Inspectiecertificaat Conform Bouwbesluit 2012

Transcriptie

1 Conform Bouwbesluit 2012

2 Inhoudsopgave: - Bij welke gebruiksfunctie dient het brandbeveiligingssysteem gecertificeerd te zijn met een Inspectiecertificaat? - Welke typen Inspecties zijn er en wat is de frequentie? - Wie mag zo n Inspectie uitvoeren? - Wat zijn de doelstellingen van de Inspectie? - Welke documenten genereert het Inspectieproces? - Welke onderdelen worden geinspecteerd? - Wat wordt er geïnspecteerd? - Wanneer kan een Inspectiecertificaat worden uitgereikt? - Wat als u geen Inspectiecertificaat heeft? 2

3 Bij welke gebruiksfunctie dient het brandbeveiligingssysteem een Inspectiecertificaat te hebben? In het Bouwbesluit is aangegeven bij welke gebruiksfuncties een Inspectiecertificaat aanwezig dient te zijn. Bijlage 1 brandmeldinstallaties Bouwbesluit 2012 Dräger Grenswaarden Hoogste vloer van omvang van de de gebruiksfunctie bewaking volgens gemeten boven het nen 2535 meetniveau(m) Inspectiecertificaat als bedoeld in Artikel 6.20, zevende lid, vereist Ontruiming Artikel 6.20 Brandmeldinstallatie groter dan Hoger dan 1 Woonfunctie woonfunctie voor zorg a 1 zorgclusterwoning voor zorg op afroep, in een woongebouw Gedeeltelijk ja 2 zorgclusterwoning voor 24-uurs zorg niet in een woongebouw Volledig ja 3 zorgclusterwoning voor 24-uurs zorg in een woongebouw Gedeeltelijk ja ja ja 4 groepszorgwoning voor zorg op afspraak Volledig ja 5 groepszorgwoning voor zorg op afroep Volledig ja 6 groepszorgwoning voor 24-uurs zorg Volledig ja ja ja 7 andere woonfunctie voor zorg b andere woonfunctie Gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie (m2) Doormelding volgens NEN

4 Bij welke gebruiksfunctie dient het brandbeveiligingssysteem een Inspectiecertificaat te hebben? In het Bouwbesluit is aangegeven bij welke gebruiksfuncties een Inspectiecertificaat aanwezig dient te zijn. Bijlage 1 brandmeldinstallaties Bouwbesluit 2012 Dräger Grenswaarden Hoogste vloer van omvang van de de gebruiksfunctie bewaking volgens gemeten boven het nen 2535 meetniveau(m) Inspectiecertificaat als bedoeld in Artikel 6.20, zevende lid, vereist Ontruiming Artikel 6.20 Brandmeldinstallatie groter dan Hoger dan 2 Bijeenkomstfunctie a b bijeenkomstfunctie voor het aanschouwen van sport bijeenkomstfunctie voor de opvang van kinderen jonger dan 4 jaar 200 m2 Volledig ja 1,5 Volledig ja ja ja c andere bijeenkomstfunctie 5 Gedeeltelijk ja ja 50 Volledig ja ja 500m2 Niet automatisch ja 1000 m2 Gedeeltelijk ja ja 5000 m2 Volledig ja ja 3 Celfunctie Volledig ja ja ja Gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie (m2) Doormelding volgens NEN

5 Bij welke gebruiksfunctie dient het brandbeveiligingssysteem een Inspectiecertificaat te hebben? Zie voor de gehele tabel: voor de overige gebruiksfuncties: - Kantoorfunctie - Logiesfunctie - Onderwijsfunctie - Sportfunctie - Winkelfunctie - Overige gebruiksfuncties (o.a. Parkeergarages). Grof gezegd wordt een Inspectiecertificaat vereist wanneer: - De brandweer benodigd is voor het ontruimen van het gebouw en/of - Het Veilig vluchten bij een brandsituatie beduidend complexer is dan gemiddeld (bijvoorbeeld in hoogbouw of grote concentratie van mensen) 5

6 Welke type inspecties zijn er en wat is de frequentie? Het inspectieschema Brandbeveiliging van het CCV kent twee typen inspecties: - Initiële Inspectie (in principe de eerste inspectie van het gebouw) - Vervolginspectie (in principe de inspecties na de initiële inspecties) De frequentie van de Vervolginspecties zijn: - Jaarlijks indien de installatie een aansluiting dient te hebben op de RAC (= doormelding naar Brandweer). - Driejaarlijks indien de installatie geen aansluiting op de RAC dient te hebben. Opmerking: of een brandmeldinstallatie dient te door melden naar de RAC: zie aansturingstabel Bouwbesluit of voorgaande slides met een ja in de kolom Doormelding conform de NEN Wie mag een Inspectie voor een Inspectiecertificaat uitvoeren? Een inspectie mag alleen worden uitgevoerd door een door de RvA geaccrediteerd Inspectiebureau, in de volksmond Extern Inspectiebureau. 6

7 Wat zijn de doelstellingen van de Inspectie? De primaire doelstellingen in Europese en Nederlandse wet- en regelgeving op brandveiligheidsgebied zijn: - veilig vluchten - Schadebeperking Om aan de primaire doelstelling te kunnen voldoen zijn vaak één of meerdere brandbeveiligingssystemen noodzakelijk, die elk hun eigen functie hebben. Deze functie is uitgedrukt in afgeleide doelstellingen. Afgeleide doelstellingen - Voor een brandbeveiligingssysteem gebaseerd op een brandmeldinstallatie (BMI): - een beginnende brand tijdig ontdekken, lokaliseren en signaleren, waarna de aangesloten brandbeveiligingsvoorzieningen tijdig in werking wordt gesteld. - Voor een brandbeveiligingssysteem gebaseerd op een ontruimingsalarminstallatie (OAI): - tijdig in voldoende mate akoestisch en/of optisch informatie geven aangaande de ontruiming, om veilig vluchten te initiëren. 7

8 Wat zijn de doelstellingen van de Inspectie? Afgeleide doelstellingen - vervolg - Voor een brandbeveiligingssysteem gebaseerd op blusschuim- en blusgassystemen: - een beginnende brand in een vroeg stadium detecteren, signaleren en blussen - Voor een brandbeveiligingssysteem gebaseerd op een sprinkler-, sproei- en watermistsystemen: - een beginnende brand in een vroeg stadium detecteren, signaleren en onder controle houden zodat het bestrijden ervan door de interne en externe brandbestrijdings-organisaties kan plaatsvinden. - Voor een brandbeveiligingssysteem gebaseerd op een rookbeheersinginstallatie (RBI): - tijdig in voldoende mate afvoeren van warmte en rook, of het tijdig en in voldoende mate tegenhouden van rook om veilig vluchten mogelijk te maken, binnen de context van het basisontwerp, of: - tijdig in voldoende mate afvoeren van warmte en rook een binnenaanval door de brandweer mogelijk te maken, binnen de context van het basisontwerp. 8

9 Wat zijn de doelstellingen van de Inspectie? De doelstelling van de Inspectie is daarmede: Het vaststellen of aan de afgeleide doelstellingen wordt voldaan. Dit gebeurt aan de hand van inspectiepunten. Voor elk inspectiepunt zijn goed- en afkeurcriteria gedefinieerd 9

10 Welke documenten genereert het Inspectieproces? Het Inspectieproces genereert de volgende documenten: - Een Inspectieplan - Inspectierapport BasisOntwerp - In deze inspectie wordt het Uitgangspuntendocument (UPD) getoetst. - Het UPD voor een brandmeldinstallatie is normaliter een PvE (Programma van Eisen). - Inspectierapport Detailontwerp - In deze inspectie wordt het ontwerp, meestal van de leverancier die het systeem geleverd heeft, gecontroleerd of daarmee aan het Basisontwerp voldaan kan worden. - Het Detailontwerp van een brandmeldinstallatie zijn bijvoorbeeld, Blokschema, installatieplattegronden, stuurmatrix, brandmeldpaneel - Inspectierapport brandbeveiligingssysteem (evt verdeeld in deelrapporten: VBB-BMI OAI-RBI) - Inspectiecertificaat Opmerking: er zijn dus drie Inspectieschema s: Basisontwerp, Detailontwerp en Brandbeveiligingssysteem. 10

11 Welke onderdelen worden geïnspecteerd? De volgende onderdelen worden geïnspecteerd: - B: Bouwkundige onderdelen B VBB - I: Installaties (welke van toepassing zijn) - VBB: Vastopgestelde brandbeheersings- en brandblussystemen - BMI: Brandmeldinstallaties - OAI: Ontruimingsalarminstallaties - RBI: Rookbeheersingsinstallaties BMI OAI RBI - Organisatorische onderdelen O 11

12 Welke onderdelen worden geïnspecteerd? Brandbeveiligingsssysteem Inspectiepunten Detailontwerp Inspectiepunten Basisontwerp Inspectiepunten Brandbeveiligingssyst. B VBB BMI OAI RBI O 12

13 Welke onderdelen worden geïnspecteerd? Brandbeveiligingsssysteem Inspectiepunten Brandbeveiligingssysteem Voorbeeld Brandmeldinstallatie B VBB BMI OAI RBI O Legenda Methode: V = Visueel F = Functioneel Is er dus een Certificaat van de Brandmeldinstallatie zelve, behoeft minder geïnspecteerd te worden. Hetzelfde geldt voor de OAI. 13

14 Welke onderdelen worden geïnspecteerd? Brandbeveiligingsssysteem Toelichting met / zonder Certificaat - Naar keuze kan de eigenaar de BMI en OAI afzonderlijk laten certificeren, meestal door het Branddetectiebedrijf dat het systeem geleverd heeft. - Indien zo n Certificaat (conform Regeling BMI 2011 en Regeling OAI) wordt afgegeven, behoeft minder geïnspecteerd te worden, wat de Inspectie goedkoper maakt en tot minder overlast leidt. BMI 14

15 Welke onderdelen worden geïnspecteerd? Inspectiepunten Goed- en afkeurcriteria 15

16 Welke onderdelen worden geïnspecteerd? Ook alle stuurfuncties worden gecontroleerd. Onderstaand staan enkele Inspectiepunten als voorbeeld. 16

17 Welke onderdelen worden geïnspecteerd? De Bouwkundige Inspectiepunten zijn relatief beperkt; hieronder treft u alle Bouwkundige Inspectiepunten aan die gerelateerd zijn aan de inspectie van een Brandmeldinstallatie. Opmerking: bij een VBB of RBI installatie zijn de bouwkundige inspectiepunten wel uitgebreider. 17

18 Welke onderdelen worden geïnspecteerd? De Organisatorische Inspectiepunten zijn ook relatief beperkt; hieronder treft u alle Organisatorische Inspectiepunten aan die gerelateerd zijn aan de inspectie van een Brandmeldinstallatie. 18

19 Welke onderdelen worden geïnspecteerd? Nadere toelichting m.b..t de Bouwkundige en Organisatorische Inspectiepunten in relatie met het beperkt aantal inspectiepunten. De afgeleide doelstellingen van een BMI en OAI zijn - Voor een brandbeveiligingssysteem gebaseerd op een brandmeldinstallatie (BMI): - een beginnende brand tijdig ontdekken, lokaliseren en signaleren, waarna de aangesloten brandbeveiligingsvoorzieningen tijdig in werking wordt gesteld. - Voor een brandbeveiligingssysteem gebaseerd op een ontruimingsalarminstallatie (OAI): - tijdig in voldoende mate akoestisch en/of optisch informatie geven aangaande de ontruiming, om veilig vluchten te initiëren. Deze doelstellingen beginnen met tijdig ontdekken en eindigen met veilig vluchten te initiëren. Dus alleen die bouwkundige en organisatorische zaken die aan de techniek van een BMI en OAI zijn gerelateerd maken onderdeel uit van de inspectie en dus ook van het Inspectiecertificaat. Het goed functioneren van de BHV organisatie maakt dus geen onderdeel uit van het Inspectiecertificaat en ook niet of uw personeel e/o clienten, bewoners, gasten etc in staat zijn om tijdig het pand te verlaten bij een brand. 19

20 Wanneer kan een Inspectiecertificaat worden uitgereikt? Een Inspectiecertificaat kan uitsluitend worden uitgereikt wanneer alle Inspectiepunten een positief inspectieresultaat hebben. D.w.z. dat alle Inspectie voldoen aan de goed- en afkeurcriteria. Het inspectiebureau heeft hierbij wel enige ruimte om na te gaan of aan de afgeleide doelstellingen worden voldaan; immers: - De doelstelling van de Inspectie is: - Het vaststellen of aan de afgeleide doelstellingen wordt voldaan. Bijvoorbeeld: - Een gegarandeerd goed functionerende BHV organisatie zou compensatie kunnen geven op een ontruimingssysteem dat niet geheel aan de NEN 2575 voldoet. Opm: het kan dus voorkomen dat het branddetectiebedrijf geen Certificaat kan verstrekken, omdat dat alleen kan als geheel aan de normen wordt voldaan, terwijl een inspectie-instelling die ook de zaken rond een BMI mag betrekken, kan constateren dat er toch aan de afgeleide doelstelling wordt voldaan en daarmee een Inspectiecertificaat kan verstrekken. Op deze manier kan het Inspectiecertificaat ook gebruikt worden om gelijkwaardigheid aan het Bouwbesluit aan te tonen. 20

21 Wat als u geen Inspectiecertificaat heeft? Ter vergelijking: het wel/niet hebben van een rijbewijs om een auto te gebruiken: - De wetgever verwacht van u dat als u in een auto rijdt een rijbewijs heeft. - De toezichthoudende instantie (in dit geval veelal de politie) controleert dit steeksproefsgewijs en gaat handelend optreden indien dit niet in orde is. - Indien er zich een ongeluk (calamiteit) voordoet, heeft u bij voorbaat al een probleem als u niet over een rijbewijs beschikte. Evenzo dient u als de wetgever dit aangegeven heeft - over een Inspectiecertificaat te beschikken om een gebruiksfunctie in een gebouw uit te oefenen. - De toezichthoudende instantie (in dit geval veelal de Branbweer) controleert of u deze in bezit heeft. Indien dit niet in orde is, dient rekening gehouden te worden dat handelend opgetreden wordt. Hoe dit handelend optreden eruit ziet is niet goed voorspelbaar. In het verleden is gezien dat het niet hebben van Certificaten o.a. kan leiden tot een gedoogperiode of het stilleggen van het gebruik van het gebouw. - Indien er zich een calamiteit voordoet, is het duidelijk dat u een probleem heeft (ook al heeft de Brandweer het niet hebben van een Certificaat gedoogd). 21

22 Afsluiting - Dank u voor uw aandacht. - Deze presentatie staat ook op de website - De besproken Inspectieschema s en Goed- en afkeurcriteria kunt u downloaden van de ccv site 22