Inleiding. Vervolg in. Fase 1 Kansrijke koppeling. Voor Landelijk. vanuit Regionaal. Aanvullend

Transcriptie

1 Aanvullend regioplan Screening en matching vergunninghouders Holland Rijnland 2018 Inleiding Het project Screening en Matching Vergunninghouders is met een jaar verlengd. Onverminderd doel van het h project is de versnelling aan te brengen op de integratie en participatie van vergunninghouders via werk en / of scholing. (N. b. In dit plan worden de begrippen vergunninghouders en e statushouders door elkaar gebruikt, maar betreft het dezelfde doelgroep.) De regio-coördinator van de arbeidsmarktregio Holland Rijnland is eind 2016 aan de slag gegaan langs dee lijn van het in februari 2017 door het Bestuurlijk Overleg Werk Holland Rijnland vastgestelde regioplan. Vervolg in 2018 Het landelijk dekkend netwerk van regio coördinatoren, dat wordt ondersteund door het Projectbureau vann Divosa is een tijdelijke impuls. De opgebouwde kennis, ervaringen en werkwijzen moeten aan het eind van 2018 geborgd zijn in het reguliere proces binnen de betreffende arbeidsmarktregio. In 2018 zal de regio-coördinator binnen Holland Rijnland verder inzetten op een aantal ingezette acties enn activiteiten die in 2017 zijn geformuleerd, respectievelijk gestart. Het betreftt landelijk door het projectbureau geformuleerde activiteiten en aandachtsgebieden vertaald naar de regionale aanpak noodzakelijk voor het benodigde regionale commitment. Hierdoor kunnen accenten landelijk en regionaal verschillen. Fase 1 Kansrijke koppeling Het COA matcht tijdens de kansrijke koppeling de zachte criteria van de vergunninghouder met de arbeidsmarktregio. Hiervoor stellen medewerkers tijdens het huisvestingsgesprek een aantal vragen aan de vergunninghouder en maken ze gebruik van gegevens van UWV, SBB en onderwijssites. De D regio-coördinator heeft in dit proces geen directe rol. Voor 2018 is in deze fase weinig inzet meer noodzakelijk vanuit de structuur van de regio-coördinatoren. Vanuit het projectbureau wordt het proces van de kansrijke koppeling kritisch doorlopen samen met COA C om het proces te verbeteren. Divosa zal verdere deskundigheidsbevordering hierin eventueel organiseren voor COA of het up to date houden van bestaande kennis. Om dit te kunnen bewerkstelligen is transparantie noodzakelijk. Gezamenlijk met COA wil het projectbureau de transparantie in het proces van de kansrijke koppeling vergroten. De integratieparagraaf van het regeerakkoord is in lijn met hetgeen in het project wordt beoogd. Het projectbureau p ziet daarom vele aanknopingspunten. Deze kennis en ervaringen vanuit de regio-coördinatoren en het projectbureau wordt ingezet voor het meedenken en meebewegen bij de aanpassingen n.a.v. het regeerakkoord De regio-coördinator levert input vanuit de praktijk aan het projectbureau zodat het proces verbeterd kan k worden. Aanvullend regioplan Screening en matching vergunninghouders Holland Rijnland 2018

2 De wijze waarop dienstverlening in deze fase door gemeenten wordt ingericht is maatwerk en kan perr statushouder verschillen en is mede afhankelijk van de bereikbaarheid van het AZC. De regio-coördinator verzamelt en deelt kennis en ervaringen op het gebied van apart beleid voor na-reizigers zodat ook bij hen vanaf de eerste dag integratie en participatie de noodzakelijke aandacht krijgt. Fase 2 Integratie en participatie vanaf dag 1 Vanaf het moment dat een vergunninghouder aan een gemeente gekoppeld wordt, is het wenselijk dat gemeenten zich medeverantwoordelijk voelen voor de integratie en participatie van de vergunninghouder. COA heeft in deze eerste fase stappen gezet met programma s als V-inburgering en VOORwerk V maar ook projecten als Aan de Slag dragen bij aan een vroege integratie en participatie. Gemeenten binnen Holland Rijnland worden in de meeste gevallen pas actief op het moment dat de vergunninghouder gehuisvest is in de gemeente en in het uitkeringsbestand is opgenomen. Alphen aan den Rijn organiseert bijeenkomsten voor gekoppelde statushouders, die in afwachting zijn van huisvesting, om ze alvast welkom te heten en te vertellen wat ze kunnen verwachten met betrekking tot zaken als wonen, rechten en plichten gekoppeld aan uitkering, inburgering, scholing en werken. In het AZC krijgen de statushouderss de mogelijkheid om online de Nederlandse taal te leren. ee doelstelling is dat in 2018 meer dan in 2017 wordt ingezet op vervroegde start, met inzet gemeenten op integratie en participatie, vanaf het moment van koppeling. Vanaf dat moment weet de gemeente namelijk dat de vergunninghouder in de gemeente gehuisvest gaat worden en een beroep gaat doen op een uitkering in het kader van de Participatiewet. Binnen Holland Rijnland is dat lastig omdat veruit de meeste gekoppelde statushouderss in het oosten en noorden n van Nederland in een AZC verblijven in afwachting van huisvesting. De mate waarin uiteindelijk gemeentelijke dienstverlening daadwerkelijk in dit stadium plaats zal vinden is uiteindelijk maatwerk en is dus mede afhankelijk ook van de bereikbaarheid van het AZC. In 2018 zal naast de reeds in gemeenten woonachtige vergunninghouders, ook aandacht gevraagd worden voor de toenemende groep na-reizigers. Zij verblijven vaak maximaal 3 dagen in een AZC waarna zij in de gemeente bij de referent gehuisvest worden. Er zijn nog weinig gemeentenn in Nederland, maar ook binnen Holland Rijnland, die hier specifiek beleid opp hebben gemaakt dus is kennis en ervaring ophalen en uitwisselen belangrijk en is het mede een taak voor de regio-coördinator door een stimulerende rol te pakken naar gemeenten hier beleid verder op te ontwikkelen.. Samen met COA wordt meer transparantie verzorgd over het proces van plaatsen en koppelen zodat gemeenten weten waarom in bepaalde situaties dit niet hand in hand gaat en waarom er niet met alle AZC s over vroege integratie en participatie met gemeenten afspraken kunnen worden gemaakt. Tegelijkertijd stimuleren met behulp van het projectbureau om meer hand in hand te laten gaan van het plaatsen en het koppelen en tussen meerdere regio s en AZC s afspraken laten ontstaan over vroege integratie en participatie. De integratieparagraaf van het regeerakkoord is in lijn met hetgeen in het project wordt beoogd. Wij zien daarom vele aanknopingspunten. Deze kennis en ervaringen vanuit de regio coördinatoren en het projectbureau zetten wij graag in voor het meedenken en meebewegen bij de aanpassingen naar aanleiding van het regeerakkoord.. De regio-coördinator zet actief in op een verantwoordelijkheid van gemeenten op integratie en participatie direct na koppeling, dus voorafgaand aan huisvesting. Hiertoe ondersteunt hij gemeenten bij het anders inrichten van hun processen door al preventief een contactpersoon vanuit de d gemeente toe te wijzen aan de vergunninghouder in het AZC. De regio-coördinator stimuleert de verdere beleidsontwikkeling met betrekking tot dienstverlening aann na-reizigers. In 2018 nog meer inzetten op warme overdracht en produktbeschrijvingen en dienstverlening gemeente in COA-databank op te laten nemenn zodat casemanagers AZC de statushouder beter kunnen voorbereiding op de overstap naar de gemeente waar ze gehuisvest worden. Fase 3 Warme overdracht en doorlopende lijn 2

3 3 De warme overdracht start met het vullen van een digitaal klantprofiel in het Taakstellingsvolgsusteem (TVS) en deze profielen voor gemeenten digitaal te ontsluiten. Dit proces is in 2017 gestart en er worden steeds meer klantprofielen gevuld door casemanagers bij het COA en overgedragen aan gemeenten. Het blijft echter work in progress. COA dient ervoor te zorgen dat de profielen consequent en volledig gevuld worden en niet alleen worden beperkt tot profielen van nieuwe instroom. De regio-coördinator stimuleert dat de profielen opgehaald worden, niet alleen binnen de afdelingen huisvesting maar ook binnen de afdelingen/ uitvoeringsorganisaties actief op het gebied van integratiee en participatie. Voor de realisatie van de warme overdracht moet in de meeste gemeenten een contactpersoon eerder aan de vergunninghouder worden gekoppeld. De regio-coördinator kan dit verder stimuleren en kennis en ervaringen opgedaan elders in het land delen. Uiteindelijk moet eind 2018 de rol van v de regio-coördinator en de rol van de casemanager met aandachtsgebiedd participatie van het COA in dit kader overbodig worden en dienen digitale klantprofielenn ten alle tijden zonder de tussenkomstt van deze personen warm te worden overgedragen. Om het gebruik van de digitale klantprofielen te stimuleren is verdere doorontwikkeling van het systeem enn de profielen noodzakelijk. Hiertoe heeft COA een lijst van klantwensen (gemeentelijke wensen) opgesteld waaraan wordt gewerkt. Door het landelijk projectbureau zal COA worden gevraagd met enige regelmaat de voortgang van het inwilligen van de lijst van klantwensen terug te koppelen en per regio het aantal gevulde profielen worden gedeeld zodat de regio-coördinator tools heeft het gebruik te stimuleren. De integratieparagraaf van het regeerakkoord is in lijn met hetgeen in het project wordt beoogd. Het projectbureau p ziet daarom vele aanknopingspunten. Kennis en ervaringen vanuit de regio-coördinatoren en het projectbureau worden ingezet voor het meedenken en meebewegen bij dee aanpassingen n.a..v. het regeerakkoord De regio-coördinator stimuleert gemeenten om met hun dienstverlening gericht op integratie en participatie door scholing en/ of werk aan te sluiten op de dienstverlening van het COA, zoals V-inburgering en VOORwerk en hierin meer de samenwerking te zoeken. Dit doet hij vooral door kennis en ervaringen in de gemeenten te delen en de contacten met COA te stimuleren. Het is zeer wenselijk dat er meer sturing komt op het starten van de Nederlandse taal terwijl de aan een gemeente gekoppelde statushouder nog in het AZC verblijft in afwachting van huisvesting. De huidige voorinburgering is te vrijblijvend, De aanpak van Alphen aan den Rijn kan als voorbeeld dienen door online taalmodules aan te bieden. De regio-coördinator stimuleert waar nodig en ondersteunt op verzoek van gemeenten waar mogelijk bij het inrichten van hun processen intern op een dusdanige wijze dat digitale klantprofielen kunnen worden opgehaald door de juiste personen. Dit zijn veelal de klantmanagers bij gemeenten of sociale diensten die met de integratie en participatie-activiteiten van de vergunninghouder aan de slag gaan. De regio-coördinator en casemanager met aandachtsgebied Participatie stimuleren bij gemeenten en COA een warme overdracht door contactmoment in te richten tussen casemanager bij COA en klantmanager bij gemeenten gericht op de integratie en participatie via scholing en/ of werk. Warme overdracht kan ook op afstand plaatsvinden. De regio-coördinator jaagt waar mogelijk aan dat gaten in de dienstverlening tussen COA en gemeenten bij de overdracht worden gedicht zodat een doorlopende lijn ontstaat en de vergunninghouder centraal staat. Ondersteunend daarin zijn het gevulde klantprofiel, de blauwe map van de statushouder en het contact met de casemanager van de statushouder in het betreffende AZC. Aan de andere kant zullen de toeleverende AZC s op de hoogte moeten zijn vann de werkwijze van de gemeente waar de statushouder aan gekoppeld is. Er is gestart met het opnemenn van informatiemateriaal van dienstverlening van gemeenten aan statushouders in de databank van het COA. Hiermee kunnen aan een gemeente gekoppelde statushouders en hun casemanagers een beeld krijgen van (uitvoerings)beleid en programma s die gemeenten inzetten. Dit moet nog breder geïmplementeerd worden.

4 4 Fase 4 Integrale trajecten In 2017 zijn partijen binnen Holland Rijnland met elkaar in verbinding gebracht om gezamenlijke integrale trajecten mogelijk te maken richting scholing en/of werk. Vanuit diverse kansrijke sectoren waaronder bouw, installatietechniek, ICT, zorg, land- en tuinbouw, transport & logistiek en horecaa wordt binnen Holland Rijnland geëxperimenteerd en pilots gestart. Daarnaast speelt de structuurr van de regio-coördinatoren, zowel landelijk als voor de provincie Zuid Holland, een belangrijke rol door kennis en ervaringen elders opgedaan te delen in de regio, kansen en knelpunten terug te koppelen aan het projectbureau en partijen in de keten te verbinden en samen te brengen. Daarnaast is er meer oog voor integraal in de zin van alle leefgebieden in het sociaal domein. Vaak spelenn bij vergunninghouders problemen op meerdere leefgebieden en moeten deze in gezamenlijkheid worden opgepakt om apart successen te kunnen boeken. Zo zijn bijvoorbeeld gezondheidd en participatie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mensen die gezond zijn participeren meer en mensenn die participeren zijn gezonder. Ook hier ziet de regio-coördinator een taak als een vooral verbindende factor. Dit samen met evenknieën zoals regio-coördinatoren gezondheid vanuit de VNG en sleutelfiguren van Pharos. Zeker bij gezinshereniging spelen al snel meerdere aspecten die voor de toeleiding naar onderwijs en/of werk zeer relevant zijn. De gemeente Katwijk doet samen met Amsterdam en Amersfoort mee aan een onderzoek, uitgevoerd door Regioplan, R naar de rol van gezondheid van vergunninghouders bij de gemeentelijke dienstverlening richting werk en particpatie. Verwachting is dat begin tweede kwartaal bevindingen wordenn opgeleverd door Regioplan. Vanaf najaar 2017 is Divosa gestart met een ketenoverleg integratie en participatie van vergunninghouders. Dit overleg wordt gecontinueerd in 2018 Vanuit dit overleg zullen verdere acties bij de regio-coördinatoren worden uitgezet. De integratieparagraaf van het kersverse regeerakkoord is in lijn met hetgeen in het project wordt beoogd. Divosa ziet daarom vele aanknopingspunten. De kennis en ervaringen vanuit de regio coördinatoren en het projectbureauu worden ingezet voor het meedenken en meebewegen bijj de aanpassingen n.a.v. het Regeerakkoord Gemeenten voeren steeds meer regie op de integratie en participatie via scholing en/of werk. De regio-coördinator stimuleert dit door kennis en ervaringen te delen en faciliteren door partijen, waar nodig en gevraagd, bij elkaar te brengen. De regio-coördinator neemt de vraag van de werkgevers w als vertrekpunt. In het regionale Marktbewerkingsplan 2018 is specifiek aandacht voor een aantal sectorale projecten die hands on worden opgepakt en de daaruit voortvloeiende operationele afspraken bieden hierin een heel goedee basis. Een mooi initiatief bijvoorbeeld is dat Leiden mee doet, als een van zeven gemeenten in het land, aan een landelijk project toeleiding naar tekorten in de zorg en dan met name gericht op zogenmaamde aandachtsbanen. Elke gemeente met een aparte focus. In Leiden ligt de focus op statushouders en verbinding met het mbo wordt gebruikt om verder te experimenteren met genoemde integrale trajecten, meer pilots op te starten in de verschillende sectoren en alle kennis en ervaringen die hierdoor zijn opgedaan te delen en te borgen in de reguliere dienstverlening. De regio-coördinator is voor de groep vergunninghouders medee het aanspreekpunt voor Werkgeversservicepunten, het Leerwerkloket, onderwijspartijen etc. De regio-coördinatorr faciliteert het matchen van vraag en aanbod door relevante partijen bij elkaar te breng en kennis en ervaringen te delen. De regio-coördinator gaat verder met het stimuleren en faciliteren van pilots/ projecten als het gaat om integrale trajecten, delen van kennis en ervaringen hieromtrent, brengt partijen bij elkaar, maar draagt ertoe bij dat voor eind 2018 deze manier van werken is geland in de reguliere dienstverlening. Financiering van toeleidingstrajecten naar werk waarin onder meer training en scholing belangrijke componenten zijn vraagt aandacht. Zeker nu sectorplan-middelen wegvallen. Binnen regio Holland Rijnland wordt een regionaal scholingsbudget gereserveerd. Criteria om hiervan gebruikk te kunnen maken worden vastgesteld. Er zal sprake zijn van co-financiering met het bedrijfsleven waar mogelijk c.q. noodzakelijk.

5 5 De mogelijkheid om werk met het inburgeringstraject te kunnenn combineren vraagt nog steeds veel aandacht. Hopelijk biedt de toegezegde beleidswijziging medio 2018 van de minister van SZW hier soelaas. Toeleiding naar onderwijs. De regio-coördinator volgt de (integrale) toeleiding van ISK-leerlingen naar mbo. In 2017 zijn in Leidenn goede stappen gezet die er toe moeten leiden dat uiterlijk 31 maart 2018 alle doorstromers aangemeld zijn voor een opleiding en duidelijk is wat er nog nodig is aan extra ondersteuning om betreffende leerlingen uiteindelijk goed te laten landen op het mbo. M.n. in Leiden zijn daar goedee afspraken over gemaakt. ISK Duin & Bollenstreek en ISK Rijnstreek kunnenn hun voordeel doen met de ervaringenn en werkwijze in Leiden. Overigens heeft mborijnland regiobreed goede werkafspraken met het ISK binnen de regio gemaakt. Goede toeleiding van statushouders vanuit Werk & Inkomen naar m.n. het mbo blijft aandacht vragen. Toeleiding is individueel maatwerk. Niet iedere statushouder zal voor 1 april voor een opleiding aangemeld zijn waardoor in principe recht op plaatsing op een opleiding is gegarandeerd. Wat zijn er voor alternatieve toeleidingstrajecten mogelijk voor potentiele BBL- studenten onder de statushouders? Starten met een BOL en na een half jaar doorstromen naar een BBL B is daar een voorbeeld van. Wie doet wat als statushouders eenmaal gestart zijn met een opleiding, maar er nog aanvullende begeleiding nodig is (taal en rekenen, studie- en digitale vaardigheden, etc.) De regio-coördinator zal knelpunten doorgeven aan het landelijk projectbureau die mogelijk op landelijk niveau verder opgepakt moeten worden. N.b. Niet iedere statushouder zal toegeleid kunnen worden naar werk en/of scholing. Voor degenen die het betreft is het van belang dat ook zij participeren en zich welbevinden. Dat gaat niet vanzelf. De regio-coördinator volgt en agendeert dit onderwerp bij de regionale projectleiders. Algemenee inzet Regio s leren veel door delen van kennis en ervaringen van de regio-coördinatorenn en regio-coördinatoren leren weer veel door delen van kennis en ervaringenn van elkaar. Dit willen we ook in 2018 vanuit het projectbureau blijven ondersteunen door het organiseren van 6-wekelijkse bijeenkomsten van, voor en door de regio-coördinatoremet partners zoals ministeries en COA. Dit maakt het mogelijk om heel snel te schakelen van landelijk naar lokaal en daar waar knelpunten worden gesignaleerd kunnen deze snel op de juiste plek landenn om verder opgepakt te worden. Hiertoe onderhoudt het projectbureau ook relaties met partners op landelijke schaal in het brede sociale domein, zowel individueel als in ketenbijeenkomsten. Het structurele ketenoverleg is hier en het verspreiden van een wekelijkse of 2-wekelijksee (afhankelijk van de input) update. De kennis en ervaringen die het projectbureau door de contacten met de regio-coördinatoren opdoet wordt w weer gedeeld een mooi voorbeeld van wat ook in 2018 door het projectbureauu wordt geïnitieerd. Vanuit het projectbureau wordt daarnaast minimaal twee keer ook weer in 2018 een rondje langs de regio s gemaakt en regionale stand van zaken opgehaald. Dit wordt vertaald naar een rapport op hoofdlijnen en gecommuniceerd naar in ieder geval SZW. Daarnaast ondersteunt het projectbureau p daar waar nodig regio s door bijvoorbeeld het bijwonen van regionale bijeenkomsten. Het landelijk dekkend netwerk van regio coördinatoren, ondersteund door het Projectbureau van Divosa is een tijdelijke impuls. De opgebouwde kennis, ervaringen en werkwijzen moeten worden geborgd in het reguliere proces. Naast inzet op de hier bovengenoemde activiteiten zullen de regio coördinatoren daarnaast ook in hun eindverantwoording weergeven hoe gemeenten/ arbeidsmarktregio s de kennis, ervaringen en werkwijzen hebben geborgd in hun reguliere processen.

6 6 Binnenn Holland Rijnland zijn gemeenten een eind op weg om binnen hun (klantvolg)systemen werkprocessen vast te leggen, Dat zal in 2018 natuurlijk de nodige aandacht blijven krijgen. Klanten kunnen dan goed gevolgd worden en resultaten c.q. rapportages makkelijker gegenereerd. De regio-coördinator bevordert regionale uitwisseling van trainings- en begeleidingsprogramma s die ontwikkeld o en beschreven zijn. Zodra alle rapportages 2017 door de regionale projectleiders statushouders opgeleverd en vastgesteldd zijn maakt de regio-coördinator een overzicht op hoofdlijnen over aanpak en resultaten. De aanscherping van de privacy wet- en regelgeving zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de (traject)begeleiding van de statushouder. Onderlinge uitwisseling tussen ketenpartners over hoe te handelen zal gestimuleerd worden door de regio-coördinator. Er zal drie keer een regionaal overleg plaatsvinden tussen projectleiders statushouders en de regio-coördinator. Rapportage en verantwoording binnen Holland Rijnland aan AO Participatie, MT Werkgeversdienstverlening en Bestuurlijk Overleg Werk Voortgangs- en eindrapportages aan project-organistatie Divosa - 31 maart 2018 (derde voortgangsrapportage c.q. eindverantwoording 2017 met conclusies en aanbevelingen voor 2018, uitmondend in een aanvullend regio plan) - 30 juni 2018 eerste tussenrapportage, 30 oktober tweede tussenrapportage en 31 januari 209 eindrapportage. Joost Bruggeman Regio-coördinator Holland Rijnland Leiden, maart 2018

7 7 Bijlage 1 Huisvestingstaakstelling vergunninghouders ste helft 2018 Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Zoeterwoude N..b de taakstelling is incl. kinderen Bijlage 2 Folder rapportage JAS en folderprincipes en uitgangspunten Leidsee inburgering. Katwijk, Rijnstreek en D&B volgen