HEARING Nationaal Plan Zeldzame Ziekten 12 april 2012 in Utrecht
|
|
- Hugo Mertens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HEARING Nationaal Plan Zeldzame Ziekten 12 april 2012 in Utrecht Introductie Voor het Nationale Plan Zeldzame Ziekten (NPZZ) is input van de verschillende veldpartijen gewenst. Hiertoe is onder meer de website van het Nationaal Plan Zeldzame Ziekten ( ingesteld en worden bijeenkomsten georganiseerd waarin mensen uit het veld mee kunnen praten over het Nationaal Plan. Op 12 april 2012 vindt de eerste bijeenkomst plaats 1. Er zijn 18 deelnemers aanwezig met een verschillende achtergrond (zie bijlage 1). Ter voorbereiding voor de bijeenkomst is een document opgesteld waarin vier thema s binnen het gebied van zeldzame aandoeningen worden uitgewerkt: Loket en informatie, Zorg, Onderzoek, Beschikbaarheid van kennis/educatie en beschikbaarheid van adequate behandeling. Per thema zijn in dit document aanbevelingen gedaan voor activiteiten (Download document: De aanbevelingen in dit voorbereidend document zijn aangedragen door de vier thematische werkgroepen die eind 2011 bij elkaar kwamen, en via input verzameld op de website Het document wordt in de hearing besproken, waarbij de belangrijkste vragen zijn: - Zijn de aanbevelingen relevant en realistisch? - Welke aanbevelingen hebben prioriteit? - Hoe kunnen de aanbevelingen worden aangepakt (korte en langere termijn) en wie en wat is daar voor nodig? - Welke aanbevelingen worden nog gemist? Een weerslag van datgene dat op de hearing van 12 april is besproken treft u hieronder aan. De voorzitter van de bijeenkomst is de heer Frits Lekkerkerker. Tot eind december 2011 was hij voorzitter van de Stuurgroep Weesgeneesmiddelen. Momenteel is hij de beoogde voorzitter van de Klankbordgroep Nationaal Plan Zeldzame Ziekten, die gedurende 2012 het opstellen van het Nationaal Plan en de werkzaamheden rondom het loket zeldzame ziekten bij ZonMw zal begeleiden. Het ministerie van VWS heeft bepaald dat deze klankbordgroep onder ZonMw valt. Het programma is als volgt: na het welkomstwoord en uitleg over het doel van deze bijeenkomst is er ruimte voor algemene opmerkingen en discussie. De groep is daarna opgesplitst in twee subgroepen die elk twee thema s bespreken. Eén groep buigt zich over de thema s Zorg en Onderzoek onder voorzitterschap van Albert van der Zeijden; de andere groep bespreekt de thema s Loket en informatie, en Beschikbaarheid van kennis/adequate therapie onder voorzitterschap van Cock Lamers. Na de lunch vindt plenair terugkoppeling plaats en is er ruimte voor verdere discussie. Algemene opmerkingen Na de toelichting op het doel van deze bijeenkomst vraagt de voorzitter of men algemene opmerkingen heeft ten aanzien van het voorbereidende document. Uit de groep komen de volgende suggesties. Men mist in het document een algemene introductie over zeldzame ziekten en de bijbehorende problematiek, en met name de bijzonderheden van zeldzame ziekten. Zeldzame ziekten worden in het huidige document als een containerbegrip omschreven, terwijl de verscheidenheid in deze groep groot is. 1 De geplande bijeenkomst op 21 april is komen te vervallen, vanwege het beperkt aantal deelnemers. Uiteraard wordt de inbreng van deze deelnemers op een andere wijze verzameld en meegenomen in het plan. 1
2 De vraag wordt gesteld of voor alle zeldzame ziekten hetzelfde nodig is? Is er een verdeling te maken tussen (groepen) zeldzame ziekten. Bijvoorbeeld hoeveel centra heb je nodig in Nederland voor een bepaalde groep ziekten? Door een aantal deelnemers wordt naar voren gebracht dat de regierol - die noodzakelijk wordt geacht op het terrein van de zeldzame ziekten - moet worden beschreven in het Nationale Plan. Als er straks een plan is, met diverse voorgestelde activiteiten, wie gaat de regie dan op zich nemen? De voorzitter legt uit dat de regierol in 2012 bij de Klankbordgroep NPZZ ligt, maar dat daarna anderen deze rol op zich dienen te nemen. De vraag komt naar voren waarom elk land zijn eigen Nationale Plan gaat schrijven; waarom wordt er geen Europees plan geschreven. De voorzitter licht toe dat het onderwerp Volksgezondheid een nationale aangelegenheid is en geen Europese aangelegenheid. Elk land dient daarom zelf de prioriteiten op dit onderwerp aan te geven. Nederland zal een eigen nationaal plan maken, maar niet alle activiteiten hoeven in Nederland plaats te vinden. In dit kader is ook de Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg 2 van belang. Nederland moet in oktober 2013 deze richtlijn hebben geïmplementeerd in haar nationale wetgeving. Deze richtlijn geldt voor alle ziekten, maar is vooral voor zeldzame ziekten belangrijk vanwege het schaarse aantal patiënten in een land en de beperkte kennis over de aandoeningen. Bijvoorbeeld het verwijzen naar kenniscentra over de grens moet dan mogelijk zijn. Europese Richtlijnen moeten in nationale wetgeving worden opgenomen; dit geld niet voor Europese Aanbevelingen. De Aanbeveling van de Raad 3 betreffende een optreden op het gebied van zeldzame ziekten, waarin onder meer staat dat elk land een nationaal plan of strategie dient ontwikkelen is voor een land vrijblijvender. De Nederlandse overheid is niet wettelijk verplicht om hieraan te voldoen. Des te belangrijker is het dus om een overtuigend (actie)plan op te stellen. Groep 1. ZORG en ONDERZOEK De deelnemers aan deze sessie stellen zich kort voor. De samenstelling is divers. Zowel behandelaars (specialist en voormalig huisarts), onderzoekers (van het Erasmus MC), als ook patiëntvertegenwoordigers zitten aan tafel. Er worden nog een aantal algemene opmerkingen over het document gegeven in de groep. Door de huidige weergave in een tabel lijkt het of elk thema een los onderdeel is, terwijl er dwarsverbanden te benoemen zijn. Dit moet in het definitieve plan duidelijker naar voren komen. Als voorbeeld wordt genoemd: als er geen onderzoek is, is er ook geen goede informatie over de ziekte. De overheid wil benadrukken wat goed gaat op het vlak van zeldzame ziekten, maar in het nationale actieplan moeten juist de witte plekken onder de aandacht worden gebracht waar het (nog) niet goed gaat. Over expertisecentra is eind vorig jaar een apart document uitgebracht door de Stuurgroep Weesgeneesmiddelen. De conclusies die hierin staan moeten krachtiger terugkomen in het plan. Expertise is aanwezig in Nederland, maar niet duurzaam en niet geïnstitutionaliseerd. Deze slag moet Nederland nog maken. Tenslotte wordt opgemerkt dat de betrokkenheid van patiënten bij een expertisecentrum onder druk staat omdat belangenbehartiging niet meer kan worden gefinancierd vanuit de subsidie van de overheid (Fonds PGO). 2 Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg; 3 Aanbeveling van de Raad van 8 juni 2009 betreffende een optreden op het gebied van zeldzame ziekten (2009/C 151/02) 2
3 a) Zorg (zie pagina 8-12 van het voorbereidende document; bijlage 2) Diagnostiek Het tijdig stellen van de juiste diagnose is één van de belangrijkste knelpunten bij zeldzame ziekten. In de groep komt een voorbeeld aan de orde waarbij het 30 jaar heeft geduurd voordat de diagnose gesteld werd. De prangende vraag die op tafel ligt is hoe kan de tijd tot diagnose worden verkort? Het blijkt dat daar niet een oplossing voor is te geven. Er ontstaat discussie over de rol van de huisarts, de rol van de beroepsgroepen, specialisten in centra en de rol van patiënten/ouders. De groep geeft een aantal conclusies/aanbevelingen. Bij de huisarts ontbreekt het nog te vaak aan bekendheid met het fenomeen zeldzame ziekte (gebrek aan awareness). Ditzelfde geldt voor het consultatiebureau; hier voelen veel ouders zich vaak niet serieus genomen. Het voorstel in het document voor beter instrumentarium voor de 1 e lijn wordt niet geheel gedragen door de groep. De huisarts bijvoorbeeld is niet de geëigende persoon om DNA-diagnostiek te doen, vindt ook de (oud)- huisarts. Wel zouden de huisarts of de arts van het consultatiebureau sneller moeten doorverwijzen, naar de mening van de patiënten. Het ontbreekt bij huisarts en consultatiebureauarts momenteel aan de optimale klinische kennis om de diagnostiek voor zeldzame ziekten te doen. Hier is ook een rol voor de beroepsgroepen zelf weggelegd om dit te verbeteren. Individuele artsen zijn wel betrokken, maar de groep als geheel richt zich vaak op de grote ziekten. Ondanks het feit dat de consultatiebureauarts zelfstandig mag verwijzen naar een specialist wordt dit in de praktijk weinig gedaan. Indien ouders ontevreden zijn over het consultatiebureau kan men zich ook tot de huisarts wenden; dit gebeurt weinig in de praktijk. De infrastructuur is er dus wel, maar er wordt bij zeldzame ziekten niet goed gebruik van gemaakt. Ouders kunnen ook een sterkere rol spelen in het diagnoseproces en de huisarts en consultatiebureauarts zouden hier meer voor open moeten staan. Het voorstel in het document om ouders de gelegenheid te bieden hun 6-12 maanden oude kind te laten onderzoeken wordt gedragen, mits de ouders voldoende zijn geïnformeerd. Er is behoefte aan brede en toegankelijke informatie over ongerustheidjes en het onderscheid of deze tot de range van de normale ontwikkeling behoren of dat het signalen zijn die kunnen duiden op een aandoening (via een website). Indien er een expertisecentrum is heeft dit centrum ook een rol bij de diagnoseverbetering. In de kliniek heeft men vaak wel de beschikking over diagnostische instrumenten. Ook hier geldt dat een dergelijk centrum dan wel moet worden geraadpleegd (en dus worden gevonden) door de huisarts of het consultatiebureau. In het diagnostische proces gaat men vaak eerst naar het lokale ziekenhuis. Ook hiervoor geldt dat deze persoon de weg naar een expertisecentrum moet weten te vinden. De groep concludeert dat ouders meer moeten duwen en trekken en dat artsen beter toegerust moeten zijn voor het stellen van de diagnose en in het algemeen meer bewust worden van het bestaan van zeldzame ziekten. Registratie De groep ondersteunt de aanbeveling dat uniforme classificatie van zeldzame ziekten zeer belangrijk is. Sommige deelnemers zijn van mening dat het gebruik van ICD 10 en/of de code van Orphanet (Orpha.code) verplicht moet worden gesteld in heel Europa. Het belang wordt hier wel van ingezien, maar dit voorstel lijkt niet erg realistisch op korte termijn. Net als de suggestie voor een Personal Health Record. Gezien de strenge Nederlandse privacywetgeving en de politieke huiver lijkt zo n registratie niet op korte termijn haalbaar. Er zijn wel goede voorbeelden in verschillende ziekenhuizen in Nederland, en in Duitsland en Italië; wellicht kunnen deze best practices helpen om een brede registratie op langere termijn te realiseren. Gestart zou kunnen worden bij de expertisecentra in Europa. Als die met elkaar afspreken om dezelfde code te gebruiken is dat al een begin. 3
4 Veel registraties over ziekten waar een behandeling voor is worden georganiseerd en betaald door een farmaceutisch bedrijf; de gegevens in deze registraties zijn niet openbaar. Samenwerking is nodig tussen patiënten en onderzoekers om een bijdrage te leveren aan één registratie. Zorgstandaard In de groep vraagt men zich af of het mogelijk is om zorgstandaarden op Europees niveau te ontwikkelen. Uiteraard kunnen aspecten over diagnostiek en behandeling uniform zijn, echter de zorgparagraaf heeft - op dit moment - betrekking op de zorg in Nederland. Ook hier ligt een rol voor expertisecentra in Europa om dit met elkaar af te stemmen. Verder wordt er gepleit om zorgstandaarden te maken per groep ziekten, en niet per individuele ziekte. Het maken van een zorgstandaard neemt al snel enkele maanden in beslag. De VSOP maakt er een aantal, maar er is veel meer capaciteit nodig, want het is heel veel werk! Zorg Algemeen De vraag is of elke zorg voor zeldzame ziekten standaard is? Is er een onderscheid per (groepen van) ziekten? Het is belangrijk dit duidelijk te maken in een plan. Over enkele punten zijn nog geen aanbevelingen opgenomen: - Wie heeft regie, wat moet centraal/decentraal? - Hoe kan kwaliteit van de zorg worden gewaarborgd (onder andere de kwaliteit van expertisecentra)? - Expertisecentra zijn teveel naar binnen gericht en op de patiënt gericht. Terugkoppeling naar huisarts of lokale behandelaar wordt gemist. Daardoor worden zeldzame ziekten ook minder aantrekkelijk voor de huisarts. Expertisecentra Er wordt onderschreven dat ziekenhuizen zich moeten specialiseren (conform het huidige overheidsbeleid) en dat er ook bezuinigd moet worden. Expertisecentra zijn kwetsbaar en staan onder druk. De aanbeveling dat de Raad van Bestuur zich verbindt aan de expertise die in huis is, is essentieel. Hier ligt een rol voor de onderzoekers/behandelaars in het betreffende universitair medisch centrum (UMC); deze moeten de expertise onder de aandacht brengen van hun Raad van Bestuur. Het landelijk en Europees aanwijzen van centra is iets wat noodzakelijk is, maar niet op korte termijn is gerealiseerd. De vraag wordt gesteld wat het oplevert om centra aan te wijzen? Er worden een aantal redenen genoemd: - Aanwijzen leidt tot transparantie, betere verwijzing en verbetering van kwaliteit van zorg; - Aanwijzen leidt tot duurzaamheid en kwaliteitscontrole; - Erkenning van gespecialiseerde kennis en zorg. Een aantal partijen heeft een rol, zoals de medische beroepsgroepen (verdelen van expertise met elkaar) en de patiënten (deze kunnen lintjes/sterren uitdelen aan centra die aan criteria voldoen; bijvoorbeeld Stichting Kind en Ziekenhuis geeft een Smiley als kwaliteitskeurmerk). Men constateert dat er momenteel in Nederland geen expertisecentra voor zeldzame ziekten formeel zijn aangewezen door een onafhankelijk orgaan. De centra staan ook niet vermeld in de Orphanet database. Het centrum moet kennis verbinden. Niet iedereen kan naar het centrum reizen, dus moet de kennis soms reizen. In dit kader is E-health een hulpmiddel om kennis en informatie beschikbaar te maken. Wat betreft het vinden van een budget voor het expertisecentrum vindt de groep dat inzet van de zogenoemde academische component voor zeldzame ziekten (een aanbeveling in het voorbereidende document bij de thema s Zorg en Onderzoek) geen realistische aanbeveling. Bovendien biedt het geen garantie dat hieruit onderzoek en zorg specifiek voor zeldzame ziekten wordt gefinancierd. De competitie binnen de ziekenhuizen (en ook tussen de ziekenhuizen) wordt wel gevoeld door de onderzoekers/behandelaars. In die zin staan het onderzoek aan zeldzame 4
5 ziekten of de hele specialistische zorg zeker onder druk. Ook hier is het van belang de Raad van Bestuur te informeren en waar mogelijk de patiëntenorganisatie te betrekken. De aanbeveling van het opleiden/inzetten van een volwassen tegenhanger van de kinderarts appelleert aan het gevoel dat de patiënt eenmaal volwassen niet als geheel wordt bekeken. Multidisciplinaire teams zijn daarom een must in de volwassenenzorg voor zeldzame ziekten. Er komen ook nieuwe specialismen bij, zoals de arts verstandelijk gehandicapten (AVG) voor volwassenen met een verstandelijke handicap of de kinderarts erfelijke en aangeboren aandoeningen. In het document wordt de aanbeveling gedaan om de zeldzame psychische aandoeningen een plek te geven. De groep onderkent dat dit aspect onderbelicht is, maar dat er uit het bewuste werkveld meer concrete informatie nodig is om dit handen en voeten te geven. b) Onderzoek (zie pagina van het voorbereidende document; bijlage 2) Algemene opmerkingen uit de groep over het thema Onderzoek: - Het stimuleren van translationeel onderzoek ontbreekt in de aanbevelingen; - Bij de ontwikkeling van geneesmiddelen wordt aanvullend wetenschappelijk onderzoek geëist door de registratie autoriteiten. Ondanks het feit dat farmaceutische bedrijven dergelijk onderzoek voornamelijk zullen moeten financieren, hebben expertisecentra en patiënten hierin ook een rol (net als bij het onderwerp registratie (zie pagina 3 van dit verslag)); bijvoorbeeld bij de uitkomsten van onderzoek (eindpunten). -De belangstelling voor de ontwikkeling van weesgeneesmiddelen is op zich goed te noemen. Er bestaat echter wel het vermoeden dat veel farmaceutische bedrijven het onderzoek gebruiken als een opstap naar het ontwikkelen van geneesmiddelen voor meer voorkomende ziekten en daarmee de zeldzame ziekte als model gebruiken. Herkenbaarheid zeldzame ziekten onderzoek Zoals eerder bij zorg ter sprake is gebracht worden de zeldzame ziekten als een geheel gepresenteerd, terwijl de variatie binnen de groep groot is. Dit maakt het voor buitenstaanders lastiger een beeld te vormen van zeldzame ziekten. Specifieke voorbeelden helpen daarbij. Men vraagt zich af waarom je moeite zou moeten doen om in zeldzame ziekten onderzoek te labellen? Wat is het belang hiervan, dat wordt niet duidelijk. Dit punt moet verder worden uitgewerkt. Er worden wel mogelijkheden gezien om bepaalde fasen van (pre-)klinisch onderzoek (als het onderzoek met dieren of met mensen plaatsvindt) te labellen als zeldzame ziekten onderzoek. Dergelijk onderzoek moet altijd worden voorgelegd aan een toetsingscommissie; bij die gelegenheid zou een vinkje zeldzame ziekten onderzoek kunnen worden gezet. Daarbij moet worden opgemerkt dat bepaald basaal wetenschappelijk onderzoek (onderzoek dat nog niet ziekte gerelateerd is) niet kan worden aangemerkt. Bedreigingen en kansen voor onderzoek aan zeldzame ziekten Onderzoek vindt in Nederland voornamelijk plaats aan universiteiten en in de universitair medische centra. Deze instituten moeten ook met elkaar concurreren (bijvoorbeeld voor geld). Ook binnen de ziekenhuizen zelf is er competitie tussen afdelingen. Een en ander kan nadelig uitpakken, bijvoorbeeld bij de verdeling van zeldzame ziekten (bepaalde dure/onaantrekkelijke zeldzame ziekten vallen buiten de boot). Een mechanisme dat positief kan uitpakken voor zeldzame ziekten, is dat men gedwongen wordt om samen te werken tussen verschillende centra en afdelingen. De samenwerking kan worden bemoeilijkt wanneer onderzoek nog in een heel pril stadium is en er nog geen kennisdeling (bijvoorbeeld via publicaties) plaatsvindt. 5
6 Het feit dat er een structureel onderzoeksprogramma voor zeldzame ziekten moet komen acht men niet realistisch (voor korte en middellange termijn), maar wel noodzakelijk. In het RGO rapport Orphan Drugs uit is deze aanbeveling ook al gedaan. Vanuit de groep komen een aantal aanvullende suggesties om onderzoek aan zeldzame ziekten te verbeteren: - Er moet follow-up onderzoek mogelijk zijn vanuit verschillende onderzoeksgroepen; alle facetten van onderzoek dienen gefinancierd te worden; - Natuurlijk beloop onderzoek moet voorafgaan aan doelmatigheidsonderzoek; - Doelmatigheidsonderzoek voor zeldzame aandoeningen dient langer te duren dan vier jaar; - Men steunt het idee voor een onderzoeksprogramma voor 1 e lijn (huisarts/ jeugdgezondheidszorg) in het bijzonder ten behoeve van diagnostiek; - Inzet leerstoel medische besliskunde ook bij onderzoek aan zeldzame ziekten. Groep II. LOKET EN INFORMATIE, en BESCHIKBAARHEID VAN KENNIS/EDUCATIE EN ADEQUATE BEHANDELING Ook bij deze groep stellen de deelnemers zich kort voor. In deze groep zijn patiëntvertegenwoordigers, een specialist, en vertegenwoordigers van de Nederlandse Federatie voor Universitair Medische centra, van het Erfocentrum en van een bedrijf aanwezig. a) Loket en informatie (zie pagina 5-7 van het voorbereidende document) Portal website De groep steunt de aanbeveling om een portal website voor zeldzame aandoeningen op te zetten. Het zou een loket van laagdrempelige, voornamelijk Nederlandstalige, onafhankelijke en betrouwbare informatie moeten zijn voor een breed scala aan doelgroepen van de algemene bevolking tot en met professionals. Er is rond zeldzame aandoeningen honger naar kennis en hulp, geeft de groep aan. De portal website is met name zinvol om kennis en informatie te geven over leven met de zeldzame aandoening. Bij de portal website moet veel kennis over zeldzame aandoeningen aanwezig zijn. De website zou zowel de functie van aanspreekpunt hebben via contact per en per telefoon als ook de functie van verwijzing naar bestaande kennis op het vlak van zeldzame aandoeningen. Er zou bijvoorbeeld verwezen kunnen worden naar het Erfocentrum of naar het toekomstige patiëntenportal van de NFU waar informatie over de zorg voor specifieke (groepen van) zeldzame aandoeningen geplaatst zal worden, maar ook naar Nederlandstalige informatie in Vlaanderen. De vertegenwoordiger van het Erfocentrum geeft aan dat 10% van de vragen die deze organisatie krijgt uit België komen. De functies van website, en telefoon zouden gekoppeld moeten zijn. Daarnaast zou er ook een database aan gekoppeld moeten zijn waarbij individuele zeldzame ziekten vindbaar moeten zijn met een behandelprotocol (als deze bestaat). Ter sprake komt dat het begrip zeldzame aandoening lastig is en dat de naam van de portal herkenbaar moet zijn zodat men bij een dergelijke portal website ook echt terecht komt. Een PR plan dient ontwikkeld te worden om bekendheid te geven aan de portal website, bijvoorbeeld via artikelen in tijdschriften voor (huis)artsen. Financiering van portal website De groep vindt dat de overheid een rol heeft bij de toegang tot hoogwaardige zorg en dus ook tot kennis/informatie. Er zal gestreefd dienen te worden naar structurele financiering van de portal, waarbij de groep vindt dat de overheid continuïteit zou dienen te waarborgen. Naast de overheid zouden ook andere veldpartijen betrokken kunnen worden voor financiering van de portal website. De mogelijkheid van het aanvragen van Europese subsidies hiervoor zou ook onderzocht kunnen worden. Gesuggereerd wordt om met verschillende landen een opzet voor een dergelijke website te 4 RGO advies nr. 16. Advies Orphan Drugs (weesgeneesmiddelen),
7 maken zodat verschillende landen deze als mal kan gebruiken en niet elk land het wiel hoeft uit te vinden. Bij verder discussiëren over het kostenplaatje en prioritering komt de groep tot de conclusie dat een algemene portal website met functie de eerste prioriteit heeft. Een loketfunctie in de vorm van een telefonische helplijn is relatief kostbaar en daarom geeft de groep aan dat een dergelijk loket een latere prioriteit heeft. b) Beschikbaarheid van kennis/educatie en adequate behandeling (zie pagina van het voorbereidende document) Kennis/Educatie De groep krijgt de vraag voorgelegd hoe kennis en educatie op goed niveau gegeven kan worden en hoe dit goed georganiseerd kan worden. Men geeft aan dat er meer awareness bij artsen in opleiding moet worden gecreëerd, en een pad moet worden uitgestippeld: vanuit de klacht van de patiënt komen tot een constatering van neurologische spierproblemen, waarna de arts de patiënt kan verwijzen naar een bepaald centrum. Een arts moet bereid zijn om door te verwijzen, maar deze moet dan wel weten of er meer kennis is en waar deze te vinden is. De database Orpha.net kan hierbij een functie hebben, evenals de huidige NFU website die zal worden aangevuld door de NFU met een aparte site over expertisecentra voor zeldzame ziekten bij de acht UMC s. Het idee komt uit de groep naar voren om per universitair centrum iemand aan te stellen die algemene kennis heeft over de zeldzame ziekten. Bij verder doorspreken van dit idee komt de groep tot de conclusie dat dit niet haalbaar is, omdat er zeldzame aandoeningen zijn. Ter sprake komt dat ICT ook een rol kunnen spelen; zo is er een Amerikaanse website rond neuromusculaire aandoeningen waar op grond van symptomen bepaalde laboratoriumbepalingen worden voorgesteld. De groep bespreekt een aantal initiatieven rond educatie of verbeteren van awareness die al of niet succesvol blijken te zijn, zoals een keuzevak zeldzame aandoeningen (met als voorbeeld de ziekte van Duchenne) dat na enige tijd toch niet zo populair bleek. Bij verschillende universiteiten is een dag rond vasculitis georganiseerd. Bij de afdeling psychologie aan de Universiteit Twente worden studenten verplicht om als proefpersoon mee te doen; een dergelijk idee zou uitgewerkt kunnen worden voor zeldzame aandoeningen. Eén van de aanwezigen geeft aan dat het College voor zorgverzekeringen en de Gezondheidsraad hebben toegezegd om bij hun achterbanraadplegingen zeldzame aandoeningen mee te zullen nemen. Dit is ook een vorm van vergroten van de awareness rond deze groep van ziekten. Verder zou gestimuleerd kunnen worden dat meer case-reports in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde worden gepubliceerd en zou in een vast katern in het Medisch Contact meer casuïstiek besproken kunnen worden. Recent heeft de Nederlandse Huisartsen Genootschap samen met andere organisaties de website opgezet. Ook tijdens de reguliere overleggen tussen huisartsen en apothekers (FarmacoTherapie Overleg, FTO) zou meer aandacht aan zeldzame ziekten besteed kunnen worden. Er zou gestimuleerd kunnen worden om links naar de tweewekelijkse Europese nieuwsbrief Orphanews op de websites van de verschillende artsenorganisaties en in hun tijdschriften te plaatsen. Nascholing van huisartsen zou gestimuleerd kunnen worden; op grond van ervaringen van de werkgroep die zich met dit thema heeft beziggehouden wordt voorgesteld om een dergelijke nascholing in te vlechten in bestaande cursussen met accreditatiepunten. Dit lijkt beter te werken dan een aparte cursus rond zeldzame aandoeningen op te zetten (ook al worden accreditatiepunten verstrekt). 7
8 Adequate behandeling Bij het doorspreken van de aanbevelingen rond beschikbaarheid van adequate behandeling (zie voorbereidend document, pagina s 21-22) wordt door de groep aangegeven dat er voor vele zeldzame ziekten geen geneesmiddelen zijn of worden ontwikkeld en dat voor deze groep patiënten hulpmiddelen belangrijk zijn evenals meer aandacht voor de sociale aspecten. Men vindt deze laatste onderwerpen nog te weinig naar voren komen. Verder denkt men dat bij het vlaggetjes zetten van declaraties voor de behandeling gebruik gemaakt moet worden (voor zover mogelijk) van coderingen voor zeldzame ziekten (SNOMED, ICD). De aanbeveling om een Commissie van Wijzen in te stellen ondersteunt men en wil men uitbreiden: er zou een bindend advies door zo n commissie moeten worden opgesteld. Bovendien zou deze commissie ook een meer monitor-functie op zich kunnen nemen. Verder zou men de opdracht van een leerstoel Medische Besliskunde willen verbreden op het gebied van zeldzame ziekten en niet beperken tot besluitvorming over verzekerde zorg bij schaarse bewijslast. Verder wordt als extra aanbeveling voorgesteld om voor vroegere toegankelijkheid tot geneesmiddelen in ontwikkeling na te gaan of het ATU 5 systeem, een soort van compassionate use systeem waarbij de overheid het geneesmiddel voorlopig vergoed en dat in Frankrijk is ontwikkeld, ook in Nederland (of op Europees breed niveau) zou kunnen worden geïmplementeerd. Middagdeel (plenair) Na de lunch wordt de inbreng vanuit de twee groepen teruggekoppeld en wordt over een aantal onderwerpen verder gediscussieerd. Aan de orde komt de betrokkenheid van andere vertegenwoordigers van veldpartijen. Tijdens de huidige bijeenkomst van 12 april zijn betrekkelijk weinig deelnemers aanwezig en voor de bijeenkomst van 21 april zijn er nog weinig aanmeldingen ontvangen. Een plan voor zeldzame ziekten leeft dus niet erg, is de constatering van de groep. Verder wordt opgemerkt dat er tijdens de bijeenkomst gesproken is over de rol van regionale specialisten, medische beroepsverenigingen, consultatiebureaus en jeugdgezondheidszorg (JGZ) artsen, maar dat deze groepen vandaag niet aanwezig zijn. De vraag is of ze de problemen wel (onder)kennen? Er wordt aanbevolen om contact te zoeken met deze groepen in een volgende fase van het nationale plan om te toetsen of de aanbevelingen, waarin deze veldpartijen een rol krijgen, realistisch zijn. Awareness vergroten is een belangrijk aandachtspunt. Scholing en het verankeren van kennis over zeldzame aandoeningen in de zorg worden in het voorbereidend document gezien als één van de oplossingen voor het vergroten van awareness. Er wordt gesuggereerd naar de ervaringen in andere landen te kijken. Ook wordt de vraag gesteld of scholing de oplossing is, in het bijzonder voor de langere termijn. De aanwezige jonge artsen constateren dat de manier van leren is veranderd. De nadruk ligt niet meer op het leren van lijstjes zoals vroeger. Zijn zeldzame ziekten daarvan misschien de dupe? Oplossingen die door de groep zijn aangedragen zijn onder meer om redacties van tijdschriften te stimuleren meer case-reports te publiceren en bijvoorbeeld meer awareness te creëren via FTO-overleggen tussen huisartsen en apothekers. Bij de huisartsen blijft informatie over een zeldzame ziekte veelal hangen als deze ooit een patiënt met een dergelijke aandoening in de praktijk hebben gehad. Het voorbeeld wordt gegeven van het 5 De Autorisations Temporaires d Utilisation (ATU) procedure is een uitzonderlijke maatregel om geneesmiddelen toegankelijk te krijgen hoewel ze nog geen handelsvergunning hebben. Het doel van ATU is om vroege toegang te verschaffen voor nieuwe veelbelovende behandelingen waar een serieuze noodzaak voor de volksgezondheid is, oftewel voor de behandeling van patiënten lijdend aan een ernstige aandoening die zich in de situatie van therapeutische impasse bevinden. Deze procedure wordt in Frankrijk toegepast vanaf (C. Bélorgey (2001) Agence Francaise de Securité Sanitaire des Produits de Santé). 8
9 project De Patiënt als informatiedrager waarbij de patiënt na het stellen van de diagnose een brochure meeneemt die in gezamenlijk is opgesteld door de patiëntenalliantie VSOP, de specifieke patiëntenorganisatie en het Nederlandse Huisartsen Genootschap NHG. Om artsen bewust te maken van het feit dat zeldzame ziekten misschien vaker voorkomen dan men denkt wordt de suggestie gedaan om naar het quotum te vragen: hoeveel patiënten met een zeldzame aandoening heb je in de praktijk? Afhankelijk van de wijk/stad waar men werkt kan het soort patiënten heel verschillend zijn, maar ook dit geeft de arts weer meer inzicht. ICT wordt gezien als een belangrijk hulpmiddel om kennis over zeldzame ziekten te vergroten en ook de differentiële diagnostiek te verbeteren. Zo zijn er bijvoorbeeld applicaties over lysosomale stapelingsziekten, waarbij symptomen worden ingevoerd voor differentiële diagnostiek. De toegang tot de zorg voor zeldzame ziekten moet zijn gewaarborgd en informatie maakt hier onderdeel van uit. Deze informatie kan via een laagdrempelige, Nederlandstalige portal website verstrekt worden, waarbij er ook de mogelijkheid zou moeten zijn om vragen te stellen per . Hoewel er behoefte is aan een telefoonlijn, verbonden aan de portal website, realiseert de groep zich dat de bemensing van een telefoonlijn mogelijk veel zal kosten en daarom voorlopig lagere prioriteit moet krijgen. De aanbeveling dat verschillende organisaties bij de portal website betrokken dienen te zijn wordt gesteund. Ter sprake komt dat de rol van patiënten en beroepsgroepen belangrijk is, maar dat het informatie te verzamelen en beoordelen op betrouwbaarheid tijd en menskracht kost. Ook hier is het advies om een en ander gefaseerd uit te voeren. Een aanvullende aanbeveling is dat er een PR plan dient te worden opgesteld zodat de verschillende doelgroepen een dergelijke portal website ook gaan vinden en gebruiken. De aanbeveling wordt gedaan om te kijken of een dergelijke portal website niet kan worden aangesloten bij andere bestaande websites; Nationaal kompas van het RIVM, Kiesbeter of het Erfocentrum worden als voorbeeld genoemd. Ten aanzien van de bekostiging van weesgeneesmiddelen worden een aantal opmerkingen gemaakt. Het tijdelijk vergoeden van geneesmiddelen zoals in Frankrijk (ATU-systeem) is een mooi voorbeeld, maar er zou moeten uitgezocht wat het kost (en oplevert). Daarnaast wordt gewezen op het feit er voor veel zeldzame ziekten nog geen geneesmiddelen zijn; hulpmiddelenzorg (bij ministeriële regeling aangewezen, functionerende hulpmiddelen en verbandmiddelen; artikel 2.9 van het Besluit Zorgverzekering) is daarom net zo belangrijk. Conclusies De deelnemers hebben een aantal aanvullende aanbevelingen gegeven die zullen worden verwerkt in het concept Nationale Plan Zeldzame Ziekten. Bovendien zal in het nationale plan meer aandacht besteed worden aan de dwarsverbanden tussen de vier thema s. Er zal ook meer nadruk komen op algemene aspecten rond zeldzame aandoeningen versus aspecten voor specifieke groepen van zeldzame aandoeningen. Daarnaast zal de regierol na 2012 verder worden uitgewerkt in dit plan. In het najaar wordt meer aandacht besteed hoe een en ander ingevuld kan worden in de praktijk in overleg met de veldpartijen die zijn genoemd. Het verslag van de hearing wordt op de website geplaatst en de deelnemers worden via een Nieuwsupdate hiervan op de hoogte gesteld. De voorzitter bedankt de deelnemers voor hun goede voorbereiding voor deze bijeenkomst en actieve deelname in de discussies. 9
10 Bijlage 1. Deelnemers Hearing 12 april 2012 Janna Bekenkamp (Bestuur Noonan syndroom) Yvonne van der Bosch (Wegener) Marloes Brouns-Van Engelen (Erfocentrum) Jolanda Huizer (secretaris NPZZ; verslaglegging van de Hearing) Cock Lamers (emeritus hoogleraar Maag-, darm- en leverziekten, LUMC, lid voormalige Stuurgroep Weesgeneesmiddelen; lid klankbordgroep NPZZ) Frits Lekkerkerker, voorzitter voormalige Stuurgroep Weesgeneesmiddelen, voorzitter Klankbordgroep NPZZ Claire Leyten (Prosensa) Hanka Meutgeert (Volwassenen en Kinderen met Stofwisselingsziekten, VKS; lid voormalige Stuurgroep Weesgeneesmiddelen; lid klankbordgroep NPZZ) Iris Overwater (Sophia Ziekenhuis Rotterdam ENCORE: Expertisecentrum voor Neurofibromatose, Tubereuze Sclerose en Angelmansyndroom) Iris Plug (Centrum voor Lysosomale stapelingsziekten, zoals Pompe en MPS, Erasmus MC) Melanie Schmidt (NFU) Thijs van der Vaart (Sophia Ziekenhuis Rotterdam ENCORE) Ildíko Vajda (VSOP) Sonja van Weely (secretaris NPZZ; verslaglegging van de Hearing) Ernst van der Wiele (gepensioneerd huisarts) Marianne Wiers (SLE) Piet Wiers (SLE, op persoonlijke titel) Albert van der Zeijden (patiënt, lid voormalige Stuurgroep Weesgeneesmiddelen, lid klankbordgroep NPZZ) 10
Nationaal Plan Zeldzame Ziekten
Nationaal Plan Zeldzame Ziekten (Mijn) achtergrond Voormalig Secretariaat Stuurgroep Weesgeneesmiddelen (2001-2011) EUROPLAN (2010-2011) Consultatie expertise voor zeldzame ziekten (2010-2011) Algemeen
Nadere informatie5.3.Thema Onderzoek. Schets van domein
5.3.Thema Onderzoek Schets van domein Onderzoek ten aanzien van zeldzame ziekten omvat medisch wetenschappelijk onderzoek, zowel basaal ( laboratoriumonderzoek ) en preklinisch of klinisch onderzoek (bijvoorbeeld
Nadere informatieWelkom. Stichting Zeldzame Ziekten Nederland. Uitslag enquete Nationaal Plan. 15 maart 2012
Welkom Stichting Nederland Uitslag enquete Nationaal Plan 15 maart 2012 Agenda 1. Doel van de bijeenkomst 2. Overzicht reacties op de enquête 3. Conclusies uit de enquête t.b.v. Nationaal Plan 4. Plannen
Nadere informatieI. Algemene inleiding ten behoeve van Hearings (12 en 21 april 2012)
I. Algemene inleiding ten behoeve van Hearings (12 en 21 april 2012) Doelstelling Nationaal Plan Zeldzame Ziekten (NPZZ) De Europese Raad van Ministers van Volksgezondheid heeft in juni 2009 de lidstaten
Nadere informatieToegang tot weesgeneesmiddelen en zorg
Toegang tot weesgeneesmiddelen en zorg NFK Staat voor mensen geraakt door kanker Pauline Evers, beleidsmedewerker 15 november 2013 Nationaal plan En nu? DOEL-workshop Implementatie van het nationaal plan
Nadere informatieConcept Nationaal Plan Zeldzame Ziekten
Concept Nationaal Plan Zeldzame Ziekten jhuize01 ZonMW-NPZZ 28-8-2012 2 Inhoud 1.ALGEMENE INTRODUCTIE (CONTEXT)... 4 2. ACTUELE NATIONALE ONTWIKKELINGEN... 6 3.DOELSTELLING EN BEPERKINGEN VAN NATIONAAL
Nadere informatieThematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties
Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties
Nadere informatieDE NEDERLANDSE STRATEGIE TEN AANZIEN VAN DE ZELDZAME ZIEKTES. Algemeen
DE NEDERLANDSE STRATEGIE TEN AANZIEN VAN DE ZELDZAME ZIEKTES Algemeen Dit document geeft invulling aan de AANBEVELING van de RAAD (de Raad van Europese ministers van Volksgezondheid) van juni 2009 over
Nadere informatieOpmerking Voorafgaand aan de debatbijeenkomst over registratie van (patiënten met) zeldzame aandoeningen. is een pre-conference paper geschreven.
Verslag van de Orphan Topic over registratie van zeldzame ziekten 13 december 2007, Den Haag Opmerking Voorafgaand aan de debatbijeenkomst over registratie van (patiënten met) zeldzame aandoeningen. is
Nadere informatieBetreft: procedure selectie en erkenning expertise centra voor zeldzame ziekten Nederland
Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Minister E.I. Schippers Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Aan de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU) T.a.v. de heer mr. J. Landman
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback
Nadere informatieExpertisecentra voor zeldzame aandoeningen Stuurgroep Weesgeneesmiddelen. Drs. J. Huizer, secretaris
Expertisecentra voor zeldzame aandoeningen Stuurgroep Weesgeneesmiddelen Drs. J. Huizer, secretaris Rol stuurgroep Inventarisatie expertise (globaal), patiëntenorganisaties, beroepsorganisaties, behandelaars,
Nadere informatieCONCEPTVERSLAG. Bijeenkomst Nationaal Plan Zeldzame Ziekten Planetarium Gaasperplas, Amsterdam 28 augustus 2008
CONCEPTVERSLAG Bijeenkomst Nationaal Plan Zeldzame Ziekten Planetarium Gaasperplas, Amsterdam 28 augustus 2008 Onderstaand treft u een samenvattend verslag aan van de bijeenkomst over het Nationaal Plan
Nadere informatieOns kenmerk SV/AL/06/ Datum 30 maart 2006
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 477 Geneesmiddelenbeleid Nr. 262 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieOverdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.
Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse
Nadere informatieConsortiavorming: kader voor samenwerking EPZ - IKNL netwerken palliatieve zorg
MEMO Aan: Betreft: consortiavorming en samenwerking EPZ, IKNL en netwerken palliatieve zorg Van: Karin van der Rijt, voorzitter EPZ en Jeroen Hasselaar, projectleider NFU Peter Huijgens, directeur IKNL
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Observationeel onderzoek van de BioMimics 3D-stent bij de behandeling van perifeer vaatlijden Officiële titel: Een prospectief,
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback
Nadere informaties-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 14 januari 2000 Onderwerp: Beleidsvisie landelijk kennis/behandelcentrum eetstoornissen Hierbij doe ik u een mijn «beleidsvisie voor
Nadere informatieVroegere diagnostiek maakt beter
voor zeldzame en genetische aandoeningen Holland BIO Orphan Café November 14 Vroegere diagnostiek maakt beter Drs M.G. Nijnuis Dr G.L. Engel Programma Voorstellen ZZF & rapport Knelpunten (vroeg(ere))
Nadere informatieDe huid en het brein. Multidisciplinaire expertise bij ontwikkeling, leren en gedrag van kinderen en jongeren met neurofibromatose type 1
De huid en het brein Multidisciplinaire expertise bij ontwikkeling, leren en gedrag van kinderen en jongeren met neurofibromatose type 1 Het Centrum voor Neurologische Leer- en ontwikkelingsstoornissen
Nadere informatieIs er een expertisecentrum?
Hand-out perspectief lysosomale stapelingsziekten 05-06-2014 De ervaringen met de zorg van patiënten met lysosomale stapelingsziekten zijn door middel van een online enquête onderzocht, in het kader van
Nadere informatieHet verzamelen van Pompe patiënten informatie
Het verzamelen van Pompe patiënten informatie Toegang tot goede en recente medische informatie is van groot belang voor u en uw arts. Om deze informatie te verkrijgen hebben wetenschappers, patiënten en
Nadere informatieProefpersoneninformatie
Proefpersoneninformatie Titel van het onderzoek: Implementatie van de keuzehulp bestraling bij borstkanker en DCIS: een pre- en post-interventie studie. Geachte mevrouw, Uw behandelend arts heeft met u
Nadere informatieInformatiebrief GRAFITI-studie
Informatiebrief GRAFITI-studie Titel van het onderzoek GRAFITI-studie: onderzoek naar de groei van agressieve fibromatose. Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk
Nadere informatieRESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG
Verslag bijeenkomst 21 januari 2011 Erasmus MC RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG Partners Mijnpijn.nl vinden dat chronische pijn prioriteit
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback
Nadere informatieToetsingskader Specialismen
Toetsingskader Specialismen Besluit van 9 maart 2011 houdende toetsingskader op grond waarvan deelgebieden der geneeskunde als specialismen kunnen worden aangewezen of opgeheven Het College Geneeskundige
Nadere informatieOnderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).
Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Verbetert de zorg na de behandeling van dikke darmkanker
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk. De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak Officiële titel: De rol van endoscopische echografie
Nadere informatieUpdate m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige
Update m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige Inleiding Met deze notitie wil ik u informeren over de stand van zaken met betrekking tot de noodzakelijke voorbereidingen voor de aanvraag
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieMEERJARENBELEIDSPLAN PATIËNTEN PLATFORM COMPLEMENTAIRE GEZONDHEIDSZORG (PPCG)
MEERJARENBELEIDSPLAN 2013-2016 PATIËNTEN PLATFORM COMPLEMENTAIRE GEZONDHEIDSZORG (PPCG) 13 december 2012 Inleiding Het Patiënten Platform Complementaire is een Stichting waarin een aantal patiëntenorganisaties
Nadere informatieHoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond Het wordt algemeen erkend dat de werkzaamheid van geneesmiddelen bij kinderen kan afwijken van die bij volwassenen. Om te komen tot passende farmacotherapeutische
Nadere informatieAntwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)
AH 740 2010Z13219 Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) 1 Bent u bekend met nieuw onderzoek van Michigan State University
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk. De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak Officiële titel: De rol van endoscopische echografie
Nadere informatieBijeenkomst LND. 14 oktober 2015
Bijeenkomst LND 14 oktober 2015 JONGE MENSEN MET DEMENTIE Marian Salari en Monique Hertogs Doelgroep Mensen met dementie, waarbij de ziekte begint vóór 65 jaar. 15.000-25.000 mensen Meer sprake van erfelijkheid
Nadere informatieME/CVS Nr. 2018/07. Samenvatting
ME/CVS Nr. 2018/07 Samenvatting ME/CVS pagina 2 van 5 ME/CVS is een ernstige chronische ziekte, die het functioneren en de kwaliteit van leven van mensen die eraan lijden substantieel beperkt. Patiënten
Nadere informatieBeoordelingsrapport Owise app
Beoordelingsrapport Owise app Met OWise heb je alle gegevens over je leven met borstkanker bij elkaar via een mobiele app of website. Jij voert ze in en OWise geeft je inzicht en overzicht terug. OWise
Nadere informatieIs er een expertisecentrum?
Hand-out Aplastische Anemie (AA) 15-02-2016 De ervaringen met de zorg van patiënten met Aplastische Anemie (AA) zijn door middel van een online enquête onderzocht, in het kader van het project Expertise
Nadere informatieAfspraak bij de arts
Afspraak bij de arts Informatie voor patiënten en hun familie 2 Afspraak bij de arts Deze informatie werd samengesteld voor ouders, patiënten en familieleden die een afspraak hebben met een klinisch geneticus.
Nadere informatieLUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:
Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen
Nadere informatieUZ Leuven: zie bijlage 2 UZ Antwerpen: zie bijlage 3 UZ Brussel: zie bijlage 4
Aanmelding voor de functie zeldzame ziekten versie d.d. 02/06/2016 validatie projectgroep d.d. 02/06/2016 goedkeuring begeleidingscomité d.d. 06/06/2016 Situering Deze procedure is gebaseerd op bestaande
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 20 december 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78
Nadere informatie2009 over de Universit Feiten en cijfers air Medische Centra
In één oogopslag Feiten en cijfers over de Universitair Medische Centra 2009 Bronvermelding: voor deze uitgave zijn de meest recente gegevens gebruikt van Prismant, Price Waterhouse Coopers, VSNU en NFU.
Nadere informatieKlinisch onderzoek bij kinderen en jongeren met kanker. wat is het en hoe werkt het?
Klinisch onderzoek bij kinderen en jongeren met kanker wat is het en hoe werkt het? De behandeling van kinderen en jongeren met kanker vindt meestal plaats in combinatie met een klinisch onderzoek. We
Nadere informatieVerklaring van belangen
Verklaring van belangen Reden voor invulling van dit formulier Maak uw keuze Ik werk reeds voor het CBG en vul de Verklaring van belangen opnieuw in Algemeen Titel(s) Voornaam Dr. Paul Tussenvoegsels Achternaam
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatie3 april 2014 Partnership in Clinical Trials Martijn Griep, PhD Associate Director Kwaliteit en Naleving Janssen GCO Benelux, Tilburg
Ideale site ideale samenwerking in clinical trials 3 april 2014 Partnership in Clinical Trials Martijn Griep, PhD Associate Director Kwaliteit en Naleving Janssen GCO Benelux, Tilburg MICROSOFT CORPORATION
Nadere informatieInformatie voor donoren over UMC Utrecht Biobank TiN
Informatie voor donoren over UMC Utrecht Biobank TiN Geachte mevrouw/mijnheer, In het kader van de Trombocytopathie in Nederland studie wordt een gedeelte van het extra afgenomen bloed opgeslagen in een
Nadere informatiemaakt zorg voor zeldzame ziekten zichtbaar!
EXPERTISE in kaart maakt zorg voor zeldzame ziekten zichtbaar! Ik heb de gesprekken met de expertisecentra als bijzonder prettig en open ervaren. Het is voor patiënten van groot belang om te weten hoe
Nadere informatieGESTANDAARDISEERDE EN GECONCENTREERDE ZORG VOOR ZELDZAME AANDOENINGEN
GESTANDAARDISEERDE EN GECONCENTREERDE ZORG VOOR ZELDZAME AANDOENINGEN Een project van VSOP in samenwerking met Stichting Diagnose Kanker, Nederlandse Vereniging voor Addison en Cushing Patiënten, Haemochromatose
Nadere informatieAchtergrond (1) Patiënten met een zeldzame ziekte hebben vaak te maken met: Kennis bundelen en zichtbaar maken
= Achtergrond (1) Patiënten met een zeldzame ziekte hebben vaak te maken met: een late diagnose een gebrek aan kennis (expertise) bij specialisten en zorgverleners onvoldoende aandacht voor wetenschappelijk
Nadere informatieHoe kan het meten van oogbewegingen leiden tot betere diagnostiek bij glaucoom?
Hoe kan het meten van oogbewegingen leiden tot betere diagnostiek bij glaucoom? Om die vraag te kunnen beantwoorden zoeken wij patiënten met glaucoom van 40 jaar en ouder. Een medisch wetenschappelijk
Nadere informatieInformatiebrief en toestemmingsformulier registratie facioscapulohumerale spierdystrofie voor mensen van 16 jaar en ouder
16+ jr Informatiebrief en toestemmingsformulier registratie facioscapulohumerale spierdystrofie voor mensen van 16 jaar en ouder Geachte mevrouw, meneer, Wij willen u vragen deel te nemen aan de landelijke
Nadere informatiePatiëntgerichte zorg voor mensen met gevorderde kanker of een ernstige chronische aandoening
Patiëntgerichte zorg voor mensen met gevorderde kanker of een ernstige chronische aandoening Wat zijn uw ervaringen? Informatie voor mantelzorgers Wat houdt het onderzoek in? Er kan nog veel verbeteren
Nadere informatieAan het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlem
Aan het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlem Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Kopie aan Onderwerp 3 november 2016 2016/18 S.K. Augustin 023-511 5273 augustsk@haarlem.nl
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk. De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak Officiële titel: De rol van endoscopische echografie
Nadere informatieStandpunt NVGzP inzake hoofdbehandelaarschap in de specialistische
Standpunt NVGzP inzake hoofdbehandelaarschap in de specialistische GGZ In april van dit jaar publiceerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg een concept-advies over het hoofdbehandelaarschap in de specialistische
Nadere informatieHart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk
Visie Verpleging & Verzorging VUmc 2015 Preventie Zorg plannen Pro-actief State-of-the-art zorg Samen Zorg uitvoeren Gezamenlijk verant wo or de lijk Screening & diagnostiek Efficiënt Zinvolle ontmoeting
Nadere informatieInformatiebrief en toestemmingsformulier registratie facioscapulohumerale spierdystrofie voor mensen van 16 jaar en ouder
16+ jr Informatiebrief en toestemmingsformulier registratie facioscapulohumerale spierdystrofie voor mensen van 16 jaar en ouder Geachte lezer, Wij willen u vragen deel te nemen aan de landelijke FSHD
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34
Nadere informatieRecessieve Overerving
12 Recessieve Overerving Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door
Nadere informatie25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen
25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven BS 08/08/2014 HOOFDSTUK 1. - Algemene
Nadere informatieIn dit reglement staat beschreven wat de opdracht van de adviescommissie is, hoe de commissie is samengesteld en welke werkwijze ze hanteert.
Reglement adviescommissie add-on Geneesmiddelen Versie 1.0: 20 november 2014 1. Inleiding De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ),
Nadere informatieVerstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen
Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker
Nadere informatiePosition paper Organisatie van zorg voor SOLK
Position paper Organisatie van zorg voor SOLK NOLK, September 2013 Samenvatting Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK) zijn klachten die na adequaat medisch onderzoek niet of niet
Nadere informatieBeïnvloeding Samen sta je sterker
Beïnvloeding Samen sta je sterker Aan de slag Om uw doel te bereiken, moet u gericht aan de slag gaan. Het volgende stappenplan kan u hierbij helpen. 1. Analyseer het probleem en bepaal uw doel Als u een
Nadere informatieOnderzoek naar bloedtest voor de diagnose beroerte
Onderzoek naar bloedtest voor de diagnose beroerte MicroRNA als biomarker voor acute beroerte Inleiding Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk onderzoek. Meedoen
Nadere informatieDe voordelen van e-health voor mensen met een chronische ziekte
De voordelen van e-health voor mensen met een chronische ziekte Marcel Timmen Directeur bij Spierziekten Nederland Spierziekten Nederland en E-health Drs. Marcel Timmen, directeur patiëntenorganisatie
Nadere informatieAlgemene informatie. Medisch wetenschappelijk onderzoek
Algemene informatie Medisch wetenschappelijk onderzoek 1 Inleiding Artsen verrichten naast hun normale behandelingen soms medisch wetenschappelijk onderzoek. Dit doen artsen in het Scheper Ziekenhuis Emmen
Nadere informatieBELEIDSPLAN 2015-2018 NEDERLANDSE KLINEFELTER VERENIGING
BELEIDSPLAN 2015-2018 NEDERLANDSE KLINEFELTER VERENIGING Samenvatting Het eerste punt van de missie van de Nederlandse Klinefelter Vereniging (NKV) luidt: zo vroeg mogelijke onderkenning van het syndroom.
Nadere informatieZeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen
niet geautoriseerde Nederlandse vertaling Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen De feiten op een rijtje De EMA wil graag dat Europese burgers met zeldzame ziekten toegang hebben tot specifieke en werkzame
Nadere informatieBESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid
BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:
Nadere informatieAfspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen
Afspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen Versie 1.0, 15 oktober 2015 Achtergrond Patiëntbetrokkenheid bij richtlijnen krijgt de laatste jaren steeds meer vorm. In principe
Nadere informatiePolikliniek voor volwassenen met metabole ziekten Onderdeel van het Centrum voor Lysosomale en Metabole Ziekten in het Erasmus MC
Deze folder is gericht aan alle nieuwe patiënten van de polikliniek voor metabole ziekten in het Erasmus MC, patiënten die voor het eerst deze polikliniek in het Erasmus MC bezoeken, maar ook aan jongeren
Nadere informatieMedischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon
Medischwetenschappelijk onderzoek Algemene informatie voor de proefpersoon Inhoud Inleiding 5 Medisch-wetenschappelijk onderzoek 6 Wat is medisch-wetenschappelijk onderzoek? Wat zijn proefpersonen? Wie
Nadere informatieInformatiebrief en toestemmingsformulier registratie facioscapulohumerale spierdystrofie voor jongeren van 12-17 jaar
Informatiebrief en toestemmingsformulier registratie facioscapulohumerale spierdystrofie voor jongeren van 12-17 jaar Beste lezer, Wij willen je vragen deel te nemen aan de landelijke FSHD registratie,
Nadere informatieVerwijzen naar de GGZ. Wanneer verwijzen naar de Generalistische basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ?
Verwijzen naar de GGZ Wanneer verwijzen naar de Generalistische basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ? Nieuwe structuur in de geestelijke gezondheidszorg Om de kwaliteit en de kostenbeheersing in de geestelijke
Nadere informatiespecialistische hulp kleinschalig dichtbij
P R A K T I S C H E I N F O R M A T I E specialistische hulp kleinschalig dichtbij De Hoofdlijn De menselijke maat in hulpverlening Doorverwijzing Als u bent doorverwezen naar De Hoofdlijn, meestal door
Nadere informatieVerstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen
Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker
Nadere informatieDubbeltaakonderzoek bij Parkinson
Méér informatie Heeft u nog vragen over dit onderzoek, dan kunt u contact opnemen met één van de onderzoekers. Dubbeltaakonderzoek bij Parkinson Esther Molenaar, afdeling neurologie, UMC St. Radboud te
Nadere informatieAchtergronddocument Kennisinfrastructuur GGZ
Achtergronddocument Kennisinfrastructuur GGZ Kennisinfrastructuur GGZ 1 2 Achtergronddocument bij advies Hoogspecialistische GGZ 1 Ontstaan van een kennisinfrastructuur in de GGZ In 1954 verzuchtte hoogleraar
Nadere informatiebesluit in haar vergadering van 30 november 2018 het volgende Toezichtkader te hanteren vanaf 1 januari 2019;
Toezichtkader van de CRT voor de opleidingen - psychotherapeut - gezondheidszorgpsycholoog - specialist-gezondheidszorgpsycholoog klinisch psycholoog - specialist-gezondheidszorgpsycholoog klinisch neuropsycholoog
Nadere informatieBesluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieEXPERTISE. in kaart. maakt zorg voor zeldzame ziekten zichtbaar!
EXPERTISE in kaart maakt zorg voor zeldzame ziekten zichtbaar! Maak kennis met Vindt u het ook belangrijk dat de organisatie van de zorg voor zeldzame aandoeningen transparant is? De kenniskaart maakt
Nadere informatiewww.prenatalescreening.nl
Downsyndroom In dit informatieblad leest u meer over Downsyndroom. De informatie is bedoeld voor aanstaande ouders die meer willen weten over deze aandoening, omdat zij overwegen de combinatietest te laten
Nadere informatie2010D02442. Lijst van vragen totaal
2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over
Nadere informatieInformatiebrochure ParkinsonNet
Informatiebrochure ParkinsonNet voor Zorgverleners Het ParkinsonNet concept wordt ondersteund door: 2 De ziekte van Parkinson De ziekte van Parkinson is een veel voorkomende en complexe aandoening. Parkinson
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieDe verschillen tussen Eerstelijns én Tweedelijns
De verschillen tussen Eerstelijns én Tweedelijns & In de Bres biedt 'Eerstelijns Kortdurende Hulp' en 'Tweedelijns Specialistische Zorg', maar wat is het verschil? In Nederland ziet de zorgstructuur er
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek Fysiotherapie na een totale knie of heup prothese, de PATIO studie Inleiding Geachte heer/mevrouw, Wij
Nadere informatieCOMMUNICATIE-EN IMPLEMEMENTATIEPLAN
Bijlage 9 ETHIEK IN RICHTLIJNEN bij Arbeid en Gezondheid (EiR-A) COMMUNICATIE-EN IMPLEMEMENTATIEPLAN Versie INHOUD 1 Inleiding 2 Contextanalyse 2.1 Situatie en omgeving 2.2 De actoren 2.3 Het product 3
Nadere informatieGezondheidsvaardigheden in Nederland
Gezondheidsvaardigheden in Nederland ontwikkelingen in onderzoek, beleid en praktijk Jany Rademakers NIVEL, Utrecht Gezondheidsvaardigheden op de agenda in Nederland (1) 2010 Alliantie Gezondheidsvaardigheden
Nadere informatieDe Nederlandse Vereniging voor Farmaceutische Geneeskunde (NVFG) is een wetenschappelijke beroepsvereniging die professionals werkzaam op het gebied
De Nederlandse Vereniging voor Farmaceutische Geneeskunde (NVFG) is een wetenschappelijke beroepsvereniging die professionals werkzaam op het gebied van klinisch onderzoek, registratie, bijwerkingenrapportage
Nadere informatieSamenwerking UMC s voor toekomstbestendigheid van onze gezondheidszorg: het NFU Citrien e-health Programma
Samenwerking UMC s voor toekomstbestendigheid van onze gezondheidszorg: het NFU Citrien e-health Programma Prof. dr. Marlies Schijven Chirurg / Hoogleraar AMC, Programmaleider NFU Citrien fonds E-Health
Nadere informatieHoe gaat het in z n werk daar? Wat is er anders dan een gewone poli?
INTERVIEW d.d. 28 december 2009 Coeliakiepoli Op het interview-wenslijstje van Nynke en Zara staat Dr. Luisa Mearin. Zij is kinderarts MDL in het LUMC te Leiden en heeft als eerste met haar collega s in
Nadere informatieDraaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg
Draaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg Marjan de Lange Cécile Chênevert Utrecht, september 2011 2011 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave
Nadere informatieIndicatorenset IBD. Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013
Indicatorenset IBD Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013 Definitieve versie okt. 2013 1 Colofon Internet: Portal voor aanlevering kwaliteitsgegevens verslagjaar 2013: http://ziekenhuizentransparant.nl. Meer
Nadere informatie