bedragen. 11

15 Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft vooral de gevolgen van de ongunstige conjunctuur in het begin van de jaren 90 slecht weten te trotseren. Terwijl in Vlaanderen en Wallonië sinds 1995 een lichte stijging van de werkgelegenheid wordt genoteerd, kent de toestand in Brussel weinig verbetering. De werkgelegenheid voor vrouwen neemt in de drie gewesten verder toe, maar deze groei ligt tweemaal lager in het Brussels Gewest dan in de rest van het land. Deze trage groei van de werkgelegenheid voor vrouwen in het BHG wordt enerzijds verklaard door het groot aantal vrouwen dat al tewerkgesteld is op de Brusselse arbeidsmarkt en anderzijds door het percentage deeltijdse arbeid dat relatief laag ligt in het gewest. De zelfstandige arbeid kende tijdens de jaren 80 in Brussel een onophoudelijke groei. In de jaren 90, neemt deze tendens af. Terwijl het volume van de zelfstandige arbeid zich eerder stabiliseert en zelfs afneemt in Brussel, blijft het verder stijgen in het Vlaams en Waals Gewest. Percentage deeltijdse arbeid Brussel België Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal ,3 17,7 9,0 2,0 17,7 7, ,6 18,4 10,4 2,0 23,2 10, ,2 20,7 11,9 2,9 29,2 13, ,8 20,7 12,8 3,1 30,0 14,2 Bron: MTA; basis NIS De stijging van de deeltijdse arbeid verschilt naargelang het gewest en is het laagst in Brussel, waar men tussen 1983 en 1996 een stijging van 3,8% vaststelt. In 1995 bedroeg de deeltijdse arbeid onder vrouwen 20,7% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, terwijl hij meer dan 30% in de andere gewesten bedroeg. In 1996 ligt het percentage deeltijdse arbeid (mannen en vrouwen) in het BHG iets lager dan in de rest van het land, hetzij 12,8%, terwijl deze twee percentages identiek waren in De meer gematigde groei van de deeltijdse arbeid onder de vrouwen in Brussel blijkt te hebben bijgedragen tot een nog grotere kloof tussen de hoofdstad en de andere gewesten. Men mag niet vergeten dat Brussel gekenmerkt wordt door een vrij belangrijk aantal mannelijke deeltijdse arbeiders, dat rond de 25% ligt. De zwakke groei van de deeltijdse arbeid in het gewest kan onder andere verklaard worden door de socio-familiale structuur van de Brusselse gezinnen. Het grote aantal alleenstaanden of gezinnen met één inkomen evenals het hoge kwalificatieniveau van de werkneemsters in Brussel, zijn immers factoren die de Brusselse inwoners aansporen om een voltijdse baan te zoeken. 12

16 Indeling van de binnenlandse tewerkstelling per nijverheidstak in het BHG Absolute waarden (30 juni 1995) Niet-loontrekkenden Loontrekkenden Totaal NACEBEL Zelfstandigetrekkenden sector sector kenden tewerkstelling Niet-loon- Privé Openbare Loontrek- Binnenlandse Helpers Landbouw + visserij Winning van delfstoffen Industrie Elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Groot- en kleinhandel; reparatie Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Onroer. goed., verhuur en diensten Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeenschapsvoorzien., sociaalculturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Onnauwkeurig bepaalde activiteiten Totaal Bron : MTA Relatieve waarden (30 juni 1995) Niet-loontrekkenden Loontrekkenden Totaal NACEBEL Zelfstandigetrekkenden sector sector kenden tewerkstelling Niet-loon- Privé Openbare Loontrek- Binnenlandse Helpers Landbouw + visserij 0,22 0,14 0,15 0,09 0,00 0,06 0,07 Winning van delfstoffen 0,06 0,04 0,04 0,02 0,00 0,01 0,02 Industrie 9,00 6,02 6,61 13,37 0,22 8,34 8,11 Elektriciteit, gas en water 0,02 0,05 0,04 1,14 0,63 0,94 0,82 Bouwnijverheid 6,42 6,06 6,13 5,01 1,27 3,58 3,93 Groot- en kleinhandel; reparatie 49,32 26,87 31,29 18,32 0,00 11,32 14,05 Horeca 12,14 6,58 7,68 3,70 0,02 2,30 3,03 Vervoer, opslag en communicatie 1,71 3,21 2,91 2,95 15,15 7,61 6,97 Financiële instellingen 1,62 0,78 0,95 16,55 5,05 12,16 10,63 Onroer. goed., verhuur en diensten 5,99 28,36 23,95 14,86 1,19 9,64 11,59 Openbaar bestuur 0,29 0,08 0,12 1,41 38,08 15,41 13,33 Onderwijs 0,37 1,18 1,02 1,68 19,03 8,31 7,31 Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 7,33 10,26 9,68 6,92 9,63 7,95 8,19 Gemeenschapsvoorzien., sociaalculturele en persoonlijke diensten 5,19 10,33 9,32 5,83 4,38 5,28 5,83 Particuliere huishoudens met werknemers 0,32 0,03 0,09 8,15 0,00 5,04 4,36 Onnauwkeurig bepaalde activiteiten 0,00 0,01 0,01 0,00 5,36 2,05 1,77 Totaal Bron : MTA De structuur van de onbezoldigde arbeid per nijverheidstak wijst erop dat de onbezoldigde arbeid een meer uitgesproken tertiair karakter heeft dan de bezoldigde arbeid. De belangrijkste nijverheidstak van de zelfstandigen en de helpers blijft de "Groot- en kleinhandel" (31,3%), gevolgd door "Onroerende goederen, verhuur en diensten aan de bedrijven" (24%), "Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening" (9,7%), "Gemeenschapsvoorzieningen" (9,3%) en "Horeca" (7,8%), hetzij in totaal 81,9% van de onbezoldigde arbeid in het BHG. 13

17 3. Evolutie van de bezoldigde arbeid volgens statuut, per geslacht en gewest 8 We komen niet meer terug op de algemene kenmerken van de bezoldigde arbeid 9 in België en in Brussel. Dit deel besteedt aandacht aan de werkgelegenheid volgens het statuut, de sector en de grootte van de inrichtingen. Evolutie van de handarbeiders en hoofdarbeiders Handarbeiders Verschil 90/96 Verschil 95/96 Juni 90 Juni 95 Juni 96 in A.W. in % in A.W. in % M , ,80 Brussel V , ,82 T , ,51 M , ,47 Vlaanderen V , ,21 T , ,01 M , ,68 Wallonië V , ,14 T , ,45 M , ,73 België V , ,23 T , ,45 Bron : RSZ Hoofdarbeiders Verschil 90/96 Verschil 95/96 Juni 90 Juni 95 Juni 96 in A.W. in % in A.W. in % M , ,12 Brussel V , ,39 T , ,25 M , ,29 Vlaanderen V , ,91 T , ,08 M , ,06 Wallonië V , ,82 T , ,45 M , ,19 België V , ,28 T , ,73 Bron : RSZ 8 9 Bron : RSZ - Uitgezonderd zeemannen van de koopvaardijvloot en binnenschippers. De bruto gegevens van de RSZ verschillen van de schatting van de bezoldigde arbeid uitgevoerd door het MTA en kunnen bijgevolg niet met elkaar vergeleken worden. 14

18 Handarbeiders + Hoofdarbeiders Verschil 90/96 Verschil 95/96 Juni 90 Juni 95 Juni 96 in A.W. in % in A.W. in % M , ,63 Brussel V , ,51 T , ,57 M , ,11 Vlaanderen V , ,69 T , ,60 M , ,29 Wallonië V , ,66 T , ,11 M , ,24 België V , ,99 T , ,27 Bron : RSZ Wanneer we de arbeidsverdeling tussen hoofd- en handarbeiders bekijken, stellen we duidelijke verschillen vast tussen Brussel en de rest van het land. Terwijl de hoofdarbeid in Vlaanderen en Wallonië verder stijgt, stellen we in Brussel tussen 1990 en 1996 een stagnering en zelfs een lichte daling (-0,74%) vast. Wat de handenarbeid betreft, die verliest tijdens dezelfde periode 15,9% aan arbeidskrachten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, terwijl dit verlies in de rest van het land 4,6% bedraagt. Brussel onderscheidt zich van de andere gewesten door het grote aantal banen voor hoofdarbeiders (79%), een aantal waarvan het relatieve belang in de totale werkgelegenheid (handen- en hoofdarbeid) blijft stijgen. Dit gaat de facto gepaard met een daling van het aantal banen voor handarbeiders. Deze tendensen vinden we, zij het in mindere mate, ook in de andere gewesten terug. Sectorale indeling van de handarbeiders en hoofdarbeiders in het BHG I II III Totaal I II III Totaal A.W. A.W. % R A.W. % R A.W. % K A.W. A.W. % R A.W. % R A.W. % K M Handarbeiders V T , ,3 M Hoofdarbeiders V T , ,7 M Totaal V T Bron : RSZ, berekeningen BGDA. I = Primaire sector, II = Secundaire sector, III = Tertiaire sector. Wanneer we de verdeling van de hand- en hoofdarbeiders per sector analyseren, dan stellen we vast dat in 1996 in het Brussels gewest 52% van de werknemers uit de secundaire sector handarbeiders zijn, terwijl hun aantal in % bedroeg. De secundaire sector begint zich meer en meer te profileren als een sector van hoofdarbeid. De meerderheid van de handarbeiders (71% tegen 64% in 1990) zijn in de tertiaire sector tewerkgesteld - hoewel deze groep binnen deze sector in de minderheid is - en het ziet ernaar uit dat dit percentage verder blijft toenemen. 15

19 Wanneer we een onderscheid maken tussen de vrouwelijke en mannelijke arbeidskrachten binnen de secundaire sector, zien we dat de grote meerderheid van de arbeidskrachten, zowel hand- als hoofdarbeiders, mannen zijn (respectievelijk 89% en 70%). De tertiaire sector met een groot aantal hoofdarbeiders telt onder zijn werknemers, in vergelijking met de secundaire sector, een belangrijk aantal vrouwen (49% van de hoofdarbeiders in deze sector zijn vrouwen). Toch vindt men ook onder de handarbeiders een niet te verwaarlozen aantal vrouwen, zij vertegenwoordigen 44% binnen deze sector. Evolutie volgens geslacht en gewest van de werknemers uit de privé- en openbare sector De negatieve evolutie van de bezoldigde arbeid in het BHG in de loop van de jaren 90 komt voort uit de privé-sector waar het aantal arbeidskrachten daalt met meer dan personen in 6 jaar tijd, hetzij een verlies van 11,2%. Vooral het aantal mannelijke arbeidskrachten neemt af (-14,1%). Het aantal vrouwelijke loontrekkenden tewerkgesteld in de privé-sector stijgt in heel het land, behalve in het Brussels gewest waar het verlies 7% bedraagt. Privé-sector Verschil 90/96 Verschil 95/96 Juni 90 Juni 95 Juni 96 in A.W. in % in A.W. in % M , ,65 Brussel V , ,43 T , ,56 M , ,90 Vlaanderen V , ,60 T , ,52 M , ,47 Wallonië V , ,87 T , ,03 M , ,36 België V , ,66 T , ,85 Bron : RSZ Openbare sector Verschil 90/96 Verschil 95/96 Juni 90 Juni 95 Juni 96 in A.W. in % in A.W. in % M , ,59 Brussel V , ,62 T , ,60 M , ,59 Vlaanderen V , ,28 T , ,01 M , ,06 Wallonië V , ,41 T , ,23 M , ,79 België V , ,13 T , ,99 Bron : RSZ De daling van de bezoldigde arbeid is hoofdzakelijk het resultaat van de achteruitgang van de privésector. De schommelingen 90/96 tonen aan dat de werkgelegenheid in de openbare sector licht stijgt maar geen compensatie vormt voor de daling van de werkgelegenheid in de privé-sector. De werkgelegenheid in de openbare sector van het BHG kent een positieve evolutie (+8,2%) hoewel die evolutie minder uitgesproken is dan in het Waals gewest (+9%). In absolute waarden uitgedrukt, was de groei van de werkgelegenheid in de openbare sector van de hoofdstad even gunstig voor mannen als voor vrouwen. 16

20 Evolutie van het aantal werknemers en ondernemingen volgens de grootte van de inrichting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in België Aantal werknemers volgens de grootte van de inrichting Verschil 90/96 Verschil 95/96 Grootte van de ondernemingen Juni 90 Juni 95 Juni 96 in A.W. in % in A.W. in % < , , , , , , , ,70 KMO (<50) , ,43 Brussel , , , , , ,00 > , ,86 > , ,99 Totaal , ,57 < , , , , , , , ,22 KMO (<50) , ,43 België , , , , , ,93 > , ,32 > , ,51 Totaal , ,27 Bron : RSZ Evolutie van het aantal inrichtingen volgens grootte Verschil 90/96 Verschil 95/96 Grootte van de ondernemingen Juni 90 Juni 95 Juni 96 in A.W. in % in A.W. in % < , , , , , , ,61 1 0,05 KMO (<50) , ,16 Brussel , , , , , > , ,17 > , ,44 Totaal , ,13 < , , , , , , , ,02 KMO (<50) , ,87 België , , , , , ,64 > , ,31 > , ,19 Totaal , ,85 Bron : RSZ Uit de statistieken betreffende het aantal werknemers en het aantal ondernemingen volgens grootte blijkt het volgende : 17

21 - Het relatief aantal KMO's in het Brussels gewest wordt gekenmerkt door een zekere stabiliteit aangezien het aantal nog steeds ±95% bedraagt van het totale aantal inrichtingen voor een aantal tewerkgestelde arbeidskrachten dat overeenkomt met 30%. Wat België betreft, bestaat 96% van het totale aantal inrichtingen uit KMO s die in juni 96 meer dan 40% van de loontrekkenden van heel het land tewerkstelden. - Terwijl tussen 90 en 96 het aantal KMO s met bijna 6% in heel het land stijgt, daalt hun aantal met 2,9% in het BHG, met als gevolg een daling van 4,8% van het aantal werknemers dat tewerkgesteld is in inrichtingen van minder dan 50 personen. - De toestand van de Brusselse KMO s verbetert enigszins vanaf 1996, het jaar waarin hun aantal niet meer verder afneemt. De werkgelegenheid kent er opnieuw een positieve evolutie (+0,43%). De toestand is enigszins anders voor de "ondernemingen" van meer dan 50 personen. Met uitzondering van de inrichtingen die meer dan 999 personen tewerkstellen, kennen zij een stijging van meer dan 60 eenheden, maar we zien vooral dat zij tijdens de bestudeerde periode meer dan banen hebben gecreëerd. In totaal hebben de inrichtingen van meer dan 50 personen twee keer meer werkgelegenheid verloren dan de KMO s en dit vanwege de grootste inrichtingen (> 999). - Tussen 1990 en 1996 kenden de inrichtingen van meer dan 999 werknemers een erg negatieve evolutie. De daling bedroeg 11 eenheden, of bijna zo n personen, hetzij meer dan een derde van de banen die in België in dit soort inrichtingen verloren ging. Of hun aantal nu stijgt of daalt, sinds het begin van de jaren 90, stellen we een ophoudelijke daling vast van het personeel uit de grote inrichtingen die in het gewest gevestigd zijn. - Vanaf 1995 zijn de gevolgen van de conjunctuurverbetering merkbaar. Die waren vooral positief voor de kleine ondernemingen. Voor de grotere ondernemingen blijft de balans tussen 1995 en 1996 over het algemeen negatief, vooral wat de verliezen ( banen), geleden door de ondernemingen van meer dan 999 personen, betreft. 18

22 Evolutie van het aantal loontrekkenden per activiteitenklasse in het BHG Activiteitenklasse Verschil 92/96 Schommeling Relatief aandeel Aandeel Brussel/ België Landbouw, bosbouw en visserij ,43 0,06 1,89 Winning van delfstoffen waaronder: ,53 0,01 1,03 - winning van energiehoudende delfstoffen 1-1 0,00 0,00 - winning van niet energiehoudende delfstof ,86 0,01 1,39 Industrie waaronder : ,91 7,66 6,53 - vervaardiging van voedingsmiddelen ,28 0,94 6,04 - tabak ,53 0,16 25,28 - textiel ,70 0,06 0,64 - kleding en bont ,74 0,24 6,62 - leer en schoeisel ,28 0,06 10,13 - hout en artikelen van hout ,51 0,06 2,72 - papier en karton ,79 0,15 5,18 - uitgeverijen en drukkerijen ,25 1,20 20,57 - cokes en geraffineerde aardolieproducten ,04 0,01 1,41 - chemische nijverheid ,79 0,99 7,88 - rubber en kunststof ,09 0,06 1,38 - overige niet-metaalhoudende minerale producten ,20 0,22 3,52 - metallurgie en vervaardiging van producten van metaal ,05 0,79 4,38 - machines, apparaten en werktuigen ,00 0,53 7,04 - elektrische en elektronische apparaten en instrumenten ,94 0,48 6,00 - med. app., precisie- en optische instrum. en uurwerken ,34 0,16 12,64 - transportmiddelen ,60 1,33 10,59 - meubels en overige industrie ,90 0,20 3,82 - recuperatie ,97 0,02 3,64 Elektriciteit, gas en water ,08 0,85 16,53 Bouwnijverheid ,09 3,17 8,99 Totaal secundair ,24 11,69 7,37 Handel en reparatie ,32 12,61 17,35 Hotels en restaurants ,08 3,49 19,99 Vervoer, opslag en communicatie ,55 7,42 18,34 Financiële instellingen ,80 11,46 48,67 Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven ,11 13,09 28,98 Openbaar bestuur ,02 15,85 28,27 Onderwijs ,35 9,34 14,47 Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening ,56 8,00 14,02 Gemeenschapsvoorzien., sociaal-cult. en pers. diensten ,41 5,16 25,74 Overige ,94 1,82 36,78 Totaal tertiair ,15 88,25 21,95 Totaal ,42 100,00 17,74 Bron : RSZ De tertiaire sector neemt een centrale plaats in binnen de Belgische economie en neemt 88% van de bezoldigde arbeid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn rekening. De belangrijkste nijverheidstakken inzake werkgelegenheid in de hoofdstad zijn het openbaar bestuur, onroerende goederen en diensten aan bedrijven, handel en financiële instellingen. Deze vier nijverheidstakken dekken samen 53% van de bezoldigde arbeid te Brussel. De afname van de bezoldigde arbeid in het gewest (-2,4% sinds 1992) verschilt naargelang de nijverheidstak. De achteruitgang van de tewerkstelling treft hoofdzakelijk de secundaire sector, vermits deze in vijf jaar tijd 18% aan arbeidskrachten heeft verloren. Vooral de industrie, die bijna arbeidskrachten verliest, en de nijverheidstak bouwnijverheid, die een daling kent van 17% aan arbeidsplaatsen, hebben erg te lijden onder deze tendens. Door de lichte groei (+0,1%) binnen de Brusselse tertiaire sector zijn de verschillen tussen de nijverheidstakken onderling niet meer merkbaar. Wat de nijverheidstakken met een positieve evolutie betreft, onthouden we vooral de nijverheidstak vervoer die de grootste stijging noteert (+24%) evenals de horeca die een toename van 8% kent. De werkgelegenheid neemt eveneens toe in de sectoren onderwijs (+11%) en gezondheidszorg (+9%). We stellen echter een daling van de werkgelegenheid vast in de nijverheidstakken handel en reparatie (-14%), onroerende goederen en diensten aan bedrijven (-6%) en in de financiële instellingen (-5%). 19

23 Naast de negatieve evolutie van de werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, stelt men een gestage groei vast van de tertiaire activiteiten in de omliggende rand (Waals- en Vlaams-Brabant), waar vooral de sector onroerende goederen en diensten aan bedrijven in volle ontwikkeling is. Deze twee verschijnselen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en zijn afhankelijk van de uitbreiding van het economisch aantrekkelijke gebied van de hoofdstad in verhouding tot haar institutionele afbakening. De verschuiving van een gedeelte van de Brusselse bevolking naar de rand van de stad heeft namelijk een gedeelte van de economische activiteit met zich meegenomen. Dit "centrifugeverschijnsel" heeft grote economische gevolgen gehad voor deze entiteiten omdat de personen die naar de rand emigreerden, deel uitmaakten van socio-economische klassen met een gemiddeld tot hoog inkomen. Evolutie van de bezoldigde arbeid en van het aantal inrichtingen sinds 1990 per gemeente Bezoldigde arbeid Bezoldigde arbeid op 30 juni Verschil Verschil in A.W. in A.W. in % in A.W. in % Anderlecht , ,9 Oudergem , ,0 Sint-Agatha-Berchem ,8 25 0,6 Brussel , ,5 Etterbeek , ,6 Evere , ,4 Vorst , ,0 Ganshoren , ,9 Elsene , ,2 Jette ,1 48 0,5 Koekelberg , ,4 Sint-Jans-Molenbeek , ,8 Sint-Gillis , ,5 Sint-Joost-ten-Noode ,8 10 0,1 Schaarbeek , ,0 Ukkel , ,5 Watermaal-Bosvoorde , ,0 Sint-Lambrechts-Woluwe , ,7 Sint-Pieters-Woluwe , ,1 Totaal BHG , ,6 Bron : RSZ Inrichtingen Bezoldigde arbeid op 30 juni Verschil Verschil in A.W. in A.W. in % in A.W. in % Anderlecht ,9 12 0,5 Oudergem ,8-8 -1,0 Sint-Agatha-Berchem , ,9 Brussel , ,4 Etterbeek ,6 13 0,9 Evere ,7 4 0,6 Vorst ,1 24 2,0 Ganshoren ,8-4 -1,0 Elsene , ,7 Jette ,9 6 0,7 Koekelberg , ,9 Sint-Jans-Molenbeek ,6 14 1,0 Sint-Gillis , ,0 Sint-Joost-ten-Noode , ,7 Schaarbeek , ,4 Ukkel , ,8 Watermaal-Bosvoorde , ,9 Sint-Lambrechts-Woluwe ,1 24 1,6 Sint-Pieters-Woluwe ,6 17 1,5 Totaal BHG ,6 42 0,1 Bron : RSZ 20

24 De verdeling van de bezoldigde arbeid over de 19 gemeenten van het Gewest vertoont grote verschillen. Deze verschillen komen zowel voort uit objectieve criteria, zoals de oppervlakte van de gemeente, als uit historische criteria die verband houden met de ontwikkeling van de economische activiteiten in de hoofdstad (de administratieve diensten waren gegroepeerd in het stadscentrum, de vervuilende industriële activiteiten langs het kanaal, de hoogste percentages handarbeiders zijn terug te vinden in de gemeenten die zich in het westen van het BHG situeren). Het is dus geen wonder dat men tot de vaststelling komt dat de gemeente Brussel-stad het grootste aandeel van de bezoldigde arbeid voor haar rekening neemt (42%). Gevolgd door, maar met duidelijk lagere percentages, de gemeenten Anderlecht, Elsene en Schaarbeek. Het is interessant op te merken dat al deze gemeenten (behalve Anderlecht +9,8%) sinds 1990 loontrekkenden verliezen. Dit in tegenstelling tot een groot aantal gemeenten gelegen in de tweede ring rond Brussel (hoofdzakelijk ten oosten van het gewest) waar het aantal loontrekkenden toeneemt (Sint-Lambrechts-Woluwe, Oudergem, Evere, Jette). Deze laatste kennen een meer recente economische ontwikkeling en oefenen een zekere aantrekkingskracht uit, of het nu gaat om beschikbare ruimte (nieuwe zones, etc.), goede bereikbaarheid of milieucriteria. Het is symbolisch gezien niet meer belangrijk om zijn maatschappelijke zetel in het stadscentrum te vestigen, vooral wat de nieuwe dienstverlenende bedrijven betreft. Anderzijds ziet men dat de registratie en de evolutie van het aantal inrichtingen dezelfde tendens volgt als die van de bezoldigde arbeid. Er doet zich dus een echte interregionale verschuiving voor van de activiteit. Indeling van de hand- en hoofdarbeiders per gemeente volgens NACE2 op 30 juni 1996 landbouw, bosbouw en visserij winning van delfstoffen industrie productie en distributie van elektriciteit, gas en water bouwnijverheid groot- en kleinhandel hotels en restaurants Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg Sint-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Noode Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Totaal BHC België Bron : RSZ vervoer en communicatie financiële instellingen onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven openbaar bestuur onderwijs gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening gemeenschapsvoorzieningen, sociaalculturele en persoonlijke diensten particuliere huishoudens met werknemers extraterritoriale organisaties en lichamen Totaal 21

25 4. De werkloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Evolutie van de gewestelijke werkloosheidsgraad Brussel Vlaanderen Wallonië Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Juni 90 10,3 12,7 11,4 3,7 10,3 6,4 8,9 17,5 12,5 Juni 94 17,0 18,1 17,5 6,8 14,2 10,0 13,6 21,9 17,2 Juni 95 17,9 18,7 18,3 6,5 13,8 9,6 13,8 22,2 17,5 Bron : MTA De werkloosheidsgraad in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is voor het ogenblik het hoogste van het land wegens een achteruitgang, die niet te vergelijken is met de andere gewesten, van de werkloosheidsgraad bij mannen. Verhoudingsgewijs is dit percentage in mindere mate een gevolg van een daling van het aantal werkende actieven onder de mannen maar eerder een gevolg van een sterke toename van het aantal werkzoekenden. Gewestelijke evolutie van de niet-werkende werkzoekenden per categorie (jaargemiddelden) Brussels Gewest M V T M V T M V T UVW s Jongeren in wachttijd Vrij ingeschreven WZ Overige niet-werkende WZ Totaal niet-werkende WZ Bron : BGDA Brussels Gewest Verschil 90/97 Verschil 96/96 M V T M V T UVW s Jongeren in wachttijd Vrij ingeschreven WZ Overige niet-werkende WZ Totaal niet-werkende WZ Bron : BGDA 22

26 Niet-werkende werkzoekenden waaronder UVW's per leeftijdsgroep en geslacht sinds 1990 (jaargemiddelden) Mannen Leeftijdsgroep Waarden 1990 Waarden 1996 Waarden 1997 Verschil in % Verschil in % NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s - 25 jaar ,5% 52,7% 0,1% -2,7% jaar ,4% 81,4% 4,5% 1,7% jaar ,7% 69,8% 5,8% 3,3% 50 jaar en ,8% -36,8% -18,2% -24,0% Totaal ,2% 48,6% 1,5% -1,7% Vrouwen Leeftijdsgroep Waarden 1990 Waarden 1996 Waarden 1997 Verschil in % Verschil in % NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s - 25 jaar ,3% 32,7% 1,1% -0,8% jaar ,9% 50,2% 3,9% 1,8% jaar ,4% 55,4% 5,6% 3,5% 50 jaar en ,8% -27,6% -22,2% -26,0% Totaal ,8% 37,8% 1,5% -0,9% Totaal Leeftijdsgroep Waarden 1990 Waarden 1996 Waarden 1997 Verschil in % Verschil in % NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s - 25 jaar ,2% 41,3% 0,6% -1,7% jaar ,0% 63,8% 4,2% 1,8% jaar ,4% 62,5% 5,7% 3,4% 50 jaar en ,0% -33,1% -20,0% -24,9% Totaal ,7% 42,9% 1,5% -1,3% Bron: BGDA Terwijl tijdens de eerste helft van de jaren 90, het aantal NWWZ en UVW's met respectievelijk 66,7% en 42,9% (verschil 90-97) is gestegen, wordt het jaar 97 gekenmerkt door een andere evolutie : men stelt vast dat in de loop van het jaar daarvoor, de Brusselse werkloosheid met zo'n -1,3% begint te dalen terwijl de NWWZ nog een stijging van 1,5% kennen van. De daling van het totaal aantal UVW's onder de grens van personen, kan in het bijzonder worden toegeschreven aan een conjunctuurschommeling die, over het algemeen, gunstigere gevolgen heeft voor mannen dan vrouwen. Men stelt namelijk vast dat de daling van de werkloosheid bij mannen (-1,7%, hetzij -502 personen) dubbel zo groot is als die bij hun vrouwelijke collega s (-0,9%, hetzij -271 personen). Men dient wel te verstaan geen rekening te houden met de aanpassing van de wetgeving uit 1996 die leidde tot een werkloosheidsduurvermindering die vereist was om oudere werklozen van het statuut van WZ vrij te stellen. De gevolgen hiervan zijn in 1997 nog steeds merkbaar. De werkloosheidsstructuur per leeftijdsgroep geeft ons als bijkomende informatie dat het hoofdzakelijk de jonge mannen zijn die het totale aantal Brusselse UVW's doet afnemen. Anderzijds stelt men globaal vast dat de werkloosheid onder de jongeren veel meer afneemt dan de vastgestelde daling van de werkloosheid in het algemeen. Bovendien gaat het om de enige leeftijdsgroep die een daling kent tijdens de periode 96-97, los van de werklozen van 50 jaar en ouder. 23

27 Niet-werkende werkzoekenden waaronder UVW's volgens werkloosheidsduur sinds 1990 (jaargemiddelden) Werkloosheidsduur Waarden 1990 Waarden 1996 Waarden 1997 Verschil in % Verschil in % NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s - 1 jaar ,4% 16,7% 0,0% -1,7% 1 jaar - 2 jaar ,1% 61,2% -3,7% -8,6% 2 jaar - 5 jaar ,9% 117,5% 2,2% -1,4% 5 jaar en ,6% 8,8% 12,2% 10,0% Totaal ,7% 42,9% 1,5% -1,3% Bron : BGDA De werkloosheidscijfers volgens werkloosheidsduur tonen voor het jaar 97 bemoedigende resultaten voor de categorie UVW's. De daling van de langdurige werkloosheid, die veelbelovend is voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt gedeeltelijk verklaard door de in Brussel verwachte gevolgen van het "Banenplan" dat op federaal vlak werd ingevoerd. Terwijl de categorie werklozen van 2 tot 5 jaar daalt met 1,4%, blijkt de maatregel eerder vruchten te hebben afgeworpen op het vlak van de werkloosheid van middellange duur (1 tot 2 jaar) die vorig jaar een daling van bijna 9% kende. Nochtans is deze groep van UVW's over het algemeen terug te vinden in de langdurige werkloosheid. Bovendien blijkt dat deze daling meer mannen dan vrouwen treft. De categorieën werkloosheid van middellange en lange duur blijven echter een belangrijke plaats innemen in het geheel van de Brusselse werkloosheid. Een meer zorgwekkende vaststelling is de volgende : uit de hier afgebeelde tabellen blijkt dat in de categorie met het hoogste percentage werklozen van meer dan 5 jaar (+8,8% tussen 1990 en 1997, en +10% van 1996 tot 1997) het de vrouwen zijn die het sterkst in aantal zijn toegenomen wanneer we hun evolutie sinds 1990 bekijken. De werkloosheid van korte duur daalt met 1,7%, hoofdzakelijk in het voordeel van de mannen (-2,1%). Wat de NWWZ betreft, hun toename wordt hier uitgelegd door de stijging van de werkloosheid van lange en zeer lange duur. Het aantal NWWZ van minder dan een jaar verandert niet. Met andere woorden, enkel de NWWZ van 1 tot 2 jaar lieten sinds 1996 een daling van hun arbeidskrachten noteren, namelijk met 3,7%. 24

28 UVW's volgens studieniveau en leeftijd Absolute waarden (december 97 )10 ) Gevolgde studies - 25 jaar jaar 50 jaar en + Totaal Basisonderwijs (voltooid of niet) Voltijds secundair onderwijs Getuigschrift van lager secundair onderwijs Bekwaamheidsdiploma van het 4de of 5de jaar van vervolm. of special. van het technisch of artistiek sec. ond Bekwaamheidsdiploma van het 4de of 5de jaar van vervolm. of special. van het sec. beroepsonderwijs Getuigschrift van het hoger secundair onderwijs Bekwaamheidsdiploma van het 6de of 7de jaar, van vervolm. of special. van het technisch of artistiek sec. ond Bekwaamheidsdiploma van het 6de of 7de jaar, van vervolm. of special. van het sec. beroepsonderwijs Aanvullend beroepsonderwijs Onderwijs voor sociale promotie Lager Technisch Beroeps Hoger Technisch Beroeps Totaal secundair Hoger onderwijs 1ste graad - korte type de graad de graad- lange type Universitair Totaal hoger onderwijs Voltooide opleiding Overige studies Algemeen totaal Verschillen (december 90-97) Gevolgde studies - 25 jaar jaar 50 jaar en + Totaal A.W. % A.W. % A.W. % A.W. % Basisonderwijs (voltooid of niet) -70-3, , , ,7 Voltijds secundair onderwijs Getuigschrift van lager secundair onderwijs , , , ,3 Bekwaamheidsdiploma van het 4de of 5de jaar van vervolm. of special. van het technisch of artistiek sec. ond. 15 6, , , ,0 Bekwaamheidsdiploma van het 4de of 5de jaar van vervolm. of special. van het sec. beroepsonderwijs , , , ,7 Getuigschrift van het hoger secundair onderwijs , ,2-7 -1, ,7 Bekwaamheidsdiploma van het 6de of 7de jaar, van vervolm. of special. van het technisch of artistiek sec. ond , ,6 16 8, ,5 Bekwaamheidsdiploma van het 6de of 7de jaar, van vervolm. of special. van het sec. beroepsonderwijs , , , ,5 Aanvullend beroepsonderwijs 2 200, ,0 3 60, ,2 Onderwijs voor sociale promotie Lager Technisch -1-50, , ,3 8 13,1 Beroeps , , , ,6 Hoger Technisch 6 300, , , ,0 Beroeps 0 0, ,3 0 0, ,7 Totaal secundair , , , ,4 Hoger onderwijs 1ste graad - korte type 62 32, , , ,7 2de graad 2 25, ,2 5 18, ,1 3de graad- lange type 10 47, ,7 7 13, ,7 Universitair 0 0, , , ,9 Totaal hoger onderwijs 74 24, , , ,1 Voltooide opleiding -16-8, , , ,3 Overige studies , , , ,2 Algemeen totaal , , , ,3 10 De cijfers in jaargemiddelden verschillen van de maandelijkse cijfers en zijn dus onvergelijkbaar. 25

29 Verschillen (december 96-97) Gevolgde studies - 25 jaar jaar 50 jaar en + Totaal A.W. % A.W. % A.W. % A.W. % Basisonderwijs (voltooid of niet) , , , ,5 Voltijds secundair onderwijs Getuigschrift van lager secundair onderwijs 13 1, , , ,7 Bekwaamheidsdiploma van het 4de of 5de jaar van vervolm. of special. van het technisch of artistiek sec. ond , ,3 0 0, ,9 Bekwaamheidsdiploma van het 4de of 5de jaar van vervolm. of special. van het sec. beroepsonderwijs -98-5, ,4-2 -1,5 66 1,1 Getuigschrift van het hoger secundair onderwijs 2 0, , , ,2 Bekwaamheidsdiploma van het 6de of 7de jaar, van vervolm. of special. van het technisch of artistiek sec. ond. 18 2,9 5 0, ,0 7 0,2 Bekwaamheidsdiploma van het 6de of 7de jaar, van vervolm. of special. van het sec. beroepsonderwijs 7 0, ,7 2 2, ,2 Aanvullend beroepsonderwijs -1-25,0 1 2, ,0 4 6,9 Onderwijs voor sociale promotie Lager Technisch 0 0, ,3 2 12,5-7 -9,2 Beroeps 6 40, ,7 3 25, ,9 Hoger Technisch -7-46, ,0-3 -7,7 7 3,1 Beroeps 1 100,0 4 9, ,7 3 5,6 Totaal secundair -72-1,3 78 0, , ,2 Hoger onderwijs 1ste graad - korte type ,5 15 0,6-9 -4, ,8 2de graad 2 25,0-8 -3,6 0 0,0-6 -2,3 3de graad- lange type ,1 8 1,6 6 11,3 0 0,0 Universitair , ,8-1 -0, ,0 Totaal hoger onderwijs , ,2-4 -0, ,0 Voltooide opleiding 15 9,0 19 3,1 4 15,4 38 4,7 Overige studies -12-3, , , ,5 Algemeen totaal , , , ,7 Bron: BGDA Op lange termijn (90-97) blijft het aantal werklozen die slechts over een getuigschrift van basisonderwijs (voltooid of niet) beschikken relatief stabiel (+0,7%), hun aantal kent een sterke daling (-4,5%), in jaargemiddelde (96-97) en bedraagt eenheden in december De categorie overige studies, die ook een groot aantal ondergekwalificeerde personen omvat, is sinds een jaar aan het dalen (-0,5%). Wat de afgestudeerden uit het secundair onderwijs betreft, zien we dat het aantal werklozen zich in een jaar tijd stabiliseert (-0,2%), terwijl deze categorie, sinds het begin van de jaren 90, een stijging van 74,4% had gekend. Toch kan men vaststellen dat, zowel in het lager als in het hoger secundair onderwijs, de gediplomeerden van het beroepsonderwijs nog in grotere getale aanwezig zijn dan de vorige jaren. De sterkste groei vindt plaats tijdens de periode Deze toestand heeft een bijzonder negatieve weerslag op de werkloosheid van het niveau hoger secundair onderwijs. Wat het totale werkloosheidsvolume onder de gediplomeerden van het hoger onderwijs betreft, noteren we tijdens de maand december 97 een erg positief saldo in vergelijking met dezelfde maand van het vorige jaar, vermits dit saldo met 3% daalt. Het belangrijkste verschil wordt genoteerd in de categorie van de werkloze universitairen. Het samenbrengen van de variabelen "leeftijd" en "studies" geeft de analyse een extra dimensie. De vermindering van de werkloosheid die te wijten is aan de daling van de UVW's van meer dan 50 jaar, is dit jaar beduidend groter door de afname van het aantal jonge werklozen (<25 jaar) (-4,1%) en vooral ook door de afname van het aantal werklozen uit het basisonderwijs (-9,6%) en het hoger onderwijs (-14,7%). 26

30 NWWZ en UVW's per gemeente sinds 1990 (jaargemiddelden) Verschil Verschil Gemeenten van het Waarden 1990 Waarden 1996 Waarden 1997 in % in % Brussels Gewest NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s Anderlecht ,1 38,7 2,8 0,4 Oudergem ,7 58,9-0,9-3,1 St-Agatha-Berchem ,2 35,8 0,2-3,0 Brussel ,0 39,5 1,5-1,9 Etterbeek ,8 35,3 1,6-3,9 Evere ,2 38,9-0,1-1,4 Vorst ,1 37,9-0,6-2,5 Ganshoren ,3 40,2 0,5-0,1 Elsene ,0 44,5 1,2-1,4 Jette ,7 47,5 2,0 1,1 Koekelberg ,2 41,8 1,3-0,6 St-Jans-Molenbeek ,7 55,3 2,6 0,7 St-Gillis ,3 35,2 3,7-0,2 St-Joost-ten-Noode ,8 42,8 4,2-2,6 Schaarbeek ,9 51,6 2,0-0,6 Ukkel ,0 48,6 0,6-0,9 Watermaal-Bosvoorde ,8 43,1-3,0-6,0 St-Lambr.-Woluwe ,0 23,4-2,7-6,4 St-Pieters-Woluwe ,7 32,9-5,3-7,8 Totaal ,7 42,9 1,5-1,3 Bron: BGDA De analyse van de indeling per gemeente van de werkloosheid in termen van jaargemiddelde is slechts van betekenis wanneer we het aandeel van de gemeente bekijken in verhouding tot het totale werkloosheidsvolume in het Gewest. We stellen vast dat de gemeenten die een grote invloed op de werkloosheid hebben, namelijk Brussel-stad, Schaarbeek, Anderlecht, Molenbeek en Elsene, steeds minder en minder UVW's tellen, of zich stabiliseren. De verschillen in absolute waarden zijn echter niet frappant. Men kan vaststellen dat de lichte daling van de werkloosheid zich toch in bijna alle gemeenten doorzet. De gemeenten Watermaal en de beide Woluwe s noteren in 97 de sterkste dalingen, terwijl ze slechts in geringe mate vertegenwoordigd zijn in het totale aantal werklozen ingeschreven in het Gewest. NWWZ en UVW's per beroepsactiviteit sinds 1990 (toestand december) Verschil Verschil Waarden 1990 Waarden 1996 Waarden 1997 Beroepsklassen in % in % NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s Arbeiders ,7 31,7 0,6-2,3 Vrije beroep. - technici en gelijkgestelden ,5 74,9 1,8 1,6 Directeurs en administratieve kaders ,9 50,7-5,7-3,6 Kantoorbedienden ,4 22,3-1,0-3,8 Verkopers ,6 49,2 5,1 2,7 Totaal ,8 36,3 0,7-1,7 Bron: BGDA Hoewel tijdens de periode het aantal UVW's en NWWZ uit de verschillende beroepsklassen systematisch toegenomen is, is dit niet het geval op korte termijn (96-97). Een daling van de werkloosheid doet zich voor bij de volgende beroepsactiviteiten : kantoorbedienden (-3,8%), directeurs en administratieve kaders (-3,6%) en arbeiders (-2,3%). Het aantal werklozen onder de vrije beroepen, technici en gelijkgestelden en verkopers neemt echter toe. 27

31 NWWZ en UVW's per nijverheidssector sinds 1990 (december) Verschil Verschil Waarden 1990 Waarden 1996 Waarden 1997 Nijverheidstakken in % in % NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s Landbouw ,4 124,0 3,3-2,7 Bosbouw Jacht ,0-12,5 14,3 16,7 Visserij ,0 100,0 Mijnen ,8-29,1-5,7-15,2 Steen ,7 20,0 25,0 20,0 Voeding ,2-1,9-3,0-5,1 Tabak ,1 14,1-17,5-19,8 Textiel ,6-6,0-9,6-8,0 Kleding ,1 11,5 2,0-3,8 Schoenen ,1 3,7-14,0-6,7 Hout ,4-2,0-5,9-6,4 Papier ,5-22,6-14,0-14,1 Boek ,9 14,7 0,3-2,8 Leder en vellen ,4-6,4-8,9-10,8 Rubber ,5-49,4-12,5-13,0 Chemie ,8-14,4-10,8-13,8 Aardewerk Steenbakkerij - Cement ,7-35,4-6,1-6,1 Glas ,9-54,8-21,7-30,0 Basismetaalnijverheid ,6 10,4 59,0 60,6 Metaalverwerkende nijverheid ,9-5,6-3,6-5,7 Fabricatie van machines ,1-46,7-14,7-17,4 Constructie elektrische machines ,2 8,8-5,6-8,1 Constructie transportmaterieel ,9 10,4 4,9-0,1 Diamant ,0 100,0-4,8 Andere fabrieksnijverheden ,8-32,8 3,4-1,5 Bouw ,7 23,2-2,7-6,0 Elektriciteit - Gas - Water ,7-10,1-10,0-11,3 Handel ,1 6,6-4,4-5,8 Banken - Verzekeringen ,8 4,4-9,3-9,7 Vervoer en verkeer ,4 16,5-0,2-5,2 Hotels - Spijshuizen ,8 51,9 0,5-2,6 Diensten ,8 30,1-0,7-2,3 Onnauwkeurig bep. ongekende act ,1 198,6 7,6 9,3 Totaal ,8 36,3 0,7-1,7 Bron : BGDA De nijverheidstakken die tijdens de periode het meest door de stijging van het aantal werklozen werden gekenmerkt, zijn de horeca (+ 51,9%), de diensten (+30,1%), de bouw (+23,2%) en het vervoer (+16,5%). Dalingen doen zich voor in de nijverheidstakken chemie (-14,4%) en de metaalverwerkende nijverheid (-5,6%). Men dient op te merken dat de dalingen enkel de secundaire nijverheidstakken treffen en dat alle takken uit de tertiaire sector een stijging van het aantal werklozen kennen (dit geldt zowel voor de NWWZ als voor de UVW's). Op korte termijn (96-97), kennen alle sectoren samen een dalende tendens van hun werkloosheidsvolume. De grootste dalingen worden genoteerd in de sectoren chemie (-13,8%), banken en verzekeringen (-9,7%) en de bouw (-6%). Er doen zich geen opmerkelijke stijgingen voor tijdens deze periode. 28

32 NWWZ en UVW's volgens nationaliteit (jaargemiddelden) Waarden 1990 Waarden 1996 Waarden 1997 Verschil Verschil Nationaliteit in % in % NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s NWWZ UVW s België ,7 41,9 0,5-1,7 Duitsland ,0 35,9 2,7-4,5 Denemarken ,7 166,7-28,6-15,8 Spanje ,0 10,8-3,5-4,5 Frankrijk ,3 54,8 0,9-2,1 Groot-Brittannië ,6 50,5 1,1 0,0 Griekenland ,8 2,9-0,3 0,3 Ierland ,6 333,3-6,8 4,0 Italië ,8 17,8-3,1-4,1 Luxemburg ,5 75,7-5,2-14,5 Nederland ,4 49,5 3,4-1,3 Portugal ,2 170,6 8,7 7,3 Oostenrijk N.D. N.D ,0 10,0 Finland N.D. N.D ,7-12,5 Zweden N.D. N.D ,4 33,3 Totaal buitenlanders E.U ,1 32,1-0,5-2,3 Totaal E.U ,2 40,0 0,4-1,8 Algerije ,8 42,3 4,4 2,9 Hongarije ,4-42,1-18,5-15,4 Malta Marokko ,2 54,9 2,0 0,6 Polen ,7 32,6 10,7-3,4 Tsjechië + Slowakije ,0-50,0-35,3-33,3 Tunesië ,7 19,9-3,1-6,3 Turkije ,3 55,1 3,3 1,6 G.O.S ,6 100,0 Joegoslavië ,2 22,4 0,1-6,3 Zaïre ,5 138,4 21,5 7,8 Vluchtelingen en staatlozen ,1 21,4 4,3-7,5 Andere nationaliteiten ,7 100,9 21,2 5,5 Totaal buitenlanders niet-e.u ,4 52,5 4,6 0,3 Totaal buitenlanders ,2 44,5 2,9-0,6 Algemeen totaal ,7 42,9 1,5-1,3 Bron : BGDA Het aandeel van de buitenlandse werklozen in de gewestelijke werkloosheid stabiliseert zich op 39,1%, wat overeenkomt met ongeveer personen in 97, waaronder onderdanen van de Europese Unie. De evolutie van de werkloosheid onder de niet-eu-onderdanen (zowel NWWZ als UVW's), kenmerkt zich, tijdens de periode 90-97, door een meer aanhoudende stijging dan de nationale werkloosheid (een verschil van meer dan 10 procentpunten); en terwijl de EU-onderdanen de laagste stijging kennen wat de NWWZ en UVW's betreft, situeren de nationale inwoners zich in een middenpositie. Wat het jaarverschil (96-97) betreft, daalt het aantal Belgische werklozen met 1,7%. Deze daling vinden we ook terug bij de EU-onderdanen, zij het in grotere mate (-2,3%). De werkloosheid onder de niet-eu-onderdanen kent een lichte stijging (+0,3%). 29

33 Bibliografie Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, Brussels Observatorium van de arbeidsmarkt en kwalificaties, 1998, Evolutie van de werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sedert de invoering van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, Studiedienst, 1997, Verdeling van UVW - WZ volgens gedane studies, geslacht en leeftijdsklasse, Maandverslag met betrekking tot de evolutie van de arbeidsmarkt, September 1997 Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, 1997, Jaarverslag 1996 Dienst Statistieken van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 1997, De demografie van Brussel-Hoofdstad van 1977 tot 1996 Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, 1995, De beroepsbevolking in België 4. Brussel : toestand op 30 juni 1995, reeks Kijk op de arbeidsmarkt Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, 1992, De beroepsbevolking in België 3. Methodologische nota, reeks Kijk op de arbeidsmarkt Nationaal Instituut voor de Statistiek, 1996, Steekproefenquête naar de beroepsbevolking 1996, Sociale statistieken, Ministerie van Economische Zaken Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, 1997, Verdeling van UVW-WZ volgens gedane studies, geslacht en leeftijdsklasse, Maandelijks bulletin, September 1997 Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, 1996, Statistiek van de personen die onder de toepassing vallen van het sociaal statuut van de zelfstandigen Jaar 1995 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, 1997, Aantal op 30 juni 1996 in de sociale zekerheid opgenomen werkgevers en werknemers, gedecentraliseerde statistiek (arbeidsplaatsen) SIMOENS P., DENYS J., DENOLF L., 1997, Ondernemingen en aanwerving in België 1996, Hoger Instituut voor de Arbeid, UPEDI, Leuven 30

34 Anspachlaan Brussel - Verantwoordelijke uitgever : E. Courthéoux, Anspachlaan 65, 1000 Brussel D/1998/57.47/6

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Inhoudstafel A. EVOLUTIE VAN DE BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID EN DE BEROEPSBEVOLKING PER GEWEST Evolutie van de beroepsbevolking...

Inhoudstafel A. EVOLUTIE VAN DE BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID EN DE BEROEPSBEVOLKING PER GEWEST Evolutie van de beroepsbevolking... Inhoudstafel VOORWOORD INLEIDING A. EVOLUTIE VAN DE BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID EN DE BEROEPSBEVOLKING PER GEWEST...3 1. Evolutie van binnenlandse werkgelegenheid... 3 a. Evolutie van de aandelen binnenlandse

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied Brussels Observatorium voor de Oktober 2013 FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied De arbeidsmarkten van de 3 gewesten in België zijn erg verschillend en hebben elk hun eigen specificiteit,

Nadere informatie

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 april 2007 Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006 De laatste 20 jaar zijn er 740.000 werkende personen bijgekomen. Dat is een

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013)

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1 Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1. Arbeidsmarktstatus van de bevolking van 15 jaar en ouder in 1983 en 2013 De Belgische bevolking van

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België

Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni 2019 Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België Deze barometer is een maandelijkse publicatie van gegevens over de bezoldigde arbeid

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers ) UPDATE CIJFERS DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers 2008-2009) Bron: Vlaamse Arbeidsrekening (Steunpunt WSE / Departement Werk en Sociale Economie) Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De data over

Nadere informatie

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs Algemeen overzicht : Resoc-Serr Midden-West West-Vlaanderen NWWZ (2004) : 5989 Werkloosheidsgraad : 5,45 5989 werklozen Werkzaamheidsgraad : 72,67 102026 werkenden Activiteitsgraad

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

Fiche 3: tewerkstelling

Fiche 3: tewerkstelling ECONOMISCHE POSITIONERING VAN DE FARMACEUTISCHE INDUSTRIE Fiche 3: tewerkstelling In de sector werken meer dan 29.400 personen; het volume van de tewerkstelling stijgt met een constant ritme van 3,7 %,

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg

Nadere informatie

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid heeft als missie om de evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brusselse Gewest in

Nadere informatie

DE BRUSSELSE ARBEIDSMARKT: TENDENSEN EN DIAGNOSE VAN DE JAREN 90

DE BRUSSELSE ARBEIDSMARKT: TENDENSEN EN DIAGNOSE VAN DE JAREN 90 DE BRUSSELSE ARBEIDSMARKT: TENDENSEN EN DIAGNOSE VAN DE JAREN 90 Perscommuniqué Tijdens de Buitengewone Europese Raad van Lissabon in het voorjaar 2000 werd de doelstelling van volledige tewerkstelling

Nadere informatie

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Statistisch Product Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) Algemene informatie De enquête naar de arbeidskrachten (EAK) is een sociaal-economische steekproefenquête

Nadere informatie

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt FEBRUARI 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

Sectorfoto PSC

Sectorfoto PSC Sectorfoto 2009-2013 PSC 149.01 Elektriciens: Installatie en Distributie 2014 Vormelek vzw Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Geen enkel gedeelte van dit werk mag gereproduceerd

Nadere informatie

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - nietwerkende werkzoekenden sedert 5 jaar en meer Gewoonlijk onderzoekt men de werkloosheid

Nadere informatie

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE. 0. KENGETALLEN Brugge Midden- West-Vlaanderen Oostende Westhoek Zuid- West-Vlaanderen West- Vlaanderen Vlaams Gewest Totale bevolking (01/01/2008) 275.599 233.200 149.287 213.729 278.672 1.150.487 6.161.600

Nadere informatie

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Statistisch Product Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) Algemene informatie De steekproefenquête naar de arbeidskrachten (EAK), in België opgezet door de

Nadere informatie

FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt

FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid April 2014 FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt 1. Inleiding: context en algemene tendens Sinds tien stellen we elk een stijging

Nadere informatie

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011 De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Samenvatting rapport 2011 Hoe groot is de loonkloof? Daalt de loonkloof? De totale loonkloof Deeltijds werk Segregatie op de arbeidsmarkt Leeftijd Opleidingsniveau

Nadere informatie

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE De data over de arbeidsmarkt zijn afkomstig van de Vlaamse Arbeidsrekening, d.i. een raamwerk waarin arbeidsmarktstatistieken die zowel de vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt beschrijven worden

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt SEPTEMBER 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid

Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid 1 Inleiding Tijdens het laatste kwartaal 21 is het aantal alleenwonenden in de loop van de eerste vergoedingsperiode ( 1 jaar) aanzienlijk

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen Stuk 1025 (1997-1998) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1997-1998 29 april 1998 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

Nadere informatie

De Belgische arbeidsmarkt in 2012

De Belgische arbeidsmarkt in 2012 1 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 1. Arbeidsmarktstatus van de bevolking van 15 jaar en ouder Iets minder dan de helft van de bevolking van 15 jaar en ouder is aan het

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Geslacht, leeftijdsklasse en dichtheid 2014 Nationaliteit 2013

Geslacht, leeftijdsklasse en dichtheid 2014 Nationaliteit 2013 De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Kenmerken van de gemeenten van het Brussels Gewest December 2015 F. Kenmerken van de gemeenten van het Brussels Gewest Dit bestand verstrekt verschillende

Nadere informatie

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd Steunpunt WAV en VIONA SSA De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarreeks 2000, Deel III: De Sociale Balans, een aal-regionale analyse. In de sociale balansen brengen

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt INHOUDSOPGAVE Maandverslag November 2013 Inhoudsopgave en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

FOCUS De werknemers die een beroep doen op OCMW-steun

FOCUS De werknemers die een beroep doen op OCMW-steun FOCUS De werknemers die een beroep doen op OCMW-steun Nummer 6 - December 2013 1. Inleiding Het hebben van een betaalde job is de beste garantie om niet in de armoede verzeild te geraken. Betaalde arbeid

Nadere informatie

Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht

Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE BEVOLKING VAN 15 T.E.M. 49 JAAR VOLGENS

Nadere informatie

Een terugblik op vijf decennia

Een terugblik op vijf decennia Een terugblik op vijf decennia Inleiding Het RSVZ bezit een uitgebreide verzameling statistische gegevens over de verzekeringsplichtige zelfstandigen en vennootschappen. Op basis van deze rijke informatiebron

Nadere informatie

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens I. Werkgelegenheid en beroepsbevolking De arbeidsmarkt is gestructureerd rond een aanbod van arbeidskrachten (de beroepsbevolking) en een vraag naar

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers ) UPDATE CIJFERS DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers 2007-2008) Bron: Vlaamse Arbeidsrekening Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De data zijn afkomstig van de Vlaamse Arbeidsrekening, d.i. een raamwerk

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/096 ADVIES NR. 16/22 VAN 3 MEI 2016 OVER DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK VAN

Nadere informatie

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI 2018 Kerncijfers werkloosheid jan 2018 jaarverschil aandeel NWWZ 209.027-6,0% Categorie WZUA 143.239-7,4% 68,5% BIT 12.646-9,6% 6,0% Vrij ingeschreven 28.999-7,5% 13,9%

Nadere informatie

Sectorrapport: Social Profit

Sectorrapport: Social Profit Sectorrapport: Social Profit Een analyse van de RSZ-tewerkstelling op basis van de paritaire comités voor de social profit Wouter Vanderbiesen Opgenomen paritaire comités PC 152: arbeiders in het gesubsidieerd

Nadere informatie

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Activiteitsgraad, werkzaamheidsgraad en werkloosheidsgraad Oktober 2015 A. Activiteitsgraad, werkgelegenheidsgraad en werkloosheidsgraad Deze kerncijfers

Nadere informatie

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bevolkingsvooruitzichten

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bevolkingsvooruitzichten Communiqué 8 mei 2008 plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060 Kenmerken van de Bevolkingsvooruitzichten

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Ontwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal de kwartaal 2000

Ontwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal de kwartaal 2000 Ontwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal 2001-4 de kwartaal 2000 Het aantal vergoede volledig werklozen kwam in het 4 de kwartaal 2001 gemiddeld uit op 619 617. Dat zijn er 22 349 meer

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. STUDIE Faillissementen 1 december 2016 Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt INHOUDSOPGAVE Maandverslag Juni 2013 Inhoudsopgave, editoriaal en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

In dit hoofdstuk bespreken we afzonderlijk de deelpopulatie werkenden, dit zijn de personen uit de onderzoekspopulatie die werkten op 30/6/1997.

In dit hoofdstuk bespreken we afzonderlijk de deelpopulatie werkenden, dit zijn de personen uit de onderzoekspopulatie die werkten op 30/6/1997. In dit hoofdstuk bespreken we afzonderlijk de deelpopulatie werkenden, dit zijn de personen uit de onderzoekspopulatie die werkten op 30/6/1997. Zoals reeds gesteld waren (op 30 juni 1997) 2 125 personen

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI 2017 Kerncijfers werkloosheid mei 2017 jaarverschil aandeel NWWZ 201.762-5,3% Categorie WZUA 140.164-8,3% 69,5% BIT 10.091-8,8% 5,0% Vrij ingeschreven 29.063-1,8% 14,4% Andere

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2.2 Uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid 2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het wordt steeds belangrijker om met voldoende kwalificaties naar de arbeidsmarkt te kunnen gaan. In Europees

Nadere informatie

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende Brusselse werkloosheid blijft dalen Juni 2018: van de 102 000 jonge Brusselaars zijn nu minder dan 8 000 werkzoekende Er wonen 102.460 jongeren (18-24 jaar) in Brussel. Van hen zijn er vandaag minder dan

Nadere informatie

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE ACTIVERINGSMAATREGELEN

Nadere informatie

Vraag nr. 37 van 29 januari 2002 van de heer ROLAND VAN GOETHEM Antwoord 1. Overzicht over alle kenmerken heen

Vraag nr. 37 van 29 januari 2002 van de heer ROLAND VAN GOETHEM Antwoord 1. Overzicht over alle kenmerken heen Vraag nr. 37 van 29 januari 2002 van de heer ROLAND VAN GOETHEM Werkloosheidscijfers Allochtonen Het "Maandverslag Arbeidsmarkt" van de V l a a m- se Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Nadere informatie

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden Mei 2018: De jeugdwerkloosheid daalt 5 jaar ononderbroken De daling van de werkloosheid zet zich verder in Brussel. Eind mei telt het Brussels Gewest 87.912 werkzoekenden, wat overeenkomt met een werkloosheidsgraad

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden 20 000 Brusselse werkzoekenden minder op 4 jaar tijd Brussel telt 91.877 werkzoekenden, voor een werkloosheidsgraad van 16,5%. Daarmee daalt de werkloosheid voor de 39 e maand op rij: in vergelijking met

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3 Overzicht

Nadere informatie

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) «Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) Tweede deel In de vorige Stat info ging de studie globaal (ttz. alle statuten bijeengevoegd) over het verband

Nadere informatie