Ontwikkeling van een ondersteuningsprogramma voor mensen met een lichte verstandelijke beperking en gehechtheidsproblematiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwikkeling van een ondersteuningsprogramma voor mensen met een lichte verstandelijke beperking en gehechtheidsproblematiek"

Transcriptie

1 Ontwikkeling van een ondersteuningsprogramma voor mensen met een lichte verstandelijke M. J.M. Boon en T. van der Wiel 1 Inleiding Bowlby (1969/1982) omschreef het begrip gehechtheid als een biologisch gegeven geneigdheid bij kinderen om de nabijheid van een specifieke persoon te zoeken in situaties van stress. Dit leidt uiteindelijk tot een gehechtheidsrelatie tussen het kind en de belangrijke ander (Bowlby, 1969/1982). Uit onderzoek blijkt dat kinderen met meerdere personen een gehechtheidsrelatie kunnen aangaan en dat een veilige gehechtheidsrelatie met de een mogelijk de verstoorde gehechtheidsrelatie met de ander kan compenseren (IJzendoorn, Sagi, & Lambermon, 1992; Oosterman, de Schipper, Fisher, Dozier, & Schuengel, 2010). De Schipper, Stolk en Schuengel (2006) lieten zien dat kinderen met een verstandelijke beperking gehechtheidsgedrag toonden naar hun vaste begeleiders. Kinderen met een verstandelijke beperking lopen meer risico op een verstoorde gehechtheidsontwikkeling (Atkinson et al., 1999; Janssen, Schuengel, & Stolk, 2002; IJzendoorn, Goldberg, Kroonenberg, & Frenkel, 1992). Janssen en Schuengel (2010) gaven aan dat gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking onder andere verklaard kunnen worden door gehechtheidsproblemen. Een aanzienlijk percentage personen met een verstandelijk beperking laat gedragsproblemen zien. Emerson et al. (2001) kwamen in hun onderzoek tot een percentage tussen de %. Dekker, Koot, van der Ende en Verhulst (2002) lieten in een prevalentiestudie zien dat gedragsproblemen tot vier keer meer voorkomen bij kinderen en jongeren met een lichte verstandelijke beperking dan bij leeftijdsgenoten zonder verstandelijke beperking. De kinderen en jongeren met een lichte verstandelijke beperking lieten vooral antisociaal gedrag, aandachtsproblemen, depressief/angstig gedrag en delinquent gedrag zien. Volwassenen met een lichte verstandelijke beperking vormen door een grote mate van beïnvloedbaarheid en het onvoldoende overzien van consequenties een kwetsbare groep als het gaat om delinquentie en middelengebruik (Neijmeijer, Moerdijk, Veneberg, & Muusse, 2010). Op deze wijze kunnen zij de samenleving overlast bezorgen. In de wetenschappelijke literatuur wordt zoals eerder aangestipt een verband beschreven tussen gedragsproblemen en gehechtheidsproblematiek bij mensen met een verstandelijke beperking (Janssen & Schuengel, 2010; Janssen, Schuengel, & Stolk, 2002; Clegg & Sheard, 2002). Een interventie die zich richt op gehechtheidspro PRAKTIJKONDRZOEK NTZ

2 Ontwikkeling van een ondersteunings programma voor mensen met een lichte verstandelijke blematiek zou mogelijk kunnen helpen bij het terugdringen van gedragsproblemen bij deze doelgroep. Schuiringa, van Nieuwenhuijzen, Orobio de Castro en Matthys (2015) hebben in hun onderzoek laten zien dat bij kinderen met een lichte verstandelijke beperking en ernstige externaliserende gedragsproblematiek de ouder-kindrelatie de belangrijkste covariant is. Binnen de interventie waar het huidige onderzoek zich op richt staat de relatie tussen de begeleider en de cliënt met een lichte verstandelijke beperking, gehechtheidsproblematiek en gedragsproblemen centraal. Schuiringa et al. (2015) deden in hun onderzoek ook een aanbeveling dat interventies zich juist op de relatie moeten richten om externaliserende gedragsproblemen te doen verminderen. Interventies op basis van videobeelden van eigen gedrag worden Video Interactie Begeleiding (VIB) genoemd (Polderman, 2004). Video Interactie Begeleiding bij kinderen/ jongvolwassenen met een verstandelijke beperking en gehechtheidsproblematiek komt in de bestaande wetenschappelijke literatuur niet voor. Voor mensen met een ernstige verstandelijke en visuele hebben Sterkenburg, Schuengel en Janssen (2008) en Schuengel, Jeczynski, Janssen, Sterkenburg en Jongbloed (2009) een hechtingstherapie onderzocht op effectiviteit: gedragsproblemen bij deze doelgroep bleken te verminderen. De relatie tussen de cliënt en de professionele zorgverlener bleek cruciaal (Schuengel et al., 2009; Sterkenburg, Schuengel, & Janssen, 2008). Damen, Kef, Worm, Janssen, en Schuengel (2011) en Schuengel, Kef, Damen, en Worm (2012) onderzochten de effectiviteit van een interventieprogramma, gebaseerd op video interactie begeleiding, voor begeleiders van kinderen en volwassenen met een ernstige verstandelijke en een visuele beperking. De interventie bleek bij deze doelgroep effectief: de communicatie binnen de relatie en diverse relationele aspecten verbeterden. Deze onderzoeken maken aannemelijk dat gehechtheidsgedrag van mensen met een verstandelijke beperking mogelijk te beïnvloeden is via de relatie met de vaste begeleider door middel van videofeedback. Het begrip emotionele beschikbaarheid is door Bretherton (2000) beschreven als een onderdeel van gehechtheidsgedrag. De Emotional Availability Scales (EAS, Biringen, Robinson & Emde, 2000) worden in de klinische praktijk gebruikt om interacties tussen ouders en kinderen te analyseren (de Belie & van Hove, 2013; Vliegen, 2005). De relatie tussen de schalen van de EAS en gehechtheidsgedrag werd in enkele onderzoeken toegelicht (Bretherton, 2000; Ziv, Aviezer, Gini, Sagi, & Koren-Kari, 2000; Biringen & Robinson, 1991). De EAS lijkt een geschikt instrument om analysen met betrekking tot gehechtheid en gehechtheidsgedrag te kunnen maken van gedrag binnen interacties (Mesman & Emmen, 2013; McMahon & Meins, 2012). Binnen Esdégé-Reigersdaal is er de afgelopen jaren meer aandacht voor gehechtheidsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking gekomen. Van der Wiel (2011) heeft op basis van zijn ervaring en de bestaande literatuur omtrent gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met een lichte verstandelijke 30 NTZ

3 M. J.M. Boon en T. van der Wiel een interventieprogramma geschreven. Het interventieprogramma bestaat uit verschillende onderdelen: video-interactie begeleiding gericht op gehechtheidsgedrag in de interactie tussen de cliënt en de vaste begeleider waarbij het concept emotionele beschikbaarheid wordt gebruikt om dat gedrag te beschrijven, scholing op het gebied van gehechtheid, aandacht voor een basishouding van de cliëntbegeleider en aandacht voor organisatorische randvoorwaarden. In het kader van een masterthese is er pilotonderzoek gedaan in de vorm van een exploratief kwalitatief onderzoek naar de video-interactiebegeleiding uit het bovenstaande interventieprogramma (Boon, 2013). Hierin werd onderzocht hoe het gehechtheidsgedrag in de interactie tussen de cliënt en de begeleider er concreet uit zag in termen van emotionele beschikbaarheid. Vervolgens werd de feedback uit de video-interactiebegeleiding concreet beschreven evenals hoe de begeleiders dit in de dagelijkse praktijk gebruikten en hoe ze dit hadden ervaren. Met dit onderzoek werd ook getracht de verschillende begrippen behorend bij emotionele beschikbaarheid en gebruikt bij deze specifieke doelgroep te beoordelen op validiteit. 2 Methode 2.1 Procedure Het betreft een pilotonderzoek met een exploratief karakter dat werd uitgevoerd aan de hand van drie N=1 studies door middel van kwalitatieve beschrijvende analysen. Na goedkeuring van de vaste wetenschapscommissie van de Vrije Universiteit van Amsterdam zijn er vier begeleiders en cliënten benaderd voor deelname aan het onderzoek. Begeleiders werden door middel van een gesprek voorgelicht over het onderzoek, na afloop kregen zij ook een informatiebrief mee. De cliënten werden pas benaderd na schriftelijke toestemming tot deelname van de begeleider. Begeleiders werden benaderd via de gedragsdeskundige van de woonvoorziening waar zij werkten. De cliënten kregen informatie over het onderzoek in een gesprek en een informatiebrief. Wanneer ook de cliënten en hun eventuele wettelijk vertegenwoordigers schriftelijk toestemming hadden verleend werden de video-opnamen gepland. Bij alle proefpersonen zijn video-opnamen gemaakt tijdens een gesprek waarin het onderwerp stressvol is voor hen en waarin de begeleider als vertrouwensfiguur kon optreden. De filmopname duurde gemiddeld minuten, wat uiteindelijk voldoende gedragssequenties opleverde. De situaties die onderwerp waren van video-opname moesten aan de volgende criteria voldoen: Datgene wat in de opgenomen begeleidingssituatie aan de orde kwam, moest enige stress met zich meebrengen voor de cliënt. De begeleider moet binnen de interactie als vertrouwensfiguur kunnen worden aangemerkt. Er mogen geen andere personen in beeld komen die geen toestemming hebben geven voor deelname aan het onderzoek. 2.2 Setting en Proefpersonen Alle proefpersonen waren werknemers dan wel cliënten van Esdégé-Reigersdaal: een or NTZ

4 Ontwikkeling van een ondersteunings programma voor mensen met een lichte verstandelijke ganisatie voor dienstverlening aan mensen met een beperking. Drie cliënten met hun begeleidsters namen uiteindelijk deel aan het onderzoek: Proefpersoon 1 is een vrouw van 26 jaar, IQ tussen de 45 en 60, emotioneel niveau vergelijkbaar met de leeftijd onder de drie jaar; proefpersoon 2 is 23 jaar, IQ rond de 55, emotioneel niveau is niet bekend; proefpersoon 3 is 21 jaar, IQ van 75, emotioneel niveau is niet bekend. Alle proefpersonen zijn gediagnosticeerd met gehechtheidsproblematiek door een GZ-psycholoog of psychiater (Boon, 2013). Alle drie de proefpersonen en hun begeleiders gaven schriftelijk toestemming voor deelname aan het onderzoek. Eén van de vier benaderde begeleiders gaf geen toestemming voor deelname aan het onderzoek, waarop ook de cliënt niet werd benaderd. 2.3 Instrument Uit onderzoek is gebleken dat scores op de verschillende schalen van de EAS (Emotional Availability Scales) (Biringen et al., 2000) gerelateerd zijn aan de veilige en onveilige patronen van gehechtheid bij kinderen (Bretherton, 2000; Ziv, Aviezer, Gini, Sagi, & Koren-Kari, 2000). Emotionele beschikbaarheid gemeten door de EAS (Biringen et al., 2000) is gerelateerd aan gehechtheidspatronen (Ziv et al., 2000), maar ook aan de originele gedragslijst van Ainsworth (Ainsworth, Salter, Blehar, Waters, & Wall, 1978) om sensitiviteit te meten (Bretherton, 2000). Biringen en Robinson (1991) beschrijven overeenkomsten tussen het begrip emotionele beschikbaarheid en moederlijke sensitiviteit en moederlijke controle, welke belangrijke begrippen uit het onderzoek van Ainsworth et al. (1978) zijn en pijlers in de gehechtheidstheorie. In dit onderzoek zal er een aangepaste gedragslijst van de EAS (Biringen et al., 2000) worden gebruikt om kwaliteit van interactie, emotionele beschikbaarheid en gehechtheidsgedrag inzichtelijk te maken en kwalitatief te beoordelen. De aangepaste gedragslijst is weergegeven in tabel 1 (Boon, 2013). De EAS (Biringen et al., 2000) Tabel 1: De aangepaste gedragslijst (Boon, 2013), gebaseerd op de EAS (Biringen et al., 2000) Begeleider-gedrag 1. Sensitiviteit (het vermogen van de professionele zorgverlener om oprecht, congruent en authentiek responsief te zijn naar de cliënt en het vermogen van de professionele zorgverlener om een ontspannen situatie te creëren waarin respect is voor conflicten in de interactie en onvoldoende afstemming op elkaar binnen de interactie, welke ook succesvol worden opgelost). a) Affectieve communicatie overwegend positief b) Affectieve communicatie congruent (verbaal-nonverbaal) c) Heldere perceptie van cliënt-signalen, benoemen naar cliënt d) Gedrag aanpassen aan c.q. afstemmen op deze cliënt-signalen e) Gevoelig voor timing en ritme f) Flexibel m.b.t. aandacht geven, andere taken verrichten, aandacht afwisselen g) Variatie en creativiteit in de omgang en de activiteit h) Acceptatie van de cliënt zoals hij is 32 NTZ

5 M. J.M. Boon en T. van der Wiel 2. Structureren (het vermogen van de professionele zorgverlener om de cliënt te volgen en te begeleiden/ondersteunen bij het leren en exploreren, maar ook om maladaptief gedrag in te perken door grenzen te stellen. Structureren wordt op een goede manier uitgevoerd wanneer de pogingen om te structureren succesvol zijn. De professionele zorgverlener moet de cliënt niet overladen met pogingen om te structureren: de cliënt moet er receptief voor zijn). a) Volgt de cliënt, stelt grenzen/kaders waarmee adaptief gedrag wordt gestimuleerd en maladaptief gedrag wordt ingeperkt b) Consistent in aanwijzingen en suggesties c) Structureert adequaat en met succes d) Ontspannen in de omgang en manier van structureren 3. Non-intrusiviteit (het vermogen van de begeleider om beschikbaar te zijn voor de cliënt zonder teveel beschermend te zijn, zonder de cliënt te overladen met structuur en zonder de cliënt te storen. Tevens houdt nonintrusiviteit ook in dat de begeleider het vermogen heeft om te luisteren naar de cliënt zonder dingen in te vullen voor de cliënt of voor de cliënt te spreken. Ook de cliënt zelf oplossingen laten bedenken in plaats van oplossingen geven, behoort tot dit begrip). a) Mate van bescherming, stimulering en directiviteit is overeenkomstig levensfase en ontwikkelingsniveau b) Stoppen met stimuleren wanneer de cliënt laat merken dat het teveel is c) Ruimte geven aan autonomie wanneer cliënt laat merken dat bescherming beknellend is 4. Niet-vijandigheid (het vermogen van de begeleider om tegen de cliënt geduldig, fijn en harmonieus te spreken. Ook houdt het in dat wanneer de begeleiderfrustraties of woede ervaart hij/zij dit aan de cliënt kan uitleggen en beredeneren in plaats van te tonen. Ook woede geuit tegen andere voorwerpen of personen in het bijzijn van de cliënt, kan door de cliënt als vijandig worden ervaren). a) Afwezigheid van openlijke, op de cliënt gerichte vijandige uitingen in lichaamstaal en stem b) Afwezigheid van bedekte, op de cliënt gerichte vijandigheid zoals stemverheffing, verveling uiten, ongeduld etc. c) Afwezigheid van niet op de cliënt gerichte openlijke of bedekte vijandigheid, zoals ontevredenheid, ongeduld, woede etc., die op de achtergrond toch een rol speelt Cliënt-gedrag 5. Responsiviteit van cliënt op begeleider (het vermogen van de cliënt om leeftijden context adequaat te reageren op de begeleider op een affectief beschikbare manier). a) Geëngageerd in het contact en geneigd mee te gaan met wat de begeleider aangeeft in de interactie b) Signalen van plezier in de interactie met de begeleider c) Responsiviteit adequaat afgestemd op de mate van sensitiviteit van de begeleider 6. Het vermogen de begeleider te engageren (Het vermogen van de cliënt om de begeleider te betrekken bij een activiteit of in een interactie. Dit behoort in balans te zijn met autonomie van de cliënt). a) Betrekt de begeleider afwisselend op passende wijze, direct of indirect, in het gesprek of de activiteit b) Is tevens afwisselend autonoom bezig in het gesprek of de activiteit NTZ

6 Ontwikkeling van een ondersteunings programma voor mensen met een lichte verstandelijke is aangepast zodat het gedrag wat gemeten wordt met de verschillende schalen beter aansluit bij de leeftijd van de proefpersonen. De originele versie van de EAS (Biringen et al., 2000) is gericht op het meten van gedrag bij jonge kinderen en kinderen. 2.4 Analyse Proefpersoon 1 keek samen met haar begeleidster en de orthopedagoog naar een stukje eerder opgenomen interactie tussen haarzelf en haar begeleidster. De orthopedagoog bracht hiermee het stressvolle onderwerp biologische moeder in. Proefpersoon 2 werd gefilmd tijdens het wekelijkse begeleidingsmoment met zijn begeleidster. De begeleidster bespreekt dan zaken met hem die hem dwars zitten. Dit roept stress bij hem op. Proefpersoon 3 maakte een netwerkcirkel onder leiding van de orthopedagoog en in aanwezigheid van zijn begeleidster. Het maken van de netwerkcirkel is vanwege zijn ingewikkelde sociale contacten stressvol. Vervolgens zijn de filmopnamen geanalyseerd door de orthopedagoog die de video-feedbacksessies heeft gegeven aan de begeleiders en de masterthese student (Boon, 2013), in termen van gedragsequenties aan de hand van een aangepaste gedragslijst (Boon, 2013) (zie tabel 1). Dit betekent dat er is gekeken naar het gedrag van cliënt en begeleider in interactie met elkaar. Allereerst werden de beelden compleet bekeken door de gedragsdeskundige en de m-thesestudent. Vervolgens werden de beelden nogmaals bekeken aan de hand van fragmenten waarin beiden mogelijk gehechtheidsgedrag en/of emotionele beschikbaarheid zagen. Deze momenten werden vervolgens meerdere keren gedetailleerd bekeken om overeenstemming te krijgen in hoeverre er sprake was van gehechtheidsgedrag en emotionele beschikbaarheid en binnen welke categorie van de aangepaste gedragslijst dit kon worden ingedeeld. Omdat er sprake is van een klein exploratief onderzoek is er niet voor gekozen om de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid nauwkeurig te bepalen. De m-thesestudent heeft vervolgens de fragmenten weergegeven in verbatims, met daarin ook informatie over de non-verbale communicatie en omgevingsfactoren, die zij heeft voorzien van de verschillende codes uit de aangepaste gedragslijst (Boon, 2013). De video-feedbacksessies hebben vervolgens plaatsgevonden. Hierin werd samen met de begeleider ingegaan op de volgende punten: Wat is er precies besproken? (algemene beschrijving van het gebruikte fragment) Welk soort gehechtheidsgedrag en emotionele beschikbaarheid is aan de orde gekomen binnen de video-opname? Wat waren positieve en negatieve punten hierin en daaruit volgend verbeterpunten? (volgens de gedragsdeskundige en de begeleider) Vervolgens werd er met de begeleidster besproken wat zij in de komende twee weken op het gebied van gehechtheidsgedrag met de cliënt kon doen. Er is de begeleiders gevraagd om dit te beschrijven aan de hand van de aangepaste gedragslijst (Boon, 2013). Twee weken hierna vond de eindafspraak plaats waarin met de begeleider werd besproken hoe de afgelopen twee weken verlopen zijn en of ze de feedback hebben kunnen gebruiken in 34 NTZ

7 M. J.M. Boon en T. van der Wiel het dagelijkse werk met de cliënt. De videofeedbacksessie en de eindafspraak werden kwalitatief geanalyseerd, d.w.z. beschreven en er werd een oordeel van de begeleiders gevraagd over de toepassing ervan in de dagelijkse praktijk. 3 Resultaten De resultaten van het onderzoek werden op drie wijzen beschreven. Op de eerste plaats werden in kolommen gedragssequenties beschreven waarbij gehechtheidsgedrag in de interactie tussen cliënt en begeleider zichtbaar werd. Dit gedrag werd beschreven in termen van emotionele beschikbaarheid. Op de tweede plaats werden het gehechtheidsgedrag van de cliënten en de emotionele beschikbaarheid van de begeleider, die in de kolommen waren weergegeven, per categorie van de aangepaste gedragslijst (tabel 1) beschreven. Op de derde plaats volgde er een beschrijving van de verschillende feedbacksessies en evaluatiegesprekken. In de kwalitatieve beschrijvende analysen van het gedrag van begeleiders en jongvolwassenen volgens de EAS werd een uitgebreid gedragsrepertoire zichtbaar. Bij de jongvolwassenen ging dit om gehechtheidsgedrag en bij de begeleiders om emotionele beschikbaarheid. In de beschrijvingen van het gedrag volgens de verschillende schalen van de EAS bleek het gedrag van de begeleiders en van de jongvolwassenen goed in te delen. Het concrete gedrag verschilde tussen personen binnen de schalen, maar het doel en het effect van het gedrag op de ander bleken niet te verschillen tussen personen. Met betrekking tot bijvoorbeeld sensitiviteit werd bij alle begeleiders gedrag waargenomen dat binnen deze schaal past. Ze herkenden signalen van de cliënten, waren gevoelig voor timing en ritme, wisselden aandacht af tussen taken en de activiteit met de cliënt en hun lichaamstaal was congruent met de verbale tekst. Het effect op de cliënten was ook nagenoeg hetzelfde te benoemen: ze raakten geëngageerd in het contact, lieten signalen van plezier zien in het contact met de begeleider en hun responsiviteit was adequaat afgestemd op de sensitiviteit van de begeleiders. Alle begeleiders lieten gedrag zien dat hetzelfde doel had. Dit was te zien aan het effect op de cliënten dat hetzelfde te noemen was. Het concrete gedrag kon verschillen, maar het had hetzelfde effect. Astrid kijkt vooral naar Judith en merkt de stress zo op. Ze zegt vervolgens iets bemoedigends of geeft een aanwijzing en Judith gaat met de aanwijzing mee. Judith is geëngageerd in het contact met Astrid en kan na de aanwijzing van Astrid weer op weg in het gesprek met de gedragsdeskundige. Thea laat haar sensitiviteit vooral zien door Dave te complimenteren of vragen te stellen aan Dave. Dave raakt hierdoor geëngageerd in het contact met Thea. Wanneer begeleiders signalen misten van de cliënten en dus niet sensitief waren, had dit nagenoeg hetzelfde effect op de cliënten. Dit was het geval bij begeleider en proefpersoon een en twee. Het concrete gedrag verschilde. Astrid merkt de stress bij Judith niet op en reageert er dus ook niet op. Judith geeft korte antwoorden en haar houding wordt gesloten. NTZ

8 Ontwikkeling van een ondersteunings programma voor mensen met een lichte verstandelijke Joyce is niet sensitief voor het signaal van Ruben, doordat ze het simpelweg niet kan horen door de magnetron die piept. Ruben geeft vervolgens een dwars antwoord. Wanneer Joyce vervolgens zegt dat Ruben ook zacht praat, ontkent hij dit en geeft hij meer dwarse antwoorden. Voor de overige schalen konden soortgelijke beschrijvingen worden weergegeven (Boon, 2013). De eerste kwalitatieve beschrijvende analysen vormden de basis van de videofeedback aan begeleiders. Na afloop van de videofeedback sessies gaven de begeleiders aan een beter begrip te hebben gekregen van meer en minder veilige gedragspatronen binnen de interacties met hun cliënten. Het gaf hen meer inzicht in hun eigen gedrag en dat van de jongvolwassenen en wat hierin meer of minder effectief was. De feedback gaf ook concrete aanknopingspunten waarmee de begeleiders doelbewust aan de slag konden met de jongvolwassenen de daarop volgende weken. Daarnaast gebruikten ze de schalen van de EAS nu in hun dagelijkse praktijk met de jongvolwassenen. Ze konden bijvoorbeeld hun eigen gedrag overbrengen aan collegae of het gedrag van de jongvolwassene aan de hand van de schalen van de EAS aan hun collegae duiden. 4 Conclusie en discussie Het gedrag van de cliënten en het gedrag van de begeleiders bleek ingedeeld te kunnen worden binnen de aangepaste schalen van de EAS (Boon, 2013). Echter binnen de schalen verschilde het concrete gedrag van de begeleiders en de cliënten. De effecten van het gedrag op de ander bleken hetzelfde te zijn, evenals het doel van het gedrag. In zich normaal ontwikkelende kinderen verschilt het concrete gehechtheidsgedrag van kind tot kind, maar het doel en effect niet (Bowlby, 1969/1982). Als er geen variatie was gevonden in het concrete gehechtheidsgedrag, was het minder logisch dat dit gedrag duidde op een gehechtheidsrelatie tussen cliënt en begeleider. De Schipper, Stolk en Schuengel (2006) vonden het zelfde resultaat. Geconcludeerd kon worden dat dit een sterke aanwijzing is dat er gehechtheidsgedrag en mogelijk een gehechtheidsrelatie waarneembaar en aanwezig was tussen cliënten en hun vertrouwde begeleiders. Dit werd gezien als een aanwijzing dat er mogelijk ook een gehechtheidsrelatie bestaat tussen cliënten en begeleiders. Tijdens de video-feedbacksessies bleek dat de aangepaste gedragslijst (Boon, 2013) door begeleiders gehanteerd kon worden en dat de begrippen handzaam werden gevonden door de begeleiders in de praktijk. Begeleiders beleefden de feedback als prettig en bruikbaar in de dagelijkse praktijk. Het gedrag van cliënten en begeleiders kon worden ingedeeld in de verschillende schalen van de aangepaste gedragslijst (Boon, 2013). Dit gaf aan dat de gedragslijst goed bruikbaar is bij deze doelgroep en mogelijk valide. Gedrag binnen de verschillende schalen had namelijk een te verwachten effect. Ook het concrete gedrag verschilde per persoon, wat een kenmerk is voor gehechtheidsgedrag. Bretherton (2000) en Biringen (2000) hadden ook al laten zien dat gehechtheidsgedrag in te delen is binnen de schalen van de EAS (Biringen et al., 2000). 36 NTZ

9 M. J.M. Boon en T. van der Wiel Het onderzoek heeft handvatten gegeven voor de dagelijkse ondersteuning van cliënten met een lichte verstandelijke. Het heeft laten zien dat de mogelijk aanwezige gehechtheidsrelatie tussen cliënten en begeleiders positief te beïnvloeden is via videofeedback. Damen, Kef, Worm, Janssen, & Schuengel (2011) lieten eerder al zien dat het gedrag van begeleiders van cliënten met een verstandelijke beperking binnen de communicatie met deze doelgroep te beïnvloeden is via videofeedback. Het huidige onderzoek laat zien dat gehechtheid en emotionele beschikbaarheid binnen de relatie tussen cliënt en begeleider mogelijk een grote rol spelen. In de dagelijkse praktijk kan hier op gelet worden en aandacht aan besteed worden. Binnen problematische interacties tussen cliënten en begeleiders kunnen gedragsdeskundigen in observaties gebruik maken van de resultaten van het huidige onderzoek en de aangepaste gedragslijst. Hoewel het huidige onderzoek veelbelovende resultaten heeft laten zien, moeten er kanttekeningen worden gemaakt bij de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek. Het kleine aantal proefpersonen en het kwalitatieve karakter van de het onderzoek maakt het moeilijk om te generaliseren. Er mist tevens een beoordeling van de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, wat de resultaten minder betrouwbaar maakt. Trainingen voor de beoordelaars zijn in de toekomst wenselijk. Een meer longitudinale opzet maakt de resultaten van het onderzoek in de toekomst ook meer betrouwbaar. Het ontbreken van een tweede video-opname maakt de resultaten van het onderzoek ook minder sterk. Binnen Esdégé-Reigersdaal, de instelling waar het huidige onderzoek heeft plaatsgevonden, is door Boon een voorstel geschreven voor breder onderzoek. In het kader van dit vervolgonderzoek zal het complete interventieprogramma bij een iets grotere onderzoeksgroep en herhaalde en bredere metingen op effectiviteit worden onderzocht, en zal de aangepaste vragenlijst die daarbij weer zal worden gebruikt nader worden onderzocht en eventueel bewerkt in de richting van meer validiteit. De verwachting is dat dit vervolgonderzoek in de loop van 2015 zijn beslag zal krijgen. Auteurs Monique J. M. Boon, MSc is werkzaam als orthopedagoog en onderzoeker bij Esdégé-Reigersdaal, een organisatie voor dienstverlening aan mensen met een beperking. Drs. Ton van der Wiel is werkzaam als orthopedagoog/gz-psycholoog bij Esdégé-Reigersdaal, een organisatie voor dienstverlening aan mensen met een beperking. Literatuur Ainsworth, M. D. Salter, Blehar, M. C., Waters, E., & Wall, S. (1978). Patterns of attachment: A psychological study of the Strange Situation. New York: Psychology Press. Atkinson, L., Chisholm, V. C., Scott, B., Goldberg, S., Vaughn, B. E., Blackwell, J., Tam, F. (1999). Atypical attachment in infancy and early childhood among children at developmental risk: maternal sensitivity, child functional level, and attachment in down syn NTZ

10 Ontwikkeling van een ondersteunings programma voor mensen met een lichte verstandelijke drome. Monographs of the Society for Research in Child Development, 64(3), Belie, E. de & Hove, G. van (2013). Wederzijdse emotionele beschikbaarheid: mensen met een verstandelijke beperking, hun context en begeleiders samen op weg. Antwerpen: Garant-Uitgevers. Biringen, Z. (2000). Emotional Availability: Conceptualisation and research findings. American Journal of Orthopsychiatry, 70, Biringen, Z. & Robinson, J. (1991). Emotional availability in mother-child interactions: A reconceptualization for research. American Journal of Orthopsychiatry, 61(2), Biringen, Z., Robinson, J., & Emde, R. (2000). Appendix A en Appendix B: The Emotional Availability Scales. Attachment & Human Development, 2, Boon, M. J. M. (2013). Gehechtheidsgedrag van jongvolwassenen met een lichte verstandelijke beperking en hechtingsproblematiek en de emotionele beschikbaarheid van hun vaste begeleiders (Master s thesis, Vrije Universiteit te Amsterdam, The Netherlands). Bowlby, J. (1969/1982). Attachment and loss: Vol. 1. Attachment. New York: Basic Books. Bretherton, I. (2000). Emotional availability: an attachment perspective. Attachment & Human Development, 2(2), Clegg, J., & Sheard, C. (2002). Challenging behaviour and insecure attachment. Journal of Intellectual Disability Research, 46(6), Damen, S., Kef, S., Worm, M., Janssen, M. J., & Schuengel, C. (2011). Effects of video-feedback interaction training for professional caregivers of children and adults with visual and intellectual disabilities. Journal of Intellectual Disability Research, 55(6), Dekker, M. C., Koot, H. M., van der Ende, J., & Verhulst, F. C. (2002). Emotional and behavioural problems in children and adolescents with and without intellectual disability. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 43, Emerson, E., Kiernan, C., Alborz, A., Reeves, D., Mason, H., Swarbrick, R., & Hatton, C. (2001). The prevalence of challenging behaviors: A total population study. Research in Developmental Disabilities, 22, IJzendoorn, M. H., Goldberg, S., Kroonenberg, P. M., & Frenkel, O. J. (1992). The relative effects of maternal and child problems on the quality of attachment: a meta-analysis of attachment in clinical samples. Child Development, 63, IJzendoorn, M. H. van, Sagi, A., & Lambermon, M. W. E. (1992). The multiple caretaker paradox: Data from Holland and Israel. New Directions for Child Development, 57, Janssen, C. G. C., & Schuengel, C. (2010). Interventies voor mensen met een verstandelijke beperking en ernstige gedrags- en/of emotionele problemen. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, Kinderpsychiatrie en Klinische Kinderpsychologie, 35, Janssen, C. G. C., Schuengel, C., & Stolk, J. (2002). Understanding challenging behaviour in people with severe and profound intellectual disability: A stressattachment model. Journal of Intellectual Disability Research, 46(6), McMahon, C. A. & Meins, E. (2012). Mind-mindedness, parenting stress, and emotional availability in mothers of preschoolers. Early Childhood Quarterly 27, Mesman, J. & Emmen, R. A. G. (2013). Mary Ainsworth s legacy: a systematic review of observational instruments measuring parental sensitivity. Attachment & Human Development, 15(5-6), Neijmeijer, L., Moerdijk, L., Veneberg, G., & Muusse, C. (2010). Licht verstandelijk gehandicapten in de GGZ. Een verkennend onderzoek. Utrecht, Trimbosinstituut. Oosterman, M., de Schipper, J. C., Fisher, P., Dozier, M., & Schuengel, C. (2010). Autonomic reactivity in relation to attachment and early adversity among foster children. Development and Psychopathology 22, Polderman, N. (2004). Hechtingsprobleem, niets aan te doen? Hechten met video interactie begeleiding. Mobiel, 3, 8-9. Schipper, J. C. de, Stolk, J., & Schuengel, C. (2006). Professional caretakers as attachment figures in day care centers for children with intellectual disability and behavior problems. Research in Developmental Disabilities, 27, Schuengel, C., Jeczynski, P., Janssen, C. G. C., Sterkenburg, P. S., & Jongbloed, G. (2009). Supporting affect regulation in children with multiple disabilities during psychotherapy: A multiple case design study of therapeutic attachment. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 77(2), Schuengel, C., Kef, S., Damen, S., & Worm, M. (2012). Attachment representations and response to videofeedback intervention for professional caregivers. Attachment & Human Development, 14(2), Schuiringa, H., Nieuwenhuijzen, M. van, Orobio de Castro, B., & Matthys, W. (2015). Parenting and the parent-child relationship in families of children with mild to borderline intellectual disabilities and exter 38 NTZ

11 M. J.M. Boon en T. van der Wiel nalizing behaviour. Research in Developmental Disabilities, 36, Sterkenburg, P. S., Schuengel, C., & Janssen, C. (2008). Case study: Developing a therapeutic relationship with a blind client with severe intellectual disability and persistent challenging behaviour. Disability and Rehabilitation, 30(17), Van der Wiel, T. (2011). Ondersteuningsprogramma voor mensen met een lichte verstandelijke beperking en hechtingsproblematiek, interne publicatie Esdégé- Reigersdaal. Vliegen, N. (2005). Observatieschalen voor emotionele beschikbaarheid. Een instrument voor onderzoeks- en klinische praktijk. Tijdschrift voor Psychotherapie, Ziv, Y., Aviezer, O., Gini, M., Sagi, A., & Koren-Karie, N. (2000). Emotional availability in the mother-infant dyad as related to the quality of infant-mother attachment relationship. Attachment & Human Development, 2(2), Samenvatting In dit artikel wordt een weergave gegeven van een exploratief pilotonderzoek naar een ondersteuningsprogramma voor mensen met een lichte verstandelijke. Videofeedback is een belangrijk onderdeel uit dit programma. Door middel van analysen van video-opnamen van interacties tussen cliënten en begeleiders was het mogelijk om heel gedetailleerd gedragssequenties te beschrijven. Hierbij werd een aangepaste versie van de Emotional Availability Scales (Biringen, Robinson, & Emde, 2000) gebruikt. Het onderzoek laat zien hoe het gehechtheidsgedrag en de emotionele beschikbaarheid bij deze specifieke doelgroep eruit kan zien. Het gedrag bleek goed in te delen in de aangepaste versie van de EAS. Door middel van feedback aan de hand van de videoopnamen en de analysen hiervan werd geprobeerd adequaat gedrag te versterken en inadequaat gedrag om te zetten naar adequaat gedrag. Begeleiders bleken met de schalen en de feedback overweg te kunnen. De begeleiders konden de begrippen uit de schalen en de feedback gebruiken in de dagelijkse praktijk. De resultaten laten zien dat jongvolwassenen mogelijk gehechtheidsgedrag vertonen ten opzichte van hun vaste begeleiders. Tevens laten de resultaten zien dat de begeleiders mogelijk emotioneel beschikbaar gedrag laten zien ten opzichte van de jongvolwassenen. Er zijn dus aanwijzingen gevonden dat de EAS mogelijk ook bij deze doelgroep begripsvalide is. Mogelijk vervolgonderzoek en implicaties worden besproken. NTZ

Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb

Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb Een interventieprogramma Monique Boon Ton van der Wiel Psychische en Gedragsproblemen Relatief vaak sprake van psychische en gedragsproblemen. onder

Nadere informatie

Onderlinge verbondenheid. begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen

Onderlinge verbondenheid. begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen Onderlinge verbondenheid begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen Onderlinge verbondenheid Alleen in verbondenheid met de ander kan je mens zijn. Door de ander ontdek

Nadere informatie

Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) Dr. P.S. Sterkenburg

Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) Dr. P.S. Sterkenburg Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) Dr. P.S. Sterkenburg Diagnostiek Giltaij, H.P. (2017). Diagnostic Assessment of Attachment Related Disorders in Children with Intellectual Disabilities,

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

De invloed van affectieve betrokkenheid op moeilijk verstaanbaar gedrag

De invloed van affectieve betrokkenheid op moeilijk verstaanbaar gedrag Date 14-10-2011 1 De invloed van affectieve betrokkenheid op moeilijk verstaanbaar gedrag Marga Martens Promovenda Rijksuniversiteit Groningen Consulent doofblindheid Koninklijke Kentalis Begeleiderscongres

Nadere informatie

Onderzoekers: diverse onderzoekers, in binnen- en buitenland onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp, Dr. A. van der Putten & Drs. P.

Onderzoekers: diverse onderzoekers, in binnen- en buitenland onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp, Dr. A. van der Putten & Drs. P. Alle projecten richten zich op personen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen en staan onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp en/of Dr. A. van der Putten. Lopende projecten 1.

Nadere informatie

Hechting en hechtingsproblemen. Risico- en beschermende factoren

Hechting en hechtingsproblemen. Risico- en beschermende factoren Hechting en hechtingsproblemen Risico- en beschermende factoren September 2017 2017 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,

Nadere informatie

De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach

De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach Programma Even voorstellen SWPBS als methodiek Het pedagogische doel van onderwijs Pedagogische Kwaliteit SWPBS met pedagogische kwaliteit

Nadere informatie

Een vastgelopen. Fase 1: Gehechtheidstherapie Fase 2: Gedragstherapie Fase 3: Generalisatie en afronding. verandering mogelijk?

Een vastgelopen. Fase 1: Gehechtheidstherapie Fase 2: Gedragstherapie Fase 3: Generalisatie en afronding. verandering mogelijk? Een vastgelopen situatie.. wat nu? Paula Sterkenburg Inhoud Theorie m.b.t. Integratieve therapie Fase 1: Gehechtheidstherapie Fase 2: Gedragstherapie Fase 3: Generalisatie en afronding Is verandering mogelijk?

Nadere informatie

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Samenvatting en Conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De studies die in dit proefschrift worden

Nadere informatie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Beeldende therapie voor LVB kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Liesbeth Bosgraaf MAth Dr. Kim Pattiselanno Dr. Marinus Spreen

Nadere informatie

Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Linda Zijlmans Jill van den Akker

Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Linda Zijlmans Jill van den Akker Kennismarkt 26-5-2011 2011 Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Projectgroep Onderzoek Linda

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

EVB+ in beeld! Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? Hoe doen we inclusief onderzoek?

EVB+ in beeld! Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? Hoe doen we inclusief onderzoek? Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Kunnen we biofeedback gebruiken? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? EVB+ in beeld! Wat is de invloed van spanning? Hoe doen we inclusief onderzoek?

Nadere informatie

HET BELANG VAN BETEKENISVOLLE RELATIES KAN NOOIT WORDEN ONDERSCHAT! PAULA STERKENBURG

HET BELANG VAN BETEKENISVOLLE RELATIES KAN NOOIT WORDEN ONDERSCHAT! PAULA STERKENBURG HET BELANG VAN BETEKENISVOLLE RELATIES KAN NOOIT WORDEN ONDERSCHAT! DR. PAULA STERKENBURG PAULA STERKENBURG Waarom zijn betekenisvolle relaties belangrijk? Wat zij betekenisvolle relaties? Betekenisvolle

Nadere informatie

Wat beantwoordt. De Pleegouder Pleegkind Interventie. (Over stress en reactie) Door H.W.H. van Andel; GGZ Dimence

Wat beantwoordt. De Pleegouder Pleegkind Interventie. (Over stress en reactie) Door H.W.H. van Andel; GGZ Dimence Wat beantwoordt De Pleegouder Pleegkind Interventie (Over stress en reactie) Door H.W.H. van Andel; GGZ Dimence Symposium Pleegzorg 12-06-2012 1 Risico s voor jonge kinderen die in pleegzorg komen Life

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

List of publications. List of publications 213

List of publications. List of publications 213 List of publications List of publications 213 Publications in English Bekkema N., Veer A. de, Hertogh C. & Francke A. Perspectives of people with mild intellectual disabilities on care-relationships at

Nadere informatie

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA 7-12-2018 Inhoud Vroegdetectie in een relationeel perspectief Infant and Early Childhood

Nadere informatie

18-11-2013. Even voorstellen. Inhoud. De visual cliff experiment. Pleegzorg voor jonge kinderen, meer dan opvoeden alleen. De aanleiding tot de PPI

18-11-2013. Even voorstellen. Inhoud. De visual cliff experiment. Pleegzorg voor jonge kinderen, meer dan opvoeden alleen. De aanleiding tot de PPI Even voorstellen Pleegzorg voor jonge kinderen, meer dan opvoeden alleen De waarde van de Pleegouder Pleegkind Interventie (PPI) Hans van Andel Kinder- en Jeugdpsychiater Dimence Directeur GGZ, eerste

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29874 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voort, Anja van der Title: The importance of sensitive parenting : a longitudinal

Nadere informatie

Consortium Effectieve Behandeling Gedragsproblemen LVG in het kader van het ZonMw-programma Onderzoek voor mensen met een verstandelijke beperking.

Consortium Effectieve Behandeling Gedragsproblemen LVG in het kader van het ZonMw-programma Onderzoek voor mensen met een verstandelijke beperking. Begeleiders in Beeld Consortium Effectieve Behandeling Gedragsproblemen LVG in het kader van het ZonMw-programma Onderzoek voor mensen met een verstandelijke beperking. Inleiding Begeleiders van mensen

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei 2018 De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s pagina 2 van 6 Bij kinderen met traumatische ervaringen (ernstige negatieve jeugdervaringen),

Nadere informatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie Carlo Schuengel, Orthopedagogiek VU Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging Signaleren verstoord gehechtheidsgedrag Verschillende betekenissen van gehechtheid Band Gedrag Interactie Relatie

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

NIET SIMPEL: WERKEN MET OUDERS DIE MOEILIJK LEREN CARLO SCHUENGEL

NIET SIMPEL: WERKEN MET OUDERS DIE MOEILIJK LEREN CARLO SCHUENGEL NIET SIMPEL: WERKEN MET OUDERS DIE MOEILIJK LEREN CARLO SCHUENGEL 16-49 jarigen met LVB VK Household survey N = 14.373 Emerson E, Llewellyn G, Hatton C, Hindmarsh G, Robertson J, Man WYN, Baines S: J Intellect

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Begeleiders in Beeld

Begeleiders in Beeld Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Begeleiders in Beeld Projectgroep Linda Zijlmans Petri

Nadere informatie

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential Institutions M.H. Knotter Samenvatting Het onderzoek in dit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting en conclusies

Nederlandse samenvatting en conclusies Nederlandse samenvatting en conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De afgelopen decennia gaan kinderen op steeds jongere leeftijd naar het kinderdagverblijf. In Nederland worden kinderen net

Nadere informatie

Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4)

Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4) Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4) Artikelen in tijdschriften 2015 Effectieve interventies voor agressie bij kinderen. PsychoPraktijk, 6, 14-17. 2014 Scheiding en stress. PsychoPraktijk, 6, 22-26.

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

kindercentra NCKO-kwaliteitsmonitor

kindercentra NCKO-kwaliteitsmonitor kindercentra Inleiding Bij staat kwaliteit voorop. biedt op alle centra kwalitatief goede opvang waardoor kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. GGD-inspecties en HKZcontroles maken deze

Nadere informatie

Je ziet het pas als je kijkt!! Karakter is een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Vipp-sd en vipp-auti bij de Zorglijn Infants.

Je ziet het pas als je kijkt!! Karakter is een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Vipp-sd en vipp-auti bij de Zorglijn Infants. Karakter is een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Je ziet het pas als je kijkt!! Vipp-sd en vipp-auti bij de Zorglijn Infants. Manja v.d Smagt en Natasja Witte www.karakter.com 2 1 Disclosure belangen

Nadere informatie

Executieve functies binnen de vroegbehandeling. Evelien Dirks NSDSK

Executieve functies binnen de vroegbehandeling. Evelien Dirks NSDSK Executieve functies binnen de vroegbehandeling Evelien Dirks NSDSK Van der Lem symposium september 2015 De6initie Executieve functies = parapluterm Executieve functies: Vaardigheden die nodig zijn om een

Nadere informatie

Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans

Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten. Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT

De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten. Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT 19 juni 2019 Vignet 33 jarige man, boerenzoon. Sinds 2010 bekend

Nadere informatie

Maurine Kroon 12 Paula Sterkenburg 13

Maurine Kroon 12 Paula Sterkenburg 13 DE CIRKEL VAN VEILIGHEID BIJ EEN LVB CLIENT & SYSTEEM (CVV-LVB) EEN PILOT CASE STUDY Maurine Kroon 12 Paula Sterkenburg 13 Bijna 40% van alle mensen met een verstandelijke beperking heeft psychische en

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/102476

Nadere informatie

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen?

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? 21/11/11 Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? Inge Glazemakers Dirk Deboutte Inhoud Het probleem Oplossingen: de theorie Triple P Het project De eerste evaluatie - - -

Nadere informatie

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Datum 22-06-2015 1 Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Opzet en eerste resultaten Linda Visser Annette van der Putten Gertruud Schalen Bieuwe van der Meulen

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013 Effectief feedback geven en ontvangen Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, nderwijsinspectie 2013 Inleiding Deze handleiding is geschreven ter ondersteuning van het gebruik van het

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VIB EN VVE IN DE KINDEROPVANG

EFFECTEN VAN VIB EN VVE IN DE KINDEROPVANG Kenniscentrum Onderwijs en Ontwikkeling Hogeschool van Amsterdam EFFECTEN VAN VIB EN VVE IN DE KINDEROPVANG Ruben Fukkink 1951: DE ALLEREERSTE VIDEO EFFECTEN VIDEO-FEEDBACK OP GEZINNEN 0,8 0,7 Meta-analyse

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie Carlo Schuengel, Orthopedagogiek VU Signaleren verstoord Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging Verschillende betekenissen van gehechtheid Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale

Nadere informatie

Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht

Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht NON-VERBAAL GEDRAG EN BEHANDELUITKOMST BIJ ADOLESCENTEN MET INTERNALISERENDE PROBLEMEN Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht ACHTERGROND ZonMw-programma Effectief werken in de jeugdsector Gebrek

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Moeders met borderlinepersoonlijkheidsstoornis

Moeders met borderlinepersoonlijkheidsstoornis Moeders met borderlinepersoonlijkheidsstoornis 1. Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en moederschap 2. Invloed op ontwikkeling van het kind 3. Behandelmogelijkheden 1.Borderlinepersoonlijkheidsstoornis

Nadere informatie

Hou me vast, maar raak me niet aan

Hou me vast, maar raak me niet aan Hou me vast, maar raak me niet aan verstandelijke beperking, hechtingsproblematiek en probleemgedrag 19 september 2013 Mirjam Wouda, orthopedagoog & gz-psycholoog Ons Tweede Thuis m.wouda@onstweedethuis.nl

Nadere informatie

Studiegids > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > HECHTING EN VIDEO > > > > > > > > > > > > > > > > >

Studiegids > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > HECHTING EN VIDEO > > > > > > > > > > > > > > > > > HECHTING EN VIDEO > > > INTERACTIE > > > > > > > BEGELEIDING > > 2008 Studiegids 1 Aan de informatie in dit opleidingsmateriaal kunnen geen rechten worden ontleend. Tussentijdse wijzigingen voorbehouden.

Nadere informatie

University of Groningen. Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie

University of Groningen. Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie University of Groningen Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Pedagogische Kwaliteit & De NCKO-Kwaliteitsmonitor

Pedagogische Kwaliteit & De NCKO-Kwaliteitsmonitor Pedagogische Kwaliteit & De NCKO-Kwaliteitsmonitor Regionale bijeenkomsten voor pedagogisch medewerkers 2010 NCKO Prof. dr. Louis Tavecchio Dr. Ruben Fukkink Dr. Mirjam Gevers Deynoot-Schaub Drs. Katrien

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25253 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schoenmaker, Christie Title: From infancy to young adulthood : The Leiden Longitudinal

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Samenvatting Een vroeggeboorte heeft een grote impact op het kind en zijn ouders, zelfs na de opname op de neonatologieafdeling. Te vroeg geboren kinderen laten meer gedragsproblemen zien dan op tijd geboren

Nadere informatie

Organisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden

Organisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden Organisaties Symposiumleider: Carlo Schuengel Focus op Onderzoek 2 december 2011 Marja Hodes, Marieke Meppelder, Jos de Kimpe, Carlijn Nieuwenhuis, Sabina Kef, Cees Janssen, Lieneke Claassens, Elleke Lemmers,

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN

GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN S TELLEN VOOR GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN EVEN VOORSTELLEN.. M A RIE - L OTTE VA N BEVEREN K L I N I S C H P S YCHOLOOG, D OCTORAATSSTUDENT M A RIELOTTE.VA N B EVEREN@UGENT.BE DE ADOLESCENTIE

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor. Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.

Nadere informatie

Appendix A. Samenvatting. (Summary in Dutch)

Appendix A. Samenvatting. (Summary in Dutch) Appendix A Samenvatting (Summary in Dutch) Gehechtheid, zorg en pro-sociaal gedrag Dit proefschrift heeft tot doel de relatie tussen onveilige gehechtheid (vermijding, angst) en prosociaal gedrag te onderzoeken

Nadere informatie

Congres Behandeling van verstoorde

Congres Behandeling van verstoorde Congres Behandeling van verstoorde hechting Bij kinderen Donderdag 19 september 2013, Jaarbeurs Utrecht Met onderwerpen als: De laatste ontwikkelingen op het gebied van verstoorde hechting bij kinderen

Nadere informatie

EMB & ICT. Sociale relaties & ICT. Click to edit Master title style. Bevorderen van sociale relaties met behulp van technologie

EMB & ICT. Sociale relaties & ICT. Click to edit Master title style. Bevorderen van sociale relaties met behulp van technologie Click to edit Master title style EMB & ICT Sociale relaties & ICT Bevorderen van welzijn met behulp van technologie 21 maart 2019 Bevorderen van sociale relaties met behulp van technologie Click to edit

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende

Nadere informatie

Doelgroep. Peilers consortium: Consortium Coping LVB. Inhoud. Begeleiders in Beeld. Impact gedragsproblemen

Doelgroep. Peilers consortium: Consortium Coping LVB. Inhoud. Begeleiders in Beeld. Impact gedragsproblemen Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Doelgroep Begeleiders van mensen met een licht verstandelijke

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29874 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voort, Anja van der Title: The importance of sensitive parenting : a longitudinal

Nadere informatie

Dr. Linda Zijlmans. Trainer/Science Practitioner

Dr. Linda Zijlmans. Trainer/Science Practitioner Dr. Linda Zijlmans Trainer/Science Practitioner Begeleiders in Beeld bij triple diagnose: je belangrijkste instrument ben je zelf. Even voorstellen Begeleiders in Beeld Inleiding Emotionele intelligentie

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie

De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie 31-01-2019 De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met

Nadere informatie

De e-learning van Gastouderland

De e-learning van Gastouderland De e-learning van Gastouderland Ook voor gastouders is het belangrijk te blijven ontwikkelen. Daarom bieden wij diverse modules aan die speciaal ontwikkeld zijn voor de kinderopvang. Gastouderland werkt

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

4 jaar geleden.. onderzoek op het gebied van baby s en peuters en de vroege ouder-kind relatie enorm toegenomen.

4 jaar geleden.. onderzoek op het gebied van baby s en peuters en de vroege ouder-kind relatie enorm toegenomen. De laatste decennia is wetenschappelijk onderzoek op het gebied van baby s en peuters en de vroege ouder-kind relatie enorm toegenomen. Meer kennis over het belang en over factoren die de ontwikkeling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Stoppen met langdurig antipsychoticagebruik voor gedragsproblemen. Gerda de Kuijper Arts verstandelijk gehandicapten/senior onderzoeker

Stoppen met langdurig antipsychoticagebruik voor gedragsproblemen. Gerda de Kuijper Arts verstandelijk gehandicapten/senior onderzoeker Stoppen met langdurig antipsychoticagebruik voor gedragsproblemen Gerda de Kuijper Arts verstandelijk gehandicapten/senior onderzoeker Congres Focus op onderzoek Utrecht 22 juni 2015 Inhoud presentatie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Kennismaking VIB en methode CONTACT Hoe contact bevorderen tussen doofblinde personen en hun communicatiepartners?

Kennismaking VIB en methode CONTACT Hoe contact bevorderen tussen doofblinde personen en hun communicatiepartners? Kennismaking VIB en methode CONTACT Hoe contact bevorderen tussen doofblinde personen en hun communicatiepartners? Ingrid Korenstra Bartiméus Expertisecentrum Doofblindheid 19-03-2015 Even voorstellen:

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22866 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voorthuis, Alexandra Title: Future parents : childhood experiences, oxytocin and

Nadere informatie