Brandweerdoctrine. De theorie achter het brandweervak. Kwadrantenmodel: van standaard model naar keuze model

Transcriptie

1 Brandweerdoctrine De theorie achter het brandweervak Kwadrantenmodel: van standaard model naar keuze model

2 Aanleiding Brand in De Punt: vermijdbaar maar niet verwijtbaar Leerarena s Moerdijk, Kijfhoek, leertafel Westvlietweg Er is behoefte aan een aanvullende werkwijze naast offensieve binnenaanval: Offensieve binnenaanval Defensieve binnenaanval Offensieve buitenaanval Defensieve buitenaanval Brandweerdoctrine: theorie achter het brandweervak. Kwadrantenmodel onderdeel van brandweerdoctrine. Doctrine: Verklarend, ondersteunend en zeker niet voorschrijvend. Samenwerking repressie en risicobeheersing: Tunnels, parkeergarages, beheersbaarheid van brand Nee, tenzij Behoefte aan een gezamenlijk kader

3 Aansluiting Preventie - Repressie Bron: notitie Basis inzettactiek van Rene Hagen Risicobeheersing & het kwadrantenmodel

4 Preventieve uitgangspunten In de bouwregelgeving zijn de brandpreventieve uitgangspunten beschreven en vastgelegd. Deze uitgangspunten zijn: Personen moeten het gebouw veilig kunnen verlaten Belendingen mogen geen schade oplopen.

5 Preventieve uitgangspunten Om aan deze uitgangspunten te voldoen kent de bouwregelgeving een groot aantal eisen. Deze eisen zijn onder te verdelen in 5 groepen eisen, te weten: Brandcompartimentering (inclusief subbrandcompartimentering) Rookcompartimentering Ontvluchting Bezwijken constructie Materiaaleisen (onbrandbaarheid, brandvoortplanting en rookontwikkeling)

6 Preventieve uitgangspunten Samengevat zijn de volgende brandpreventieve voorzieningen dus van belang voor de repressieve brandbestrijding en zullen dan ook meegewogen dienen te worden in de inzettactieken. De uitvoering van de brandcompartimentering De uitvoering van de subbrandcompartimentering De brandwerendheid op bezwijken van de constructie De aanwezigheid van een sprinklerinstallatie

7 Repressieve uitgangspunten In de Wet op de veiligheidsregio s en de besluiten krachtens deze wet zijn de repressieve uitgangspunten opgenomen. Voor de inzetdoelstellingen is het van belang vast te stellen dat wordt aangegeven dat schadebeperking geen doelstelling is van de repressieve taakstelling. Daarmee is vastgesteld dat de preventieve en repressieve doelstellingen op elkaar aansluiten. De weg is vrij om deze aan elkaar te koppelen in het vaststellen van de inzetdoelstellingen.

8 Inzetdoelstellingen Vanuit wettelijke preventieve en repressieve uitgangspunten maar drie primaire redenen om bij een gebouwenbrand op te treden. Het redden van mensen Het (ondersteunen) van de ontruiming Het voorkomen van uitbreiding naar belendingen

9 Inzetdoelstellingen Om deze doelen te realiseren kunnen er nog twee (voorwaarde scheppende) redenen zijn om bij een brand op te treden. Het blussen van de brand Het voorkomen van uitbreiding in het pand

10 Inzettactieken Een te kiezen inzettactiek moet derhalve altijd één (of meerdere) van bovenstaande vijf doelen dienen. Als dat niet het geval is, is de inzettactiek niet ondersteund door een wettelijke taakstelling en derhalve niet gevalideerd!

11 Inzettactiek Bepalend voor inzettactiek: Gebouwkenmerken Gedragskenmerken Brandgedrag, Brandstadium FSE sleutel tot voorspelbaarheid Voorspelbaarheid vergroten = Inzetmogelijkheden vergroten

12 Kwadrantenmodel OFFENSIEF OFFENSIEVE BINNENAANVAL Doel Redding Bestrijding brand in ruimte OFFENSIEVE BUITENAANVAL Doel Betreding mogelijk maken Schadebeperking gebouw/uitbreiding voorkomen BINNEN BUITEN DEFENSIEVE BINNENAANVAL Doel Ontruiming/redding mogelijk maken Schadebeperking gebouw/uitbreiding voorkomen DEFENSIEVE BUITENAANVAL Doel: Overslag voorkomen Nevenschade belendingen voorkomen/ schadebeperking DEFENSIEF

13 Kwadrantenmodel Kwadrantmodelversie3.doc

14 Brandstadium Voor het bepalen van het brandstadium (en de mate van rookontwikkeling) wordt gebruik gemaakt van het cascademodel Cascademodel.docx

15 Gezondheidszorggebouw rook zichtbaar

16 Type gebouw Ziekenhuis, verpleegtehuis Situatie bij aankomst brandweer Typering gebouw Stadium brand- en rookontwikkeling Rook zichtbaar Het gebouw is verdeeld in brandcompartimenten met een brandwerendheid van ongeveer 60 minuten. De maximale oppervlakte van een brandcompartiment zit tussen de 500 en 1000 m2, maar iedere verdieping bestaat in ieder geval uit twee brandcompartimenten, zodat in eerste instantie horizontale evacuatie mogelijk is. De meeste kamers op de verpleegafdelingen zijn subbrandcompartimenten met een brandwerendheid van ongeveer 30 minuten, zodat een brand op een verpleegafdeling nog enige tijd in die ruimte blijft. De aanvalswegen zijn relatief lang. Er zijn veel onbekende uitbreidingsrisico s of gevaren. Op basis van het beeld bij aankomst moet tenminste worden uitgegaan van fase 2 van het cascademodel. Vanwege de mogelijk grote afstanden tussen de plaats van aankomst en de plaats van de brand kan al sprake zijn van fase 3 Dat betekent dat de brand zich al buiten de ruimte bevindt. Overwegingen voor keuze standaard inzettactiek Basis inzettactiek Uitgaande van brand op een verpleegafdeling (anders kenmerkt de brand zich niet anders dan in een kantoorgebouw) moet getracht worden de brand in de ruimte (het subbrandcompartiment) te houden. Als dat niet meer kan moet de inzet gericht zijn op het beperken van de uitbreiding van de brand tot maximaal het brandcompartiment. Evacuatie zal dan al verticaal moeten gaan plaatsvinden. Defensieve binneninzet

17 Meer informatie over de brandweerdoctrine? Kijk op: volg ons op praat mee in de LinkedIn groep brandweerdoctrine